HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinen Omstreken.
HET GEHEljVI HUWELIJK
Gokesj» Kolen - Mbraeieten
Zondag 8n October 1922.
15 Centiemen.
Mijnteer maiCEL de baeie
Voor
frank
Abonnementprijs
San sen Vauneste,
15,Gasthuiss;raat.
19 Jaar. Nr 41
't Daghet in het Oosten.
Politiek O ver zich t.
Zou 't waar zijn.
Kwijtschelding.
De Vlamingen overdrijven
Kandidaten
Een kleingeestige maatregel.
Nieuwe half frankskens.
Auto's.
Onze weggevoerden.
De Belgen in Engeland.
Het Duitsche paspoort.
Oorlogsschade.
BERICHT.
In 't Buitenland.
per Jaar
In Stad fr. 6.50
In Belgie 8.00
Buitenland 13.00
UPgever
drukkerij,
Papierhandel,
POPERINGHE
Telefoon n1 9.
Postcheckrekening
n' 15570.
ERINGHENAA
I4UJS
BERICHTEN,
VERKOflPNICM,
Eene ielassching
0.60 ctn per regel.
2 inl o.5o et"
3 inl. 0.45 ctn
VONNISSEN,
1 5o fr. per regel.
ROUWBERICHTEN,
5 fr. voor 10 reg.
Herhaalde Annoncen
prijzen op aanvraag,
Alle annoncen zijn
vooraf TE BETALEN
en moeten voorden
Vrijdag inoezonden
worden. Kleine
berichten tegen
den Vrijdag noen.
Ja, voor,wat de Vlaamsche zaak betreft,
we gaan een nieuwen tijd tegemoet.
Tot hiertoe hadden wij de Walen en bloc
tegen onsdie menschen kenden onzen
strijd niet, ze begrepen hem niet, of liever,
ze verstonden hem verkeerd, omdat de in
't Fransch geschreven pers en de meest
lawaaierige politiekers der Waalsche gou
wen stelselmatig dien strijd in een valsch
licht hadden gesteld, met nadruk bevesti
gende dat hij de nationale eenheid in gevaar
bracht, vreemde belangen diendeen inbreu
ken beoogdeopde rechten der Waalsche be
volking.
Hier en daar gaf een Waalsch vooraan
staande zich de moeite het vraagstuk van
meer nabij te bestudeeren, zonder vooringe
nomenheid, met het enkel oogmerk er klaar
in de zien, en dan kwam hij gewoonlijk tot
deze bevinding, dat de Vlaamsche strijd niet
alleen rechtvaardig, maar, uit katholiek-so
ciaal oogpunt, zelfs noodzakelijk was, en
dat de Walen zoo oordeelde er, onder
meer, de achtbare heer Brifaut over geen
vier en twintig uren zouden geduld hebben
wat de Vlamingen reeds negentig jaar uit
staan.
Waarschijnlijk hebben de doenwijze en
het oordeel dier eerlijke mannen geenszins
hunnen invloed gemist op de houding van
zekere katholieke organen in Wallonië,
want nu en dan zien wij in echt-Waalsche
bladen, als Gazette du Centre, van La Lou-
vière, of Le Pays Walton, van Charleroi,
stemmen opgaan lieelemaal in accoord met
hetgeen de strijdende Vlamingen verlangen
en betrachten stemmen die dit verlangen
en streven volkomen billijken, en niet aar
zelen de gevaren aan te toonen die het land
en inzonderheid de katholieke gezindheid
loopen, worde niet spoedig, zoo spoedig
mogelijk, het Vlaamsche taalvraagstuk op
gelost in bevredigenden, dit is in rechtvaar
digen zin.
Wij begroeten dit symptoomals de klaarte
van een nakenden dageraad want komt het
zooverre dat ook de weldenkende Walen
ons begrijpen en aan onze zijde staan, dan
mogen wij Tpleit beschouwen als bepaald
gewonnen.
In Le Pays Walton dan, een week of wat
geleden, verscheen een soort interview
de zegsman was een ondervindingrijke ka
tholieke Vlaming, zich veel inlatende met
allerlei maatschappelijken arbeid, onbe
rispelijk vaderlander, wiens rechtzinnig
heid boven allen twijfel stondzoo toch
stelde onze confrater van Charleroi hem ons
voor.
Die zegsman bewees dat de Vlaamsche
kwestie er eene was op leven of dood, met
het oog op de nationale en de katholieke
belangen, en dat er maar ééne oplossing
mocht aanbevolen het verwezenlijken van
het Vlaamsche minimum-programma, 't is
te zeggen,het programma der katholieke
Vlaamsche Kamergroep.
Want zoolang men dieoplossing verdaagt,
voert men koren op den molen der frontist-
extremisten, die een gevaar zijn voor 's
lands eenheid en 's lands veiligheid, en,
politiekerwijze gesproken, niets lievers vra
gen dan dat de Vlaamsche wonde blijve
bloeden en verkankere.
Dan legt de zegsman er nadruk op dat de
Waalsche bevolking slecht ingelicht is en
schandalig om den tuin geleid wordt. Hij
toont onwederlegbaar het goed recht aan
der Vlaamsche bevolking, welke niet langer
wil behandeld worden als stiefkind in het
Belgisch gezin; dat er niet langer mag ge
draald met het vervullen der plechtige belof
ten welke de Vlamingen gelijkheid in rechte
en in feite toezeiden en dat die gelijkheid,
onder meer, het vervlaamschen vergt der
Gentsche Hoogeschool.
Duidelijk en helder, zonder eenige over
drijving, met een logiek die vast staat gelijk
een rots van graniet, bewijst hij waarom er
geen andere oplossing mogelijk is dan het
vervlaamschen van Gent. Een voor een be
schouwt hij de opwerpingen welke daar
worden tegen ingebracht van vijandige of
van slecht ingelichte zijde, en weerlegt ze
op een manier die stellig en vast indruk
moet maken op het gemoed en den geest der
opgeruide, misleide Walen.
Ten slotte drukt hij het vertrouwen uit
der Vlamingen in het klaar inzicht, het ge
zond verstand, den rechtvaardigheidszin,
het katholiek geweten van de Waalsche
leden der parlementaire rechterzijde want
werde het katholiek-Vlaamsch programma
verworpen, dan konde men het laatste glim
pje hoop prijsgeven de eensgezindheid onder
de Belgische katholieken te kunnen verwe
zenlijken en verstevigen.
Dat is, in vogelvlucht overschouwd het
geen de zegsman van Le Pays Walton uit-
eendoet in zijn interview.
En 't Waalsche blad vult er twee lange
kolommen meê, zonder zich een tegenstrij
dige opmerking te veroorloven, of een com
mentaar die er op berekend is om den te
weeggebrachten indrnk te verdoezelen, of
zelfs maar eenigszins te verzwakken waar
vlaamschvijandige bladen van Brussel reeds
uit afleiden dat Le Pays Walton, zwijgende,
eenvoudig toestemt.
Nogeens, dit verschijnsel maakt ons ge
lukkig, omdat liet een nieuwen tijd aankon
digt, een nieuwe periode inluidt: de periode
welke uit moet loopen op den triomf van
het goede recht. G. v. A,
Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 16
ROMAN
Leontine vermeed het, Hedwig in het ge
laat te zien.
Het kan niet oprecht gemeend zijn
wat zij zegt, dacht zij ik sta immers haar
eigen levensgeluk in den weg.
Ik wil u ook niet meer alleen laten,
ging Hedwig voort de eenzaamheid is in
geen geval goed voor u. Laat me bij u blij
ven en iets voor u doen, iets waardoor ik
een vroolijk lachje op uw gelaat kan te voor
schijn roepen.
Gij zijt recht lief voor mij, sprak nu
Leontine even opziende, ik heb een voorge
voel, dat ik spoedig gelukkig zal zijn.
Hedwig vatte die woorden letterlijk op.
Zoo hoor ik het gaarne, sprak zij be
moedigend. De hoop op geluk maakt reeds
gelukkig. Laat me nu echter bij u blijven en
met u babbelen, opdat ge geen tijd hebt u,
God weet welke droevige gedachten in het
hoofd te halen.
Vroolijk babbelde zij nu over allerlei
zaken, waarbij haar groote geestesgaven en
rijke verbeelding haar goed te pas kwamen,
maar toch mocht het haar niet gelukken, de
donkere wolk van Leontines gelaat te verdrij
ven en haar Uisteloozen blik te verlevendi
gen. Ten laatste meende zij dat het beter was,
haar weer aan zich zelve over te laten en in
stilte op een afstand over haar te waken, in
plaats van haar tot een gesprek te nopen,
waartoe de beklagenswaardige vrouw vol
strekt niet scheen te bewegen te zijn.
't Was in 1917. In dien gruwelijken tijd
vielen onze schoonste jongens als rijpe
halmen onder debijtendesnedederkappende
zeis.
Heden mij,morgen gij,onzejongens wisten
dat. En met eene buitengewone teerderheid
verzorgden zij de graven der gesneuvelcje
makkers omdat zij wisten dat hunne beurt
ook kon komen en dat hun graf ook dezeifc e
vereering zou genieten. En wat geene sol
daten uit den grooten oorlog deden, dat
deden onze Vlaamsche jongens. Zij legden
van het weinige geld dat zij als soldij ge
noten iets uit en kochten voor hunne mak
kers een krüisken om op het graf. Soldaten
die hun eigen grafkruis betalen Neen.'t was
nog nooit gehoord geweest. Alleen Vlamin
gen waren daartoe in staat.
En in dat grafkruis, met soldatencenten
betaald werd de spreuk gekapt die zooveel
Vlaamsche soldaten stervend prevelden
naast den naam van Moeder, van Vader
Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor
Christus (A.V.V.-V.V.C.) Hoe schoon Hoe
diep christelijk Hoe zuiver Vlaamse!)!
Maar 't was ook in 1917 dat die kerkhoven
onteerd werden. In het holle van den nacht
heeft duivelsvolk die kruisen met ciment
beplakt om er de heilige spreuk A.V.V.
V.V.C. te doen verdwijnen.
Dat gebeurde te Oeren en te Aiveringhem
op de zerkjes van Heldenhulde.
De Vlaamsche soldaten hadden nog geen
hoon, nog geen spot genoeg moeten verdra
gen binst hun leven, hun strijden en hun
sterven, nog na hunne dood moesten die
Vlamingen in hun graf onteerd worden
O schande I
Zou 't waar zijn dat men nU aan het be
reiden is van eene nieuwe grafschennis, eene
nieuwe grafonteering
Zou 't waar zijn dat alle zerken op de Bel
gische kerkhoven zullen verwijderd worden
en plaats moeten maken voor onnoemlijk
leelijke steenen blokken
Zou 't waar zijn dat de Moeders op deze
nieuwe heidensche kerkhoven vruchteloos
zullen moeten zoeken naar het kruisje dat
zich tegen de lucht opteekent en waaronder
hun kind rust, hun kind gevallen onder
d'armen van 't kruis
Zou 't waar zijn dat dit plan tegen onze
Vlaamsche dooden nog eens gesmeed is in
Brusseische bureelen waar framassons en
logemannen den hoogen toon geven
Zou 't waar zijn dat de Vlamingen, nog
eens als onnoozele sullen dit al zuilen laten
gebeuren
Als dit al waar is, wel dan doet Vlaan
deren tegenover de gesneuvelde soldaten,
zijne Vlaamsche zonen, zijnen plicht niet.
Arme slachtoffers maar ook Arm Vlaanderen
De Minister van Justitie heeft genade
verleend aan 28 oud-strijders die door den
Krijgsraad ter dood veroordeeld werden.
Hunne straf werd gewijzigd in dwangarbeid
voor een bepaalden tijd van 15 jaar tot min
der. Voor allen zal echter onmiddelijk de
voorwaardelijke invrijheid-stelling worden
toegepast. De meesten hadden overigens
een goed voorgaande en gedroegen zich
dapper gedurende een deel van de oorlogs
jaren.
Door al wie voor de bevrediging van het
land is zal dit bericht met voldoening wor
den vernomen.
Zoodra Leontine alleen was, staarde zij
met onafgewenden blik op de baren, 't Kwam
haar voor als trok een geheimzinnige macht
ze naar omlaag, dieper, altijd dieper, tot
naar den donkeren grond, die reeds voor zoo
menigeen die het leven moede was tot een
graf geworden is.
Ik vrees dat ik waanzinnig word, mom
pelde zij. Bij het verlangen naar den dood
komen gedachten aan zelf vernietiging bij
mij op.
Hedwig had haar intusschen niet uit het
oog verloren en spoedde zich nu naar
Bertram.
Bertram, fluisterde zij hem toe, ik bid
u, ga toch naar uw vrouw. Zij ziet er vreese-
lijk mistroostig en neerslachtig uit. Het be
droeft en beangstigt mij, haar zoo te zien.
Bertram zag naar Leontine.
Och, lieve Hedwig, Zeide hij, mijn
vrouw heeft altijd ingebeeld verdriet, en
daarentegen is niets te doen. Ik hoop dat 't
zal veranderen, als zij wat meer omgang
met vreemden heeft gehad. Ik geloof dat zij
door haar ouders verschrikkelijk is verwend
geworden.
Neen, dat houd ik er niet voor, ant-
woorde Hedwig; bovendien is zij veel te
goed en te edel dan dat zij door toegevend
heid zou kunnen bedorven worden. Maar
ik geloof dat zij een ernstig verdriet heeft,
welks oorzaak wij niet kennen.
Zij lijdt aan ziekelijke inbeeldingen, en
dat is een lastige kwaal, sprak Bertram
misnoegd.
De avond wasreeds gevallen, en nog altijd
zat Leonline op dezelfde plaats, het bleeke,
lijdende gelaat naar de zee gekeerd. Reeds
een paar maal was zij door haar echtgenoot
en Hedwig verzocht om naar de kajuit te
Men verwijt de Vlamingen soms dat zij
overdrijven Maar deze cijfers getuigen dat
het waar is, geheel en gansch waar. - De
Vlamingen overdrijven in geduld, in lank
moedigheid, in lamzakkigheid.
Oordeelt Om de wet van 1873-op
't Vlaamsch voor het gerecht te bekomen
waren er 43 jaar noodig. Voor de wet op
't bestuur53 jaar. Voor de gelijking'der
talen in de wetgeving -80 jaar. Én einde
lijk wij wachten reeds 92 jaar op de vcr-
vlaamsching van ons hooger onderwijs.
Wat zijn de Vlamingen toch overdreven
Eene rijke reeks plaatsen valt open twee
Ministers gaan heen de Voorzitter van de
Senaat komt te overlijden en de Voorzitter
der Kamer, M. Brunet blijft bij zijn besluit
zijn mandaat niet meer'te laten vernieuwen.
Verschillige bladen doen reeds hun best
om kandidaten vooruit te zetten. Het is
soms geheel moeilijk om de rechte man
voorde rechte plaats te vinden.
Sedert jaren was het de gewoonte dat in
sommige steden als Antwerpen, Oostetirië,
Gent, Brugge enz... de militaire muzieken
speelden in de militaire missen van 11 uren.
Sedert het kamp van Beverloo bestaat heeft
dit altijd plaats gehad. Zonder de minste
reden komt de liberale Minister M. Devèze
dit te verbieden. Nu mogen de militaire mu
zieken des Zondags de Katholieke gods
dienstoefeningen niet meer opluisteren.....
Het heeft er den schijn van dat de Minister
de scheidslijn tusschen het leger en wat als
katholieke werking in het leger nog geduld
wordt, scherper wil trekken.
Het ministerie van financiën bereidt een
wetsontwerp voor, waardoor de toelating
verleend wordt van nieuwe muntpenningen
van 50 centiemen uit te geven voor eene no
minale waarde van 15 millioen.
Gewezen Schepen der Stad Poperinghe,
Voorzitter van het Muziek van den Katholieken
Kring, van het Genootschap van den H. Vin-
centius a Paulo en van het Weldadigheids
bureel, Schatbewaarder van de Kerkfabriek
van O. L. Vrouw.
zoon van wijlen
Heer Benedictus en Vrouw Rosalie WEENS,
geboren te Poperinghe, den 30Januari 1875.
en aldaar zeer godvruchtig overleden,
den 30 September 1922.
Het verbruik der auto's is overal merkslijk
aangegroeid in de laatste jaren.
Uit eene opname, onlangs gedaan, bevjindt
men dat er op de gansche wereld op 1 Jarjuari
1922: 12 millioen 598 duizend auto's waren.
Alleen de Vereenigde Staten van Amerika
beschikken over 10 millioen 466 duizend
automobielen. Dit wil zeggen dat de auto-
mobielvoorraad der Noord-Amerikaarwche
Republiek 7. 5 maal zoo groot is als die van
aile andere landen te zamen.
Belgie dat in 1914 tienduizend automobie
len had is voor 1922 aangeteekend met 33
duizend auto's.
Uit statistieken die thans bekend gemaakt
zijn blijkt dat er 120.655 Belgen gedurende
den oorlog naar Duitschland gevoerd wer
den. Onder deze ongelukkigen bezweken er
2614 in de bittere ballingschap.
Treurige cijfers!
Tijdens den oorlogstijd werden in Enge
land 2465 huwelijken gesloten tusschen
Belgen; 1088 Belgen trouwden met Engel
sche vrouwen en 281 Belgische vrouwen met
Engelschen. Verder werden 237 huwelijken
gesloten tusschen Belgische onderdanen en
andere geallieerden.
In Engeland werden 5288 kinderen van
vluchtelingen geboren en 2523 vluchtelingen
stierven er.
De Rijksregeering heeft strenge maatrege
len genomen met betrekking tot de visa voor
Duitschland. Ieder vreemdeling die een visa
verlangt zal nauwkeurig bestemming en doel
zijner reis moeten bepalen. Wanneer kan
verondersteld worden, dat de vreemdeling
slechts naar Duitschland wenscht te reizen
om er, begunstigd door den hoogen wissel
koers van land, tegen verminderden prijs te
verblijven, zal het paspoort hem geweigerd
worden.
De consulaten in den vreemde hebben last
gekregen zeer voorzichtig te zijn met het
toestaan der visa. Guido.
gaan en iets te gebruiken, maar zij had
voortdurend geweigerd. Zij scheen in de
beschouwing der sterren verdiept; 't was
alsof de baren een geheimzinnige spraak
vóórhaar hadden, waarna zij met alle aan
dacht luisterde.
Eensklaps weergalmde een vreeselijke
kreet op het vaartuig.De villaRocca stond in
brand. Hoe de brand was ontstaan, wist
niemand. Het vuur scheen reeds langen tijd
onbemerkt gesmeuld te hebben, maar de
brand werd eerst ontdekt toen de vlammen
reeds woest om zich heen grepen.
De stoomboot had voor een aanzienlijk
handelshuis te Messina een groote lading
olie aan boord, en toen de passagiers dit
vernamen, werden zij door een geweldigen
schrik overweldigd. In den beginne hoopte
men het vuur nog meester te kunnen wor
den, doch weldra bleek die hoop ijdel te
zijn.
De door geen wolkje bedekte hemel met
de schitterende sterren, het zachte geklots
tier baren, de diepe stilte in de natuur vorm
den een scherpe tegenstelling met het woe
dende clement,dat op 't vaartuigimmer groo-
er verwoestingen aanrichte.
't Was voor ieder duidelijk dat het schip
reddeloos verloren was.
Leontine las op het g»laat van haar echt
genoot, die in hevige ontroering tot haar
snelde, dat een onzettend gevaar hen be
dreigde. Ook Hedwig ijlde tot haar.
Gij moet in de eerste plaats gered wor
den, lieve Leontine, sprak zij schijnbaar
bedaard en rustig; aan mij zou niet veel ver
loren worden, maar uw verlies zou voor uw
ouders een te zware slag zijn, en u Elfriede
zou moederloos wezen.
De kapitein liep, overal bevelen gevend
Alhoewel het onvermijdelijke sedert maan
den gevreesd was, toch vloog het nieuws
zaterdag avond, verrassend rond Mijnheer
Marcel Debaene is overleden.
Van hem mocht, naar volle waarheid, ge
zegd worden hij was van iedereen geacht
en bemind. En inderdaad, alwie hem van
verre of van nabij gekend heeft met zijn
openhartig, vriendelijk en minzaam karakter,
zijn onbaatzuchtige genegenheid, zijn inee-
gevoeiende en helpende teerhartigheid,
gesteund en gericht, door en naar zijn diep
geloovig christen leven moest hem waar-
deeren, beminnen en hoogachten.
Het was een eenvoudig man
Het was een groote ziel
Hij is zijn te kort leven doorgewandeld,
al goed doen, meestal onbekend, maar des
te verdienstelijker.
Hem óok werd de bitterheid en de ondank
baarheid der wereld niet gespaard, maar
zijn hooghartigheid deed hem geen vinger
breed van zijn gebaanden weg afwijken en
tot op zijn laatste oogenblikken bleef hi;
een voorbeeld van edel plichtbetrachting.
Zijn edel leven blijve een stralend voor
beeld en de Heer schenke hem het eeuwig
loon
Onder eenen overgrooten toeloop van
volk heeft de begraving Donderdag morgen
om 10 1/2 ure plaats gehad in O. L. V. kerk
De weemoed stond op 't aangezicht der
muziekanten te lezen toen'zij hunne treur-
marsch uitnokten 't was voor hunnen
Voorzitter, hunnen vriend... en 't kropte
hen in de keel. Voor 't eerst dat hunne
nieuwe vlag te voorschijn kwam, deed ze
dienst in een treurige plechtigheid.
De hoeken van het pelder werden gehou
den door M. René Devos namens den Kerk
raad M. Oct. Vandenberghe namens den
Katholieken Kring M. Placide Follet,
namens het St Vincentius genootschap
M. Em. Roffiaen,namens het Armbestuur
M.D. Dehouck,namens Willem-Teil;M.Ach.
Rouserez, namens den Boerenbond.
De lijkkist werd gedragen door jonge
lingen, leden der maatschappij Willem-Teil.
In de begraving bemerkten wij den Z. E.
H. Deken van Poperinghe en tal van Geeste
lijken, M. Colaert, Volksvertegenwoordiger,
MM. Brutsaert en Lebbe,provinciale raads
leden, M. Lahaye, burgemeester van Pope
ringhe, M. Vandromme, burgemeester van
Westoutre, enz. enz.
Na de Famillieleden en al de leden der
maatschappijen, stroomde de ruime kerk
proppensvol met vrienden, kennissen en
medeburgers die eene laatste hulde kwamen
brengen aan den verdienstelijken man en
stadsgenoot.
Aan de eindelooze offerande die 25 min.
duurde werden gedachtenissen uitgedeeld
met de beeltenis van den afgestorvene.
De Dienst was geëindigd en de treurige
stoet trok naar het kerkhof, onder een plas
regen.
Aan het open graf en na de laatste gebeden
werd door Heer Octaaf Vandenberghe, te
midden de treffendste stilte de volgende
lijkrede uitgesproken
Mijnheeren,
Als Voorzitter van den Katholieken Kring sta
ik hier geschaard met mijne vrienden rond deze
lijkkist, om eene laatste hulde te brengen aan een
der verdienstelijkste voormannen onzer Katho
lieke partij, die, ondanks zijne korte levensbaan,
toch oneindig recht verkregen heeft op de dank
bare erkentenis van ons allen. Zoowel docr
de aloude deftigheid zijner familie en zijnen
maatschappelijken stand als door de zachtheid
de rechtzinnigheid en de minzaamheid van zijn
karakter, zijne gemeende ware nederigheid, ver
wierf hij de volle achting, de hartelijkste genegen
heid zijner medeleden.
De betreurde afgestorvene zocht noch pracht
noch vereering; hij was nederig en eenvoudig
Hij werkte in de eenzame stilte en bleef liefst
onbemerkt.
Mijnheer Marcel Debaene was schatbewaarder
der kerkfabriek van O. L. Vrouwkerk sedert 1906
Hij miek deel van het Armbestuur sedert 1909
Hij werdt gemeenteraadslid uitgeroepen op 15
Oktober 1911. Hij bekleedde het ambt van sche
pen onzer stad van af 12 Mei 1919 tot 24 April
1921.
Hij was een onberispelijke en voortreffelijke
bestuurder, die met de algemeene zaken bekom
merd was als waren het zijne eigene belangen
geweest.
Hij blijve voor ons een voorbeeldig toonbeeld
van oprechte onbaatzuchtigheid. Zijn voorbeeld
dient nagevolgd te worden op onze dagen, waarop
de ikzucht alles overmeestert en tot eene burger
deugd wordt verheven.
Na de belangen zijner geboortestad, waaraan
Mijnheer Debaene zich gansch toewijdde, was
het voorzeker onder al de Katholieke instellingen
den Katholieken Kring en ons muziek welke hem
het duurbaarst waren.
Het was immers daar dat hij van af zijne jonge
lingjaren den strijd voor het goede aanving, dat
standvastig en onverpoosd streven dat slechts bij
den dood ophield.
Wat al diensten, wat al goeds hij aan onzen
kring bewezen heeft, ware onmogelijk op te
sommen.
Deze die de verantwoordelijkheid dragen van
het bestaan en de toekomst onzer Katholieke
partij, weten nog meer en beter; zij weten hoe hij
gedurig in het bestuurlijk leven der maatschappij
werkzaam was door bemoeiingvanallen aard, hoe
van alles wat de muziekmaatschappij betrof, niets
zijne oplettendheid ontging, hoe zorgzaam hij
waakte over al hare belangen, hoe waarachtig
goed hij was voor de muziekanten. Edelmoedig
in woord en daad, altijd gereed om te helpen en
te steunen, om zich op te offeren waar het nuttig
kon zijn, of eenvoudiglijk genoegen doen.
Het was meer dan hoogachting welke men hem
toedroeg: men beminde hem. Hij werd bemind
om den adel van zijn karakter. Een karakter als
zonnelicht zoo helder: hertelijk, mild, rechtzinnig
en in de trouw jegens zijne vrienden eerlijk en
vast als den dood.
Zoo hebben de leden onzer muziekmaatschappij
hem aan het werk gezien, ongeveer 20 jaren lang.
Zoo hebben wij hem gekend. De plechtigheid
van dit oogenblik laat niet toe dat dezen die mij
omringen luidop mijne woorden bekrachtigen,
maar in de stilte van hun hart zullen zij de woor
den herhalen welke ik hier spreek «Zoo hebben
wij hem lief gehad».
Zoo meenden wij hem nog lang te mogen lief
hebben, toen de onverbiddelijke dood hem uit ons
midden heeft weggerukt,
Het is dus slechts waarheid als ik zeg dat de
dood van Mijnheer Marcel Debaene de gevoelig
ste slag is die onze maatschappij kan treffen. Zijn
afwezen laat in onze rangen eene leemte die niet
gemakkelijk zal aangevuld worden.
Wij, wij buigen het hoofd treurig maar niet
gebroken, stil en eerbiedig vertrouwend in den
eeuwigen God.
In dit onverwrikbaar betrouwen, geleiden wij
hem ten grave, sturen wij hem onzen laatsten
dankbaren groet, bewaren wij zijne schoone blij
vende herinnering, zeggen wij hem: tot weder-
ziens. Tot wederziens hierboven, in het eeuwige
licht, in de rust en in den vrede van den Heer.
en den passagiers moed toesprekend, het
dek op en neer, en zoo ver Hedwig en Ber
tram uif zijn haastig gesproken Italiaansch
konden opmaken, verzekerde hij dat nie
mand zich behoefde angstig te maken. Het
schip was in de nabijheid der haven, en er
was op deze hoogte geen gebrek aan vaar
tuigen, die zeker te hulp zouden komen.
Intusschen werden de twee booten, die
bet schip had medegevoerd, te water ge
laten.
Bertram riep een matroos en beloofde
hem een aanzienlijke belooning, als hij zich
met de zorg voor Hedwig wilde belasten.
Ik zal mijn vrouw redden, zeide hij
tot hem; breng deze dame in de boot en
verlaat haar geen oogenblik.
Door den zwaren rook, die het brandende
schip omhulde, was het oninoglijk te zien
wat er voorviel. De vlammen kleurden het
water met een hellen gloed.
Het angstgeschrei der wanhopige passa
giers was verschrikkelijkmen verdrong
elkander, om in de booten te komen.
Leontine, zeide Bertram tot zijne gade,
wees gerust, ik zal u redden. Maar ik wil
nog even beproeven, of ik in onze kajuit kan
komen, om mijn valies, dat groote waarden
bevat te halen. Zooveel tijd hebben we
zeker nog. Blijf op deze plek staan, want
men kan in dien dichten rook nauwlijks voor
zich uitzien. Uw sluier en sjaal zullen me u
doen wedervinden. Ik kom dadelijk terug.
Geef mij een kus, Bertram, sprak
Leontine gejaagd en omhelsde hem.
Houd me nu niet op, Leontine, riep hij,
ik moet me haasten. Ge behoeft u intusschen
niet angstig te maken. Hier hebt ge voor
eerst nog niets te vreezen, en de zee is kalm.
We zullen gered worden.
Met weemoed in 'tlierte, en den lof van
den ^gestorvene uitprevelende, verliet een
ieder den dooden akker.
Hij ruste in vrede
Snel beantwoordde hij haar vurigen kus
en ijlde naar de kajuit.
Nauwlijks had Bertram zich verwijderd,
of Leontine verliet de plaats waar hij haar
verlaten had, om Hedwig op te zoeken.
Kom mede, naar Bertram! riep zij zoo
dra zij haar bespeurde, en trok haar met
zich voort. Ge behoeft u om ons niet te
bekommeren we zullen wel gered worden,
ziehier uw belooning, sprak zij vervolgens
tot den matroos, die door haar echtgenoot
verzocht was, voor Hedwig te zorgen.
De matroos, die waarschijnlijk meende dat
de dames in een andere boot zouden gaan,
was blijkbaar verheugd, van de zorg voor
Hedwig ontheven te worden. Hij nam 't geld
dat hem werd aangeboden, en haastte zich-
zelven in veiligheid te brengen.
Leontine voerde Hedwig naar de plek
waar zij zooeven gestaan had. Bertram was
nog niet terug. Op het dek heerschte eene
vreeselijke verwarring. Allen riepen en
schreeuwden door elkander, de brandende
deelen van het schip kraakten, de passagiers
liepen wild heen en weer. Iedereen dacht
alleen aan eigen behoud.
Bertram blijft lang weg; ik ga naar hem
zien, ik weet waar hij is, zei Leontine. Zie
daar, neenumijn sluieren mijn sjaal, opdat
hij de plaats kunne terugvinden, waar ik hem
wachten zou.
Snel wierp zij Hedwig den sluier toe en
hing haar de roode sjaal over den arm.
Hedwig had geen besef van hetgeen met
haar voorvielin de verwarring, die het heen
en weer loopen der passagiers, de angstkre
ten, het luid geroep der opgewonden beman
ning, het knetteren der vlammen en de dichte
rook veroorzaakten, was het mogelijk gere
geld te denken.
zal Ds Poperinghenaar U van nu tot
Nieuwjaar alle Zaterdage per post
tehuis besteld worden. Het is voldoende
ons 2 fr. 't zij in postzegels, in briefjes of
gelijk hoe op te sturen, er goed uw adres
bijvoegend.
In de laatste zitting der Scheidsrechter-
t jke Kommissies werd de schade op len Au-
gusti 1914, als volgt vastgesteld voor de
hier nav er melde geteisterden
WAESTEN.
We Floti René
Narcisse Charles
Debailleitl Vercruysse
Maertens Henri
Samin Chaiies
Singier Tarpin Charles
Del barge Jean
Coene Arthur
We Deleye
Deforge Jean
Clarisse Alexis
Dufour Louis
Casier Marie We Notredame Louis
Cneudt Messiaen We
fr
1535.
10143.
15834.
1168.
12350.
3112.
5835.
516.
1695.
1340.
565.
7473.
1111.
48364.
Er wordt de geteisterden ter kennis ge
bracht, dat een Koninklijk Besluit van
20 Juni 1922 eenen bijzonderen dienst heeft
ingericht voor het herbelegstoezicht waarvan
de bureelen gevestigd zijn op het eerste Ver
diep der Voetvolkskazern te Yper.
Al de geteisterden van het Arrondissement
Yper, welken StaatskomnVissaris het ook
zijn moge die de zaak onderzocht heeft,
moeten zich dus wenden tot den heer Her-
belegstoeziener om alle noodige bewijzen af
te leveren.
De Hoofdstaatskcmmissaris
Esquelin.
zie aankondiging 2 bladzijde.
;"3r'
Postcheckrekening Nr 87048 Telefoon Nr 77.
Vooraleer uwe aankoopen te doen van
Inlandsche, Fransche, Engelse/ié of Saar-
kolen, vraagt prijzen en voorwaarden aan
de firma
A G. DE COCK,
92-94, Ardoyesteenweg, R0USSELARE.
GROOTKLEIN.
Voordeelige Prijzen. -- Trouwe Bediening.
TTfJlT-iTgF*. glf<
In 't Riesengebergte (Duitschland)
sneeuwt het reeds overvloedig. Op zekere
plaatsen ligt er de sneeuw/een meter en
half hoog.
De Vereenigde-SIatén van Amerika
hebben de Duitsche regeering hunne reke
ning gestuurd van de bezettingskosteh der
Amerikaansche troepen in het Rijnland. De
rekening beloopt 256 miljoen dollars.
Na de aankomst van den sneltrein uit
Parijs te Sedan, vond een werkman eene
kartonnen doos, welke het lijkje van een
pasgeboren kind inhield.
De kannonier Paul Chaumont, 20 jaar,
botste op het oefeningsplein van Grenay,
(Frankrijk) op een houwitser, die ontplofte.
De ongelukkige soldaat bekwam vreeselijke
wonden over heel het lichaam en was enkele
stonden later een lijk.
Een twaalftal personen kwamen in rij
tuig terug van een bruiloftsfeest te Saint-
Martin-des-Lais (Frankrijk). Gekomen aan
een vijver, zakte een der wielen in den grond,
waardoor het voertuig omklonk en al de in
zittenden in den poel stortten.
Te Londen isuitAllahabad,inEngelsch-
Indië, het bericht toegekomen dat er eer.e
vreeselijke ramp gebeurd is in eene mijn
nabij Ooziaum. Zestien werklieden werden
onder eene instorting gedood en 48 anderen
zijn min of meer erg gekwetst.
Ik ben dadelijk terug, voegde Leontine
er bij.
Laat me met u gaan, smeekte Hedwig;
ge zult een ongeluk krijgen.
Leontine verstond de woorden niet, maar
begreep den zin er van door de beweging,
die Hedwig maakte.
Blijf en ga niet van uw plaats riep zij
haar toe en maakte een afwerend gebaar.
Aan mijn sjaal moet Bertram u herkennen.
Zij snelde heen en verdween in den dich
ten rook. Een oogenblik later viel de mast
met een vreeslijk gekraak om, en een rauwe,
martelijke kreet weergalmde door de lucht.
Juist kwam Bertram weder op het dek:
hij had de reistasch in de hand.
Kom mede! riep hij, vatte Hedwig bij
de hand en trok haar met zich voort, mee-
nende dat zij zijn gade was.
-Waar is Leontine? vroeg zij angstig
Maar door 't verschrikkelijk geraas werden
haar woorden door hem niet gehoord.
Bertram bracht haar in de boot, die reeds
vol was; zij hoopte Leontine er in te vinden.
Dadelijk klom hij weder aan boord, om te
gaan zien of Hedwig er niet meer was. De
kapitein en een paar matrozen waren de
eenige personen die zich nog op het schip
bevonden; hij ging dus met hen in de kleine
boot.
Het schip was, naar de kapitein .meende,
door allen verlaten en werd aan de vlammen
en de golven prijsgegeven.
De boot waarin Hedwig zich bevónd was
de eerste die aan iand kwam. Hedwig bleef
op den havendam staan en lette nauwkeurig
op, om Leontine niet te missen zoodra zij
zou aankomen. De andere booten waren
weldra geland, doch geen van allen bracht
Leontine mede. (Vervolgt.)