ET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperuighe en Omstreken. Apotheek Frans Van de Plas Een Meet een scttsamteioasheid. 15 Centiemen, Wraak en Liefde Aboniemeiitprijs: Sansen=Vanneste, Zondag 22ft Juli 1923. 2CK Jaar. Nr 29 Van groote Denkers. 't Leven is een lach. Oorlogsschade P o li tick O ver zich t. Zwaar werk. Provincieraad van West-Vlaanderen. De nieuwe legerwet. De taal bij het leger. Op hoop en zege. De batterij Tirpitz. De Hoogeschoolwet Op weg naar overeenkomst. Voor da Oorlogsinvaiieden Verlengde diensttijd. Priester Fonteyne overleden. Vlamingen te Brussel De interest is verhoogd. In Buitenland, PRIJSKAMP voor PAARDEN SS JL isf T Alle Bankverrichtingen aan de beste voorwaarden Geldbelegging op zicht, op kort en lang termijn Vreemde munten aan de voordeeligste koersen. «-r. ,"«4 .- V«Jfv" igSggai:* per Jaar In Stad fr. 6.50 In Belgie 8.00 Buitenland 1.3.00 Uitgever Drukkerij, Papierhandel, 15, Gasthuisstraat, POPERINGME Telefoon nr 9. Postoheokroïening nr 15570. PRIJS BERICHTEN, VERND0PINCEI, Eene inlassching o.6o ct" per regel. 2 inl. o.5o ct" 3 inl. 0.45 ctn VONNISSEN, 1 5o fr. per regel. ROUWBERICHTEN, 5 fr. voor 10 reg. Herhaalde Annoncen prijzsn op aanvraag Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag ingezonden worden. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. PCPERINCEENAAFI 1 Het bijzonderste doel dat wij aan ons leven moeten voorstellen is de verbetering der ziel, 't is te zeggen de vooruitgang van onze geestesgaven en zedelijke bekwaamheden van iederen dag wat meer klaarte te brengen in den geest, van ons iede ren dag beter en meer vrij te voelen. Socrate. Ons levensdoel is zedelijk, niet dierlijk. jouffroy. Zwichten wij ons van aan onzen stervensdag te komen zonder geleefd te hebben zonder den reis- voorraad van het komende geslacht te hebben vergrootwat meer rede, wat meer eerbied voor recht en waarheid, wat meer moed en zedelijke kracht, wat meer goedheid en bermhertigheid. Pecaut. 't Leven is een lach een glimlach, een grimlach, een grijnslach, een sohaterlach, een spotlach, een lach dus. Wie 't leven vroolijk tegenlacht, wordt door 't leven vroolijk tegengelachen ;'t water spiegelt altijd, al is 't soms in gebroken lijn, zijn oevers weer. Niemand won ooit het hert van een meisje met dit stuur te aanzien, een kind dat schreit of kwaad geluimd is, stilt of ontwapent men zekerst met het tegen of uit te lachen. Het lastigste werk wordt doenlijk onder 't zingen van een lustig lied, en 't wildste peerd laat zich temmen door een zacht woord en een klontje suiker. Gaat het leven u tegen, maakt er u niet boos om gij verergert, noodeloos, uwe kwaal. Wij kenden een vriend die, ais hij een zwaar verlies had geleden, zich den besten wijn uit zijn kelder inschonk. Die vriend was een wijze. Hij dronk den wijn, maakte zich geen kwaad bloed en verslechtte niets aan zijn toestand. Beoordeelen de menschen u, naar ge be wust zijt, verkeerd, glimlach varen ze, in geweldige taal, tegen u uit, glimlachmet te zwijgen, zegt men, kan men een duivel doen dansen met hem uit te lachen springt hij altijd zeker uit zijn velspreken zij tegen U niet glimlach ze des te gulhertiger, hoed af, tegen. Is er iemand die eene dwaasheid vertelt, lach ge beschaamt hem. Is er iemand die eene geestigheid verhaalt, lach ge streelt zijn eigenliefde en wint zijne gunst. Is er iemand die een beesligheid uit kraamt, lach ge stopt hem den mond. Doch. Lach telkens met de gepaste mondplooi en lacht ge luid, op den gepasten diapason. Er liggen immers in het lachen zoovele verschillige noten als op een klaviervan ut tot si. Gaan uwe zaken U tegen, glimlach en drink wijn geen genever, die maakt boos. Stuur zien op tegenspoed is stuur zien op regenbuide bui gaat des te eerder over, als de regenboog een glimlach van de Zon ze tegengloort. Is de vrouw of zijn ae dienstboden al eens onredelijk, glimlach, en zeg niets. Ze zien dadelijk beschaamd neer of worden dit van zoodra uw mond zijne gewone plooi herno men heeft. Doen de klanten u last aan, vervelen ze U, verlies uw zelfbeheersching niet stuur ze liever met een vriendelijk lachje in 't riet. De lach, als hij gepast is ontdooit het koudste hert en stilt, net als olie uitgegoten op woelende wateren, de meeste verbolgen heid. Gaat toornig op iemand af om hem zijn ongelijk te schreeuwen,en de aangesprokene spreekt U, ontwijkend, met een minzaam glimlach toe Ehwel, mijn vriend, wat begeert ge of goede man, ge zijt mis. Ge slaat uit uw lood, ge valt als een steen, ofge scheidt als vriend. Lachten de menschen elkaar altijd open- hertig, of niet-openhertig, tegen, er konden onmogelijk zuurheden tusschen hen bestaan, en de wereld ware geen treurtooneel meer, zooals de dichters die noemen. Grijnslach nooitdit is de lach van Sa tan, de lach der Boozen. Schaterlach bovendien vernedert en kwetst. Hoonge lach is een onfeilbaar middel tegen Gezwets, Bluf en grootspraak. Als de domme kalkoenen pretentievol goelegoelegoelen en de hoogborstige ganzen verwaandelijk kwek wekken, dan is het ge noegzaam er tegen te spotlachen om ze be schaamd te doen afdrentelen. Lachen maakt niet alleen het herte blijde, maar nog het lichaam gezond. 't Is om die reden dat de Grooten der aarde, in de Middeleeuwen, er naren of bouffons op nahielden om hunne digestie of te spijsvertering te bevorderen en hun geest op te frisschen. Een gepaste glimlach, zonder iets bij, doet meer dienst dan een goudstuk met zuur aangezicht toegereikt. Allen, zoo grooten zooveel we zijn, stei geren, als gestriemde peerden, onder de zweep van 't Noodlotwisten we ons, inte gendeel, met een verduldig lachje, tot den Onzichbare te keeren die ons geeselt, en hem toe te spreken Hoor, vriendje, zoo hard niet, a. u. b. 't is al wel zoo negenmaal op tien trok hij zijne hand na de eerste slag terug. Hoe stuurder we ons immers tegen het Noodlot verzetten, hoe harder dit zich tegen ons kant. Bogen wij of berusten wij er, integendeel, meteen gelaten glimlach, voor of in, negen maal op tien liet het ons van stonden af smet rust. Iemand geeft U, b. v. onverwachts nen 'kaak-of vuistslag,en ge bezit U-zelf in zulke mate dat ge hem met stillen spotlach kunt Mengelwerk van «De Poperinqhenaar» 21 ROMAN door C. VERVAftCKE. Na twee, drie oogenblikken werd de deur geopend en Pedro sprong binnen, zeggen de Gij moet aanstonds uwen gezel wekken, u beiden aankleeden en mij volgen. De twee knechten,twee forsche kerels van omtrent 40 jaren, waren in zeer korten tijd gereed. Ik heb daar gerucht gehoord in huis, sprak de vertrouweling van den Corsikaan alsdan, en ik wil zien wat er van is. Gij moet mtj volgen, met wapens, als gij er hebt. Wij hebben elk een pistool, antwoord de Jan. Neemt het en volgt mij. Gij zijt toch niet benauwd. Oh, in 't geheel niet, sprak de gezel van Jan, meenende dat de vrees van den kamerknecht ongegrond was. Intusschen waren de drie mannen In den hof gekomen en bereikten welhaast de deur, langs welke Cies binnen gegaan was. Pedro opende ze, hetgeen eenig gerucht veroor zaakte. Zouden wij geen licht moeten hebben vroeg Jan. Voorzeker, antwoordde Pedro, ga om den lanteeren, dien gij in den stal gelaten hebt. Jan voldeed aanstonds aan het bevel, ter toespreken Nu, da's 'ne keer wel van U die man stond ineens paf en sloeg, onthutst, niet meer voort. Tegenstand verwekt tegenstand simiiia, similibus, zooals in de homeopathie zuur heid geeft stof tot zuurheid geeuwen doet geeuwen weenen doet weenen enen lachen doet lachen. Kon iemand zich een masker doen schil deren of zich het aangezicht zoodanig doen grimeeren dat hij er altijd welgezind, dus glimlachend, kon uitzien, elkeen zou zeggen wat een gelukkig man en zijn gezel schap zoeken. Meer nog. Wanneer de pijn u kermen doet, roep Aiel en tracht er mede te lachen zij verstilt. Zelfs als de Dood de Uwen of U zelf treft, is er middel de Treurnis van het scheiden te temperen lacht, al door uw tranen, de blijde Toekomst tegen, die allen welke goed hebben geleefd, na de Dood, bij Gode wacht. Alleen tegen of metdeOverheid lacht men nooit haar Ernst is daar een beletsel toe. Men ontziet de Zon, zelfs als ze eklips maakt. In de laatste zitting der Scheidsrechter lijke Kommissies werd de schade op ien Au- gusti 1914. als volgt vastgesteld voor de hiernaver melde geteisterden WESTOUTRE. We Struye 19 390,32 Clémence Hof en kinders 7.849,40 Jules Hardeman 3.852,00 DRANOUTER. Bouden Georges 30.465,00 Louis Heughebaert 33.585,66 Birlouet Oscar 5.165,42 Opïolge-r van S, VANDEN BERGHE, Bertenplaats, 8, (Kleine Markt), - P OPEEIftlG SI E, - Zelden hebben Kamer en Senaat voor zulk overladen programma gestaan, dat zij gedurende de laatste veertien dagen harer zitting zullen moeten afhandelen. Het Fransche Parlement is reeds met ver lof en de Belgische Kamers hebben, buiten eene lange reeks wetsontwerpen van onder geschikt beiang, nog de twee groote vraag stukken te behandelen. Terwijl de Kamer met de nieuwe legerwet bezig is bespreekt de Senaat de Hoogeschoolwet. Volgens beslissing van den Ministerraad mogen de Kamer- en Senaatheeren niet gaan rusten vooraleei zij deze brandende kwestiën tot eene oplossing gebracht hebben. Het gelijkt veel op eene straf voor den tijd dien zij nutteloos verbeuzeld hebben. Vrijdag morgersd heeft de raad, na drie dagen besprekingen, de electrificatie der provincie gestemd in de volgende voorwaar den samengevat in de besluiten van het verslag der 4de commissie. Het is van noode dat de provincie West- Vlaanderen, eveneens als al de andere pro vinciën van het land, ten behoeve van alle ingezetenen en gemeenten, geëllectrifieerd wordt en dat de provincie tot het bereiken van dit doel, door geldelijke hulpmiddelen tusschenkoine. Ten dien einde wordt de pro vincie verdeeld in twee gewesten: 1. het Noorden en het Zuiden der provincie 2. de verwoeste streken. In het tweede gewest alleen zal de provincieten haren uitsluitelijken laste voorzien in het aanleggen van het net van hooge spanning. In beide gewesten zal zij tusschenkomen bij middel van hulpgeld in de netten van lage spanning, ten behoeve van de gemeen ten tot heden van de electriciteit niet voor in. De benoodigde gelden zullen maar ont leend en verbruikt worden naarmate zij, ten voorschreven einde, eene onmiddellijke be stemming bekomen. Het ontwerp zal zoo spoedig het kan ge schieden uitgevoerd worden de provincie zal tusschenkomen tot een bedrag van 1 mil- lloen, ten behoeve van het gewest II voor het daarstellen van netten van hooge span ning van een anderen kant zal zij tusschen komen tot beloop eener som van 5 millioen, voor het aanleggen van netten van lage spanning, ten behoeve van gemeenten, tot op heden niet geëlectrifieerd, zonder onder scheid van gewest, in welke zaak in haar geheel naar de comrnissien verzonden tot onderzoek der noodige geldmiddelen. De bestendige afvaardiging stelt voor 10 opcen tiemen te leggen om de kosten te dekken. De bespreking van het militair vraagstuk in de Kamer vormt eene groote tegenstelling met het hoogeschooldebat. De eindeloosheid van dit laatste doet de vlugheid van het eer- i ste nog scherper opmerken. In vele middens, jen vooral in Vlaamschc middens, is men i zeer terughoudend gestemd tegenover de op- i lossing die tnen zal brengen in de leger- kwestie. Tegenover de eerste oplossing, de oplos sing Devèze was men algemeen vijandig. Maar M. Devèze is nu meer handelbaar en aanvaardt verbeteringen die het ontwerp veel meer aanneembaar maken. Het eerste stelsel behelsdeVerplichte lichaamelijke voorbereiding. Ongeveer algemeenen dienstplicht. Minimum 10 maanden dienst met 4 maanden bijdienst. Talrijke heroproepingen. Het nieuw stelsel der regeering is thans het volgende Geen verplichte voorbereiding. Talrijke vrijstellingen en vermindering van het kon- tingent van 80.000 tot 49.500 man. 12 maanden dienst en 2 maanden bijdienst en slechts twee heroproepirigen. Zoo is het voorstel dat hoogst waarschijn lijk wet zal worden. De gewestelijke indee- iing heeft ook een groote stap vooruit gedaan. Op aandringen van de Heeren Poullet en Marck werd aangenomen dat de soldaten niet verder dan 50 Km. afstand van hunne woonplaats zouden liggen. In geval deze afstand, om bijzondere redens, moet grooter zijn, dan moet er eene rechtstreeksche spoor verbinding zijn tusschen de aangewezen gar nizoensplaatsen en de woonplaats van den soldaat. Volgens deze bepaling zullen er wel nog garnizoensplaatsen zijn die niet ver van de taalgrens gelegen zijn en waar dat er nog Walen en Vlamingen zullen vermengd wor den. Maar in deze regimenten zal een bijzon der artikel betreffende de taairegeling moe ten ingevoerd worden. Het is maar als de wet in al hare bepalin gen zal gekend zijn dat men een juist oor deel zal kunnen vellen in hoever zij aan de behoeften van het land beantwoordt. De besprekingen over de nieuwe legerwet geeft nog eens gelegenheid tot veel woord- kramerij. De liberale Minister Devèze is tegen de indeeling van het leger volgens de taal. Met vee! beslag zegt hij Heb ik het recht niet aan den Waalschen soldaat te vragen een beetje Vlaamsch te verstaan om zijn oversten te begrijpen waarvoor hij zich misschien zal laten dooden Voor de Vlaamsche oud-strijders klinkt dat bijzonder komiek. De Minister is toch zoo eenvoudig niet dat hij niet weet dat noch met de huidige, noch met de komende wet in ons Belgisch leger oversten zullen zijn die geen Fransch ken nen is het omdat er 200 officieren zijn die geen enkel woord Vlaamsch kennen en nog honderden die er nooit geen spreken en die onze Vlaamsche jongens in het vuur gezon den hebben zonder dat deze hunne officieren verstonden d3t hij zoo spreekt O die woordenkramer Zooals vorige jaren werd de 11 Juli gansch Vlaanderen door herdacht. Geheel die viering steunde op hoop en zege. In het heden ligt geene zege voor Vlaan deren. De hcogeschool die men ons geven wil is caricatuur die wij alleen aanveerden omdat zij niet leefbaar is. De kazernen hebben nog hun ouden geest, die tegen Vlannderen is, behouden. De kerkers staan nog, als een zwarte schaduw, over ons iand omdat hier nog geen rechtvaardigheidszin heerscht. Moesten wij alleen zien naar wat officieel tegen Vlaanderen gebeuit, men zou met reden wanhopen over Vlaanderen. Maar de democratische strooming trekt steeds hare bedding dieper en dieper door Vlaanderen. De Vlaamsch democratische strijd kan in een Parlement niet stilgelegd worden. Met of zonder liet Parlement gaat Vlaan deren den weg op der gelijkheid en der rechtveerdigheid. Nog veel moeilijkheden staan te wachten. Maar Vlaanderen steunt op zijn volk, op zijn eigen krachten. Vlaan deren moet zegepralen. Voor enkele dagen bemerkte men te Oostende dat op een der kanonnen van de batterij Tirpitz nog een obus zat welke de Duitschers niet hadden afgeschoten en welke nog ongelukken had kunnen veroorzaken. Nu is alle gevaar geweken. De obus is weggenomen en men heeft hem te Houthulst doen vernietigen. Men begrijpt echter niet hoe die obus er sedert 4 jaar onbemerkt is gebleven, terwijl de batterij zooveel duizend bezoekers ont vangen heeft. wijl de twee andere bij de deur bleven staan. Als zij eenige oogenblikken nadien, jan met het licht zagen terugkeeren,draaiden zij als onwillekeurig de blikken naar dien kant. Doch eensklaps slaakten zij een gesmoor- den kreet, zij kregen elk eenen harden stoot in de lenden, en een man sprong tusschen hen naar buiten. Pedro's verbazing duurde niet meer dan een oogenblik. Loop naar de poort, fluisterde hij leven dig, langs daar alleen kan de dief weg. De beide knechten vlogen naar de poort, en, daar zij best den weg kenden, kwamen zij er eerst. Als zij deze goed gesloten had den hoorden zij den indringeling afkomen, kort op de hielen gevolgd door Pedro. De dief was echter eensklaps verdwenen. Terwijl Cies ophef punt was den Corsi- kaans schatten te bemachtigen, had hij het gerucht der opengaande deur vernomen, en zijn dievenlanteerntje uitgedoofd. In den gang gegaan zijnde, om te zien of er verraad was, had hij, bij het naderen van Jan met het licht, de twee mannen zien staan aan de deur, en was hun ontspron gen. Nu zag hij met onbeschrijfelijk angst dat hij te laat aan de poort kwam, en verborg zich in een massief van spaansch groen, hopende later eenen uitweg te vinden. Intusschen hoorde hij eenen der knechten zeggen Hij kan nergens weg geraken, of hij zou over den muur moeten klauteren en deze is te hoog. Wij zullen de poort goed verze keren en dan nog lichten aansteken, om hem te zoeken. Hij zal ons niet ontkomen. Cies had de ijzeren poort bij dage gezien, en bemerkte dat het onmogelijk was langs daar den terugtocht te beproeven. Hij besloot dus te gaan onderzoeken indien de hofmuur inderdaad zoo hoog was. Voor zooveel de duisternis hem zulks toeliet, bemerkte hij welhaast dat hij er in derdaad niet kon over geraken. Koortsachtig zocht hij nochtans voort, op een gelukkig toeval hopende. Hij bevond zich reeds tamelijk verre van het hoofdgebouw, bijna aan den tegenover- gestelderi kant van den hof. In de verte hoorde hij de knechten en nu en dan zag hij tusschen het geboomte drie lichten, die langs verschillende kanten na derden. Zijn toestand werd netelig. Reeds begon hij na te denken, indien hij niet wel zou gedaan hebben zich ergens te verschuilen tot de eerste dagklaarte. Dan daagde er, naar zijne meening, eene onverwachte redding op. Hij vond tamelijk dicht bij den muur eenen hoogen boom met lange takken. Er op klimmen was het werk van eenige oogenblikken. Op eene zekere hoogte boven den muur gekomen, kroop hij bijna tot op het uiteinde van eenen tak. Deze plooide onder zijn ge wicht en Cies voelde zich welhaast te recht komen op ijzeren punten, waarmede de om heining van den hof bezet was. Daar kon hij alleszins niet lang in dien toestand blijven. Hij hoorde zijne vervolgers naderen. Welhaast gingen zij den voet van den boom bereiken. Zich met de rechte hand aan eenen der punten vastklampende liet hij den tak los, die schuifelend zijnen vorigen toestand hernam. Door eene geweldige krachtinspanning Reeds herhaaldelijk hebben wij erop gewezen dat in zake Hoogeschool de eenige oplossing die rechtveerdig en redelijk is Gent Vlaamsch en Luik Fransch is, Het wetsontwerp dat thans in den Senaat besproken wordt brengt de Gelijkheid niet, ons door den Koning beloofd en zal zijne stemming juist aan zijne onredelijkheid te danken hebben. De Walen zullen moeten ten minsto 1/3 Vlaamsche lessen en examen volgen en nooit zullen zij dat verstaan. Zij ten minste zijn niet gewoon zich te laten foppen. Hier volgen de voornaamste bepalingen van het nieuw ontwerp 1. De bestuurtaaPvsn-de-Gentsehe Hoo geschool is de Vlaamsche taal. 2. Om geneesheer, apotheker, advokaat. notaris, doctor in de letteren of doctor in de wetenschappen te worden, moet de student die de fransche afdeeling wenscht te volgen, minstens 1/3 der lessen in het Vlaamsch volgen en op dat gedeelte der leergangen zijn examen in het Vlaamsch afleggen.Daar bij kan de toekomstige geneesheer, te Gent, alleen Vlaamsch klinisch onderwijs genieten. 3. De student die Vlaamsch hooger onderwijs verkiest kan hetzelfde ais hierbo ven worden, zonder fransche leergangen te volgen. Maar hij moet op 1/3 der lessen zijn examen in het fransch afleggen. 4. De scholen voor Burgerlijke Bouw kunde, Kunsten en Manufacturen zijn ver dubbeld. Men kan ze geheel in 't Vlaamsch of in 't Fransch vólgen. 5. De leergangen voor den graad van burgerlijk mijningenieur worden te Gent alleen in het Vlaamsch gegeven. 6. Voor al de vakken die wij tot nog toe niet vermeld hebben bestaat te Gent alleen een Vlaamsch hooger onderwijs. 7. Als wetenschappelijk centrum is de Vlaamsche Hoogeschool volledig. Alle vak ken worden in het Vlaamsch onderwezen. 8. Het nieuw voorstel schaft elk over gangstijdperk af. De Vlaamsche leergangen beginnen voor het eerste studiejaar vanaf 1923-1924. De langverwachte verklaring van Enge land heeft eene ontspanning gebracht in de buitenlandsche betrekkingen. M.Baldwin heeftin zijne rede de grootste gematigdheid en voorzichtigheid aan den dag gelegd. Uit die rede blijkt eene ongemeene hoffe lijkheid van Engeland tegenover Frankrijk en een uitdrukkelijk verlangen met Frankrijk te blijven samenwerken en de eischen van Frankrijk en Belgie te bevorderen. De Engelsche politiek blijft nochtans zoo danig gehandhaafd dat eene beslissing niet kan worden uitgesteld. Frankrijk heeft nu te kiezen tusschen een antwoord aan Berlijn met Engeland of een afzonderlijk optreden, wat dan ook het ver breken der Entente voor gevolg zou hebben. Engeland heeft dus behendig de rollen om gekeerd. In plaats van zelf te moeten de eindbeslissing nemen, hebben zij die eer en de verantwoordelijkheid die eraan va3t is, op de Fransche schouders gelegd. Naar men zegt, zal M. Poincaré eerst de Belgische Regeering raadplegen, Laat ons hopen dat de Belgische Ministers dezelfde voorzichtigheid zullen aan den dag leggen als deze die zij in den laatsten tijd, voor wat betreft de verhoudingen tusschen Parijs en Londen, getoond hebben. Mochten de Groote Mannen de Vrede in Europa terug brengen. Dan zouden de volkeren met vernieuwden moed aan den arbeid gaan om den economischen toestand te redden. Eene bijzondere vergoeding van 50 fr. per maand zal toegekend worden aan de oor logsinvaiieden voor den tijd welke zij in veriof zonder soldij of zonder vergoeding hebben doorgebracht. Dertien duizend invalieden zullen daar van genieten. De uitgaven zullen 15 millioen bedragen. Om aan de infanterie-eenheden, welke van Oogst tot December in de Roer moeten verblijven, de noodige getalsterkte te geven, zullen al de militjens, toebehoorende tot de halve lichtingen van 1921 en 1922 en die in de maand December 1922 ingelijfd werden en deel uitmaken van de infanterie-eenheden der 6e Inf. Divisie ongeveer 2 maand nog onder de wapens gehouden worden. Ds zaak Coppée. De Kamer van inbeschuldigingstelling te Brussel heeft uitspraak gedaan. Baron Evence Coppée, Vader, wordt voor het Assisenhof van Brabant verzonden, onder de beschuldiging van levering aan den vijand. Voor Baron Coppée, zoon, integendeel werd uitgesproken dat er geen reden bestond tot vervolging. wrong hij zijn lichaam over den muur, zoo danig dat hij nu langs de buitenzijde hing. Door het geroep van eenen der knechten vernam hij, dat zij het gerucht vernomen hadden en wisten waar hij was. Zonder zich verder te beraden liet hij de punten los, en viel naar beneden, verhopen- de ergens In een geploegd veld of eenen tuin neder te dalenmaar wat was hij teleur gesteld I Aan den voet van den muur lag een breede diepe wal met modderachtigen grond. Eenige vooruitspringende steenen, waar Cies met de voeten aan haperde, deden zijn lichaam in den val omkeeren, zoodat hij met het hoofd het eerst in het water viel. Om hulp roepen was hem onmogelijk en zou ook nutteloos geweest zijn Ver in het ronde was geen levend wezen in de velden, en zijne vervolgers gingen zich voorzeker wel wachten, den weg te volgen, dien hij ingeslagen had. Ik heb daar gerucht gehoord op den boom, kwam een der knechten aan Pedro zeggen. Als hij daarop geklommen is dan zal hij ons niet meer ontsnappen, antwoordde deze. Laat ons den boom onderzoeken. Terwijl de drie mannen eenige oogenblik ken nadenkend stonden rond te zien,hoorden zij in de stilte van den nacht duidelijk eenig gerucht in het water van den buiten wal. Hij zal van den boom op den rnuur en van daar in het water gesprongen zijn, zeg de dezelfde knecht, die eerst aan Pedro gesproken had. Als ik haastig naar u kwam, om u te zeggen dat ik gerucht op den boom hoorde, docht het mij reeds dat een lichaam in 't water viel, maar ik kon het niet geloo- ven, maar nu kan ik niet meer twijfelen. Priester Fonteyne, oud-volksvertegeri- woordiger der Daensisten voor Brugge, is te Algiers overleden. Priester Fonteyne laat een droevig aan denken achter. Hij werd gekozen te Brugge als Daensist maar met de hulp der Liberalen. Hij was in opstand gekomen tegen zijne geestelijke overheden en speelde een weinig schitteren de rol in het Parlement. Toen" hij na een korten tijd niet meer verkozen werd, trok hij naar Algiers om er een handel in wijn te drijven. Brussel telt 12.704 inwoners die alleen Vlaamsch kennen. Daarbij komen 68.871 Brusselaars die Vlaamsch en Fransch spre ken. Nu kan men zich afvragen hoeveel Vlaam sche scholen, openbare of bijzondere er in de stad Brussel ten dienste dezer 81.575 Vlamingen, de groote helft harer bevolking, ingericht zijn. Het antwoord is GEENE ENKELE. Tot hiertoe was de interest van het geld dat op de Spaarkas gezet was 3 t. h. en bo ven de 5000 fr. was het 2 t. h. Met 1 Juli laatst is die interest verhoogd. Voortaan zal hij 3,60 t. h. zijn tot de som van 10 duizend fr. en 2,40 t. h. daarboven. Er worden ook verzachtingen toegepast bij het bepalen van de belastingen op het inkomen op deze interesten. Blijft de inte rest onder 50 .frank per jaar, er wordt geene belasting afgehouden. Is de interest grooter dan is er eene afhouding van 2 t. h. terwijl zij 15 t. h. bedraagt voor de stortingen die gedaan zijn elders dan in de spaarkas onder waarborg van den Staat. Guido. Nauwelijks is de warmte in het land geko men, en reeds heeft een groot getal van vrouwen en meisjes er een voorwendsel in gevonden om zich op de meest schaamte- looze en ergerlijke wijze te kleeden.'t Is alsof onze straten publieketoiletkamers geworden waren, Vele vrouwen en meisjes schijnen niet het minste besef van eerzaamheid en deftigheid te hebben. De meesten onder hen zijn wel van die beroepsvlinders, die nu de warmte voorwenden om aan hunne eer loosheid vrijen teugel te laten. Te velen echter apen dit soort na in eene onberede neerde dwaasheid. Voor eerzame deftige vrouwen en meisjes mag echter de warmte geen voorwendsel zijn om zich in een onbe tamelijke en ophitsende kleeding te betoo- nen. Daarmee ondermijnen ze den eerbied en de hoogschatting voor zich-zelven daar mee hitsen ze de zinnelijke drift nog meer op,en tenslotte zullen de vrouwen en meisjes er de eerste en ergste slachtoffers van zijn. Men moge toch, omwille van eer en deugd en reinheid een weinig den last der hitte verdragen. Men denke maar even op onze werkmenschen, op de fabriekmeisjes en arbeidsters, die nu bij den last der hitte nog den last van den arbeid te dragen hebben, en die Goddank in meerderheid nog eer zaam en deftig gekleed zijn, zelfs bij hun werk. Wat komen ze kleinmoedig en laf voor, dezen die niefs te doen hebben dan te wandelen of stil aan hun bureel te zitten en die nu de eersten zijn om de hitte als voor wendsel hunner schaamteloosheid te nemen. Datde goeden en de deugdzamen ten minste zich niet laten meeslepen door dien vloed. Te Honcek in Frankrijk had eene vreesclijke trambotsing plaats waarbij vier personen gedood en veertuig andere ge kwetst. Zondag morgen, ten gevolge van den mist zijn in de Noordzee, drie stoomboo- ten opeen gebotst. De reizigers konden op de sleepbooten gered worden maar de drie stoombooten zijn gezonken. In de Spaansche koolmijn van Balbasa heeft er eene geweldige grauwvuuront ploffing plaats gehad. Van de vijftien arbei ders, die in de gaanderij werkzaam waren, werden er 13 gedood. De genaamde Julia Thomas, 14 jaar, wonend te Bruay, werd te Valencijn Noord- Frankrijk door een auto verrast en onder de wielen vermorzeld. Het slachtoffer bleef op den slag dood. In Paraguay zijn Kolonel Prisuella en majoor Oliver, aan het hoofd van 900 op standelingen en voorzien van 2 kanons en verscheidene mitraljeuzen, opnieuw tegen de hoofdstad opgerukt. Na een gevecht dat 30 uren duurde werd de aanval afge slagen.Er zijn 70 dooden en een honderdtal gekwetsten. Een groote munitie-opslagplaats is Maandag te Kragljevatz, op 80 kilometers van Belgrado, Yougo-Slavië, in de lucht ge vlogen. Nadere bijzonderheden ontbreken. Er zijn veel dooden en gekwetsten. Paul Deigneua, 38 jaar, spoorwegar beider, wonende te Foucherolles(Frankrijk), werd door den sneltrein Cherbourg-Parijs, nabij Conflans, verrast en dood gereden. Het lijk dat ijselijk verminkt werd, is naar 't doodenhuis van Conflans overgebracht. Te Landrecies, Noord-Frankrijk, heeft mad. Julien, 80 jaar oud, weduwe van een scheepskapitein, door verhanging een einde aanhaar leven gesteld, na haar fortuintje, bestaande uit een pakje van vijf en dertig bankbiljetten van 1000 frank, verbrand te hebben. In den koolput Simon Stering-Wendel, omgeving van Metz, werd een ophaalbak waarin zich drie mijnwerkers bevonden, tengevolge van eene verkeerde beweging in een moeras geslingerd welk op den bodem van den put ligt. Twee der drie mijnwerkers verdronken jamerlijk. Op de kusten der Zuid-Amerikaansche republiek Uruguay hebben vreeselijke stor men gewoed. De woedende zee heeft de kusten overrompeld en al de strandgebou- wen weggevaagd. Nooit beleefde men in de streek geweldiger tempeest. Verscheidene schepen zijn gestrand, onder meer het Bel gisch schip Devoirier de Hollandsche paketboot Montferland en de Duitsche steamerRuggia Stad Poperinghe. Dinsdag 17 Juli 1923 UITSLAGEN I. Ruinpaarden van 3 jaar en daarboven le Prijs Ruyssen René, Poperinghe, 50 fr. met verguld eeremetaal. 2e Persoone Jules, Poperinghe, 40 fr. met zilver eeremetaal. 3e Vandenbussche J. Rousbrugge, 30 fr. met bronzen eeremetaal. 4e Ruyssen René, Poperinghe, 20 fr. 5e Deprez Edmond, Oostvleteren, 10 fr. 6e Delva Jules, Vlamertinghe, 10 fr. II. Ruinpaarden, gezegd 13 maanders le Prijs We Leicher, Poperinghe, 50 fr. met verguld eeremetaal. 2e Dambre Jerome, Watou, 40 fr. met zilveren eeremetaal. 3e Phlyppo Theoph., Poperinghe, 30 fr. met bronzen eeremetaal. 4e K. Monkarey, Vlamertinghe. 20 fr. 5e Phlyppo Theoph., Poperinghe, lOfr. 6e VanderhaegheCam., Westroosebeke 10 fr. III. Ruinpaarden, gezegd 18 maanders le Prijs We. Verdonck Aug., Reninghelst, 50 fr. met verguld eeremetaal. 2e lgodt Jozef, Poperinghe. 40 fr. met verzilverd eeremetaal. 3e We Loncke, Poperinghe, 30 fr. met bronzen eeremetaal. 4e Devos Henri, Reninghelst, 20 fr. 5e Lemahieu Honoré, Poperinghe, 10 fr. 6e Top Marcel. Proven, 10 fr. 7e Lemahieu Honoré, Poperinghe, 10 fr. 8e Derycke Alidoor, Poperinghe, 10 fr. IV. Merriepaarden van 3 jaar en daar boven le Prijs Pil Jeroom, Stavele, 50 fr. met verguld eeremetaal. 2e Vandeputte Th. Stavele, 40 fr. met verzilverd eeremetaal. 3e Vandromme Gaston, Watou, 30 fr. met bronzen eeremetaal. 4e Dochy Jeroom, Elverdinghe, 20 fr. 5e Dujardin Hector, Pollinchove, 10 fr. V. Merriepaarden, gezegd 13 maanders le Prijs Coene Marcel, Dickebusch, 50 fr. met verguld eeremetaal. 2e Coene Marcel, id. 40 fr. met verzilverd eeremetaal. 3e Vancayzeele Hilaire, Reninghelst, 30 fr. met bronzen eeremetaal. VI. Merriepaarden, gezegd 18 maan Iers le Prijs Dujardin Hector, Pollinchove, 50 fr. met verguld eeremetaal. 2e Coene Marcel, Dickebusch, 40 fr. met verzilverd eeremetaal. 3e Lermyte Amand, Poperinghe, 30 fr. met bronzen eeremetaal. 4e Claeys Camiel, Pollinchove, 20 fr. 5e Coene Marcel, Dickebusch, 10 fr. VII. Hengsteveulens le Prijs Vandromme Gaston, Watou, 30 fr. met verguld eeremetaal. 2e Pil Jeroom, Stavele, 20 fr. 3e Lenoir Cyriel, Langemarck, 10 fr. 4e Lenoir Cyriel, Langemarck, 10 fr. VIII. Merrieveulens le Prijs We Germain Vancayzeele, Pop. 30 fr. met verguld eeremetaal. 2e Pieters Arthur, Poperinghe, 20 fr. BEURSKRONIJK medegedeeld door de Bank TRANS1NTER Financieels Inlichtingen. Af te knippen Koepons. Fours a Coke Lecocq cap. 1/200 fr. 153. 2001/3000 79.69 Lulonga-lkelemba 36,00 Union Minière H. K. priv. 30. ca pi. 32 20 divid. 32.20 Galeries Beiges Papeteries Anversoises Eaux Banlieu Paris priv. 5. priv. 51. capl. 15.30 divid. 31.16 capl. fr. fr. 10.60 jouiss. 6.52 Banque Nationale. Het winstaandeel voor het eerste halfjaar 1923 is gesteld op 123.52 fr. brutto of 105 fr. netto tegen koe- pon Nr 96. Ougrée Marihaye. Het boekjaar 1922-1923 sluit met eene netto winst van 19.250.235fr. Het voorgestelde winstaandeel is van 50 fr. brutto. Verwoeste gewesten 4 1921. Trekking van 14 Juli 1923. REEKS 114.111 Nr3 wint I MILLIOEN De 19 andere obligatiën toebehoorende aan de reeks 114.111 zijn uitbetaalbaartegen 250 fr. Crédit National Franpais. Trekking van 2 Juli 1923. Nr 4918011 fr. 1.000.000. Nr 3872233 fr. 500.000. Nrs 6543340 - 7587545 fr. 200.000 - Nrs 648129 4398294-6503291 Banque pour favoriser les transactions Internationales Bank tot bevordering van Internationale handelszaken. Naaml. Venn. Maatsch. Zetel GENT. Algemeene Bestuurder voor West-Vlaanderen FORREST L. AGENTSCHAPPEN POPERIiVGIIE, Groote Markt, 28, tel. 89 90. VEt/RNE, Ooststraat, 64, tel. 76. WlXMUDE, Kiekenstraat, tel. 44. MOËSKRÖENï, Toerkoenjestraat, 109, tel. 179. Wytschaete en omliggende, AgentHeer FOURNIER, Burgemeester. Severer* HeerTAHON.Gemeentesekretaris. Noordschuote Heer M. BAILLEUL, Ledeghem Heer G. DELANNOO, Westoutra Heer A. DECLERCQ. Rousbrugge Heer A. CLAEYSOONE, Gem.-ontv. BIJKANTOREN Nieuwpoort, Loo, Proven, Rousbrugge, Watou, Leysele, Couckelaere, Ichteghem, Stavele, Alveringhem, Lichtervelde, Cortemark, Merckem Gij zult gelijk hebben, sprak Pedro, onze dief is ons ontsnapt over den muur. Naar alle waarschijnlijkheid wist hij niet dat hij daar in 't water ging vallen. Hij moet er bijna voorzeker verdrinken en wij moeten hem gaan helpen. Dit zeggende had hij reeds eenige stap pen gedaan in de richting der poort. De twee mannen volgden hem. Spoed u, zegde hij nog, wij hebben reeds tijd genoeg verloren. Wij gaan buiten het kasteel op het veld van den landbouwer Stevens, daar ligt eene kleine boot, waar mede wij naar de plaats zullen varen. Intusschen lag Cies tegen eenen zekeren dood te worstelen. Door het vallen had hij zich eeningszins in de lenden bezeerd, zoodat hij zich om zoo te zeggen niet kon losmaken uit den modder- achtigen poel. Als het hem evenwel gelukte zijn hoofd boven water te krijgen was hij bijna ver stikt en kon slechts eenen flauwen schreeuw uitbrengen. 't Was het gerucht dat zijne vervolgers gehoord hadden Hij was gansch verblind door het slijk, en, waarschijnlijk meenende weder naar den muur te keeren, verwijderde hij er zich van, en kwam op eene diepere plaats, waar hij wederom onder duikelde. Zoo geene red ding opdaagde was hij verloren. Zou de ellendeling nu de tegenwoordig heid van geest gehad hebben om zijn schul dig leven te overdenken Het verledene moest hem voorzeker weinig troost aanbrengen, weinig vertrou wen inboezemen voor het toekomende, en weinig hoop in zijn hert storten, nopens hetgene hem, aan de andere zijde van het graf, te wachten stond. IJdele levensloop van den booze, voor niemand ter wereld had hij eenige liefde ge voeld maar ook niemand had hij er inge boezemd Nooit had hij iets anders gedaan dan, 't was gelijk op welke manier, wat geld trachten te verdienen, om zijne lage driften te voldoen. Ellendige levensloop doch laat ons niemand oordeelen Als Pedro en zijne mannen de boot los gemaakt hadden, kwamen zij behoedzaam aangevaren, terwijl jan zooveel mogelijk zijnen lanteern vooruitbracht, om het water goed te onderzoeken. Wij moeten hier ter plaatse zijn, sprak Pedro, hier moeten wij goed opletten. Eenige oogenblikken later stiet de boot tegen een voorwerp. De mannen tastten in het water. 't Zal onze dief zijn, zegde Jan. 't Is hem inderdaad, antwoordde zijn gezel, ik heb hem bij zijne kleederen. Laat niet los, riep Pedro, toespringen de om te helpen. Zij haalden inderdaad het lichaam van Cies boven, en in de boot. Aan land schreeuwde Pedro. Het vaartuigje werd naar den grasoever gestooten, terwijl een der knechten zijn oor op de borst van den drenkeling legde. Het klopt niet meer, sprak hij. Als wij spoedig hulp hebben, kan hij misschien nog gered worden, meende Pedro. Daarom ging hij voort, moet de eene aan- stonds om eenen geneesheer en de andere ■om de policie loopen. En spoedig, ik zal hier wachten, en zien als er geen leven in komt. De twee mannen sprongen op den oever en verdwenen in de duisternis, om de beve len van Pedro te volbrengen. Zoohaast deze zich alleen bij den drenke ling bevord, rukte hij dezes kleederen aan de borst open. Zou ik het vinden, mompelde hij. Pedro moest niet lang zoeken, aan een dun lederen riempje, dat den hals van Cies omringde, hing een zeer plat, langwerpig pakje, 't welk eveneens van leder gemaakt was. Het verdween aanstonds in een van Pedro's zakken, en hij murmelde verge noegd Ik kan niet missen, het moet dat zijn. Hij heeft het mij dikwijls genoeg gezegd. Als Jan kort daarna met twee nachtwa kers aankwam, had Cies nog geen het minste teeken van leven gegeven. De geneesheer, die eenige minuten later door den anderen knecht derwaarts geleid werd, kon ook niet verder uitweiden over het onderzoek door het gerecht ingesteld. Pedro wist alles zoo natuurlijk te vertel len, hij zegde onder ander dat hij met dien persoon eenige kennis had aangeknoopt, meenende met een eerlijk man te doen te hebben. En gij ziet, voegde hij er bij, hoe hij mijn vertrouwen beloond heeft. De Dammaert's werden verwittigd en het lijk van Cies werd naar het doodenhuis van Deurne gebracht, waar men het zoo eenvou dig mogelijk ter aarde bestelde. Emiel Dammaert was, zooals men den ken kan, niet weinig tevreden dat hij van zijnen plaagduivel, en van de laatste getuige zijner misdaad verlost was. ('i Vervolgt J

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1923 | | pagina 1