De Wilde Huiler
Tombola van 17 September 1928. Winnende nummers.
GEDACïl i1 E I\I
De mensch is zoo vrij als een vogel
in zijn kooi; binnen zekere grenzen
kan hij zich bewegen. Shakespeare.
Groei zoo in uw idealen in, dat het
leven ze u niet ontnemen kan.
Alb. Schweitzer.
Het is goed te leven in den tegen-
woordigen tijd. Maar met het oog op
het gedurig toenemend autoverkeer
wordt het hoe langer hoe moeilijker
om te blijven leven. X.
Vrouwen die drinken, zijn gewoon
lijk vrouwen die hun huishouden ver
minken. Vader Cats.
Armoede is des luiaards loon.
Samuel Smiles.
De daad is voor de sterken, want de
daad is de strijd. Multatuli.
Wie handelen wil, mag het doel niet
te ver stellen. Ten Kate.
HETMANNEKE
UIT DE
MAAN
Nu is de Herfst weer in
Het land gekomen...
In koopergele tooi
Staan straks de hoornen...
De nevels slieren door
De lage landen...
De winter is stilaan
Alweer op handen...
Allee! dat zijn van die rijmkens van
drie ellen voor nen frank. Met dat
alles kunnen de amateurs van hazen
•en patrijzen hun hart weer ne keer op
halen. Maar een haring met een ge-
roosterden patat, kost zooveel niet en
daar steekt misschien al evenveel
-voedsel in. Dat hangt echter van de
goesting af, zei de boer en hij at een
verkenssteert met azijn.
En menschen lief
Ik weet het fijn,
Daar loopen er veel
Met een gezicht als azijn.
't Is toch niet te verwonderen ook.
Ge hoort waarachtig
Alle weken
A'an nieuwen
Opslag spreken.
Marenta is naar nen winkel geweest
om kousen. Gewoonlijk breidt Maren
ta zelf die dingen waar dat ze heur
voeten in steekt. Maar nu omdat ze
naar 't trouwfeest moest van kozijn
'Thomas wotTze ne keer sjieke kousen
hebben. Astemblief madame, zei die
kousen-mamzelde dees zijn van zes
-en vijftig frank madame en de die van
vijf en zestig... Als Marenta dat
hoorde is ze bijna vijf en zestig keeren
van lateratie omvergevallen. En thuis
gekomen, zei ze: moest ons groot
moeder ne keer op de wereld terug
komen, 't mensch zou aardig staan
zien... WIE DAT ER OOK aardig
.stond te zien, dat was nonkel Fons.
Hoe oud zijt gij vroeg nonkel Fons
aan zijn kozijntje IJlip. Acht jaar, zei
Flip. En verleden jaar, hoe oud waart
ge toen Zeven jaar, zei Flip. Dan zijt
ge nu vijftien jaar, antwoordde nonkel
Fons, want zeven en acht is vijftien.
Flip zei niets maar dacht even na en
sprak toenhoeveel beenen hebt gij
nonkel Fons. Twee, was 't antwoord.
En verleden jaar? Ook twee. Twee en
twee is vier, zei Flip, precies lijk bij
nen ezel. Nonkel Fons heeft in zijn
•eigen gepeisd dat Flip zoo dom niet
is, als hij er uitziet
En 't ziet er ginds in Rusland
Xti ook maar triestig uit,
"Wijl daar nu alle dagen
Alom de doodsklok luidt.
Daar is daar een ziekte uitgebroken
onder de kinderkens. Een soort typhus
•en daar gaan er duizenden van naar de
Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 9
ROMAN
door A. HANS.
eeuwigheid, 't Is te hopen dat de
plaag niet over de grenzen gaat,
FIIER IN ONS RAND zijn er verle
den week niet minder dan twee en
dertig mamzellen over de grenzen
gezet.
't Waren van die vlinders
Die vliegen binst den nacht,
En zooveel dwaze mannen
Flebben ten val gebracht.
IN ANTWERPEN is er ook weer
zoo 'n slimmerik door een helleveeg
in den val gelokt. Flen zekere Dots,
zes en dertig jaar oud, had een schoo-
11e plaats in een fabriek. Maar hij had
kennis gemaakt met 'n redelijk schep
sel Gods van rond de duizend weken,
dat is twintig jaar. En om die mamzei
te behagen, heeft Dots astemblief zoo
wat honderd vijf en zestig duizend
frank gepikt en is daarmee gaan vlie
gen... Marenta zegt:
Het eind van het lieken
Zal nu ook weer zijn:
Berouw en miserie
Berouw en sjagrijn.
Want wat doet ge in 't buitenland
met honderd vijf en zestig duizend
frank P^Die zijn daar rap verteerd. En
als die venten verteerd zijn, dan zal
Dots,rap zien dat die mamzei zal ge
vlogen zijn, wel te verstaan, als de
sjandarmen hen nog niet hebben ge
pikt.
Dan is het klagen
Bij zuchten en getraan,
Achhad ik in Gods naam,
Dat toch niet gedaan.
JANNEKEN kon maar niet gedaan
maken met zijn schoolwerk. Hij was
nu bezig aan een vraagstuk. Moeder,
zei Janneken, hoe bereekt men den
inhoud van een ton. Jongen, zei de
moeder, dat moet ge maar aan uw
vader vragen... die weet wel hoeveel
bier dat er in een ton gaat.
MAAR GAAN EN GAAN is twee.
In Italië gingen ze in een otomobiel-
koers zoo rap, rap, rap... dat ze op een
moment in 't volk terecht kwamen en
dat er op 'n minuut zoo maar 22 men
schen de eeuwigheid zijn ingegaan...
Dat komt van al die zotte toeren...
Van nimmer rap genoeg...
En menigeen sapperdeboeren
Die zich die toeren
Reeds hard bekloeg.
Wat wilt ge er aan doen menschen?
't Is nu eenmaal sport al wat de klok
slaat...
En wij, als apen,
Staan te gapen
En ook dat spel
Goed en wel.
En als er dan nen kwispel twee se
conden rapper gereden heeft als zijn
concurrent, dan krijgt hij zijn portret
in de gazet, dan wordt hij met bloe
men gehuldigd en dan roepen de men
schen: Bravo! Bravo! Lest heb ik zoo
een spektakel bijgewoond. Daar was
een koersvent die van den trein
kwamhij had een velokoers gewon
nen en de flanflare en de Burgemees
ter en de sjampetter, heel de santer
boetiek was aan de statie om hem af
te halen... Maar uit dien zelfden trein
stapte een missionaris, die meer dan
25 jaar fn de verre landen had ge
werkt. Maar niemand zag dien pries
ter... niemand zag dien held die in
stilte had gearbeid...
Zoo is de wereld vrinden...
Dikwijls veel bluf en blaai...
Om de asemkracht te vieren
Van eenen dom men... gaai.
SNIKSKEN was precies van de
domsten niet. Sniksken ontmoette
zijn vriend Karei, 'k Ben blij dat ik u
zie, zei Karei... kunt ge me niet wat
geld geven, ik heb mijn portemenee
thuis laten liggen. Zeker wel, ant
woordde Sniksken en hij gaf hem zes
tig centimen en sprak nu hebt ge geld
genoeg om den tram te nemen. Rijd
nu maar rap achter uw portemenee
naar huis. ALS DE KAT VAN HUIS
is, dansen de muizen, zegt het spreek
woord. Te Namen hadden vader en
Wat een driftkop is me dat?
mompelde hij. En ongemanierd! Een
ruwe bank... Dreigen me buiten zijn
•ellendig hok te gooienEn dat gehui-
-chel... Omdat ik Magda een lief meis
je heb genoemd en op die schoone
kleeren doelde... En ze is er met den
Wilder Ruiter van doorDan durft
•die schoft nog insinueeren, dat ik zijn
dochter naloop of bij me lokken wil.
Dat ik het eens aan de deur uit
schreeuwde, hoe ik Magda met den
Wilden Ruiter heb zien vertrekken!
Maar neen, ik zal die twee nog meer
bespieden. Ik wil weten wie de ruiter
is.
van Maere keerde naar het kasteel
lerug. Hij bracht den avond bij de
Lamoens door, doch zweeg over zijn
nieuw avontuur.
Jacqueline mocht anders eens den
ken. dat hij waarlijk naar de bezem
bindershut ging om Magda Posteels.
Verontwaardiging.
Den volgende morgen kreeg Robert
-van Maere een boodschap van den
notaris, dat deze een partij land te
koop wist. Er was haast bij. Indien
de jonker tijd had, zou de heer Cam-
pens hem op 't noenmaal verwachten,
0111 daarna samen het land te bezich
tigen en wellicht de zaak af te sluiten.
Robert nam de uitnoodiging aan en
gaf den drager een briefje mee.
Tegen twaalf uur reed Robert naar
het dorp. En weer ontmoette hij Mag
da. Welk een prachtige, statige ver
schijning was ze toch! van Maere
voelde spijt over zijn insinuaties.
Vlug sprong hij van zijn paard.
Magda, zei hij, we moeten niet
boos zijn op elkaar...
Ik heet jufvrouw Posteels,
snauwde het meisje hem toe
Toen ik u vroeger hier ontmoet
te, had ik in 't geheel niet de bedoeling
u te beleedigen of familiaar te behan
delen.
Gister avond hebt ge toch mijn
vader veel erger dingen gezegd. Het
was verachtelijk... Maar laat mij met
vrede en ga weer met Zela van den
notaris kwaad over me spreken... De
dochter van een bezembinder mag
immer gehoond worden.
En Robert zag tranen in haar oogen.
En dat ontroerde hem eensklaps.
Ik trek mijn woorden van gister
avond in, hernam van Maere. Ik wil
niet lichtvaardig oordeelen.
Mijnheer van Maere, ge hebt
over mij niet te oordeelen. Ik voel me
zoo vrij en hoog als gij.
Maar geef me het middel om u te
verdedigen tegen jufvrouw Campens.
Ik zal me niet vernederen, om
moeder Gomard hun kinderen te bed
gelegd en vader en moeder trokken
de stad in. Maar de kinderen stonden
op, namen solferstokken, begonnen er
meê te spelen en ge begrijpt reeds
wat er gebeurde.
Daar kwam,
Een vlam
Aan 't beddegoed
En nu stond gauw
Heel het gebouw
In vuur en gloed.
Hulp! hulp! riepen de kinderkens.
Ja maar de vlammen hebben geen
oorenDe vlammen luisteren niet
naar gekerm en gesmeek. Twee kin
deren verbrand. Marenta zegt met
recht en reden dat het misdadige
ouders zijn die hun kinderen zoo al
leen thuis laten. Stil, Marenta, stil, die
menschen zijn reeds hard genoeg ge
straft. Wie ook een fameuze straf zal
oploopen, dat is vrouw Loks van in
de omstreken van Hasselt.Dat mensch
verkocht water met een beetje melk
bij... dat mensch verkocht margarine
met wat boter bij en nu zat ze op de
markt met een korf waarin de meeste
eiers rot waren en die ze voor versche
eiers had verkocht.
Zoo een verdient
Een goeie straf,
Want 't is gemeen
En het is laf
Van winkeliers en boeren
Het volk met etenswaar
Te willen snoeren.
Een wraakroepende zonde boven
dien, als men de arme menschen zoo
wil beetnemen. MIJNHEER DE BA
RON van Kuttelooreghem kwam een
armen man tegen en hij gaf hem
5 centiemen. Wat kan ik met die vijf
centiemen doen vroeg de vent. Ozei
de baron, ge kunt ze altijd aan iemand
geven die armer is dan gij. CELINE
SILSKA was een arme sloor,, die te
Luik aan de kerken ging bedelen. Nu
is 't mensch gestorven en in haar zol
derkamerken hebben de familieleden
een ijzeren doos gevonden waarin
rond de zestig duizend frank papieren
geld stak en voor meer dan 5 duizend
frank goudgeld, 't Is nu te zien of die
erfgenamen voor tante Celine's ziele-
zaligheid een mis zullen laten lezen.
Marenta zegt het goed
De dankbaarheid
'k Herhaal het met verdriet,
Die is gewis
Van deze wereld niet.
Ja, de dankbaarheid: de dichter
heeft het eens gezegd
De kindren baren aan de ouders leed
[en smart
De kleinen trappen op het kleed, de
[grooten op het hart.
Maar ge moet er niet verwonderd
over zijn. In zooveel huisgezinnen zijn
de kinderen meester. Zoodra ze wat
geld verdienen peinzen ze dat vader
en moeder niets meer te bevelen heb
ben. Cinema, staminee, kermis en
danszaal... dat is al wat hun hart be
geert. Dus ouders, onthoudt dit:
Jong geleerd is oud gedaan
Snoert hun driften en hun kuren
Of ge zult op later tijd
Uwe goedheid hard bezuren.
Wat ge u niet zult bezuren, beste
lezers en alderliefste lezeressen, dat
is als ge getrouwd zijnde in Blaton
gaat wonen. Daar heeft men het gou
den bruiloftfeest gevierd van niet
minder dan 21 koppels. Dat kan nog
al tellen, heMarenta en ik we gaan
daar ook naar toe, zulle. IN 'T HUIS
HOUDEN van nen zekeren Bochum,
ging het er ook maar aardig toe.
't Spreekwoord kwam daar in toepas-
singge weet wel het spreekwoord
van
Twee wijven in een huis,
Twee katten om een muis
Twee honden om een been
Komen zelden overeen.
Bochum zijn madame en de schoon
moeder van madame hadden een ru-
me te laten verdedigen tegen een ge-
meene klappei
van Maere verbaasde zich weer
over de hooghartige houding van dit
bezembindersmeisje.
Ge gelooft toch zeker niet dat ik
een losbol ben, zooals uw vader mij
verweet vroeg hij
Waarom moet ge me 's avonds
laat komen vragen voor u te teeke
nen
Ik was toevallig in de buurt.
Neen, jonker, wees oprecht. Ge
kwaamt ons bespieden. Ge hadt im
mers gehoord dat de Wilde Ruiter ons
soms bezocht... En ge speeldet gister
avond voor spion
Welnu, ja... 't is zoo... Ik stel in
mijn helper belang... ik zou willen
weten wie hij is.
En of ik met hem omga! Welnu,
zelfs al vergezelde ik den ruiter bij
avond, dan heeft nog niemand het
recht mij daarvoor te hoonen of van
lichtzinnigheid en erger te beschuldi
gen. Ik behoef voor niemand te blo
zen... En laat n ij nu met vrede.
Hier ging Magda verder.
Zonderling meisje, mompelde
Robert. Ze staat waarachtig als meer
dere tegenover mij. En ze maakt den
indruk oprecht en rein te zijn. Wat
moet ik gelooven? Eigenlijk heb ik
me niet met haar te bemoeien en toch
voel ik, dat ik groot belang in haar
stel. Ze is echter verontwaardigd over
mijn houding, en onverzoenlijk. Bah,
wat kan 't mij schelen! Een bezembin
ders dochter.
zieken gekregen waarbij haarkenpluk
en meer van die eksersiesies te pas
kwamen. Opeens nam madame Bo
chum een strijkijzer en wierp er meê
naar haar schoonmoeder. Maar ze
smeet mis. Het strijkijzer vloog door
't venster en kwam terecht tegen het
gezicht van een sjofeur, die daar juist
met een otocar passeerde. De man
raakte zijn stuur kwijt, wat te ver
staan is, als ge zoo een strijkijzer te
gen uw fasade krijgt en de otocar reed
een lanteern omver en llekkerde op
den trotwaar. Maar op dien trotwaar
stond juist een etalasje van porcelein
en aardwerk... Alles in honderd dui
zend miljoen stukken. De otocar bot
ste toen tegen een huis. Verschillende
personen zwaar gekwetst en de sjo
feur zijn oog kwijt. En dat allegaar
omdat madame Bochum en schoon
moeder mekaar niet verstondenzegt
Marenta. Ja, ja: kleine oorzaken,
groote gevolgen...
't Zou in* de wereld
Heel wat beter gaan,
Wilden de menschen
Elkaar wat meer verstaan.
Och ja, ziede... een beetje nemen,
een beetje toegeven... Dan wordt er
zooveel kwaad gekeerd. MAAR DAT
KUNT ge onze franskiljonsche gazet
ten niet wijsmaken, zulle. Bij die soort
heeft de Vlaming altijd ongelijk. Zie
maar ne keer. Te Flasselt gaan ze op
30 September het standbeeld onthul
len van Hendrik Van de Veldeken, dat
was een pojeet of dichter die zoo wat
800 jaar jaar geleden in Limburg is
geboren en de oudst gekende dichter
is, waarvan er in 't oud-vlaamsch ge
dichten zijn bewaard. Die Van Velde
ken heeft echter langen tijd in
Duitschland geleefd. Nu schreeuwt
een Brusselsche gazet La Gazette
die nog 87 lezers heeft, dat de Vlamin
gen wel iets beters te doen hebben clan
die Van Veldeken te vieren. Nog een
beetje en ze schold al die Vlamingen
die naar Hasselt gaan voor Duitsch-
gezinden uit. Prins Leopold en zijn
madame gaan er ook naar toe, en
daarom houdt die zeeverlap van een
gazette haar zeevermuil nog een beet
je gesloten.
Oouw rnatant van een gazet
Wat maakt ge u toch kwaad bloed,
Wij bidden: Heer vergeef het haar
Ze weet niet wat ze doet.
MAAR OUDMINISTER Masson,
Volksvertegenwoordiger van Bergen,
een Waal dus, die heeft in de Kamers
een klare taal laten hoorendie heeft
luidop gezegdde Vlamingen hebben
nooit hun recht gehad en geen Waal
zou het geduld hebben zoo behandeld
te zijn geworden. En hij heeft er bij
gevoegd: niemand is gedwongen,
ambtenaar of beambte van den Staat
se worden of officier, maar wie dat
wil worden, moet zijn twee talen ken-
CHRISTENE SOCIALE VOLKSWERKEN. POPERINGHE.
W 2
nen.
Hip! Hip! Hoerahdie Masson
Dat is verdorie een man...
Die aan zijn Waalsche vrienden
Het lesje spellen kan.
WAT NOG NIET gebeurd is, kan
nog gebeuren. Te Mily sur Cran, een
dorp tusschen Poperinghe en Aarion,
hebben de boeren van 't dorp hun
burgemeester opgehangen omdat de
man geen woord fransch kon. Ge zult
zeggen: een burgemeester in een
Waalsch dorp die geen fransch of
waalsch kent, dat kan niet zijn. He-
wel, menschen... wat het Manneken
hier vertelt is gewoonweg gelogen.
Neen dat kan niet zijn.
Maar een burgemeester in 't Vlaam-
[sche land
Die geen Vlaamsch kan spreken of
[lezen...
Die geen Vlaamsch verstaat, dat heeft
In Vlaanderen lange jaren mogen we-
[zen.
Gelukkig komt daarin nu ook ver
andering. En zoo is 't Manneken al
weer ne keer uitgepraat.
En zendt hij zijn lezers en lezeressen,
Naar Vlaamsche wijs, zooals het moet
In name van Marenta mede
Een vriendelijken Zondags-groet,
Liet Manneken uit de Maan.
117.358
5.638
104.701
134.977
18.336
143.050
72.995
16.553
80.218
111.085
93.014
50.077
53.897
108.186
148.976
45.539
54.097
50.921
59.214
90.034
17.220
85.284
132.186
145.341
47.717
50.062
131.219
135.479
137.920
143.398
135.785
89.483
112.324
134.669
83.750
58.095
133.751
105.643
88.899
41.917
149.525
124.621
101.325
21.890
14.459
149.169
120.322
103.708
114.597
77,030
11.599
132,867
40.526
147.617
103.535
8.385
136.741
141.406
103.730
88.135
88.638
11.196
95.725
20.045
139.008
110.562
72.847
60.609
33.617
49.347
29.981
116.103
118.851
124.162
53.989
63.646
61.034
53.393
112.751
135.531
34.925
142.994
108.263
138.474
46.407
2.422
79.251
125.454
50.314
87.509
100.523
144.705
69.630
119.679
144.198
60.434
8.316
138.093
24.323
119.016
59.278
80.186
45.490
16.319
93.855
136.140
Eiken houten Eetplaats
Naaimachien
Gouden zakuurwerk (Fleer)
Gouden armuurwerk (Dame)
Mansvelo
Vrouwvelo
Kindervelo
Keukenstoof
Jachtstoof
Keukenstel - potten pannen
Waschkeern
Zes eiken stoelen
Amerikaansche schrijftafel
Zes keukenstoelen
Zetel
Paar luxe Mansbottienen
idem
idem
idem
idem
Paar luxe Vrouwbottienen
idem
idem
idem
idem
Kapstok met spiegel
Schouwgarnituur
idem
idem
idem
Koffieservice
Kruisbeeld onder globe
Koperen marmiet
Zilveren zakhorloge
Zakuurwerk (Roskopff)
idem
idem
idem
Regulateur
Wollen sarge
idem
idem
idem
idem
Kindervoiture
Regenscherm
idem
idem
idem
Tafelservice (12 pers.)
Dozijn tafelmessen
Zes lepels en vorken
idem
H. Hertebeeld
Waschkuip
idem
W aschmand
idem
Spiegel
idem
Buffet
Ronde tafel
Keukentafel
Tafelkleed 1 m. 80
idem
Tafelkleed wit 5 m.
Bedsprei
idem
Bedtapijt
idem
idem
Dozijn handdoeken
idem
idem
Dozijn zakdoeken
idem
idem
idem
idem
Telloor spreuk
idem
idem
idem
Cachepot
idem
idem
Pander
idem
Keukenrek
Reeks saladieren
idem
Garnituur
Jardiniere
Bierkan
Bonbonnière
Koffie- en suikerijpot
Beeld
idem
idem
Kistje sigaren
idem
idem
idem
van Maere beklom weer zijn paard
en reed naar 't notarishuis.
Een knecht bracht het rijdier op
stal. En Robert werd hartelijk door de
familie Campens ontvangen.
Mevrouw en Zela waren in groot
toilet, doch erg ouderwetsch
- Moesten mijn zusjes dat zien,
wat zouden ze hartelijk met elkaar
lachendacht Robert
Eerst werd een las morgenwijn
gedronken. En de notaris vertelde, dat
een boer onder Boesinge een partij
land te koop had. Maar er stond nog
een kandidaat op.
We moeten dien voor zijn, her
nam de notaris.
En waar ligt het land? vroeg Ro
bert.
Dicht bij 't dorp hier. We zullen
echter, als ge 't goed vindt, met mijn
koets naar de hoeve te Boesinge
rijden.
Heel gaarne
De dagen waren kort en er was düs
niet veel tijd te verletten.
Men ging aan tafel. Robert wiercl
tusschen mevrouw Campens en Zela
geplaatst. Het maal was smakelijk en
de notaris bleek nog goeden wijn te
bezitten. Hij vrtelde met genoegen j
hoe hij die voor de fransche roovers
verborgen had.
Zela, Zela, zei mevrouw, tijdens
het diner, het is goed weer, ge zult
misschien wel eens met uw vader wil
len meerijden naar Boesinge I
Ja, doe datdrong de heer Cam
pens aan.
Zeker, voegde Robert er hoffe
lijk bij. Het zal ons zeer aangenaam
zijn.
Zela bloosde en vroeg bescheiden
Fin gij mama
Ge weet, dat ik van rust houd,
kind lief. Ik zal dus thuis blijven... Be
kommer u niet om mijIk heb hier
eenige bezigheden, welke een goede
huishoudster niet aan meiden over
laat.
Zela betuigde dan, dat ze gaarne de
uitnoodiging aannam.
Dadelijk na het diner reed men heen
in de ouderwetsclie, gesloten koets
van den notaris. De heeren zaten
naast elkaar, tegenover de juffer.
Robert sprak over de streek. De
notaris vertelde bijzonderheden uit
den treurigen beloken tijd. Op deze
hoeve was men soms in 't geheim ter
mis geweest, daar had men den zoon
als deserteur uit de schuur gehaald en
weggevoerd. Van een derde hofstede
wist de notaris weer dat de bewoners
met de Franschen geheuld hadden.
Naderhand bracht hij 't gesprek op
Lamoens en vroeg Robert of diens
tegenwoordigheid te Maerburg hem
nog niet verveelde.
van Maere antwoordde, dat de heer
en jufvrouw Lamoens integendeel
prettige luiisgenooten waren. Hij zag
Zela's gelaat betrekken. Fin nu had
hij er plezier in, zijn medebewoners
nog meer te prijzen.
De notaris gaf hem bescheiden een
lesje. Jonker van Maere behoorde tot
een adelijk geslacht. En hij mocht
63.453
70.362
134.909
147.923
85.069
107.687
65.006
86.422
94.390
130.453
86.216
50.691
19.751
85.952
131.096
83.041
18.900
55.710
65.870
38.666
16.500
5.707
29.167
51.717
46.568
103.662
148.701
8.946
112.073
63.575
54.130
108.296
46.632
355
28.334
90.829
75.419
103.748
30.555
77.415
74.629
75.955
32.485
100.153
94.541
104.663
13.870
121.910
74.287
109.692
26.116
99.659
107.810
13.869
46.471
132.900
73.031
67.327
20.515
137.885
2.656
22.439
137.882
110.204
Kistje sigaren
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Beeld
Handzak
idem
idem
idem
Geldbeugel
idem
idem
idem
idem
Brieventesch
idem
idem
idem
idem
Paar vazen
idem
idem
idem
idem
idem
Een vaas
idem
idem
idem
idem
idem
idem
idem
Paar vazen
idem
Coupe
Beeld
Beeld
Beeld
Pijprekken
idem
Spreuk
Pêle-mêle
Een kader
Paar kaders
idem
idem
idem
Dagbladrekken
Porte brosse
Kruisbeeld
Rookersgerief
120.674 Koppel kandelaars
26.639 Valies
38.403 Schinkbord
65.588 Spreuk
77.913 Pêle-mêle
39.938 Kruisbeeld met wijwatervat
3.886 Portretkader
23.681 Kruisbeeld
45.412 H. FMiniliebeeld
2.419 Dagbladrekken
64.814 Koppel kandelaars
19.873 Kruisbeeld
60.092 Handzak
85.976 Een vaas
101.422 Een kader
120.202 idem
11.529 idem
75.552 Rookersgerief
58.198 Inktpot
142.517 Valies
95.882 Spreuk
58.440 Schenkbord
128.089 H. Theresiabeeld
94.379 Uurwerk
Prijzen voor de Omslagen.
16.306 Fien oblig. der Ver. Gew. 1921
28.644 idem
28.654 idem
15.701 idem
15.465 idem
25.683 idem
25.693 idem
9.652 idem
1.247 idem 1
14.028 idem
N.B. De prijzen niet afgehaald
voor 15 October 1928 blijven den
eigendom van het werk.
De prijzen mogen afgehaald worden
den Maandag, Woensdag en Vrijdag
van 9 tot 12 uur in de Coöperatief.
Volksbelang Paardenmarkt, 6.
J
toch niet gemeenzaam worden met
een boer en een boerendochter, die
boven hun stand leefden.
Robert beweerde daarop dat de tij
den veranderd waren. Men zou niet
alle gevolgen der Fransche revolutie
kunnen uitroeien. Er was een andere
geest gekomen. Het volk zou veel
rechten behouden.
De heer Campens zette een ver
schrikt gezicht... Waar haalde de jon
ker, eenige afstammeling van een
groot geslacht, zulke denkbeelden?
Ik ben aan den adel verwant en
daar hecht ik aan, verzekerde de no
taris.
O, ik stel mijn afkomst ook wel
op prijs, maar we kunnen tegen de
nieuwe stroomingen niet in, hield van
Maere vol. Zie eens Napoleon, hij
heeft vorstelijke macht... En hij is
geen graaf, geen baron... hij is de
zoon van een armen Corsikaanschen
advokaat. Dat is de nieuwe tijd, mijn
heer Campens. En wie van ons zich
aan al de oude voorrechten klemt, zal
in voortdurende verbittering en wrok
leven. We kwamen op'deze kwestie
door ons gesprek over den heer La
moens. Welnu, als ik met den heer
Lamoens en zijn dochter zit te praten
of met hem de maaltijden neem, voel
ik waarlijk geen standsverschil tus
schen ons.
Hoe is 't mogelijk
Ik kan niet huichelen... en zeg u,
wat ik meen.
j Robert bemerkte wel, dat Zela zich
vreeselijk over die meening ergerde.
('t Vervolgt.j,