llaaf den Afgrond HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD Nieuwsblad voor Poperuighe en Omstreken. ELECTRICI TUT Fragment mtree uiaminch De eiectriscne energie in oe verwoeste oewesiee. Zondag 20 Januari 1924. 15 Centiemen 21' Jaar. - 3. Apotheek Frans hu de Plas GEDACHTEN. TRAMSIN Abonnemeatprijs Sansen=Vanneste, Uit het herlevend Vlaanderen. |p|S mÊmÊÊËimÈËËÉSÊÈm I>E GEMEENTEHUIS Oorlogssch a de P olitiek O verzieh t. De identiteitskaart. Het verlof der bezettingssoldaten. Gedenkteeken in Holland. Geheime Dossiers. Getalsterkte der officieren. Het antwoord van Belgie. Voor de Veldwachters. Duitsche verzekeringsmaatschappijen. Het proces Coppée Hoeveel ze kosten Nog het Separatisme. En onze frank Het proces der opgeëischten. Militaire bezuiniging. Normaalscholen. LICHT - DRIJFKRACHT De Lotdagen Alle Bankverrichtingen aan de beste voorwaarden Geldbelegging op zicht, op kort en lang termijn Vreemde munten aan de voordeeligste koersen. BEURSORDERS - INLICHTINGEN - KOEPONS. per Jaar In Stad fr. 6.50 In Belgie &rt 8.50 Buitenland 13.00 Uitgever Drukkerij, Papierhandel, 15, Gasthuisstraat, POPERINGHE Telefoon nr 9. Po8tch»okr»ksning nr 15570. PRIJS BERICHTEN, VERKOOPINCEN, Eene inlassching 0.60 ctn per regel. 2 en 3 inl. o.5o ctn VGHBISSEI, i 5o ir. per regel. ROUWBERICHTEN, 5 fr. voor 10 reg Herhaalde Annoncen prijzen op aanvraag Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag ingezonden worden. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. PEBMENMR Een weinig teenegaar was de Vlaamsche gedachten nu tot in de Volkslage doorge drongen ze werd er besproken en verhan deld, doch voortdurend metonverschilligheid, als entwat dat geen eerde aan dendijk brengt. Zelfs in Kamer en Senaat waren de Vlaamscne grieven te berde gekomen. Eenige tuitjes wet werden zelfs de Vlamingen als mond- stoppers toegeworpen, doch de vier gene raals, de vijf magistraten, de zes advokaten, de zeven bankiers en de acht Brusseieers, die Belgie aiover de koppen van koning en ministers willen bestieren, hadden om die tuitjes Vlaamsche wetjes zoodanig gehuild, dat de ministers een verregaande kolieke betrapten var. schrik en de tuitjes wetjes in de dooze staken en ze'r lieten, tot de jongen tjes uit Vlaanderen vanher zouden moeten gepaaid worden met een suikertuitje door een traliehekken. Het kiesstelsel had toch groote verande ringen ondergaan nu waren er te lande al veel kiezers, zelfs onder de werkende klas. in de groote centers liep er een kudde naar de socialistische klakmolens, een kudde naar de katholieke prêekers en een bendeke naar de liberale feticheurs, maar te lande bleef het oud stelsel in zwang 't was er voor de goêof voor de slechten. Nu was het geen mijnheer markies de la Ferblanterie meer, die tot het boer en het werkman sprak, maar rasvlamingen, die prachtige redevoeringen aidopten, de Vlaamsche zaak ophemelden en er den zegepraal van voorspelden, doch eindigden met godsdienst, vlaamsche beweging en politieke in één koeke te slaan, den eeuwigen katholieken koekc, om tot de broodnoodige eenheid te komen in de partij, tot meerder welzijn van onze moeder de H. Kerk. Hieruit volgt natuurlijk, dat het doordrij ven der Vlaamsche gedachten per sneltrein botste tegen den wil en de weerdigheid van de gekozenen, die de Vlaamsche zaak met den koffiemolen voerden, om persoonlijke ongevallen te vermijden. Vandaar banvloe ken, dwang, muilebanden, ontstemming, verlamming en ontmoediging. Vandaar ook de belemmering van een prachtig, levensge- vend en zielesterkend ideaal, dat ns Vlaam sche volk, als geëlictriseerd, uit ellendige geestesversultheid, tot hooger leven, weer- digheidsbesef en fierheid hadden kunnen doen oprijzen en hem ontmaken van dat vervloekt heidensch sport en uitstalling van brutale macht en kracht waarom het overal gekend en uitgebuit werd, hier en in den vreemde, en waarom het alleen kroonhalst. Nu waren de gazetten, zelfs dagbladen, tot de kortwoonsten toe ingedrongen. Om van de mode te zijn, dienden de bladen ook nu en dan een schoteltje Vlaamsche gedac te op in een suikerwatersauske men slaapkop pen toebreid, maar de oogen van de landsche menschen zochten eerst het verslag op van moorden en branden,dan deze van de baan- koersen, om te eindigen met de Vlaamsche aangelegenheden te lezen, omdat ze toch hun blad betaalden en de volle maat ware voor hun eens en half wilden hebben. Al het geweld en de geestdrift voor Vlaani- schen aard, Vlaamsche zeden en herwording, zat in de studeerende Jeugd, dit met eene overtuiging en een geloof om bergen te ver zetten, doch, veel studenten, eens in den levensstrijd gewikkeld, vergaten hun ideaal voor de korste broods, die in Vlaanderen zoo lastig te winnen was, zoo vaak over- jeucd was, en, zelfs, voor een niet onttrokken werd. En daarom waaiden veel idealen af van prachtige jongens, die mettertijd onbe nullige doch pratische mannen werden, mannen die aten en dronken, hun geld be tastten en met hun vervlogene zieleschoon- heid schimpten, als met kinderspel. Niets stond hooger aangeteekend in be stuurlijke middens, dan een vlaamsche zonde voor een niet werden de edelste menschen gebroken, gekraakt en achteiuit gegooid als mul. Groote verstanden-in-wor- ding en rijkbegaafde geesten ontvankelijk voor hoogere wetenschappen, werden onder den domper gedouwen en te midden hun opgaan stopgezet. Dit liet de landsche men schen koud ze wisten of ze 'n wisten niet, en, als ze 't wisten en dat komt altijd uit staken ze eens de koppen bijéén en fezelden wat zit er daaronder Maar, deze uit de bovenlaag, die het wisten, ruiden en knulden vol wrok in het stille, zwegen in het openbaar uit dwang of plicht, doch sloten de vuisten en raasden tusschen de tanden nog een martelaar 1 Er ging een echte diepen haat uit de frans- kiljonsche middens tegen alle bevorderaars der Vlaamsche gedachten en die-n haat zette zelfs hooggeplaatste mannen die in zich de grootmoedigheid hadden moeten verzelf standen aan tot de grofste laagheden bespieding, belaging, verklikking, aankla ging tot het doeleinde broodroof en af braak, lijden, marteling,endoodend verdriet, 't Was of de kristelijke liefde in sommige middens niet meer bestond, maar enkel den haat voor alwie Vlaanderen en 't Vlaamsche volk uit deleelijke diepte naar omhoog wilde helpen. Warden Oom. Mengelwerk van «De Poperinqhenaar» 21 ROMAN door C. VERVAKCKË. De aandoening was zoo hevig dat zij kon gevaarlijk worden voor de lijderes. Deopgewondenheid duurde evenwel voort, zooveel te meer daar er zich in hooge mate wraakzucht mede vermengde. De weduwe Dillac was van in hare jeugd ijverzuchtig, ja wraakzuchtig geweest, en dat gebrek was met de jaren niet verminderd, wel integendeel. Nu, natuurlijk vervulde de wraakzuchthaar hert en waarlijk niet zonder reden. Zij spande hare hersenen om eene straf te vinden, die overeenkwam met het kwaad, maar het duurde tamelijk lang, eer zij iets vond, dat haar beviel. Zij kon de plichtige wel doen op straat werpen door hare dienstboden, maar dat scheen haar niet voldoende. Er moest iets ernstigers plaats hebben. Maar wat Dat was de moeilijke vraag die de zieke wilde oplossen. Ha zegde zij na eenige minuten, ik geloof dat ik het vast heb. Zij richtte zich half op en keek onderzoe kend naar eenen hoek van de kamer. Ja, ging zij voort, 't is er gelijk voor gemaakt Nu geenen tijd meer verloren Zij belde. Karline verscheen. zieke liet 'haar ëe« loodigen tijd niet, Vbrvolo. De electrische energie, wordt in mekani- sche energi t t.z. in nuttige arbeid omgezet door den electrischen motor. Deze bestaat hoofdzakelijk uit twee deelen, namelijk een cylindervormig stilstaand omhulsch, langs binnen bekleed met een drievoudig goed geordend stelsel van geïsoleerde koper draadwindingen, en een draaibaar binnenge- d»elt', tevens ook voorzien van drie afzonderlijke koperdraadwindingen, of van rondom geplaatste koperen staven voor de zeer kleine motoren. Het eerste deel noemt men stator, het tweede rotor. Bij het toela ten van den snel veranderenden electrischen wisselstroom, komende van de buitenleidin- gen, in de koperdraad windingen van hel stilstaande gedeelte of stator van den motor, ontstaan en in deze omwikkelingen electrische krachtlijnen die zich sluiten door de koper draadwindingen van het draaiende gedeelte of rotor. Deze krachtlijnen verwekken in den rotor, eene electromotorische kracht, die een nieuwen stroom schept gansch onafhankelijk van den eersten. Deze nieuwen wisselstroom, verwekt op zijne beurt krachtlijnen die zich in tegenovergestelde richting sluiten van de eerste zoo ontstaat er tusschen deze beide gansch afzonderlijke krachtlijnen, eene reactie of tweestrijd, waardoor het draaibaar gedeelte in beweging gebracht wordt, en aldus het aantedrijven werktuig medesleept. Deze uiterlijke abstracte werking van den motor, een natuurlijk gevolg zijnde van de verborgen eigenschappen van de electrische energie, geschiedt dus zonder eenige tus- schenkotnst, alleenlijk door het sluiten van den stroomonderbreker die den motor elec- triscn niet het leidingsnet verbindt. Van daar dus dat de electrische motor uiterst geschik t is om zonder buitengewone hulpmiddelen welkdanig werktuig zoowel rechtstreeks als bij middel van tusschenas aan te drijven. De bijzonderste vraag nochtans blijft te beantwoorden. Welke der bijzonderste krachtbronnennamelijk mensch, paard, explosie motor of electrische motor verdient de voorkeur Nemen wij als vergelijkende eenheid v >or het meten der geleverde kracht, de paardesterkte, of 75 kilogrammeters per seconde, t t.z. als een paard een zwaren last op den wagen voortrekt, met eene snel heid van een meter per secondeen een krachtmeter gespannen tusschen den wagen en het peerd, 75 kilogrammen aanduidt, aan oefent dit paard een arbeidsvermogen uit van 75 kilogrammeters per seconde of een paardekracht, welke als eenheid van arbeid aangenomen wordt. Houdt dit paard dit werk vol gedurende één uur dan treeft het een arbeid verricht van 75 x 3600 of 270 000 kgr. meters of een paardekrachiuur, hetgeen gelijk staat tntt liet omhoog brengen op een meter hoogte van 270.000 kgr. De kostprijs der velschillende krachtbronnen zal ter vergelijking berekend worden voor een paardekrachiuur geleverde arbeid Het werk dat een man kan leveren aan den zwingel gedurende acht uren per dag, wordt als gemiddelde aangenomen op een tiende paardekracht, t.t z. üat tien mannen draaiende aan den zwingel van een werk tuig, in een uur, een atbtidsvermogen uit oefenen van een paardekrachiuur. Nemen wij aan dat ieder werkman 2 fr. per uur verdient dan kost het aldus geleverd paarde- krachtuur 20 franken. Het arbeidsvermogen dat een paard trekkende in een rosmolen, tot nuttige arbeid kan brengen aan de kop pelstang van het werktuig is gemiddeld op 2/3 paardekracht te stellen. Nemen wij bij voorbeeld eene dorsctimachieri, door twee paarden gedreven trekkende te zamen in den rosmolen geduiende 8 uren per dag. Zij zullen dus samen 2/3 X 2 X 8 10,66 paardekrachturen nuttige arbeid verricht hebben.Ieder paard vereischt daarvoor min stens 9 kgr. haver aan 70 franken, 't zij dus een totaal haver verbruikt van 18 kgr. of 12,60 fr. en geduld door het aantal paarde krachturen bekomen wij 12,60/1066= 1,18fr. per paardekrachtuur. Daarbij komt nog den paardengeleider, met een loon van 2 fr. per uur 't zij 16 ir. en gedeeld door het aantal geleverde paardekrachturen 'tzij 16/10,66= 1,50 per paardekrachtuur. Aldus kost een nuttig geleverd paardekrachtuur 1,18 1,15 2,68 fr. De watergaz motoren, waarvan het ge bruik slechts mogelijk is, op de plaatsen waar de gazleidingen aangebracht zijn, ver bruikt gemiddeld 600 liters gaz per paarde krachtuur. Daar de stadsgaz 0,65 fr. de ku bieke meter kost, bedraagt de prijs van het paardekrachtuur 0,600 X 0,65 39 centie men. (Slot Volgt). W EST*- It O O S K It JK I* M Groote keus van jachtstoven, luxe-calorifères voor salons en her bergen, keukenstoven (cuisinièren). bij Camiel DEZEURE-PAUWELS- Priesterstraat, 5, POPERINGHE. om te vragen wat er te doen was, maar zegde Karline gij weet den weg naar het com missariaat van policie, niet waar Ja, mevrouw. Welnu gij zult er u onmiddelijk naartoe begeven. Goed, mevrouw, om wat te doen Eerst en vooral moet gij mij beloven, dat gij aan niemand een enkel woord over uwe zending zult toevertrouwen. Niemand zal iets weten. Gij vraagt aanstonds om den hoofdcom missaris te spreken in mijnen naam. Gij zult hem verzoeken twee politieagenten in bur- gerskleederen naar hier te zenden. Zullen zij willen komen Voorzeker, maar onderbreek mij niet, want ik begin vermoeid te worden, en ik zal mijne krachten noodig genoeg hebben... Gij moet zeggen dat er kwestie is van eene zeer belangrijke zaak en dat de mannen moeten voorzichtig en slim zijn. Goed, mevrouw. Dan zult gij de zaken zoodanig schik ken, dat de twee mannen hier in mijne kamer geraken zonder opgemerkt te worden. Zal dit niet moeilijk zijn Gij moet uw best doen, Karline... Ik stel al mijn vertrouwen in u. Op dat oogenblik werd de dokter aange meld. De meid bezag hare meesteres ondervra gend. Deze legde den vinger op den mond tot teeken van geheimhouding. De geneesheer onderzocht de lijderes, en kon zijne verwondeting niet verbergen. Uw toestand is heel en al veranderd, mevrouw, zegde hij. Er is wat koorts bijge komen, eo van eenen anderen kant bespeur I 4 t -1: :'i L 2322 West-Rooseheke door den oorlog in puin hopen gebracht is verrezen, prachtig dorp wat meest den reiziger en de bevolking aanstaat is de prachtige golhisc^e kerk, waarvan de plannen opgemaakt wierden door M. Antoon Dugardyn, bouwmeester van Brugge en waarvan het werk meester lijk uitgevoerd wierd door M. Walraevens van Gent. De stevige toren 48 m hoog die zacht en slank ten hemel stijgt, staat voor aan de kerk rond den toren prachtige gaanderij met vier hoektorentjes vers'erd het gansche gebouw met zijne zrs vensters langs elke kant in bloeiende gothiek, zal 1* I E U W K -- K E H k zes-en-veertig meters lang op 20 meiers breed zijn. Die prachtige kerk is nu bijna opgedaan, met Paschen zal zij voorzeker gereed zijn wat zal het een schoone dag zijn voor de West- Roosebekenaarsals wanneer de Koning der Koningen, Jesus, zal de schamel barak waarin Hij nu sedert jaren woont, verlaten om naar zijn prau'4% nieuw huis te trekken; wat zal de bevolking geestdriftig zijn als wanneer, het mirakuleus beeld van O. L. Vrouw.dat binst den oorlog vluchten moest naar Roeselaere en van daar naar Hamme (Oost-Vlaanderen) hare intrede zal doen in de nieuwe kerk. II ET HMItKOlATO naar de plannen van M. Antoon Dugardyn. ^IjPgPiPgl t Het Mirakeibeeld van O. L. V. ]n 1914 wierd het mirakuleus beeld van O.. L Vr. te West-Roosebeke in 't midden ditr Kerk geplaatst en gedurig kwam het volk bidden. In October 1914 vluchtten al de Roose- beeknaars en lieten alles in brand; het beeld bleef te midden de Duitsche soldaten tot op den dag op denwelken het overgebracht wierd naar Roeselaere naar de dekenij. De Z E. H. Deken Desaegher deed het mirakuleus beeld overbrengen naar de Kerk van St-Michiel. Groot was de toeloop \an 't volk en als E P. Bouchaut, Redemp torist, zijn prachtig Sermoen deed over O L Vr. van R ipzebeke, was de ontroering algemeen. Daar verbleef het beeld tot in 1917, de Roosebeke Ommegang, wierd er jaarlijks gevi rd en groot was de menigte die bij het mirakuleus beeld kwam om hulp en troost. In 1917 wierd het mirakuleus beeld over gebracht naar Hamme en op 1 Juli 1919 wedergebracht naar Roeselaere waar het verbl ef tot 1920. 25 April 1920 groote dag het beeld wierd naar West-Roosebeke overgebracht, Z. E. H. Deken van Roeselaere schonk het beeld teru gaan West-Roosebeke.Geen men- schenwoord kan de ontroering en geestdrift beschrijven van de Roeselaersche bede vaarders en nog meer van de West-Roose- beeksche bevolking. Maria is dus weer in Roosebeke om gunsten en weldaden uit te deelen. Brave menschen komt ze vereeren met het grootste betrouwen. Te Roosebeke staat thans een Poperinghe- naar als pastoorE. H Gustaaf Desaegher. In de laatste zitting der Scheidsrechter lijke Kommissies werd de schade op len Au- gasti 1914, als volgt vastgesteld voor de hier never melde geteisterden LANGEMARCK. Bril S.loïs en deelgenooten Vanmarcke-Vermeersch Cyrille Tangfe Richard Baccara e-Van el slande Joannes Bril-Veifïiillie Charles Carrein A/thur BOESINGHE. Vandainme-.6waenepoel Henri YPER. Moerman Henri Woussen Joséphine Vanspranghe Jules Coene-Mis-iaen Victoor Gustave Peeters Karei Hooghe Broeders Detaver Gérard Uyttenhove Cyriel Murville Berthe 19 550 4.350 7.702 7.530 18.235 2.250 525 4.765 525 1.300 13.255 15.985 2.40 1.845 15.390 975. 39.030 ik eenige beternis. Gansch het gestel is meer opgewekt. is er beternis, mijnheer? Dat is moeilijk vast te stellen mevrouw... Oppervlakkig beschouwd zou men kunnen ja zeggen, maar... Bij het uitspreken van dit laatste woord, kreeg het gelaat van den dokter eene zeer onheilspellende uitdrukking. De lijderes verstomd zijn oordeel op de volgende wijze Het vergift heeft reeds eene zekere werking teweeg gebracht, welke hij niet raadt, maar die zou kunnen gevaarlijk wor den, zoo ik er meer innam. Om zich nog meer te verzekeren vroeg zij Is er onmiddelijk gevaar, mijnheer Neen mevrouw, maar ik moet u eenen anderen drank voorschrijven, waar gij alle uren eenen lepei van nemen zult De geneesheer vertrok en Karline ging uit, om hare zonderlinge boodschap te volbren gen. 't Was waarlijk die boodschap niet alleen, die hare verbazing opwekte, maar wel, al wat zij sedert den nacht gezienen gehoord had Schoorvoetend trad zij het eomniisariaat binnen, en was verheugd daar eenen goed- aardigen politieagent te zien staan, dien zij kende. Zij legde hem de zaak uit en werd weldra bij den hoogen ambtenaar gebracht. Mijnheer, zegde zij, ik ben de dienst meid van mevrouw weduwe Dillac. Gekend, zegde de commissaris. Zij ligt tegenwoordig ziek te bed en verzoekt, u twee agente" der geheime policie naar hare woning te wiilen zenden. De policieoverste keek de meid met onver- holene, verbaasdheid aan, ais hij dat hoorde. Gryson Petrus ZILLEBEKE WAESTEN. Cnockaert-Bonte Louis Verkruy*se-Roose Henri Hessel Sylvie Mahieu-Cousin Jules Deconinck-Bondue Thomas Casier-Dewaele Louis Vandelannoitte Guillaume Devroede Jules Breyne-Accou NEERWAESTEN. Vandendorpe-Samijn Charles PLOEGSTEERT. Marichal-Meersdom Lindeboom-Lalau Schouteten-Desouter W' Liebaert-Gillon 25.437,50 9.014 1.030 340 2.153 40.481 2 880 1.678 61.545 1.020 1.768 718 626 1.256 594 Opvolger van S. VANDEN BERGHE, Bertenplaats 8, (Kleine Markt), Wij zijn allen verplicht onze identiteits kaart bij ons te hebben. Het Tribunaal van Bergen vindt echter dat zulks een misbruik is, in strijd met de persoonlijke vrijheden der grondwet Het verbrekingshof herstelt de wettelijk heid van die verplichting met een vonnis in den aard van dat van Bergen te verbreken. Als wij nu die verplichting naar de letter willen uitvoeren zien wij dat er spraak is van de kaart bij ons te hebben, niet van ze te toonen. De miliciens van het bezettingsleger krij gen de volgende verlofdagen 1. Een dag verlof per maand werkelijken dienst. 2. Vijf dagen verlof in plaats en ter ver vanging van de wekelijksche permissie, die hun niet kunnen toegestaan worden omdat zij te ver van huis liggen. 3. Bij uitzondering en wanneer de dienst zulks niet belet, kan de militaire overheid nog acht verlofdagen toestaan. Op de Roomsch Katholieke begraafplaats te Eindhoven, in Holland, zal een gedenk teeken opgericht worden voor de vele aldaar overleden Belgische vluchtelingen en geïn terneerden gedurende den oorlog Er was een tijd dat geheime dossiers uitgespeeld werden tegen de Vlamingen. Tijdens de processen D' De Beuckelaere en D1 Daels werd daarover eene ondervraging gedaan in de Kamer. Onze franskiljons en Beulemans lieten maar begaan, ja, juichten al die onwelrie kende praktijken toe. Maar nu het bestaan an geheime dossiers in het proces Coppée gekend is zijn allen eens om zulks ten volle af te keuren. Volgens het wetsontwerp op de Kader, door Minister Forthomme ingediend zullen er voortaan 5720 officieren van ons leger deelmaken. De legereenheden zijn met de helft verminderd en het aantal officieren blijft gelijk Een officier voor 11 man Voeg daarbij nog dat al die officieren dik en duur betaald worden en van bijwinsten zooveel verdienen als aan eigenlijke wedde. Zoo springt onze militaire slokop met de centen der belastingbetalers om. Het antwoord van 't Belgisch Gouverne ment op de jongste nota van Duitschland werd aan het Duitsch landbestuur medege deeld. Dit antwoord stemt in hoofdzaak overeen met het antwoord van Frankrijk. Ditmaal is het gelukt. Tijdens de zitting van den Senaat werd de weddeverhooglng voor de Veldwachters gestemd. Minister Berryer is met ai zijne tegenkan tingen van een kale reis te huis gekomen. Het voorstel werd gestemd met 101 stem men tegen 8 en 3 onthoudingen. Pater Rutten deed geheel juist opmerken dat het niet aan te nemen is dat een veld wachter minder verdiend dan den vagebond, die per dag 11,75 fr. kost aan den Staat. Het is jammer voor de veldwachters dat deze oplossing zoo lang aangesleept heeft, zoodat zij thans, gezien de grootere levens duurte dan vroeger, geene volledige vol doening schenkt. Vóór den oorlog waren een groot aantal Belgen verzekerd bij Duitsche maatschap pijen. Thans hebben een aantal verzekerden een proces ingespannen tegen den Belgischen Staat nm schadevergoeding. Het Beroepshof van Brussel heeft echter beslist, dat noch uit de wet van 21 Maart 1920, noch uit het verdrag van Versailles blijkt, dat de Staat de schade van deze verzekerden moet dragen. De vergoeding werd daarom geweigerd. Baron Coppée wilde van den Voorzitter van het Assisenhof niet weten. Toen dit mislukte trachtte hij geheel den raad van gezworenen der Provincie Brabant verdacht te maken. Ditgetwist dient al om het proces verdaagd en door het op de lange baan te schuiven de belangstelling van het volk erin te vermin deren. Baron Coppée is hierin gelukt. De zitting van het Assisenhof, welke op 14 Januari moest beginnen, is gesloten ver klaard en de zaak Coppée wordt verschoven tot een anderen zittijd. Het zal onnoodig zijn er op te wijzen dat noch het Belgisch Gerecht noch de beschul digde met veel eer uit dezen warboel komen. Twee geheime agenten I herhaalde hij. Ja, mijnheer, mijne meesteres vraagt dat, en ik zal dan moeten maken dat zij on bemerkt in de woning geraken. Zonderling I Is uwe meesteres niet een weinig van haar verstand Neen, mijnheer in 't geheel niet. Wat zouden die mannen daar moeten verrichten. Ik weet het waarlijk niet, mijnheer... Mijne meesteres hepft mij de strikste ge heimhouding opgelegd, zonder mij den grond van haar gedacht te verklaren. Denkt zij dat er dieven in hare woning zijn Ik kan het u niet zeggen, mijnheer zij meende dat gij hare vraag gereedelijk zoudt ingewilligd hebben. Welnu ik zal er voor zorgen, zegde hij, plotseling een besluit nemende. Dank u, mijnheer, zullen de mannen met mij medegaan Neen, ik denk dat zij binnen een goed half uur aan uwe deur zullen zijn. Kent gij het adres, mijnheer Ja, heel goed. Ik mag dan heengaan Voorzeker. De meid keerde naar hare woning terug, en vertelde aan hare meesteres hoe de zaken stonden Intusschen ging de commissaris naar hot justiciepaleis, en trad er het kabinet van den onderzoeksrechter binnen. Deze zat gansch alleen vóór zijne schrijf tafel. Wel, mijnheer Monthoye zegde hij. Reeds aan ben arbeid Ja, mijnheer. Er is nochtans niet veel werk. M. Nolf, heeft een krediet aangevraagd van 247 duizend frank t^-n einde de kosten te dekken van het inrichten van de Vlaam sche lessen te Gent. Ten gevolge van den moord op den heer Heinz, voorzitter van separatisch bestuur van de Palts, is de aandacht der verbondenen nogeens gevestigd op de separatische wer king in Duitschland. Tussehen Londen, Parijs en Brussel wor den gedachtenwisselingen gehouden om te onderzoeken in hoever die beweging ont staat uit den wensch der bevolking of door den invloed van het buitenland. Het zijn vooral de Engelschen die deze beweging zeer wantrouwig bezien. Nu zullen zij een oog in 't zeil houden om alle verdere moeilijkheden te beletten. Zoo diep als hij nu i3 heeft onze frank tot nu toe nooit gezonken. Het schijnt dat er eene werking uit verschillige groote landen uitgaat tegen den Franschen frank. En ons arm frankske wordt erg medegesleept. Het bittere van de zaak is dat de massa der bevolking onder dien onhoudbaren toe stand zwaar begint te lijden. De menschen, die geen oorlogsspaarpot hebben, klagen putten in de steenen over de schrikkelijke toeneming der duurte van het leven. Zij zienf geen kans meer om de twee eindjes aaneen te knoopen. Men kan den toestand niet verhelpen met naar de oorzaken ervan te zoeken. Die lig gen soms zoo ver. Aan de vruchten kent men den boom. Al dat lijden, al dat verdriet en God weet wat er ons nog aan weedom en ellende te wach ten staat, dat al zijn vruchten van den oorlog. Dat men den boom met die giftige vruchten uitroeie. Dat de haat aan den oorlog, want die haat mag er zijn, alle menschen dicht aaneensnoere om eensgezind den oorlog te verklaren aan den oorlog. Deze week werd het proces gepleit te Pa rijs dat door 160 000 opgeëischte Belgische arbeiders wordt ingespannen tegen Duitsch land. Dit proces heeft de aandacht der" gansche beschaafde wereld gaande gehouden. Er zijn 40 duizend dossiers gevormd van 880 duizend zaken. Maar daar er hier eene rechtskwestie in het spel is heeft men enkel tien processen geheet te onderzoeken. De' uitspraak der andere zal steunen op het oor- deel dat geveld zal worden over deze tien zaken. Van Belgische zijde wil men juist bepalen welke de rechten ziin van den bezetteen deze van den bezetter De vraag of de be zetter die den oorlog verloren heeft alleen den bezetten Staat schadeloos moet stellen dient opgelost te zijn. Van Duitsche zijde houdt men staan dat de Belgische Staat de weggevoerden moet schadeloos stellen. Duitschland beweert dat in de 132 milliard, die aan de geallieerden toekomen, de sommen begrepen zijn voor de schadeloosstellingen zoowel van zaken als van personen. Men verwacht de uitspraak voor het begin van Februari. De opeisrhing onzer werklieden, gepleegd tegen het internationaal recht en het volken recht in, is een der monsterachtigste on- Indien men zijn eigen geluk niet betrachten kan, hoe kan men zoo vermetel zijn te betrouwen dat anderen, die er geen het minste voordeel in vinden, het voor u zullen doen De aarde is het rad van de fortuin waaraan slechts de onrechtveerdigen en de ikzuchtigen zich zondei wroeging va tklampen. Groote schreeuwers hebben veel kans door de wereld te gaan zonder kommer, omdat ze door hun verwaaid optreden de ootmoedigen en de vreesachtigen verpletteren. Wees matig in uwe woorden, want eensdaags kunnen deze tegen u getuigen door den mond van een ander. Met schoone beloften gooit men niemand builen. rechtvaardigheden door den bezetter tegen over ons volk gepleegd. Duitschland moest ten allen prijze nieuwe strijdkrachten sturen naar alle fronten. En om de leemten te vullen die op al de fronten waren ontstaan vonden de Duilschers er niets beters op, dan de Belgische werklieden op te eischen. Geen enkele stad, geen enkel dorp dat geen slachtoffers kent dier onmenschelijke wreedheid. Er werden 160 duizend Belgen ontvoerd. Zooveel slaven die op eene barbaarsche wijze behandeld werden. Zoovelen stierven in ballingschap. Zoovelen kwamen terug ge broken, geknakt voor hun heele leven. On telbaar zijn de slachtoffers die reeds op de kerkhoven rusten, gestorven nadat ze enke le dagen of maanden uit hun ballingschap terugkwamen.. &Ê&4 De Belgische regeering heeft de wegge voerden schadeloos gesteld, maar op on voldoende wijze. Duitschland moet nog eene nadere scha deloosstelling bezorgen in den vorm van pensioenen of anders. Dat zal van de uit spraak in dit proces afhangen. Naar het schijnt gaat men te Zedelghem, tusschen Brugge en Torhout, een nieuw ka zerne bouwen, de grootste van het land. Andce kazernen zouden ginder ook nog ge bouwd worden. Het ministerie van landsverdediging werkt flink aan den financieelen ondergang van het land. M Theunis heeft gelijk dat hij vertrouwen vraagt in den belgischen frank hij heeft er veel noodig. Uit de offic'eele normaalsscholen kwamen tijdens de jaren 1921-22 23 606 Onderwij zers en Onderwijzeressen. Uit de gemeente lijke en provinciale normaalschen kwamen er 783. Samen dus 1389. Daartegenover kwamen er uit onze vrije Katholieke normaalscholen gedurende die zelfde jaren 2489 onderwijzers en onder wijzeressen. Deze cijfers toonen eens te meer welk groot vertrouwen de Belgische bevolking stelt in het vrij Katholiek onderwijs Guido. Wanneer krijgen wij de te POPERINGHE. Van onzen jaarlijkschen weervoorspe'ler, kregen wij de volgende opgave, voor het jaar 1924, volgens de lotdagen. Januaritot den 20 der maand winterwe der met sneeuw daarna dooi met regen en en sneeuw. Feb-uari omtrent gedurig regen en sneeuw. Maarteerste helft afwisselend regen en vorstdaarna smoor, tamelijk koud. April veel regen en wind. Mei zomerweer met wat onweerwolken en een weinig regen. Banque pour favoriser les transactions Internationales Bank tot bevordering van Internationale handelszaken. Naaml. Venn. Maatsch. Zetel GENT. Neen, 't is als een dood seizoen voor ons... Zoodat gij verlangt om meer werk te hebben Inderdaad. Welnu er isrnisschien iets op handen. Zoo gij maakt mij nieuwsgierig. Ik kom hier om twee geheime agenten die zich naar een huis moeten begeven waar eene rijke weduwe ziek ligt. Om wat de doen Dat is niet geweten.. Ik denk dat er een geheim mede bemoeid is... Hebt gij geenen lust om te gaan Dat ware misschien niet slecht. De twee magistraten waren aanstonds 't akkoord en de zaak was dra geregeld. XVIII. Karline was nog niet lang tehuis, als er gebeld werd. Zij ging openen, en zag twee mannen vóór de deur staan, welke zij niet kende. Een van hen zegde Gij weet van onze komst inderdaad, mijnheeren, gelief binnen te komen. Zij leidde de twee bezoeker* in eene kleine spreekplaats en zegde ik zal eens zien indien het oogenblik geschikt is om ongemerkt boven te geraken. Geene twee minuten waren verloopen, als zij haastig terugkeerde en sprak Volgt mij, alles is goed Zij trokken naar boven en de ziekenkamer binnen. De lijderes opende de oogen en deze von kelden koortsachtig. De twee mannen groetten. Algemeene Bestuurder voor West-Vlaanderen FORREST L. AGENTSCHAPPEN POPERINCÏIIE, Groote Markt, 28, tel. 89 90. VEL'RNE, Ooststraat, 64, tel. 76. DIXMEOE, Wylgendyk, tel. 44. MOESKROEH, Toerkoenjestraat, 109, tel. 179. Wytschaete en omliggende, Agent Heer FOURNIER, Burgemeester. Beveren HeerTAHON.Gemeentesekretaris. Noordschoote Heer M. BAILLEUL, Ledeghem HeerG. DELANNOO, Westoutre Heer A. DECLERCQ. Rousbrugge Heer A. CLAEYSOONE. Gem.-ontv. Loo Heer V. CAMERLYNCK, ^^IIJKANTORENNleuwpoort, Proven, Watou, Leysele, Stavele, Alveringhem^^ Ha zegde zij, komt nader, Karline zal wat gij hier zult zien gebeuren... Wilt gij de deur sluiten. Parbleu, wij zijn daarvoor gekomen I De heer Monthoye en zijn onderhoorige—Welnu, neemt dan plaats in dat kamertje keken,zooals men denken kan.nieuwsgierig^en zegt aan den meid, wat gij zoudt kunnen toe en wachtten. De zieke vroeg Heeft iemand u gezien Niemand, madame antwoorddede rech ter. Dan is het goed... Karline open de deur van dat kamertje. in eenen hoek van de kamer opende de meid eene glazen deur, waaraan een door schijnend groen gordijn hing. o "v" "lv,u noodig hebben. Zij zal u alles bezorgen. Kort nadien had de ziekenkamer haar ge woon uitzicht hernomen. De twee heeren be vonden zich op hunnen post, en hadden de deur langs binnen gesloten, zoodat niemand hen kon verrassen. Esther had eenige boodschappen afgelegd, en was vervolgens eens binnengegaan bij hare vriendin. Deze was in 't huwelijk getreden met eenen Gelief daar binnen te gaan, heeren. apotheker Wilt gij ons eerst zeggen, madame, watt Nauwelijks had zij de dame begroet, of zij gij van ons verlangt vroeg de rechter. S vroeg Aanstonds, mijnheer, maar ga daarf Welnu, Esther, gij hebt mij toch geene eerst binnen en zeg mij indien gij van uit dat poets willen spelen, niet waar met mijn plaatsje, zonder gezien te worden alles kunt fleschken mede te nemen. opmerken, wat hier gebeurt i. De zaak werd beproefd en de mannen ant- VVoerdden bevestigend. Zoudt gij geduld genoeg hebben vroeg de zieke, om daar eenige uren te verblij ven Als er kwestie is van belangrijke zaken, ja, madame, wedervoer de rechter. Ik geloof dat de zaak al niet veel be langrijker kan zijn, mijne heeren. Er moeten hier personen in huis zijn die mij willen ver giftigen. De drie personen sidderden, als zij die vreeselijke woorden, zoo kalm uit den mond der lijderes hoorden komen. Hoe zou dat mogelijk zijn vroeg de rechter ongeloovg. Als 't u belieft, mijnheer, vraag mi; daar nu geenen uitleg over, maar volbreng mijne begeerte en bespied nauwkeurig alles .kommerd ben. Uw fleschken, Louisa Daar weet ik niets van... Weet gij niet, dat wij bij uw laatste be zoek gesproken hebben over mijne oogen die mij soms erg doen lijden Ja, dat herinner ik mij. Heb ik u dan geen fleschken getoond van dat groot vergift, waarmede ik ze wasch. Ik geloof ja inderdaad, er komt mij zoo iets te binnen. Welnu, wat is er van Het is niet meer te vinden. Zoo, dat is zonderling... Maar gij gaat u toch niet inbeelden dat ik het gestolen heb. Als gij het zelve niet zegt, neen... Ikweet er niets van, Louisa, maar, zeg, uw man heeft nog zulke fleschkens, niet waar Natuurlijk, Esther, ook is het onder dat Opzicht niet, dat ik over die verdwijning be- (Wordt voortgezet).

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1924 | | pagina 1