HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinen Omstreken. HET GEHEljVI HUWELIJK Gokesj» Kolen - Mbraeieten Zondag 8n October 1922. 15 Centiemen. Mijnteer maiCEL de baeie Voor frank Abonnementprijs San sen Vauneste, 15,Gasthuiss;raat. 19 Jaar. Nr 41 't Daghet in het Oosten. Politiek O ver zich t. Zou 't waar zijn. Kwijtschelding. De Vlamingen overdrijven Kandidaten Een kleingeestige maatregel. Nieuwe half frankskens. Auto's. Onze weggevoerden. De Belgen in Engeland. Het Duitsche paspoort. Oorlogsschade. BERICHT. In 't Buitenland. per Jaar In Stad fr. 6.50 In Belgie 8.00 Buitenland 13.00 UPgever drukkerij, Papierhandel, POPERINGHE Telefoon n1 9. Postcheckrekening n' 15570. ERINGHENAA I4UJS BERICHTEN, VERKOflPNICM, Eene ielassching 0.60 ctn per regel. 2 inl o.5o et" 3 inl. 0.45 ctn VONNISSEN, 1 5o fr. per regel. ROUWBERICHTEN, 5 fr. voor 10 reg. Herhaalde Annoncen prijzen op aanvraag, Alle annoncen zijn vooraf TE BETALEN en moeten voorden Vrijdag inoezonden worden. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. Ja, voor,wat de Vlaamsche zaak betreft, we gaan een nieuwen tijd tegemoet. Tot hiertoe hadden wij de Walen en bloc tegen onsdie menschen kenden onzen strijd niet, ze begrepen hem niet, of liever, ze verstonden hem verkeerd, omdat de in 't Fransch geschreven pers en de meest lawaaierige politiekers der Waalsche gou wen stelselmatig dien strijd in een valsch licht hadden gesteld, met nadruk bevesti gende dat hij de nationale eenheid in gevaar bracht, vreemde belangen diendeen inbreu ken beoogdeopde rechten der Waalsche be volking. Hier en daar gaf een Waalsch vooraan staande zich de moeite het vraagstuk van meer nabij te bestudeeren, zonder vooringe nomenheid, met het enkel oogmerk er klaar in de zien, en dan kwam hij gewoonlijk tot deze bevinding, dat de Vlaamsche strijd niet alleen rechtvaardig, maar, uit katholiek-so ciaal oogpunt, zelfs noodzakelijk was, en dat de Walen zoo oordeelde er, onder meer, de achtbare heer Brifaut over geen vier en twintig uren zouden geduld hebben wat de Vlamingen reeds negentig jaar uit staan. Waarschijnlijk hebben de doenwijze en het oordeel dier eerlijke mannen geenszins hunnen invloed gemist op de houding van zekere katholieke organen in Wallonië, want nu en dan zien wij in echt-Waalsche bladen, als Gazette du Centre, van La Lou- vière, of Le Pays Walton, van Charleroi, stemmen opgaan lieelemaal in accoord met hetgeen de strijdende Vlamingen verlangen en betrachten stemmen die dit verlangen en streven volkomen billijken, en niet aar zelen de gevaren aan te toonen die het land en inzonderheid de katholieke gezindheid loopen, worde niet spoedig, zoo spoedig mogelijk, het Vlaamsche taalvraagstuk op gelost in bevredigenden, dit is in rechtvaar digen zin. Wij begroeten dit symptoomals de klaarte van een nakenden dageraad want komt het zooverre dat ook de weldenkende Walen ons begrijpen en aan onze zijde staan, dan mogen wij Tpleit beschouwen als bepaald gewonnen. In Le Pays Walton dan, een week of wat geleden, verscheen een soort interview de zegsman was een ondervindingrijke ka tholieke Vlaming, zich veel inlatende met allerlei maatschappelijken arbeid, onbe rispelijk vaderlander, wiens rechtzinnig heid boven allen twijfel stondzoo toch stelde onze confrater van Charleroi hem ons voor. Die zegsman bewees dat de Vlaamsche kwestie er eene was op leven of dood, met het oog op de nationale en de katholieke belangen, en dat er maar ééne oplossing mocht aanbevolen het verwezenlijken van het Vlaamsche minimum-programma, 't is te zeggen,het programma der katholieke Vlaamsche Kamergroep. Want zoolang men dieoplossing verdaagt, voert men koren op den molen der frontist- extremisten, die een gevaar zijn voor 's lands eenheid en 's lands veiligheid, en, politiekerwijze gesproken, niets lievers vra gen dan dat de Vlaamsche wonde blijve bloeden en verkankere. Dan legt de zegsman er nadruk op dat de Waalsche bevolking slecht ingelicht is en schandalig om den tuin geleid wordt. Hij toont onwederlegbaar het goed recht aan der Vlaamsche bevolking, welke niet langer wil behandeld worden als stiefkind in het Belgisch gezin; dat er niet langer mag ge draald met het vervullen der plechtige belof ten welke de Vlamingen gelijkheid in rechte en in feite toezeiden en dat die gelijkheid, onder meer, het vervlaamschen vergt der Gentsche Hoogeschool. Duidelijk en helder, zonder eenige over drijving, met een logiek die vast staat gelijk een rots van graniet, bewijst hij waarom er geen andere oplossing mogelijk is dan het vervlaamschen van Gent. Een voor een be schouwt hij de opwerpingen welke daar worden tegen ingebracht van vijandige of van slecht ingelichte zijde, en weerlegt ze op een manier die stellig en vast indruk moet maken op het gemoed en den geest der opgeruide, misleide Walen. Ten slotte drukt hij het vertrouwen uit der Vlamingen in het klaar inzicht, het ge zond verstand, den rechtvaardigheidszin, het katholiek geweten van de Waalsche leden der parlementaire rechterzijde want werde het katholiek-Vlaamsch programma verworpen, dan konde men het laatste glim pje hoop prijsgeven de eensgezindheid onder de Belgische katholieken te kunnen verwe zenlijken en verstevigen. Dat is, in vogelvlucht overschouwd het geen de zegsman van Le Pays Walton uit- eendoet in zijn interview. En 't Waalsche blad vult er twee lange kolommen meê, zonder zich een tegenstrij dige opmerking te veroorloven, of een com mentaar die er op berekend is om den te weeggebrachten indrnk te verdoezelen, of zelfs maar eenigszins te verzwakken waar vlaamschvijandige bladen van Brussel reeds uit afleiden dat Le Pays Walton, zwijgende, eenvoudig toestemt. Nogeens, dit verschijnsel maakt ons ge lukkig, omdat liet een nieuwen tijd aankon digt, een nieuwe periode inluidt: de periode welke uit moet loopen op den triomf van het goede recht. G. v. A, Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 16 ROMAN Leontine vermeed het, Hedwig in het ge laat te zien. Het kan niet oprecht gemeend zijn wat zij zegt, dacht zij ik sta immers haar eigen levensgeluk in den weg. Ik wil u ook niet meer alleen laten, ging Hedwig voort de eenzaamheid is in geen geval goed voor u. Laat me bij u blij ven en iets voor u doen, iets waardoor ik een vroolijk lachje op uw gelaat kan te voor schijn roepen. Gij zijt recht lief voor mij, sprak nu Leontine even opziende, ik heb een voorge voel, dat ik spoedig gelukkig zal zijn. Hedwig vatte die woorden letterlijk op. Zoo hoor ik het gaarne, sprak zij be moedigend. De hoop op geluk maakt reeds gelukkig. Laat me nu echter bij u blijven en met u babbelen, opdat ge geen tijd hebt u, God weet welke droevige gedachten in het hoofd te halen. Vroolijk babbelde zij nu over allerlei zaken, waarbij haar groote geestesgaven en rijke verbeelding haar goed te pas kwamen, maar toch mocht het haar niet gelukken, de donkere wolk van Leontines gelaat te verdrij ven en haar Uisteloozen blik te verlevendi gen. Ten laatste meende zij dat het beter was, haar weer aan zich zelve over te laten en in stilte op een afstand over haar te waken, in plaats van haar tot een gesprek te nopen, waartoe de beklagenswaardige vrouw vol strekt niet scheen te bewegen te zijn. 't Was in 1917. In dien gruwelijken tijd vielen onze schoonste jongens als rijpe halmen onder debijtendesnedederkappende zeis. Heden mij,morgen gij,onzejongens wisten dat. En met eene buitengewone teerderheid verzorgden zij de graven der gesneuvelcje makkers omdat zij wisten dat hunne beurt ook kon komen en dat hun graf ook dezeifc e vereering zou genieten. En wat geene sol daten uit den grooten oorlog deden, dat deden onze Vlaamsche jongens. Zij legden van het weinige geld dat zij als soldij ge noten iets uit en kochten voor hunne mak kers een krüisken om op het graf. Soldaten die hun eigen grafkruis betalen Neen.'t was nog nooit gehoord geweest. Alleen Vlamin gen waren daartoe in staat. En in dat grafkruis, met soldatencenten betaald werd de spreuk gekapt die zooveel Vlaamsche soldaten stervend prevelden naast den naam van Moeder, van Vader Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus (A.V.V.-V.V.C.) Hoe schoon Hoe diep christelijk Hoe zuiver Vlaamse!)! Maar 't was ook in 1917 dat die kerkhoven onteerd werden. In het holle van den nacht heeft duivelsvolk die kruisen met ciment beplakt om er de heilige spreuk A.V.V. V.V.C. te doen verdwijnen. Dat gebeurde te Oeren en te Aiveringhem op de zerkjes van Heldenhulde. De Vlaamsche soldaten hadden nog geen hoon, nog geen spot genoeg moeten verdra gen binst hun leven, hun strijden en hun sterven, nog na hunne dood moesten die Vlamingen in hun graf onteerd worden O schande I Zou 't waar zijn dat men nU aan het be reiden is van eene nieuwe grafschennis, eene nieuwe grafonteering Zou 't waar zijn dat alle zerken op de Bel gische kerkhoven zullen verwijderd worden en plaats moeten maken voor onnoemlijk leelijke steenen blokken Zou 't waar zijn dat de Moeders op deze nieuwe heidensche kerkhoven vruchteloos zullen moeten zoeken naar het kruisje dat zich tegen de lucht opteekent en waaronder hun kind rust, hun kind gevallen onder d'armen van 't kruis Zou 't waar zijn dat dit plan tegen onze Vlaamsche dooden nog eens gesmeed is in Brusseische bureelen waar framassons en logemannen den hoogen toon geven Zou 't waar zijn dat de Vlamingen, nog eens als onnoozele sullen dit al zuilen laten gebeuren Als dit al waar is, wel dan doet Vlaan deren tegenover de gesneuvelde soldaten, zijne Vlaamsche zonen, zijnen plicht niet. Arme slachtoffers maar ook Arm Vlaanderen De Minister van Justitie heeft genade verleend aan 28 oud-strijders die door den Krijgsraad ter dood veroordeeld werden. Hunne straf werd gewijzigd in dwangarbeid voor een bepaalden tijd van 15 jaar tot min der. Voor allen zal echter onmiddelijk de voorwaardelijke invrijheid-stelling worden toegepast. De meesten hadden overigens een goed voorgaande en gedroegen zich dapper gedurende een deel van de oorlogs jaren. Door al wie voor de bevrediging van het land is zal dit bericht met voldoening wor den vernomen. Zoodra Leontine alleen was, staarde zij met onafgewenden blik op de baren, 't Kwam haar voor als trok een geheimzinnige macht ze naar omlaag, dieper, altijd dieper, tot naar den donkeren grond, die reeds voor zoo menigeen die het leven moede was tot een graf geworden is. Ik vrees dat ik waanzinnig word, mom pelde zij. Bij het verlangen naar den dood komen gedachten aan zelf vernietiging bij mij op. Hedwig had haar intusschen niet uit het oog verloren en spoedde zich nu naar Bertram. Bertram, fluisterde zij hem toe, ik bid u, ga toch naar uw vrouw. Zij ziet er vreese- lijk mistroostig en neerslachtig uit. Het be droeft en beangstigt mij, haar zoo te zien. Bertram zag naar Leontine. Och, lieve Hedwig, Zeide hij, mijn vrouw heeft altijd ingebeeld verdriet, en daarentegen is niets te doen. Ik hoop dat 't zal veranderen, als zij wat meer omgang met vreemden heeft gehad. Ik geloof dat zij door haar ouders verschrikkelijk is verwend geworden. Neen, dat houd ik er niet voor, ant- woorde Hedwig; bovendien is zij veel te goed en te edel dan dat zij door toegevend heid zou kunnen bedorven worden. Maar ik geloof dat zij een ernstig verdriet heeft, welks oorzaak wij niet kennen. Zij lijdt aan ziekelijke inbeeldingen, en dat is een lastige kwaal, sprak Bertram misnoegd. De avond wasreeds gevallen, en nog altijd zat Leonline op dezelfde plaats, het bleeke, lijdende gelaat naar de zee gekeerd. Reeds een paar maal was zij door haar echtgenoot en Hedwig verzocht om naar de kajuit te Men verwijt de Vlamingen soms dat zij overdrijven Maar deze cijfers getuigen dat het waar is, geheel en gansch waar. - De Vlamingen overdrijven in geduld, in lank moedigheid, in lamzakkigheid. Oordeelt Om de wet van 1873-op 't Vlaamsch voor het gerecht te bekomen waren er 43 jaar noodig. Voor de wet op 't bestuur53 jaar. Voor de gelijking'der talen in de wetgeving -80 jaar. Én einde lijk wij wachten reeds 92 jaar op de vcr- vlaamsching van ons hooger onderwijs. Wat zijn de Vlamingen toch overdreven Eene rijke reeks plaatsen valt open twee Ministers gaan heen de Voorzitter van de Senaat komt te overlijden en de Voorzitter der Kamer, M. Brunet blijft bij zijn besluit zijn mandaat niet meer'te laten vernieuwen. Verschillige bladen doen reeds hun best om kandidaten vooruit te zetten. Het is soms geheel moeilijk om de rechte man voorde rechte plaats te vinden. Sedert jaren was het de gewoonte dat in sommige steden als Antwerpen, Oostetirië, Gent, Brugge enz... de militaire muzieken speelden in de militaire missen van 11 uren. Sedert het kamp van Beverloo bestaat heeft dit altijd plaats gehad. Zonder de minste reden komt de liberale Minister M. Devèze dit te verbieden. Nu mogen de militaire mu zieken des Zondags de Katholieke gods dienstoefeningen niet meer opluisteren..... Het heeft er den schijn van dat de Minister de scheidslijn tusschen het leger en wat als katholieke werking in het leger nog geduld wordt, scherper wil trekken. Het ministerie van financiën bereidt een wetsontwerp voor, waardoor de toelating verleend wordt van nieuwe muntpenningen van 50 centiemen uit te geven voor eene no minale waarde van 15 millioen. Gewezen Schepen der Stad Poperinghe, Voorzitter van het Muziek van den Katholieken Kring, van het Genootschap van den H. Vin- centius a Paulo en van het Weldadigheids bureel, Schatbewaarder van de Kerkfabriek van O. L. Vrouw. zoon van wijlen Heer Benedictus en Vrouw Rosalie WEENS, geboren te Poperinghe, den 30Januari 1875. en aldaar zeer godvruchtig overleden, den 30 September 1922. Het verbruik der auto's is overal merkslijk aangegroeid in de laatste jaren. Uit eene opname, onlangs gedaan, bevjindt men dat er op de gansche wereld op 1 Jarjuari 1922: 12 millioen 598 duizend auto's waren. Alleen de Vereenigde Staten van Amerika beschikken over 10 millioen 466 duizend automobielen. Dit wil zeggen dat de auto- mobielvoorraad der Noord-Amerikaarwche Republiek 7. 5 maal zoo groot is als die van aile andere landen te zamen. Belgie dat in 1914 tienduizend automobie len had is voor 1922 aangeteekend met 33 duizend auto's. Uit statistieken die thans bekend gemaakt zijn blijkt dat er 120.655 Belgen gedurende den oorlog naar Duitschland gevoerd wer den. Onder deze ongelukkigen bezweken er 2614 in de bittere ballingschap. Treurige cijfers! Tijdens den oorlogstijd werden in Enge land 2465 huwelijken gesloten tusschen Belgen; 1088 Belgen trouwden met Engel sche vrouwen en 281 Belgische vrouwen met Engelschen. Verder werden 237 huwelijken gesloten tusschen Belgische onderdanen en andere geallieerden. In Engeland werden 5288 kinderen van vluchtelingen geboren en 2523 vluchtelingen stierven er. De Rijksregeering heeft strenge maatrege len genomen met betrekking tot de visa voor Duitschland. Ieder vreemdeling die een visa verlangt zal nauwkeurig bestemming en doel zijner reis moeten bepalen. Wanneer kan verondersteld worden, dat de vreemdeling slechts naar Duitschland wenscht te reizen om er, begunstigd door den hoogen wissel koers van land, tegen verminderden prijs te verblijven, zal het paspoort hem geweigerd worden. De consulaten in den vreemde hebben last gekregen zeer voorzichtig te zijn met het toestaan der visa. Guido. gaan en iets te gebruiken, maar zij had voortdurend geweigerd. Zij scheen in de beschouwing der sterren verdiept; 't was alsof de baren een geheimzinnige spraak vóórhaar hadden, waarna zij met alle aan dacht luisterde. Eensklaps weergalmde een vreeselijke kreet op het vaartuig.De villaRocca stond in brand. Hoe de brand was ontstaan, wist niemand. Het vuur scheen reeds langen tijd onbemerkt gesmeuld te hebben, maar de brand werd eerst ontdekt toen de vlammen reeds woest om zich heen grepen. De stoomboot had voor een aanzienlijk handelshuis te Messina een groote lading olie aan boord, en toen de passagiers dit vernamen, werden zij door een geweldigen schrik overweldigd. In den beginne hoopte men het vuur nog meester te kunnen wor den, doch weldra bleek die hoop ijdel te zijn. De door geen wolkje bedekte hemel met de schitterende sterren, het zachte geklots tier baren, de diepe stilte in de natuur vorm den een scherpe tegenstelling met het woe dende clement,dat op 't vaartuigimmer groo- er verwoestingen aanrichte. 't Was voor ieder duidelijk dat het schip reddeloos verloren was. Leontine las op het g»laat van haar echt genoot, die in hevige ontroering tot haar snelde, dat een onzettend gevaar hen be dreigde. Ook Hedwig ijlde tot haar. Gij moet in de eerste plaats gered wor den, lieve Leontine, sprak zij schijnbaar bedaard en rustig; aan mij zou niet veel ver loren worden, maar uw verlies zou voor uw ouders een te zware slag zijn, en u Elfriede zou moederloos wezen. De kapitein liep, overal bevelen gevend Alhoewel het onvermijdelijke sedert maan den gevreesd was, toch vloog het nieuws zaterdag avond, verrassend rond Mijnheer Marcel Debaene is overleden. Van hem mocht, naar volle waarheid, ge zegd worden hij was van iedereen geacht en bemind. En inderdaad, alwie hem van verre of van nabij gekend heeft met zijn openhartig, vriendelijk en minzaam karakter, zijn onbaatzuchtige genegenheid, zijn inee- gevoeiende en helpende teerhartigheid, gesteund en gericht, door en naar zijn diep geloovig christen leven moest hem waar- deeren, beminnen en hoogachten. Het was een eenvoudig man Het was een groote ziel Hij is zijn te kort leven doorgewandeld, al goed doen, meestal onbekend, maar des te verdienstelijker. Hem óok werd de bitterheid en de ondank baarheid der wereld niet gespaard, maar zijn hooghartigheid deed hem geen vinger breed van zijn gebaanden weg afwijken en tot op zijn laatste oogenblikken bleef hi; een voorbeeld van edel plichtbetrachting. Zijn edel leven blijve een stralend voor beeld en de Heer schenke hem het eeuwig loon Onder eenen overgrooten toeloop van volk heeft de begraving Donderdag morgen om 10 1/2 ure plaats gehad in O. L. V. kerk De weemoed stond op 't aangezicht der muziekanten te lezen toen'zij hunne treur- marsch uitnokten 't was voor hunnen Voorzitter, hunnen vriend... en 't kropte hen in de keel. Voor 't eerst dat hunne nieuwe vlag te voorschijn kwam, deed ze dienst in een treurige plechtigheid. De hoeken van het pelder werden gehou den door M. René Devos namens den Kerk raad M. Oct. Vandenberghe namens den Katholieken Kring M. Placide Follet, namens het St Vincentius genootschap M. Em. Roffiaen,namens het Armbestuur M.D. Dehouck,namens Willem-Teil;M.Ach. Rouserez, namens den Boerenbond. De lijkkist werd gedragen door jonge lingen, leden der maatschappij Willem-Teil. In de begraving bemerkten wij den Z. E. H. Deken van Poperinghe en tal van Geeste lijken, M. Colaert, Volksvertegenwoordiger, MM. Brutsaert en Lebbe,provinciale raads leden, M. Lahaye, burgemeester van Pope ringhe, M. Vandromme, burgemeester van Westoutre, enz. enz. Na de Famillieleden en al de leden der maatschappijen, stroomde de ruime kerk proppensvol met vrienden, kennissen en medeburgers die eene laatste hulde kwamen brengen aan den verdienstelijken man en stadsgenoot. Aan de eindelooze offerande die 25 min. duurde werden gedachtenissen uitgedeeld met de beeltenis van den afgestorvene. De Dienst was geëindigd en de treurige stoet trok naar het kerkhof, onder een plas regen. Aan het open graf en na de laatste gebeden werd door Heer Octaaf Vandenberghe, te midden de treffendste stilte de volgende lijkrede uitgesproken Mijnheeren, Als Voorzitter van den Katholieken Kring sta ik hier geschaard met mijne vrienden rond deze lijkkist, om eene laatste hulde te brengen aan een der verdienstelijkste voormannen onzer Katho lieke partij, die, ondanks zijne korte levensbaan, toch oneindig recht verkregen heeft op de dank bare erkentenis van ons allen. Zoowel docr de aloude deftigheid zijner familie en zijnen maatschappelijken stand als door de zachtheid de rechtzinnigheid en de minzaamheid van zijn karakter, zijne gemeende ware nederigheid, ver wierf hij de volle achting, de hartelijkste genegen heid zijner medeleden. De betreurde afgestorvene zocht noch pracht noch vereering; hij was nederig en eenvoudig Hij werkte in de eenzame stilte en bleef liefst onbemerkt. Mijnheer Marcel Debaene was schatbewaarder der kerkfabriek van O. L. Vrouwkerk sedert 1906 Hij miek deel van het Armbestuur sedert 1909 Hij werdt gemeenteraadslid uitgeroepen op 15 Oktober 1911. Hij bekleedde het ambt van sche pen onzer stad van af 12 Mei 1919 tot 24 April 1921. Hij was een onberispelijke en voortreffelijke bestuurder, die met de algemeene zaken bekom merd was als waren het zijne eigene belangen geweest. Hij blijve voor ons een voorbeeldig toonbeeld van oprechte onbaatzuchtigheid. Zijn voorbeeld dient nagevolgd te worden op onze dagen, waarop de ikzucht alles overmeestert en tot eene burger deugd wordt verheven. Na de belangen zijner geboortestad, waaraan Mijnheer Debaene zich gansch toewijdde, was het voorzeker onder al de Katholieke instellingen den Katholieken Kring en ons muziek welke hem het duurbaarst waren. Het was immers daar dat hij van af zijne jonge lingjaren den strijd voor het goede aanving, dat standvastig en onverpoosd streven dat slechts bij den dood ophield. Wat al diensten, wat al goeds hij aan onzen kring bewezen heeft, ware onmogelijk op te sommen. Deze die de verantwoordelijkheid dragen van het bestaan en de toekomst onzer Katholieke partij, weten nog meer en beter; zij weten hoe hij gedurig in het bestuurlijk leven der maatschappij werkzaam was door bemoeiingvanallen aard, hoe van alles wat de muziekmaatschappij betrof, niets zijne oplettendheid ontging, hoe zorgzaam hij waakte over al hare belangen, hoe waarachtig goed hij was voor de muziekanten. Edelmoedig in woord en daad, altijd gereed om te helpen en te steunen, om zich op te offeren waar het nuttig kon zijn, of eenvoudiglijk genoegen doen. Het was meer dan hoogachting welke men hem toedroeg: men beminde hem. Hij werd bemind om den adel van zijn karakter. Een karakter als zonnelicht zoo helder: hertelijk, mild, rechtzinnig en in de trouw jegens zijne vrienden eerlijk en vast als den dood. Zoo hebben de leden onzer muziekmaatschappij hem aan het werk gezien, ongeveer 20 jaren lang. Zoo hebben wij hem gekend. De plechtigheid van dit oogenblik laat niet toe dat dezen die mij omringen luidop mijne woorden bekrachtigen, maar in de stilte van hun hart zullen zij de woor den herhalen welke ik hier spreek «Zoo hebben wij hem lief gehad». Zoo meenden wij hem nog lang te mogen lief hebben, toen de onverbiddelijke dood hem uit ons midden heeft weggerukt, Het is dus slechts waarheid als ik zeg dat de dood van Mijnheer Marcel Debaene de gevoelig ste slag is die onze maatschappij kan treffen. Zijn afwezen laat in onze rangen eene leemte die niet gemakkelijk zal aangevuld worden. Wij, wij buigen het hoofd treurig maar niet gebroken, stil en eerbiedig vertrouwend in den eeuwigen God. In dit onverwrikbaar betrouwen, geleiden wij hem ten grave, sturen wij hem onzen laatsten dankbaren groet, bewaren wij zijne schoone blij vende herinnering, zeggen wij hem: tot weder- ziens. Tot wederziens hierboven, in het eeuwige licht, in de rust en in den vrede van den Heer. en den passagiers moed toesprekend, het dek op en neer, en zoo ver Hedwig en Ber tram uif zijn haastig gesproken Italiaansch konden opmaken, verzekerde hij dat nie mand zich behoefde angstig te maken. Het schip was in de nabijheid der haven, en er was op deze hoogte geen gebrek aan vaar tuigen, die zeker te hulp zouden komen. Intusschen werden de twee booten, die bet schip had medegevoerd, te water ge laten. Bertram riep een matroos en beloofde hem een aanzienlijke belooning, als hij zich met de zorg voor Hedwig wilde belasten. Ik zal mijn vrouw redden, zeide hij tot hem; breng deze dame in de boot en verlaat haar geen oogenblik. Door den zwaren rook, die het brandende schip omhulde, was het oninoglijk te zien wat er voorviel. De vlammen kleurden het water met een hellen gloed. Het angstgeschrei der wanhopige passa giers was verschrikkelijkmen verdrong elkander, om in de booten te komen. Leontine, zeide Bertram tot zijne gade, wees gerust, ik zal u redden. Maar ik wil nog even beproeven, of ik in onze kajuit kan komen, om mijn valies, dat groote waarden bevat te halen. Zooveel tijd hebben we zeker nog. Blijf op deze plek staan, want men kan in dien dichten rook nauwlijks voor zich uitzien. Uw sluier en sjaal zullen me u doen wedervinden. Ik kom dadelijk terug. Geef mij een kus, Bertram, sprak Leontine gejaagd en omhelsde hem. Houd me nu niet op, Leontine, riep hij, ik moet me haasten. Ge behoeft u intusschen niet angstig te maken. Hier hebt ge voor eerst nog niets te vreezen, en de zee is kalm. We zullen gered worden. Met weemoed in 'tlierte, en den lof van den ^gestorvene uitprevelende, verliet een ieder den dooden akker. Hij ruste in vrede Snel beantwoordde hij haar vurigen kus en ijlde naar de kajuit. Nauwlijks had Bertram zich verwijderd, of Leontine verliet de plaats waar hij haar verlaten had, om Hedwig op te zoeken. Kom mede, naar Bertram! riep zij zoo dra zij haar bespeurde, en trok haar met zich voort. Ge behoeft u om ons niet te bekommeren we zullen wel gered worden, ziehier uw belooning, sprak zij vervolgens tot den matroos, die door haar echtgenoot verzocht was, voor Hedwig te zorgen. De matroos, die waarschijnlijk meende dat de dames in een andere boot zouden gaan, was blijkbaar verheugd, van de zorg voor Hedwig ontheven te worden. Hij nam 't geld dat hem werd aangeboden, en haastte zich- zelven in veiligheid te brengen. Leontine voerde Hedwig naar de plek waar zij zooeven gestaan had. Bertram was nog niet terug. Op het dek heerschte eene vreeselijke verwarring. Allen riepen en schreeuwden door elkander, de brandende deelen van het schip kraakten, de passagiers liepen wild heen en weer. Iedereen dacht alleen aan eigen behoud. Bertram blijft lang weg; ik ga naar hem zien, ik weet waar hij is, zei Leontine. Zie daar, neenumijn sluieren mijn sjaal, opdat hij de plaats kunne terugvinden, waar ik hem wachten zou. Snel wierp zij Hedwig den sluier toe en hing haar de roode sjaal over den arm. Hedwig had geen besef van hetgeen met haar voorvielin de verwarring, die het heen en weer loopen der passagiers, de angstkre ten, het luid geroep der opgewonden beman ning, het knetteren der vlammen en de dichte rook veroorzaakten, was het mogelijk gere geld te denken. zal Ds Poperinghenaar U van nu tot Nieuwjaar alle Zaterdage per post tehuis besteld worden. Het is voldoende ons 2 fr. 't zij in postzegels, in briefjes of gelijk hoe op te sturen, er goed uw adres bijvoegend. In de laatste zitting der Scheidsrechter- t jke Kommissies werd de schade op len Au- gusti 1914, als volgt vastgesteld voor de hier nav er melde geteisterden WAESTEN. We Floti René Narcisse Charles Debailleitl Vercruysse Maertens Henri Samin Chaiies Singier Tarpin Charles Del barge Jean Coene Arthur We Deleye Deforge Jean Clarisse Alexis Dufour Louis Casier Marie We Notredame Louis Cneudt Messiaen We fr 1535. 10143. 15834. 1168. 12350. 3112. 5835. 516. 1695. 1340. 565. 7473. 1111. 48364. Er wordt de geteisterden ter kennis ge bracht, dat een Koninklijk Besluit van 20 Juni 1922 eenen bijzonderen dienst heeft ingericht voor het herbelegstoezicht waarvan de bureelen gevestigd zijn op het eerste Ver diep der Voetvolkskazern te Yper. Al de geteisterden van het Arrondissement Yper, welken StaatskomnVissaris het ook zijn moge die de zaak onderzocht heeft, moeten zich dus wenden tot den heer Her- belegstoeziener om alle noodige bewijzen af te leveren. De Hoofdstaatskcmmissaris Esquelin. zie aankondiging 2 bladzijde. ;"3r' Postcheckrekening Nr 87048 Telefoon Nr 77. Vooraleer uwe aankoopen te doen van Inlandsche, Fransche, Engelse/ié of Saar- kolen, vraagt prijzen en voorwaarden aan de firma A G. DE COCK, 92-94, Ardoyesteenweg, R0USSELARE. GROOTKLEIN. Voordeelige Prijzen. -- Trouwe Bediening. TTfJlT-iTgF*. glf< In 't Riesengebergte (Duitschland) sneeuwt het reeds overvloedig. Op zekere plaatsen ligt er de sneeuw/een meter en half hoog. De Vereenigde-SIatén van Amerika hebben de Duitsche regeering hunne reke ning gestuurd van de bezettingskosteh der Amerikaansche troepen in het Rijnland. De rekening beloopt 256 miljoen dollars. Na de aankomst van den sneltrein uit Parijs te Sedan, vond een werkman eene kartonnen doos, welke het lijkje van een pasgeboren kind inhield. De kannonier Paul Chaumont, 20 jaar, botste op het oefeningsplein van Grenay, (Frankrijk) op een houwitser, die ontplofte. De ongelukkige soldaat bekwam vreeselijke wonden over heel het lichaam en was enkele stonden later een lijk. Een twaalftal personen kwamen in rij tuig terug van een bruiloftsfeest te Saint- Martin-des-Lais (Frankrijk). Gekomen aan een vijver, zakte een der wielen in den grond, waardoor het voertuig omklonk en al de in zittenden in den poel stortten. Te Londen isuitAllahabad,inEngelsch- Indië, het bericht toegekomen dat er eer.e vreeselijke ramp gebeurd is in eene mijn nabij Ooziaum. Zestien werklieden werden onder eene instorting gedood en 48 anderen zijn min of meer erg gekwetst. Ik ben dadelijk terug, voegde Leontine er bij. Laat me met u gaan, smeekte Hedwig; ge zult een ongeluk krijgen. Leontine verstond de woorden niet, maar begreep den zin er van door de beweging, die Hedwig maakte. Blijf en ga niet van uw plaats riep zij haar toe en maakte een afwerend gebaar. Aan mijn sjaal moet Bertram u herkennen. Zij snelde heen en verdween in den dich ten rook. Een oogenblik later viel de mast met een vreeslijk gekraak om, en een rauwe, martelijke kreet weergalmde door de lucht. Juist kwam Bertram weder op het dek: hij had de reistasch in de hand. Kom mede! riep hij, vatte Hedwig bij de hand en trok haar met zich voort, mee- nende dat zij zijn gade was. -Waar is Leontine? vroeg zij angstig Maar door 't verschrikkelijk geraas werden haar woorden door hem niet gehoord. Bertram bracht haar in de boot, die reeds vol was; zij hoopte Leontine er in te vinden. Dadelijk klom hij weder aan boord, om te gaan zien of Hedwig er niet meer was. De kapitein en een paar matrozen waren de eenige personen die zich nog op het schip bevonden; hij ging dus met hen in de kleine boot. Het schip was, naar de kapitein .meende, door allen verlaten en werd aan de vlammen en de golven prijsgegeven. De boot waarin Hedwig zich bevónd was de eerste die aan iand kwam. Hedwig bleef op den havendam staan en lette nauwkeurig op, om Leontine niet te missen zoodra zij zou aankomen. De andere booten waren weldra geland, doch geen van allen bracht Leontine mede. (Vervolgt.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1922 | | pagina 1