HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. DE HEKS VAN DEN KEMMELBERG ABONJ&WTPRIJS per JAAR: Bertetiten - uerKooptngen uiioeuerSfMSEti-UAfiriESTE, oruRherij Zondag 2" Mei 1926. 20 Centiemen 23e Jaar. ITr 18. Sociale Wetenschap. Onze Arbeidende Jeugd Wervik aan het Heilig Hart ROMAN door IIYTV» Het familieleven in heidenwereld Christendom Politiek Overzicht Leest en verspreidt "De Poperirigbeagar,, TOMBOLA Plechtige Bisschopwijding BALATUM In t Buitenland In Stad 3 fr In Belgie per no#t 9 fr 9® Buitenland 1 6 fr. W© TARIEF DLR F hij ZEN: Eene Inlassching O fr. 70 per regel 2 en 3 Inlasschingen O fr. 60 per regel uomM RouwDerichien 1 fr. 50.per regel 6 frank HERHAALDE ANNONCEN prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moe ten tegen den Donderdag avond i n ezonden worden.Kleine berichten tegen den Vrijdag noen Gasthuisstraat, 15, Poperinghe Tetdfoon 9. Postchöck 15 570 FHUNGHZNAAR Het leven is een weldaad van God die het schiep. Het is zijn schuld niet maar die van den mensch dat armoede en zwakheid wor den uitgebuit. Een rechtvaardiger loon moet meer geluk en vreugde in't leven invoeren want den drang ernaar heeft Goi in 's menschens h.irt gelegd. Hit leven onderhouden is voor icderen mensch een plicht, opgelegd door de natuur. Ui: die plicht ontstaat het recht om die dingen te verkrijgej waardoor men het leven onderhouden kan. Dat is voor den arbeider zijn loon, dat niet onvoldoende mag zijn om een spaatzimen en oppassenden arbeider en zijn gezin te onderhouden. Stellig is het niet van eenig belang ont daan h'er een scherp inkijken te wagen in toestanden die met onze arbeidende jon gens en meisjes eenigzins uitstaans hebben. Eertijds waren de gevaren voor het ziele- leven van de jeugdige arbeiders en arbeid sters niet zoo angstbarend als in onzen modernen tijd van wulp ch genei) van zin nelijk genot en wufte kleederdracht. De groot-nijverheid, die de zielen van zoovele knapen en meisjes in hare kolk heeft ver zwonden was toen slechts aan het opkomen. De groote werkhuizen en fabrieken waar deugdzame en bedorvene jongelingen en jonge dochters in talrijke scharen samen- zwalpen, waren onbekend. Wat vooral niet bestond, was het verder felijk socialism dat in de laatste jaren er zich bijzonder op toelegt om de arbeidende jeugd onder zijne klauwen te krijgen. Weliswaar Gods Kerk waakt. Zij roept alle Katholieken, die van het dreigend ge vaar bewust zijn, te weer en te wapen, om te redden wat te redden valt. Hoe den strijd aangepakt Door jongelingskringen en vak scholen in het leven te roepen, door het steu nen van patronaten en studiekringen die allenthenen reeds zijn afgericht. Pater Rut ten, de man met wijze ondervinding, zegde weleer dees Overal waar geen instellin gen bestaan voor den jongeling en de jonge dochter gedurende de jaren, die hen scheiden yan den tijd, dat ze met de grooten kunnen optrekken, bestaat een groote betreurens waardige gaping in onze sociale werken De tijd door Pater Rutten bedoeld, zijn de jaren die verloopen tusschen de lageie scho len en de kazerne... Van school te huis ge komen, moet de jongen gaan werken in de stad of op den buiten meestal op werven in werkhuizen en fabrieken. Hij is het zich be wust, dat hij geen kind meer is, maar wel op weg een man te worden en dat geeft hem levensdurf en levensblijheid. Alras wil hij zijne ontluikende krachten in daden omzetten om ?oo spoedig mogelijk gen groote man te worden. Hoe gemakkelijk meent de argelooze jongen niet dat het beste middel is de grooten vooral in hunne gebre ken na te apen. Ter fabriek ruischt hem eene onzedige taal in de ooren, het bloed jaagt hem naar de wargen en hij bloost. Dat maakt hem schuchter en 't lijkt hem kinderachtig. Andeie werkgezellen zijn dranklustig, maar hij kreeg nog maar zelden drank over de lippen. Daarom tracht de knaap zoo spoedig mogelijk de grooten ge lijk te zijn in het uitslaan \,an liederlijke taal pn in het slurpen van dtanken. Van liever lede hebben zich zoo de lagere hartstochten ontketend en helaas het goede dat in dat jong hert nog schuil hield is versmacht. Stellen wij tegenover dezen een knaap die bij patronaat of studiekring is ingelijfd. De kiemen van het goede die in dezes hert ge zaaid liggen, wassen weelderig op tot zoo vele sierlijke geurende deugden. Van den werkmansiongen is alles te ma ken, wanneer eene benendig-wijze hand hem drilt en zijne vorming leidt. Mgr. Mercier zaliger zegde eens in zake jeugdorganisatie dat in het patronaat de godsdienstige vor ming niet alleen moet voltooid worden, doch dat ook de opleiding tot deugdelijk lid der Maatschappij daAr moet beginnen. Nagenoeg hetzelfde geldt voor het werk meisje. Hetzij het een handwerk leert, het rij het als fabriekwerkster geld moet verdienen, al te gemakkelijk verliest zij de gaven die de vrouw versieren. Evenwel ligt de redding voor de hand, immers in ieder vrouwenhart klopt een moederhart wiens gevoelige sna ren men door edele gevoelens kan doen rillen. Ook voor hen dienen patronaten, stu diebonden en jeugdorganisatie, kook- en huishoudleergangen, meisjesbescherming en naaischolen ingericht. Geheel de geschikte werking is den lande door reeds goed aan den gang. Maar mocht ze nog meer uitgebreid, nog steviger ingericht, nog krachtdadiger door gedreven worden. Mochten meer en meer ontwikkelden bijspringen en mochten de begoeden meer en meer steunen. Zoo zoude onze jongelieden-organisatie welig en krach tiger opschieten tot heil onze opkomende jeugd, Kerk en Staat ten bate Pedo». De stad Wervik zal dit jaar opentlijk Christus-Koning huldigen. Het gemeentebestuur zal naar 't voorbeeld van verschillige steden in ons land en vol gens het uitdrukkelijk verlangen onzer gees telijke overheid, de stad plechtig toewijden aan het Heilig Hart van Jezus. Op Zondag 1 Oogst zal er in de schaduw onzer heerlijke parochiekerk de ziel onzer stad een prachtig monument aan den Liefdevorst oprijzen, een gedenksteen van Werviks diep geloof en innigen godsdienstzin. Dat alle vrienden en vereerders van Jezus' Heilig Hart van Wervik en omliggende het hunne bijbrengen tot het slagen dezer groot- sche geloofsmanifestatie. Mengelwerk van De Poperinghenaar 19 Eindelijk was het tijd om te vertrekken. Boer Loos, zijn vrouw, Maria, een dochter en Mandus stegen in de sjeeze. Een andere dochter, Bertha, zou thuiswachten. Die ging nooit uit. Men zei, dat ze kwezelachtig was De sjeeze reed naar 't dorp. Het gezin zou eerst de mis bijwonen. Mandus spande 't paard uit. Dan drentel de hij nog wat. Estelle verscheen niet. Maar ze kon reeds in dc kerk zijn. Mandus bad het bedehuis binnen. Er was veel volk, maar Mandus wist, waar Estelle altijd zat. Hij bemerkte haar niet. Geweldige teleurstelling bekwam hem. Maar ze kon zich wat verlaat hebben. Man dus bleef bij de portaal deur staan. En tel kens keek hij in spanning op, wanneer er laatekomers binnen traden. Doch zijn ver loofde vertoonde zich niet. Zou ze haar kop uitwerken vroeg Mandus zich ongerust af. Ze is misschien naar de vroegmis geweest. Ze zal ten tienen wel buiten aan de kerk staan. Maar Mandus was zeer wantrouwend. Hij kon zijn aandacht niet bij de mis bepalen. Geen heilige gedachten vervulden hem. De wrok in zijn hart nam toe. Soms voelde Mandus neiging om naar buiten te loopen. Hij bedwong zich en Wij hadden het over den familieband bij heidenen en christenen. Die band nu ver- eenigt en bindt, slapper of vaster, het huis gezin of de familie, gevormd door man, vrouw en kind. Welke rol speelt de echtge- noote in het heidensch familieleven God heeft de vrouw geschapen tot gezellin, hulp en gelijke van den man, om hem steeds ter zijde te staan. Is de rnan het hoofd van 't huisgezin, deechtgenoote en moeder moest er het hert van vormen. Ziedaar de weerdig- heid en de plaats der vrouw in het plan van God. Wat heeft het heidendom daarvan ge maakt Helaas, gaat eikendeen gebukt onder den vloek, die hem in onze stamouders heeft getroffen, dan schijnt de vrouw met een dubbelen vloek beladen, als hadzij de schuld van Adam en Eva samen uit te boeten.Moes ten wij de geschiedenis der vrouw in het heidendom beschrijven,wijzouden het slechts met tranen kunnen de vrije, gelijkweerdige levensgezellin is eenesiavingeworden,slavin der lusten en der wreedheid van den man. Bijna overal bij de heidensche volkeren wordt de vrouw als eene koopwaar behan deld, als eene ziellooze zaak zooals de ne ger vmchten en boomen verkoopt, zooals de nomade zijne schapen van de hand doet, zoo verkoopt men vrouwen en dochters voor geld men bepraat en bedingt de weer de van het meisje, dat men tot vrouw wil hebben, als gold het een dier. En waartoe koopt men de vrouw De Australiër laat zich door zijne vrouwen be dienen en voeden hoe meer vrouwen, des te aangenamer en behaaglijker leven voor hem. In Columbia kiest een vrijer steeds het meisje, dat hqt hardst kan werken. De Tur koman betaalt tweemaal zooveel voor een jonge weduwe, die doorgaans beter op de hoogte is van het huishouden en handiger dan een jong meisje. En zoo konden wij voortgaan met de doenwijze van Grieken, Romeinen uit de oudheid, enz. Van alle eer beroofd, biengt de vrouw geen liefde mee in het huwelijk, en vindt er ook geen ware litfde. Hoe zou zulks immers, waar de heiden zijne liefde over velen ver deden moet, of waar het hert der vrouw vol ijverzucht is en haat tegenover mededing sters Hoe kan de vrouw dengene achten en beminnen, die haar onbeperkte meester is, die haar mishandelt, die haar van haar kinders wegjaagt de ellende in, die haar zelfs dooden kan naar willekeur De pen weigert z:ch verder te leenen aan het beschrijven van die ellende. Wat een leven I Vreugdeloos, zonder geluk, zonder liefde trekken de dagen voorbij de vrou* is slavin van de wieg tot het graf. Zelfj de dood van den echtgenoot maakt Laar niet vrij, als zij maar in feestdos den brandstapel niet bestijgen moet, of levend wordt be graven. Vrouwen en meisjes, wat zoudt gij zijn zonder het Christendom Weet gij nu, waar aan gij Juw geluk, uwe weerdigheid en eet zijt verschuldigd 't Is Christus, die u heeft opgeheven uit het stof, en u weder eene plaats naast den man heeft gegeven. Uwe slavenketens heeft Hij met machiige hand verbroken,en u weer gekroond tot meesleres en koningin van 't huis. Laten wij ons al verheugen om die overwinning ophetheiden- dom want, er klopt nu weer een hert in het christen huisgezin. Oneindig diep was het vrouwelijk geslacht verzonken maar hoe rampzalig diep ook, het werd tGch hooger verheven dan het ooit had gestaan, verheven inde zuiverste Maagd en Moeder, die ooit de aarde heeft gedragen, in de allerheiligste Moeder Gods Maria. Christelijke meisjes en vrouwen en moeders, wie benijdt u niet zulk een toonbeeld Maria's zuiverheid en ootmoed is u allen tot voorbeeld geworden hare liefde tot haar kind en tot haar echtgenoot wordt aan uwe liefde ter navolging voorgesteld. Weet dan dat lage en verborgen machten aan het werk zijn, dat aan uwe onschuld en uw geloof gevaarlijke strikken worden ge spannen. Jong meisje en echtgenoote zoekt men van hare reinheid te berooven ligt eens die leliebloem van haren stengel losgerukt, dan woeit en schudt men de wortels los van het geloof, dat diep in uw hert staat geplant. O, de vijand weet het zoo goed komt de moeder in haar geloof te wankelen, dan is ook het huisgezin veroverd. Maar 't en zal I Hier werd u aangetoond hoe treurig uw lot is, hoe treurig de toestand van heel uw geslacht, overal waar het Chris ten geloof niet heerscht. Gij zult de hand niet laten slaan aan de grondslagen van uw geloof want, gij valt met uw geloof. Hoe meer de christelijke geest uit de gezinnen verdwijnt, hoe meer de eer van de vrouw op den achtergrond geraakt. Al moest ook alles wankelen en dreigen in te storten rondom, klampt u va«t aan het altaar der Kerk laat het niet ios, o neen laat het niet los. Zij, die u vleien vandaag en als 't ware aanbidden, zij zullen u morgen onschuld en geloof onfrooven zij zullen u afwerpen Maar toen de mis geëindigd was ging hij vlug heen. Estelle was.daar niet. Ze kan nog komen, zei hij, zich weer bemoedigend. Hij begaf zich naar.de herberg en spande de sjeeze weer in. Hij voerde ze bij de kerk. Vader, moeder en Maria wachtten daar. Estelle was niet bij hen. Ha, ze wil niet komen I sprak Mandus bij zich zelf. Heel goed. Ze kopt. Waar blijft Estelle vroeg Maria. Hoe laat zou ze hier zijn Ze gaat niet mee, snauwde Mandus. Gaat ze niet mee I Boer Loos herhaalde dit met verbazing. Ze kan niet weg. Kom maar in... 't Is tijd, ais we te Yper den trein willen halen, hernam Mandus. En zwijg over Estelle. Hij voelde veel lust ook thuis te blijven. De dag was bedorven. Maar in koppigheid ook nu, besloot hij wel naar Meenen te gaan. Estelle moest niet meenen, dat hij ze achterna zou loopen. Estelle kan nog komen, merkte moeder Loos, een goedige vrouw op. Wacht een letje. Neen, 't is tijd... Estelle komt niet, zeg ik, bromde Mandus. Moeder begreep wel, dat haar zoon zijn verloofde toch verwacht had. Er moest ruzie zijn. Maar Mandus zou er nu niet over spreken. Ze moest hem eens ondervragen, thuis in een kalm oogenblik. Mandus beminde haar toch innig. Dat wist ze wel. En hij kon zeer vertrouwelijk zijn. De sjeeze reed heen, den weg naar Yper op. Mandus mende het paard. Hij sprak geen woord, De 10 maandendienst. De Kamer heeft met eene groote meerder heid de dienstregeling van tien, twaalf en dertien maanden volgens wij verledene week medegedeeld hebben, aangenomen. Herhaaldelijk werd er op gewezen dat die dienstregeling slechts voorloopig is voor de klassen 1925 en 1926 en dat weldra eene verandering aan geheel het legerstatuut eiken verderen dienst zal regelen. Zoo kwam het dat, spijtig genoeg, de vrijstellingen voor talrijke huisgezinnen, door M. Marck gevraagd, niet kan toege staan worden. De personen immers, die door dit amendement zouden bevoordeeligd geweest zijn en tot de klas 25 behoorend, zouden reeds hun dienst omtrent ten einde zijn vooraleer ervan te kunnen genieten. De dienst van zes maanden werd ook niet aangenomen. Deze werd door de Fronters voorgesteld. Het moet ook gezegd worden dat vele Democraten, zoowel Christene als Socialis tische bij dezestemming maar een flauw figuur gemaakt hebben. Dat brengt het noodlot te moeten regeeren zoo al bij. De Socialist Mathieu stelde voor de tien maanden op al de reeksen toe te passen. Om te gehoorzamen aan de beslissing van de Socialistische groep moest M. Mathieu die neergelegde amendementen intrekken. Zij werden door de Fronters overgenomen doch bij groote meerderheid verworpen. De Kamer heeft dus de 10 maandendienst gestemd. De 10 maandendienst was voorgesteld doordenonlangsafgelreden minister Kestens. De 10 maandendienst bestond onder het ministerschap van den Heer De\ èze, vóór de bezetting van de Roer. Het herstellen van den 10 maandendienst nadat het bezetten der Roer sedert een paar jaar een einde nam, dat wordt nu door som mige bladen een onrustbare stemming genoemd. Wat de liberaal Devèze doet is wel. Als de Katholiek Poullet hetzelfde doet, dan deugt het heelemaal niet. Wat treurige mentaliteit I Het Spoorwegpersoneel. In het beheer van Spoorwegen, zoowel als in de andere beheeren van het Departe ment van Spoorwezen, Z. P. T. T en Lucht vaart wordt stelselmatig personeelverminde- r'ng betracht, zonder daarom den goeden gang van den dienst fn gevaar te brengen. Op 31 December 1924 had het personeel effectief van Spoorwegen een getalsterkte van 107 483 eenheden. Op 30 Juni 1925 viel dit cijfer op 104.111 om den 31 December 1925 terug te klimmen tot 104.388. De terugkomst van het goed seizoen, dat past aan de vernieuwingswerken op de baan uil té'foëfëïï,"*dee3'êeri "gedeelte"3er'vöórTöoï pige werklieden, tijdens het slecht seizoen afgedankt, terug in dienst roepen. De Gewapende Machten. Over enkele maanden hielden de Brussel- Fascisten, faro-fascisten worden ze ge noemd geweld met de gewapende nachten die zij zouden stichten om hunne voorrechten fe verdedigen. Dit werd door velen ais een jongensgrap aanzien. De Socialisten echter namen het zoo niet op. Zij doen nu werkelijk wat de fascisten wel hadden willen doen en stichten gewapende roode wachten, om eiken aanval op de de mocratie te beschermen. Daartoe zouden de Socialisten vragenlijs ten rond die om zoo te zeggen afgeschreven waren van de omzendbrieven der fascisten. Zouden de anti-democraten wel beginnen vrees te gevoelen De Liberale heeren Hy- mans en Devèze hebben reeds gevraagd aan de Regeering welke maatregelen zij meent te nemen tegen de roode wachten. Minister Poullet heeft geantwoord dat de Regeering de hulp van niemand noodig heeft om de orde te handhaven. Hij heeft gelezen op de straffen die men kan oploopen bij een aanslag tot burgeroorlog. De wet geldt voor allen. Ze moet nageleefd worden en het par ket zal daarvoor zorgen. De bladen deelen mede dat de fascistische organisaties van Brussel aan Burgemeester Max een schrijven gezonden hebben, eiscbende dat de socialistische betooging van 1 Mei niet zou doorgaan, daar de fascis ten besloten zijn tegen te betoogen en het dus wenschelijk is alle wanordelijkheden te vermijden. Zouden de fascistische keffertjes wel voor zichtig zijn met zoo den socialisfischen dog hond tartend uit zijn hok te lokken, x van den troon, waarop u Christus heeft ge plaatst, en neerstorten in stof en slijk. Opent zoo wijd gij kunt derhalve, uwe herten voor ons heilig geloof en weet het wel, en ver geet het nooit ln 't Christendom zijt gij eene koningin, daarbuiten eene slavin van 't moderne heidendom De Strijd Geldrmtehttegen Democratie. Er wordt thans in ons land een strijd ge voerd die voor de toekomst der Democratie van het uiterste belang is. Die strijd is begonnen daags na de verkie zingen van 5 April 1925 en hij wordt met den dag vinniger en vinniger. De strijd wordt geleverd tusschen de Democratie, die op 5 April gezegepraald heeft en de financie- macht, kort gezegd de Geldmacht, die zijn politieke invloed ziet verminderen. De Democratie: Socialisten en Christenen te zamen kwam aan het bestuur van het iand en beschikte,over eene sterke meerderheid. Politiek gesproken staat de Regeering sterk en is in staat menigen aanval af te slaan. Maar het is een tegenslag dat het eerste en voor het oogenblik het voornaamste werk dat de Democratische Regeering moet elfen brengen, juist de geldelijke toestand van het land is. De Staatsfinancies waren in zulk een erbarmelijken toestand dat men niet genoeg de mannen kan bewonderen, die het aangedurfd hebben daar orde in te brengen. Dat de huidige Regeering om de centen van eenieder te redden en de Staatskas te verbeteren de hulp noodig heeft, niet van een groep, niet van eene partij, maar wei van geheel het land, dat jfs juist een flauwe kant der Regeering. En die flauwe zijde hebben de anti-regeeringsgezinden weten te bewer ken om hun verloren invloed opnieuw te bemachtigen. De geldmannen waren er zeker van dat zij hun woordje zouden moeten medespreken bij de regeling der Staatsfinancies. Men kan nogal aannemen dat zij hieruit wel hun kleine en groote winstjes zouden weten te maken. Doch dat zij ter wille dier te geven hulp hunne verwaandheid, hunnen dwanglust zoover zouden drijven dat zij de Democrati sche Regeering zouden willen kelderen om de Geldmacht over het Land te lalen heer- schen, neen dat zou men toch niet hebben durven denken. En toch is de toestand zoo. De vijanden der Democratie, de Liberalen en de Conservatieven, maken misbruik van hunne geldmacht om hand in hand de huidi ge Regeering te bespringen. Zij werken rap, want zij weten ook dat, zoo zij deze eenige gelegenheid laten voorbijgaan, zij ze in geen jaren meer zullen terug krijgen. De Regeering had gemeend met eerlijke vijanden te doen te hebben.Zij dacht dat de geldmannen ten minste ervoor zouden ge zwicht hebben het laad geldelijk ten onderen te brengen om de Regeering te treffen. De ondervinding heeft geleerd dat het zoo niet is. Het land werd getroffen en de financie- macht heeft eene zege behaald. Nu moet de Regeering voor die macht zwichten en de strijd tusschen Politiek en Financie is er des te erger om. Nu moet de Regeering de financiemannen telkens in het oog zjen bij de daden die zij sfëif. Ter wilïe "der geMelijke opbeuring van het land moet de Politiek buigen voor het Geld. Daar ligt de oorzaak van het gemis aan krachtdadigheid dat wij bij de Regeer ing soms bespeuren. De macht van het Geld is groot. Alhoewel wij het ten bate van Land en Volk vuriglijk wenschen, durven wij nog niet zeker hopen dat het de Regeering zal zijn, die in den strijd tusschen Politiek en Geldmacht zal zegepralen. De geruchten over eene aanstaande Re- geeringscrisis of ten minste eene wijziging in de Regeering worden hoe langer hoe vas ter. Er wordt van alles voorzien, drieledige of extraparlementaire regeering of enkel vervanging van zekere Ministers Ja zelf er zijn er die reeds een Mussolini in het ver schiet zien. Zal de Regeering deze moeilijkheid te boven komen zooals zooveel andere die zij reeds overwonnen heeft. Het is mogelijk en wenschelijk ook. Maar het is zeker en het zal steeds moeten gezegd worden dat het Ministerie Poullet het land heeft willen redden en zijn volk heeft willen dienen. Dat zullen de Liberalen noch de Behouds- gezlnden, met al hun geldmacht, van zich- zelven niet mogen zeggen. Duur brood. Toen Insjgrtijd de prijs van het brood op sloeg, schreven en zeiden de Socialisten 't Is de schuld van het Ministerie Theunis. Wij hebben herhaaldelijk opgewezen dat de socialisten de waarheid niet dienden bij zulke beweringen. Maar wij moeten er thans bijvoegen, dat de bladen en de politiekers, die nu de heeren Poullet en Janssen verantwoordelijk stéllen voor de duurte van het brood, nog schaamte loozer liegen dan indertijd de Socialisten. Want ze weten beter dan iemand, dat het verschei pen van den duren tijd te wijten is aan de gewetenlooze politiekers en andere deugnieten, die de eerste poging tot stabili satie van den frank deden mislukken door wantrouwen te zaaien onder de kapitaal krachtige bevolking en door hun eigen land te kleineeren en te belasteren in den vreemde. Estelle had defamilieLooszien wegrijden. Ze stond op de helling van den berg. Toen kwam ze vlug naar beneden om de mis bij te wonen. Ze had geen vollen vrede met haar be sluit. Ze zei bij zich zelve, dat ze Mandus een les wilde geven over zijn onbeschoftheid. Hij moest maar zoo grof niet zijn. En ze wist dat hij na die ruzie gedronken had. Dat waren nog leeiijker manieren. Maar toch had Estelle geen vrede. Niet alleen om die grofheid meed ze Mandus... Een dwaze hoop bestormde haar naief gemoed. Mijnheer Floris kwam niet meer bij Dora Viota. Ze wist het. Ze had hem bespied. En Floris was vriendelijk jegens Estelle. En wie weet... vroeg hij haar niet tot vrouw. Hij had haar portret wel gemaakt. En hij sprak zoo minzaan. Neen, bij Dora kwam hijnietmeer. 'tWas uit met het schilderen. Toch bleef mijnheer Verschalde op den Kemmelberg. 't Is misschien voor mij, dacht Estelle. En daarom liet ze Mandus Loos alleen naar Meenen vertrekken. Aan de kerk zei een meisje Moest ge niet mee dé Waar mee snauwde Estelle, toch blozend. Met mij niet... En ook niet met het oude Bertje daar I Maar met Mandus, van eigen, die over vijf minuten naar Yper is gereden. Ikmoet het paardjtoch niet vast houden zeker Is het waar, dat het tusschen u ge tweeën uit is Zoudt gij dan Mandus willen mis' schien M'n ziele neen, 'k heb er een. De De Vlottende Schuld. De Commissie voor de Vlottende Schuld, bestaande uit bevoegde ministers, parle mentsleden en bankiers, diende deze week een voorstel in dat, naar aller overtuiging, het consolideeren der vlottende schuld moet doen gelukken. De Regeering neemt het voorstel aan. Allen, Bankiers inbegrepen, zijn het nu eens en fen uiteiste verheugd over den be komen uitslag, welken zij aanzien als een eerste stap tot de algemeene bevredigende oplossing. Dit voorstel komt hierop neer. Eene leening zou uitgegeven worden tegen de volgende voorwaarden. De dragers van Muntbons, die vervallen op 1 December 1926, de dragers van Schatkistbons op zes maanden en het publiek mogen op de lee ning inschrijven. Het publiek dat geen dra gers is van voormelde bons zal het met geld moeten doen. De leening wordt uitgegeven voor een ter mijn van 5 jaar van bons met ge waarborgden wissel zoo wat het kapitaal ais de intrest betreft. De intrest is 61. h. vrij val a'Ie taksen de supertaks en de erfenistaksen. De prijs der uitgifte is vastgesteld op 95 t. h. Minister Janssen verzocht de pers, omwille van het algemeen welzijn, hare defaitische propaganda te willen staken. Als antwoord op dit verzoek kondigt La Libre Belgique een artikeltje af, waarin door valscheden en dwaasheden getracht wordt den goeden indruk te verminderen, door het treffen der overeenkomst teweeg gebracht. Zoo speelt de schijnheilige Libre hare Pilatus-rol voort. Guido. I>e JXïeuwe Vragen en antwoorden voor allerlei ambachten Ik ben Schrijnwerker-Meubelmaker. Vraag. Wat moet geplakt voor een uitstalkas of etalagerekken voor kruideniers winkel of welkdanige winkel. Antwoord. 1 fr. per 100. Ik ben peerdenhandelaar. Vraag. Wat plakken bij den aankoop van een peerd. 1' Rechts'reeks van den boer. Antwoord. 1 De paardhandelaar zal de factuur afleveren. 2' Door tussehenkomst van facteur. Antwoord. i %o op verhandeling tus schen u en uw facteur. 1 o tusschen facteur en landbouwer. Indien de facteur optreedt als commis- sionnaris van den boer 1 tusschen landbouwer en facteur, en 1 °/o tusschen facteur en peerdenhandelaar. Ik ben Stovesmid Vraag, stoof. menschen hebben dus gelijk, die zeggen, dat Mandus u niet meer wil. Ik ga naar de mis. Ze zeggen, dat Mandus jaloersch was op den schilder, die t' uwent woont. Maar vlug ging Estelle de kerk binnen. 'Ze zou zich hier haar geheimen niet laten ontlokken. Evenmin als Mandus kon Estelle haar aandacht bij het gebed bepalen. Haar ge dachten waren elders. Het ergerde haar, dat de menschen over haar babbelden, en dat ze er ook mijnheer Floris bij sleurden. Wat ging het 'tvolk hier beneden aan, hetgeen er boven gebeurde Straks na de mis zou ze niet blijven staan klappen, om weer van die zinspelingen, spotwoorden of franke aanmerkingen te moeten hooren. Ophitsing. Floris Verschalde wandelde dien Zondag morgen op den berg. Bij de woning van Dora Viota want die richting ging hij uit hoorde hij geschreeuw. Wat kon er daar gebeuren Vlug ging hij zien. Op den weg stond zoo genaamde heks van den Kemmelberg door eenige mannen omringd, een oudere en jon gere gasten. Als ge niet zorgt voor een week weg te zijn, steken we uw kot in brand, hoorde Floris den oudste zeggen. Ge moet hier ver trekken We hebben geen toovenaressen noodig. En een der jongere kinkels had Dora den hoed van 't hoofd getrokken. De lummels verhinderden het meisje heen te gaan. Verschalde snelde de weerlooze ter hulp. Wat geplakt bij verkoop van 1' Aan boer (voor zijn keuken). Antwoord. Niets in geval van betaling binnen de 30 dagen en indien er geene fac tuur wordt afgeleverd. 2' Aan herbergier, of bureel, winkel, (bestemd voor de herberg, het bureel, de winkel), of nog aan klooster. Antwoord. 1 3' Aan kerkfabriek, gemeenteschool. Antwoord. Niets, enkel 0,20 fr. per 500 fr. bij de betaling in geval van kwit- tantie. Bemerking. Hier hoeft de zegel geheel geplakt. Ik ben kloosteroverste. T Vraag. Mag ik eene factuur aan vaarden zonder taxe van 1 b. v. voor levering van vleesch, uniformen voor de leerlingen, van den schoenmaker voor herstellingen. Antwoord. Neen, zelfs niet beneden de 30 fr. Evenwel is de factuur slechts verplichtend van af 30 fr. 2' Vraag. Bij levering van aardappels, brood, margarine, bevrozen vleesch, eiers, rundsvet, stroop, melk, reuzel, zonder de zegel van 1 fr. per 1000. Antwoord. Neen. Evenwel is de factuur slechls verplichtend van boven de 150 fr. Ik ben handelaar in pannen, tegels, kalk, ciment, enz. Vraag. Wat plakken bij verkoop aan metsers, ondernemers, particulieren voor eigen gebruik of voor huizen die zij ver pachten. Ik heb reeds 2 betaald bij den aankoop. Antwoord. 1 fr. per 1000. Verplich ting van factuur boven de 150 fr. Ik ben Rijtuigmakr r. Vraag. Wat moet geplakt zijn a) Bij den aankoop van mijn hout, en andere grondstoffen. Antwoord. 1 fr. per 100. b) Bij de levering van een rijtuig (koets) tilbury, eene traamkar, enz. 1' Aan een kasteelheer, ot andere par ticulier (het rijtuig zal niet dienen voor handel of nijverheid). Antwoord. 1 fr. per 1000. 2' Aan een boer, handelaar, nijveraar, bakker, beenhouwer, winkelier, enz., (be stemd voor zijn handel of nijverheid). Antwoord. 1 fr. per 100. c) Bij de herstelling van die rijtuigen. 1° Voor particulier. Antwoord. 1 fr. per 1000. 2c Aan boer, handelaar, nijveraar, bak ker, enz. Antwoord. 1 fr. per 100 (op werk en levering, of werk of levering alleen) Ik ben handelaar in bouwstoffen, als te gels, pannen, enz maar voer terzelvertijde die werken uit Ik heb dus mijne eigene vloerleggers, pannedekkers, enz. Vraag. Wat moet geplakl a) Geldt het enkel den verkoop van die bouwstoffen aan metsers, aannemers, on deraannemers, particulier (de 2 reeds be taald zijnde). Antwoord. 1 fr. per 1000. b) Treedt gij op als vloerlegger, pannen- dekker. le Op factuur afgeleverd aan deze die doet bouwen 't zij handelaar, nijveraar, klooster of particulier. Antwoord. 1 fr. per 100 op werk en le vering, bij aanneming of daghuur uitge voerd. Uitgezonderd factuur afgeleverd aan Maatschappijen van goedkoope woningen of aan personen die genieten van de premie voor het bouwen van goedkoope woningen (deze zijn vrij van de factuurtaks). 2" Op factuur afgeleverd aan hoofd aannemer ingeval gij onderaannemer zijl. Antwoord. 1 fr. per 1000. Ik ben Electricien. Vraag. Wat moet geplakt. a) Bij het plaatsen van eiectrische leiding of gaze leiding (tot aan de lamp). le In een burgershuis (eigen gebruik). Antwoord. 1 fr. per 100 op werk en levering. 2" ln een winkel, herberg, magazijn, fabriek, klooster. Antwoord. 1 fr. per 100. 3= ln een openbaar gesticht afhangende van Staat, Provincie of Gemeente. Antwoord. NIETS. Enkel de kwit- tantiezegel van 0,20 fr. per 500 fr. bij het afleveren van het ontvangstbewijs. b) Bij het leveren van lampen, lusters, bijbehoorten. 1' Aan particulieren (voor eigen gebruik). Antwoord. 1 fr. per 1000, zoo er eene factuur afgeleverd wordt. (Vrijstelling van factuur in geval van betaling binnen de 30 dagen). - Bemerking. Levering van kroonkande- laars, plafondlichten,enz., in kristaal dienen getaxeerd te worden met 6 daar het kristaal aan weeldetaks onderhevig is. Zoo ook dergelijke voorwerpen in brons, of in marmer, die het lichaam van menschen en dieren voorstellen, als kroonluchters, kande laars, wandkandelaars enz. 2' Aan voortverkoopers, winkeliers, her bergen, maatschappijen, kloosters, hoteliers, restaurants, enz. Antwoord. 1 fr. per 100, zelfs op die artikels welke aan weeldetaks onderhevig zijn. Ik verhuur huizen Vra'g. Wat moet geplakt, óp het ontvangstbewijs der pacht. Antwoord' 0,10 fr. tot 100 fr. medebe- grepen, 0,20 fr. boven de 100 fr. tot 500 fr., verder 0,20 fr. per 500. Ontvangsbewijzen beneden de 10 fr zijn vrij van zegel. Verboden Nadruk). ten voordeele van het Sanatorium van Mont-sur-Meuse. Met een ruk wierp hij een der belagers ter zijde, duwde dan een tweede weg en ging voor Dora staan. Lafaards riep hij. O, ge hebt moed. Toe, pak nu mij eens aan Ik sta ook maar alleen tegenover vijf. Maar ik vrees u niet. Wat helden zijt ge toch En dan is daar al een oude vent bij. De groep was wat verbauwereerd door dit snel optreden van Floris. Maar een der jongeren zei dan toch Waarmee komt die stadsheer zich moeien Hij zou mij eens achteruit moeten smijten. Hij zou het geen twee keer doen. En vijandig keek hij den schilder aan. Maar de oudste scheen verlegen en fluisterde dien onstuimigen gezel wat toe. Dan wenkte hij Verschalde ter zijde. Hij scheen den schilder te kennen. Dora maakte van die verassing gebruik om vlug naar haar woning te loopen. Mijnheer Verschalde, ik ben Bieboo, zei de oudere man. Ik pacht land van uw vader. Ik ben gisteren naar Yper geroepen geweest. En uw vader was daar om mij te spreken. Ge moet nu ailes weten. Floris kreeg een akelig vermoeden. En heeft mijn vader u gezegd, dat ge dit meisje lastig moest vallen vroeg hij dadelijk. Ik moest trachten haar van den berg weg te krijgen, antwoordde Bieboo. Waarom Mijnheer Verschalde zei, dat ze achter u liep en ik heb dat ook van anderen hooren zeggen, maar 't zou mij van eigen niet aan gaan, mijnheer. Ik kan verstaan dat een jonge heer zich wat amuseert. Doch als uw vader dat wil... ge verstaat, ik ten zijn WINNENDE NUMMERS 1' Prijs 401.112 2' Prijs 239.306 3<= 963.339 4' 036.305 5e 744.094 6' 893.809 7e 686.930 8' 972.414 9* 221.186 j 10' 210 390 11' 970.075 12' 443 659 13' 311 289 14' 941 825 15' 497 294 16' 846 469 17' 777.315 18' 288 156 19' 158 088 20' 027.552 De volledige officieele lijst ligt bij ons en mag door de belanghebbenden nagezien worden. van Z. D. H. Mgr. VAN ROEY. Zondag had te Mechelen eene plechti ;heid plaats waar ons christen hart niet ongevoe lig mag voor blijven. Z. D. H. Mgr. Van Roey werd plechtig t l Bisschop gewijd. Van in den vroegen mor gen brachien de treinen i it alle gewesten des lands geestelijke en wereldlijke verhe den naar Mechelen. In de stralen der aarts bisschoppelijke stad heerschte eene onge wone drukte Rond negen uur daalde een statige stoet langzaam den breeden trap af van fut bis schoppelijk paleis. Vooraan het kruis. Dan volgde de pauselijke Nuntius, Z. E. Mgr. Micara, die de bisschoppelijke wijding zou toedknen. Dan volgde de uitverkorene, Z. D. H. Monseigneur Van Roey, met naast zich den ouderdomsdeken van de Belgische bisschoppen, Mgr. Waffelaert, bisschop van Brugge en den bisschop van Doornik Mgr. Rasneur, goede vriend van Mgr. Van Roey. Daarna kwam de heerlijke rij der andere kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, Bis schoppen, Wijbisschoppen, en gemijterde Abten. De stoet trok naar de kerk, die sober doch prachtig versierd was. Wanneer allen plaats genomen< hadden bood de dicht gevulde kerk een we'ergaloos schouwspel, een eenig tafereel. Talrijke familieleden, waaronder de vader vaa den te wijden Bisschop, alsook de burgerlijke en de militaire overheden vereerden de plechtig heid door hunr.e tegenwoordigheid. Reeds van in den vroegen morgen waren de zijbeu ken opgepropt met een macht van volk dat de verhevene plechtigheid wiide volgen. Traag en statig werden de liturgische plechtigheden der bisschopwijding vol trokken. Nadat de nieuwe Aartsbisschop zijne ge loofsbelijdenis en zijn eed'van getrouwheid aan den H. Stoel had afgelegd begon de H. Mis. De Wijbisschop officieerde aan het Hoog altaar en de uitverkorene aan het klein altaar langs den Epistelkant. Na het Evan gelie wérden het hoofd en de handen van den nieuwen bisschop gezalfd. Dezes staf en ring werden gezegend en hem overhandigd. Aan hei offertorium bood de Gezalfde aan den Wijbisschop twee brandende kaarsen, twee broodjes en twee vaatjes wijn, een gouden en een zilveren. Daar er maar eene H. Hostie geconsacreerd werd, hebben de beide Bisschoppen samen de H. Nutting voltrokken. Vooraleer het laatste Evangelie te lezen werden de mijter en de handschoe nen gewijd. De nieuwe bisschop was nu in het bezit van al zijn gewaden en terwijl hij op den troon plaats nam werd in alle plechtigheid het Te Deum aangeheven. Nau afloop van het danklied doorwandelde Mgr. Van Roey, samen met de anders Bisschoppen ze genend de kerk, keerde terug naar het hoog altaar en stuurde den Wijbisschop tot drie maal toe den heilwensch «Ad Multes Annos» toe. Een deraandoenlijkste oogenblikken dezer verhevene plechtigheid was wel, toen de nieuwe Kerkvoogd bleek doch rustig zich tot bij zijn ouden vader begaf en statig met zijn bisschopshand het kruis teekende over het hoofd van den man wien hij zooveel ver schuldigd is. Wie zal de ontroering beschrij ven van hetgeen op dat oogenblik omging in de ziel zoowel van den vader als van den zoon. Wij', die deze grootsche plechtigheid niet bijgewoond hebben, vereenigen wij ons toch in den geest met deze biddende, zingende, jubelende menigte en bieden wij onze beste en eerbiedigste wenschen aan hem, die door den hemel uitverkoren werd óm als Aarts bisschop te ijveren tot meerdere eer en glorie van God. Heil dei nieuwen Aartsbisschop I Heil Mgr. Van Roey TE VERKRIJGEN BIJ SANSEN VANNESTE Oorlogstoebereidselen van de Turken Volgens een aan de bladen gericht, niet bevestigd telegram uit Konstantinopel, gaan de Turken voort, kanonnen en munitie naar Smyina en Adana te zenden. Windhoos in Amerika Zeventien dooden O ver de gewesten van Texasen Oklahoma, in de Vereenig ie Staten, heeft een windhoos gewoed die ontziglijke stoffelijke schade heeft aangericht. Verscheidene dorpen wer den gedeeltelijk verwoest en de gewassen te velde zijn grootendeels verloren. Men telt niet min dan zeventien dooden, terwijl het getal gekwets'en zeer aanzienlijk is. pachter. Hij wil nief, dat de heks u mee trekt. En wat moest ge dan doen Uw vader heeft dat niet percies gezegd... Ge moet me de waarheid verfellen. Ge zijt hier met die jenge gasten gekomen en ik heb u op geweld betrapt. Drie zoons en een kozijn zijn bij me... Geen vreemden. 't Kan me niet schelen wie het zijn. Maar ge hebt ze opgehitst tegen jufvrouw Viota. Dat heb ik duidelijk gehoord. Mijnheer, ge kunt toch wel peinzen dat ik me die heks niet zou aantrekken, ware t niet van uw vader. Ik kom hier tfiet voor mijn plezier. Ik woon beneden en wat kan de berg me schelen Maar wat heeft mijn vader u bevolen Ik wil dat juist weten en ge zult het me zeg gen, hernam Floris. We moesten de heks benauwd maken, zoodat ze den berg zou verlaten, en uw vader zei, dat ik zelf wel het een en ander uitvinden kon. Ik doe het niet gaarne, maar ja, als een heer het gebiedt. Ik ben een pachtertje. En uw vader deed me daarvoor naar Yper komen. Kan ik dan zeggen, dat ik niet wil Een eigenaar kan een pachter bre ken of voorthelpen. En wat heeft mijn vader u daarvoor beloofd. Dat ik meer land zou krijgen en ik kan dat goed gebruiken, mijnheer, met die zoons, betoogde Bieboo. Ieder zoekt zijn voordeel, hé Maar als mijn vader u eens beval een diefstal of een moord te doen, of iets, waar voor ge in het kot kunt geraken, zoudt ge dan ook gehoorzamen vroeg Verschalde diem.iargeen hooger argumenten aanvoerde. Ha, neen I Wat ge nu doet is ook strafbaar. En ik zal u dadelijk bij de gendarmen aanklagen, 't Is een schande zoo te handelen. Maar mijnheer toch I riep Bieboo ontsteld uit. Ja, ja... ik meen het. Wat ge doet, is strafbaar En ik handel op last van uw vader. Vergeet dat toch niet, mijnheer. Ge weet heel goed, dat ge het niet doen moogt, dat ge alle menschen met vrede moet laten Maar wie zou er over spreken I Nie mand moet iets van de heks hebben. Ieder zou ze gaarne weg zien. Ik spreek er over, hernam Floris driftig. En ik zal de juffer beschermen. Ik ben gekomen om uw vader een plezier te doen mijn wijf zei nog, dat ik thuis moest blijven, dat die hekse ziekte in den stal kan brengen of ander ongeluk. En het is waar. Maar ais een eigenaar kom- mandeert, moet een pachter gehoorzamen. Ge weet dat toch ook wel. Niet in zulke zaken En als uw vader mijn land afpakt, dan sta ik daar. Dan ben ik plat geruineerd. Ik heb u hooren zeggen, dat ge die woonst in brand zoudt steken, hernam Verschalde. ja, maar ge kunt wel peinzen, dat het niet gemeend is. Brand stichten zou ik niet doen Zoo stom ben ik niet. Ge hebt jufvrou w Viotaer meegedreigd. En als de gendarmen dat hooren... het zou u leelijk opbreken. ('t Vervolgt.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1926 | | pagina 1