HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD ieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. SH ft si 1' DE HEKS VAN DEK KEMMELBERG Apotheek Frans Van de Plas ïeeerssasMME, 'mm f ABÖNNMMIPRSJS per JAAR TARIEF DER PRIJZEN: Wftian - uerKoopEngen «Missen I eoyujüercfiEgn Zondag 3" Januari i926 20 Centiemen 23e Jaar. TT 1 GELUKKIG KIND ZALIG NIEUWJAAR Lezers en Lezeressen Met het nieuwe Jaar. Hieuujjaarkaantjes ROMAN door A. HAAS UIT HET VOLKSLEVEN Nieuwjaar en Driekoningen PROEFT DE Suikerij F.C. Jacobs Oe Oude en de Nieuwe Tijd. Nieuwe voorschriften op Weeldetaks. Politiek Overzicht De nieuwe belastingen. Dosfel is Overleden. De ontdekte Primitief te Yper De Oppositie. De huishuurwel. Gouden Priester - Jubelfeest Ds Belgen in Frankrijk. j^er d<-' indruk dezer bijna onbekende litur- '|H In Stad 8 fr. In Belgie per post 9 fr. 50 Buitenland 1 5 fr. 00 Eene inlassching O fr. 70 per regel 2 en 3 Iniasschingen O fr. 60 per regel 1 fr. 50 per regel 5 frank HERHAALDE ANNÜNCEN prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moe ten tegen den Donderdag avond ingezonden worden. Kleine berichten tegen den jj Vrijdag noen tj Gasthuisstraat, 15, Poperinghe T éfoo" 9 Posichécfc «5 570 1 Gelukkig kind Dat daar in 't zand Speelt met uw kameraadjes Er tuimelt, en Er rolt en boit, Of vecht met uw maatjes Uw wangen zijn Twee bloem en Uw hartje een stukje zonne, Dat lachen doet, Den heelen dag, Van zaalge levenswonne Straks draaft gij door Het weiland, dat Met bloemen is bcpereid Een vlinder na, En vangt gij hem, 't Is u een heele wereld Fons Van de Maele. aan al onze Groote verwachtingen. Het jaar 1925 is uitgeleefd en wordt ver vangen door een boorling, zoo kloek en krachtig van gestel dat hij bestemd schijnt om eene volledige eeuw mee te gaan, in stede van nog geen vierhonderd dagen. Daar zijn al weinig dingen in de wereld die eene prachtiger gelegenheid tot hopen en verwachten bieden dan een nieuw jaar. 't ls een kapstok waaraan de menscb zijne verlangens, zijne wenschen, zijne be trachtingen hangt. 't ls eene schouw waarin hij, grootgewor- den kind, den korf zijner hoop zet. Een nest waarin hij op de windeieren van zijne zotte inbeelding zit te broeien. Wat verwachten wij al niet van die arme twaali maanden, die toch uit denzelfden meelzak gebakken zijn, die ons, sinds we brood mogen, boterhammen heeft bezorgd. Ik zöu een jaar verder willen zijn hoort men heele dagen zeggen. Is dat geen bewijs dat men alles van de toekomst verwacht, en gedurig wissels in de lucht trekt op de komende dagen 't Blijft de oude mensch en de oude wereld, en wij zijn zoo naïef te gelooven dat de bittere levensflesch voortaan zoet zal sma ken omdat inen eene versche etiket heeft opgeplakt. Nieuwjaarsdag wordt een dag van vurige betrachting. Hij verschijnt ons van maanden te voor in een nimbus van peperkoek kussen en fooien, van nieuwsjaarbrieven vol belof ten van beterschap en onderdanigheid, eeden van vriendschap, en onvermoeibare gedien stigheid. Óch 't nieuwjaar is toch zoo afschuwelijk spoedig't oudjaar geworden en van al 't geen men er zich over voorstelde.blijft niets anders over dan 't geen van eene kermis overbijft die giesteren plaats greep. 1926 zal gelijk de vorige jaren zijn deel wiegen en kisten aanvoeren, zijn tegenslagen en zijn invallen. Het zal zijn deel zonnige dagen opleveren en zijn deel andere op de welke de wereld zoo tegen onze goesting draait, dat wij hoorndul zijn te moeten mee draaien. Wij zullen een aantal dubbel zessen gooien en daaromtrent evenveel eentjes in den Ievenszak. Wij zullen de zonne van ge luk op ons pad zien schijnen en den nevel van den rampspoed zien dalen op onzen weg. Er zijn geene jaren van enkel droefheid en er zijn er nog veel minder van louter genot. Door de i dag gaan gelijk God hem ge schapen heeft, is nog best, en niets van 't leven verwachten is een aan te prijzen stelregel schenkt het leven dan toch nog iets, 't is zuivere winst. Zulks verhindert ons niet onze lezers zooveel geluk toe te wenschen in 't komend jaar, ais zij dragen kunnen. Dit is de juiste maat. Er bestaat ook te veel geluk, gelijk men op een wafel te veel suiker kan strooien. Maar al te veel aan 't leven vragen is eene onuitputdare bronne van smart. Waar zullen wij eens wagens genoeg vinden om die ber gen van ongelukken af te voeren, die men te gemoet liep als gezegende gebeurtenissen. Hoeveel schepen waarmede men den stroom des levens opvaarde, het zoogezegd geluk, de liefde, de vree te gemoet, zonken niet tot onpeilbare diepten met al hare hoop, hare schitterende vooruitzichten en hun gewaagd en roekeloos vertrouwen op den verrader lijken onbestendigen morgen. Onderlusschen, wenschen wij uit de vol heid ven ons gemoed, dat 1926 mijne, mis schien wel wat al te oiv lichterende bespie gelingen moge beschamen. G. v. A. Onzeabonnenten uit den Vreemde worden verzocht aanstonds liet bedrag van hun abonnement 1926, op fe sturen 15 frank. Degenen die ons min opstuurden, worden verzocht het te kort te zenden. De prijs is 15 frank in Belgisch geld. worden door ons spoedig en ter trouw be zorgd Men gelieve de naamkaartjes in steendruk op tijd» ^an te vragen. Zie het einde van ons Mengelwerk DE NIEUWE RIJKEN op het Vierde Blad. Mengelwerk van De Poperinqhenaar 3 Die heeft me aangerand in plaats van uw spook, Esteile, beweerde Fioris. Hij deelde nu mee, hoe hij Albijn ontmoet te, toen hij Dora naar haar huis geleidde. Dan zou Albijn jaloersch geweest zijn? merkte Ruya op. Hij heeft nog boodschap pen voor Dora gedaan, kolen naar boven gebracht, eens een kofier. Hij is jonkman... misschien ziet hij Dora gaarne. Dat hij dan maar oplet, zei Esteüe. Of zij, want die Albijn lijkt me nu een schavuit, sprak Fioris. Zij kan hem betooveren. Als hij u sloeg, heeft hij misschien moeten gehoorza men aan de heks. Die spotten met mcnschen, die ze helpen. Ha, ik zou schuw zijn, moest ik als jonkman met zoo een verkeeren. Ze heeft u ook aangetrokken, mijnheer Fioris. Waarom Dat ge haar mande droeg Ze heeft u doen gehoorzamen, door iets in haar eigen te zeggen. Anders zoudt ge als mijnheer zoo niet met een mande sleuren I Ge hebt een klein gedacht van mijn gedienstigheid, schertste Verschalde. Ik kwam den berg op en zag dat meisje met haar vracht en, ware het nu een oude vrouw geweest, of gelijk wie, 'k zou ook een handje geholpen hebben. Verschalde betoogde, hoe dwaas bijgeloof was... ik herinner mij nog, toen ik,jongen zijnde en dat ik mijn Nieuwjaarbrief met gulden boorden vóór mijn peter op Nieuwjaaroch tend aflas, hij, een afstammeling uit den goeden cüwen tijd, mij antwoordde met zijn nieuwsjaardlcht op te zeggen, dat iuiddeals volgt «Nieuwe jaren zijn nieuwe ruizen Nieuw e ruizen uit de buizen, Ongemak en anders niet Dat op 't Nieuwejaar geschiedt. Ratten en muizen Al op die dagen Gaan om d'oorer. af te knagen Kelder, koffer en schapraa Roepen aile om genaa Om dit alies aan deze Jonge lapperheeren uit te deelen Koeken, peren, appels en geld Dat is al het Nieuwjaar Dat die wenschers kwelt. 'k Heb gewenscht al naar die dagen Om aan u, lieden, mijn brief op te dragen En daarvoor moet ik veel zwijgen Uit de scholen van goede manieren En bid ik Jezus zoet Opdat hij u zou geven Zegen en voorspoed En al dat ik u wenschen moet Ziedaar, vriend lezer, dezen schertsenden typisch-fijnen eh guitig-snadkschen nieuw- jaarwensch dien mijn peter als wederwoord op mijnen brief wist op te dragen, met zijn aardig schril-fijn stemmeke. dat ik moeilijk een schaterlach bedwingen kon. Om de pikante schelmsche zinspeling van het rijmdicht briefje te snappen moet men het aandachtig lezen, herlezen en overwegen 't Is zoo leuk gedacht en gezegd. Toch kreeg ik desniettemin aiiijd een goeie fooi van mijnen braven peter zaliger, hij was toch zoo goedhertig en gemoedelijk Kort op Nieuwjaardag volgt Driekonin genfeest in de volkstaal Dertiendag geheeten, omdat hij de dertienden dag is na Kerstdag. Vroeger zagen wij rond die dagen, eigenaardige typen van mannen, dorp en stad afketsen, met eene bont gekleurde sterre die zij bij het schreeuwerig gezang van een oud lied deden draaien en rondschijve- ren door aan eene koord te snakken. Trekkende van huis tot huis om eene fooi, dan zongen zij «Wel sterre, gij moet er zoo stille niet staan, Gij moet er met ons naar Bethlehem gaan Het gebruik van met die gekleurde papie ren sterre rond te zwerven is zoo goed als heelemaal uit de streek verdwenen Jammer genoeg (1) Op Dertiendag hoort men nu aan den volksmond het onaardig gedicht ontglippen, doelende op de drie Wijzen 't Was op nen Dertienavond De bakker sloeg zijn wijf Al met de heete koekpale Zoo deerlijk op haar lijf. Wat'gaan wij dien bakker geven Al voor zijn nieuwe jaar Een kindeke in de wiege Met schoon gekringeld haar. Hoe gaan wij dat kindje heeten Gaspaard. Scheer eenen baard Scheer hem schoone Voor 'n kroone, Scheer hem net Voor nen bolleket. Scheer hem rond Voor nen dubbelen koeistr PEDO (1) In Poperinghe leeft dit gebruik nog \oort ieder Kerstdag hebben we hier een inwoner die rond gaat met de Sterre en aan de deuren een Kerstdagliedje zingt. (Nota der Redactie). SN OE MOEREN. 't Werd daar zoo eenvoudig zakelijk rtoor Dr Brutsaert op een vergadering te Dix.tnatde meegedeeld Binnen eenige dagen moeten wij den electrischen stroom geven, die cle pompen in de hoeven zal doen draaien En we zouden haast zeggen Wencesias Coeberghes moet trillen in zijp graf Had de ondernemende man dat kunnen voorzien. 't Is Wencelas Coeberghes, die van het eerst de Moeren droog maalde. Hij was een Antwerpenaar, geboren in 1560, een geniale Vlaming, schilder-bouwkundige, en we zou den in onzen tijd zeggen, een sociaal werker. Zoo richtte hij de banken van leening in, oorspronkelijk bedoeld om den armen te helpen. De leus was Hier leent aren den armen, ook zonder intrest Een bank van Uening, eveneens berg van barmhartig heid genoemd, door Coeberghes gebouwd, bestaai nog te Winoksbergen, in Franseh Vlaanderen. Coeberghes was algemeen toezichter dier banken en reisde veel. Zoo leerde hij ook de Moeren kennen, een uitgestrekte waterplas, tusschen Hondschoote, Veurneen Bergen.— De dorpen Houthem, Buiscamp, Ghyvelde, Uxem en Warhem lagen aan den oever. Een Duinkerkenaar ook een Vlaming want Duinkerke was Vlaamsch zekere Roland Gerard, maakte een plan op om die Moeren droogte leggen. Maar hij durfde het blijk baar niet aan. Coeberghes durfde dit wel. Met den inge nieur Van Huyck ging hij in 1616 de triestige, verlaten streek bezien. En het plan werd bespioken en opgemaakt. Coeberghes onder handelde dan met Alberius en Isabella, die ons land bestuurden. Na driejaar werd een akkoord gerpaakt. Het stuk was in het Franseh, maar wemelt van Vlaamsche woor den als dikage, rincksloten, caveis, gemet, gemetsgelijcke, dyck-vellinghe, wateringe, moerevaert, scheydegrachten, baimhaten, enz. Coeberghes stelde zich aan het werk. De Moeren werden door een dijk omringd en aan de buitenzijde door een lingvaart. Van de ringvaart groef men een kanaal naar de achterhaven van Duinkerke om aldaar het water te loozen. In 1623 werJen de twintig molens geplaatst die het water uit de Moeren in de ringvaart pompieri. Door het nieuw kanaal stroomde het bij ebbe te Duinkerke in zee. in 1624 waren de Moeren droog. Men bezaaide ze met rapen,-die goed ge lukten. In 1625 plantte men boomen en rijke bur gers van Winoksbergen en Veurne bouwden er lusthoven. Men had 3.255 Ha. land ge wonnen. Men bouwde er hoeven. In 1631 stond er een kerk, de Moerkerke. Rond de kerk richtte men 40 huizen op. Voor de kerk werd een wekelijksche markt gehouden. Helaas, de oorlog verstoorde dit vredes werk. Duinkerke was een vesting van be lang. in 1645 barste de krijg uit. Wij hadden er niet mee te stellen't ging tusschen Frankrijk en Spanje. Maar de Gouverneur van Duinkerke wilde zijn Stad dekken door het water (de historie van 1914 aan den Yzer) en stak de dijken door. In eenige uren liepen de Moeren voi. Veel menschen ver dronken, bijna al het vee kwam om, huizen storten in. De kerk bleef staan. Coeberghen stierf van hartzeerhij was toen 86 jaar oud. Duinkerke werd toch veroverd. En het land er om heen was onveilig door allerlei geboefte. Zoo waren er acht roovers in 1647, die samen werkten en stolen en moordden te Kellem, Warhem, Hond schoote, Leysele. Over dag kon men ze niet opsporen. De schavuiten voeren eer het donker werd in een bootje over de Moeren naar de kerk en brachten hun buit op den zolder der kerk, die met het dak boven den vloed uit stak. In 1649 werden ze door een visscher be merkt maar ze bedreigden hem zoo, dat de man hen niet durfde verraden. In 1650 stormde het, en het bootje der roovers sloeg van de kerkgoot los en dobberde weg. De bandieten zaten gevangen cp den kerkzol- der. Ze hadden eten, maar toen dit op was, schoten ze hun geweren af, om de aandacht te trekken. De visscher, die het geheim kende, zekere Jozef Leen van Ghyvelde, hoorde het... maar zweeg. En toen de schoten ophielden, voer hij met eenige kameraden naar de kerk.,. Ze vonden acht lijken op den zolder. De roo vers waren van den honger gestorven... In 1466 werden de moeren weer droog gelegd, 't Ging sukkelend, maar in 1780 was het werk voltooid. En normaal liepen ge- deette.n onder, en waren er langen tijd overstroomde gedeelten. Oudere van dagen weten het nog, hoe men daar riet sneed om degroofe schuren van Veurne-Ambacht te dekken. Maar er werd naar betere waterin gen gezocht en de Vlaamsche en Fransctie Moeren vormen nu eerlijke landouwen. In de Lente van 1918, toen de Duitschers zoo onrustwekkend snel oprukten onstonden weer plannen om de Moeren te doen onderloopen. De bewone-is werden reeds gewaarschuwd. Het is gelukkig zoo ver niet gekomen. Een gedeelte van den oorlog woonden de Koning en de Koningin op een landgoed in de Moeren. Zoo is in het hart de geschiedenis van die eigenaardige streek. Nu zal de electriciteit zorgen, dat het water in de vaarten en grachten in het goede perk blijven, want daar de Moeren onder het vlak der zee liggen, moet men kunstma tig voer de afvloeiing zorgen. Vlaanderen bezit merkwaardige oorden; in de scholen leert men er weinig van. In Holland Kent ieder kind de Haarlemmer meer, ook drooggemaakte Moeren en de Purmer, en de Schermer en andere droog makerijen lijkt men ginder zegt. Hoe beter we Vlaanderen kennen, hoe meer we weten, wat de voorouders al ge worsteld hebben voor hun eigen grond, hoe meer we Vlaanderen zullen beminnen. A. HANS. - NUTTIGE IM 'CHTlNuEN. Door koninklijk besluit van 18 Juli 1925, zijn er wijzigingen aangebracht in de boek houding die verplichtend is voor het zegel op de weeldetaks. I. Kwijtsc riftzegel op de prijzen van ver bruiken in de gasthoven en spijshuizen. De kwittantiezegel bedraagt 10centiemen per 500 frank of 5 frank per 100 frank, vol gens de som ja dan neen 10 frank per persoon overschrijdt. De restaurateurs moeten zich bedienen van boekjes genoemd duplicaatboekjes sa mengesteld uit gedrukteafscheidbare formu lieren welke afwisselen met bladen bestemd tot het afdrukken van den kwijtbrief door tusschenplaatsing van carboonpapier. Elk formulier omvat de benaming en het adres van de inrichting, alsmede een volg nummer dat ook op het duplicaat voorkomt. De kwijtschriften vermelden de omstandige opsomming en het totaal der uitgaaf en wanneer het eetmalen geldt, het aantal couverts. II. Kwijtschriftzegel op de koopprijzen van weeldartikelen. De handelaar in voorwerpen vatbaar voor weeldetaks moeten zich bedienen voor de opmaking der kwi tantien van 10 frank en meer, van gedruLtt 4»rm'.;'Jaren gescheurd ofwel uit stamboehj<.L ofwel uit een boek samengesteld uit afscheidbare bladen welke afwisselen met vaste bladen bestemd tot het afdrukken van den kwijtbrief door tusschen plaatsing van carboonpapier. Elk formulier omvat den naam en het adres van den handelaar, alsmede een volg nummer, dat ook op ijeu stam of op het duplicaat overgedragen wordt. De kwittantien alsmede hunne stammen of duplicaten vermelden, benevens het be drag der betaalde som, den aard der ver kochte voorwerpen en hunnen verkoopprijs. Wanneer het automobielen, motorrijwielen, booten of bootjes geldt, omvatten ze boven dien al de noodige gegevens tot het erken nen van het voeituig, en namelijk, wat de automobielen aangaat, het type van het rijtuig, het aantal plaatsen, het nummer en den datum van vervaardiging van het onderstel, het merk, type en nummer van den motor. Met afwijking van het vorig artikel, mo gen de handelaars er zich toe bepalen de voldane facturen te boeken in het register voor de uitgaande facturen, dat voldoet aan de vereischten van artikel 53 der wet van 28 Augustus 1921 op de overdrachtstaks. De verkoopers niet handelaars plakken het ganscbe zegel op de kwittantie en maken het onbruikbaar. Indien de verkoop van een voorwerp vat baar vcor weeidetab in den vreemde geslo ten wordt met het oog op den invoer zal de kwittantie binnen den maand na den invoer of na de betaling onderwerpen aan het visa of aan de buitengewone stempeling bij den ontvanger der registratje. ill. Kwijtschriftzegel op den aankoop van Geestrijke dranken. Het zegelrecht van 10 frank per honderd frank wordt toegepast op den stam van het vervoei bescheid door den verkooper opge maakt volgens de voorschriften in zake accijnsen. De stam van het vervoei bescheid evenals het losbiad van dit bescheid aan den kooper uitgereikt ofwel de faktuur of de kwittantie vermelden den koopprijs en de aanduiding der verkochte dranken, de namen en adres sen van den kooper en den verkooper. Het zegelrecht wordt voldaan op het oogenblik der levering. In aile gevallen wordt het benedengedeelte van het zegel aangebracht op het formulier door den verkooper te behouden, terwijl het bovengedeelte aan den kooper wordt uitgereikt. De uitbaters van spijshuizen evenals de handelaars in voorwerpen van weeldetaks vatbaar, inoefen ook inventaris houden van hunne stamboeken of registers. Elk statnboekje wordt in dien inventaris opgenomen met aanduiding van den datum zijner ingebruikste! ing het krijgt een orde nummer dat op den omslag overgedragen wordt. De inventaris vermeldt het aantal bladen van ieder stamboekje en den datum der laatste inschrijving. De boeken, registers en inventarissen hier voorschreven zullen drie jaren bewaard worden. Het verlies of de voorbarige ver nietiging van al of een deel der stukken wordt gestraft met eene boete van 500 frank Albijn Vrieze. Ruya hield ook herberg en er kwam nog iemand in de gelagkamer. Dat gebeurde weinig 's avonds en vooral niet bij slecht weer. In de herberg brandde zelf geen licht. - Kom maar doorriep vtouw Ruya. Ze kon evengoed in de keuken een glas bier schenken. Esteile trok de deur, die op een kier stond, verder open. Ieder schrok. Het was Albijn Vrieze, die zich vertoonde. Verschalde sprong recht. Hij zou nu op tegenweer bereid zijn. Maar Albijn wens .hie vriendelijk goeden avond, vroeg een glas-birr en zette zicli aan tafel. Fioris hield hem in 't oog. Hij zag op de linkerwang een striem. Daar heb ik den kerel met mijn rij zweep geraakt, dacht hij. Nu twijfel ik niet meer of hij was de aanrander. Ruya begon over het weer. Wat kwam de stroc-per hier doen Ver- s halde vroeg zich dit af. Zeker eens hi noren, of hij herkend was geword en en -of de schilder met vervolging zou dreigen Ha, mijnheer Verschalde, ik h.eb u vanavond al tegen gekomen, zei A lbijn Vrieze. Ge hielpt de heks van den Kers mei- berg. Maar ge moogt wel voorzichtig zij n en om twee redenen ten e'jrste, dat ge niet betooverd wordt en ten tweede, sommrgen zouden jaloersch kunnen zijn. Ik ken er een die het tieel zeker niet zal ver bragsrs als ge bij de dochter Viota kr,mt. Dat was nu toch al 1 t onbeschaamd. Maar Fioris beheerschtte zich. Man, ge zei dat meisje toch vriendelijk goeden avond, herinnerde hij. Ge noemdet ze toen niet een heks, maar Dora. O, ja. Ik wilde ze niet beleedigen. Zijt ge gevallen vroeg Verschalde dan. Ge hebt een blauwen streep op uw ;ak. Ik ben tegen een boom geloopen... Of tegen een zweep. Ik weet niet, wat ge wilt zeggen Neen Neen ik, mijnheer Verschalde. Ge kent al goed mijn naam. O, ja, uw vader heeft eigendommen in de streek, he, hernam Albijn. Maar wat spreekt ge van een zweep O niets. Den naasten keer zal ik een pistool gebruiken, want ik wil gerust over den berg gaan. Ruya, wat wil mijnheer Verschalde nu zeggen vroeg de strooper. Laat er Ruya maar buiten, hernam Fioris. Die was vanavond niet op den weg. Maar bedoelt ge dan dat ik iets mis daan heb Ik kom wel van Brugge, maar ge houdt me toch niet voor een zot, hoop ik vroeg Verschalde. Ha, neen, ik peins veel eer, dat ge straf geleerd zijt. Maar het is of ge mij voor den aap zit te houden. En dat wil ik nu toch ook niet. De kerel was voor Verschalde onuit staanbaar. Gij zijt het zeker niet geweest, die me over een kwartier aangerand hebt 1 snauwde hij. Ik? Ha dat is durven liegen Maar ge Opvolger van S. VANDE BERGÏiE Bertenpiaats, 8, (Kleine Markt) Poperinghe Het lot is dus verworpen. Vcor ons nieuw- jaargeschenk krijgen wij voor 580miliioin nieuwe belastingen. Na wat bieden en dirgen, na wat veran deren en verdraaien a! raar den een of dm anderen zijn goesting of voo deel, zijn de noodige m.llioenen gestemd en wij zullen ze willens rullens moeten betalen. Maar de krachtinspanning die ons ge raagd wordt en die in haar eigen ernsiig is, kan goede gevolgen hebben. Belgie, ons land, is nog altijd deerlijk ziek van de wonden die het in den grooten oorlog bekomen heeft. Onze staatskas is vooral deerlijk gehavend uit den strijd gekomen. De opeenvolgende Regeeringen hebten loffelijke pogingen aangewend om beterschap te bew erken. Maar 't ging niet. Was het r,u dat zij verkeerd werkten, ofwel zochten aar 't niet te v nden was,ofwel niet genoeg hebben durven doortasten, een zaak is zeker Belgie was ziek en Belgie bleef ziek. Dsn is Minister Janssens aangekomen. Die zou een gezonder toestand scheppen, die zou de zieke genezen. Minister Janssens is begonnen met het regelen onzer schuld tegenover Amerika. Deze zaak is effen. Nu wil hij onzen frank op vaste voeten zetten en hem onttrekken aan de wisselval ligheden die onzen economischen welvaart hinderen en het dure leven verergeren en JStCLQJgCIT. Dat is het doel dat Minister Janssens zich voorhoudt en dat hij wii bereiken. iedereen moet toch bekennen dat, moest zulk doel kunnen bereikt worden, Belgie als genezen zou opstaan uit de oorlogsziekte aaraan het nog lijdende is. Als men dien uitslag wil, moet men de middelen durven aanwenden die tot dat eind doel moeten geleiden. Minister Janssens had geld en veel geld noodig en daarbij den steun van de buiten- landsche financiers. Ja maar, die mannen zijn niet van zin hun schoon geld in een krakend Belgie te steken. Als eerste voor waarde hunner hulpverleening hebben zij gesteld dat onze staatsbegroo- tins in volkomen evenwicht moest zijn. Dat wil zeggen dat wij met gewone middelen de gewone uitgaven moeten bestrijden. Daar bestaan nu twee middelen om de ontbrekende sommen in te vullen De uit gaven inkrimpen en de inkomsten ver meerderen. De regeering beweert dat voor het oogenblik geene besparingen meer kunnen gedaan worden. M. Theunis heeft in den tijd dat liedje tot vervelens foe afgezongen. Dan blijft enkel het eenige middelbelas tingen effen. De Regeering komt dit middel te gebruiken. Met 580 millioen belastingen te leggen is onze begrooting in evenwicht Natuurlijk zou men bij het bespreken der belastingen stof vmden voor veel kritiek In zake belasting gaat het best de rekening van zijnen gebuur te maken. Sommige zaken worden getroffen die beter ouden gerust gelaten geweest zijn. Andere zijn ofwel te licht ofwel te zwaar belast. De ondervinding zal dat wel leeren en de noodige veranderingen kunnen dan nog aan gebracht worden. Maar ieder rechtzinnig mensch zal moeten toegeven dat de Regeering thans den tijd niet gehad heeft om een nieuw belastings stelsel, vrij van alle gebreken in te brengen. Noodged wonden heeft zij moeten opbouwen op een systeem dat door de vorige Regeering ingebracht geweest is. De Regeering moest iets doen wilde zij ons land redden. De belastingen die nu ge legd zijn moeten medehelpen tot vastzetten van ons geld, wat op zijn beurt vastheid zal geven aan handel en nijverheid alsook aan de prijzen der levensmiddelen. Zoo dit middel gelukt, en het moet geluk ken, dan zal Belgie wederom het gezonde Belgie zijn met zijn vooroorlogsche welvaart en rijkdom. Lodewijk Dosfel is «overleden. Wat een droeve mare! De dood heeft mild gegrepen in de ran gen onzer vooraanstaande Vlamingen. Na een Dr Depla, na een Dr Vande Perre, een dewijk Dosfel. Lodewijk Dosfel was een der edelste fi guren uii de Vlaamsche Beweging. Als student, als prozaschrijver, als too- neeldichter stond hij in de eerste rij. Als Advokaat had hij reeds naam ge maakt. Hij was tevens een der grootste werkers voor de Vlaamsche Hoogeschool uitbreiding, voor het Davidsfonds, enz. Onder den oorlog heeft Dosfel een leer aarstoel aanveerd aan de vervlaamschte Hongeschool te Geut. Niettegenstaande gansch Vlaanderen gaan getuigen voor de onbaatzuchtigheid en de eerlijkheid van Dosfel's optreden, werd deze in 1920, toen de gemoederen nog te zeer door poiitieken hartstocht beneveld waren, tot 10 jaren gevangenis en 10 jaren draagt het bewijs, kijk u aan En Fioris Verschalde wees naar de blauwe plek. Het merkteeken van mijn zweep her nam hij. Maar zijt ge nu heelegansch zot, vroeg de strooper. Ge zult me kwaad maken. Ik rand geen menschen aan... Ik ben een vreedzaam mari en iaat ieder gerust. Ge keekt al kwaad naar mij, toen ik bi de juffer was en haar mand droeg. Ge verbeeldt u datZijt ge al zoo ja ioersch, dat ge in ieder een mededinger ziet Ge maakt u belachelijk, mijnheer. Stil toch, Albijn suste Ruya. Stil I Ik Ha, mijnheer Verschalde moet niet peinzen dat ik mijn muiie voor hem houd, omdat hij eer. heer uit de stad en rijk is. Ik zwijg voor niemand en plooi me nooit, en ik heb geen heeren van doen. En dat Dora Viota maar oplet voor heertjes, die toch nooit een arm meisje trouwen, dat zeg ik. Lasteraarriep Verschalde uit. Gij lastert mij nog al meer en ik zou zeker braaf moeten zwijgen. Maar dat niet al was uw vader meester van al 't land, dat ge hier van den berg zietWat geef ik om u Gij of een schooier, het is me al gelijk. Albijn Vrieze stond op. Hij dronk zijn glas leeg en betaalde. ik ga mijn weg voort, zei hij. En mijn heere zai wel doen zijn leugens voor zich te houden. Mijn leugens Ja. En het is nu genoeg. Elk een goe den avond. Hij kreeg een gemompel tot antwoord. En Esteile sloot de voordeur achter hem toe, blij dat de strooper weg was. - >-.<•» v<: Cliché ons medegedeeld door La Libre Belgique De schilderijenhersteller G. Lcegenhoek, van Brugge, heeft dezer dagen een belang rijke ontdekking gedaan in het Godshuis te Yper. De schilderij verbeeldt Jozef van Ari- mathea met den rooden mantel en de roode pels der ridders van het gulden vlies, het lichaam van Christus in zijn armen houdende. Achter hem Sint-Jan. Naast hem de Moedermaagd met gevouwen handen. Op het achterplan, rechts, Magdalena en op r •'•-org'Oh-' -w?, die waarschijnlijk den schenker der schilderij zal verbeel den. Het moet een schilderij zijn uit de school van Quinten Metsys. Zij is 1 m. 05 breed op 0 m. 75 hoog en was overschilderd de fond (die nu goud is) in kleur van granietmarmer het vleesch der wezens van O.L.V., Sint-Jan en Magdalena was met eene laag vuile kleuren overgeschilderd om krabbelingen van nagels te dekken de mantel met vuil blauw, zoo cok de roode draperiën waren met vuile kleuren overdekt. berooving zijner burgerrechten veroordeeld, Hij de groote idealist Dosfel. Een verzoekschrift tot begenadiging, het welk 36 duizend handteekens droeg, werd van de hand gewezen. Later kwam Dosfel op vrije voeten. In den laatsten tijd leefde hij in Derder- monde van waar hij door Het Vlaamsche Land over geheel het Vlaamsche Land de edelste gevoelens van zijne christene Katho lieke ziel liet weerklinken. Het oordeel van Dosfel, dat in al de laat ste moeilijkheden die het strijdende Vlaan deren op zijn weg ontmoette, toonaange vend was, was de vrucht van rijp overden ken van een klaren geest. Het gezapige, be- redende woord van Dr Dosfel is als rijp zaad gevallen, op het veld van Vlaanderen. Mochte dit zaad,nu dat de Meester er niet meer is, toch nog voortgroeien. De oogst zal mischien niet verloren zijn. Als men de huilpartij aanhoort, die eiken dag v.an uit de bladen der oppositie tegen de Regeering opgaat, dan zou men wei eens geneigd zijn te denken, dat het niet zoo gemakkelijk zou gaan om de noodige be lastingen door te krijgen. Menschen, die door toeval of door ongeluk met een oppo sitieblad versukkeld zitten,moeten zeker wel groote gedachten hebben over cie schrikke lijke Regeering Poullet die zoo wreed en zoo verwoed bestreden wordt. En Och Heere! Als men de zaken wat meer van dichtbij beschouwt, aan kan men niet nalaten bin- nenmonds te herhalenVeel geschreeuw en 0! zoo weinig wol!... Oppositie! Is dat oppositie De Liberaien hebben niet één enkel woord verteld bij de aigemeene bespreking over het eerst besproken belastingsontwerp En de Katholieken M. Jaspar, leider der Katholieke oppositie, een tiental stemmen sterk, eindigde zijne rede met te zeggen dat hij toch de nieuwe belastingen zou stemmen. Anderen als M. Carton de Wiart en Poncelet zouden ze stemmen... zonder geestdrift 11 't ls maar povertjes zulk een oppositie. Gelukkig dat er nog Fronters en Commu nisten zijn die ook bij de oppositie mogen gerekend worden. Dat eene Regeering, die pas enkele maan den aan het stuur zit, zulke groote plannen kan uitwerken ais het finantieplan van Minister Janssen, dat is het grootste bewijs van hare degelijkheid. Ten gevolge der stemmingen, deze week uitgebracht in Kamer en Senaat, wordt de bestaande huishuurwet nog voor één jaar als de Fransche geplaatst. Maar nauwelijks is die kwestie geregeld, of men komt met nieuwe uitzonderingen voor den dag. Trou wens, de Belgen ondergaan hetzelfde lot als deandere vreemdelingen. De Fransche Kamer heeft met groote meerderheid van stemmen een wetsontwerp aangenomen, strekkende tot heffing van 20 t.h. op iederen verkoop of overdracht van goederen, toebehoorende aaneen vreemdeling. De heer Missoll, afge vaardigde van Parijs, wiens voorstel werd aangenomen, verklaart, dat dit nog maar een begin is, en dat er andere maatregelen, die niet minder sterk zijn, zullen genomen worden. Guido. te Wastvleteren. Mijnheer Fioris, iet op voor dien kerel waarschuwde Ruya nu. Eigenlijk is ieder benauwd voor hem. En hij doet zoo geheim zinnig. Hij is voorzeker hier gekomen om te toonen dat hij niet bevreesd is voor u. Maar ik ben het van hem ook niet. Hij mag het weten. Toch, voorzichtig lijn... Ik kan geen bewijzen geven, maar ik geloof, dat Albijn steelt en rooft en dat hij iemand een kwaden slag durft geven ook, sprak Ruya. Hij is te slim om zich te laten pakken. Ieder zou wen schen dat hij uit de streek verdween. En zou die Dora met hem verkeeren vroeg Esteile. Maar neen, antwoordde Verschalde. Ze is daartoe veel te beschaafd en te ontwik keld. Dora is een ware dame. Maar waarom is Albijn dan zoo ja loersch Dat vind ik toch aardig. O, hij haat me misschien omdat ik.s. heer ben. Ge hebt van die domme kinun Ze kunnen geen enkelen vreemdelim streek verdragen. jper. En Men sprak nog wat over den.cht toe en inmiddels nam de wind nog iimelberg. huilde vervaarlijk over den fcn kamer zat Toen Verschalde op zijden zijn gedach- en nog wat wilde lezen iota. Hij kon haar ten telkens af naar D<en. beeld niet van zich x zijn en hoe was haar Wie zou ze eige geschiedenis vaar tegen zulken laster Maar ik,0r Fioris. ik moet haar toch verdedigen,^uen. nader leere re maal verwittigd. Eeiw. Pater ILDEFONSUS Reeds dagen te voren was 't te zien dat er in de stille Trappistenabdij van Sint-Sixtus iets gaande was iedereen wist het ook en weldra zag men het eenvoudige kerkje een feestgetooi opzetten, zooals het er wellicht nog nooit een gezien had. En wie 't voorrecht had kunnen genieten in 't binnenste van 't klooster te geraken, had er vaantjes en bloemenkransen en jaarschriften zien han gen waar hij ook keek op 26 December im mers, tweeden Keritdag, zou Eerw. Pater Ildefonsus Fieu zijn Gouden Priester-jubel feest vieren. Karei Fieu, die Westvleternaar geboren is 23 April 1841trad er in 't klooster den 29 April 1867, werd priester gewijd In 1875, en bekleedde er opvolgent- lijk het ambt van econoom, gactheer, novi- cenmeester, ziekenmeester. Hij zag er alle paters en broeders in 't klooster toekomen en nu zouden zij hun oud vaderken weerdig vieren: Voor een d:g hebben ze hun ge woonten van streng siifzwijgen en mager le- verlengd. Zij blijft dus in voege tot 1 Jan'uari ven opgegeven. Na Moppen en 't kleunen q27 I en't vlechten en ff opstellen der vorige da- Tijdens de bespreking heeft men herhaal- gen begon om 9hur/0e kerkelijke P'echtig- delijk beloofd dat iti den loop van liet nieuweI16'1' van 'iet 1' E J T iaar een nieuwe huishuurwet 7011 onvernaakt kroon en -st'1» met esn diepdoorvoelde aan- jaar een nieuwe nuisnuurwet zou opgemaakt akva. Hoogeerw. Vader Abt. Die de en' 1 n|eChtiF'ei^ bijwoonden geraakten diep on- Dank aan de schrandere bedrijvigheid en 1 gie de Hoogmis door den ouden jubi- toewijding van Barron Gaiffier d'Hestroy i,-'s ze'f me' pontifikale assistentie opgedra- ziin de Beige», die in Frankrijk verblijven, ,eneen welverzorgd koor voerde de zangen wat de belastingen betreft op denzelfden vo> Ult- wat heeft de kerk toch schoone plexén .-lijk op hem drupten van weggeduwde takke 34, twijgen. Eensklaps stond Albijn Vrieze voor Verschalde, zoo in de natuur verd herkende hem niet dadelijk. Nu zijn we getweeën,, zei de stroop op ruwen toon. Laat me gerustsnauwde Fioris, als uit een visioen geschokt. Ja, als gij Dora Viota gerust laat. Nu 's morgens was het toch droog. Witie^ a|g kwamen van boven de vlakte gedjg 'jn in een blauwe zee. En de zon gla struiken druppels, die van boomen leekten. t .ar buiten, den I'loris Verscha,de ging^ eze| en joeken schilderbak over den r onder den arm. t beschouwd. En nu Hij had de natu\>e werken Erwas zoo- ,eg?,ide dien nacht geweldig, maar was hij gejaagd 9hi Ze vast te leggen op beken ik het, dat ik u gisteravond aange- veel sehoonhejfe kan spoedig vergaan als rand heb. Ik gaf u dien slag... 't paneel. Mauw. smeltende^ bezorgde kostvrouw, had hem Virgin,i1 eenige uren te wachten. Dan aangepopgedroogd zijn. Ze sprak over het zou/van natte voeten. En mijnheer Fioris ge'een stadsmensch, niet gewoon aan de .elvettige klei van den berg. Maar Verschalde had haastig 't ontbijt door de keel gejaagd. En nu ademde hij diep en keek om zich heen. Hoe schoon, hoe goddelijk schoon herhaalde hij telkens. O, wat is Vlaanderen hier vol heerlijkheid En dat is ons eigen landje... Wat ben ik blij, gekomen te zijn. Dooreen blauwe nevel glansde Yper gin der als een blanke stede. In 't ronde blonken roode daken tusschen het goud van den herfst. Er lagen ook groene en purper plek ken op de vlakte. Verschalde vond overal schoonheid en het was moeilijk een keuze te doen. Alles had hij bijeen willen garen en hij voelde door zijn duft tevens machteloosheid of toch te korf van kracht. Hij dwaalde rond, sloeg dreven en paadjes in, onbewust van den regen, die als parels Ha, ge liegt het niet meer af. We staan hier alleen, en ik beken het. Maar ik ben niet zoo stom, om dat te zeggen, als er getuigen bij zijn als tot Ruya's. Ik wil daarvoor niet in den bak gedraaid worden. Gij kunt niets bewijzen, en ik lach met poli tie en gerecht... En dat I De blauwe plek zat er nog, en Verschalde wees er naar. Gevallen... tegen een boom geioopen... al wat ge wilt. Het is voor 't gerecht geen bewijs. Ge hebt me met uw zweep geslagen en het kwam goed aan, ge hebt u verweerd, ik zeg daar niets van. Ik zou me ook niet la ten slaan. Maar moei u niet met Dora Viota. fk zal dat aan u vragen... ik wil het niet. En mijnheer Verschal de.,. we staan hier alleen, niemand hoort ons, maar luister goed. Als ge met Dora Viota loopt, bij mijn zielezaligheid, dan ver moord ik u ais een beest. Albijn Vrieze zei het kalm, doch het klonk afschuwelijk. En even sidderde Verschalde. Ge verstaat dat, hernam de strooper. Ik vermoord u al dede ze er me den kop voor af. Ik dood u zoo gemakkelijk als een haas of konijn. Vervolgt.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1926 | | pagina 1