MEUBELPAPIER HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD Nieuwsblad voor Popermghe en Omstreken. Plas lil 1111 HEL I lIJHIEil I SI. Va li de Bi! is rosier ttesia mui üiiii! Jesus RANSINTER 15 Centiemen. Wraak en Liefde Ataeasentprifs: In Stad fr. 8.50 !n Belgie £ft 8.00 Buitenland 13.00 Sausen-Vaaaesfe, BFR1CHTEB, VERK00PIBCES, Eene inlassching ROüWBEaiCHTEB, Zondag 8* April 1923. 20 Jaar. Nr 14. Van groote denkers. Wraakroepend Het Proces der militaire Diktatuur. Oorlogsschade öe Nieuwe Legerwet. Over het Zomeruur. Nadeelen van den Zomertijd. Voordeelen van den Zomertijd. Politiek O verzich t. De kolen uil het Roergebied. Belgie en de Schadevergoeding. 'nen Aprilvisch Het Socialistisch Congres, Alls Bankverrichtingen aan de beste voorwaarden Geldbelegging op zicht, op kort en lang termijn Vreemde munten aan de voordeeligste koersen. per Jaar Uitgever Drukkerij, Papierhandel, 15, Gasthuisstraat, POPER1NGHE Telefoon nr 9. Postchockrekeniag v 15570. PRIJS o.6o ctn per regel. 2 inl o.5o et" 3 inl. 0.45 ctn VttPISSEH, 1 5o fr. per regel. 5 fr. voor 10 reg Herhaalde Atmoncen prijzen op s&nvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag inoe zonden worden. Kleine berichten teüen den Vrijdag noen. nraniBHBiuB Wanneer men er in lukt den ikzucht in be dwang te houden door het godsdienstig gevoelen, dan bekomt men allerlei offers, welke door het geloof gevergd, ondersteund en beloond worden. Maar gaan gelooven dat in een land waar men erop boogt met een plechtig gebaar de sterren aan den hemel uit te dooven, men de menschen door koude beredeneering ertoe zal overhalen de zware familielasten te aanvaarden, is dat geen zelfbedrog geen hersenschim 't Lijkt niet dat met ons huidig ge>lacht, zoo weinig ingenomen met zelfverloochening en zelfopoffering dank aan onze moderne opvoeding,' de bloot zedelijke pro paganda eenigen invloed kan uitwerken op het geboortecijfer. (Le Temps) van Parijs. Vrijdenkers zijn wel vrij, maar geen denkers. Spierkracht wordt tegenwoordig meer gevierd dan geesteskracht; de mensch stamt niet af van I den aap, hij gaat er naar toe. "ST: - .vKrawaaraaw ia ■■m iHliiniMTnnijiim'Bnii ii win i MWBHWittrrwwTsasasa i Eindelijk, eindelijk, laat ons hopen, zullen wij van dien steen verlost worden die ons op het herte woog Eindelijk zullen de Belgi sche militaire schandalen van tijdens den oorlog, waaronder onze bioedeigene Vlaam- sche jongens zoo onmenschelijk leden, en sommige, eilaas, ais Vlaainsche martelaars er onder stierven gewikt en gewogen, ge brandmerkt en gewroken worden. Hoe dat zulks nu eerst gebeurt De oor logsverminkte van Nylen, die op zijn krukken tot iri de gerechtzaal te Antwerpen gesukkeld was verleden week en er, tot groote ver ontwaardiging van alle toeschouwers, buiten gesmeten werd riep het uitwij hebben moeten zwijgen tot nu maar nu, eindelijk, draagt het uur van spreken, het uur de ver gelding Hoe dit nu aan den gang geroeht? Heel eenvoudig Yzergalm De jonge Viaamsche letterkundige, Edward Hermans, van Turnhout, die tijdens den oorlog, door de Belgische sabelslepers met nog andere in de bosschen van de Orne, in Frankrijk als houtkapper levend verkocht of verhuurd werd aan de Fransche boschontginncrs, en die geweten heeft aan de lijve wat het hem en zijn maten gekost heeft daar het Bel gisch Vaderland te moeten dienen Yzergalmdus (dat is Ward Hermans' deknaam) schreef in het Antwerpsch dagblad De Schelde waarbij hij opsteller is, eene reeks artikels over de militaire Belgische schandalen van de Belgische strafkampen Auvours, Ruchard, enz. Een gewezen Belgisch officier, zekere Ulens de Schooien (van Schooten, Merxem, bij Antwerpen), een razend franskiljon en Vlaamschhater, moet ge 't vragen, die daar bevelen gevoerd had en dus mede-verant woordelijk was, vroeg Wardjen Hermans voor den rechtbank en eischte 20.(XX) fr. als schadevergoeding Er zit geen schaamte in die kerels, geen En geen vrees ook, zou men zeggen, omdat ze wel weten dat hee! de Belgische militaire boel en heel het Belgi sche franskiijonsch Centr'aal-bestuur van Brussei, al waren ze nog eens zoo plichtig, en al ware 't maar pour l'honneur du corps gelijk ze dat heeten, hen redden zal, en die sales Flamins in het ongelijk ",t.de.ce' «jet angstige geschrei vernomen J had, dan klonk het barsch Leuvensche gevangenis een vriend, een ka meraad. Toen de Oorlog voor Recht en Bescha ving recht en beschaving vernietigde, trok hij met ons, jonge, koortsige koppen en harten, meê naar een veldregiment. Luik viel, Aarschot brandde, de Duitschers ruk ten op Antwerpen. Antwerpen vielHet leger ging in aftocht. Officieren en manschappen in grooten getalle vergistten zich van weg en... belegerden Holland op een vreedzame wijze. Mijn kameraad was zijn regiment kwijt geraakt en ging op zoek met andere doo laards, dwars door de beide Vlaanderen, naar de Panne. Zijn regiment was er niet. Men wees hem de richting van Hondschoote, in Fransch Vlaanderen, waar troepen gele gerd waren. Mijn kameraad vond er nietsdan een tiental Fransche onderofficieren, die zich heldhaftig aanstelden door mijn kameraad, die Vlaming was. voor een Duitsche spion te nemen en hem al twistend bewusteloos te slaan. Mijn kameraad ontwaakte in de gevange nis en werd door den krijgsraad veroor deeld tot... driejaar opsluiiing voor... op stand tegen geallieerde oversten..., die stom dronken waren, maar dat zegde het vonnis er niet bij. Verbittering om dit schandige vonnis, pijn om de vreeselijke kwelling der gevangenis, heimweê naar vader en moeder, die hem hadden afgestaan, om, zoo dachten zij, Recht en Beschaving te dienen, folterden het hart van mijn kameraad. 's Nachts, als alles zweeg in de donkere kerkerhoien, dan lag mijn kameraad te snik ken op zijn ijzeren brits wanneer hij, moê en uitgeput, zijn roodgekreten oogen sloot, dan martelden de bange vizioenen zijn ge- pijnigden geest. In den hoek van zijn hok verscheen een oude vrouw, die weenend de armen naar hem uitstak, en, telkens als iiij opgeschrikt wakker schoot en zijn armen instinktmatig vooruitstak en zijn lippen be vend riepen «Moeder», toen grijnsde hem telkens niets anders tegen dan de wanhopige duisternis van zijn enge cel. Wanneer de ci pier op nachtelijke ronde, met zijn flauw lichtenden lantaarn, inspektie hield en van Frcsnes, wou hij niet ineer. Liever sterven pen en, waar 't noodig is, een weinig onderwijzers echter, en de regenten, die tot dan terug in die oude, grauwe cellen, de uitleggen en toelichten. j deze drie klassen behooren, worden bestemd bange vizioenen weer te beleven in den angst I We beginnen met te zeggen dat elkeen voor de hulptroepen van den gezondheids der nachten. (dieniet voor lichamelijk gebrek voorgoed j dienst. Zij zullen een instructietermijn moe- Maar het vonnis kende geen beroep, het, wordt vrijgesteld) militaire verplichtingen cynieke bevel werd naar de letter uitgevoerd, j heeft van afzijn 17cjaar, tot zijn 45 'tis te stellen j Intusschen, en als weder-antwoord, en! inoê van zwijgen en lijden, hebben de nog' levende de dooden martelaars, die ginder! te Auvours, te Ruchard enz., begraven lig-1 gen, kunnen, eilaas, niet meer dus dej Viaamsche Oud-Strijders, op hun beurt heb- groeide met netn de bittere vertwijfeling tot Tenez-vous tranquille, vtiain Boche 1 Mijn kameraad vernam alzoo, dat hij niet thuis, en dat moeder, zijn oud lief moedertje ver van hem was. Zoo gingen de dagen, de nachten. Zoo Mijn kaneraad werd opgesloten te Fresnes Hij verliet zijn cel na eeri wanhopig aantal maanden samen met zijn kameraad, die blind geworden was in de gevangenis. Men voerde hen naar het kamp van Ru chard, waar zijn kameraad stierf, zeggende; Michel, als het lot U spaart, beloof mij dan dat ge naar vader, die deurwaarder is en woont op de Liedsplaats te Schaarbeek, zult gaan zeggen, hoe ik gestorven ben Mijn kameraad zwoer het, en toen ging er een laatste schok door het uitgemergelde lichaam van den blinden stumper. Hij werd begraven buiten het kamp. Op zijn graf werd een kruisken geplant, met de woorden Mort pour la patrie Mijn kameraad werd gestraft, omdat hij het lijk van zijn kameraad naar het graf had gevolgd. Toen de oorlog voor Recht en Beschaving geëindigd was,ontvluchte mijn kameraad de boetkompanie om aan de ouders van zijn dooden vriend de treurige rnare te brengen. Mijn kameraad hield zijn belofte. De krijgsraad veroordeelde hem zonder genade tot tien jaar gevang. Mijn kameraad zit, ergens in een kerker der gevangenis van Leuven, te wachten op amnestie om naar zijn ouden vader terug te keeren. Zijn oud moederken is dood, gestor ven van verdriet. Mijn kameraad is mij lief. Hem verdedig den wij voor het Gerecht, hem en de andere kameraden, levenden en dooden. Ais het gerecht hem wrcekt.dan geschiedt er recht na acht jaar. Als het Gerecht ons vonnist, dan zal ik denken aan mijn kameraad. Yzergalm. dat hij gedurende die 28 jaar, in oorlog, kan binnengeroepen x*3K^&nez^xxx£JsagS2tfc'ti ben, Ulens de Schooten voor het krijgsge- recht gedaagd, opdat er eindelijk zal 't v/aar zijn, in Belgie loon naar werken geschiedde 1 Intusschen zet Yzergalm (Ward Her mans) in De Schelde van Antwerpen zijne reeks onthullingen voort over de schandalen van den Belgischen franskiljon- schen-miütairen boel 1 Wij nemen, hierachter, deze over die ver schenen is op Paschen-hoogdag laatst. Leest dat vaders en moeders van Vlaanderen als ge kunt, zonder den krop in de keel, en zonder uw vuisten te voelen jeuken 1 En maakt dan toch eindelijk, eens een ver standig besluitWat baten al die woorden, al die kroppen in de kele, al die vuisten Niets Niets tot gij, eindelijk, eindelijk eens er zult toe besluiten verstandige koppige, standvastige Vlamingen te zijn, altijd, en overal, en ze ongenadig, nu en later, buiten te walsen deze die dien onmenschelijken militairen Franskiijonschen boe! blijven steunen, wat ook de reden zijHet bloed onzer martelaren van Auvours, enz, eischt het 1 Gaat gij het hooren, eindelijk De dichter zong het reeds: Er is maar één Vlaanderen, en 't vergaat Leest, intusschen, volgend wraakroepend stuk, en denkt eens, vaders en moeders uit Vlaanderen, dat dit uw kind was, waarmeê zoo iets gebeurde't Was toch iemands kind j. v. w. Mijn Kameraad Daar zit ergens in een kerker van de ellendige wanhoop. Ni ettelijke maanden kwam er een bode met het nieuws, dat hij met andere gevan genen naar een strafkamp vertrekken zou. Toen rees de onafweerbare gedachte in hem, langzaam, maar hoe dichter het uur naderde, hoe overtuigender tevens. Hij wou terug naar moeder, naar moeder die eiken nacht schreiend haar handen naar hem uitstak, daar van uit dien hoek van zijn kerker, doch die telkens vluchtte als hij ook zijn armen uitstrekte en... buiten de barsche ciepierop nachtronde hoorde drentelen langs de gesloten cellen. Hij wou weg, weg van die schurken, die geen hart, en die toch ook een moeder had den. Van de oorlogsgebeurtenissen wist hi niets, daar sprak de nijdige cipier geen woord van. Toen de dag van het vertrek aanbrak en mijn kameraad gekoppeld met een ketting aan een noodlotsgezel, naar het strafkamp vertrok, was de gedachte om te vluchten tot een obsessie geworden. Samen met zijn kameraad namen zij een enkele gunstige gelegenheid waarom teont snappen, de ketting vijlden zij door met een stuk ijzer en dan gingen zij, elk zijn weg naar het onzekere. Mijn kameraad vernam weldra dat de Duitschers het land bezet hielden en dat hi, zijn moederken niet zou terug zien. Fransche gendarmen vonden hem uitgehongerd langs den weg. De krijgsraad was zonder genade en veroordeelde mijn kameraad tot twintig jaar gevang. Naar de gevangenis, naar de hel van Kapitaal 6.OÜ0.QOO FILIAAL van de VOLKSBANK van LEUVEN. Betrokken bij de Alzemeene Bankvereeniging te Antwerpen. Hoofdkantoor Kortrijk. Bijkantooren Br-ugga, Cnerne, Rixmude, lsegbem. Aleenen, Poperingtie, lioeselare, l lsirlt. Wevelgheni. Hulpkant. Aerseele, Avelghem, Desselghem, Ghistel, Ichfeghem, Langemarck, Moorslede, Oost-Roosebeke, Ruysselede, Staden, Wynghene. ALLE BANK- BEURSVERRICHTINGEN. Termijnrekeningen van 3.75 tot 5.00 Zichtrekeningen beschikbaar 3.50 SPAARKAS 4 Vrij van alle commissieloon. Vlamingstraat, 15, POPERINGHE. Telefoon 3d. Mengelwerk van «De Poperinohenaar» 6 ROMAN door VERVARCKE. Beide mannen zwegen eene poos. Cies scheen niet bijzonder haastig te zijn en smaak te vinden in hunnen wederzijdschen toestand, want hij bezag Dammaert met een gelaat, dat de hoogste tevredenheid en zelfvoldoe ning te kennen gaf. Zonder zijnen lastigen bezoeker te bezien, vroeg Emiel eindelijk Wat vraagt gij, eene geschrevene be kentenis Het ware al zoo wel mij aanstonds te gaan aanklagen. 3n 't geheel niet, mijnheerin 't geheel niet. Verre van daar. Mag ik u eens de zaak uitleggen, zooals ik ze versta Welnu, zegt maar op. Als gij mij het gevraagde schrift bezorgt, blijft het voor goed verborgen. Het zou maar tusscben ons te voorschijn komen, in geval gij den dienst, welken ik u bewijs, zou willen vergelen. Veel geld vraag ik u niet, nu en dan een kieine hulp, ziedaar wat ik begeer. Gij verstaat dus dat ik niets beter kan wen- schen, dan dat alles stil blijve en dat gij goede zaken doetwant anders zou er mij niets meer van u te krijgen zijnenhetspreekt van zelfs dat ik alles zou doen wat in mijne macht is, om zoolang mogelijk voordeel te kunnen trekken uit uwe dankbare gezindheid ten mijnen opzichte. Indien gij het waarlijk goed meent, is er dan niets aan gelegen, want het is voor ons beide te wenschen, dat alles zoo goed en zoolang mogelijk gezwegen worde. En indien ik weiger vroeg Emiel zonder op te zien. j Dan ga ik heden nog naar Gent om te zeggen dat Juan Caroli onschuldig is en den waren plichtige doen kennen. Welnu, wat wilt gij dat ik schrijve Gelief u gereed te maken oin te schrij ven en ik zal het u voorzeggen. Emiel nam pen en papieren zijn bezoeker dicteerde hem het volgende. Ik ondergeteekende, Emiel Dammaert, koopman te Hoogendijk, verklaar vrijwillig bij deze, dat in den nacht van den 15 tot 16 december 1830,kort na middernacht, ik mijn broeder Oscar in de beek heb doen vallen, hetgeen zijnen dood veroorzaakt heeft. Des anderendaags is Juan Caroli, bijgenaamd de Corsikaan, onplichtig van dien moord beschuldigd en gevankelijk naar Gent mede gevoerd. De misdaad is gezien geweest door Frans Harniest en Jan Verackers. Aldus naar waarheid opgemaakt te Hoo gendijk, 17 december 1830 E. Dammaert. Het schrijven van dit briefje ging natuur lijk gepaard met eenige aarzelingen en te- genstribbelingen van wege den moordenaar, maar onder de bedreigingen van Cies kwam het er toch. Als het handteeken van onder stond, over las deze laatste het zeer aandachtig, vouwde het papier zorgvuldig toe en stak het in een zakje, dat langs binnen in zijn ondervest gemaakt was, zeggende Daar zal geen haantje naar kraaien, mijnheer, als wij maar goed l'akkoord blijven en dat hoop ik wel, want ik zal niet lastig zijn. Opwlgar van S. VANDEN BERGHE Bertenp'aets, 8, (Kleins Markt), P p 85 R a 1% sa E, In cle laatste zitting der Scheidsrechter- lijke Kommissies werd de schade op l'n Au gust.i 1914, als volgt vastgesteld voor de hier naver melde geteisterden GHELUWE. Lernout-Soenen Cyrille 11.030 Malfait We 1.015 Vantomme-Vanhee Petrus 1.430 W" Willemyns-Bcstyn 1.525 W" Vandekerckhove-Degryse 1.710 Van Meenen-Tournicourt Th. 6.856.50 W' Deconinck-Colpaert J. 3.166.50 WAESTEN. Verslype René 953 Coppin Louis 68.512 Leire Henri 680 Geloen Michel 7.732 Bondue-Marquette 4.111 Stamper Fr. en S. 1.121 Turq Jeanne 160 Devroede Victor niet akkoord Wydau César 224 Hosdez Abel niet akkoord Bonte Jules 9.834 PLOEGSTEERT. Bataille Henri 325 Leterme Maurice 366 Busschaert CéJina 807 Leuridan Charles 6.882 Boudry Charles 1.660 YPER. Vanbleu Joseph 2.000 Wennes üustave 2.725 Parret Charles 3.150 Parret Charles 33.135 t'lanqueel Emile 17.215 Kerrinckx Alois 7.988 Bruynsteen Hólene 5.835 Callens Emile 3.687.50 BECELAERE. Demeulenaere Héliodor 8.464.87 Durnez-Gryson Henri 10 290 Verstraete Camille 2.646.50 Vermeersch Auguste 8.446.67 Minister Devéze heeft eene nieuwe leger- wet opgemaaktde Kamers hebben ze hee! druk besproken, heel weinig veranderd, en ze ons overgeleverd. Wij hebben ze dus en moeten er ons naar schikken. Dag- en weekbladen hebben reeds menig artikel gewijd aan het opsommen der gebre ken en onvolmaaktheden der wet doch wanneer men dat alles gelezen heeft, dan weet men nog lang niet alles, wat vooral de mililieplichtige jongelingen over die nieuwe wet behoeven te weten. Daarom willen wij lier, ten gerieve van al wie 't lezen wil, zoo eenvoudig mogelijk de nieuwe wet overloo- zeggen geval van worden. Volgens de nieuwe wet moet dus «alleman soldaatzijn. Alleenlijk degenen die licha melijk ongeschikt zijn, worden vrijgesteld. Er worden nochtans onbepaalde uitstellen verleend 1" Aan éénen zoon uit elke familie van ten minste 6 kinderen 't is gelijk aan den welken indien de eerste het niet verlangt, dan mag de tweede zoon het vragen, enZ. Bemerk wel, de wet zegt eene familie van 6 kinderen zelfs in eene familie van 5 meis jes en één zoon, daar mag die zoon van dit voordeei genieten. Dit uitstel wordt noch- thans niet verleend aan de families die een zekeren welstand genieten. En hier zal de Controleur der belastingen geraadpleegd worden oin vast te stellen welk inkomen de familie der aanvragers geniet. 2° Aan de militianen waarvan de vader of de moeder, of twee broeders, of twee zusters, of een broeder en eene zusier, door den vijand gedood werden, of gestorven zijn aan ziekten of wonden door 's vijands schuld opgedaan tijdens den oorlog 1914- 1918, of als oorlogsijjyalieden werden- afge dankt met minstens".'} werkonbekwaam heid. Deze schikking is slechts van toepas sing voor de lichtingen van 1923, 1924 en 1925 en er mag maar één zoon uit dezelfde familie er van genieten. Bemerk wel dat deze twee voordeelen geene vrijstellingen zijn, gelijk in vroegere wetten. Het zijn alleenlijk onbepaalde uit- uitstellen in vredestijd't is te zeggen degenen die er van genieten moeten geen soldaat worden in vredestijd, doch zij blij ven met hunne kla* ingeschreven gelijk de anderen, tot hun vijf-en-veertigste jaar, en zij worden binnengeroepen met hunne klas, juist gelijk de anderen, in geval van mobili satie. Zij zullen dus heel waarschijnlijk ook de jaariijksche monstering of revue moeten bijwonen. En nu komen we aan de tijdelijke uit stellen. Er wordt gemakkelijk uitstel verleend en dat, vijf jaar riaëen. 't Zij als steun van ouders als steun van familie als weduw naar met kinderen voor studies als onmis baar in eene landbouw- of nijverbeidsuitba ting en voor andere redenen welke de opgeroepene maar wil doen gelden. En zoolang geen 12% van hee! de lichting der Provintie uitstel vragen, worden ze allemaal toegestaan. Beloopen ze meer dan 12 dan worden de ernstigste gevallen voren genomen tot men aan 12 komt, en de andere worden geweigerd. Na die vijfjaar uitstel kan nog driemaal een jaar uitstel toegestaan worden, doch slechts voor twee gevallen1° als onmisbare steun van vader en moeder of van één van hen steun van grootouders of van ouder- looze broeders of zusters en 2° als vader weduwnaar met één of meer kinderen. Deze laatste drie jaren heeten uitzon derlijk uitstel en wie deze drie jaren uitzonderlijk uitstel bekomen heeft, moet geen soldaat meer zijn in vredestijd, doch wordt ingeschreven met zijne klas, als zou hij regelmatig gediend hebben, en zal ook met zijne klas opgeroepen worden in geval van mobilisatie, tot zijn 45° jaar. In sommige gevallen zelfs wordt men na het eerste jaar uitzonderlijk uitstel, reeds van den dienst ontslagen in vredestijd. Het uitzonderlijk uitstel kan aan geen twee leden van hetzelfde gezin tegelijker tijd toegestaan worden. Om de ontslagingen of uitstellen te bere kenen, tellen de kinderen van twee bedden, als heele broers en zusters bijvoorbeeld in een huishouden met drie kinders uit een eerste huwelijk van vader en moeder, en drie uit een tweede huwelijk, mag eene van de zes de ontslaging van dienst vragen juist gelijk in elk ander gezin met zes kin deren. De aanvragen oin ontslaging of uitstel moeten gedaan worden bij het gemeentebe stuur. (Voor de klas 1923 moet dit gebeuren in de eerste 2 weken van Aprilna 15 April is 't te laat). Terwijl we van uitstellen spreken, weze nog een woord gezegd van de uitgestelden der vroegere klassen dan 1923. Vooreerst ten uitdoen van 4 maanden in twee tijdper ken, gedurende de maanden Augustus en September 1923 en 1924. Verders komen nog eenige dienstverkor tingen ten gunste van de jongelingen die door den vijand werden gevangen genomen terwijl zij spionneerden of trachtten de grens over te steken. Dit is van minder belang voor onze streek. Blijft nog voor dezen keer een woord te zeggen over de vervroegde dienstnemingen Art. 7 der wet is heel klaar, en zegt dat elke jongeling mits hij ingeschreven zij als militieplichtige mag dienen iri het jaar waarin hij achttien of negentien jaar oud wordt. Dit is eene schoone zaak (nevens de vele flauwe kanten der wet), en ongetwijfeld zullen talrijke jongelingen hiervan gebruik maken, immers hoe eerder van den troep af, hoe liever 1 Ook de vervroegde dienst nemingen moeten voor 15 April bij het gemeentebestuur aangevraagd worden. Dit zijn de voornaamste schikkingen liever, dit zijn de schikkingen die de jonge lingen bij hoogdringendheid hoeven weten. Een naasten keer handelen wij breed voeriger over andere wetsbepalingen, keus van wapens en garnizoen, enz. Wate. of De verleden week werd met groote plech tigheid haar gebeente, rustend op een heuveltje op het Kerkhof tetLisieux naar de hoofdkerk aldaar overgebracht. Zes jaar geleden opendefmen hare kist en een rozengeur sloeg uit 't verstorven lichaam Ze was een rijkemenschens kind verliet haar weenende vader met gebroken hert, 16 jaar oud zijnde, om karmelietes te worden en was Jesus liefdebloemeken in alles. Ze verklaarde, korts voor hare dood, dat Jesus, haar toelaten zou weeld'rig zijne rozen uit te strooien en 't is zoo... Nooit vindt men haar graf veriaten duizenden komen er een zieleroosken afsmeeken. Geboren te Lisieux in 1873, gestorven in 1897 en reeds is men te Rome met hare zaligheid bezig. Een heerlijk voorbeeld in dezen verwit derden wereld. Men is aan het sukkelen om de regeling van het uur. Hierover eenige bijzonderheden. Natuurlijker wijze gesproken zou het uur overal zoo moeten geregeld zijn, dat het twaalf uur slaat, als de zon op den middag het hoogst staat. Maar dat is'onmogelijk daar het uur van streek tot streek zou ver schillen. In ons land, dat maar zoo uitge strekt is, zou de tijd van Oostende en van Luik met 10 minuten verschillen. Een tweede reden is nog dat de zon zelf een leugenaarster is.Door de schuld van de eclipsen verschilt zij geleidelijk tot 30 minu ten, wat geene enkele horloge juist kan achterdoen. Er moet dus een ander middel gevonden worden om het uur vast te stellen. Vóór 1892 bezat geheel ons land het uur van Brussel. Men heeft het Brusselsche uur laten varen om dat van Greenwich deze der bijzondere lichting 1919zij worden j (Engeland) aan te nemen. Men deed dit om allemaal vrijgesteld, uitgenomen degenen geheel Westelijk Europa hetzelfde uur te - Maar de andere, vroeg Dammaert, als gansch moedeloos, wat zal die zeggen - Om hem hoeft gij u in 't geheel niet te bekommeren,ik antwoord voor hem. Hij zal niets doen en niets zeggen, zonder dat ik het toelaat. Hij weet wat hij aan mij te danken en van mij te vreezen heeft. - Nu, dan zal het misschien nog zoo slecht niet zijn, zegde Dammaert met eenen zucht. Hij gaf dertig frank aan Cies en deze ver liet het kleine spreekplaatsje in 't huis, met de betooningen der rechtzinnigste beleefheid en des diepsten eerbieds. die hun uitstel bekwamen om reden dat zij I onmisbaar waren in eene landbouw- ot' nijverheidsuitbating. Dezen alleen, vallen] onder toepassing der nieuwe wet, en kunnen I verder uitstel bekomen volgens de schik-1 kingen dezer wet. Al de anderen zijn vrij van actieven dienst. Wat de uitgestelden der lichtingen 1920, 1921 en 1922 aangaat, dezen vallen thans 1 onder toepassing der nieuwe wet. De lagere geven. Dit was eenigszins verkeerd, want men boerde zoo 17 minuten en 26 seconden achteruit. Vóór den oorlog waren er voorstaanders, meest geneesheeren en ekonomisten, om den tijd van Midden-Europa, die èèn uur verschilt, in ons land toe te passen. Gedu rende den oorlog werd er eene overeen komst gesloten tusschen Frankrijk en Engeland om het Zomeruur aan te nemen. Als men des anderendaags het lijk van den ongelukkigen Dammaert ter aarde bestelde, merkte iedereen de deerniswekkende hou ding zijns eenigen broeders op. Hij zag er waarlijk hoop- en troosteloos uit. - Zie eens, zegden sommige moeders, die hem tot schoonzoon zouden gewild heb ben, zie eens hoe die onverwachte en schrik kelijke dood hem ter neder heeft geslagen hij gelijkt denzelfden niet meer. Dien dag dronk Cies Harniest meer dan gewoonlijk. Hij stompelde het eene drank huis uit en het andere in, tot laat in den avond, hier en daar een vijffrankstuk optafel slaande, tot groote verwondering der dorpe lingen. Waar mag hij het toch halen monpel- den deze. - Ja, ja, riep Cies, ik heb een oude tante dood te Brussel en zij heeft mij een pensioen verzekerd voor de rest van mijn leven Nu zult gij wat gaan zien van Cies! Heele dagen kermis en borrels drinken zonder ze te teilen! Hoera, hoera wat een leventje 1Baas, vult ze maar eens Leve de vreugde en weg met den dorst Sommige boeren schudden het hoofd, maar de meerderheid was van gevoelen dat Cies toch een bijzondere prettige kerel was. Omtrent middernacht waggelde hij al zin gend voorbij de woning van Dammaert. Emiel, die te bed lag maar geen oog kon sluiten, herkende zijne stem en hij rilde koortsachtig bij de gedachten, dat hij om zoo te zeggen met lijf en zie! aan dien ellending toebehoorde. VII. Eene onverwachte nachtelijke bijeenkomst. Veertien dagen zijn verloopen en wij zijn gedwongen den lezer omtrent middernacht, op het kerkhof van Hoogendijk te leiden. Gansch het dorp ligt in de diepste rust gedompeld. Uit den grijzen toren galmen traagzaam en indrukwekkend twaalf klokslagen over de slapende natuur. Nog siddert de lucht onder de laatste tril lingen van het dreunend metaal, als wij eenen man zien te voorschijn komen aan den ingang van het kerkhof. Het is Jan Verrackers. die zich op eene wijkkermis wat lang bezig gehouden heeft en nu op weg is naar huis. Om zijnen weg te verkorten, volgt hij 't pad, dat schuins over het kerkhof loopt. Dien avond had den drank een wonderlijk uitwerksel op hem gemaaktin plaats van er alles door te vergoten, denkt hij meer en meer aan hetgeen in de laatste dagen voor gevallen is en zijn herte is er als weemoedig en bewogen door geworden. Hij vertraagt zijnen stap en mompelt Ik weet niet wat er met mij scheelt, maar ik ben nog nooit zoo gesteld geweest, als ik over het kerkhof ging. Men zou zeggen dat de dooden uit hun graf gaan komen om mij mijne misdaad te verwijten. Ja, het is toch eene misdaad eenen onschuldige te laten veroordeelen. Och, die arme Juan. Was ik maar rijk en onafhankelijk Zoo ver was hij in zijne overwegingen ge komen, als hij plotselings bleef stilstaan. Zijne blikken doorboorden de halve duister nis en op eenige stappen van hem zag hij eenen man, die geknield zat op een graf. Stil en behoedzaam gaat hij een weinig nader. 't Is het graf van die vreemde vrouw, zegt hij tot zich zeiven, van de moeder van Juan. Ik kan niet missen, want de goede jongen plant er reeds langen tijd bloemen op in den zomer en onderhoudt ze zoo goed als hij kan. Maar wie mag daar nu op die plaats zitten te bidden ik wil zulks toch weten. Hij is maar een vijftal stappen meer ver wijderd van den geknielde,toen deze al met eens het hoofd oprichte en rondzag. Jan herkende hem en scheen te ver schrikken. Hij monpelde tusschen de tanden, maar eventwel luid genoeg om verstaan te worden: Mijn God Het is Juan, ofwel zijn geest - Ja, het is Juan in pesoon, sprak deze gansch rechtstaande en nader komende. Gij schijnt niet weinig te verschikken, Jan, 't is niet te verwonderen ook, wie zou niet be nauwd zijn van een moordenaar Hij sprak met zijne diepe stem, dit laatste woord zoo zonderling, akelig spottend uit, dat Jan Verrackers zijn herte voelde ineen krimpen van wroeging en naberouw. Hij scheen te willen antwoorden en deed Gedurende 7 jaren werd het toegepast. Zooals men weet verdeelt de kwestie van het Zomeruur de stedelingen en de buiten lieden. De eersten zijn er voorstaanders van omdat deze hervorming hun een voordeei bijbrengt, de tweeden zijn er tegen, omdat zij hun ongemakken veroorzaakt. Daarom gaan er telken jare stemmen op onder de landelijke bevolking, om tot het oude stelsel terug te keeren. Daartegen ziet men vereenigingen van geneesheeren, sportbeoefenaars, vakvere nigingen, toeristenbonden moties stemmen ten voordeele van het Zomeruur. Mogelijk zal men in Frankrijk, en ook we! in Belgie, met 1923 het uur van Straatsburg inbrengen. Er is een verschil van 35 minuten. Zoodat de stok in twee'n gedaan is en eigenlijk iedereen zou moeten tevreden zijn. Straatsburg ligt op den Rijn in den Elzas en is vermaard om het mooiste uurwerk van de wereld dat het bezit. Onze landelijke bevolking is grootelijks gekant tegen het Zomeruur. Hoe komt dit Wel, omdat het een kunstmatig uur is dat haar in de war brengt en hare gewoonten komt verstoren. Bij den landman is de arbeid en het leven geregeld volgens de zon. De boeren staan op wanneer het dag wordt, en leggen den ar beid neer als de avond valt. De-verandering van uur op zichzelf blijkt nog niet te vervelen voor de landbouwers, maar de treinuren, de opening en het slui ten der scholen en markten maken hun het leven ingewikkeld. Deze klachten zijn in velegevallen gegrond en daarom tracht de wetgever, bij het re gelen van het zomeruur, zooveel mogelijk rekening te houden met de plaatselijke ge woonten en de belangen der landbouwbe volking. Onder de voordeelen die pleiten voor het nieuwe stelsel, dient in de eerste plaats de lichtbesparing De toepassing van het Zomeruur beteekent eene groote verminde ring van verbruik van steenkolen, gas, electriciteit en petrolie. Dit is maar voor elk een kleintje, 't is mogelijk, maar toch het maakt eene besparing van verscheidene millioen op de uitgaven van openbare en bijzondere verlichting. In dezen tijd van levensduurte zou zulk argument wel den doorslag mogen geven. De morgenstond heeft goud in den mond Des morgens is de lucht het zuiverst en het heldere zonnelicht, vooral in de frissche buitenlucht, is heilzaam aan het lichaam van den mensch en het is het beste geneesmiddel tegen bloedarmoede en tering. De arbeider en den bediende, die geheel den dag opgesloten geweest zijn in eene fa briek of op een bureel kunnen zich nog over geven aan sport, wandeling of tuinbouw. Met den nieuwen tijd is September nog een van de beste maanden voor het reizen. Handelaars, nijveraars, arbeiders, lieden die een vrij beroep uitoefenen, toeristen heb ben belang bij het aannemen van het nieuw uur. De voorstaanders der Roerbezetting heb- verstaan dat men nu in nemen, wat het land niet l»i i Sansen-Vanneste hen steeds laten Duitschland zou gewillig geefde. Voorde kolen vooral zou dit gemakkelijk zijn... Zij voorspelden eenen koleninvoer die fabelachtig zou zijn. In werkelijkheid is dat geheel verkeerd uitgevallen. In December, dus vóór de bezetting, Aoerde het Roergebied 1.157.487 ton kolen uit. In Februari, binst de bezetting, vermin derde dit cijfer tot 115.492 ton. Juist tien maal minder. Voor wat Belgie betreft was de kolentoe- voer uit het Roergebied het volgende In December 88.731 ton In januari27.717 ton In Februari 1.139 ton. Als men weet dat de bezetting op 10 Jan. begonnen is kan men best de cijfers van Februari vergelijken met deze van December. Welnu, het is gemakkelijk vast te stellen dat Februari 80 maal minder kolen gegeven heeft dan December. De bezetting heeft inderdaad, vooral voor ons land, prachtige uitslagen opgeleverd Volgens den betalingsstaat van Londen heeft Belgie recht op 8 t. h. van de geheele schadevergoeding Dit komt op 10 milliard en half. Zijn prioriteitrecht beloopt op 2 mil liard. Daarvan werden reeds de drie vierden betaald. Maar wanneer die 2 milliard priori teit geheel zullen op betaald zijn dan zal Belgienog recht hebben op 8milliard en half. Zoodat Belgie, eens het prioriteitsrecht ge regeld is, zich nog voort met de kwestie van herstel zal moeten bezig houden. De Ministerraad had de uurverandering besproken, maar dat was maar om te lachen. De Ministers van Belgie en Frankrijk ver klaarden zich vo^r het zomeruur, maar dat was ook maar om te lachen. Ken koninklijk besluit kwam en officieel werd er medege deeld dat de 1 April zou beginnen op 31 Maart ten 11 uur. Maar 1 April blijft 1 April fen dan moet men steeds wantrouwig zijn. Zelfs Ministers kunnen liefhebbers zijn van Aprilvisch En zoo was het inderdaad Gelukkig dat iedereen nog op tijd is kunnen verwittigd zijn dat geheel dat officieel gedoente maar 'nen grooten klucht was. Met Paschen hebben de Socialisten hun 34e Congres gehouden. Het bijzonderste punt dat besproken werd was het Vrouwenkiesrecht voor de Provincie. Het vrouwenstemrecht is een echte nacht merrie voor de socialistische partij. Zij zien we! dat er geen houden meer aan is. De eerste groote stap, het stemrecht voor de gemeente is gezet. De Provincie en de Kamer zullen onvermijdelijk volgen. Er zetelen in de Kamer 20 socialistische Kamerleden die hun woord gegeven hebben dat zij het vrouwenstemrecht voor de Pro vinciale verkiezingen van 1925 zouden aan nemen. Banque pour favoriser les transactions Internationales Bank tot bevordering van Internationale handelszaken. Naaml. Venn. Maatsch. Zetel GENT. Algemeene Bestuurder voor West-Vlaanderen FORREST L. AGENTSCHAPPEN POPER1NGHE, Groote Markt, 28, tel. 89 90. VEi'RiXE, Ooststraat, 64, tel. 76. DIXMEDE, Kiekenstraat, tel. 44. MOESKROEN, Toerkoenjestraat, 109, tel. 179. Wytschaete en omliggende, Agent Bavereti Noordschoofte Ledeghem Westoutre Rousbrugge Heer F'OURNIER, Burgemeester. HeerTAHON, Gemeentesekretaris. Heer M. BAILLEUL, Heer G. DELANNOO, Heer A. DECLERCQ. Heer A. CLAEYSOONE, Gem.-ontv. BIJKANTOREN Nieuwpoort, Loo, Proven, Rousbrugge, Watou, Leysele, Couckelaere, Ichteghem, Stavele, Alveringhem, Lichtervelde, Cortemark, Merckem. reeds met de hand een teeken van tegen spraak, doch Juan ging voort Ja, ik weet wel dat gij en al de inwoners van Hoogendijk mij voor eenen moordenaar aanziet Alhoewel gansch en geheel onschul dig zou ik hier bij klaren dage niet durven verschijnen. Morgen als de zon hare eerste stralen over het aarderijk zendt, zal ik reeds verre zijn. Ik zal dit gevloekt land, waar noch orde, noch recht heerscht, misschien niet meer betreden. Zeg dan morgen maar stout aan al de Hoogendijkenaren dat gij, uan, den Corsikaan, gezien hebt, biddende öp het graf zijner moeder. Dat de moorde naar Hier onderbrak Jan den jongeling door hem bij den arm te grijpen en zegde op vas ten toon Zegt dat woord niet meer, Juan, ten minste niet in mijne tegenwoordigheid, want ik weet dat gij onplichtig zijt. - Hoe zoudt gij dat weten -Omdat ik den moordenaar gezien heb en hem ken. Weihoe gij kent den moordenaar Ja, ik heb hem met mijne eigene oogen gezien, zooals ik u hier zie, onmiddelrjk nadat hij de moord gepleegd had. - Waarom hebt gij zulks niet eerder gezegd Ja, dat zijn al zonderlinge omstandig-; heden door die getuigenis zou ik alles te vreezen gehad hebben en zij zou u zeker niet voordeelig geweest zijn. Hoe dat ik kan zulks niet verstaan. Het zou lang duren om u dat al uit te leggen en daarbij bestaan dezelfde redenen nog om mij te doen zwijgen. Indien het maar voor mij alleen was. In alle geval moet gij niet verlegen zijn f. mij alles te bekennen want, vrat gij mij ookj zeggen moget, ja, al toondet gij mij den moordenaar, toch zal ik deze streek verlaten, In dit land, waar nu geen regelmatig bestuur is, zou ik, een voortvluchtige vreemdeling, van moord beschuldigd, voorzeker mij geen recht kunnen doen wedervaren. Daarom heb ik liever te vluchten. Als het zoo is, zou ik wel alles kunnen vertellen, maar zeg mij eens hoe gij hier ge komen zijt, men heeft u toch gevankelijk naar Gent medegenomen... Ja, maar Gent staat sedert eenige da gen in oproer. De eene willen van Holland afgescheiden zijn en de andere begeeren er weder mede vereenigd te worden. Die om standigheid heeft het mogelijk gemaakt te ont vluchten... Morgen zal ik in Holland zijn, waar men mij niet zal komen halen, want met de eerste gelegenheid trek ik naar Amerika. En indien ik u den moordenaar noemde zoudt gij niet van gedacht veranderen In 't geheel niet, nu zou ik nog niets tegen hem ondernemen, doch indien ik er in kon gelukken in den vreemde fortuin te ma ken, dan voorzeker zou hij van mij hooren. Belooft gij mij zulks vasteüjk Ik zweer u bij de geheugenis mijner moeder, wier gebeente hier onder onze voe ten rust, dat ik morgen België zal verlaten hebben. Wat ik ook van u moge vernemen, ik zal nog in langen tijd niets tegen mijne vijanden verrichtten. Doch indien ik later nog de gelegenheid heb mij te wreken, zal mijne wraak schrikkelijk zijn, zonder dat ik evenwel de hulp van het gerecht zal inroepen. Als het zoo is, dan wil ik u alles vertel len. Ik hoop dat mijn gemoed er geruster zal door worden. Maar wij zouden beter doen ons wat neer te zetten. ('t Vervolgt.) 1

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1923 | | pagina 1