ET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperuighe en Omstreken.
Apotheek Frans Van de Plas
Een Meet een scttsamteioasheid.
15 Centiemen,
Wraak en Liefde
Aboniemeiitprijs:
Sansen=Vanneste,
Zondag 22ft Juli 1923.
2CK Jaar. Nr 29
Van groote Denkers.
't Leven is een lach.
Oorlogsschade
P o li tick O ver zich t.
Zwaar werk.
Provincieraad van West-Vlaanderen.
De nieuwe legerwet.
De taal bij het leger.
Op hoop en zege.
De batterij Tirpitz.
De Hoogeschoolwet
Op weg naar overeenkomst.
Voor da Oorlogsinvaiieden
Verlengde diensttijd.
Priester Fonteyne overleden.
Vlamingen te Brussel
De interest is verhoogd.
In Buitenland,
PRIJSKAMP voor PAARDEN
SS JL isf T
Alle Bankverrichtingen aan de beste voorwaarden
Geldbelegging op zicht, op kort en lang termijn
Vreemde munten aan de voordeeligste koersen.
«-r. ,"«4
.- V«Jfv"
igSggai:*
per Jaar
In Stad fr. 6.50
In Belgie 8.00
Buitenland 1.3.00
Uitgever
Drukkerij,
Papierhandel,
15, Gasthuisstraat,
POPERINGME
Telefoon nr 9.
Postoheokroïening
nr 15570.
PRIJS
BERICHTEN,
VERND0PINCEI,
Eene inlassching
o.6o ct" per regel.
2 inl. o.5o ct"
3 inl. 0.45 ctn
VONNISSEN,
1 5o fr. per regel.
ROUWBERICHTEN,
5 fr. voor 10 reg.
Herhaalde Annoncen
prijzsn op aanvraag
Alle annoncen zijn
vooraf te betalen
en moeten voor den
Vrijdag ingezonden
worden. Kleine
berichten tegen
den Vrijdag noen.
PCPERINCEENAAFI
1
Het bijzonderste doel dat wij aan ons leven
moeten voorstellen is de verbetering der ziel, 't is
te zeggen de vooruitgang van onze geestesgaven
en zedelijke bekwaamheden van iederen dag wat
meer klaarte te brengen in den geest, van ons iede
ren dag beter en meer vrij te voelen. Socrate.
Ons levensdoel is zedelijk, niet dierlijk.
jouffroy.
Zwichten wij ons van aan onzen stervensdag te
komen zonder geleefd te hebben zonder den reis-
voorraad van het komende geslacht te hebben
vergrootwat meer rede, wat meer eerbied voor
recht en waarheid, wat meer moed en zedelijke
kracht, wat meer goedheid en bermhertigheid.
Pecaut.
't Leven is een lach een glimlach, een
grimlach, een grijnslach, een sohaterlach,
een spotlach, een lach dus.
Wie 't leven vroolijk tegenlacht, wordt
door 't leven vroolijk tegengelachen ;'t water
spiegelt altijd, al is 't soms in gebroken lijn,
zijn oevers weer.
Niemand won ooit het hert van een meisje
met dit stuur te aanzien, een kind dat schreit
of kwaad geluimd is, stilt of ontwapent men
zekerst met het tegen of uit te lachen.
Het lastigste werk wordt doenlijk onder
't zingen van een lustig lied, en 't wildste
peerd laat zich temmen door een zacht
woord en een klontje suiker.
Gaat het leven u tegen, maakt er u niet
boos om gij verergert, noodeloos, uwe
kwaal.
Wij kenden een vriend die, ais hij een
zwaar verlies had geleden, zich den besten
wijn uit zijn kelder inschonk.
Die vriend was een wijze.
Hij dronk den wijn, maakte zich geen
kwaad bloed en verslechtte niets aan zijn
toestand.
Beoordeelen de menschen u, naar ge be
wust zijt, verkeerd, glimlach varen ze, in
geweldige taal, tegen u uit, glimlachmet
te zwijgen, zegt men, kan men een duivel
doen dansen met hem uit te lachen springt
hij altijd zeker uit zijn velspreken zij tegen
U niet glimlach ze des te gulhertiger, hoed
af, tegen.
Is er iemand die eene dwaasheid vertelt,
lach ge beschaamt hem. Is er iemand
die eene geestigheid verhaalt, lach ge
streelt zijn eigenliefde en wint zijne gunst.
Is er iemand die een beesligheid uit
kraamt, lach ge stopt hem den mond.
Doch.
Lach telkens met de gepaste mondplooi en
lacht ge luid, op den gepasten diapason.
Er liggen immers in het lachen zoovele
verschillige noten als op een klaviervan ut
tot si.
Gaan uwe zaken U tegen, glimlach en
drink wijn geen genever, die maakt boos.
Stuur zien op tegenspoed is stuur zien op
regenbuide bui gaat des te eerder over, als
de regenboog een glimlach van de Zon
ze tegengloort.
Is de vrouw of zijn ae dienstboden al eens
onredelijk, glimlach, en zeg niets. Ze zien
dadelijk beschaamd neer of worden dit van
zoodra uw mond zijne gewone plooi herno
men heeft.
Doen de klanten u last aan, vervelen ze
U, verlies uw zelfbeheersching niet stuur
ze liever met een vriendelijk lachje in 't riet.
De lach, als hij gepast is ontdooit het
koudste hert en stilt, net als olie uitgegoten
op woelende wateren, de meeste verbolgen
heid.
Gaat toornig op iemand af om hem zijn
ongelijk te schreeuwen,en de aangesprokene
spreekt U, ontwijkend, met een minzaam
glimlach toe Ehwel, mijn vriend, wat
begeert ge of goede man, ge zijt mis.
Ge slaat uit uw lood, ge valt als een steen,
ofge scheidt als vriend.
Lachten de menschen elkaar altijd open-
hertig, of niet-openhertig, tegen, er konden
onmogelijk zuurheden tusschen hen bestaan,
en de wereld ware geen treurtooneel meer,
zooals de dichters die noemen.
Grijnslach nooitdit is de lach van Sa
tan, de lach der Boozen. Schaterlach
bovendien vernedert en kwetst. Hoonge
lach is een onfeilbaar middel tegen Gezwets,
Bluf en grootspraak.
Als de domme kalkoenen pretentievol
goelegoelegoelen en de hoogborstige ganzen
verwaandelijk kwek wekken, dan is het ge
noegzaam er tegen te spotlachen om ze be
schaamd te doen afdrentelen.
Lachen maakt niet alleen het herte blijde,
maar nog het lichaam gezond.
't Is om die reden dat de Grooten der
aarde, in de Middeleeuwen, er naren of
bouffons op nahielden om hunne digestie of
te spijsvertering te bevorderen en hun geest
op te frisschen.
Een gepaste glimlach, zonder iets bij,
doet meer dienst dan een goudstuk met zuur
aangezicht toegereikt.
Allen, zoo grooten zooveel we zijn, stei
geren, als gestriemde peerden, onder de
zweep van 't Noodlotwisten we ons, inte
gendeel, met een verduldig lachje, tot den
Onzichbare te keeren die ons geeselt, en hem
toe te spreken Hoor, vriendje, zoo hard
niet, a. u. b. 't is al wel zoo negenmaal op
tien trok hij zijne hand na de eerste slag
terug.
Hoe stuurder we ons immers tegen het
Noodlot verzetten, hoe harder dit zich tegen
ons kant.
Bogen wij of berusten wij er, integendeel,
meteen gelaten glimlach, voor of in, negen
maal op tien liet het ons van stonden af
smet rust.
Iemand geeft U, b. v. onverwachts nen
'kaak-of vuistslag,en ge bezit U-zelf in zulke
mate dat ge hem met stillen spotlach kunt
Mengelwerk van «De Poperinqhenaar» 21
ROMAN
door C. VERVAftCKE.
Na twee, drie oogenblikken werd de deur
geopend en Pedro sprong binnen, zeggen
de
Gij moet aanstonds uwen gezel wekken,
u beiden aankleeden en mij volgen.
De twee knechten,twee forsche kerels van
omtrent 40 jaren, waren in zeer korten tijd
gereed.
Ik heb daar gerucht gehoord in huis,
sprak de vertrouweling van den Corsikaan
alsdan, en ik wil zien wat er van is. Gij moet
mtj volgen, met wapens, als gij er hebt.
Wij hebben elk een pistool, antwoord
de Jan.
Neemt het en volgt mij. Gij zijt toch
niet benauwd.
Oh, in 't geheel niet, sprak de gezel
van Jan, meenende dat de vrees van den
kamerknecht ongegrond was.
Intusschen waren de drie mannen In den
hof gekomen en bereikten welhaast de deur,
langs welke Cies binnen gegaan was. Pedro
opende ze, hetgeen eenig gerucht veroor
zaakte.
Zouden wij geen licht moeten hebben
vroeg Jan.
Voorzeker, antwoordde Pedro, ga om
den lanteeren, dien gij in den stal gelaten
hebt.
Jan voldeed aanstonds aan het bevel, ter
toespreken Nu, da's 'ne keer wel van U
die man stond ineens paf en sloeg, onthutst,
niet meer voort.
Tegenstand verwekt tegenstand simiiia,
similibus, zooals in de homeopathie zuur
heid geeft stof tot zuurheid geeuwen doet
geeuwen weenen doet weenen enen
lachen doet lachen.
Kon iemand zich een masker doen schil
deren of zich het aangezicht zoodanig doen
grimeeren dat hij er altijd welgezind, dus
glimlachend, kon uitzien, elkeen zou zeggen
wat een gelukkig man en zijn gezel
schap zoeken.
Meer nog.
Wanneer de pijn u kermen doet, roep Aiel
en tracht er mede te lachen zij verstilt.
Zelfs als de Dood de Uwen of U zelf treft,
is er middel de Treurnis van het scheiden te
temperen lacht, al door uw tranen, de
blijde Toekomst tegen, die allen welke goed
hebben geleefd, na de Dood, bij Gode wacht.
Alleen tegen of metdeOverheid lacht men
nooit haar Ernst is daar een beletsel toe.
Men ontziet de Zon, zelfs als ze eklips
maakt.
In de laatste zitting der Scheidsrechter
lijke Kommissies werd de schade op ien Au-
gusti 1914. als volgt vastgesteld voor de
hiernaver melde geteisterden
WESTOUTRE.
We Struye 19 390,32
Clémence Hof en kinders 7.849,40
Jules Hardeman 3.852,00
DRANOUTER.
Bouden Georges 30.465,00
Louis Heughebaert 33.585,66
Birlouet Oscar 5.165,42
Opïolge-r van S, VANDEN BERGHE,
Bertenplaats, 8, (Kleine Markt),
- P OPEEIftlG SI E, -
Zelden hebben Kamer en Senaat voor
zulk overladen programma gestaan, dat zij
gedurende de laatste veertien dagen harer
zitting zullen moeten afhandelen.
Het Fransche Parlement is reeds met ver
lof en de Belgische Kamers hebben, buiten
eene lange reeks wetsontwerpen van onder
geschikt beiang, nog de twee groote vraag
stukken te behandelen. Terwijl de Kamer
met de nieuwe legerwet bezig is bespreekt
de Senaat de Hoogeschoolwet.
Volgens beslissing van den Ministerraad
mogen de Kamer- en Senaatheeren niet gaan
rusten vooraleei zij deze brandende kwestiën
tot eene oplossing gebracht hebben. Het
gelijkt veel op eene straf voor den tijd dien
zij nutteloos verbeuzeld hebben.
Vrijdag morgersd heeft de raad, na drie
dagen besprekingen, de electrificatie der
provincie gestemd in de volgende voorwaar
den samengevat in de besluiten van het
verslag der 4de commissie.
Het is van noode dat de provincie West-
Vlaanderen, eveneens als al de andere pro
vinciën van het land, ten behoeve van alle
ingezetenen en gemeenten, geëllectrifieerd
wordt en dat de provincie tot het bereiken
van dit doel, door geldelijke hulpmiddelen
tusschenkoine. Ten dien einde wordt de pro
vincie verdeeld in twee gewesten: 1. het
Noorden en het Zuiden der provincie 2. de
verwoeste streken. In het tweede gewest
alleen zal de provincieten haren uitsluitelijken
laste voorzien in het aanleggen van het net
van hooge spanning.
In beide gewesten zal zij tusschenkomen
bij middel van hulpgeld in de netten van
lage spanning, ten behoeve van de gemeen
ten tot heden van de electriciteit niet voor
in.
De benoodigde gelden zullen maar ont
leend en verbruikt worden naarmate zij, ten
voorschreven einde, eene onmiddellijke be
stemming bekomen.
Het ontwerp zal zoo spoedig het kan ge
schieden uitgevoerd worden de provincie
zal tusschenkomen tot een bedrag van 1 mil-
lloen, ten behoeve van het gewest II voor
het daarstellen van netten van hooge span
ning van een anderen kant zal zij tusschen
komen tot beloop eener som van 5 millioen,
voor het aanleggen van netten van lage
spanning, ten behoeve van gemeenten, tot
op heden niet geëlectrifieerd, zonder onder
scheid van gewest, in welke zaak in haar
geheel naar de comrnissien verzonden tot
onderzoek der noodige geldmiddelen. De
bestendige afvaardiging stelt voor 10 opcen
tiemen te leggen om de kosten te dekken.
De bespreking van het militair vraagstuk
in de Kamer vormt eene groote tegenstelling
met het hoogeschooldebat. De eindeloosheid
van dit laatste doet de vlugheid van het eer-
i ste nog scherper opmerken. In vele middens,
jen vooral in Vlaamschc middens, is men
i zeer terughoudend gestemd tegenover de op-
i lossing die tnen zal brengen in de leger-
kwestie.
Tegenover de eerste oplossing, de oplos
sing Devèze was men algemeen vijandig.
Maar M. Devèze is nu meer handelbaar
en aanvaardt verbeteringen die het ontwerp
veel meer aanneembaar maken.
Het eerste stelsel behelsdeVerplichte
lichaamelijke voorbereiding. Ongeveer
algemeenen dienstplicht. Minimum 10
maanden dienst met 4 maanden bijdienst.
Talrijke heroproepingen.
Het nieuw stelsel der regeering is thans
het volgende
Geen verplichte voorbereiding. Talrijke
vrijstellingen en vermindering van het kon-
tingent van 80.000 tot 49.500 man. 12
maanden dienst en 2 maanden bijdienst
en slechts twee heroproepirigen.
Zoo is het voorstel dat hoogst waarschijn
lijk wet zal worden. De gewestelijke indee-
iing heeft ook een groote stap vooruit gedaan.
Op aandringen van de Heeren Poullet en
Marck werd aangenomen dat de soldaten
niet verder dan 50 Km. afstand van hunne
woonplaats zouden liggen. In geval deze
afstand, om bijzondere redens, moet grooter
zijn, dan moet er eene rechtstreeksche spoor
verbinding zijn tusschen de aangewezen gar
nizoensplaatsen en de woonplaats van den
soldaat.
Volgens deze bepaling zullen er wel nog
garnizoensplaatsen zijn die niet ver van de
taalgrens gelegen zijn en waar dat er nog
Walen en Vlamingen zullen vermengd wor
den. Maar in deze regimenten zal een bijzon
der artikel betreffende de taairegeling moe
ten ingevoerd worden.
Het is maar als de wet in al hare bepalin
gen zal gekend zijn dat men een juist oor
deel zal kunnen vellen in hoever zij aan de
behoeften van het land beantwoordt.
De besprekingen over de nieuwe legerwet
geeft nog eens gelegenheid tot veel woord-
kramerij.
De liberale Minister Devèze is tegen de
indeeling van het leger volgens de taal. Met
vee! beslag zegt hij Heb ik het recht niet
aan den Waalschen soldaat te vragen een
beetje Vlaamsch te verstaan om zijn oversten
te begrijpen waarvoor hij zich misschien zal
laten dooden
Voor de Vlaamsche oud-strijders klinkt
dat bijzonder komiek.
De Minister is toch zoo eenvoudig niet dat
hij niet weet dat noch met de huidige, noch
met de komende wet in ons Belgisch leger
oversten zullen zijn die geen Fransch ken
nen is het omdat er 200 officieren zijn die
geen enkel woord Vlaamsch kennen en nog
honderden die er nooit geen spreken en die
onze Vlaamsche jongens in het vuur gezon
den hebben zonder dat deze hunne officieren
verstonden d3t hij zoo spreekt O die
woordenkramer
Zooals vorige jaren werd de 11 Juli
gansch Vlaanderen door herdacht.
Geheel die viering steunde op hoop en
zege.
In het heden ligt geene zege voor Vlaan
deren.
De hcogeschool die men ons geven wil is
caricatuur die wij alleen aanveerden omdat
zij niet leefbaar is. De kazernen hebben nog
hun ouden geest, die tegen Vlannderen is,
behouden. De kerkers staan nog, als een
zwarte schaduw, over ons iand omdat hier
nog geen rechtvaardigheidszin heerscht.
Moesten wij alleen zien naar wat officieel
tegen Vlaanderen gebeuit, men zou met
reden wanhopen over Vlaanderen.
Maar de democratische strooming trekt
steeds hare bedding dieper en dieper door
Vlaanderen. De Vlaamsch democratische
strijd kan in een Parlement niet stilgelegd
worden.
Met of zonder liet Parlement gaat Vlaan
deren den weg op der gelijkheid en der
rechtveerdigheid. Nog veel moeilijkheden
staan te wachten. Maar Vlaanderen steunt
op zijn volk, op zijn eigen krachten. Vlaan
deren moet zegepralen.
Voor enkele dagen bemerkte men te
Oostende dat op een der kanonnen van de
batterij Tirpitz nog een obus zat welke de
Duitschers niet hadden afgeschoten en welke
nog ongelukken had kunnen veroorzaken.
Nu is alle gevaar geweken. De obus is
weggenomen en men heeft hem te Houthulst
doen vernietigen.
Men begrijpt echter niet hoe die obus er
sedert 4 jaar onbemerkt is gebleven, terwijl
de batterij zooveel duizend bezoekers ont
vangen heeft.
wijl de twee andere bij de deur bleven
staan.
Als zij eenige oogenblikken nadien, jan
met het licht zagen terugkeeren,draaiden zij
als onwillekeurig de blikken naar dien kant.
Doch eensklaps slaakten zij een gesmoor-
den kreet, zij kregen elk eenen harden stoot
in de lenden, en een man sprong tusschen
hen naar buiten.
Pedro's verbazing duurde niet meer dan
een oogenblik.
Loop naar de poort, fluisterde hij leven
dig, langs daar alleen kan de dief weg.
De beide knechten vlogen naar de poort,
en, daar zij best den weg kenden, kwamen
zij er eerst. Als zij deze goed gesloten had
den hoorden zij den indringeling afkomen,
kort op de hielen gevolgd door Pedro.
De dief was echter eensklaps verdwenen.
Terwijl Cies ophef punt was den Corsi-
kaans schatten te bemachtigen, had hij het
gerucht der opengaande deur vernomen, en
zijn dievenlanteerntje uitgedoofd.
In den gang gegaan zijnde, om te zien of
er verraad was, had hij, bij het naderen van
Jan met het licht, de twee mannen zien
staan aan de deur, en was hun ontspron
gen.
Nu zag hij met onbeschrijfelijk angst dat
hij te laat aan de poort kwam, en verborg
zich in een massief van spaansch groen,
hopende later eenen uitweg te vinden.
Intusschen hoorde hij eenen der knechten
zeggen
Hij kan nergens weg geraken, of hij
zou over den muur moeten klauteren en deze
is te hoog. Wij zullen de poort goed verze
keren en dan nog lichten aansteken, om hem
te zoeken. Hij zal ons niet ontkomen.
Cies had de ijzeren poort bij dage gezien,
en bemerkte dat het onmogelijk was langs
daar den terugtocht te beproeven.
Hij besloot dus te gaan onderzoeken
indien de hofmuur inderdaad zoo hoog was.
Voor zooveel de duisternis hem zulks
toeliet, bemerkte hij welhaast dat hij er in
derdaad niet kon over geraken.
Koortsachtig zocht hij nochtans voort, op
een gelukkig toeval hopende.
Hij bevond zich reeds tamelijk verre van
het hoofdgebouw, bijna aan den tegenover-
gestelderi kant van den hof.
In de verte hoorde hij de knechten en nu
en dan zag hij tusschen het geboomte drie
lichten, die langs verschillende kanten na
derden. Zijn toestand werd netelig.
Reeds begon hij na te denken, indien hij
niet wel zou gedaan hebben zich ergens te
verschuilen tot de eerste dagklaarte.
Dan daagde er, naar zijne meening, eene
onverwachte redding op.
Hij vond tamelijk dicht bij den muur
eenen hoogen boom met lange takken.
Er op klimmen was het werk van eenige
oogenblikken.
Op eene zekere hoogte boven den muur
gekomen, kroop hij bijna tot op het uiteinde
van eenen tak. Deze plooide onder zijn ge
wicht en Cies voelde zich welhaast te recht
komen op ijzeren punten, waarmede de om
heining van den hof bezet was.
Daar kon hij alleszins niet lang in dien
toestand blijven.
Hij hoorde zijne vervolgers naderen.
Welhaast gingen zij den voet van den
boom bereiken. Zich met de rechte hand
aan eenen der punten vastklampende liet hij
den tak los, die schuifelend zijnen vorigen
toestand hernam.
Door eene geweldige krachtinspanning
Reeds herhaaldelijk hebben wij erop
gewezen dat in zake Hoogeschool de eenige
oplossing die rechtveerdig en redelijk is
Gent Vlaamsch en Luik Fransch is,
Het wetsontwerp dat thans in den Senaat
besproken wordt brengt de Gelijkheid niet,
ons door den Koning beloofd en zal zijne
stemming juist aan zijne onredelijkheid te
danken hebben. De Walen zullen moeten
ten minsto 1/3 Vlaamsche lessen en examen
volgen en nooit zullen zij dat verstaan. Zij
ten minste zijn niet gewoon zich te laten
foppen.
Hier volgen de voornaamste bepalingen
van het nieuw ontwerp
1. De bestuurtaaPvsn-de-Gentsehe Hoo
geschool is de Vlaamsche taal.
2. Om geneesheer, apotheker, advokaat.
notaris, doctor in de letteren of doctor in de
wetenschappen te worden, moet de student
die de fransche afdeeling wenscht te volgen,
minstens 1/3 der lessen in het Vlaamsch
volgen en op dat gedeelte der leergangen
zijn examen in het Vlaamsch afleggen.Daar
bij kan de toekomstige geneesheer, te Gent,
alleen Vlaamsch klinisch onderwijs genieten.
3. De student die Vlaamsch hooger
onderwijs verkiest kan hetzelfde ais hierbo
ven worden, zonder fransche leergangen te
volgen. Maar hij moet op 1/3 der lessen
zijn examen in het fransch afleggen.
4. De scholen voor Burgerlijke Bouw
kunde, Kunsten en Manufacturen zijn ver
dubbeld. Men kan ze geheel in 't Vlaamsch
of in 't Fransch vólgen.
5. De leergangen voor den graad van
burgerlijk mijningenieur worden te Gent
alleen in het Vlaamsch gegeven.
6. Voor al de vakken die wij tot nog toe
niet vermeld hebben bestaat te Gent alleen
een Vlaamsch hooger onderwijs.
7. Als wetenschappelijk centrum is de
Vlaamsche Hoogeschool volledig. Alle vak
ken worden in het Vlaamsch onderwezen.
8. Het nieuw voorstel schaft elk over
gangstijdperk af. De Vlaamsche leergangen
beginnen voor het eerste studiejaar vanaf
1923-1924.
De langverwachte verklaring van Enge
land heeft eene ontspanning gebracht in de
buitenlandsche betrekkingen.
M.Baldwin heeftin zijne rede de grootste
gematigdheid en voorzichtigheid aan den
dag gelegd.
Uit die rede blijkt eene ongemeene hoffe
lijkheid van Engeland tegenover Frankrijk
en een uitdrukkelijk verlangen met Frankrijk
te blijven samenwerken en de eischen van
Frankrijk en Belgie te bevorderen.
De Engelsche politiek blijft nochtans zoo
danig gehandhaafd dat eene beslissing niet
kan worden uitgesteld.
Frankrijk heeft nu te kiezen tusschen een
antwoord aan Berlijn met Engeland of een
afzonderlijk optreden, wat dan ook het ver
breken der Entente voor gevolg zou hebben.
Engeland heeft dus behendig de rollen om
gekeerd. In plaats van zelf te moeten de
eindbeslissing nemen, hebben zij die eer
en de verantwoordelijkheid die eraan va3t
is, op de Fransche schouders gelegd.
Naar men zegt, zal M. Poincaré eerst de
Belgische Regeering raadplegen, Laat ons
hopen dat de Belgische Ministers dezelfde
voorzichtigheid zullen aan den dag leggen
als deze die zij in den laatsten tijd, voor
wat betreft de verhoudingen tusschen Parijs
en Londen, getoond hebben.
Mochten de Groote Mannen de Vrede
in Europa terug brengen. Dan zouden de
volkeren met vernieuwden moed aan den
arbeid gaan om den economischen toestand
te redden.
Eene bijzondere vergoeding van 50 fr. per
maand zal toegekend worden aan de oor
logsinvaiieden voor den tijd welke zij in
veriof zonder soldij of zonder vergoeding
hebben doorgebracht.
Dertien duizend invalieden zullen daar
van genieten. De uitgaven zullen 15 millioen
bedragen.
Om aan de infanterie-eenheden, welke
van Oogst tot December in de Roer moeten
verblijven, de noodige getalsterkte te geven,
zullen al de militjens, toebehoorende tot de
halve lichtingen van 1921 en 1922 en die in
de maand December 1922 ingelijfd werden
en deel uitmaken van de infanterie-eenheden
der 6e Inf. Divisie ongeveer 2 maand nog
onder de wapens gehouden worden.
Ds zaak Coppée.
De Kamer van inbeschuldigingstelling te
Brussel heeft uitspraak gedaan. Baron
Evence Coppée, Vader, wordt voor het
Assisenhof van Brabant verzonden, onder
de beschuldiging van levering aan den
vijand.
Voor Baron Coppée, zoon, integendeel
werd uitgesproken dat er geen reden bestond
tot vervolging.
wrong hij zijn lichaam over den muur, zoo
danig dat hij nu langs de buitenzijde hing.
Door het geroep van eenen der knechten
vernam hij, dat zij het gerucht vernomen
hadden en wisten waar hij was.
Zonder zich verder te beraden liet hij de
punten los, en viel naar beneden, verhopen-
de ergens In een geploegd veld of eenen tuin
neder te dalenmaar wat was hij teleur
gesteld I
Aan den voet van den muur lag een breede
diepe wal met modderachtigen grond.
Eenige vooruitspringende steenen, waar
Cies met de voeten aan haperde, deden zijn
lichaam in den val omkeeren, zoodat hij met
het hoofd het eerst in het water viel.
Om hulp roepen was hem onmogelijk en
zou ook nutteloos geweest zijn
Ver in het ronde was geen levend wezen
in de velden, en zijne vervolgers gingen
zich voorzeker wel wachten, den weg te
volgen, dien hij ingeslagen had.
Ik heb daar gerucht gehoord op den
boom, kwam een der knechten aan Pedro
zeggen.
Als hij daarop geklommen is dan zal
hij ons niet meer ontsnappen, antwoordde
deze. Laat ons den boom onderzoeken.
Terwijl de drie mannen eenige oogenblik
ken nadenkend stonden rond te zien,hoorden
zij in de stilte van den nacht duidelijk eenig
gerucht in het water van den buiten wal.
Hij zal van den boom op den rnuur en
van daar in het water gesprongen zijn, zeg
de dezelfde knecht, die eerst aan Pedro
gesproken had. Als ik haastig naar u kwam,
om u te zeggen dat ik gerucht op den boom
hoorde, docht het mij reeds dat een lichaam
in 't water viel, maar ik kon het niet geloo-
ven, maar nu kan ik niet meer twijfelen.
Priester Fonteyne, oud-volksvertegeri-
woordiger der Daensisten voor Brugge, is
te Algiers overleden.
Priester Fonteyne laat een droevig aan
denken achter.
Hij werd gekozen te Brugge als Daensist
maar met de hulp der Liberalen. Hij was in
opstand gekomen tegen zijne geestelijke
overheden en speelde een weinig schitteren
de rol in het Parlement. Toen" hij na een
korten tijd niet meer verkozen werd, trok hij
naar Algiers om er een handel in wijn te
drijven.
Brussel telt 12.704 inwoners die alleen
Vlaamsch kennen. Daarbij komen 68.871
Brusselaars die Vlaamsch en Fransch spre
ken.
Nu kan men zich afvragen hoeveel Vlaam
sche scholen, openbare of bijzondere er in
de stad Brussel ten dienste dezer 81.575
Vlamingen, de groote helft harer bevolking,
ingericht zijn. Het antwoord is GEENE
ENKELE.
Tot hiertoe was de interest van het geld
dat op de Spaarkas gezet was 3 t. h. en bo
ven de 5000 fr. was het 2 t. h.
Met 1 Juli laatst is die interest verhoogd.
Voortaan zal hij 3,60 t. h. zijn tot de som
van 10 duizend fr. en 2,40 t. h. daarboven.
Er worden ook verzachtingen toegepast
bij het bepalen van de belastingen op het
inkomen op deze interesten. Blijft de inte
rest onder 50 .frank per jaar, er wordt geene
belasting afgehouden. Is de interest grooter
dan is er eene afhouding van 2 t. h. terwijl
zij 15 t. h. bedraagt voor de stortingen die
gedaan zijn elders dan in de spaarkas onder
waarborg van den Staat. Guido.
Nauwelijks is de warmte in het land geko
men, en reeds heeft een groot getal van
vrouwen en meisjes er een voorwendsel in
gevonden om zich op de meest schaamte-
looze en ergerlijke wijze te kleeden.'t Is alsof
onze straten publieketoiletkamers geworden
waren, Vele vrouwen en meisjes schijnen
niet het minste besef van eerzaamheid
en deftigheid te hebben. De meesten onder
hen zijn wel van die beroepsvlinders, die nu
de warmte voorwenden om aan hunne eer
loosheid vrijen teugel te laten. Te velen
echter apen dit soort na in eene onberede
neerde dwaasheid. Voor eerzame deftige
vrouwen en meisjes mag echter de warmte
geen voorwendsel zijn om zich in een onbe
tamelijke en ophitsende kleeding te betoo-
nen. Daarmee ondermijnen ze den eerbied
en de hoogschatting voor zich-zelven daar
mee hitsen ze de zinnelijke drift nog meer
op,en tenslotte zullen de vrouwen en meisjes
er de eerste en ergste slachtoffers van zijn.
Men moge toch, omwille van eer en deugd
en reinheid een weinig den last der hitte
verdragen. Men denke maar even op onze
werkmenschen, op de fabriekmeisjes en
arbeidsters, die nu bij den last der hitte nog
den last van den arbeid te dragen hebben,
en die Goddank in meerderheid nog eer
zaam en deftig gekleed zijn, zelfs bij hun
werk. Wat komen ze kleinmoedig en laf
voor, dezen die niefs te doen hebben dan te
wandelen of stil aan hun bureel te zitten en
die nu de eersten zijn om de hitte als voor
wendsel hunner schaamteloosheid te nemen.
Datde goeden en de deugdzamen ten minste
zich niet laten meeslepen door dien vloed.
Te Honcek in Frankrijk had eene
vreesclijke trambotsing plaats waarbij vier
personen gedood en veertuig andere ge
kwetst.
Zondag morgen, ten gevolge van den
mist zijn in de Noordzee, drie stoomboo-
ten opeen gebotst. De reizigers konden op
de sleepbooten gered worden maar de drie
stoombooten zijn gezonken.
In de Spaansche koolmijn van Balbasa
heeft er eene geweldige grauwvuuront
ploffing plaats gehad. Van de vijftien arbei
ders, die in de gaanderij werkzaam waren,
werden er 13 gedood.
De genaamde Julia Thomas, 14 jaar,
wonend te Bruay, werd te Valencijn Noord-
Frankrijk door een auto verrast en onder
de wielen vermorzeld. Het slachtoffer bleef
op den slag dood.
In Paraguay zijn Kolonel Prisuella en
majoor Oliver, aan het hoofd van 900 op
standelingen en voorzien van 2 kanons en
verscheidene mitraljeuzen, opnieuw tegen
de hoofdstad opgerukt. Na een gevecht
dat 30 uren duurde werd de aanval afge
slagen.Er zijn 70 dooden en een honderdtal
gekwetsten.
Een groote munitie-opslagplaats is
Maandag te Kragljevatz, op 80 kilometers
van Belgrado, Yougo-Slavië, in de lucht ge
vlogen. Nadere bijzonderheden ontbreken.
Er zijn veel dooden en gekwetsten.
Paul Deigneua, 38 jaar, spoorwegar
beider, wonende te Foucherolles(Frankrijk),
werd door den sneltrein Cherbourg-Parijs,
nabij Conflans, verrast en dood gereden.
Het lijk dat ijselijk verminkt werd, is naar
't doodenhuis van Conflans overgebracht.
Te Landrecies, Noord-Frankrijk, heeft
mad. Julien, 80 jaar oud, weduwe van een
scheepskapitein, door verhanging een einde
aanhaar leven gesteld, na haar fortuintje,
bestaande uit een pakje van vijf en dertig
bankbiljetten van 1000 frank, verbrand te
hebben.
In den koolput Simon Stering-Wendel,
omgeving van Metz, werd een ophaalbak
waarin zich drie mijnwerkers bevonden,
tengevolge van eene verkeerde beweging in
een moeras geslingerd welk op den bodem
van den put ligt. Twee der drie mijnwerkers
verdronken jamerlijk.
Op de kusten der Zuid-Amerikaansche
republiek Uruguay hebben vreeselijke stor
men gewoed. De woedende zee heeft de
kusten overrompeld en al de strandgebou-
wen weggevaagd. Nooit beleefde men in de
streek geweldiger tempeest. Verscheidene
schepen zijn gestrand, onder meer het Bel
gisch schip Devoirier de Hollandsche
paketboot Montferland en de Duitsche
steamerRuggia
Stad Poperinghe.
Dinsdag 17 Juli 1923
UITSLAGEN
I. Ruinpaarden van 3 jaar en daarboven
le Prijs Ruyssen René, Poperinghe,
50 fr. met verguld eeremetaal.
2e Persoone Jules, Poperinghe,
40 fr. met zilver eeremetaal.
3e Vandenbussche J. Rousbrugge,
30 fr. met bronzen eeremetaal.
4e Ruyssen René, Poperinghe, 20 fr.
5e Deprez Edmond, Oostvleteren, 10 fr.
6e Delva Jules, Vlamertinghe, 10 fr.
II. Ruinpaarden, gezegd 13 maanders
le Prijs We Leicher, Poperinghe,
50 fr. met verguld eeremetaal.
2e Dambre Jerome, Watou,
40 fr. met zilveren eeremetaal.
3e Phlyppo Theoph., Poperinghe,
30 fr. met bronzen eeremetaal.
4e K. Monkarey, Vlamertinghe. 20 fr.
5e Phlyppo Theoph., Poperinghe, lOfr.
6e VanderhaegheCam., Westroosebeke
10 fr.
III. Ruinpaarden, gezegd 18 maanders
le Prijs We. Verdonck Aug., Reninghelst,
50 fr. met verguld eeremetaal.
2e lgodt Jozef, Poperinghe.
40 fr. met verzilverd eeremetaal.
3e We Loncke, Poperinghe,
30 fr. met bronzen eeremetaal.
4e Devos Henri, Reninghelst, 20 fr.
5e Lemahieu Honoré, Poperinghe, 10 fr.
6e Top Marcel. Proven, 10 fr.
7e Lemahieu Honoré, Poperinghe, 10 fr.
8e Derycke Alidoor, Poperinghe, 10 fr.
IV. Merriepaarden van 3 jaar en daar
boven
le Prijs Pil Jeroom, Stavele,
50 fr. met verguld eeremetaal.
2e Vandeputte Th. Stavele,
40 fr. met verzilverd eeremetaal.
3e Vandromme Gaston, Watou,
30 fr. met bronzen eeremetaal.
4e Dochy Jeroom, Elverdinghe, 20 fr.
5e Dujardin Hector, Pollinchove, 10 fr.
V. Merriepaarden, gezegd 13 maanders
le Prijs Coene Marcel, Dickebusch,
50 fr. met verguld eeremetaal.
2e Coene Marcel, id.
40 fr. met verzilverd eeremetaal.
3e Vancayzeele Hilaire, Reninghelst,
30 fr. met bronzen eeremetaal.
VI. Merriepaarden, gezegd 18 maan Iers
le Prijs Dujardin Hector, Pollinchove,
50 fr. met verguld eeremetaal.
2e Coene Marcel, Dickebusch,
40 fr. met verzilverd eeremetaal.
3e Lermyte Amand, Poperinghe,
30 fr. met bronzen eeremetaal.
4e Claeys Camiel, Pollinchove, 20 fr.
5e Coene Marcel, Dickebusch, 10 fr.
VII. Hengsteveulens
le Prijs Vandromme Gaston, Watou,
30 fr. met verguld eeremetaal.
2e Pil Jeroom, Stavele, 20 fr.
3e Lenoir Cyriel, Langemarck, 10 fr.
4e Lenoir Cyriel, Langemarck, 10 fr.
VIII. Merrieveulens
le Prijs We Germain Vancayzeele, Pop.
30 fr. met verguld eeremetaal.
2e Pieters Arthur, Poperinghe, 20 fr.
BEURSKRONIJK
medegedeeld door de Bank TRANS1NTER
Financieels Inlichtingen.
Af te knippen Koepons.
Fours a Coke Lecocq cap. 1/200 fr. 153.
2001/3000 79.69
Lulonga-lkelemba 36,00
Union Minière H. K. priv. 30.
ca pi. 32 20
divid. 32.20
Galeries Beiges
Papeteries Anversoises
Eaux Banlieu Paris
priv. 5.
priv. 51.
capl. 15.30
divid. 31.16
capl. fr. fr. 10.60
jouiss. 6.52
Banque Nationale. Het winstaandeel voor
het eerste halfjaar 1923 is gesteld op
123.52 fr. brutto of 105 fr. netto tegen koe-
pon Nr 96.
Ougrée Marihaye. Het boekjaar 1922-1923
sluit met eene netto winst van 19.250.235fr.
Het voorgestelde winstaandeel is van 50 fr.
brutto.
Verwoeste gewesten 4 1921.
Trekking van 14 Juli 1923.
REEKS 114.111 Nr3 wint I MILLIOEN
De 19 andere obligatiën toebehoorende
aan de reeks 114.111 zijn uitbetaalbaartegen
250 fr.
Crédit National Franpais.
Trekking van 2 Juli 1923.
Nr 4918011 fr. 1.000.000. Nr 3872233
fr. 500.000. Nrs 6543340 - 7587545
fr. 200.000 - Nrs 648129 4398294-6503291
Banque pour favoriser les transactions Internationales
Bank tot bevordering van Internationale handelszaken.
Naaml. Venn.
Maatsch. Zetel GENT.
Algemeene Bestuurder voor West-Vlaanderen FORREST L.
AGENTSCHAPPEN
POPERIiVGIIE, Groote Markt, 28, tel. 89 90.
VEt/RNE, Ooststraat, 64, tel. 76.
WlXMUDE, Kiekenstraat, tel. 44.
MOËSKRÖENï, Toerkoenjestraat, 109, tel. 179.
Wytschaete en omliggende, AgentHeer FOURNIER, Burgemeester.
Severer* HeerTAHON.Gemeentesekretaris.
Noordschuote Heer M. BAILLEUL,
Ledeghem Heer G. DELANNOO,
Westoutra Heer A. DECLERCQ.
Rousbrugge Heer A. CLAEYSOONE, Gem.-ontv.
BIJKANTOREN
Nieuwpoort, Loo, Proven, Rousbrugge, Watou, Leysele, Couckelaere,
Ichteghem, Stavele, Alveringhem, Lichtervelde, Cortemark, Merckem
Gij zult gelijk hebben, sprak Pedro,
onze dief is ons ontsnapt over den muur.
Naar alle waarschijnlijkheid wist hij niet dat
hij daar in 't water ging vallen. Hij moet er
bijna voorzeker verdrinken en wij moeten
hem gaan helpen.
Dit zeggende had hij reeds eenige stap
pen gedaan in de richting der poort.
De twee mannen volgden hem.
Spoed u, zegde hij nog, wij hebben
reeds tijd genoeg verloren. Wij gaan buiten
het kasteel op het veld van den landbouwer
Stevens, daar ligt eene kleine boot, waar
mede wij naar de plaats zullen varen.
Intusschen lag Cies tegen eenen zekeren
dood te worstelen.
Door het vallen had hij zich eeningszins in
de lenden bezeerd, zoodat hij zich om zoo te
zeggen niet kon losmaken uit den modder-
achtigen poel.
Als het hem evenwel gelukte zijn hoofd
boven water te krijgen was hij bijna ver
stikt en kon slechts eenen flauwen schreeuw
uitbrengen.
't Was het gerucht dat zijne vervolgers
gehoord hadden
Hij was gansch verblind door het slijk,
en, waarschijnlijk meenende weder naar
den muur te keeren, verwijderde hij er zich
van, en kwam op eene diepere plaats, waar
hij wederom onder duikelde. Zoo geene red
ding opdaagde was hij verloren.
Zou de ellendeling nu de tegenwoordig
heid van geest gehad hebben om zijn schul
dig leven te overdenken
Het verledene moest hem voorzeker
weinig troost aanbrengen, weinig vertrou
wen inboezemen voor het toekomende, en
weinig hoop in zijn hert storten, nopens
hetgene hem, aan de andere zijde van het
graf, te wachten stond.
IJdele levensloop van den booze, voor
niemand ter wereld had hij eenige liefde ge
voeld maar ook niemand had hij er inge
boezemd
Nooit had hij iets anders gedaan dan, 't
was gelijk op welke manier, wat geld
trachten te verdienen, om zijne lage driften
te voldoen.
Ellendige levensloop doch laat ons
niemand oordeelen
Als Pedro en zijne mannen de boot los
gemaakt hadden, kwamen zij behoedzaam
aangevaren, terwijl jan zooveel mogelijk
zijnen lanteern vooruitbracht, om het water
goed te onderzoeken.
Wij moeten hier ter plaatse zijn, sprak
Pedro, hier moeten wij goed opletten.
Eenige oogenblikken later stiet de boot
tegen een voorwerp.
De mannen tastten in het water.
't Zal onze dief zijn, zegde Jan.
't Is hem inderdaad, antwoordde zijn
gezel, ik heb hem bij zijne kleederen.
Laat niet los, riep Pedro, toespringen
de om te helpen.
Zij haalden inderdaad het lichaam van
Cies boven, en in de boot.
Aan land schreeuwde Pedro.
Het vaartuigje werd naar den grasoever
gestooten, terwijl een der knechten zijn oor
op de borst van den drenkeling legde.
Het klopt niet meer, sprak hij.
Als wij spoedig hulp hebben, kan hij
misschien nog gered worden, meende Pedro.
Daarom ging hij voort, moet de eene aan-
stonds om eenen geneesheer en de andere
■om de policie loopen. En spoedig, ik zal hier
wachten, en zien als er geen leven in komt.
De twee mannen sprongen op den oever
en verdwenen in de duisternis, om de beve
len van Pedro te volbrengen.
Zoohaast deze zich alleen bij den drenke
ling bevord, rukte hij dezes kleederen aan
de borst open.
Zou ik het vinden, mompelde hij.
Pedro moest niet lang zoeken, aan een
dun lederen riempje, dat den hals van Cies
omringde, hing een zeer plat, langwerpig
pakje, 't welk eveneens van leder gemaakt
was.
Het verdween aanstonds in een van
Pedro's zakken, en hij murmelde verge
noegd
Ik kan niet missen, het moet dat zijn.
Hij heeft het mij dikwijls genoeg gezegd.
Als Jan kort daarna met twee nachtwa
kers aankwam, had Cies nog geen het
minste teeken van leven gegeven.
De geneesheer, die eenige minuten later
door den anderen knecht derwaarts geleid
werd, kon ook niet verder uitweiden over
het onderzoek door het gerecht ingesteld.
Pedro wist alles zoo natuurlijk te vertel
len, hij zegde onder ander dat hij met dien
persoon eenige kennis had aangeknoopt,
meenende met een eerlijk man te doen te
hebben.
En gij ziet, voegde hij er bij, hoe hij mijn
vertrouwen beloond heeft.
De Dammaert's werden verwittigd en het
lijk van Cies werd naar het doodenhuis van
Deurne gebracht, waar men het zoo eenvou
dig mogelijk ter aarde bestelde.
Emiel Dammaert was, zooals men den
ken kan, niet weinig tevreden dat hij van
zijnen plaagduivel, en van de laatste getuige
zijner misdaad verlost was.
('i Vervolgt J