Hulde aan Henaat De Rudder HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Popering en Omstreken Apotheek Frans Van de Plas Zondag1 6» Augustus 1922 19e Jaar. Nr 32 Bij vader en moeder. Abonnementprijs In Stad fr. 6.50 In Bslgie pp0" 8.00 Buitenland 13.00 Sausen*Vanneste 15, Gasthuisstraat, POPERINGHE TE WESTVLETEREN OF 27 OOGST AANSTAANDE. Vlaamsch wetenschappelijk verweerfonds. De Huishuurwet. Voor de blinden. Huldebetoog Dr Daeis. Rechterlijke vervolgingen. Anti-Belg en Volksvertegenwoordiger. West-Vlaanderen herleeft. A. G DE COCK, 92-94, Ardoyesteenweg, R0USSELARE. Te christelijk. Vlaamsch te Leuven Amnestie! Ee(n)man, een woord! Waar gaan wij naartoe? Ten gunste van Rusland. gst en verspreidt de Poperinghenaar, Fonds voor ieestbegaafden. PBISJS BERICHTEN. VEBRÜOPIftEN, E«ne inlasschiag 0.60 ctn per regel, a inl. o.So ctn 3 inl. 0.45 ctn VONNISSEN, 1 So fr. per regel. RÖUWBERICHTEK, 5 fr. voor 10 reg. Herhaalde Annoncen prijzen op aanvraag. per Jaar Uitgever Drukkerij, Papierhandel, Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag inoezonden worden. Kl*NE berichten tsgin dbn VRIJDAa nok1. Postoheokrekening n' 15570. Een Zondag avond, zeer laat, het kon ongeveer elf uur wezen, trok een groep zingende jongelieden voorbij onze woning. Ér klonken ook meisjesstemmen, die de tonen rekten en hoog deden opgalinen. Ze zongen gemeene liedjes, vol dubbel zinnigheden. Ik keek even door het venster, 't Waren jongens, pas uit de eerste broek, en piep jonge meisjes, waarvan eene met hangende haren. Uit mijn venster straalde licht en een der meisjes keek in mijne richting. Ze stond met het aangezicht tegen het vensterglas. Ik kende het kind. Een paar jaren geleden woonden we in hare buurt. Ik sprak meermaals met hare moeder, welke me voorkwam als eene doorbrave vrouw, met veel gezond verstand. Het wou er bij me niet in dat ze haar dochtertje de toelating geven zou om te loo- pen tot bijna middernacht... en in welk ge zelschap. Dat Fientje, zoo zullen we ze maar noe men, zich los en ongedwongen thuis voelde bij die uitgelaten jonkheid was maar al te wel te hooren. Het was haar hoog stemmetje dat boven de andere uitkwam. 's Anderdaags bracht een gelukkig toeval ons samen in een winkel. De oogen stonden vermoeid in haar hoofd, maar frisch en jong was het niet aan haar op te merken dat ze maar een paar uren had geslapen. U goed vermaakt gisteren vroeg ik. O ja en ze lachte luide. Ge waart nog zoo laat op de baan Fientje keek me zeer verwonderd aan. Het was wel half twaalf toen... Ze liet me niet uitspreken. Maar toen zijn we nog niet naar huis gegaan... Toen begon het eerst echt pleizie- rig te worden. We hebben ons best gedaan met dansen te... Ze noemde een straatjeskermis, een half uur van huis. En vrat zegt moeder Wat zou die zeggen... Zagen en zeu ren... Die is haar jongen tijd vergeten. Dag madam. Daarmee was Fientje weg. Ik heb dien dag veel gedacht aan die moeder... die zaagde en zeurde... en haar jongen tijd vergeten was. Inderdaad, ik kon me zeer goed voorstellen dat het niet met hare volle toestemming geschiedde. Eenige dagen later wandelden we met de kinderen langs Fientje's straat. Hare moeder riep onze kleuters eenige vriendelijke woorden toe en zoo hadden we de gelegenheid even binnen te gaan Alles kraaknet en in orde, als vroeger vaders zetel achter de tafel, de pijpen in een koperen rekje aan den wand, de vloer helder rood met krijtwitte voegen er tus- schen. en boven de stoof, tegen de schouw een groot portret van Fientje, hun eenig kind, als eerstecommuniekantje. Ze waren reeds op jaren getrouwd, en ze durfden niet meer hopen op een kindje. Toch werd hunne liefde gezegend en het kleine meisje kwam hunne kalme dagen in volle zon zetten. Dat het kind hun al was, kon men zoo dadelijk bespeurenportretten van het klein tje... nog en nog... Moeder kwam terug binnen met een scho tel kersen voor de kinderen. Waar is Fientje De vrouw antwoordde zonder iemand aan te kijken Fientje werkt in de fabriek. Ze heeft er niet veel te doen, acht uren zijn spoedig voorbij, »n ze heeft een tamelijk goed loon. En... komt het u niet droevig voor in huis, nu het meisje weg is. Met groote moeite kon ze een traan terug dringen, maar bekennen wou ze het toch niet. Ze kon over haar kind geen enkel onaangenaam woord zeggen. Ach neen, niet waar. Ze is 's avonds toch thuis... We hebben het kind vrij gela ten. Het is ginder op het werk veel aange namer al jonkheid. We zijn wij toch maar twee oude menschen, en een jong meisje moet al eens kunnen lachen. Ze nam een der kleinen bij de hand en zei Zóó zouden ze moeten blijven, dan zijn ze zoo lief... Later verandert het... Is Fientje niet braaf meer, moeder?... Ze voelde dat ze haar mond had voorbij gepraat, in een adem kwam het er uit Aon mijn oorlogsbroer R. De Rudder, gesneuveld in Vlaanderen. Vreemd is de avond gekomen over het droeve doodenland en stille staan de wachten V' V fr* op de wallen. Een bleeke maan hangt treurig ginder hooge, en begiet die zwarte PNW& naakte boomen met 't vreemde licht, dat ons leven doet in een ver Jslpfi sprookjesland. Kleine witte watten wolkjes V schuiven zachtjes door 't ruim, huppelen eeni- jft; Wwf\, ge stonden weg achter die bladerlooze tak- mm* ken, tot ze ook einde- J- - JSjtó "t t lijk ver weg zijn en verzinken in de zwarte i j'T-!rT7 donkerte, die gruwt j r ginder achter de -- -t/Tt' schansen. w T Een stil windje waait jr~. Xf over de wijde vlakte, i 'y-i. - V' doet het dbode gras -y' I f\; -iAv.V en 't dorre riet neigen x AAW V in sierlijke buiging, daar ze zoet-ruischend j( uttjft -5£- staan in de groote -V' "V'Vtf" kalmte van 't breede 1 u. veld,zingt een vreemd ft lied van weemoed en droef betrachten van -«S' 'y, /'IfSP "St '~~r- V? schoone dingen in de V- "i 3» bladerlooze boomen- "li*" groepen en gaat sterven in de verre onein-jvoor zijne zuivere ziele, die in hoog bemin- digheid van den nacht die dringend hangt nen opzweefde ter hooge Kristus-woon. boven onze grachten. Prachtig is de nacht en machtig-schoon is Mannen kruipen stille uit hunne dekkin- de grootsche verduldigheid van dien ge- gen en nauw hoorbaar klinkt hun voorzich- kwetsten jongen, die weggedragen wordt tig stappen op den hardgevroren grond, doorzijne jongens Nog droeviger wordt de avond en zachter schrijden de mannen, die op verkenning gaan tusschen de lijnen. Nu moeten ze geko- Hij ligt uitgestrekt nu op de draagbaar in men zijn in 't land waar de moedigsten den hulppost, waar het heel stil is, daar de slechts komen en waar de dood grijnst uit priester' Gods zich over hem heenbuigt en kant en heg, uit zwarte obusholen en grau- hem den zegen geeft en de vergeving van we boomenstammen. Eendelijk triestig is de wat hij mocht misdreven hebben. Zoet glim- nacht en lange zijn de wachturen op de lacht de kranke krijger, nu hij weet dat hij wallen en koud, 0 zoo koud moet het zijn in prachtige gerustheid sterven gaat en hij voor de jongens op verkenning. In de verte zich veilig weet in de armen van zijn Jezus, rommelt - groot kanonnengeweld en een Hij beziet nog eens met een lange liefdeblik zekere onrust heersent in de loopgracht en de jongens, die droevig staan bij hun onder de mannen die werkende zijn aan de gekwetsten makker... en engelen die leven vooruitgeschoven posten.Voor hen schuiven onder 't krijgersvolk, hebben hem opgeno- zwarte gestalten laag over den grond, dui- men en gedragen naar't krijgsgasthuis. ken weg in de kuilen en verschijnen weer voor gindschen schildwacht... Toen knetter- de opeens geweervuur en joegen de kogels Hij rust nu in't witte beddeken en 't wit- huilend over de koude vlakte. Een wreed- gekapte hoofd der ziekendiensters neigt zich droeve kreet klaagde over't wijde land en medelijdend over zijn bleek hoofd en hare men hoorde de gedempte stemmen van de zachte vingeren heelen zijn wreede wonde, mannen, op verkenning in de gevaarlijke En steeds maar door leekt het bloed en verft streek... De mannen hadden geschoten op rood de witte lakens. De gewonde krijger onze verkenners en er moest iemand getrof- moet onzeggelijk lijden, maar toch glanst op ten zijn. zijn gelaat de. zoete kalmte, daar hij voor God en Vlaanderen 't grootsche offer bren gen gaat van zijn jong-mooi leven, 't Is heel In die doodsche eenzaamheid lag de Kris- stil in de ziekenkamer en zachtjes lispelt zijn ten Vlaamsche krijger op den harden stervende stemme 'k Wist niet dat een grond en rood-warm bloed zijpelde op de mensch zoo lijden kon, maar alles voor aarde. Ik heb hem niet zien liggen, maar Vlaanderen en Vlaanderen voor Kristus veel moet hij geleden hebben bij 't sombere Toen is hij vredig-zacht gestorven en is alleen-zijn in den droeven nacht. Maar hoe zijn blanke ziel op twee vleugelen gevaren hij geleden heeft, dit weet ik zeker. Hij naar 't eeuwige land van zijn hoog betrach- moest er gestrekt liggen, 't mooie bleeke ten. lijdershoofd op de harde aardklompen en de Grauw hangt den nacht over Vlaanderen, armen open in een laatste gebed. In die waar de mannen waken op de wallen, en in oogenblikken moet hij teruggezien hebben de boomen huilt de wind een helsch zege- de verre familie in 't verwoeste land en moet lied. de wind hem de trouwe liederen hebben 't Is nu zoo droef gezongen zijner blijde kinderjaren. En toen opeens, dat weet ik zeker, heeft hij gedacht aan God en Vlaanderen, en is zijn onmen- Trage klokkengelui klinkt door 't dorpje schelijk lijden het laatste gebed geworden achter de vuurlijn en langzaam schrijden zijner vurig minnende ziele. de vele Vlaamsche makkers achter 't lijk In het zachte geruis van wit-zijden kleed, van den dappere die viel voor God en zijn blanke engelen gekomen uit den hoogen Vlaanderen. hemel, vol gouden glans van pinkelende Wit staan de huizen en wit staan de boo- sterren, en ze hebben, die vele zuivere gees- men en zwart de vele kruisjes op het krijgs- ten, zijn wonden gekust in dankbare liefde kerkhof. Stil bidt de priester en stom staan en hemelsche vereering, en toen, in een de mannen bij den gapenden kuil. Zachtjes grootsche apotheose van goud en licht en lieten zij hem neerzinken in de goede aarde blijde zonnestralen, is Hij gekomen, de en treurig zijn we heengegaan, biddend voor Meester, zijn Jezus. Hij heeft de armen hem en't land waarvoor hij stierf gereikt in smachtend verlangen naar zijn Toen heb ik ginder verre, den Blauwvoet Goddelijke Verlosser en de smart van zijn zien vliegen boven het verwoeste land en jong lichaam is een zoete balsem geworden 't stormen gehoord der verre zee, wijl een makker nevens mij het hoofd schudde en stille mompelde Alles voor Vlaanderen en 't lieve land voor Kristus Voor dat ideaal was hij gesneuveld en dat hij vredig ruste bij den Heer. 'We bidden voor U, broeder Floralis. 27 Oogst te Westvleteren, zal weerom bewijzen dat het heerlijke thema van Prof. Dr Daels «Onze piëteit voor de Vlaamsche dooden van den Ijzer», 't harte van Vlaan deren heeft doen jagen Vlamingen! gedenkt op dien dag vooral uwe dooden van den Ijzer en stroomt dien dag ter Beevaart... Programma en schikkingen zullen korte lings bekend gemaakt worden. Bijdragen, inlichtingen, wenken,enz. alles bij de schrijvers: Cl.De Landtsheer, Oeverstraat, 17,Temsche. Dr J. Leuridan, te Oostvleteren. Adv.M. Bulckaert,Nieuwpoortstr. l.Veurne. P. S. Bestel onmiddelijk de postkaar ten der 3= Bedevaart, prijs 10 fr. het honderd Sekretariaat Oeverstraat, 17, Temsche, gen toestand der Russische bevolking, die door hoijgersnood gekweld wordt. Z. H. de Paus schenkt zelf twee millioen en half aan de noodlijdende Russen. De groote zwakheid van de Vlaamsch- Wetenschappelijke beweging ligt nog op stoffelijk gebied. Een Vlaamsch-Wetenschappfclijk verweer fonds wordt nu gesticht om ons wetenschap pelijk streven te steunen. Het is nogmaals Dr Daels die deze nuttige en noodige instel ling onder zijne hoede zal nemen. Mocht de milde vrijgevigheid der Vlamin gen deze onderneming doen welslagen. In de zitting van 27 Juli heeft de Senaat besloten de bespreking van het nieuwe ont werp van huishuurwet te verdagen tot in October. Het zal dan worden gebracht als eerste punt op het werkplan van het nieuw zittingjaar. Wij dachten dat het wets voorstel tot ver leening van kosteloos vervoer met den spoorweg, van den persoon die den blinde vergezelt, zou doorgaan als eenen brief in de post. Daar is niets van. In zijnen grooten haast om gedaan te ma ken en het verlof te beginnen heeft de Senaat de enkele minuten niet gevonden^die vereischt zijn om zulk menschlievend voorstel te stem men. 't Is ook uitgezet voor later. Door het toedoen der Kath. Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding werd Zondag in den Stadsschouwburg te Brugge eene groot sche meeting op touw gezet. Vier hoogleeraren, de Heeren Vermeylen, Carnoy, Vercoullie en Daels spraken over de noodzakelijkheid, voor hst Vlaamsche volk, van de Gentsche Hoogeschool te ver- vlaamschen. 4 Eene ontzettende^ ovatie brak los wan neer Dr Daels aan het woord kwam. Talrij ke V.O.S. senvlaggen wuifden hem. hulde toe. Na de pakkende aanspraak van Dr Daels wordt aan dezen hoogstaanden Vlaming een huldebetoog gebracht door Dr Verduyn in naam van den V.O.S. en door Volksverte genwoordiger R. De Bruynet namens de werkliedenbonden van het arrondissement Brugge. Dr. Daels bedankt de Voorzienigheid, dat het hem gegeven werd bij zijn volk te blij ven. Hij belooft plechtig op het portret, dat hem door den V.O.S. aangeboden was, zijne loyauteitsformule te schrijven Hou en Trou aan Vlaanderen Dr Daels is vast besloten de Nieuwe Ga zet» (Antwerpen) en de «Flandre liberale» (Gent) gerechterlijk te vervolgen wegens laster en eerroovende aantijgingen. Te veel iever schaadt aan de Vlaamsch- haters. Wij lezen in het blad <La Politique»: Met den dood van M. Van Hoegaerdeu, (liberaal Kamerlid) verdwijnt uit de Kamer een gewaardeerd en zeer bekwaam politiek man. Deze verdwijning zal des te meer ge voeld worden, doordien deze bekwame staatsman zal vervangen worden door M. Jennissen een waalsch aktivist, wiens aanwezigheid in de Kamer eene schande voor de liberale partij zal uitmaken. Deze liberale heer eischt, sedert twintig jaar, in 't open baar, de vereeniging van Wallonië met Frankrijk. De terugkeer van de bevolking in de ver woeste streken van het Yzergebicd blijkt uit de volgende bevolkingscijfers: 1913 319.000 inwoners. 31 December 1919 180.225 31 December 1920 240.000 30 Juni 1921 248.000 Maart 1922 273,750 Guido. Jawel, jawel, ze is wel braaf... maar ze is jong, en de-tijden zijn veranderd. Blijft ze soms niet Iaat uit Ja, dat is niet meer lijk in onzen tijd. Wij werkten thuis, de gansche week, en 's Zondags bleven we nog bij vader en moeder, maar nu is het anders... nu is het anders. Ik zag dat er een groote weemoed over haar kwam en ze sprak verder zeer weinig. Zoudt ge Fientje niet kunnen verbie den zoolang uit te blijven Ik zag dat raad haar bepaald onaange naam was. Verbieden... ze is geen klein kind meer. en... ze moet hier niet zitten uitdrogen om ons aangenaam te wezen. Hare mondhoeken beefden, hare oogen waren met tranen gevuld... We zijn wegge gaan. Arme moeder 1 Ja, ze heeft wel gelijk, Fientje is geen klein kind meer en moeders verbod zou niet meer hebben gebaat. Het kwaad is geschied, Fientje heeft het zachte ouderlijk gezag van de schouders geworpen, de eerste maal, dat ze de toelating kreeg om uit te gaan met de gezellinnetjes. Ze heeft smaak gevonden in het soort ver maak, en ze is niet meer thuis te houden. De tranen van moeder, noch. de zachte vermaningen van vader hebben geen invloed meer op het meisje. Wanneer de jongelieden eenmaal die losse, gevaarlijke gewoonte hebben aangenomen van het vermaak te zoeken buiten den huis kring, dan vinden ze bij vader en moeder het geluk niet meer... Dan noemen ze het vervelend en saai, een namiddag met hen doorgebracht. Ja, ze hebben waarachtig het hooge woord en bevestigen onder alle vormen dat het er zeer onschuldig toegaat, dat er enkel wordt gedaan aan geoorloofd vermaak en onschul dig plezier. Menschen, die er aanstoot in vinden, deugen zelf niet... hoe zouden ze anders in alles slecht zien... Elaas, daarna komt er wellicht een dag, dat het meisje met tranen van bloed beweent niet geluisterd te hebben naar wijzen raad... En de ouders.de arme zwakke ouders dragen hun deel van de schande. Hunne laatste dagen, die vredig en rustig konden zijn, worden vergald door zelfverwijt en groot zielelijden. Vaders en Moeders, houdt uwe meisjes thuis, bij u, onder uw toezicht. Maakt den huiselijken haard gezellig. Uwe kinderen moeten hun genoegen vinden bij u. Moeders moeten wezen de beste vrien dinnen hunner dochters, en alles weten wat er in hun hart omgaat. Als de liefde gekomen is,hoeven de ouders nogmaals de eerste vertrouwelingen te wezen. Het is hun plicht een eerlijk verkeer der jongelieden in hun huis toe te laten. De eerste stap is de beslissende. 't Is beter dat het dochtertje een avond weent omdat ze niet alleen mag uitgaan, dan een leven lang te berouwen dat ze ge gaan is. G. v. A. Elza Wolf. Postcheckrekening Nr 87048 Telefoon Nr 77, Vooraleer uwe aankoopen te doen van Inlandsche, Fransche, Engelsche of Saar- kolen, vraagt prijzen en voorwaarden aan de firma GROOTKLEIN. Voordeellge Prijzen. -- Trouwe Bediening. M. Masson, Minister van Justice, heeft een wetsontwerp ingediend waarbij de be naming van Berg van Barmhartigheid zal mogen veranderd worden in Openbare Bank van Leening Het oude uithangbord is te christelijk Te beginnen met de maand October zullen opnieuw eenige leergangen meer in het Vlaamsch gegeven worden aan de Katholieke Hoogeschool van Leuven. Wij zien met ge noegen den tijd te gemoet dat de Vlamingen geheel en gansch te huis zullen zijn in onze Katholieke Hoogeschool. Dit woord is reeds genoeg om in ons land menig gezeten burger van woede te doen opspringen. Door Amnestie bedoelt men een ontslaan van de straf die door burgers of door militai ren om politieke redenen opgeloopen werd. Eene beweging voor Amnestie is in 't land op handen. Amnestie brengt rust en kalmte. En dat juist heeft ons land toch zoo noodig. De Provincieraad van Antwerpen heeft met groote meerderheid eenen wensch voor Amnestie gestemd. In Frankrijk is men reeds aan het toepassen van 't Amnestie-stelsel. Kan ons land ditmaal geen voorbeeld ne men aan onze Zuiderburen Rector Eeman, van de Gentsche Hooge school, heeft met de bedreiging van zijn ontslag gewogen op de beslissing van den Minister in het geval Dr Daels. Daels inoet uit de Hoogeschool, of ik trek er van onder zoo sprak Rector Eeman. Dr Daels blijft aan de Hoogeschool en Rector Eemanblijft ook. Vooraleer uiteen te gaan heeft de Senaat voor millioenen en nog millioenen aanvul lende kredieten gestemd. Wij beweren niet dat geene ernstige po ging tot besparing gedaan wordt noch dat al deze sommen buitensporige uitgaven zijn. Maar die geweldig groote cijfers jagen u eene huivering door de leden. En men heeft het recht zich af te vragen naar welken af grond wij heensnellen. Z. H. De Paus doet eenen oproep tot de Bisschoppen opdat zij Hem zouden helpen ten einde hulp te brengen in den ongelukki Het fonds voor meestbegaafden is inge steld om aan de begaafde behoeftige kinders eene studiebeurs te verschaffen die hun toe laat na de lagere school hunne studiën voort te zetten. Gelijk het woord zelf zegt, worden deze studiebeurzen alleenlijk gegeven aan de bijzonder begaafde leerlingen. Deze studiebeurzen zullen verleend wor den met ingang van het aanstaande school jaar, dus Oktober 1922. Het zijn de ouders (of de voogd) die moe ten de aanvraag doen aan het Stadsbestuur. Deze aanvraag moet vermelden welke stu diën het kind geerne zou doen, en in welk college of gesticht. Bij die aanvraag moet gevoegd worden een uittreksel uit den ge- boorteakt van het kind, en een getuigschrift van het bestuur der scholen, die het kind in de laatste drie jaren heeft bijgewoond, be wijzende dat het kind waarlijk bijzondere bekwaamheid bezit. De ouders die zulk een studiebeurs voor hun kind ('t zij zoon of dochter) willen aan vragen, moeten het seffens doen. Na deze week is het te Iaat. Wekelijksche aankomst van jEngelsch» wagens Kamions en nieuwe wielen 8 cm. breed, aan voordeelige prijzen bij MAR CEL SWAE LS, Proven. nieter lang worden, staan opwaarts om de vocht bevattende bladeren. De voelhorens zijn onophoudelijk in beweging, alsof zij aan alle zijden naar een prooi rondtasten. Dat is een verschrikkelijke boom! zei Leontine, die een lichte rilling door haar le den voelde gaan. De overigen van 't gezelschap luisterden zwijgend toe. De Mkodas, aldus ging Baden voort, brengen, zooals ik reeds zeide, dien boom offeranden, en wel van menschen. Ten tijde toen mijn vriend het eiland bezocht werd juist een vrouw geofferd. Met geweld werd zij naar den boom gedreven en, in weerwil van haar jammerkreten, boven op den stam geplaatst. Daarna werd haar gelast, van het in de bladepen zijnde vocht te drinken. Zij deed het, en in hetzelfde oogenblik scheen de boom als bezield te worden. De slanke voelhoorns slingerden zich om haar hoofd, om haar armen en hals. De groene ranken kronkelde zich als reusachtige slangen om haar lichaam. Vervolgens bogen de ontzet tende bladeren zich toe en sloten zich over het ongelukkige slachtoffer als het deksel van een doodkist. De vrouw stierf een vree- selijken dood, dien ik niet waag te be schrijven. Is dit een ware geschiedenis? vroeg Leontine angstig. Volkomen waar, althans naar alle» wat ik er van gehoord en gelezen heb, antwoord de Baden. (Vervolgt.) Op zekeren dag kwam een brief, die bij Hedwig en de familie Harders groote opge wondenheid veroorzaakte. De luitenant Hugo Baden, de voormalige adjudant van Hed- wigs vader, meldde dat hij van zijn oom een groot landgoed geërfd en nu den militairen dienst verlaten en het beheer over de goeder en aanvaard,had .Tevens verzocht hij de toe stemming om te mogen overkomen,ten einde de dochter van zijn vroegeren majoor en vaderlijken vriend zijn opwachting temaken, daar zij vroeger altijd als vrienden met elkander hadden omgegaan, en hij zeer ver langde haar te zien. Dat bezoek zou nu zeer ongelegen komen, zei Hedwig haastig, toen zij den brief gelezen had. Bij Leontines zwakke gezondheid zou het niet zijn aan te raden. Bertram giste de ware reden waarom Hedwig wenschtte dat Hugo Baden niet zou komen: zij meende dat Hugo's bezoek hem minder aangenaam zou zijn.. Maar Leontine zei lachend: Integendeel, ik wilde wel dat hij reeds hier was. De jonkman zal, hoop ik, een aan genaam gezelschap zijn en moet u, Hedwig, zeer welkom wezen, daar hij een vriend van uw vader was en ook de uwe is. Verzoek hem alzoo ten spoedigste over te komenik zal papa vragen dat hij hem insgelijks ten vriendelijkste uitnoodigt. 't Behoeft zeker niet gezegd te worden dat Leontines wensch ook in dit geval voor hare ouders een bevel was, en Hedwig durfde niet langer tegenwerpingen maken, om geen argwaan op te wekken. Hugo Baden kreeg alzoo van mijnheer Harders ten antwoord dat hij en zijn familie hem met het grootste genoegen zouden ontvangen. Een paar dagen later was Hugo Baden reeds aangekomen. Hij was een ridderlijk en beschaafd jonk- voornemens een geduchten aanval op onzen man met een levendigen geest en een vroolijk krijgsheld te doen. Mijnheer Baden, ver humeur. Reeds kort na zijne komst was het volgde zij tot dezen, ge hebt verre reizen voor een fijnen opmerker duidelijk welk plan gemaakt en veel ondervonden, vertel ons hem hierheen had gevoerd: sinds lang had eens iets van de grootste merkwaardigheid, hij voor de dochter van zijn voormaligen die u op uw reizen is voorgekomen, majoor genegenheid gekoesterd, nu wilde hij Baden, die gedurende een jaar bij de ontdekken, of hij hoop kon voeden, haar marine was geplaatst geweest en een reis om wederliefde te winnen. de wereld had medegemaakt, ontwaakte De bankier en zijn vrouw waren hem reeds door de vraag van Leontine uit het gepeins daarom dadelijk genegen, omdat hij hun waarin hij zeer tegen zijn gewoonte, was dochter beviel en hij haar gezellig wist bezig verdiept. Hij had sinds eenige minuten te houden. Hij had altijd stof tot praten en j Hedwig aandachtig gadegeslagen en dacht was onuitputtelijk in 't vertellen van anek- j er over na wat de rede kon zijn dat de vroe- doten. Hedwig was zeer vriendelijk je-jgere opgeruimde uitdrukking van haar gelaat gens den jonkman, en menigmaal, als Hugo verdwenen was en een schaduw van leed met haar over vroegeren tijd of over haar over hare trekken lag uitgespreid, vader sprak, vergat zij voor eenige oogen- Dat is een zonderling verlangen, mc- blikken haar leed en gevoelde zich minder vrouw, antwoordde hij, zich tot Leontine bedrukt. wendend. Toen de bankier opmerkte dat sinds Maar toch billijk, merkte deze op. Baden's koifistal zijne huisgenooten vroolij- j Wie, zooals gij, een reis om de wereld heeft ker en opgewekter waren, verzocht hij hem, gemaakt, moet ons, die dat voorrecht niet zoo lang mogelijk zijn gast te zijn. Hugo mochten genieten, schatting betalen. Ik voldeed gaarne aan dit bezoek, daar hij herhaal mijn verzoek, dat ge ons iets buiten- hierdoor tijd zou winnen, om te ervaren hoe gewoon merkwaardigs laat hooren. Hedwig omtrent hem gezind was. Hij vor- Ik heb inderdaad veel merkwaardigs derde echter bij haar niet veel; zij hield hein gezien, onder anderen een bron van kokend steeds op een afstand, zooals zij meende water, een vulkaan, een zee, waarvan het haar geliefden Bertram verschuldigd te zijn. water van kleur verandert, maar al die bij- 't Was een heerlijke avond, en Leontine zonderheden zullen u waarschijnlijk weinig gevoelde zich zoo wel, dat zij langer dan belang inboezemen, mevrouw, ze zijn niet gewoonlijk'in 't gezelschap bleef. Men zou wonderlijk genoeg. in de groote gezelschapszaal thee drinken., O, neen, antwoordde Leontine haastig, Allen hadden plaats genomen om een groote de meeste reizigers weten van dergelijke ronde tafel, die bij het venster stond, en za- zaken te vertellen. Ik wil iets werkelijk won ten daar nog toen de zon reeds was ten onder derlijks hooren. gegaan. Welnu, dan zal ik u iets wonderlijks Laat de lamp nog niet aansteken, mama, mededeelen, sprak nu Hugo. Ik heb het ech- zei Leontine. 't Is zoo genoeglijk, in de ter niet zelf gezien en't ook slechts hooren schemering te zitten babbelen, en ik ben vertellen. Er zijn, zooals ge weet; zooge naamde vleeschetende planten; de voor naamste daarvan is voorzeker de menschen- etende boom op't eiland Madagaskar. Wist ge reeds dat de boom bestond? Neen, zei Leontine. Hoort ge dat, Bertram? Een menschenetende boom! Als kind heb ik zonderlinge gedachten omtrent boomen gehad, ging Baden voort. Ik meende dat de zielen uit den ouden tijd daarin voortleefden en geen rust konden vinden. Het steunen en kraken der boomen, het suisen en ritselen der bladeren, het slaan der takken tegen elkander, dat alles had voor mij iets menschelijks, maar tevens iets ge heimzinnigs en monsterachtigs. Op deze voorstelling uit mijne kinderjaren gelijkt het wonderlijke natuurverschijnsel, waarvan ik u nu iets zal mededeelen. Nu zal het komen, juichte Leontine. Luister goed toe, mama! Ik herhaal, vervolgde Baden, dat ik dit natuurverschijnsel niet zelf heb gezien; een vriend met wien ik eens over de inbeeldingen mijner kindsche jaren sprak, deelde het mij mede, en later heb ik het ook gelezen in be richten van geloofwaardige reizigers. Op het eiland Madagaskar leeft een nienschenras, de Mkodas genaamd. Ze zijit klein van ge stalte en vereeren den door hen als heilig beschouwden menschenetendcn boom, aan welke zij offeranden brengen. Ik kan-u den boom niet volkomen beschrijven. De starn is ongeveer twee en half meter hoog en heeft een ruwe bast. Uit den spits van den stam of tronk ontspruiten acht bladeren, die bui tengewoon lang en breed zijn. Die bladeren, welke eenigzins met de punt naar omlaag hellen, hebben den vorm van een diepen schotel, en in die soort van schotel is altijd een bedwelmende vloeistof. Groote groene ranken en zes witte voelhoorns, die tot tv/ee Mengelwerk van De Poperinghenaar 7 ROMAN Zwaar leden Bertram en Hedwig onder de gevolgen van hun opoffering, 't Was hart roerend, te hooren hoe zij elkander trachtten op te beuren en te bemoedigen met de hoop dat alies zich weldra ten beste zou wenden, hoewel zij zelf eigenlijkdie hoop nietkoester- den. Bertram vergat zich in de opgewonden heid van het oogenblik wel een enkele maal zoo ver, dat hij zich naar Hedwig boog en haar kuste,maar dan week zij sidderend voor hem terug. Nu eens voelde zij haar moed herleven, dan weer gaf zij alle hoop op. Somtijds scheen zij sterker te zijn dan hij, dan weer viel zij zenuwachtig snikkend hem om den hals en scheen onder den last harer droefheid te zullen bezwijken. Van dag tot dag vermeerderde de kommer der twee zoo wreed gescheidenen. Terwijl Bertrams gade met kinderlijk vertrouwen zich meer en meer aan hem hechtte en zich in zijn bijzijn zoo gelukkig gevoelde, dat zij met het grootste verlangen zijn komst tege moet zag, had hij hoogst zelden gelegenheid tot een afzonderlijk onderhoud met Hedwig en kon hij haar geen enkel vertroostend of bemoedigend woord toespreken. Hij was echter te edel van karakter en gevoelde te veel medelijden voor Leontine dan dat hij haar norsch of terugstootend .zou hebben kunnen bejegenen. Hij trachtte haar te ver strooien zoo goed hij kon, en dit kostte hem vaak moeite genoeg. Opvolger van S. VANDEN SERGHE, Bertenpla.'ta, 8, (Kleine Markt), POP K m i ra G SI E.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1922 | | pagina 1