I De Wilde Kuiler Schoolgerief -CAR Ei StandbeeldP. LIEVENS Als ge laest GEDACHTE PV HET MANNEKE UIT DE MAAK geweestkort na den middag keerde hiJ tertig. t Was helder vriezend weer. Dr Brutsaert, Kamerlid, is spreke- lijk VOOR IEDEREEN Te Pcperinghe, in zijn huis, 's mor gens, den Maandag en Vrijdag. TeYper, den le en 3e Zaterdag der maand, van 9 1/2 tot 12 uur, in den Katholieken Kring. Te Wervick, den 2Zaterdag der maand, van g 1/2 tot 12 uur, in Het j ÉZ apitel VULPENNEN der Hartefeesten en huldiging 0ud=Strijders, op Zondag 16Septamber 1928. Drinkt Men kan ook liegen met te luisteren •en te zwijgen. Men ziet het hier en overal "Waar hoogmoed komt daar waakt de [val. Spijt gaapt wijd, Nijd die bijt. Heel dikwijls kan De sterkste man Een enk'le vrouw niet eens regeeren De zwakste vrouw Kan aan een touw Wel twintig mannen soms dresseeren. Gedachten zijn tolvrij, maar de hel is geen tolhuis. Ik zit meer dan duizend uren Boven 't aarderijk te turen, Naar der menschen dwaas gedoen En 'k zie hoedat er velen. Met hunne gezondheid spelen Daarbij derven hun fatsoen. Zie alderliefste lezeressen, nu moet ge niet kwaad zijn op 't Manneken uit •de Maan... maar 't is parteklier op u •dat ik het nu heb gemunt. Daar is een •doktoor te Parijs en die heeft klaar ■en duidelijk bewezen, dat er tegen woordig schrikkelijk veel jong vrouw volk. tusschen de twintig en de vijf- en-twintig naar de eeuwigheid gaat omdat ze Pralend in ryat lichte kleeren. Tot genot van de meneeren, Hun gezondheid, het is klaar, Brengen grootelijks in gevaar. Marenta zegt het ook. Wat een ver schil, zegt ze, tegen in moeders tijd. Toen wogen de kleeren van een tref felijk gekleed vrouwmensch, zonder mantel te rekenen, zou wat vijf a zes Icilo! Ja, ja, lacht maar, alderliefste lezeressenmaar A wie lest lacht best lacht. En daar zijn er zooveel die een hou- ten~kostuum bij den schrijnwerker hebben gekregen omdat ze te veel ge offerd hebben aan de Mode de Pa ris». 't Moest hier gaan, zooals in Italië. Ge weet ze hebben daar nen Mussolini. Die Mussolini heeft daar alles te protokollen. Dat wil nu pre cies niet zeggen dat ik een bewonde raar ben van dien kerel. Neen, bijlange •niet. Maar nu heeft die Mussolini voorgeschreven dat het mansvolk in zekere streken van Italië gekleed moet gaan zooals de mensch daar over vijftig en zestig jaren gekleed gingep. Hewel! ik zeg het ras Ik wou dat 't hier ook zoo was. 't Mansvolk op den buiten met nen blauwen kiel en de zijden muts... 't Vrouwvolk met den kruisdoek over •de borst, 't gekleurde roksken en het schoon kanten mutsken... Zedig en net zooals ons ouwkensAhVlaan- •dersehe meiskens, zeg het mij ne keer, zoudt ge dan niet dubbel zoo net, dub bel zoo lief, dubbel zoo lief zijn, als nu met al die lichte tiereletijnsche voddekens rond uw lijf A la mode de Paris... Zie ne keer de Holland- sche en Zeeuwschc boerinnekens, hoe djent en pront ze er uit zien... Ach ja, 'k zou ik weet niet wat Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 8 ROMAN door A. HANS. Hij kwam in aanraking met Eran- sche overheden, wat hem wel hinder de, maar ze waren hier de meesters -en de bestuurders. Ook bezocht Robert eenige kennis sen zijner ouders in de stad. De hoffe lijkheid verplichtte hem er toe. 's Avonds was hij dan de gast van mijnheer en jufvrouw Lamoens, wat hij zeer genoeglijk vond. Hun verhou ding bleef uitstekend. De medebewoners gedroegen zich bescheiden en Robert bespotte in zich zelf de hoogmoedige minachting der familie Campens voor deze ibenschen. De notaris had een tegenbezoek ge bracht. maar Robert niet thuis gevon den. Hij liet dan een brief bezorgen, waarin hij van Maere uitnoodigde bij hem te logeeren, tot het kasteel be meubeld was. Robert antwoordde schriftelijk dat hij met dat aanbod zeer vereerd was, maar niet kon weerstaan aan de be koring om dadelijk in 't ouderlijk huis te vertoeven. van Maere was nu weer naar leper Daarvoor ten beste geven. Mocht ik, och lieve meisjes dat In yiaand'ren nog beleven. OM TE LEVEN MOET GE ETEN. - Ik kan dertig dagen leven zonder één dag te eten, zei Toontje. Da's gelogen riepen zijn vrienden uit. Wedden? zei Toontje. Goed! ant woordden de vrienden. En Toontje won zijn weddingschap. Weet ge wat hij deed? Wel, hij at 's nachts. De nachten lengen stillekens aan, De winter komt voor 't dsurken staan Ik ben maar ne profeet die brood eet; maar volgens 't schijnt zullen we geenen feilen winter hebben. Regen en nattigheid genoeg, maar weinig vriesweer. Manneken, zegt Maren ta, als ge daar niet zeker van zijt, moet ge de menschen dat niet wijs maken. De kronijk van 't Manneken uit de Maan is toch geen almanak, waarin de leugens met hoopen worden verkocht. Goed, Marenta, ik zal 't onthouden. WAT GE OOK MOET ONTHOUDEN, beste lezers en alder liefste lezeressen, dat zijn de 'volgende regels om oud te worden. Ik heb ze gevonden in een boek van mijn groot vader en die man heeft den leeftijd van honderd-en-twee jaar gehaald en had hij toen nog asem gehad, dan zou hij misschien nu nog hebben geleefd. Alzoo 1. Slijt zooveel mogelijk uw tijd in openlucht en adem diep. 2. Profiteert zooveel ge kunt van 't zonnelichtde menschen immers zijn geen mollen. 3. Eet niet te veel; sta van tafel op voor dat ge uw goesting hebt gege ten. Gebruik slechts ééns per dag vleesch en dan nog met maat. Geef den voorkeur aan versche groenten, fruit en melk. Zie eens de Trappisten. Die eten nooit geen vleesch en zijn pertang kloek en gezond. 4. Eet brood met zemelendat schuurt de darmen en houdt den ach terwagen gesmeerd. 5. Neem van tijd tot tijd een warm bad. 6. Ga vroeg naar bedslaap met het venster open, maar buiten den trek. 7. Zit niet te zuchten of te klagen over dingen die gebeurd zijn of mis schien zullen gebeuren. 8. Treed in den huwelijken staat; de ondervinding leert dat gehuwde mannen langer leven dan anderen. 9. Genever is vergift wanneer ge lijdt aan de nieren. Voor gezonde menschen kan een druppel per dag geen kwaad. Smoor uw pijpken, maar niet met overdaad. 10. Zorg voor een gerust geweten. Zoo las ik in 't boeksken van mijn grootvader zaliger en nu kunt er uw plan maar meê trekken. TREKKEN EN TREKKEN is twee, zei de boer en hij trok zijn beurze uit, om zijnen advokaat te betalen Weet ge wat ze aan dien zanger Chaliapine betaald hebben, voor dat kwartierken dat hij in Oostende heeft gezongen? De somme van honderd vijf en zestig duizend frank. Honderd vijf en zestig duizend frank voor een kwartierken te zingen? roept Marenta uit en ze slaat haar handen zoodanig van alte ratie in mekaar, dat ze omtrent haren ekilieher verliest en uit het maantje naar- beneden tuimelt. Aan dien prijs wil het Manneken een gansch jaar ko men zingen... En 't Manneken kan zingen, zulle. Wel een beetje valsch maar 't Gaat er mee Als in 't refrein Als 't zoo nauw steekt Dan is de vriendschap klein KLEINE JEAN was naar school gegaan en de meester had in de les over dierkunde gezegdeen kruipdier kan niet loopen, niet staan, niet sprin gen, maar kan zich slechts kruipende over den grond bewegen. Wie kan mij een kruipdier noemen? En Jan had zijn vinger opgestoken en gezegd: mijn broerken, meester. SNULLE- KEN was precies geen meester in zijn vak. Hij was nu bij den troep en stond Robert zat geruimen tijd bij vader en dochtfcr Lamoens. Maar hij had een plan. De Wilde Ruiter intrigeerde hem. En van Maere besloot na donker de hut van Posteels, den bezembinder, eens te bespieden. Hij zei hiervan ech ter niets tot Lamoens of Jacqueline. ITij verliet hun kamer om eenige brieven te schrijven. Hij zou gelegen heid zoeken ze mee te geven naar Engeland. Toen het duister geworden was vertrok hij te voet van het kasteel. Maar hij was wel gewapend, met 't oog op de roovers. Lode Martens, de portier, zag zijn meester vertrekken en moest gissen waarheen. Robert kwam voor het huisje van den bezembinder. De twee ramen be zaten stevige luiken welke geen min ste uitstraling van licht doorlieten. Moet het zoo verborgen blijven, wat daar binnen gebeurt? monpelde van Maere. Die luiken zijn kloek. Men ziet ze zoo gewoonlijk niet aan hutten. Behoedzaam naderde hij de woning. Hij aarzelde even... Het was toch niet hoffelijk voor luistervink te spelen. Maar toch bezweek hij voor.de ver leiding.' Plots trok hij zich terug. De deur werd geopend en van Maere werd bijna gevat in de lichtplek welke nu naar buiten viel. Iemand trad uit de woning. De Wilde Ruiter, zei van Maere bij zich zelf. er dan ook niet voor een slimmerik aangeschreven. Snul, vroeg hem zijn luitenant, kunt ge zwemmen. Ja, luitenant. Waar hebt ge dat ge leerd? In 't water! luitenant, zei Snulleken serjeus. MAAR GE ZOUDT u toch ne keer serjeus gaan afvragen waar dat naar toe moet, hier in 't land, met die mal heuren, die er gebeuren met die vlieg- machienen. Te Godsenhoven zijn er nu al zooveel ongelukken gebeurd, met die vliegtuigen die Ansaldo hee- ten, dat de vliegers, die machienen ginder, vliegende doodkisten hebben gedoopt. Dat mag niet zoo blijven duren, En ik zeg het voor mijn paart, 't Leven van ons jongens is toch Vast en zeker ook wat waard. Daar zijn twee inzjeneurs in ons land en die hebben nu goedkoope vliegmachientjes gebouwd. Zoo voor een plezierreisken te maken en die kosten maar 70 a 80 duizend frank zeggen die inzjeneurs en ge kunt ze gemakkelijk op den zolder zetten, niet die inzjeneurs maar die vliegmachie- nen. Alleenog een beetje en de vlieg- machienen zullen even druk boven onzen kop vliegen als nu de otos door de straten bollen. Dan zal het zijn plezant In ons land... Ge moogt het vrij gelooven De otos rijden ons 't onderste boven En met nen klop Krijgt ge zoo 'n vliegmachien, Ge zult het zien, Op uwen kop. Menschen, we zullen nog moeten gaan doen gelijk de mollen en onder den grond gaan leven, 't I,EVEN- WORDT met den dag duurder. Van Zwim zat te zuchtenik ben ongerust, ik moet naaste week 20 duizend frank aan mijn schuldeischers betalen en ik heb ze niet. Laat dan uw schuld eischers ongerust zijn; antwoordde Solleken, zijn vriend. Maar serjeus ge klapt 't leer gaat ook weer opslaan, dus de schoenen ook. En dan mogen we weer 't liedeken zingen zooals on der den oorlog: Vroeger tijd wie droeg er kloeffen? 't Was alleenlijk de arme man... 't Is de rijke die nog schoenen Tegenwoordig koopen kan. Maar dat zal ons niet geneeren. Ja, beziet ons maar eens goed... Netjes zijn wij, dames, heeren Met die kloefjes aan den voet. Loopt maar op uw dure schoentjes GloriaVictoria Wij, wij doen het op ons kloefjes En we zijn kontent o ja. FONSKEN, zei vader, ge moet zoo lastig niet zijn op 'LeteiLdat rhoeder u voorzet. Toen ik zoo klein was als gij was ik kontent dat ik een stuk brood kreeg. Dan moet ge nu dub bel kontent zijn vader, dat gij bij ons woont, zei Fonsken. JAN VER SCHALEN woonde met vrouw en kinderen te Antwerpen. Ze gingen verhuizen naar Leuven. Allemaal goed en wel. Maar bij 't verhuizen wordt er nog al ne keer een pint gepakt. Ook hier. Madame Verschaffen vertrok naar Leuven met den trein en de kin- ders ook. Jan zou met den verhuis wagen meegaan. Maar Jan is nooit te Leuven geraakt. Onder weg half zat van den wagen afgestuikt, 't wiel over de borst en mortibus dood. En zoo is Jan er uitgemuisd En naar de eeuwigheid verhuisd. HeeJef... wat zegt uw vrouw als ge zoo laat thuiskomt? vroeg een kameraad dien hij 's nachts tegen kwam. Heb geen vrouw, zei Jef. Waarom gaat ge dan zoo laat naar huis vroeg de kameraad verwon derd. Maar Marenta roept uit. Manneken uit de Maan Staak die dwaze kuren, Het zijn de vrouwen die 't altijd In uw kronijk moeten bezuren. Ge weet nochtans heel goed alsdat, De mans zijn die te trouwen vragen En die zoovele vrouwkens ook Het ongeluk in jagen. Ze spotten met de vrouwen, maar Wil u eens goed verzinnen... Wat zouden toch de mannen wel Zonder eene vrouw beginnen. Allee! Marenta, 't is wel... 't Man neken zal doen, zooals er in den cate- chinms staat: zijn leven beteren en liever sterven dan nog één vrouwken in zijn kronijke te vergrammen. MA DAM EKEN IKSEPEE was naar 't kerkhof gekomen en had aan den grafmaker gezegd dat er een zerk op 't, graf van haar man zou komen. Een zerk met een grillie pondv vroeg de grafmaker. Een grillie is niet noodig, antwoordde madame Iksepee, hij zal er toch niet meer uitkruipen. Zekere Stefona Duro was uit de ge vangenis gekropen en naar huis ge vlucht. Zijn moeder hoorde gerucht aan de achterdeur, nam een geweer en schoot. Een schreeuw in de nacht. Toen stilte. De vrouw dacht dat ze een dief had getroffen, 's Morgens vond ze 't lijk van haar zoon. 't Ge beurde in Spanje, dus ver van hier. Maar 't is er niet minder triestig om, zegt Marenta. Waar dat Marenta ge lijk in heeft. UIT SPANJE komt de tijding dat de oranjeappels van 't jaar goedkoop zullen zijn. 't Manneken heeft het vroeger reeds gezegd maar nu is er nog een ander nieuws om dat nieuws te bevestigen. Ge moet weten dat er in Californie veel offi cieren zich na den oorlog als kweekers hebben gevestigd. Nu gaan dit jaar de eerste Californische oranjeappels naar Europa worden gezonden en daarmee is er veel concurentie en als er veel concurentie is, wordt de marsjandis gogdkoop... Laat ons dus maar hopen Oranjeappeltjes te kunnen koopen Aan een prijsken niet te duur Want anders zijn die dingen... zuur. MOEDEjR liep met een zuur gezicht door 't huis. Ze had gekeven met een buurvrouw. Moeder, zei Fonsken, mag ik met Jefken Peeters gaan spe len, We klappen tegen die men schen niet meer zei de moeder. Mag ik dan een rammeling gaan ge ven? vroeg Fonsken. ALBERT DE- HAAN, te Brussel gaf zijn schoon moeder een zoo harde rammeling dat het mensch met gebroken beenen en ribben naar 't hospitaal moest worden vervoerd. En waaromgaf hij haar die rammeling? vraagt Marenta, die niet nieuwsgierig is, maar toch alles gaar ne weet. Wel, eenvoudig omdat het mensch het duivenkot te vroeg had opengezet. MIJNHEER CHARLIER te Amsterdam zette zijn kofferfort of brandkast open en begon al die schoon biljetten van honderd en dui zend guldens door het venster te wer pen. Ge kunt denken hoedat de voor bijgangers grabbelden. Naderhand bleek het dat die mijnheer Charlier zot was geworden, wat zeer triestig is. DE LANGE AVONDEN komen aan en dan is 't soms triestig als ge niet weet wat doen. Hewel! hier een paar spellekens die te pas kunnen ko: men. Ge vraagt aan iemand: wat draagt een sjampetter aan de zijde? Een SABEL, is 't antwoord. Hoe heet te de toren die de afstammelingen van Nowee bouwden BABEL. Goed. Hoe heet men de draden die in de zee lig gen om te telefoneeren. KABEL. Per fect. Hoe heette de eerste broeder moordenaar? Abel! zal men u ant woorden. Mis: De eerste broeder moordenaar heette Cain en Abel was de vermoorde. Maar met die woorden Sabel, Babel, Kabel, krijgt ge onver mijdelijk Abel voor antwoord. Llier zoo nog een: schrijf op een stuk pa pier de volgende woorden rapenveld, beetenveld, roggeveld, klaverveld en beneveld. Laat hun lezen en voor ff leste woord zullen ze allen uitspre ken: beeneveld, maar het moet zijn be-ne-veld, van het woordje nevel. Allee ge kunt het maar ne keer pro- beeren als ge 's avonds rond de tafel zit. UFERA SIDONIE ging rond om kleeren af te halen voor de arme men schen. Hebt ge soms geen oude frak en een oude broek, vroeg ze aan mijnheer den baron van Schimmel- 1 bank. Jawel, uffra, zei de baron. En wat doet ge daar mee, mijnheer de baron. Die doe ik 's avonds uit en hang ik aan mijn kapstok om ze 's an derendaags weer aan te trekken.Daar- meê kon uffra Sidonie het aftrappen. TE BRUSSEL IS VERLEDEN week een baron getrouwd en die heet astemblieft Reumorid Ribeauville de Xhomont de Chantrain au Bois de Haix. Met zoo' nen naam en zes cen ten, haclt ge vóór den oorlog een pint faro, zegt Marenta. Daanneê is 't voor vandaag gedaan En sluit ik, beste menschen, Met u een Zondag vol plezier In eer en deugd te wenschen. Natuurlijk hebt ge allen zeven kilo's complimenten van Marenta en dito, dito van uw toegenegen vriend Het Manneken uit de Maan. Zitdagen. 't Was dezelfde gedaante met den breedgeranden hoed, in den wijden mantel... Maar dan volgde een meisje... Magda, flitste het Robert do r 't hoofd. Het tweetal gingen om den hoek van het huis. jonker, zei Posteels, want anders zou ik niet geopend hebben... 't Zijn schuwe tijden en we wonen zoo dicht bij 't bosch. Huichelaar, dacht Robert, maar hij wilde nog niet laten merken, dat hij meer wist. Zoo laat oj) gang, vervolgde de ,an Maere had een gewaarding van bezembinder. Waarmee kan ik 11 dien- bittere teleurstelling. Het speet hem,' dat de geruchten over de dochter van den bezembinders gegrond bleken. De Wilde Ruiter kwam haar bezoeken en samen gingen ze bij avond uit. Robert sloop ook om het huis heen. Aan de achterzijde was veel struik gewas. En daaruit haalde de geheim- j stig zijn, jonker? Wel. ik kwam uw dochter vra gen een teekening van het kasteel te willen maken, 't Is voor mijn zusters in Engeland. Magda is niet thuis jonker... Nog zoo laat uit Ta maar, ze keert van avond niet zinnige ruiter zijn paard. Hij hielp er ^erug. Dat kunt ge wel begrijpen. Een Den 7 November 1893 stierf te Leuven een oud-student van Hugo Verriest, vriend en geduchte mededinger van Rodenbach. Als missionaris was hij naar Indie vertrokken maar had zich daar 11a 6 jaar overdadigen arbeid een doodelijke tering op den hals ge haaid en pas 37 jaar oud was hij komen ster ven. "Was die man in Indie gestorven" zei een medemissionaris van hem "heel Chota- nagpore had hem altaren opgericht". Geen wonder! Op 6 jaar had P. Constant Lievens van Moorslede aldaar een heel ras uit de grootste ellende opgeholpen, 27.000 heidenen met eigen hand gedoopt en meer dan 100.000 Indiërs in den schoot der H. Kerk gebracht. Door een doodelijke in spanning van al zijne krachten heeft hij een bekeeringsbeweging aan den gang gezet waarvan de Pauselijke Delegaat nog onlangs getuigde"Sinds Franciscus Xaverius is er hier in Indie zoo '11 bekeeringsbeweging niet meer geweest." Daarom ook heeft hij in vele landen den naam verworven van Mo derne Xaverius. Ook moet hij niet onder doen voor Verbiest, De Smet en Damiaan Als missionaris is hij misschien grooter. En toch is Lievens zonder standbeeld gebleven... Er is meer. Zijn leven op 10 duizend exem plaren verspreid heeft onze katholieke jeugd begeesterd. Geen missionarisleven heeft zul ke heerlijke missiedroomen doen droomen tallooze roepingen heeft hij verwekt. De bede van Guido Gezelle op zijn doodsantje werd een voorspelling "Blijft werken nog en wekt in ons Een vonkske van de vlam Die 't heidendom in brande stak Die U het leven nam. Blijft werken nog en won den loon Uw nooit vermoeide hand Zij werve en werve er meer van ons Naar 't verre en 't vreemde land." Hugo Verriest mocht gerust van hem schrijven in zijn twintig Vlaamsche koppen 't Geen Rodenbach hier deed onder de Vlamingen voor taal en eigen wezen deed Lievens ginder in heiligheid en Godsdienst, voor waarheid en recht en verheffing van delt verdoolden en verzonken medemensch, deed hij onder die ontelbare volkeren en in ondoorpeilbare landen en streken." En hij kon er aan toevoegen dat Lievens in zekere mate zal blijven hier te lande de Rodenbach der Missiebeweging, door de begeestering welke zijn leven wekte. Rodenbach heeft dan eerst zijn gedenkmaal gekregen toen zijn Vlaamsche jeugd tot zoo '11 bloei was geko men dat zijn standbeeld niet alleen was een hulde aan zijn verdienste maar tevens de vertolking van wat eene heele generatie stu denten voelde en dacht. Een zelfde eerelot is aan zijn evenknie op een veel hooger gebied Pater Lievens ge schoren hij kon alleen maar dan worden ge huldigd wanneer de missiebeweging hoogtij zou vieren. Maar nu zijn de zijden rijp. In 1929 moet het standbeeld van Lievens te Moorslede rijzen als eene hulde aan onze puurste glo ries en als de verbronzing van de ontzage- lijke missiebeweging welke zulke hulde al leen mogelijk maakt. Wie blijft er in Vlaanderen zoo onverschil lig aan zoo 'n roem dat hij in dat Lievens- monutnent geen steentje zou willen weten zitten, dat hij zelf heeft geschonken. Zijn er echte Lievensijveraars dan zullen zij gauw schrijven naar Eerweerde Heer Deltour, Moorslede om een heel aantal groote en kleine steentjes welke hij in zijn omgeving zal trachten te plaatsen. De giften mogen worden gestuurd op postch. 2079.94, Lievenscomiteit, Moorslede. het meisje op en wipte dan zelf in t zadel. Ze reden heen en verdwenen in het vloekte roovers... kloeke mannemensch waagt zich nu niet meer op de baan, met" die ver- En Magda is een meisje. Ze verblijft bij een boer onder Poelcapelle en komt morgen met den donker. 't Was alles snel gegaan. Nu heb ik zekerheid, mompelde klare terug, van Maere.-.. De Wilde Ruiter gaat 1 Ha, zoo... 's avonds met Magda op reis... Waar- Als ge morgen na den noen wilt heen? Naar zijn verblijf natuurlijk. De komen, jonker... notaris mag het wel zeggen, dat de 1 Of zij bij mij op den Maerburg. zeden los zijn geworden.'En de ouders Neem me niet kwalijk jonker, vinden dat goed. Die zullen gepaaid maar dat zal Magda liever niet doen. worden met geld. Er is zooveel kwaadsprekerij. En als Robert stond even in gedachten, onze dochter naar 't kasteel loopt, Dan klopte hij aan. zouden de tongen roeren... Magda is Wig daar? klonk de stem van den zoo deftig... bezembinder. Huichelaar dacht van Maere Jonker van Maere... antwoordde weer. Robert luid. j Maar als Magda een goeden De deur werd geopend. naam heeft, tvedervoer hij. Ik herkende u aan uw spraak, Er zijn altijd klappeien die op een Het is een uitermate slechte ge woonte bij het lezen en ook bij op zoekingen tijdens bureelwerk de vingers te bevochtigen voor 't om slaan der bladzijden van een boek. Zelfs als ge 't werk pas aangekocht hebt, schuilt daarin eenig gevaar, want tijdens de vervaardiging van 't papier, bij 't drukken, bij 't inbinden, iti den boekhandel, telkens wordt het toch behandeld door personen, die U geheel vreemd zijn. Hoeveel meer aandacht dient men er dan niet aan te wijden als het boek reeds door anderen in gebruik geno men werd. Denk aan uwe gezondheid als ge een werk aan de leesbibliotheek ont leend hebt. Waarschuw uwe kinderen wanneer ze in de studie van oude schoolboeken verdiept zijn. Hoedt U voor brochuren of dagbladen welke ge in drinkzalen of treinen vindt. Neem U in acht... ja, voor alles, wat U ziek tekiemen kan overbrengen. Longontsteking, diphterie, aman delontsteking, geslachtsziekten en zooveel andere, ze worden door 't speeksel overgebracht. Het meeren- deel der kinderziekten zet in met katarh der slijmvliezen en afscheidin gen rijk aan besmettelijke kiemen. Een zieke heeft wellicht, vóór U, ook zijn vinger bevochtigd bij 't lezen van het boek dat U thans in handen komt. Van op elke bladzijde beloert U misschien de dood. Haal niet misprijzend de schouders op, doelend op je oudje of 'n mijnheer X of Z, die altijd 'n vochtige vinger schijnt noodig te hebben bij zijn lec tuur en niettemin '11 grijze ouderdom bereikt heeft. U let er wellicht veel minder op dat hij of zij menige ziekte doorworstelen moest en... niets be vestigt U dat die ziekte niet uit 'n boek opgediept werd. Daarbij Voorkomen is altijd beter dan hee- lenSHORT. I*" GROOTE KEUS VAN 1 Passer-, K eur. en Pennendoozen Schrijf- en Tee'cena'aam. Servietten Porte-Musiques alle merken van ZEEPDOOZEN KAMMEN V. SANSEN-VANNESTE Gasthuisstraat, i5, Poperingiie H. jong meisje wat te zeggen hebben. En och, jonker, ze zullen u ook van Mag da wel leugens verteld hebben. Ik speel met open kaart... Over eenige dagen kwaamt ge onze dochter tegen. En ge hebt wat woorden met haar ge had. Ze heeft het ons verteld. En ze zal nu niet naar het kasteel willen komen. 't Is ook niet schoon van 11, jon ker, de kwaadsprekerij van den nota ris te gelooven, zoo mengde de vrouw zich nu in 't gesprek. —Wie zegt er, dat de notaris kwaad heeft verteld? Magda kon dat uit uw woorden opmaken, hernam de vrouw. En dat doen ze bij den notaris altijd, want ze zouden willen dat wij voor hen kro pen en we doen het niet... Zela, de dochter van den notaris, is jaloersch van Magda. Och, kom! Hij zoo rijk... en Magda die met bezems leurt, merkte Robert op. Ts er dan reden om ja loersch te zijn? Zela Campens kan geen schoone meisjes verdragen, beweerde vrouw Posteels. Ze wordt al oud en krijgt geen vrijer... Wie wil er ook zoo '11 tonne azijn of zuur bier. Is het behoorlijk zoo over een achtbare dame te spreken vroeg van Maere. Ja, jonker, groot volk trekt partij voor elkaar, sprak de vrouw. Maar wat stuiken ze bij den notaris al van Magda uit? Omdat onze dochter niet in slunsen gekleed gaatWe vragen Om 10 uur: Plecfmge Hoogmis. Om II uur Onthulling en w jding van het monument. Toewijding der gemeente aan hetH. Hart. Om 21/2 uur: Optocht der deelnemende maat schappij en. Fepstrede door A. Becelareen Pater Joos. Om 4 1/2uur: Prachtige stoet. Programma van den stoet. ie Deel HULDE AAN DE OUD STRITDERS. Vaandel der Oud-Str ijders en Oud Strijders te paard Namen der Oud-Strijder?. Pi aalwagen L. Vrouw van den Yzer (Jo English). 2" Deel: HISTORISCHE GROEPEN. De Gelukzalige Jan van Waasten. a) Hij sticht de abd 1 der Benediktessen in 1901. b) Hij schenkt het patronaat der kerk aan de Monikken van S -Omaers in 1107 c) Hij bezocht Merckem in 1115. 2. Maria vereering te Merckem. a) Groep van O. L Vrouw van -Melane. b) Gro°p van O. L. Vrouw van Langewaede met Praalwagen 3c Deel: HULDE A.\N HET H. HART. Christus-Koning moet heerschen over gansch de wereld. .4zie: groep Chineezen metzenlelingen. Afrikagroep zwartjes met zendelingen. Amerika groep Roodhuiden met zende ling en. Europa groep meisjes in nationale klee derdracht der v< rschillende landen. MERCKEM HULDIGT HET H. HART. Engelen. Zangsters. Bloemstroosters. Praalwagen van Christus Koning. aan den notaris het geld niet om te koopen, wat Magda dragen wil. Maar waar haalt ge dan het geld voor zijden doeken? schoot van Mae re wat heftig uit. Nu rees Posteels van zijn houten stoel op. Ga riek het, waar we het halen snauwde hij den jonker toe. En die een voor u vreemde jonge dochter als lief meisje aanspreekt en zeker peinst ze seffens den kop zot te maken, om dat ze bij een bezembinder worn.-. Gij komt hier ons kind hoopen} Ha, zoo niet, al woondet ge duizend keer op een kasteelMagda voor u teekenen en naar 't kasteel komen, he... nu zien we uw spelBuiten, mijnheer van Maere En Posteels opende reeds de deur. Robert was door dieti uitval ont hutst. Blijf toch kalm! zei hij. Buiten of ik smijt u aan de deur! Ga met jZela Van den notaris verkee- renBuiten..., 't is hier mijn kot! De bezembinder stond daar drei gend. E11 van Maere verliet de hut. Maar dan wilde hij nog iets zeggen. Posteels wierp echter de deur voor zijn neus dicht en Robert hoorde de grendels knarsend schuiven. ft Vervole* T U 35

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1928 | | pagina 5