De Wilde Ruiter inüuidiging uan E. H. IIICAISSE "MAS-CAR,, BIER 't Hoekje van den Christen Werkman I Is 't waar! Zijt ge dan in gevaar geweest I Mijnheer Lamoens is opgebleven om 11 zijn verontschuldigingen aan te bieden. GEDACHTE 1%T In 't vervul en van ziin plicht ligt meer geluk besloten dan in 't voldoen der driften. Het hven is een heel moeilijk kunst werk, en 't is reeds heel wat als men gedeeltelijk gelukt. Bj bewezen geldelijke diensten, vergeet degene die zou moeten ont houden, en orthoudt degene die be hoorde te vergeten. Wilt gij uw vrienden bewaren, heb er geen te groote omgang mede. La'-en wij trachten wezenlijk te zijn wat wij zouden widen dat men van ons dacht. G'j moet steeds zóó handelen, dat het uw beste vriend en uw ergste vijand zien mag. Wie geen belee lingen vergeeft, bedenkt niet dat hij mensch is. HET MANNEKE UIT CE MAAK En weer gaat de vlucht Hoog door de lucht Naar de landen en streken. Waar 't Manneken uit de Maan Op zijn lange, lange baan. Van alles weer heeft afgekeken. EN OM TE BEGINNEN, beste le zers en alderliefste lezeressen, houdt ulder goed vast en valt niet omverre hij 't hooren van 't nieuws dat ik nu vertellen ga. In Amerika hebben ze weer iets uitgevonden dat van geen klein brei is. En watte dan? zult ge zeggen. He wel, luistert. Ze verkoopen daar nu revolverkens die wat grooter zijn dan een pennestok of portepluum- reservwaar. Maar in plaats van die revolverkens met kogeltjes of balle- kens te laden zijn ze met gas gevuld. En als ze nu dat gas laten vliegen maakt dat geen gerucht. Alzoo, ge ligt gerust in uw bed en daar komt iemand langs uw slaapkamer en die steekt zulk een pennestokachtig re volverken in 't sleutelgat van uw slaapkamerdeur en 't gas komt daar binnen, dan ziet ge 's morgens, als ge wakker wordt, dat ge dood zijt. Plezierig is anders, maar 't is toch zoo. Dat gas werkt zoo schrikkelijk dat ge op straat iemand op vier me ter afstand daarmee naar 't pierenland kunt jagen. Marenta, de ander helft van mijn bedde zegt, dat men zulke uitvindingen zou moeten verbieden. Allemaal goed en weL, maar dan had •-twen- het uitvinden van de kanonnen en geweren en mitraljeuzen en zoo al meer ook moeten verbieden. Ja, men- schen, 't kan soms raar gaan in de wereld. De uitvinder van de stalen schrijfpen, een Engelschman, vloog den bak in omdat hij iets gemaakt had dat gevaarlijk was en de uitvinder van de stekskens eveneens. Maar vindt nu ne keer iets uit, waarmee dat ge op ne minuut honderdduizend menschen naar de eeuwigheid kunt helpen, dan krijgt ge een decoratie en staat uw portret in al de gazetten. EN HIER is een spreekwoord dat veel in Ame rika in zwang is: Gaat ge op reis, doe een gebedgaat ge op zee, doe er twee: stapt ge in een vliegmachien, doe er driemaar als ge trouwt bidt den ganschen dag. DE ME EBT ER in de school sprak dien dag over de zin tuigen Welk is het strafste zintuig, Snuggerke Het gevoel, meester, zei Snuggerke. Leg dat eens uit vroeg de meester. Hewel, zei Snuggerken, onze Tist zegt altijd dat hij zijn baard voelt en ge ziet er niets van. Marenta en ik We zien op onze baan Den Atlantischen Oceaan Waarover al drijven en wiegen De luchtschepen vliegen. Daar zijn hu weer Franschen van huider land vertrokken om naar Ame rika te vliegen. We hopen dat ze -t er goed zullen afbrengen, want daar zijn er veel met hun masjientj in 't water ken gevallen en 't waterken is hier fameus diep. IN ENGELAND is er nu een uffra en die heet Betty Haeth en die bestuurt nu een vliegmasjien van den dienst Londen - Amsterdam. Hewel! zegt Marenta, dat is een mas- ken met haar op de tanden, want veel mansmenschen zouden dat niet dur ven doen... JANNEKEN had durven klappen in de kerk en zijn moeder zei hem dat hij moest zwijgen. En waar om moet ik zwijgen? vroeg Janneken. Daar, ginder achter boven op dien zol der, daar zingen ze wel. Daar had Jan neken nu toch geen ongelijk in. IN SOMMIGE plaatsen van Hollandsch Limburg heeten ze hoogzaal tegen woordig nogde zingzolder. Al van Holland te spreken peis ik op de Olympiaden te Amsterdam. Daar zijn misschien menchen die wenschen te weten of te raden wat dat isolympiade. Heweldaar komen al de gekende en beroemde sportmannen en sport vrouwen-van de wereld te samen om te zien wie het pluimpken gaat strij ken. Daar zijn maskens die bijna twee meter hoog springen en zoo hard loo- pen als nen hazewind. Daar zijn er an dere die kunnen werpen met lansen en spiesen en meer van die dingen. Dan wordt dan veel over gesproken. Maar of ze, soep kunnen koken O wee Dat is andere thee Sport is allegaar goed en wel, maar 't kan te erg gaan ookzegt Marenta, en ze roept er bijhet huis uitschuren, wasschen en plassen en de bedden op makendat is 't beste sport voor 't vrouwvolk. En wie zal nu zeggen arm of rijk Dat Marenta heeft ongelijk. een.,, openbare afgoderij! En Maren ta zegt met recht en reden dat er nog menschen zijn die niet willen geloo- ven dat de socialisten niet tegen deïl godsdienst zijn.Wijs mij eens een kop stuk van die roode partij die zijn christelijke plichten volbrengt? Toch roepen ze uitwij zijn tegen den godsdienst niet. Maar 't Manneken uit de Maan roept uit: als de vos de passie preekt, boerkens wacht uw ganzen. EN HIER EEN GOED nieuws vóór de boerkens: een Duit- sche geleerde heeft een middel ont dekt om graan te kunnen zaaien en overvloedig te oogsten op arme lan den.Zonder deze te bemesten.Hij heeft namelijk zaaigraan laten wefeken in een zeker vocht waarin veel phos- phoor aanwezig is en dan dit graan gezaaid. De opbrengst was wel vijf keer grooter dan de opbrengst van 't zelfde graan dat op de gewone manier was gezaaid. Marenta vraagt of dit soms geen Aprilvisch is; maar ik zeg haar dat April reeds lang voor bij is. EN DE LIEFHEBBERS van mos selen zullen ook lachen. Naar 't schijnt zijn ze dik en vet. Niet de lief hebbers maar de mosselen. Op andere jaren gebeurde de toevoer eerst in September maar nu zijn ze een maapd. vroeger. Daar wordt wel eens gezegd dèt de mosselen in de maanden zonder R niet deugen, dus in Mei, Juni, Juli en Augustus. Maar in Brussel worden er het gansche jaar door mosselen ge geten. Bij de bereiding is het aan te raden ze eerst een half uurtje in 't wa ter te laten staan en er een scheut azijn op te gieten; alzoö spuwen de vergiftige mosselen hun venijn uit en komen ze boven drijven. Zoo heb ik altijd van ons moeder hooren zeggen. En Marenta zegt dat het de waarheid is. EN WAT OOK WAARDEN), IS, dat zijn de volgende spreuken oVer het 7C Sacramentje. Jonkheid die naar 't trouwen staat, Luister toch naar mijnen raad. Eer dat gij gaat Tot echtelijkenstaat Let op de zaken Want 't is een band Die met de hand Niet is los te maken. dat het jong volk onder de zestien jaar niet mag rooken. Een winkelier die aan personen onder de zestien jaar tabak, sigaren of sigaretten verkoopt krijgt een felle boete. Och arme, hier in ons land, zijn er zooveel die pas onder en boven den broek uitkomen en die reeds paffen als groote men schen. Ouders verbiedt het rooken Want vroeg of laat zal het Hun gezondheid hinderen. Aan uw jonge kinderen, VAN KINDEREN GESPROKEN: grootvader was zijn haar kwijt en droeg een pruik. Grootvader, zei Flipke, ik wilde wel, gelijk gij een pruik hebben. Waarom dat vriendje? Dan zat ik er niet meer mee in, dat vader mij eens met de haren trok. DEI PRESIDENT van de Kamers, meneer Brunet is ook van doorgetrokken. Brunet is socialist, maar hij had er genoeg van, gelijk de socialisten nu in de Kamer te werk zijn gegaan. Daarom heeft hij zijn demissie gege ven. Ja! ja! pegeeren en besturen is precies niet gemakkelijk. WEET GE wanneer volgens de Sjineezen een volk goed wordt, geregeerd Hewel luistert Wanneer de schup of spade van den boer blinkt en de sabels der soldaten roesten Wanneer de graanzolders vol en de gevangenissen ledig zijn; Wanneer er slijk ligt in het tempel portaal en gras groeit in gevangenis en gerechtshof Wanneer de dokters te voet gaan en de bakkers te peerd rijden; Wanneer er veel oude menschen en veel kinderen zijn En Marenta voegt er bij Wanneer de grooten verstaan hun plichten, En niet regeeren met twee maten en twee gewichten. Daarin heeft Marenta gelijk en daarmee is 't voor vandaag weer ne keer gedaan en groet u vriendelijk Het Manneken uit de Maan. JAN KAI OEN had precies ook jQe efcje pjj den dans en bij de flesch geen ongelijk. Jan had aan de appelen gemaakt S.eZete?l. _e" df.'?1(hv''lCht,Cr .k'.Va,,"T '!.f i Veel eerder dan het glas in*stukken [raakt. DICKEBUSCH maar Jan zette 't op een loopen. Hela! vriendjeriep de veldwachter, wacht ne keer, ik moet u iets zeggen...Merci, riep de jongen... houd' het maar voor u... jongens van mijnen ouderdom hebben niet noodig alles te weten 't Is goed te weten Dat Ons Lieve Vrouwken De menschen nog niet vergeten. Ieder trouwe zijns gelijk Jong met jong, en rijk niet rijk. Als gij vrienden, dan wilt trouwen En 't u later niet berouwen. Volgt dan mijnen wijzen raad: Bovenal wilt wel verzinnen En ook toezien, dat ge in 't minnen, De Geboden Gods niet versmaadt! Want ge weet aan 's Heeren zegen Is het algeheel gelegen. 't Is weer ne keer gezien geweest in Lóprdes. Zekere Odette Soumangnae was vijftien jaar oud en zoo ziek dat de dófpdiÓT niet wilde dat ze «de-H-ets—» ev, een sjoffeur naar Lourdes zou meemaken. Maar de rond in een taxi en iri dien taxi Langt moeder van Odette was een vrouw het volgende briefken, in 't fransch van stevig en oud geloof. En zij ging natuurlijk: met haar dochterken naar Lourdes. Den derden dag riep het meisje na de De eigenaar van deze taxi, EL Communie uit: ik ben genezen! ik oud 32 jaar, zou willen ben genezen! De doktoor die hettrouwen met jonge juffer of weduwe. meisje verzorgd had was daar ook en de man kon zijn oogen niet gelooven. Zoo 'n sjoffeur vervoert gemiddeld Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 3 ROMAN door A. HANS. Ik had hem bericht dat ik ver moedelijk van avond zou aankomen. Ja, hij heeft het hier en daar verteld... Maar het kasteel is nog niet geheel vrij. De vorige bewoner, mijn heer Lamoens, verblijft er nog. Hij kon geen ander huis vinden, nadat gij den Maerburg had gekocht. Hij woont er met zijn dochter Jacqueline. Notaris Campens was van oordeel, dat gij dit wel goed zoudt vinden. Het nieuws ontgoochelde Robert, doch hij wilde dit niet laten blijken. Die man moet eerst een ander dak kunnen vinden, antwoordde hij. En de Maerburg is groot genoeg om elkaar niet te hinderen. Ze kwamen voor de poort. De Wilde Ruiter blies op een fluitje. De portier zal dit wel hooren, zei hij. En dadelijk daarop was er achter de poort gerucht. Mie daar? klonk het. Ik ben het, jonker van Maere! riep Robert Nu neem ik afscheid, sprak de Wilde Ruiter. Maar ik bied u gaarne gastvrij ETeeft Ons Heer zelf niet gezegd een dertig a veertig klanten per daj Vrouw ga in vrede, uw geloof heeL 't Zou moeten lukken, zegt Marenta u gered... En was het geen fr.mschè dat hij op den duur geen antwoord godloochenaar die eens uitriep: War zou krijgen. KATRIENTJE >VAN zou de jonkheid schrik hebben het ge- »Sus Rollemans zocht ook een vent te loof te verliezen, als die zelfde joiik- krijgen: maar dat ging precies zoo heid wist, hoe moeilijk hét is dat ge- gemakkelijk niet. want bij Sus waren loof terug te krijgen... MARENTA er veel kinderen en Sus was een ge- vraagt of ik nu een sermoen ga hou- wone houtzagersknecht. Nu op de den... Bijlange niet, Marenta, maar kermis van Kuttelooreghem had Ka- dat zijn toch dingen die ne keer mo- trientje kennis gemaakt met een heer gen gezegd worden, want daar is tje en toen dat heertje vroeg wat haar soms zoo weinig noodig om het geloof papa deed, antwoordde het fier ding: te verliezen. LIMBURG heeft weer mijn papa is fabrikant van zagemeel, eens het bewijs gegeven van zijn vastVAN ZAGEMEEL gemengd met geloof metde feesten van H. Hart te ciment maken ze tegenwoordig een Hasselt. Meer dan 50 duizend man soort steenen die bijzonder licht zijn uit alle hoeken van 't land waren daar en toch duurzaam. Dat is nu heel sim- samengestropmd. Maar weet ge wat pel dingen, maar ge moet er op pein- het socialistisch blad Le Peuple zen, zegt Marenta, die vandaag heu- daarvan zegt Hewelsteekt uw ren gebbel niet kan houden. IN ITA- ooren open. Le Peuple noemt dat LIE houden ze er streng cle hand aan 29 Juli 1928 DE OPSCHRIFTEN Gezegend zij den afgezant die komt in den [naam des Heeren Heden naar Dickebusch om ons het woord [Gods te leeren Wij brengen u ons hulde en geven u ons [trouw Als aan een Vader lief die leeft in vreugde [en rouw Uit ter herte Heer Pastoor wenschen wij u [heil eu welkom Dat uwe loopbaan in ons dorp voorspoedig [weze en eendracht allom Mocht den den Heer het behagen u nog [lange jaren In rust en vrede in ons midden te bewaren. Op den wagen" der geitenbond Roepen wij met volle mond Moge den Pastoor lange leven En soms een lekker pintje geven Op de gezondheid van Mietje geit en Karei [hok. Een hak moortel, ik kan het gissen Kunnen Pastors zeker missen Maar Heer Pastor kan 't U passen 'k Verkoop ook van 't patersvatje. Hier heeft men beste bieren, En daarbij goede manieren Alsook fijn en lekker hoenderseten, Voor veel eiers te genieten op onze streken. De wagen, Bafcop bovenaan Is slechts niet met vlas gelaan Maar meest nog met blijde groenten Die naar den nieuwen Herder moeten. Welgekomen, Weerde Heer! Heb maar goede moed, Gelijk de molenaar altijd doet. Waardige Herder, wees gegroet Wij hopen van U alle goed. ALTAAR Zij uwe lieve parochianen indachtig hij 't vlekkeloos lain. Alle liefhebbers kunnen er zich bekoren al is het maar voor te kunnen loeren Dames, Heeren en Boeren, het geeft verzoening en kracht daar men op tijd een goeden pot in pakt. BIECHTSTOEL: 1 Wit zult gij mij wasschen, Biechtvader, veel witter als witte sneeuw. PREEKSTOEL In 't preekgestoelte deel uwe schapen 't lichtwoord en ,t zielewoord. OOKZAAL: Door kiokkenklank, orgelspel, jubelzang loven wij den gever aller goed. IN DE FEESTZAAL: Wij wenschen nu, en make God Ons woorden waarheid, ach, blijf tot Den laatsten uwer dagen Zoo gij met ons, zoo wij met u, Gezond en vrij en blij als nu Den edelen arbeid dragen. AAN DE SCHOOL: Heel Dickebusch verwelkomt in U 's aller- hoogsten priester. PRAALBOOG AAN AMERIKA: Goede Vader! Ge zult hier 't woord van God verkonden En troostend spreken tot de smart Och, dat uw schapen 't goed verstonden Wat balsem voor Uw Priésterhart. WAGEN DER BOLDERS: Welgekomen Herder Amerika Lokaal der Vereenigde Bolders van Dicke busch en omliggende grondgebieden. BIJ DEN BURGEMEESTERS: Burgemeester Thevelin wenscht Herder Nicaise alle geluk. BIJ M. DERAEDT A. Achtbaren Zielenherder 'k wensch U ge luk en voorspoed in deze parochie. BIJ M. GOUDESEUNF, A. Achtbare Herder Hier U oprecht harte- lijken welkom gewenscht. BIJ JULES DETURCK Uit ter herten wenschen wij Heil en welkom, gul en blij, Wijze werking, wijs bestier U, ons nieuwe pastoor hier. BIJ Wed. MAHIEU In vrede, rust en vreugd Doorbrengen alhier uw dagen, 't Is 't geene wij aan God Uit ganscher herte vragen. BIJ JULES DEROUBAISSE Hier woont Julius Deroubajsse! Gelooft ge dat Menheer Nicaise? Want als gij te Poperfnghe, Logeerde 'k ik te Vlamertinghe Toch weriSch ik U van herten Een leven zonder smerten. BIJ Wed. DECONINCK: Wat is dat een blijde dag, 't Is al poort en groen en vlag. 'k Heb goên koffie en sukreie Ook wel koekjes en geleie Te Dickebusch zijn 't lekkerbekken Die geern een goé potje lekken. BIJ CYR. O REEL Welkom, Heer Pastoor mijn gebuur, 'k Wensch uw verblijf van langen duur. Begeert gij soms een stuk gebraad, Wat gij voorzeker niet versmaadt, Wordt gij door mij zeer goed bediend. Kom dan maar af, als beste vriend, BIJ ALOUISE PHILIPPE: Mijnheer Pastoor, Gij moogt het wel geloo- Iven, Van 't brood dat komt uit mijnen ov'£!1 r 't Is wel gekneed, en gansch geheel Uit eerste klasse tarwemeel, En 't is niet meer gelijk te voren Uit kaf en opgeschoten koren. BIJ MARIE CAPOEN: EenVe^érde' Hee# Pastoor. Hier woont Marie Capoen, Die tracht voor iedereen wel te doen, 't Verkoop saucissen en kortletten Om de Dickebuschnaars te vetten BIJ ALOIS FORCEVILLE: Welkom in de Vijverstreke Gij die zijt van Meulebeke, Leef veel jaren hier gerust! Werk voor God naar hertelust 't Is de wensch, die wij op d'ure Uit ter herten U toesturen! BIJ H. DESMARETS: Laat ons vieren, Vlaggen zwieren, Om 't ontvangen met veel eeren De gezondene des Heeren Heden Zondag 12 Oogst, gaan we in bedevaart naar de grot van O. L. Vrouw van St Sixcus. Vergadering aan de poort van 't klooster te 3 Yt uur. Maandag i3 Oogst, te 8 uur, ver- gadeiing voor en Midden raad. Dinsdag 14 Oogst, te 8 uur, verga dering voor 't bestuur van den Zie kentroost. Woensdag i5 Oogst, te 5 uur. »lge- mtene vergadering voor de K. A. J. otters. Zondag 19 Oogst, te31/» uur, alge- meene vergadering voor den Lande- naarsbond. De K. A.J otters die begeeren de reis mee te maken naar Antwerpen op Zoncag 26 O pst. kunnen zich nog aangeven in 't V< lkshuis op he den Zondag 12 O gst tusschen 9 en 11 uur. heid aan, verzekerde Robert, die wenschte nader kennis te maken met den geheimzinnigen man. Mijn taak roept me helders. Dan mag ik u toch beloonen voor uw groote diensten Ik neem niets aan... Wilt ge mij een genoegen doen, laat dan morgen een milde aalmoes brengen aan Jan Posteels, een bezembinder die een kwartier van bier woont, nabij het bosch. Jan Posteels, zegt ge. Ja... En verder wensch ik u veel geluk in uw oude woning, goeden avond. De zonderlinge man gaf Robert zelfs de gelegenheid niet hem de hand te drukken. Hij wendde den teugel en reed heen. De Wilde Ruiterkreet de por tier, die juist de poort geopend had en de gedaante zag verdwijnen. O, jonker, vervolgde hij, neem me niet kwalijk, dat ik niet begon met u te begroeten, maar ik schrok zoo ge weldig. Van een braaf man die mij 't le- Iven redde, zei van Maere. I De roovers meenden me uit te plunderen en zeker ook wel te ver moorden. En juist bijtijds hielp die I Wilde Ruiter me uit hun klauwen. Gij, zijt dus Lode Martens? Om 11 te dienen, jonker. Mijn va der heeft altijd Dij uw vader den baron, gewerkt. Ik was nog een kind toen de baron vertrok. Zooals ik... Tien jaar is een heele tijd. Maar laten we binnen ons ge sprek voortzetten! En eerst zullen [we mijn paard stallen. Met uw verlof.jonker, ik moet 11 dadelijk een mededeeling doen. Het kasteel was door den vorigen eigenaar verhuurd aan mijnheer Lamoens en die heeft nog geen nieuwe woning kunnen vinden. t Ja. ik weet al dat hij hier nog .verblijft. Het kan niet anders. Dat is niet noodig. Wijs me nu eerst den stal. Robert had bij de intrede van het vaderlijk huis liever geen medebewo- ners ontmoet. Maar hij was te hoffe lijk en te beschaafd 0111 zulks te laten blijken. In de ouderlijke woning. René Lamoens was een man van bij de vijftig, kloek, zelfs grof ge bouwd. J Hij stond met zijn vijf en twintig jarige dochter, Jacqueline, een zeer schoon meisje, in de ruime vestibule, .waar een groote lamp brandde. Toen Robert van Maere binnen stapte, trad mijnheer Lamoens Made- lijk vooruit. Welkom in 't vaderland en in de woning van uw roem rijp geslacht, jonker van Maere, sprak hij. Ik hen René Lamoens, grondbezitter en heb eenigen tijd den Maerburg bewoond. ^Ik begrijp, dat gij uw ouderlijke wo ning terug verlangde! en ik heb alle moeite gedaan een andere woning te vinden, 't Is me nog niet gelukt. E11 ik bied u wel mijn verontschuldigin gen aan, over mijn verblijf nog hier. Nood breekt wet, mijnheer La moens, antwoordde Robert. Ik dank u voor uw vriendelijke woorden.. Mag ik u mijn dochter Jacque line voorstellen. Getroffen keek Robert het statig meisje aan. En dadelijk bewonderde hij haar schoonheid, en bijna vorste lijke gestalte. Blijf gerust op den Maerburg tot ge een woning gevonden hebt, die u bevalt, sprak hij, nu veel hartelijker. Ik dank u vurig, zei Jacqueline, met haar zachte, welluidende stem. En we hebben gehoopt dat we 11, den eigenaar, nu hij uw aankomst in de door ons betrokken kamers, zou den mogen ontvangen, hernam La moens. Het is er warm en de tafel is gedekt. Maar zoo laat voor u? O, dat is geen bezwaar, verze kerde Jacqueline. We vonden het voor 11 zoo 'n droevig terugkeeren in een zame kamers. Wel. jonkvrouw, gij neemt dade lijk veel weemoedigs weg dat me na tuurlijk bevangt in het huis. waaruit mijn ouders over tien jaar vertrokken en waarin ze nooit mochten weerkee- ren. 't Zijn inderdaad vreeselijke tij den geweest onder het hatelijk be stuur der Franschen, betuigde La moens. Mag ik ti dan voorgaan, BIJ H. GESQUIÈRE: Mijnheer Pastoor, met fatsoen, Staat heel Dickebusch in 't groen Hier woont al lang een oude man, Die niet ver meer zien en kan, Maar mond en harte roepen blij, DriemaalDat hij welkom zij BJI CYRIEL VANHAELEWYN: Priester die nu komt van Poperinghen, Weet dafhier een zanger woont! Hoog en leege kan hij zingen, Is 't dat gij hem maar en loont! Zoo, vergeet mijn schoenen niet, Die gij voor de venster ziet Wilt Gij vrij van eksteroogen zijn,' Springt maar binnen' hier bij mijn; Al degenen, die ze dragen He'11 geen reden van te klagen jonker van Maere Heel gaarne! En deze verwelkoming deed nu Robert waarlijk goed. Zijn stemming jegens de medebewoners was plotse ling veranderd. Als een vloed kwamen de herinne ringen aan zijn jeugd over hem.'t Was of ieder hoek, elke deur hem iets uit 't verleden toeriep.. Maar de ziel was uit 't huis: zijn doorbrave, altijd verzorgde moeder. De hartelijkheid van Lamoens en zijn dochter verwarmden zijn hart. deling zijn, oordeelde van Maere. Hij kent mijn familie. Eigenlijk zijn de menschen bang van hem. Ja. dat vertelde hij me zelf ook. Ze zien in hent een duivelsdie- naar. Bijgeloovig ben ik niet. Toch doet die mensch heel vreemd. Hoe wist hij nu dat gij daar juist op die plaats aangerand zou worden De medebewoners hadden zich be scheiden uit de hoofdvertrekken te ruggetrokken en de achter kamers aangenomen, maar dadelijk werd Ro bert getroffen door de gezelligheid. In den haard brandde een lustig vuur. Een schoone lamp verspreidde een zacht licht. De meubelen waren sier lijk, doch huiselijk „geschikt. In een aangrenzende kamer, die ook verwarmd was, lokte een smaak vol gedekte tafel., Zoo. 'n. thuiskomst in de oude woning had ik me niet kunnen voor stellen, zei Robert. Fin ik dank er u innig voor. BIJ J. LELEU: 'k Pin voor u U met al dit groen, Recommandeer U ook mijn schoen! Wie van mijne schoenen draagt, Nooit van eksteroogen klaagt, Niemand loopt de schoenen krom, Die gemaakt zijn van Jerom! Want hij kent zijn stiel al op een draad, Kerft en snijdt en klopt op maat Is 't dat Gij daarvan tevreden ziet, Zoo passeer mijn detire niet AAN DE KLOKKEGATEN: Blijde klinkt der kiokkenklank. Langzaam, lieflijk, jub'lend luid 't Bronzen spel in zegezang, Gallend machtig, torens uit Roepen U met duizend monden "Welkom, Herder, op ons gronden!" BIJBENOIT BENDEL Heer Pastoor en zielenhoeder Hier woon ik met pa en moeder Benoit, Victoor en Emelie. Ze wenschen U wel alle drie Proficiat en veel geluk Lang leven ook, maar zonder druk. Hebt gij een paar schoen vandoen, Springt eens binnen na den noen En 'k zal U daar iets fabikeeren Dat Uw voet niet zal geneeren Vraagt het aan g'lijk wie dat is Ze zeggen 't al"'t is waar, gewis". BIJ M. TYTECA: Een gareel, ik kan het gissen! Kunnen Pastoors zeker missen Maar de schoenen die 'k verkoop, Passen zeker Pastoors ook, Want mijn prijzen zijn niet te hooge, Daar kan ik, Maurits, op logen. BIJ DE VELDWACHTER L- LOUAGIE: Op de Neerplaatse, bachten de kerke, Woont de man van orde en rust. Aan veete en twisten stelt hij perke Zorgt voor pastoors, ook met lust Daarom Eerweerde, moet het gebeuren Dat iemand U hindert langs veld en langs [wegen. Hij zal het voorzeker niet leelijk bezeuren Matrak en mijn vuist zijn goed om te [zegen. BIJ DEN SECRETARIS A. SAVOYE Wie is er die niet blij en is, Nu dat tot welzijn van elkeen De nieuwe herder bij ons is Dat God hem langen tijd verleen! BIJ DESIRE DELANQTEL «UÜ 'k Ben al een eindjen over tachtig Menheer Paster, zeer waarachtig, 'tD-eleJ nogthans niet van te vieren En voor U mijn-huis te sieren. BIJ EMMA HENNINCK: 'W Eerwèerde Herder, met welbehagen, "i: Wenschen wij U veel blijde dagen Gaivsch yjijvvan kwellingen en druk, Vervuld nïet voorspoed eirgëtü'k. BIJ AUG. CUVltl IER Heer Pastoor, wil niet verzinnen. Kom ook eens te Gustjes binnen. Hij vult glazen zonder kragen. Zoodat er niemaifd. van moet klagen. Hij verkoopt goê flseschebier, Dat ge drinkt met zoet plezier. En 'k zegge 't luid. maar zonder stoeven, Dat pastoor ook mijn bier komt proeven! BIJ JULES PELGRIM: 't Is hier stil op dezen hoek, Tóch 7.00 raar dat g'lfoort een vloek, Hier huist Jules de timmerman, Die voor U wel werken kan, Mijn machienen, rap en goed, Dienen U, zoohaast het moet. BIJ HENRI VANCOUWENBERGHE Gansch de Prochie staat in fèeste, Opgetooid en blij van geeste Maar ware 't niet van ons muziek, 't En zou niet zijn, zoo liefeliek Want, Pastoor, weet het, 't is hierboven, Dat al die blazers noten kloven Bugel, Tuba en Piston Ook grosse-caisse en Baryton, Spelen heden wond're klanken Om daarmee den Heer te danken. K BIJ MEESTER DECONINCK: Ontrolt 1111 bannieren, die wapp'ren en [zwieren Tot eer van den Pastor, wier intree we [vieren Het klinke en het dreune verblijd in het rond God houde onzen Herder, nog lang en ge lzond. ''Hl Zijn blik ging van den vader naar de dochter. Jacqueline glimlachte be koorlijk. En meer ontroerde haar schoonheid en gratie den jongen edel man. Willen we eerst aan tafel gaan? vroeg de heer Lamoens. Ik heb te Brugge geavondmaald, maar dat is al wat geleden. Jacqueline trad als gastvrouw op en deed het allerminzaamst en toch bescheiden. We hebben zeer om u in angst gezeten, beweerde de heer Lamoens. Vanwege de roovers Ja, de streek is erg onveilig. Dat vertelde men mij te Brugge. En ik lachte met die waarschuwing. Het was dwaas van me. En Robert deelde nu zijn avotuur mee. Dus de Wilde Ruiter heeft u ge red zei de heer Lamoens verbaasd. —Ja. Wie is hij toch? Dat weet hier niemand. Al eenige maanden zwerft hij rond... sedert die Bakelandt het zoo bont maakt. Maar over dag ontmoet men hem nooit. Wel heeft men hem eenige keeren in den vooravond bij een bezembinder zien vertrekken, zekeren Jan Pos teels, die tegen het bosch woont, maar als men Posteels er naar vraagt, doet hij of hij van niets weet. ('t Vervolgt.) □rink!

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1928 | | pagina 5