"MAS-CAR,, BIER
De Wilde Kuiler
DrinKt cyter cham.asne
Burgerstand van:
HET MANNEKE
Drinkt
Hgra I> A. Cl Hl T M IV
plezier, en dikwijls ongezond
i>td- koopt men in schouwburg en
Jvz.lV -
Kosteloos plezier en innig verkwik
kend plezier vindt gij zonder een voet
te verzetten in den haiselijken
kring.
Een vrouwenhand en een .paarden
tand mogen niet stil staan.
Houd bij arbeid, waarbij gij beiden
noodig hebt, oogen en oonen goec
open en let met aandacht op al wat er
te zien en te hooren is, dat met uw
werk verband houdt.
UIT DE
MAAN
Marenta draagt om heuren kop
Een dikken wollen doek...
En zit te zuchten: ei! ei! ei!
Te zuchten in een hoek
Marenta klaagt, Marenta kreunt..
Mijn tanden doen zoo'n pijn...
Maar 'k geloof: Marenta zit
Met griep en flerecijn.
In alle geval, daar zijn veel men-
schen die van huider tanden klagen en
van nevralgie en zoo meer miserie.
Dat is 't begin van de ellende.
De winter staat voor de deur
En brengt van alles mede...
Zoo wordt er ook aan griepgriep
Dan telkens veel geleden [griepj
Naar 't schijnt is de griep aan de
kanten van Luik reeds met haar werk
zaamheden begonnen. Allee! niet te
lang gewacht met het wintergoed
voor den dag te halen.
Marenta heeft mijn onderbroek
Reeds uit de kast getrokken,
Alsook mijn slaaplijf en alsook
Mijn dikke wollen zokken.
DAAR IS ALWEER een wissel
agent op zijn sokken vertrokken en
hij laat rond de twee millioen schuld
na. Plezierig is anders. DE BOEK KO
ZEN en groentenkweekers rond Brus
sel hebben een plezierigen dag beleefd.
Burgemeester Max beeft hun een
nieuw vaandel overhandigd, 't Is een
schoon vaandel, zulle; puur van zijde
en goud. Dat vaandel hangt aan een
stok, zooals alle vaandels, maar nu
weten de boerkozen niet goed wat ze
boven op dien stok zullen zetten Een
Leeuw? Een bol? Een ster? Neen,
zegden de boerkozen. Boven op dien
stok moet iets staan dat op ons vak
betrekking heeft. En alzoo heeft men
er een ajuin opgezet. ALS GE AJUIN
pelt krijgt ge de tranen in de oogen.
Maar als ge den duren tijd nagaat,
zegt Marenta zoudt ge ook wel tranen
in de oogen krijgen. De trams uit
Brussel zijn van den 15 October weer
opgeslagen. De legumen zijn niet
meer kooplijk.
Ja, de oorlog laat zich nog gevoelen
Dames en heeren
En in plaats van victorie
Zingt maar gerustMiserie.
r
NAARDJE meende met een gerust
geweten een pint bier te drinken in de
staminee van baas Prop maar 't bier
was zuur en slecht en Naardje prote
steerde. Tut! tut! zei de baas., doe
uw oogen maar toe en drink het maar
uit. Naardje doet het en betaalt met
een looden frank. Ja maar, zegt de
baasalzoo niet he! dat is geen goede
frank. Tuttuttutzegt Naardje, doe
uw oogen toe en steek hem maar in
uwen zak. DE NAAISTERS steken
nogal dikwijls spelden in huider mond.
Een slecchte gewoonte, zegt Marenta.
Zeker en vast. Te Schaerbeek in een
atelier slikte de genaamde Elvire Cou-
pens alzoo één speld in. Met meisje
ligt nu in 't hospitaal. Hoe het er mee
afloopen zal is nog niet geweten
j^S3~
Een ongeluk is gauw gebeurd
Dies wil eerst goed verzinnen
Voor dat ge, eender wat ge doet,
Een werk wilt gaan beginnen.
ZE BEGINNEN zich overal gereed zat «r de liefde ook niet diep in, zegt
te maken, zoo tstillekens aan voor de Marenta. ZEG EENS, MOEDER,
kamerverkiezingen die in Mei van vroeg Zanderken, is ons vader eeti bis-
't volgend jaar zullen plaats hebben, schop? Maar neen, jongen, waarom
MENEER de Volksvertegenwoordi- vraagt ge dat? He welde pastoor
ger van Parrapommelen was tlmisge- heeft maar een klein kaal pleksken op
komen en hij was slecht geluimd. Het zijn hoofd en ons vader heeft zoo
eten stond op tafel en hij wist op alles n groote kale plek. IN TRANSVAAL
wat af te keuren.Hoor ne keer, ze' zijn en Oranje Vrijstaat zijn er groote kale
madame: gij, als volksvertegenwoor- plekken die nu door de droogte fel
diger, zit in de kamer, maar ik zit in geteisterd zijn. De menschen k'agen
de keuken. En daarmee uit. EN DE ginder van de wilde beesten en vooral
EERSTE TAND van prinses Chariot- van de leeuwen die tot aan huizingen
teken is ook uitgekomen. We hopen komen, zoekende wie ze gaan verslin-
dat het kind er nog 31 bijkrijgf en er den. Ze zeggen dat er meer dan 3000
niet zooveel meê zal afzien als Maren
ta, och arme. OCH ARME! dat moogt
ge ook zeggen van die arme Zita, die
getrouwd is geweest met keizer Karei Leeuw,
van Oostenrijk en als jonge weduwe
met acht kindereu Is blijven zitten.
leeuwen zoo op promenade zijn. 3000!
't Is om te rillen en te beven. Dat zijn
andere kastaars dan onze Vlaamsche
Zonder land, zonder geld.
O! wat sombere dagen...
Dat mensch heeft voorwaar
Toch wel reden van klagen.
Onze Vlaamsche Leeuw
Is nog, en is steeds geweest.
Een tam en lam en zoet
En... ezelachtig beest.
En die Vlaamsche Leeuw gaal toe-
laten dat er te Brussel in 't gerecht
KLAGEN hoort ge ook allewegeweer drie vlaamsch onkundige ma-
dat het zoo moeilijk is aan een goeie gistraten gaan benoemd worden. Ja,
meid te geraken. Hewel, dat is toch ja, menschen, daar is op vlaamsch ge
bied nog veel te doen en als ge denkt
dat we de fameuze gelijkheid in rechte
en feite reeds vast hebben, zijt ge
deerlijk mis. Geen wonder dat Maren
ta zegt
zoo simpel als 't groot is.
Ge zet een annonce in De Pope ril} -
ghenaar
En op een wipken is dat klaar.
En ge krijgt na luttel tijd, I
Ken goede flinke propere meid. De Vlaamsche strijd zou verder staan
Hadden wij steeds gehad,
Ge kunt het ne keer probeeren. ma- In plaats van eenen tammen Vlaam-
dameMADAME Verhoregen van
Antwerpen stond op den tram te
wachten. Ze had heur sakosken in de
hand en in dat sakosken staken veel
bankbiljetten en verschillende kost
bare voorwerpen. Toen ze op den tram
stond en haar sakosken wou open
bleek het dat het handvatsel was door-
gesmeden. Een behendige pikpoket
had dat geflikt.
En zoo hoort ge op onze dagen
Gedurig klagen
Dat pikpokees en dieven
Naar believen
Ken kwade vlaamsche,
[schen Leeuw
kat.
Maar de Vlaming
Op onze dagen
Beseft niet dat hij is nog steeds
Het vijfde wiel aan eenen wagen.
Goed zoo, Marenta, ik constateer
met satisfactie dat ge progres maakt
in de affaires van de vlomse kwestie.
PINHELM II, die bandiet, zit nog al
tijd in Holland. Maar stillekens aan
maakt hij ook progres. Hij heeft zijn
bezittingen in Zuid-Afrika terug ge-
Pakken, op tram en straat en trein kregen en nu zou hij gaarne een reis-
ken gaan maken in die streken. En ge
Het groote en 't klein.
FRANS VAN CAUWELAERT. bur
gemeester van Antwerpen is even een
klein reisken gaan maken in Spanje
zult het zien: de mogendheden zullen
dat toe laten en Pinhelm II zal kon
tent zijn. VEEL MENSCHEN zijn
kontent, parteklier de vrotnven, ais ze
en Kardinaal van Roey is naar Rome een sneeken peperkoek bij hun koffie
gegaan om den PauS een bezoeksken krijgen. Pater Judocus was bezig met
te brengen. En minister Baels is inde missie te sermonen, maar er kwam
Rome bij Musolini gaan koffie drin- maar weinig volk naar de kerk. Toen
ken. VAN DRINKEN gesproken
Wannes lag ziek te bed en zijn vrouw
bracht hem een lepel van de flesch
door den doktoor voorgeschreven. Ja,
ja, zei Treze, de doktoor zegt dat ge
aan dyspepsie lijdt. Dyspepsie zegt
Wannes, dat... dat komt van
't Grieksch. Neen... neen, antwoordt
Treze, dat komt van te veel te drinken
Drinken
en schinken
Dat doet men om ter meest
Op een bruiloftfeest.
Te Putsy in Hongarie, stond de tafel
voor het bruiloftsmaal gereed. Daar
trouwde daar een madame van rond
de zestig mét nen feilen kadee van
dertig. Maar als 't mensch nu op de
trappen van 't altaar zat, is ze in me
kaar gestuikt en was ze dood Dood
van contentementzegt Marenta, van
alteratie.
Maar ik peis
Dat de jonge vent
Dubbel en dwars
Is content.
't Is te zien, zegt Marenta, of 't hu
welijk reeds was voltrokken -want
anders zullen de erfgenamen van ma-
tantje met de flippen gaan schuiven.
SCHUIVEN en schuiven is twee, zei
de boer, en hij schoof uit en viel op
zijn achterwerk. Een politieagent te
Etterbeek die ne keer in een huis wou
gaan zien of dat er dieven in waren,
klom over een muurken en schoof ter
wijl ook uit en wel zoo ongelukkig dat
de ijzeren pinnen van een hekwerk
hem in den buik drongen. De man is
misschien reeds dood. EN HMIEL
LA FLEUR van Roebaais heeft zich
zelf den dood aangedaan van verdriet
omdat hij zijn haar verloor. De jongen
had een haarziekte opgedaan en zijn
hoofd was zoo glad als een biliardbol
en zijn lief had hem laten loopen Dan
had de pater gezegd dat hij ging pe
perkoek uitdeelen. 's Anderendaags
zat de kerk vol. Toen zei de pater
zooveel peperkoek heb ik niet kunnen
meebrengen, dus zal ik de peperkoek'
maar verdeelen. Morgen geef ik de
koek... en vandaag de peper. Ge kunt
denken dat zijn sermoentje gepeperd
was. PEPER GROEIT in de warme
landen en Abysinnie is een warm land.
De regent van dat land rasTafari heeft
zich tot keizer doen kronen. Allee, als
dat die vent plezier doet, is 't mij ook
goed... maar 'k had nog liever dat
't leven wat goedkooper werd en Ma
renta is van 't eigenste gedacht VEEL
MENSCHEN hebben een gedacht als
huider portret in de gazet staat He-
wel dat is niet moeilijk. Ge zet bij
voorbeeld uw vrouw op een kruiwa
gen of pupegale en ge rijdt er alzoo
mee naar Brussel of Antwerpen en,
dan moogt ge zeker zijn dat ge uw
konterfietsel in de gazetten zult zien
staan. Maar of de wereld daar 'n cent
profijt bij zal hebben, is andere thee.
DAT SOLDAAT zijn precies geen
profijt is, dat weten we reeds lang.
Maar, naar 't schijnt is 't met onze
jongens die te Brasschaat liggen,
maar triestig gesteldslechte slaping,
slecht eten en meer miserie. Zoo toch
schrijft De Standaard En hier is
't briefken van een soldaat aan zijn j
lief. Dit brièfken kan dienen op een
avondfeest om gezongen te worden,
't Is een meisken dat zingt; voor de
muziek moet ge maar schrijven naar
Bas-Billiet, te Herne bij Kdingen.
Soldatenbrief.
Kijk daar stak daar het facteurken
Dezen morgen door het deurken
Wel? een briefje van Francis
Die bij de soldaten is,
Waar hij nog een maand moet blijven
'k Ben benieuwd wat hij zal schrijven
Ach! mijn hartje klopt zoo blij
Als er komt een brief voor mij.
(Ze opent den brief)
Liefste Miekeu, 'k laat u weten
Da 'k u nimmer zal vergeten
'k Neem hier in het Walenland
Voor een brief 'de pen ter hand.
'k Wil u vragen, 'k wil u schrijven
Aan mij steeds getrouw te blijven
Liefste Mieken daar ge weet
Dat ik nimmer u vergeet.
Tegenwoordig, liefste Mieken
Zijn er hier nog al veel zieken
j Gistre.il nog is Jef Verlaan
[Aan de griepplaag dood gegaan
't Was een korporaal van 't elfde
l'iet Van Tucht, die ligt met 't zelfde
't Is een vent twee meters lang
En hij moet me nog tien frank.
Mieken lief, zal 't lang nog duren
Dat ge zult een paksken sturen
Lijk gij alle maanden doet?
Wilt ge dan, mijn Mieken zoet,
Zorgen voor wat coteletten
Eil een spiksken hesp hij zetten,
Want 't is deerlijk bij den troep
Met het brood en met de soep.
Mieken, 'k heb niets kunnen sparen,
Voor een naald en tuitje garen,
Doe er dat dan ook maar bij,
Want, daar is een knop of drij
Van mijn onderbroek gesprongen,
Mieken och! wat is een jongen,
Bij den troep nen sukkelaar
'k Wordt het meer en meer gewaar,
Mieken en dan voor het sluiten
Ik zit weeral zonder duiten
En dat is een echte ramp.
Naaste week gaan wij naar 't kamp.
En daar, wil het niet vergeten,
Mieken, kan ik dubbel eten
'k Vraag dus Mieken, wees niet kwaad
Zendt me vlug een postmandaat.
Mieken lief, zooveel soldaten
Loopen 's avonds langs de straten
Met een meisken van plezier
En die zijn er velen hier.
Maar ik, Mieken, liefste schatje
Ik lonk naar geen slenterkatje.
Ik kruip 's avonds vroeg in bed
En bekijk dan uw portret.
En nu, Mieken, zoetste liefje
Eindig ik mijn hartelijk briefje
Met de pen, maar niet met 't hart,
En om mijne liefdesmart
Te overwinnen, ondertusschen
Krijgt gij honderdduizend kussen.
Van hem, die steeds blijft en is
LTw geliefde Jan Francis.
Biscouplet.
k Ga nu rap voor 't paksken zorgen,
En ik zend aan Francis morgen,
Hesp, saucissen en nog meer,
Ook tabak en appelteer.
En een tuiteken met garen
Om zijn knoppen te bewaren.
Want, och Heer, ik heb voorwaar
Meelij met dien sukkelaar.
't Manneken uit de' Maan
PROVINCIALE COMMISSIE
der prijskampen voor Vruchten te
Velde en Landbouwvoordrachten van
West - Vlaanderen,
OOGSTJAAR 1928.
Prijskamp voor hoeve-uitbating.
Het geldt hier niet eenen prijskamp
voor beste hofsteden, maar wel van
uitbating, het is te zeggen van beboe
ren van Hofsteden.
Omschrijving van M. SIMOENS.
Eerste pr. met groote onderscheiding
Hofsteden van min dan 10 Hectaren.
AlveringhemDedeurwaerder Ev.
Hofsteden van 10 Hectaren en meer.
ReninghelstMerlevede Gaston.
Reninghelst: Gatteen Wed Ch.
Woumen Berghman Achiel.
Eerste prijs met onderscheiding.
Hofsteden van min dan 10 Hectaren.
ZarrenKimpe Richard, Lescouhier
M., Van Damme Cyr.
AlveringhemOpsomer Ltenri.
HouthemDecorte Emeric.
OostduvnkerkeDeclercq Omer.
Wulpen: Detollenaere Firmin.
Eerste prijs.
Hofsteden van min dan 10 Hectaren.
Bovekerke: Koels Hector.
Isenberghe: Poujole Je room
LeyseleVanderghote August
Bixschote: Depuydt J., Van Eecke H.
FessenDeplenter Alfons.
Houthem (Y.)Deprez-Maes Const.
Neuve-KgliseDe Paene Camiel
Noordschote: Lou wage René.
Ramscappelle (Y.)Maenhottdt Cam.
ReningheMoton Jules, Leuridan Ca
miel, Sticker René.
St. JacobscapelleDemeester Richard.
VlamertingheSteelandt Kmiel.
Woumen: Vanquathem Achiel.
Zonnebeke Del va Elie.
Geene.
Tweede prijs.
Eervolle melding.
(Klasseering zonder onderverdee
ling wat betreft de oppervlakte).
BeerstAvereyn Cyriel.
Bovekerke: Anthierens Leon.
CoxydeTernier Julien.
MerckemSchaut Albert.
Zonnebeke: Capelle Jeroom, Merchier
Remi.
ZuydschooteMyngheer Henri
Gesticht van de Dames der H. Fami
lie, Thielt. Met de Goedkeuring van
Zijne Doorl. Hoogw. Mgr Waffelaert,
Bisschop van Brugge, wordt binnen
enkele weken, een Hooger Normaal
school voor Landbouwhuishoudkunde
geopend, in het gesticht van de Dames
der H. Familie te Thielt.
Deze nieuwe stichting, de allereer
ste van dien aard in West-Vlaanderen,
is van het hoogste belang. Wie zijn
eigen hoeve naar de moderne metho
den wil behooren, wie bij zijn school
een landbouw- of huishoudkundige af-
deeling wil voegen, met degelijke toe
lagen van den Staat, ga er heen om er
een volledige vorming te ontvangen.
Geen diploma van onderwijzeres is
noodig om aanvaard te worden. Stu
diebeurzen worden verleend. Prospec
tus aanvragen bij de Overste.
I.OO
Inhaling van den Heer Burgemeester
J. HEÏNDRYCX,
ter gelegenheid van zijn huwelijk.
Zondag, den 30 September, bad de plech
tige inhaling plaats van den Heer Burge
meester ter gelegenheid van zijn huwelijk.
't Weer wilde volop mee. Nu en dan wel
dreigende zwarte wolken aan den hemel,
doch de wind stak op en speelde er baas
over.
Reeds vroeg in den namiddag waren de
Loonaars druk aan 't versieren. De sparre-
boompjes met bloemen en linten en vlag
getjes gepint zetten Loo op zijn best.
Om ZYz u. kwam er beweging in dé Oost
straat de vorming van den stoet begon. In-
tusschen kwam de vermaarde reus van
Veurne door de Iloogebrugstraat aan.
Om 4 u. was het volop geweld aan de ge
meenteschool. Onverwachts te midden 't ge
harrewar snorden twee auto's tusschen de
praalwagen en de menigte heen en hielden
aan het huis van het schoolhoofd stil. 't Was
de Heer Burgemeester met vrouw en fami
lieleden Een beetje vroeger dan men ver
wacht had... dat komt er van als men ver
langt om weer thuis te zijn. Ze werden ver
welkomd door de Heei en Schepenen' en Ge
meenteraadsleden, terwijl in allerijl de stoet
in orde gebracht werd.
De gevierden betraden het verhoog, aldaar
opgericht, en twee schoolkinderen, in naam
der heide scholen, brachten den welkomst
groet, waarna twee prachtige bloemtuilen
aangeboden werden. De Heer Burgemeester
en zijn Vrouw waren blijkbaar ontroerd!
De stoet trad in beweging. Flinke ruiters
in prachtige kleedij reden voorop, waarna
het muziek, de maatschappijen met hun
kleurige banieren, de puik versierde praal
wagens, de statige reus en de schoolkinders
met hun wapperende vlaggetjes volgden. Op
recht een prachtige stoet, de Loonaars
waardigDe reus vooral, die zoo plechtig de
straten doortrok, trof de aandacht. Ook de
praalwagens brachten den stoet veel luister
bij. Zoo hadden we
den duivenwagen, mooi gepint, met zijn
knikkende roekedekoes
den bakkerswagen, die de kinders zoo in
t oog hielden om de geurige pannekoeken
den molenaarswagen, met zijn draaienden
molen en dorstige molenaars
den pompierswagen, met zijn flink opge
smukt tuig, dat niet aan brandgevaar deed
denken
den wagen der schoolkinders een huwe
lijksboot met zijn burgemeester als stuur
man, zijn zingende matrozen en zijn burge-
meesterinneke te midden haar wuivende
kleuters.
Twee mooi-opgezette ezels vereerden ook
den stoet met hunne aanwezigheid. De gui
tige kanonniers met hun oud kanonnetje
waren er ook op hun plaats.
In een woord de Loonaars haalden er eer
van! Ze hebben er een handje van om fees
ten in te richten
Na al de straten doortrokken te hebben
werd er halt gehouden op de markt. De mu
ziekmaatschappij speelde er eenige flinke
stukjes, terwijl de eerewijn op het stadhuis
gedronken werd.
Naderhand werden de gevierden met de
gemeenteoverheden door het muziek opge
leid naar het gedenkteeken der burgerlijke
slachtoffers en dat der gesneuvelden, waar
de Vrouw van den Heer Burgemeester twee
prachtige bloemtuilen neerlegde.
Nu werden de jong gehuwden naar hun
nieuwe woning gebracht, waar een schoone
poort was opgesteld, met volgend opschrift:
Mocht dag op dag
Een zonnelach
Hier in uw woning weem'len,
Wijl kindren klein
Aan 't spelen zijn,
Lijk englen uit de heem'len.
Om 7 u. trokken een honderd zeventigtal
mannen en vrouwen naar het stadhuis, waar
een flink maal opgediend werd. De Heer
Schepen, H. Bovyn verwelkomde er den
lieer Burgemeester en Vrouw in naam van
den Gemeenteraad en de ganschc bevolking
en stelde voor te drinken op de gezondheid
der jong gehuwden.
De Heer Burgemeester bedankte allen har
telijk voor het gul onthaal welke ze beiden
genoten hadden en beloofde geen moeite te
sparen om Loo zoo hoog mogelijk te houden
tot aller welzijn. Beide aanspraken werden
met levendig handgeklap begroet.
Om 10 u. werd een prachtig vuurwerk af
geschoten dat eindigde met een «Leve de
Burgemeester't Voldeed iedereen.
Waarlijk een heerlijke dag voor de Loo
naars
ROMANS VAN A. HANS.
De winteravonden zijn daar! Na uw werk
lees eenige schoone boekenOnder de beste
tellen de volksromans van A. Hans, waarvan
hier een prijslijst vólgt:
De Witte Hoeve 4,00 fr.
Filips Van Artevelde 7,00
De Vlaamsche Boschkerel 8,00
Het Graf aan de Zee 9,00
Het Geheim van het Woud 9,00
De Verstooteling 11,00
Het Geheimzinnig Kasteel 16,00
De Slavinnen van Vlaanderen 17,00
De Heks van Nieuwpoort 16,00
Het Spook van den Wolvenburg 12,00
Lea van den Molen 15,00
Het Geheim van den Toren 9.00
Klara van den Bareelwachter 13,00
Stadsleven 9,00
Het Geheim van den Rechter 17,50
De Roode Hand 19,00
Laura van den Vuurtoren 16,00
De Dochter van den Veroordeelde 12,00
Verborgen Schat 14,00
Het Kruis aan de beek 15,00
De Jonkvrouw van den Eikenhof 16,00
De Dood in Vlaanderen 11,00
Het gebed eener Moeder 16,00
Het Huwelijk in de Gevangenis 16,00
Martha's Liefde 17,00
Keizer Karei in Vlaanderen 10,00
De Gek van den Molenberg 16,00
De Dochter van den Voerman 14,00
De Dochter van den Smokkelaar 14,00 y
Het Huis op de Heide 17,00
De Opgeeischten 15,00
Het Zwarte Huis 9.00
De Zingende Toren 3,00
Een Schot in den Nacht 14,50
Bloedgeld
Aan onze Lezers willen we deze aan een
gunstprijs leveren.
Alwie een. boek van A. Hans begeert, stor-
te de hierboven aangeduide prijs op onze
postcheckrekening 15.570 en vult op het
stortingsbulletijn in: titel van het begeerde
hoek en volledig juist adres en we zullen hen
dadelijk het boek vrachtvrij toezenden.
We hebben ook de 200 uitgaven van A.
Hans' Kinderbibliotheek aan 60 cent. 't stuk
stichtende en aangename lezing voor kin
ders. Die er eenige begeert, stort bedrag op
one postcheckrekening, en vrachtvrij sturen
wij ze op.
WATOU, maand September 1928.
Geboorten. Delereu Maurice, z. v. Jules
en Helène Vanhee. Lermytte Maria, d. v.
Maurice en Alice Verhaeghe.
Overlijdens. Verbouwe Celina, 77 j.,
wed. v. Louis Vermeulen. Verhulde Edou-
ard, 90 j., ongeh. Derycke Joseph, 60 j.,
wed. v. Romanie Lej^s. Corteel Emerence,"
75 j., wed. v. Honoré Bouttekein.
Huwelijken. Devos Michel te Komen en
Six Marie te Watou. Mahieu Camiel te
Woesten en Dezitter Madeleine te Watou.
Bostyn Emile te Staden en Julia Bousse-
maere te Watou.
CROMBEKE, m. Augustus en Sept. 1928.
Geboorten. Rolfe Gerald, z. v. Howard
en Nerval Edna. Marchand Godelieve, d.
v. Maurits en Delmaere Maria. Vanpe-
perstraete Georgette, d. v. Maurits en Ysaert
Maria. Capoen Georges, z. v. Michaël en
Smagghe Martha. Dumoii Paula, d. v.
Maurits en Devos Maria. Gruwez Valère,
z. v. Jules en Fossaert Angèla. Theeten
Henri, z. v. Cyrille en Fossaert Emma.
Sterfgevallen. Sackeel Timon, 6 m., z. v.
René en Leys Marie. De Keukelaere Jo
sephine, 82 j., ongeh.
Huwelijk. Fieu Firmin met Pinson Ra
chel.
Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 13
ROMAN
door A. HANS.
Waarofö verzocht ge haar op uw
kasteel
Om een teekening te maken van
den Maerburg, bestemd voor mijn
zusters in Engeland. Ge schijnt me
wel voor een gemeenen kerel te hou
den om me andere bedoelingen toe te
schrijven.
Mijnheer van Maere, ik geloof u
ook op uw woord. Maar het was een
zonderling uur van den dag, om na
donker nog naar het huis van Posteels
te komen.
O, ik wil rechtzinnig zijn... Ik
was daar om u te bespieden, bekende
de jonker.
En na te gaan of ik Magda be
zocht.
Uit belangstelling in tl... en ook
belangstelling in Magda.
Welnu, onthoud dan, dat zij
ieders eerbied verdient!
Waarom mag ik u niet kennen!
riep Robert uit.
Ik heb er een reden voor...
We kunnen vrienden zijn
Eerbiedig' mijn besluit... En luis
ter niet naar lieden als de notaris
Ik heb zelfstandigheid genoeg,
om niet door de oogen van den heer
Campens te moeten zien.
Ge liet u dan toch opstoken tegen
Magda Posteels!
-Kende ik haarEn doet zii niet
wat vreemd
Vreemd? Waarom? En zoo ze nu
eens met den Wilden Ruiter verloofd
was? Mag dat niet? Hebt gij haar met
andere mannen gezien, al zullen de
notaris en zijn vrouw en dochter wel
beweren, dat ze met jonkers uit de
stad verkeert, wat laster isHeeft ze
het recht niet, zich te kleeden. zooals
ze wil? Zela Campens benijdt Mag
da... En nu genoeg over haar! Wordt
het u niet te lastig zoo den gewonde
te steunen?
O, neen
We zullen een dokter moeten ha
len. Ik zal er straks om rijden.
Mijn portier kan wel gaan.
Neen, neen... te paard is de bood
schap vlugger verricht God geve, dat
het nog helpt.
Weldra bereikten ze den Maerburg.
Lode Martens, de portier, opende
spoedig' de poort.
We hebben hier een gewonde, zei
van Maere. Help me hem in huis te
brengen. Hij is door de roovers aan
gerand.
Ook de Wilde Ruiter stak een hand
toe. En de ongelukkige werd op een
rustbank in een der benedenkamers
gelegd.
Robert was zoo door nieuwsgierig
heid naar den Wilden Ruiter gedreven,
dat hij dezen eerder beschouwde dan
het slachtoffer der bandieten.
De geheimzinnige man was lang en
slank en van onder den breedgeranden
hoed golfden prachtige, als zijden,
lokken zwierig over de schouders.
Doch een masker verborg het ge
laat. En zoo bleef de Wilde Ruiter
ook in het kaarslicht, dat hem be
scheen, een onbekende.
De gewonde bleek een jonge man,
behoorend tot den boerenstand, een
voudig, doch degelijk gekleed.
Zijn haren kleefden aaneen door
bloed en de ruiter ontdekte een groote
wonde in 't hoofd.
De arme kerel heeft een slag van
een knuppel gekregen, zei hij. Ik rijd
om een dokter. Zulk een hoofdwonde
kan zeer ernstig zijn.
Ik dank u voor uw hulp, sprak
Robert.
Ik deed mijn plicht, juist zooals
gij, jonker... Maar onze taak is niet
geëindigd.
De gekwetste zal hier als een
huisgenoot verzorgd worden.
-Eu ik spoed me om den genees
heer.
Robert stapte mee tot aan de deur.
Zie ik u terug? vroeg hij.
Ik zal den dokter begeleiden.
Ik mag u toch de hand drukken
Gaarne...
En er is geen wrok meer tus
schen ons! Wat ik, zonder veel na te
denken van Magda Posteels gezegd
heb, neem ik terug.
Dat is eerlijk.
Gij verandert uw spraak... Die
basstem is niet natuurlijk, hernam
Robert.
Ze behoort bij mijn masker jon
ker van Maere... De tijd zal komen,
dat ik mijn gelaat vertoonen en mijn
naam noemen mag.
Ik hoop dat het spoedig zal zijn.
Laat mij nu gaan!
De Patient.
van Maere keerde bij den patient
terug.
Ik zal jufvrouw Lamoens roepen,
zei hij tot zijn knecht, die kan den ar
men sukkelaar de eerste zorgen toe
dienen. Maak gij hier intusschen wat
vuur.
Robert begaf zich naar de zitkamer
van zijn medebewoners. En hij vertel
de wat er gebeurd was.
De heer Lamoens en zijn dochter
gingen dadelijk* mee naar den gewon
de.
Toen Jacqueline den patient zag,
uitte ze een kreet. En ze greep haar
vader bij den arm. Deze scheen ook
hevig te schrikken, maar zei dadelijk:
't Is wel erg, dat de roovers tlog
zoo onbeschaamd durven optreden.
Mijn dochter geraakt er van in de war.
O, ik mag hier niet blijven sta
melde Jacqueline. Als ik bloed zie,
word ik zoo kwalijk, 't Spijt me, dat ik
den ongelukkige niet kan verzorgen.
De zenuwen, fluisterde Lamoens
tot Robert. We hebben in onze streek
zooveel wreeds beleefd en die herin-
nering komt nu weer sterk bij mijn
dochter boven.
-Leid de juffer dan heen, ried Ro
bert aan.
Ge begrijpt het
I O. ja... Ik zal de wonde uitwas-
schen. En spoedig zal de dokter hier
zijn.
Ge kunt op mij rekenen om hij
j den patient te waken, verzekerde La
moens.
We zullen dat straks bespreken,
Loden kwam met hout.
Jufvrouw Lamoens is te ontsteld
om den gewonde te helpen, zei Robert.
De man ziet er toch niet zoo lee-
ijk uit.
Sommige menschen kunnen geen
doed zijn.
Dat is waar... Tk heb een nicht
die flauw valt als ze zich in den vinger
snijdt.
Ik zal water en doeken halen.
Weldra brandde in den haard een
vuur. En van Maere wiesch de wonde
uit en legde een eerste verhand Hij
goot den bezwijmde eenige druppels
wijn tusschen de lippen.
Maar de man kwam nog niet tot he
lming.
Robert onderzocht of hij papieren
)ij zich had en vond een paspoort. Dit
vermeldde dat de vreemdeling Johan
Blomme heette, 26 jaar oud was, on
gehuwd en onder Heist aan Zee boer
de.
Het slachtoffer bevond zich dus ver
van huis.
Geld bleek Blomme niet te bezitten.
Hij ziet er toch een welgestelde
man uit en geen landlooper, zei Ro
bert. Dus zal hij beroofd zijn gewor
den.
O. dat is zeker, sprak Loden Mar
tens. Bakelandts mannen zijn stout
moedig geweest van avond
Ze begonnen vroeg.
En weer was de Wilde Ruiter in
de buurt. Dat is toch aardig.
Plij kwam te laat om Tohan
Blomme te beschermen.
Spijtig genoeg... Maar ia, hij
kan niet overal te gelijk zijn, al schijnt
het soms zoo... Och ja, mijnheer, 't is
waar er is een brief voor u gebracht.
Ik zou het met al die drukte nog ver
geten.
Door wien
Door Jan Posteels, den bezem
binder.
En zei hij er niets Di j
Neen... Hij zag er nijdig uit. Ik
zal den brief halen.
Toen Robert den omslag verscheur
de vond hij tusschen het papier een
goudstuk. En de"ergernis kwam boven
toen hij las
Jonker van Maere,
Hierbij is het goudstuk terug, dat
gi j ons gebracht hebt, op verzoek van
den Wilden Ruiter.
Wij nemen niets aan van iemand,
die zoo lichtzinnig onze dochter be
lastert. Jan Posteels
Wat strekenbromde Robert. Ze
zij n beleedjgd.
De brief was netjes geschreven en
bevatte geen fouten.
't Geschrift van de dochter, zei
Robert hij zich zelf. De bezembinder
zal wel geen letter kunnen maken zoo
groot als de kerk. Maar waar heeft
dat meisje die geleerdheid gehaald?
Ze zijn kwaad... De Wilde Ruiter zal
't.sussen... En och, wat maak ik er me
druk om! Ik hen op Jacqueline ver
liefd. En Magda is 't lief van den rui
ter... Plij verdedigt 'haar met zooveel
warmte.
Loden, vroeg Robert aan zijn
knecht, waar is Posteels dochter op
school geweest. ('t Vervolgt),
Mark O. O. C.