y
IIISIEERIBIZEI
De Wilde Ruiler
nhiiidiiino van E. n. come
"MAS-CAR,, BIER
GEDACHTEN
HETMANNEKE
MAAN
Drinkt
zeldzame
is
eene
Vriendschap
bloem.
De genegenheid is de knop; de lief
de is de bloem; de opoffering is de
vrucht.
Eenieder heeft zijn last en zorgen,
Soms openbaar en soms verborgen.
De ware liefde geeft en offert zich op.
Schoone kleeren zijn dikwijls ge
voerd met groote schulden.
Veel menschen zijn lastige werk
lieden. Zij willen hun loon voordat hun
dagtaak af is en de dagtaak is het
leven.
aEBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBI
UIT ÜE
Menschen! menschen! weet ge 't nog
Tien jaar is het nu geleden
Toen ging door het land de roep
Vrede! Heil! 't Is vrede.
Toen dachten wesakkerbietjes, we
hebben den oorlog gewonnen... die
hem verloren heeft moet betalen, we
gaan rijk zijn... rijk!
Helaashelaas
O nieuwe ramp...
Toen onze frank
Kreeg kramp op kramp.
En wat onze frank tegenwoordig
waard is, dat ondervindt ge 't best als
ge er meê naar den winkel gaat Ge
deedt vóór den oorlog meer met een
stuk van tien centiemen dan nu met
een frank. Wat niet belet dat de ga
zetten op uitblazing van de ministeries
schrijven dat het in Belgie nog veel
goedkooper is te leven dan in andere
landen, 't Is mogelijkMaar als wij
met ons franksken naar een ander
land gaan dan zitten we daar zoo kaal
als een luis op 'n kam... maar als ze
van ander landen met hun guldens,
ponden en dollars naar hier komen,
dan zijn ze groote sinjeurs... die
vreemdelingen. Dat is 't verschil van
de differencie. Maar 't ergste van al
is dat het leven nog duurder wordt
met den dag... en dat ze in de ministe
ries, waar ze die berekeningen maken
de waarheid niet durven zeggen, dan
zouden ze niet schrijven: het index
cijfer is 8 of 9. 't Is te zeggen; wat
vóór den oorlog 1 fr. kostte, kost er
nu acht. Dat is gelogen! stijf gelogen,
zoo roept Marenta uit en ze voegt er
bij:
Laat die pennelekkers maar
Eens voor de waarheid staan
Ze zien dan gauw genoeg alsdan
De zaken thans heel anders gaan.
Maar allee't is nog 'n troost dat er
aan die algemeene duurte eksepsies
zijn
Zoo kost «De Poperinghenaar
De hemel daarvoor dank.
Per jaar, voor 't land, den simplen
Van zestien frank. [prijs.
Dat is nauwelijks vijfmaal meer dan
't geen men voor den oorlog voor een
weekblad van 4 bladzijden betaalde.
En hier krijgt ge astemblieft 8 bladzij
den. Geen wonder dan ook dat er alle
weken honderden abonnees bijkomen.
DAAR KOMEN alle dagen nieuwe
ongelukken bij met de otoos of snor-
rewagens. Op den steenweg van Brus
sel naar Antwerpen, waardat er alle
dagen duizenden van die dingen voor
bijvliegen, is er nu weer een moeder
met haar vierjarig kindje dood gere
den. Ze waren op weg familie te be
zoeken en zijn bij de groote familie in
den hemel aangeland. IN EEN BROU
WERIJ van St Jans Molenbeek zijn
de dieven 's nachts ook aangeland.
Daar lag geld...
Die kerels hadden dat geroken
En hebben toen
De brandkast opengebroken.
Ze zijn met een sommeken van drie
honderd duizend ballekens gaan loo-
■H3BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBI
pen. Die zuh j
zegt MarentkW ')]J miJ "iet pakken,
SPROKEN: BYAN PAKKEN GE-
die pakken ook vJliers Zigeupgrs
en laten enkel liggve krijgen kunnen
te heet is. Daar zijr>vat te zwaar of
verschillende van die1 ons l&ndeken
pen op ronde. Alzoo te 7,kenErstr.oe~
burg, kwamen ze in de \en in '-im-
Jozef Castermans. Ze dronk'^Wvan
en maakten er groot verte<?r term
toen 't op betalen aankwamMaar
Toen klonk het besluit:
We geven geen duit
En trekken er uit
Maar Castermans liep hen achterna
en wou de sjandarms gaan verwitti
gen. Doch nu kreeg hij van die vreem
de sinjeurs zoo 'n ferme aftaffeling
dat hij voor dood bleef liggen. De boe
ren van Bilsen hebben toen dat Zigeu
nerskamp willen afbranden, 't Was er
een compleete revolutie, 's Anderen
daags heeft men dat ongewenscht
volksken naar de grens gevoerd...
Cinema en danstentzalen
Doet er veel malheuren halen,
Ouders! Ouders! weet het wel,
Dans en cinema is gevaarlijk spel.
DIE ANTWERPSCHE wisselagent
die er met een mamzei was van door
getrokken en met veel geld van zijn
klanten is nu alles kwijt. Zijn centen
zijn op en de mamzei heeft hem nu
laten zitten. Ja, ja, dat gaat zoo in de
wereld. En om de liefde gebeuren er
vele rare dingen. Maar daar is liefde
en liefde.
Daar is liefde gesteund
Op plezier en op goud...
Dat is de liefde die 't zeker
Niet langen tijd houdt.
En Marenta herhaalt
Keer op keer...
Van zulk een volksken,
Verlos ons Eleer!
TOONTJE POEF behoorde ook tot
een raar volksken. Hij was liever lui
dan moe en liep de huizen af om
'n aalmoes. Nu kwam hij aan 't huis
van Bankier Daaldermans. Toen de
Dl 1 ^\mj?KEN mogen de binders
onthouden, ajs ge >t van voor naar
achter oi va. achter naar voren leest
hebt ge t zèhv. Reinier Kazak deed
Anna Kortrok Wt negen lepe3 pap
nemen. 1 ZOOM VAN Mie Sporis
had nu gedaan in K gemeenteschool
en de moeder die nietUöed wjst wat
aangevangen- met heur >,ngSten, ging
bij meneer pastoor om ravj. Hep ft hij
nogal nen goeden kop? vf<w (l'e pas
ter. Dat zou ik gelooven, zeiAf je. M
schoolmeester heelt, er wel het yj<>n van mijn besluit...
regels* op kapot geslagen. NAAR Vlamen, als ze uw taal niet eeren,
'T SCHIJNT loopen er in ons land nog-
meer dan 2.000 schoolmeesters met
een diploom in huider zak en die geeh
j j m -i plaats kunnen krijgen. Alleejongens,
meid opendeed, zei Toontje: ik zou ,£s ht! HELA!
mijnheer de bankier willen spreken, d ge Vq11 pj
want ik heb hem iets gewichtigs te R Zander...daar staan hier nog
t Vlaamschge zult er ver mee ko-
[men
Maar ik zei: mijn beste heer...
Maak mij als 't u blieft een paksken
Man dit schoone jachtgeweer.
En sinjeur begon te buigen
Nam een koord en "een papier
En hij rolde daarin 't wapen
Met veel zorg en veel plezier.
Toen nam hij een bankbiljetje
Uit mijn zak en zei: patroon
Zeg eens, wat staat er te lezen
Op 't biljet dat ik u toon?
Cihq cents francs, zoo las de kerel
Maar ik keerde 't briefken om,
En aan dezen kant? zoo vroeg ik...
Maar de vent bezag me stom.
Bij ALBERT CALLENS, onderwijzer:
Achtbare Priester de Hemelheer verleene
U hier echt heilrijke jaren Geestelijk bestuur.
Bij CAMILLE COSSEY:
Wat is dat een blijde dag
't Is al poort en groen en vlag
'k Heb groên koffie en suikereie
Ook wel koekjes en gelei
Te Vinckem zijn 't lekkerbekken
Die geerne een goê potje lekken.
Bij THEÖPHIEL GHOOSEN:
Heer Pastoor, wees welkom
Hoort men roepen hier alom
Konden wij U lange jaren
In ons midden hier bewaren
Kat:
In het vlaamsch staat hier te lezen
Let wel op: Vijf honderd frank,
En die taal, dat is de vlaamsche
Sprak ik tot het heerschap vrank
VLAAMSCH, staat op ons bankbiljet-
[ten,
VLAAMSCH, verstaat ge dat meneer,
En ge wilt dat vlaamsch bespotten,
Wel, behoud dan uw geweer.
't Heertje krabde in zijne haren,
Jeld in zak, en trekt er uit.
t Manneken uit de Maan.
zeggen. Toen de bankier voorkwam,
zei Toontje: dag kozijn. Kozijn? zei
de bankier verwonderd. Ja, zei Toon
tje... van Adams kant... en als zoo
doende moogt ge mij wel 'n aalmoes
geven... Dat is zoo, zei de bankier, en
hij gaf Toontje... een halve cent en
sprakals al uw bloedverwanten van
Adams kant u zooveel geven, zijt gij
tien maal miljoenair. En Toontje
mocht het afstappen... Wie het ook
heeft afgestapt naar de eeuwigheid
dat is Kar! Sienier te Dresden Hij i
was de oudste man van Duitschland
en zou op 1 December honderd en ne
gen jaar zijn geworden. Dien verjaar
dag heeft hij echter niet mogen bele
ven, maar me dunkt het zoo al wel is.
TEN PROPOOSTE van verjaardag
komt het volgende verzeken te pas
Tien, zijn onze kindsche jaren
Twintig, denkt men reeds aan naren
Dertig, moet men zijn getrouwd
Veertig, is mén reeds te oud
Vijftig, gaat men reeds aan 't zakken
Zestig, krijgt men ongemakken
Zeventig, kan men nog wel leven
Tachtig, is ons toegegeven
Negentig, neemt ons 't leven af
Honderd, rust men reeds in 't graf
Daar is
men
een Heken en daarin zingt
Wat is het leven
Een stap naar 't graf,
Wat heden bloeit
Valt morgen af.
Clara Huyls van Meerbeek heeft dat
ook ondervonden. Ze was met heur
lief naar 'n kermis gegaan Ze gingen
in een zwierbak of schommel of toutet
zitten. Maar Clara die hoog, heel hoog
wou gaan is er uit gevallen. Dood zoo
subito dood terwijl de orgels en dans
muziek voortlawaaiden. Daar waren
seffens twee doktoors bij... maar hon
derd duizend doktoors kunnen er niets
aan doen als Pietje de dood zijn werk
heeft volbracht. DOKTOOR Pille-
mans had aan Pil, den kleermaker, een
jas terug gezonden omdat hij niet pas
te. Na eenige dagen stierf de burge
meester der gemeente en doktoor Pil-
lemans had daar gemeesterd. Nu op de
begrafenis kwam Pillemans den kleer
maker tegen en de kleermaker zei
wat zijt gij toch een gelukkig mensch,
doktoor. En waarom dat? vroeg Pille
mans. 11ewel... omdat gij nooit ver
knoeid werk thuis krijgt. ALS GIJ
THUIS EEN BRIEFKEN KRIJGT
„waar aldus op staatVaarwelIk trek
de wereld in. Zoek mij niet, want gij
zult mij toch niet vinden, Alice. Als
ge zulk een briefken thuis krijgt en
ouders zijt van een meisken van zes
tien jaren, dan zoudt gij er wel grijs
haren van krijgen, 't Gebeurde te
Brussel. Naar 't schijnt is die Alice
met nen Italjeunder de wijde wereld
ingetrokken. De gazet zegt dat die
Alice alle avonden in de cinema zat en
in de dancings.
Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 16
ROMAN
door A. HANS.
We zullen straks langs daar rij
den, zei echter van Maere. De notaris
familie moet ons dan maar eens samen
zien. Dan weet ze op de duidelijkste
wijze, hoeveel ik om hun onzinnigen
praat geef.
O, ik dank u, voor uw vriend
schap, sprak Jacqueline. Mijn vader,
verdient die minachting niet van mijn
heer Campens.
Dat hij zich boven zulke enggees-
tigheid verheffe
Ik ben dankbaar dat gij ons eer
lijk beoordeelt.
Maar Jacqueline, de dankbaar
heid komt van mijn kant.
Neen, neen, wij genieten uw
gastvrijheid.
En ik uw gezellig huiselijk leven.
We kunnen het goed met elkaar vin
den en ge moet op den Maerburg blij
ven. Wat zou de winter anders vreese-
lijk akelig zijn
- Zult gij het in den winter op den
Maerburg uithouden? vroeg Jacque
line.
Als gij er zijt, krijgt niemand er
me wegantwoordde Robert openhar-
tig.
Hij zag het meisje blozen.
Ik zei u immers dat ik oprecht
zou spreken, hernam hij.
Ge maakt me verlegen.
Kom. kom, we zijn huisgenooten
en vrienden, Jacqueline. En van het
eerste oogenblik af, voelde ik sympa
thie voor ti.i en ook voor uw vader...
En die sympathie is gegroeid.
Gij zijt voor ons ook zoo min
zaam, jonker.
Jonker, ik heet immers Robert.
Neen, ik durf u zoo niet aanspre
ken.
Niet durven
Gij zijt kasteelheer.
En gij immers nu kasteeldame.
Toe, toe, geen redetwist meer over
adel en niet-adel. We zijn gelijken,
Jacqueline.
Ze waren thans aan den zoom van
het woud.
Daar
Jacqueline.
Diep er binnenOverdag houden ze
zich verdoken. De Franschen zullen ze
wel opzoeken.
De bende moet groot zijn
Dat beweert men. Maar een
kompagnie soldaten en een afdeeling
gendarmen kunnen den grooten
kuisch gemakkelijk doen. F.n de men
schen zullen 't aantal bandieten wel
overschatten.
Jacqueline en Robert hoorden stem
men. En van Maere greep naar zijn
pistool.
't Bosch was toch onveilig.
Maar even daarna zag hij dat er
geen gevaar dreigde. Een paartje
kwam uit een dreef.
schuilen de roovers, zei
twaalf pinten van verleden week O,
da's niets, zei Zander... geef die maar
aan de varkens, want die deugen toch
niet meer. Ja... maar, riep de baas...
ze staan nog te betalen. Laat ze dan
maar staan, baas, ze kunnen tegen
't wachten. GEWONE menschen moe
ten ook tegen 't wachten kunnen. Dat
is genoeg gebleken met de uitbetaling
van de oorlogsschade. En Marenta
vraagtzeg eens Manneken uit de
Maan, kent gij het verschil tusschen
net en wet. Neen 'k, Marenta. Hewel,
luistereen net dat is iets waarin de
grooten blijven hangen en waardat de
kleinen doorslibberen. Zie maar hij de
visschen. Een wet dat is precies 't con
trarie daar glibberen de grooten door
en blijven de kleinen in hangen. Maar
daar is een wet die voor iedereen de
zelfde isvoor den koning zoowel als
voor den bedelaar en die wet is
Dat zonder falen
Pietje de dood
Klein en groot
Eens zal halen.
TRIENE DE VROUW van nachter
Dikbuik was heur man uit de staminee
komen halen en pachter Dikbuik
kreeg nu op den hoop toe nog een bed
sermoen. Zoo zegt Triene- eergiste
ren zijt gij gisteren thuis gekomen,
gisteren zijt ge vandaag thuis geko
men en als ik niet was komen halen
dan zoudt ge vandaag eerst morgen
zijn thuis gekomen. WIE VAN EEN
HALVE REIS is thuis gekomen dat
is die marsjang in Brussel die deed of
hij geen vlaamsch verstond. Ik zal u
dat ne keer in korte woorden vertel
len. Alzoo dus
'k Kwam te Brussel in een winkel,
En ik vroeg aan den meneer,
Die daar stond, wil mij eens zeggen
Juist den prijs van dat geweer.
De meneer stak de oogen open,
Omdat ik in 't Vlaamsch dat vroeg,
En ik zag wel dat hij de Vlamen
Juist geen groote vriendschap droeg.
Trois cents francs, zoo spreekt het
[heerschap,
Maar ik zei'k versta geen fransch,
En ik dacht: om u te foppen
Manneken, wat schoone kans.
'k Vroeg 't geweer eens te bekijken
En toen ik daarmee bezig was...
Bracht ik met een enkel woordje
't Vlaamsche recht in 't gesprek te pas.
't Vlomsche recht, zei het meneerken,
Altijd koekoek eerten zang,
Niets dan werk van ruziemakers
En voor 't land den ondergang.
't Vlomsch, zoo ging hij voort met za-
Kan wel dienen voor nen boer. [gen,
Maar in Brussel... hier in Brussel,
C'est franqais, partout... toujours!
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBEBBBBBI
En van Maere had een nieuwe ont
goocheling. Daar wandelde Magda
Posteels met Raoul van Heilbeke den
vriend uit zijn jeugd, maar „nu den
vagebond, den verioopen kerel En
Robert dacht aan het toonee! op de
hoeve te Boesinge, waar de afgezakte
edelmanszoon met de ruwe deerne
minnekoosde.
Hij kende dus ook Magda, de preut-
sche Magda, die zoo gauw beleedigd
was en zich als een groote dame hield.
't Was dan wel waar dat ze jonkers
ontmoette.
Moest de Wilde Ruiter haar met
zooveel warmte verdedigen
Magda zag van Maere en als be
schaamd wendde ze den blik af Raoul
tikte onderdanig aan zijn muts
Robert groette, maar wendde da
delijk 't gelaat af. En hij reed naast
Jacqueline verder.
Doch 't was of hij pijn voelde aan
't hart omdat Magda Posteels een
lichtzinnige deerne bleek te zijn.
Wat bekommer ik er mij om
dacht hij. Wat geef ik om een sloor
van een bezembindersdochterIk was
eigenlijk bezig met Jacqueline mijn
liefde te verklaren en ik moet me al
leen met haar bemoeien.
Dat was het meisje van den be
zembinder, zei Jacqueline
Ja, Ze is niet in fatsoenlijk gezel
schap, afschoon die jonge man tot den
adel behoort.
Tot den adel!
Ja, ja!
En van Maere vertelde wie Raoul
was.
PASTOOR TE VINCHEM.
OPSCHRIFTEN-
Bij CAMIEL DEWITTE:
Heer Pastoor duizend maal proficiat
Met hert en ziele wenschen wij U dat
Blijf hier in ons midden wel menig jaar
En dat God U van weê en druk bewaar.
Bij GERMAIN CEULENAERE:
Als dienaar Gods,
Als volksvriend
Wenschen allen U hier lang.
Bij EMIEL CLEENEWRCK:
We vieren uw blijde intree
Met de mildheid van ons hart
In de verte dagen vreugde en smart
En 't leven met onrust en vreê.
Bij EUGENIE VANTHURNHOUDT
Gij spijst onze ziele met geestelijk brood
Ik zorge voor 't lichaam met koeke en brood
Leve Pastoor Coghe ons geestelijk hoofd
Proficiat en welkom op het gouden hoofd.
Bij REMI BAILUEUL:
Het blij welkom
Weerklinkt alom
Den nieuwen herder tegen
Wij wenschen hem met blijde stem
Lang leven, heil en zegen.
Bij LEON ALDERWEIRELD
Eenieder die zijn plicht voldoet
Brengt den herder zijnen groet.
Bij JOSEPH MERTENS:
De huizen zijn versierd
De vanen wapperen in de winden
Het Vinchem juicht en viert
Tijd, aankomst van den welbeminden
Vandaag laat ik geen machien ronken
't Is immers een dag van te pronken
Tusschen loover en groen
Om den Pastoor hulde te doen.
Bij ALFONS RYCKEBOER
Gansch Vinchem wenscht zijn herder ge
luk.
Op den auto van GEORG. DEGRAER
Zeg ons wat Uw meester zei
Laat de kinderen bij mij.
In het talrijk kroost
's Toekomst dagrood bloost.
Groote kudde, herders vreugd.
Veel kinderen, veel moed.
Wie God volle wiegen gaf
Maakt een wiege van zijn graf.
Een kinderlooze woning is een tuin zonder
bloemen.
Zou men honger lijden voor een mondj
meer.
Bij LUCIEN
De lustige bolder
Wenscht U, Heer Pastoor, proficiat
Om U feestelijk te vieren
Hebben wij ons lokaal willen versieren.
Bij RENILDE DEDULLEN:
Ik en den hakker van hiervoren
Doen ook naar behooren
Wij wenschen den Pastoor veel geluk
Vrij van smert, kommer en druk.
Bij EMIEL CLAERHOUDT:
Wij zijn in vreugd, wij zijn in feest
Daar wij de inhaling nu vieren
Van hem die ons met hert en geest
Als herder zal bestieren.
Bij MICHEL CAPPELAERE:
Mot Liotuu-u eji grouii en ballieren
Had ik willen den tram versieren
Maar het ware nutteloos zulk werk
Het is veel te ver van dorp en kerk.
Doch op uw feest wil ik toch iets doen
Daarom deze poort versierd met groen
Proficiat roepen wij U blijde
En leef nog lang aan onze zijde.
Bij LEON DE WILDE
De Allerhoogste schenke den Achtbaren,
Eerwaarden Zielenherder hier zegenrijke
levensjaren.
Aan de poort bij de kerk
Achtbare herder Coghe, leef gelukkig in
uw Vinchem.
Blijft
meer.
ons hier bestieren vijftig jaar en
Bij GEORGES DEGRAER.
Bloesens op bloeiende boomen
Golven in vloeiende stroomen
Fonklend in talloos getal
Hoe schoon is dat al
Huizen vol kindergezichtjes
Oogjes als flikkerende lichtjes
's Levens sterren en glans
Wat kroon en wat krans.
Bij EUGENIE SWERTVAEGHER
Eerweerde Heer Pastoor wees welgeko
men, Gij die komt in naam des Heeren.
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBfli
RQLLY
van d'herberg De
Bij GEDEON LIPS
In vrede, rust ën vreugde
Doorbfeng alhier uw dagen
't Is hetgeen wij aan God
Üit ganscher herten vragen.
Bij JU LI EN BRUYNOOGHE
Heel het dorpje staat gepint
Iedereen is welgezind
Mond en herte roepen blij
Dat Heer Pastoor welkom zij.
Bij GERARD CLEENEWERCK:
Bij Cleeriewerck-Lepez
Viert men dapper meê
En zorgt men daarbij verder
Voor 't mondje van den herder.
Bij JULIEN CLARYS:
De klokken ronden
De zegebogen pronken
Iedereen om ter meest
Doet zijn beste voor het feest
Clarys en vrouw doen ook meê
Wan Vinchem is nu in vreê.
O
Bij CAMILLE GODDERIS
Wenscht den Pastoor hier
Veel voorspoed in. zijn bestier
Moge God U lange jaren
In ons midden bewaren.
Bij EMIEL HINDERYCKX
Heel ons dorpje is in feest
Iedereen verheugd van geest
Wenscht U, Herder uit ter herte
Heil en vrede, nimmer smerte.
Bij EMIEL OMMEY:
Op 17 Septem. '17 waren wij gebombardeerd
Vandaag is de nieuwe paster geinstelleerd
Mijn vader die is acht en zeventig jaren
Wenscht dat de pastoor wel zou varen
'k Heb noch lintje of strekje om te pareeren
'k zou wel mogen mijn veste keeren.
Bij HENRI SAMPERS:
Saam gaan wij hand in hand
Door eensgezinde streven
Gij brengt de zon in 't ziel
En ik in 't burgerleven
En heerlijk op ons bei
Zal zij haar weerschijn geven.
Bij CHARLES CRAEYE
Op dezen blijden dag
Zegt klok, kanon en vlag
Dat Vinchem vol van moed
Zijn nieuwen herder groet.
Bij HENRI MOUTTERS:
Eerwaarde Zielenherder der Parochie U
alle heil wordt toegewenscht.
Bij REMI HINDERYCKX
Niet lang geleden is 't dat wij versierden
En den vorigen pastoors jubileum vierden
't Is wel een bewijs dat wij hem beminden
Dit zult gij wel later ondervinden
En daarom wenschen wij U 't zelfde lot te
[ondergaan
Dat U op heden welkom weze gewenscht
[door ieder parochiaan
Bij LEON LUYPAERT
Mochtet gij in blijde dagen
Hier den staf van herder dragen
Heer Pastoor welkom alhier.
Bij EMIEL HOUCK:
Gij zult U, Pastoor^veel beloven
Van 't brood da? komt uit mijnen oven
't Is wel gekend en gansch en g'heel
Uit eerste klasse tarwemeel.
Bij Wed. CYRIEL BREYNE:
Mochtet gij voor blijde dagen
Hier dén staf des Herders dragen
Vol vrede en vrij van druk
Tot uw heil en ons geluk.
Bij HENRI FEYS
Heer Pastoor welkom en gegroet
Doet uwe missen kort en goed
In den biechtstoel niet te hard
En op den predikstoel maar een kwart
Want de menschen zijn hier fraai
Uitgenomen hier en daar een gaai.
Bij Wed. BREYNE-LOOTVOET
Uit ter herte wenschen wij
Heil en welkom, gul en blij
Wijze werking en bestier
U, ons nieuwe Herder hier
Bij CAMIEL VERDYCKE
Wees welkom Heer Pastoor.
Bij PROSPER LUST:
Mijnheer Pastor, gij moogt het wel gelooven
Van 't brood dat komt uit mijnen oven
't Is wel gekneed en gansch geheel
Uit eerste klasse tarwemeel
En 't is niet meer gelijk te voren
Uit kaf en opgeschoten koren. i
Bij DÉSIRÉ DEWAELE:
Heer Pastoor, wees welkom j
Hoort men roepen hier alom j
Konden wij U lange jaren j
In ons midden hier bewaren.
Bij AUGUSTE MOENECLAEY:
Achtbare Herder U hier hartelijk welkom
geheeten.
Voor de kerk j
Zijn lieve parochianen
Zal hij krachtig hier vermanen j
En hun wijzen waar gewis j
't Waar geluk te vinden is.
Aan het Okzaal
De hemel zingt Gods lof met jubelende gal-
[men
De heilige kerk groet hem met orgeltoon en
[psalmen.
Aan den predikstoel!
Als leeraar spreekt gij hier de waarheid van
[Gods woord
Dat licht en leven schenkt aan ieder die het
[hoort.
Aan het Altaar
t Onbloedig offer door uw hand opgedregen
Brengt over 't biddend volk de volheid van
[Gods zegen.
Aan den Biechtstoel
De priester in Gods naam verbreekt het juk
[der zonden
Bij hem wordt heil en troost voor alle smert
[gevonden.
Aan de Vonte
In 't heilig Doopsel wordt de christen mensch
[geboren
En vindt de gratie weer door Adams schuld
[verloren.
j
Aan de Pastorij
Hij wilde de herinnering aan Magda
verdrijven en toch leek het of er een
schaduw op zijn blijmoedigheid was
gevallen. Hij ergerde zich aan die ge
voelens. Welk belang moest hij stellen
in een lichtzinnige zwerfster, die ze
ker overal kennissen had, waar ze be
zems verkocht.
Hoe kan iemand van goede fami
lie toch aldus vervallen! zeijacqueline.
De revolutietijd... Er is zooveel
gebeurd. Ge ziet daaraan, hoe weinig
eigenlijk adel beteekent. En Jacque
line, zie nu waarlijk geen afstand tus
schen ons. We moeten vriendschap
pelijk met elkaar omgaan. Ge zijt in
mijn leven gekomen en het geeft me
een genoeglijk gevoel. En ik noodig
uw vader en u uit heel den winter op
den Maerburg te blijven.
Vader zal die uitnoodiging gaar
ne aannemen.
En gij
Ik ook
-Heel, heel gaarne?
Ja, jonker.
Mijn naam is Robert, Toe naam
mij zoo... Wilt ge?
Ze knikte blozend. En 't was of de
twee jonge lieden een verband sloten.
Robert van Maere was allerhoffe-r
lijkst.
Ze maakten een langen rit. En ze
keerden door 't dorp voorbij het no
tarishuis.
Robert bemerkte mevrouw Cam
pens voor het raam. Hij groette doch
hield niet stil.
Nu weten ze daar binnen wat ik
om hun oordeel geef, sprak hij
O, voor mij is het nu of ge mijn
goeden vader wreekt, fluisterde Jac
queline.
Ik hoop, dat de familie Campens
zich nog meer zal ergeren
Hoe dan
Ja, hoe dan
Robert keek Jacqueline geheimzin-
In de toekomst, hernam hii. Als
ik u nu nooit meer eens van den Maer
burg wil laten vertrekken, Jacqueline
O,jonker
Mijn naam is Robert... We moe
ten nog meer eigen aan elkaar wor
den. Ais gij in mij niet meer den kas
teelheer ziet, zal ik u een gewichtige
vraag stellen. Nu zoudt gij me te on
beraden vinden.
Als zeer verlegen begon Jacqueline
over de ellendige huizen van de dorps
kom.
Ja, veel menschen wonen in stul
pen, merkte Robert op. De notaris
vindt dat het zoo hoort. De armen
hadden heelemaal ongelijk toen ze
meer rechten eischten. Er is veel te
veranderen.
En van Maere liet hooren dat de
nieuwe tijdsbegrippen hem niet on
verschillig lieten.
Ze kwamen op den Maerburg terug
Loden nam de paarden over.
Jacqueline en Robert gingen naar
huis.
Dat moeten we meer doen, zei
Robert. Zult ge dikwijls met mij uit
rijden
Als ik u niet hinder.
Maar spreekt toch zoo niet..
Moge uw herderlijk bestuur
Wezen hier van langen duur
Moge u troost en zielevrede
Ter belooning van uw vlijt
Vergezellen t' allen tijd
't Is ons wensch en liefdebede
Wees Heer Pastoor wellekom
Roept elk parochiaan alom.
1
Gesticht van de Dames der H. Fami
lie, Thielt. Met de Goedkeuring van
Zijne Doorl. Hoogw. Mgr Waffelaert,
Bisschop van Brugge, wordt binnen
enkele weken, een Hooger Normaal
school Voor Landbouwhuishoudkunde
geopend, in het gesticht van de Dames
der H. Familie te Thielt.
Deze nieuwe stichting, de allereer
ste van dien aard in West-Vlaanderen,
is van het hoogste belang. Wie zijn
eigen hoeve naar de moderne metho
den wil behooren, wie bij zijn school
een landbouw- of huishoudkundige af
deeling wil voegen, met degelijke toe
lagen van den Staat, ga er heen om er
een volledige vorming te ontvangen*
Geen diploma van onderwijzeres is
noodig om aanvaard te worden. Stu
diebeurzen worden verleend. Prospec
tus aanvragen bij de Overste.
4-5-6-8-10-12-15-20 cm. opening.
Groote voorraad Draineerbuizen
van eerste hoedanigheidrecht, rond,
zeer glad, recht afgesneden.
Zeer voordeelige prijzen.
Maurit. COGHE - HOSTENSj
Veurnesteenweg, POPERINGHE
Tel. 12-
Nog een oogenblik, Jacqueline, voor
ons beiden... Ik ben misschien te
haastig... ik kan het niet helpen... het
moet me toch van 't hart... ik heb u
heb tl lief. Mag ik het zeggen.
O, Robert, stamelde ze.
Ha, nu kent ge mijn naam
Ik moet voor 't middagmaal zor
gen.
Ja, ja, dat is prozaisch. Mocht ik
het zeggen, dat ik tl bemin
Ze knikte en spoedde zich toen naar
binnen.
't Is uit mompelde van Maere.
Waarom zou ik wachten! Ik heb haar
innig lief.
't Beeld van Magda verrees voor
zijn blik.
Wat denk ik altijd aan die^det?
bromde Robert. Wat heb il: met haar
te maken
Toch was het een ontgoocheling,
dat hij haar bij den verioopen jonker
had .gezien
En er was iets onverklaarbaar in
haar houding.
Als Magda Posteels verdorven was,
waarom gedroeg ze zich dan zoo
hooghartig jegens hem en zond ze het
goudstuk terug?
-Tut, tut... ik heb Jacqueline mijn
liefde verklaard en Posteels' dochter
doet wat ze wilt, mompelde Robert.
('t Vervolgt.)
SBHBftBBiBSHBKaflBBBBSBBflflBBflBflBl