I
De Wilde Kuiler
Schoolgerief
-CAR
Ei
StandbeeldP. LIEVENS
Als ge laest
GEDACHTE PV
HET MANNEKE
UIT DE
MAAK
geweestkort na den middag keerde
hiJ tertig. t Was helder vriezend weer.
Dr Brutsaert, Kamerlid, is spreke-
lijk VOOR IEDEREEN
Te Pcperinghe, in zijn huis, 's mor
gens, den Maandag en Vrijdag.
TeYper, den le en 3e Zaterdag der
maand, van 9 1/2 tot 12 uur, in den
Katholieken Kring.
Te Wervick, den 2Zaterdag der
maand, van g 1/2 tot 12 uur, in Het j
ÉZ apitel
VULPENNEN
der
Hartefeesten en huldiging
0ud=Strijders,
op Zondag 16Septamber 1928.
Drinkt
Men kan ook liegen met te luisteren
•en te zwijgen.
Men ziet het hier en overal
"Waar hoogmoed komt daar waakt de
[val.
Spijt gaapt wijd,
Nijd die bijt.
Heel dikwijls kan
De sterkste man
Een enk'le vrouw niet eens regeeren
De zwakste vrouw
Kan aan een touw
Wel twintig mannen soms dresseeren.
Gedachten zijn tolvrij, maar de hel
is geen tolhuis.
Ik zit meer dan duizend uren
Boven 't aarderijk te turen,
Naar der menschen dwaas gedoen
En 'k zie hoedat er velen.
Met hunne gezondheid spelen
Daarbij derven hun fatsoen.
Zie alderliefste lezeressen, nu moet
ge niet kwaad zijn op 't Manneken uit
•de Maan... maar 't is parteklier op u
•dat ik het nu heb gemunt. Daar is een
•doktoor te Parijs en die heeft klaar
■en duidelijk bewezen, dat er tegen
woordig schrikkelijk veel jong vrouw
volk. tusschen de twintig en de vijf-
en-twintig naar de eeuwigheid gaat
omdat ze
Pralend in ryat lichte kleeren.
Tot genot van de meneeren,
Hun gezondheid, het is klaar,
Brengen grootelijks in gevaar.
Marenta zegt het ook. Wat een ver
schil, zegt ze, tegen in moeders tijd.
Toen wogen de kleeren van een tref
felijk gekleed vrouwmensch, zonder
mantel te rekenen, zou wat vijf a zes
Icilo! Ja, ja, lacht maar, alderliefste
lezeressenmaar
A wie lest lacht
best lacht.
En daar zijn er zooveel die een hou-
ten~kostuum bij den schrijnwerker
hebben gekregen omdat ze te veel ge
offerd hebben aan de Mode de Pa
ris». 't Moest hier gaan, zooals in
Italië. Ge weet ze hebben daar nen
Mussolini. Die Mussolini heeft daar
alles te protokollen. Dat wil nu pre
cies niet zeggen dat ik een bewonde
raar ben van dien kerel. Neen, bijlange
•niet. Maar nu heeft die Mussolini
voorgeschreven dat het mansvolk in
zekere streken van Italië gekleed
moet gaan zooals de mensch daar
over vijftig en zestig jaren gekleed
gingep.
Hewel! ik zeg
het ras
Ik wou dat 't hier
ook zoo was.
't Mansvolk op den buiten met nen
blauwen kiel en de zijden muts...
't Vrouwvolk met den kruisdoek over
•de borst, 't gekleurde roksken en het
schoon kanten mutsken... Zedig en
net zooals ons ouwkensAhVlaan-
•dersehe meiskens, zeg het mij ne keer,
zoudt ge dan niet dubbel zoo net, dub
bel zoo lief, dubbel zoo lief zijn, als
nu met al die lichte tiereletijnsche
voddekens rond uw lijf A la mode
de Paris... Zie ne keer de Holland-
sche en Zeeuwschc boerinnekens, hoe
djent en pront ze er uit zien...
Ach ja, 'k zou ik weet niet wat
Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 8
ROMAN
door A. HANS.
Hij kwam in aanraking met Eran-
sche overheden, wat hem wel hinder
de, maar ze waren hier de meesters
-en de bestuurders.
Ook bezocht Robert eenige kennis
sen zijner ouders in de stad. De hoffe
lijkheid verplichtte hem er toe.
's Avonds was hij dan de gast van
mijnheer en jufvrouw Lamoens, wat
hij zeer genoeglijk vond. Hun verhou
ding bleef uitstekend.
De medebewoners gedroegen zich
bescheiden en Robert bespotte in zich
zelf de hoogmoedige minachting der
familie Campens voor deze ibenschen.
De notaris had een tegenbezoek ge
bracht. maar Robert niet thuis gevon
den. Hij liet dan een brief bezorgen,
waarin hij van Maere uitnoodigde bij
hem te logeeren, tot het kasteel be
meubeld was.
Robert antwoordde schriftelijk dat
hij met dat aanbod zeer vereerd was,
maar niet kon weerstaan aan de be
koring om dadelijk in 't ouderlijk huis
te vertoeven.
van Maere was nu weer naar leper
Daarvoor ten beste geven.
Mocht ik, och lieve meisjes dat
In yiaand'ren nog beleven.
OM TE LEVEN MOET GE ETEN.
- Ik kan dertig dagen leven zonder
één dag te eten, zei Toontje. Da's
gelogen riepen zijn vrienden uit.
Wedden? zei Toontje. Goed! ant
woordden de vrienden. En Toontje
won zijn weddingschap. Weet ge wat
hij deed? Wel, hij at 's nachts.
De nachten lengen
stillekens aan,
De winter komt
voor 't dsurken staan
Ik ben maar ne profeet die brood
eet; maar volgens 't schijnt zullen we
geenen feilen winter hebben. Regen
en nattigheid genoeg, maar weinig
vriesweer. Manneken, zegt Maren
ta, als ge daar niet zeker van zijt,
moet ge de menschen dat niet wijs
maken. De kronijk van 't Manneken
uit de Maan is toch geen almanak,
waarin de leugens met hoopen worden
verkocht. Goed, Marenta, ik zal
't onthouden. WAT GE OOK MOET
ONTHOUDEN, beste lezers en alder
liefste lezeressen, dat zijn de 'volgende
regels om oud te worden. Ik heb ze
gevonden in een boek van mijn groot
vader en die man heeft den leeftijd
van honderd-en-twee jaar gehaald en
had hij toen nog asem gehad, dan zou
hij misschien nu nog hebben geleefd.
Alzoo
1. Slijt zooveel mogelijk uw tijd in
openlucht en adem diep.
2. Profiteert zooveel ge kunt van
't zonnelichtde menschen immers
zijn geen mollen.
3. Eet niet te veel; sta van tafel op
voor dat ge uw goesting hebt gege
ten. Gebruik slechts ééns per dag
vleesch en dan nog met maat. Geef
den voorkeur aan versche groenten,
fruit en melk. Zie eens de Trappisten.
Die eten nooit geen vleesch en zijn
pertang kloek en gezond.
4. Eet brood met zemelendat
schuurt de darmen en houdt den ach
terwagen gesmeerd.
5. Neem van tijd tot tijd een warm
bad.
6. Ga vroeg naar bedslaap met het
venster open, maar buiten den trek.
7. Zit niet te zuchten of te klagen
over dingen die gebeurd zijn of mis
schien zullen gebeuren.
8. Treed in den huwelijken staat;
de ondervinding leert dat gehuwde
mannen langer leven dan anderen.
9. Genever is vergift wanneer ge
lijdt aan de nieren. Voor gezonde
menschen kan een druppel per dag
geen kwaad. Smoor uw pijpken, maar
niet met overdaad.
10. Zorg voor een gerust geweten.
Zoo las ik in 't boeksken van mijn
grootvader zaliger en nu kunt er uw
plan maar meê trekken.
TREKKEN EN TREKKEN is twee,
zei de boer en hij trok zijn beurze uit,
om zijnen advokaat te betalen Weet
ge wat ze aan dien zanger Chaliapine
betaald hebben, voor dat kwartierken
dat hij in Oostende heeft gezongen?
De somme van honderd vijf en zestig
duizend frank. Honderd vijf en zestig
duizend frank voor een kwartierken
te zingen? roept Marenta uit en ze
slaat haar handen zoodanig van alte
ratie in mekaar, dat ze omtrent haren
ekilieher verliest en uit het maantje
naar- beneden tuimelt. Aan dien prijs
wil het Manneken een gansch jaar ko
men zingen... En 't Manneken kan
zingen, zulle. Wel een beetje valsch
maar
't Gaat er mee
Als in 't refrein
Als 't zoo nauw steekt
Dan is de vriendschap klein
KLEINE JEAN was naar school
gegaan en de meester had in de les
over dierkunde gezegdeen kruipdier
kan niet loopen, niet staan, niet sprin
gen, maar kan zich slechts kruipende
over den grond bewegen. Wie kan mij
een kruipdier noemen? En Jan had
zijn vinger opgestoken en gezegd:
mijn broerken, meester. SNULLE-
KEN was precies geen meester in zijn
vak. Hij was nu bij den troep en stond
Robert zat geruimen tijd bij vader en
dochtfcr Lamoens. Maar hij had een
plan.
De Wilde Ruiter intrigeerde hem.
En van Maere besloot na donker de
hut van Posteels, den bezembinder,
eens te bespieden. Hij zei hiervan ech
ter niets tot Lamoens of Jacqueline.
ITij verliet hun kamer om eenige
brieven te schrijven. Hij zou gelegen
heid zoeken ze mee te geven naar
Engeland.
Toen het duister geworden was
vertrok hij te voet van het kasteel.
Maar hij was wel gewapend, met
't oog op de roovers.
Lode Martens, de portier, zag zijn
meester vertrekken en moest gissen
waarheen.
Robert kwam voor het huisje van
den bezembinder. De twee ramen be
zaten stevige luiken welke geen min
ste uitstraling van licht doorlieten.
Moet het zoo verborgen blijven,
wat daar binnen gebeurt? monpelde
van Maere. Die luiken zijn kloek. Men
ziet ze zoo gewoonlijk niet aan hutten.
Behoedzaam naderde hij de woning.
Hij aarzelde even... Het was toch niet
hoffelijk voor luistervink te spelen.
Maar toch bezweek hij voor.de ver
leiding.'
Plots trok hij zich terug. De deur
werd geopend en van Maere werd
bijna gevat in de lichtplek welke nu
naar buiten viel.
Iemand trad uit de woning.
De Wilde Ruiter, zei van Maere
bij zich zelf.
er dan ook niet voor een slimmerik
aangeschreven. Snul, vroeg hem
zijn luitenant, kunt ge zwemmen.
Ja, luitenant. Waar hebt ge dat ge
leerd? In 't water! luitenant, zei
Snulleken serjeus.
MAAR GE ZOUDT u toch ne keer
serjeus gaan afvragen waar dat naar
toe moet, hier in 't land, met die mal
heuren, die er gebeuren met die vlieg-
machienen. Te Godsenhoven zijn er
nu al zooveel ongelukken gebeurd,
met die vliegtuigen die Ansaldo hee-
ten, dat de vliegers, die machienen
ginder, vliegende doodkisten hebben
gedoopt.
Dat mag niet zoo blijven duren,
En ik zeg het voor mijn paart,
't Leven van ons jongens is toch
Vast en zeker ook wat waard.
Daar zijn twee inzjeneurs in ons
land en die hebben nu goedkoope
vliegmachientjes gebouwd. Zoo voor
een plezierreisken te maken en die
kosten maar 70 a 80 duizend frank
zeggen die inzjeneurs en ge kunt ze
gemakkelijk op den zolder zetten, niet
die inzjeneurs maar die vliegmachie-
nen. Alleenog een beetje en de vlieg-
machienen zullen even druk boven
onzen kop vliegen als nu de otos door
de straten bollen.
Dan zal het zijn plezant
In ons land...
Ge moogt het vrij gelooven
De otos rijden ons 't onderste boven
En met nen klop
Krijgt ge zoo 'n vliegmachien,
Ge zult het zien,
Op uwen kop.
Menschen, we zullen nog moeten
gaan doen gelijk de mollen en onder
den grond gaan leven, 't I,EVEN-
WORDT met den dag duurder. Van
Zwim zat te zuchtenik ben ongerust,
ik moet naaste week 20 duizend frank
aan mijn schuldeischers betalen en ik
heb ze niet. Laat dan uw schuld
eischers ongerust zijn; antwoordde
Solleken, zijn vriend. Maar serjeus ge
klapt 't leer gaat ook weer opslaan,
dus de schoenen ook. En dan mogen
we weer 't liedeken zingen zooals on
der den oorlog:
Vroeger tijd wie droeg er kloeffen?
't Was alleenlijk de arme man...
't Is de rijke die nog schoenen
Tegenwoordig koopen kan.
Maar dat zal ons niet geneeren.
Ja, beziet ons maar eens goed...
Netjes zijn wij, dames, heeren
Met die kloefjes aan den voet.
Loopt maar op uw dure schoentjes
GloriaVictoria
Wij, wij doen het op ons kloefjes
En we zijn kontent o ja.
FONSKEN, zei vader, ge moet zoo
lastig niet zijn op 'LeteiLdat rhoeder
u voorzet. Toen ik zoo klein was als
gij was ik kontent dat ik een stuk
brood kreeg. Dan moet ge nu dub
bel kontent zijn vader, dat gij bij ons
woont, zei Fonsken. JAN VER
SCHALEN woonde met vrouw en
kinderen te Antwerpen. Ze gingen
verhuizen naar Leuven. Allemaal goed
en wel. Maar bij 't verhuizen wordt
er nog al ne keer een pint gepakt. Ook
hier. Madame Verschaffen vertrok
naar Leuven met den trein en de kin-
ders ook. Jan zou met den verhuis
wagen meegaan. Maar Jan is nooit
te Leuven geraakt. Onder weg half
zat van den wagen afgestuikt, 't wiel
over de borst en mortibus dood.
En zoo is Jan er uitgemuisd
En naar de eeuwigheid verhuisd.
HeeJef... wat zegt uw vrouw als
ge zoo laat thuiskomt? vroeg een
kameraad dien hij 's nachts tegen
kwam. Heb geen vrouw, zei Jef.
Waarom gaat ge dan zoo laat naar
huis vroeg de kameraad verwon
derd. Maar Marenta roept uit.
Manneken uit de Maan
Staak die dwaze kuren,
Het zijn de vrouwen die 't altijd
In uw kronijk moeten bezuren.
Ge weet nochtans heel goed alsdat,
De mans zijn die te trouwen vragen
En die zoovele vrouwkens ook
Het ongeluk in jagen.
Ze spotten met de vrouwen, maar
Wil u eens goed verzinnen...
Wat zouden toch de mannen wel
Zonder eene vrouw beginnen.
Allee! Marenta, 't is wel... 't Man
neken zal doen, zooals er in den cate-
chinms staat: zijn leven beteren en
liever sterven dan nog één vrouwken
in zijn kronijke te vergrammen. MA
DAM EKEN IKSEPEE was naar
't kerkhof gekomen en had aan den
grafmaker gezegd dat er een zerk op
't, graf van haar man zou komen.
Een zerk met een grillie pondv vroeg
de grafmaker. Een grillie is niet
noodig, antwoordde madame Iksepee,
hij zal er toch niet meer uitkruipen.
Zekere Stefona Duro was uit de ge
vangenis gekropen en naar huis ge
vlucht. Zijn moeder hoorde gerucht
aan de achterdeur, nam een geweer
en schoot. Een schreeuw in de nacht.
Toen stilte. De vrouw dacht dat ze
een dief had getroffen, 's Morgens
vond ze 't lijk van haar zoon. 't Ge
beurde in Spanje, dus ver van hier.
Maar 't is er niet minder triestig om,
zegt Marenta. Waar dat Marenta ge
lijk in heeft. UIT SPANJE komt de
tijding dat de oranjeappels van 't jaar
goedkoop zullen zijn. 't Manneken
heeft het vroeger reeds gezegd
maar nu is er nog een ander nieuws
om dat nieuws te bevestigen. Ge moet
weten dat er in Californie veel offi
cieren zich na den oorlog als kweekers
hebben gevestigd. Nu gaan dit jaar de
eerste Californische oranjeappels naar
Europa worden gezonden en daarmee
is er veel concurentie en als er veel
concurentie is, wordt de marsjandis
gogdkoop...
Laat ons dus maar hopen
Oranjeappeltjes te kunnen koopen
Aan een prijsken niet te duur
Want anders zijn die dingen... zuur.
MOEDEjR liep met een zuur gezicht
door 't huis. Ze had gekeven met een
buurvrouw. Moeder, zei Fonsken,
mag ik met Jefken Peeters gaan spe
len, We klappen tegen die men
schen niet meer zei de moeder.
Mag ik dan een rammeling gaan ge
ven? vroeg Fonsken. ALBERT DE-
HAAN, te Brussel gaf zijn schoon
moeder een zoo harde rammeling dat
het mensch met gebroken beenen en
ribben naar 't hospitaal moest worden
vervoerd. En waaromgaf hij haar die
rammeling? vraagt Marenta, die niet
nieuwsgierig is, maar toch alles gaar
ne weet. Wel, eenvoudig omdat het
mensch het duivenkot te vroeg had
opengezet. MIJNHEER CHARLIER
te Amsterdam zette zijn kofferfort
of brandkast open en begon al die
schoon biljetten van honderd en dui
zend guldens door het venster te wer
pen. Ge kunt denken hoedat de voor
bijgangers grabbelden. Naderhand
bleek het dat die mijnheer Charlier
zot was geworden, wat zeer triestig
is. DE LANGE AVONDEN komen
aan en dan is 't soms triestig als ge
niet weet wat doen. Hewel! hier een
paar spellekens die te pas kunnen ko:
men. Ge vraagt aan iemand: wat
draagt een sjampetter aan de zijde?
Een SABEL, is 't antwoord. Hoe heet
te de toren die de afstammelingen van
Nowee bouwden BABEL. Goed. Hoe
heet men de draden die in de zee lig
gen om te telefoneeren. KABEL. Per
fect. Hoe heette de eerste broeder
moordenaar? Abel! zal men u ant
woorden. Mis: De eerste broeder
moordenaar heette Cain en Abel was
de vermoorde. Maar met die woorden
Sabel, Babel, Kabel, krijgt ge onver
mijdelijk Abel voor antwoord. Llier
zoo nog een: schrijf op een stuk pa
pier de volgende woorden rapenveld,
beetenveld, roggeveld, klaverveld en
beneveld. Laat hun lezen en voor
ff leste woord zullen ze allen uitspre
ken: beeneveld, maar het moet zijn
be-ne-veld, van het woordje nevel.
Allee ge kunt het maar ne keer pro-
beeren als ge 's avonds rond de tafel
zit. UFERA SIDONIE ging rond om
kleeren af te halen voor de arme men
schen. Hebt ge soms geen oude
frak en een oude broek, vroeg ze aan
mijnheer den baron van Schimmel- 1
bank. Jawel, uffra, zei de baron.
En wat doet ge daar mee, mijnheer de
baron. Die doe ik 's avonds uit en
hang ik aan mijn kapstok om ze 's an
derendaags weer aan te trekken.Daar-
meê kon uffra Sidonie het aftrappen.
TE BRUSSEL IS VERLEDEN
week een baron getrouwd en die heet
astemblieft Reumorid Ribeauville de
Xhomont de Chantrain au Bois de
Haix. Met zoo' nen naam en zes cen
ten, haclt ge vóór den oorlog een pint
faro, zegt Marenta.
Daanneê is 't voor vandaag gedaan
En sluit ik, beste menschen,
Met u een Zondag vol plezier
In eer en deugd te wenschen.
Natuurlijk hebt ge allen zeven kilo's
complimenten van Marenta en dito,
dito van uw toegenegen vriend
Het Manneken uit de Maan.
Zitdagen.
't Was dezelfde gedaante met den
breedgeranden hoed, in den wijden
mantel...
Maar dan volgde een meisje...
Magda, flitste het Robert do r
't hoofd.
Het tweetal gingen om den hoek
van het huis.
jonker, zei Posteels, want anders zou
ik niet geopend hebben... 't Zijn
schuwe tijden en we wonen zoo dicht
bij 't bosch.
Huichelaar, dacht Robert, maar
hij wilde nog niet laten merken, dat
hij meer wist.
Zoo laat oj) gang, vervolgde de
,an Maere had een gewaarding van bezembinder. Waarmee kan ik 11 dien-
bittere teleurstelling. Het speet hem,'
dat de geruchten over de dochter van
den bezembinders gegrond bleken. De
Wilde Ruiter kwam haar bezoeken en
samen gingen ze bij avond uit.
Robert sloop ook om het huis heen.
Aan de achterzijde was veel struik
gewas. En daaruit haalde de geheim- j
stig zijn, jonker?
Wel. ik kwam uw dochter vra
gen een teekening van het kasteel te
willen maken, 't Is voor mijn zusters
in Engeland.
Magda is niet thuis jonker...
Nog zoo laat uit
Ta maar, ze keert van avond niet
zinnige ruiter zijn paard. Hij hielp er ^erug. Dat kunt ge wel begrijpen. Een
Den 7 November 1893 stierf te Leuven
een oud-student van Hugo Verriest, vriend
en geduchte mededinger van Rodenbach. Als
missionaris was hij naar Indie vertrokken
maar had zich daar 11a 6 jaar overdadigen
arbeid een doodelijke tering op den hals ge
haaid en pas 37 jaar oud was hij komen ster
ven. "Was die man in Indie gestorven" zei
een medemissionaris van hem "heel Chota-
nagpore had hem altaren opgericht".
Geen wonder! Op 6 jaar had P. Constant
Lievens van Moorslede aldaar een heel ras
uit de grootste ellende opgeholpen, 27.000
heidenen met eigen hand gedoopt en meer
dan 100.000 Indiërs in den schoot der
H. Kerk gebracht. Door een doodelijke in
spanning van al zijne krachten heeft hij een
bekeeringsbeweging aan den gang gezet
waarvan de Pauselijke Delegaat nog onlangs
getuigde"Sinds Franciscus Xaverius is er
hier in Indie zoo '11 bekeeringsbeweging niet
meer geweest." Daarom ook heeft hij in
vele landen den naam verworven van Mo
derne Xaverius. Ook moet hij niet onder
doen voor Verbiest, De Smet en Damiaan
Als missionaris is hij misschien grooter. En
toch is Lievens zonder standbeeld gebleven...
Er is meer. Zijn leven op 10 duizend exem
plaren verspreid heeft onze katholieke jeugd
begeesterd. Geen missionarisleven heeft zul
ke heerlijke missiedroomen doen droomen
tallooze roepingen heeft hij verwekt. De
bede van Guido Gezelle op zijn doodsantje
werd een voorspelling
"Blijft werken nog en wekt in ons
Een vonkske van de vlam
Die 't heidendom in brande stak
Die U het leven nam.
Blijft werken nog en won den loon
Uw nooit vermoeide hand
Zij werve en werve er meer van ons
Naar 't verre en 't vreemde land."
Hugo Verriest mocht gerust van hem
schrijven in zijn twintig Vlaamsche koppen
't Geen Rodenbach hier deed onder de
Vlamingen voor taal en eigen wezen deed
Lievens ginder in heiligheid en Godsdienst,
voor waarheid en recht en verheffing van
delt verdoolden en verzonken medemensch,
deed hij onder die ontelbare volkeren en in
ondoorpeilbare landen en streken." En hij
kon er aan toevoegen dat Lievens in zekere
mate zal blijven hier te lande de Rodenbach
der Missiebeweging, door de begeestering
welke zijn leven wekte. Rodenbach heeft dan
eerst zijn gedenkmaal gekregen toen zijn
Vlaamsche jeugd tot zoo '11 bloei was geko
men dat zijn standbeeld niet alleen was een
hulde aan zijn verdienste maar tevens de
vertolking van wat eene heele generatie stu
denten voelde en dacht.
Een zelfde eerelot is aan zijn evenknie op
een veel hooger gebied Pater Lievens ge
schoren hij kon alleen maar dan worden ge
huldigd wanneer de missiebeweging hoogtij
zou vieren.
Maar nu zijn de zijden rijp. In 1929 moet
het standbeeld van Lievens te Moorslede
rijzen als eene hulde aan onze puurste glo
ries en als de verbronzing van de ontzage-
lijke missiebeweging welke zulke hulde al
leen mogelijk maakt.
Wie blijft er in Vlaanderen zoo onverschil
lig aan zoo 'n roem dat hij in dat Lievens-
monutnent geen steentje zou willen weten
zitten, dat hij zelf heeft geschonken.
Zijn er echte Lievensijveraars dan zullen
zij gauw schrijven naar Eerweerde Heer
Deltour, Moorslede om een heel aantal
groote en kleine steentjes welke hij in zijn
omgeving zal trachten te plaatsen.
De giften mogen worden gestuurd op
postch. 2079.94, Lievenscomiteit, Moorslede.
het meisje op en wipte dan zelf in
t zadel.
Ze reden heen en verdwenen in het vloekte roovers...
kloeke mannemensch waagt zich nu
niet meer op de baan, met" die ver-
En Magda is
een
meisje. Ze verblijft bij een boer onder
Poelcapelle en komt morgen met den
donker.
't Was alles snel gegaan.
Nu heb ik zekerheid, mompelde klare terug,
van Maere.-.. De Wilde Ruiter gaat 1 Ha, zoo...
's avonds met Magda op reis... Waar- Als ge morgen na den noen wilt
heen? Naar zijn verblijf natuurlijk. De komen, jonker...
notaris mag het wel zeggen, dat de 1 Of zij bij mij op den Maerburg.
zeden los zijn geworden.'En de ouders Neem me niet kwalijk jonker,
vinden dat goed. Die zullen gepaaid maar dat zal Magda liever niet doen.
worden met geld. Er is zooveel kwaadsprekerij. En als
Robert stond even in gedachten, onze dochter naar 't kasteel loopt,
Dan klopte hij aan. zouden de tongen roeren... Magda is
Wig daar? klonk de stem van den zoo deftig...
bezembinder. Huichelaar dacht van Maere
Jonker van Maere... antwoordde weer.
Robert luid. j Maar als Magda een goeden
De deur werd geopend. naam heeft, tvedervoer hij.
Ik herkende u aan uw spraak, Er zijn altijd klappeien die op een
Het is een uitermate slechte ge
woonte bij het lezen en ook bij op
zoekingen tijdens bureelwerk de
vingers te bevochtigen voor 't om
slaan der bladzijden van een boek.
Zelfs als ge 't werk pas aangekocht
hebt, schuilt daarin eenig gevaar,
want tijdens de vervaardiging van
't papier, bij 't drukken, bij 't inbinden,
iti den boekhandel, telkens wordt het
toch behandeld door personen, die U
geheel vreemd zijn.
Hoeveel meer aandacht dient men
er dan niet aan te wijden als het boek
reeds door anderen in gebruik geno
men werd.
Denk aan uwe gezondheid als ge
een werk aan de leesbibliotheek ont
leend hebt. Waarschuw uwe kinderen
wanneer ze in de studie van oude
schoolboeken verdiept zijn. Hoedt U
voor brochuren of dagbladen welke ge
in drinkzalen of treinen vindt. Neem
U in acht... ja, voor alles, wat U ziek
tekiemen kan overbrengen.
Longontsteking, diphterie, aman
delontsteking, geslachtsziekten en
zooveel andere, ze worden door
't speeksel overgebracht. Het meeren-
deel der kinderziekten zet in met
katarh der slijmvliezen en afscheidin
gen rijk aan besmettelijke kiemen.
Een zieke heeft wellicht, vóór U,
ook zijn vinger bevochtigd bij 't lezen
van het boek dat U thans in handen
komt. Van op elke bladzijde beloert
U misschien de dood.
Haal niet misprijzend de schouders
op, doelend op je oudje of 'n mijnheer
X of Z, die altijd 'n vochtige vinger
schijnt noodig te hebben bij zijn lec
tuur en niettemin '11 grijze ouderdom
bereikt heeft. U let er wellicht veel
minder op dat hij of zij menige ziekte
doorworstelen moest en... niets be
vestigt U dat die ziekte niet uit
'n boek opgediept werd. Daarbij
Voorkomen is altijd beter dan hee-
lenSHORT.
I*" GROOTE KEUS VAN 1
Passer-, K eur. en Pennendoozen
Schrijf- en Tee'cena'aam.
Servietten Porte-Musiques
alle merken van
ZEEPDOOZEN KAMMEN
V. SANSEN-VANNESTE
Gasthuisstraat, i5, Poperingiie
H.
jong meisje wat te zeggen hebben. En
och, jonker, ze zullen u ook van Mag
da wel leugens verteld hebben. Ik
speel met open kaart... Over eenige
dagen kwaamt ge onze dochter tegen.
En ge hebt wat woorden met haar ge
had. Ze heeft het ons verteld. En ze
zal nu niet naar het kasteel willen
komen.
't Is ook niet schoon van 11, jon
ker, de kwaadsprekerij van den nota
ris te gelooven, zoo mengde de vrouw
zich nu in 't gesprek.
—Wie zegt er, dat de notaris kwaad
heeft verteld?
Magda kon dat uit uw woorden
opmaken, hernam de vrouw. En dat
doen ze bij den notaris altijd, want ze
zouden willen dat wij voor hen kro
pen en we doen het niet... Zela, de
dochter van den notaris, is jaloersch
van Magda.
Och, kom! Hij zoo rijk... en
Magda die met bezems leurt, merkte
Robert op. Ts er dan reden om ja
loersch te zijn?
Zela Campens kan geen schoone
meisjes verdragen, beweerde vrouw
Posteels. Ze wordt al oud en krijgt
geen vrijer... Wie wil er ook zoo
'11 tonne azijn of zuur bier.
Is het behoorlijk zoo over een
achtbare dame te spreken vroeg van
Maere.
Ja, jonker, groot volk trekt partij
voor elkaar, sprak de vrouw. Maar
wat stuiken ze bij den notaris al van
Magda uit? Omdat onze dochter niet
in slunsen gekleed gaatWe vragen
Om 10 uur: Plecfmge Hoogmis.
Om II uur Onthulling en w jding van het
monument.
Toewijding der gemeente aan hetH. Hart.
Om 21/2 uur: Optocht der deelnemende
maat schappij en.
Fepstrede door A. Becelareen Pater Joos.
Om 4 1/2uur: Prachtige stoet.
Programma van den stoet.
ie Deel
HULDE AAN DE OUD STRITDERS.
Vaandel der Oud-Str ijders en Oud Strijders
te paard
Namen der Oud-Strijder?.
Pi aalwagen L. Vrouw van den Yzer
(Jo English).
2" Deel: HISTORISCHE GROEPEN.
De Gelukzalige Jan van Waasten.
a) Hij sticht de abd 1 der Benediktessen in
1901.
b) Hij schenkt het patronaat der kerk aan de
Monikken van S -Omaers in 1107
c) Hij bezocht Merckem in 1115.
2. Maria vereering te Merckem.
a) Groep van O. L Vrouw van -Melane.
b) Gro°p van O. L. Vrouw van Langewaede
met Praalwagen
3c Deel: HULDE A.\N HET H. HART.
Christus-Koning moet heerschen over gansch de
wereld.
.4zie: groep Chineezen metzenlelingen.
Afrikagroep zwartjes met zendelingen.
Amerika groep Roodhuiden met zende
ling en.
Europa groep meisjes in nationale klee
derdracht der v< rschillende landen.
MERCKEM HULDIGT HET H. HART.
Engelen. Zangsters. Bloemstroosters.
Praalwagen van Christus Koning.
aan den notaris het geld niet om te
koopen, wat Magda dragen wil.
Maar waar haalt ge dan het geld
voor zijden doeken? schoot van Mae
re wat heftig uit.
Nu rees Posteels van zijn houten
stoel op.
Ga riek het, waar we het halen
snauwde hij den jonker toe. En die
een voor u vreemde jonge dochter als
lief meisje aanspreekt en zeker peinst
ze seffens den kop zot te maken, om
dat ze bij een bezembinder worn.-. Gij
komt hier ons kind hoopen} Ha, zoo
niet, al woondet ge duizend keer op
een kasteelMagda voor u teekenen
en naar 't kasteel komen, he... nu
zien we uw spelBuiten, mijnheer van
Maere
En Posteels opende reeds de deur.
Robert was door dieti uitval ont
hutst.
Blijf toch kalm! zei hij.
Buiten of ik smijt u aan de deur!
Ga met jZela Van den notaris verkee-
renBuiten..., 't is hier mijn kot!
De bezembinder stond daar drei
gend. E11 van Maere verliet de hut.
Maar dan wilde hij nog iets zeggen.
Posteels wierp echter de deur voor
zijn neus dicht en Robert hoorde de
grendels knarsend schuiven.
ft Vervole* T
U
35