De Wilde Huiler Tombola van 17 September 1928. Winnende nummers. GEDACïl i1 E I\I De mensch is zoo vrij als een vogel in zijn kooi; binnen zekere grenzen kan hij zich bewegen. Shakespeare. Groei zoo in uw idealen in, dat het leven ze u niet ontnemen kan. Alb. Schweitzer. Het is goed te leven in den tegen- woordigen tijd. Maar met het oog op het gedurig toenemend autoverkeer wordt het hoe langer hoe moeilijker om te blijven leven. X. Vrouwen die drinken, zijn gewoon lijk vrouwen die hun huishouden ver minken. Vader Cats. Armoede is des luiaards loon. Samuel Smiles. De daad is voor de sterken, want de daad is de strijd. Multatuli. Wie handelen wil, mag het doel niet te ver stellen. Ten Kate. HETMANNEKE UIT DE MAAN Nu is de Herfst weer in Het land gekomen... In koopergele tooi Staan straks de hoornen... De nevels slieren door De lage landen... De winter is stilaan Alweer op handen... Allee! dat zijn van die rijmkens van drie ellen voor nen frank. Met dat alles kunnen de amateurs van hazen •en patrijzen hun hart weer ne keer op halen. Maar een haring met een ge- roosterden patat, kost zooveel niet en daar steekt misschien al evenveel -voedsel in. Dat hangt echter van de goesting af, zei de boer en hij at een verkenssteert met azijn. En menschen lief Ik weet het fijn, Daar loopen er veel Met een gezicht als azijn. 't Is toch niet te verwonderen ook. Ge hoort waarachtig Alle weken A'an nieuwen Opslag spreken. Marenta is naar nen winkel geweest om kousen. Gewoonlijk breidt Maren ta zelf die dingen waar dat ze heur voeten in steekt. Maar nu omdat ze naar 't trouwfeest moest van kozijn 'Thomas wotTze ne keer sjieke kousen hebben. Astemblief madame, zei die kousen-mamzelde dees zijn van zes -en vijftig frank madame en de die van vijf en zestig... Als Marenta dat hoorde is ze bijna vijf en zestig keeren van lateratie omvergevallen. En thuis gekomen, zei ze: moest ons groot moeder ne keer op de wereld terug komen, 't mensch zou aardig staan zien... WIE DAT ER OOK aardig .stond te zien, dat was nonkel Fons. Hoe oud zijt gij vroeg nonkel Fons aan zijn kozijntje IJlip. Acht jaar, zei Flip. En verleden jaar, hoe oud waart ge toen Zeven jaar, zei Flip. Dan zijt ge nu vijftien jaar, antwoordde nonkel Fons, want zeven en acht is vijftien. Flip zei niets maar dacht even na en sprak toenhoeveel beenen hebt gij nonkel Fons. Twee, was 't antwoord. En verleden jaar? Ook twee. Twee en twee is vier, zei Flip, precies lijk bij nen ezel. Nonkel Fons heeft in zijn •eigen gepeisd dat Flip zoo dom niet is, als hij er uitziet En 't ziet er ginds in Rusland Xti ook maar triestig uit, "Wijl daar nu alle dagen Alom de doodsklok luidt. Daar is daar een ziekte uitgebroken onder de kinderkens. Een soort typhus •en daar gaan er duizenden van naar de Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 9 ROMAN door A. HANS. eeuwigheid, 't Is te hopen dat de plaag niet over de grenzen gaat, FIIER IN ONS RAND zijn er verle den week niet minder dan twee en dertig mamzellen over de grenzen gezet. 't Waren van die vlinders Die vliegen binst den nacht, En zooveel dwaze mannen Flebben ten val gebracht. IN ANTWERPEN is er ook weer zoo 'n slimmerik door een helleveeg in den val gelokt. Flen zekere Dots, zes en dertig jaar oud, had een schoo- 11e plaats in een fabriek. Maar hij had kennis gemaakt met 'n redelijk schep sel Gods van rond de duizend weken, dat is twintig jaar. En om die mamzei te behagen, heeft Dots astemblief zoo wat honderd vijf en zestig duizend frank gepikt en is daarmee gaan vlie gen... Marenta zegt: Het eind van het lieken Zal nu ook weer zijn: Berouw en miserie Berouw en sjagrijn. Want wat doet ge in 't buitenland met honderd vijf en zestig duizend frank P^Die zijn daar rap verteerd. En als die venten verteerd zijn, dan zal Dots,rap zien dat die mamzei zal ge vlogen zijn, wel te verstaan, als de sjandarmen hen nog niet hebben ge pikt. Dan is het klagen Bij zuchten en getraan, Achhad ik in Gods naam, Dat toch niet gedaan. JANNEKEN kon maar niet gedaan maken met zijn schoolwerk. Hij was nu bezig aan een vraagstuk. Moeder, zei Janneken, hoe bereekt men den inhoud van een ton. Jongen, zei de moeder, dat moet ge maar aan uw vader vragen... die weet wel hoeveel bier dat er in een ton gaat. MAAR GAAN EN GAAN is twee. In Italië gingen ze in een otomobiel- koers zoo rap, rap, rap... dat ze op een moment in 't volk terecht kwamen en dat er op 'n minuut zoo maar 22 men schen de eeuwigheid zijn ingegaan... Dat komt van al die zotte toeren... Van nimmer rap genoeg... En menigeen sapperdeboeren Die zich die toeren Reeds hard bekloeg. Wat wilt ge er aan doen menschen? 't Is nu eenmaal sport al wat de klok slaat... En wij, als apen, Staan te gapen En ook dat spel Goed en wel. En als er dan nen kwispel twee se conden rapper gereden heeft als zijn concurrent, dan krijgt hij zijn portret in de gazet, dan wordt hij met bloe men gehuldigd en dan roepen de men schen: Bravo! Bravo! Lest heb ik zoo een spektakel bijgewoond. Daar was een koersvent die van den trein kwamhij had een velokoers gewon nen en de flanflare en de Burgemees ter en de sjampetter, heel de santer boetiek was aan de statie om hem af te halen... Maar uit dien zelfden trein stapte een missionaris, die meer dan 25 jaar fn de verre landen had ge werkt. Maar niemand zag dien pries ter... niemand zag dien held die in stilte had gearbeid... Zoo is de wereld vrinden... Dikwijls veel bluf en blaai... Om de asemkracht te vieren Van eenen dom men... gaai. SNIKSKEN was precies van de domsten niet. Sniksken ontmoette zijn vriend Karei, 'k Ben blij dat ik u zie, zei Karei... kunt ge me niet wat geld geven, ik heb mijn portemenee thuis laten liggen. Zeker wel, ant woordde Sniksken en hij gaf hem zes tig centimen en sprak nu hebt ge geld genoeg om den tram te nemen. Rijd nu maar rap achter uw portemenee naar huis. ALS DE KAT VAN HUIS is, dansen de muizen, zegt het spreek woord. Te Namen hadden vader en Wat een driftkop is me dat? mompelde hij. En ongemanierd! Een ruwe bank... Dreigen me buiten zijn •ellendig hok te gooienEn dat gehui- -chel... Omdat ik Magda een lief meis je heb genoemd en op die schoone kleeren doelde... En ze is er met den Wilder Ruiter van doorDan durft •die schoft nog insinueeren, dat ik zijn dochter naloop of bij me lokken wil. Dat ik het eens aan de deur uit schreeuwde, hoe ik Magda met den Wilden Ruiter heb zien vertrekken! Maar neen, ik zal die twee nog meer bespieden. Ik wil weten wie de ruiter is. van Maere keerde naar het kasteel lerug. Hij bracht den avond bij de Lamoens door, doch zweeg over zijn nieuw avontuur. Jacqueline mocht anders eens den ken. dat hij waarlijk naar de bezem bindershut ging om Magda Posteels. Verontwaardiging. Den volgende morgen kreeg Robert -van Maere een boodschap van den notaris, dat deze een partij land te koop wist. Er was haast bij. Indien de jonker tijd had, zou de heer Cam- pens hem op 't noenmaal verwachten, 0111 daarna samen het land te bezich tigen en wellicht de zaak af te sluiten. Robert nam de uitnoodiging aan en gaf den drager een briefje mee. Tegen twaalf uur reed Robert naar het dorp. En weer ontmoette hij Mag da. Welk een prachtige, statige ver schijning was ze toch! van Maere voelde spijt over zijn insinuaties. Vlug sprong hij van zijn paard. Magda, zei hij, we moeten niet boos zijn op elkaar... Ik heet jufvrouw Posteels, snauwde het meisje hem toe Toen ik u vroeger hier ontmoet te, had ik in 't geheel niet de bedoeling u te beleedigen of familiaar te behan delen. Gister avond hebt ge toch mijn vader veel erger dingen gezegd. Het was verachtelijk... Maar laat mij met vrede en ga weer met Zela van den notaris kwaad over me spreken... De dochter van een bezembinder mag immer gehoond worden. En Robert zag tranen in haar oogen. En dat ontroerde hem eensklaps. Ik trek mijn woorden van gister avond in, hernam van Maere. Ik wil niet lichtvaardig oordeelen. Mijnheer van Maere, ge hebt over mij niet te oordeelen. Ik voel me zoo vrij en hoog als gij. Maar geef me het middel om u te verdedigen tegen jufvrouw Campens. Ik zal me niet vernederen, om moeder Gomard hun kinderen te bed gelegd en vader en moeder trokken de stad in. Maar de kinderen stonden op, namen solferstokken, begonnen er meê te spelen en ge begrijpt reeds wat er gebeurde. Daar kwam, Een vlam Aan 't beddegoed En nu stond gauw Heel het gebouw In vuur en gloed. Hulp! hulp! riepen de kinderkens. Ja maar de vlammen hebben geen oorenDe vlammen luisteren niet naar gekerm en gesmeek. Twee kin deren verbrand. Marenta zegt met recht en reden dat het misdadige ouders zijn die hun kinderen zoo al leen thuis laten. Stil, Marenta, stil, die menschen zijn reeds hard genoeg ge straft. Wie ook een fameuze straf zal oploopen, dat is vrouw Loks van in de omstreken van Hasselt.Dat mensch verkocht water met een beetje melk bij... dat mensch verkocht margarine met wat boter bij en nu zat ze op de markt met een korf waarin de meeste eiers rot waren en die ze voor versche eiers had verkocht. Zoo een verdient Een goeie straf, Want 't is gemeen En het is laf Van winkeliers en boeren Het volk met etenswaar Te willen snoeren. Een wraakroepende zonde boven dien, als men de arme menschen zoo wil beetnemen. MIJNHEER DE BA RON van Kuttelooreghem kwam een armen man tegen en hij gaf hem 5 centiemen. Wat kan ik met die vijf centiemen doen vroeg de vent. Ozei de baron, ge kunt ze altijd aan iemand geven die armer is dan gij. CELINE SILSKA was een arme sloor,, die te Luik aan de kerken ging bedelen. Nu is 't mensch gestorven en in haar zol derkamerken hebben de familieleden een ijzeren doos gevonden waarin rond de zestig duizend frank papieren geld stak en voor meer dan 5 duizend frank goudgeld, 't Is nu te zien of die erfgenamen voor tante Celine's ziele- zaligheid een mis zullen laten lezen. Marenta zegt het goed De dankbaarheid 'k Herhaal het met verdriet, Die is gewis Van deze wereld niet. Ja, de dankbaarheid: de dichter heeft het eens gezegd De kindren baren aan de ouders leed [en smart De kleinen trappen op het kleed, de [grooten op het hart. Maar ge moet er niet verwonderd over zijn. In zooveel huisgezinnen zijn de kinderen meester. Zoodra ze wat geld verdienen peinzen ze dat vader en moeder niets meer te bevelen heb ben. Cinema, staminee, kermis en danszaal... dat is al wat hun hart be geert. Dus ouders, onthoudt dit: Jong geleerd is oud gedaan Snoert hun driften en hun kuren Of ge zult op later tijd Uwe goedheid hard bezuren. Wat ge u niet zult bezuren, beste lezers en alderliefste lezeressen, dat is als ge getrouwd zijnde in Blaton gaat wonen. Daar heeft men het gou den bruiloftfeest gevierd van niet minder dan 21 koppels. Dat kan nog al tellen, heMarenta en ik we gaan daar ook naar toe, zulle. IN 'T HUIS HOUDEN van nen zekeren Bochum, ging het er ook maar aardig toe. 't Spreekwoord kwam daar in toepas- singge weet wel het spreekwoord van Twee wijven in een huis, Twee katten om een muis Twee honden om een been Komen zelden overeen. Bochum zijn madame en de schoon moeder van madame hadden een ru- me te laten verdedigen tegen een ge- meene klappei van Maere verbaasde zich weer over de hooghartige houding van dit bezembindersmeisje. Ge gelooft toch zeker niet dat ik een losbol ben, zooals uw vader mij verweet vroeg hij Waarom moet ge me 's avonds laat komen vragen voor u te teeke nen Ik was toevallig in de buurt. Neen, jonker, wees oprecht. Ge kwaamt ons bespieden. Ge hadt im mers gehoord dat de Wilde Ruiter ons soms bezocht... En ge speeldet gister avond voor spion Welnu, ja... 't is zoo... Ik stel in mijn helper belang... ik zou willen weten wie hij is. En of ik met hem omga! Welnu, zelfs al vergezelde ik den ruiter bij avond, dan heeft nog niemand het recht mij daarvoor te hoonen of van lichtzinnigheid en erger te beschuldi gen. Ik behoef voor niemand te blo zen... En laat n ij nu met vrede. Hier ging Magda verder. Zonderling meisje, mompelde Robert. Ze staat waarachtig als meer dere tegenover mij. En ze maakt den indruk oprecht en rein te zijn. Wat moet ik gelooven? Eigenlijk heb ik me niet met haar te bemoeien en toch voel ik, dat ik groot belang in haar stel. Ze is echter verontwaardigd over mijn houding, en onverzoenlijk. Bah, wat kan 't mij schelen! Een bezembin ders dochter. zieken gekregen waarbij haarkenpluk en meer van die eksersiesies te pas kwamen. Opeens nam madame Bo chum een strijkijzer en wierp er meê naar haar schoonmoeder. Maar ze smeet mis. Het strijkijzer vloog door 't venster en kwam terecht tegen het gezicht van een sjofeur, die daar juist met een otocar passeerde. De man raakte zijn stuur kwijt, wat te ver staan is, als ge zoo een strijkijzer te gen uw fasade krijgt en de otocar reed een lanteern omver en llekkerde op den trotwaar. Maar op dien trotwaar stond juist een etalasje van porcelein en aardwerk... Alles in honderd dui zend miljoen stukken. De otocar bot ste toen tegen een huis. Verschillende personen zwaar gekwetst en de sjo feur zijn oog kwijt. En dat allegaar omdat madame Bochum en schoon moeder mekaar niet verstondenzegt Marenta. Ja, ja: kleine oorzaken, groote gevolgen... 't Zou in* de wereld Heel wat beter gaan, Wilden de menschen Elkaar wat meer verstaan. Och ja, ziede... een beetje nemen, een beetje toegeven... Dan wordt er zooveel kwaad gekeerd. MAAR DAT KUNT ge onze franskiljonsche gazet ten niet wijsmaken, zulle. Bij die soort heeft de Vlaming altijd ongelijk. Zie maar ne keer. Te Flasselt gaan ze op 30 September het standbeeld onthul len van Hendrik Van de Veldeken, dat was een pojeet of dichter die zoo wat 800 jaar jaar geleden in Limburg is geboren en de oudst gekende dichter is, waarvan er in 't oud-vlaamsch ge dichten zijn bewaard. Die Van Velde ken heeft echter langen tijd in Duitschland geleefd. Nu schreeuwt een Brusselsche gazet La Gazette die nog 87 lezers heeft, dat de Vlamin gen wel iets beters te doen hebben clan die Van Veldeken te vieren. Nog een beetje en ze schold al die Vlamingen die naar Hasselt gaan voor Duitsch- gezinden uit. Prins Leopold en zijn madame gaan er ook naar toe, en daarom houdt die zeeverlap van een gazette haar zeevermuil nog een beet je gesloten. Oouw rnatant van een gazet Wat maakt ge u toch kwaad bloed, Wij bidden: Heer vergeef het haar Ze weet niet wat ze doet. MAAR OUDMINISTER Masson, Volksvertegenwoordiger van Bergen, een Waal dus, die heeft in de Kamers een klare taal laten hoorendie heeft luidop gezegdde Vlamingen hebben nooit hun recht gehad en geen Waal zou het geduld hebben zoo behandeld te zijn geworden. En hij heeft er bij gevoegd: niemand is gedwongen, ambtenaar of beambte van den Staat se worden of officier, maar wie dat wil worden, moet zijn twee talen ken- CHRISTENE SOCIALE VOLKSWERKEN. POPERINGHE. W 2 nen. Hip! Hip! Hoerahdie Masson Dat is verdorie een man... Die aan zijn Waalsche vrienden Het lesje spellen kan. WAT NOG NIET gebeurd is, kan nog gebeuren. Te Mily sur Cran, een dorp tusschen Poperinghe en Aarion, hebben de boeren van 't dorp hun burgemeester opgehangen omdat de man geen woord fransch kon. Ge zult zeggen: een burgemeester in een Waalsch dorp die geen fransch of waalsch kent, dat kan niet zijn. He- wel, menschen... wat het Manneken hier vertelt is gewoonweg gelogen. Neen dat kan niet zijn. Maar een burgemeester in 't Vlaam- [sche land Die geen Vlaamsch kan spreken of [lezen... Die geen Vlaamsch verstaat, dat heeft In Vlaanderen lange jaren mogen we- [zen. Gelukkig komt daarin nu ook ver andering. En zoo is 't Manneken al weer ne keer uitgepraat. En zendt hij zijn lezers en lezeressen, Naar Vlaamsche wijs, zooals het moet In name van Marenta mede Een vriendelijken Zondags-groet, Liet Manneken uit de Maan. 117.358 5.638 104.701 134.977 18.336 143.050 72.995 16.553 80.218 111.085 93.014 50.077 53.897 108.186 148.976 45.539 54.097 50.921 59.214 90.034 17.220 85.284 132.186 145.341 47.717 50.062 131.219 135.479 137.920 143.398 135.785 89.483 112.324 134.669 83.750 58.095 133.751 105.643 88.899 41.917 149.525 124.621 101.325 21.890 14.459 149.169 120.322 103.708 114.597 77,030 11.599 132,867 40.526 147.617 103.535 8.385 136.741 141.406 103.730 88.135 88.638 11.196 95.725 20.045 139.008 110.562 72.847 60.609 33.617 49.347 29.981 116.103 118.851 124.162 53.989 63.646 61.034 53.393 112.751 135.531 34.925 142.994 108.263 138.474 46.407 2.422 79.251 125.454 50.314 87.509 100.523 144.705 69.630 119.679 144.198 60.434 8.316 138.093 24.323 119.016 59.278 80.186 45.490 16.319 93.855 136.140 Eiken houten Eetplaats Naaimachien Gouden zakuurwerk (Fleer) Gouden armuurwerk (Dame) Mansvelo Vrouwvelo Kindervelo Keukenstoof Jachtstoof Keukenstel - potten pannen Waschkeern Zes eiken stoelen Amerikaansche schrijftafel Zes keukenstoelen Zetel Paar luxe Mansbottienen idem idem idem idem Paar luxe Vrouwbottienen idem idem idem idem Kapstok met spiegel Schouwgarnituur idem idem idem Koffieservice Kruisbeeld onder globe Koperen marmiet Zilveren zakhorloge Zakuurwerk (Roskopff) idem idem idem Regulateur Wollen sarge idem idem idem idem Kindervoiture Regenscherm idem idem idem Tafelservice (12 pers.) Dozijn tafelmessen Zes lepels en vorken idem H. Hertebeeld Waschkuip idem W aschmand idem Spiegel idem Buffet Ronde tafel Keukentafel Tafelkleed 1 m. 80 idem Tafelkleed wit 5 m. Bedsprei idem Bedtapijt idem idem Dozijn handdoeken idem idem Dozijn zakdoeken idem idem idem idem Telloor spreuk idem idem idem Cachepot idem idem Pander idem Keukenrek Reeks saladieren idem Garnituur Jardiniere Bierkan Bonbonnière Koffie- en suikerijpot Beeld idem idem Kistje sigaren idem idem idem van Maere beklom weer zijn paard en reed naar 't notarishuis. Een knecht bracht het rijdier op stal. En Robert werd hartelijk door de familie Campens ontvangen. Mevrouw en Zela waren in groot toilet, doch erg ouderwetsch - Moesten mijn zusjes dat zien, wat zouden ze hartelijk met elkaar lachendacht Robert Eerst werd een las morgenwijn gedronken. En de notaris vertelde, dat een boer onder Boesinge een partij land te koop had. Maar er stond nog een kandidaat op. We moeten dien voor zijn, her nam de notaris. En waar ligt het land? vroeg Ro bert. Dicht bij 't dorp hier. We zullen echter, als ge 't goed vindt, met mijn koets naar de hoeve te Boesinge rijden. Heel gaarne De dagen waren kort en er was düs niet veel tijd te verletten. Men ging aan tafel. Robert wiercl tusschen mevrouw Campens en Zela geplaatst. Het maal was smakelijk en de notaris bleek nog goeden wijn te bezitten. Hij vrtelde met genoegen j hoe hij die voor de fransche roovers verborgen had. Zela, Zela, zei mevrouw, tijdens het diner, het is goed weer, ge zult misschien wel eens met uw vader wil len meerijden naar Boesinge I Ja, doe datdrong de heer Cam pens aan. Zeker, voegde Robert er hoffe lijk bij. Het zal ons zeer aangenaam zijn. Zela bloosde en vroeg bescheiden Fin gij mama Ge weet, dat ik van rust houd, kind lief. Ik zal dus thuis blijven... Be kommer u niet om mijIk heb hier eenige bezigheden, welke een goede huishoudster niet aan meiden over laat. Zela betuigde dan, dat ze gaarne de uitnoodiging aannam. Dadelijk na het diner reed men heen in de ouderwetsclie, gesloten koets van den notaris. De heeren zaten naast elkaar, tegenover de juffer. Robert sprak over de streek. De notaris vertelde bijzonderheden uit den treurigen beloken tijd. Op deze hoeve was men soms in 't geheim ter mis geweest, daar had men den zoon als deserteur uit de schuur gehaald en weggevoerd. Van een derde hofstede wist de notaris weer dat de bewoners met de Franschen geheuld hadden. Naderhand bracht hij 't gesprek op Lamoens en vroeg Robert of diens tegenwoordigheid te Maerburg hem nog niet verveelde. van Maere antwoordde, dat de heer en jufvrouw Lamoens integendeel prettige luiisgenooten waren. Hij zag Zela's gelaat betrekken. Fin nu had hij er plezier in, zijn medebewoners nog meer te prijzen. De notaris gaf hem bescheiden een lesje. Jonker van Maere behoorde tot een adelijk geslacht. En hij mocht 63.453 70.362 134.909 147.923 85.069 107.687 65.006 86.422 94.390 130.453 86.216 50.691 19.751 85.952 131.096 83.041 18.900 55.710 65.870 38.666 16.500 5.707 29.167 51.717 46.568 103.662 148.701 8.946 112.073 63.575 54.130 108.296 46.632 355 28.334 90.829 75.419 103.748 30.555 77.415 74.629 75.955 32.485 100.153 94.541 104.663 13.870 121.910 74.287 109.692 26.116 99.659 107.810 13.869 46.471 132.900 73.031 67.327 20.515 137.885 2.656 22.439 137.882 110.204 Kistje sigaren idem idem idem idem idem idem idem idem idem idem idem idem idem idem idem Beeld Handzak idem idem idem Geldbeugel idem idem idem idem Brieventesch idem idem idem idem Paar vazen idem idem idem idem idem Een vaas idem idem idem idem idem idem idem Paar vazen idem Coupe Beeld Beeld Beeld Pijprekken idem Spreuk Pêle-mêle Een kader Paar kaders idem idem idem Dagbladrekken Porte brosse Kruisbeeld Rookersgerief 120.674 Koppel kandelaars 26.639 Valies 38.403 Schinkbord 65.588 Spreuk 77.913 Pêle-mêle 39.938 Kruisbeeld met wijwatervat 3.886 Portretkader 23.681 Kruisbeeld 45.412 H. FMiniliebeeld 2.419 Dagbladrekken 64.814 Koppel kandelaars 19.873 Kruisbeeld 60.092 Handzak 85.976 Een vaas 101.422 Een kader 120.202 idem 11.529 idem 75.552 Rookersgerief 58.198 Inktpot 142.517 Valies 95.882 Spreuk 58.440 Schenkbord 128.089 H. Theresiabeeld 94.379 Uurwerk Prijzen voor de Omslagen. 16.306 Fien oblig. der Ver. Gew. 1921 28.644 idem 28.654 idem 15.701 idem 15.465 idem 25.683 idem 25.693 idem 9.652 idem 1.247 idem 1 14.028 idem N.B. De prijzen niet afgehaald voor 15 October 1928 blijven den eigendom van het werk. De prijzen mogen afgehaald worden den Maandag, Woensdag en Vrijdag van 9 tot 12 uur in de Coöperatief. Volksbelang Paardenmarkt, 6. J toch niet gemeenzaam worden met een boer en een boerendochter, die boven hun stand leefden. Robert beweerde daarop dat de tij den veranderd waren. Men zou niet alle gevolgen der Fransche revolutie kunnen uitroeien. Er was een andere geest gekomen. Het volk zou veel rechten behouden. De heer Campens zette een ver schrikt gezicht... Waar haalde de jon ker, eenige afstammeling van een groot geslacht, zulke denkbeelden? Ik ben aan den adel verwant en daar hecht ik aan, verzekerde de no taris. O, ik stel mijn afkomst ook wel op prijs, maar we kunnen tegen de nieuwe stroomingen niet in, hield van Maere vol. Zie eens Napoleon, hij heeft vorstelijke macht... En hij is geen graaf, geen baron... hij is de zoon van een armen Corsikaanschen advokaat. Dat is de nieuwe tijd, mijn heer Campens. En wie van ons zich aan al de oude voorrechten klemt, zal in voortdurende verbittering en wrok leven. We kwamen op'deze kwestie door ons gesprek over den heer La moens. Welnu, als ik met den heer Lamoens en zijn dochter zit te praten of met hem de maaltijden neem, voel ik waarlijk geen standsverschil tus schen ons. Hoe is 't mogelijk Ik kan niet huichelen... en zeg u, wat ik meen. j Robert bemerkte wel, dat Zela zich vreeselijk over die meening ergerde. ('t Vervolgt.j,

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1928 | | pagina 5