De Wilde Huiler
LANDBOUWBELANGEN
JVIinistenie van Liandboauu
gkdaghteto
het manneke
UIT DE MAAN
roman
door A. HANS.
I Een groene Kerstmis, een witte
T'ascben.
Hoe meer sneeuw, hoe vrucht
baarder jaar.
\"an Allerheiligen tot Advent,
nooit te veel regen of wind.
Dondert het door de naakte boo
nier. waarschijnlijk geen fruit.
Veel noten, harde winter.
het
- Vorst op Sinte Kat'rien dan vriest
zes weken lang.
-Eoopende winden, staande wëe-
ren.
- Vorst vóór Kerstdag, brengt
geen afslag.
Om te oogsten moet men mesten.
-De aarde geeft terug wat men
kaar toevertrouwt.
Kleine mesthoop, kleine graan
zolder.
Spitten en delven betaalt zijn zei
ven.
De dagen lengen reeds
Al gaat het ook niet rap,
De dagen lengen nu
Met een en hanen stap.
Laat ze maar lengen, zegt Marenta,
wier hoedje vandaag op halverzeven
staat. Ge moet weten ons Marenta als
een treffelijke huismoeder is naar de
markt geweest; maar menschende
prijzen die ze daar durfden vragen.,
voor een handvolleken peterselie...
raadt ne keer? Vijf frank. Is 't niet
om omver te vallen... En de spruiten'?
Tien frank het kilo. Is dat niet dief
achtig gestolen... En op de vischniarkt
dan? If en kilo kabeljauw?... Zestien
frank, 'k Meende dat ik een slag in
mijn gezicht kreeg, zegt Marenta...
En zoo is 't alle dagen.
Opslag al wat ge hoort...
En leven wij al suk'lend
En klagend zoetjes voort.
Wat niet belet dat er in de ministe
ries uitgerekend wordt dat de prijzen
slechts 8 keer zijn vermeerderd sedert
1914. Waarom hebben ze ginder zoo
'n schrik van de waarheid te zeggen
SLAMPAMPER w ist het aan meneer
den zjuze ook te zeggen. Slampamper
had een portetuenee gevonden met
honderd frank in en die portemenee
niet seffens teruggebracht. Waarom
hebt ge die portemenee niet 's avonds
teruggegeven vroeg de zjuze. Omdat
het te laat was, zei Slampamper. Efi
waarom hebt ge hem 's anderendaags
niet teruggebracht Omdat er toen
niets meer instak.
Hier is het gedichteken van ons Jan-
neken. Dees maal gaat het over de
m ode.
DE MODE.
Als ge tegenwoordig ziet,
Wat het vrouwvolk doet
Met bloes en rok
En kous en hoed
Om 't mansvolk te desseeren
Naar hun wetisch
Dan moet ge zeggen
't Zijn echte duivelinnen
Gelijk ge er veel ziet loopcti
Met hun bloes zonder mouwen
En ver heel ver open.
Hun armen en hun schouders
Die maken ze bloot
Zoo geven ze schandaal
Aan klein en groot.
En hun rokskens dan
Zoo dun als papier
En ze laten met
Een duivelachtig plezier
Hun beenen zien, 't is schand
Met de mode en de
Meidekens in ons land.
En snullen zijn 't
Die om wat schoone kleeren
Een modepop
Tot vrouw hegeeren.
Ze hebben dan nog verf
Op lippen en kaken
UHIB1HB0HBIII1IIIIHHIIHI
Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 26
Weet ik het Stuur ze weg Ze
ziet er een onoprecht schepsel uit
Ik zal ze eens nagaan... Ze dade
lijk ontslaan, ware onvriendelijk je
gens de familie Campens. die mij de
dienstbode bezorgd heeft.
Wat geeft ge om die kwaad-
Sprekers! hernam Jacqueline wat drif
tig.
Ze was zoo bescheiden en bedeesd
niet meer als voorheen.
Ik moet de vormen toch w?f 111
acht nemen, beweerde van Maere En
wat zou 'n meisje nu te bespieden heb
ben
Wie weet wat ze zal vertellen.
0, ik dacht dat ik het 11 maar een keer
zou moeten vragen.
Jacqueline Eamoens pruilde wat. Dit
maakte een verkeerden indruk op van
Maere.
En eenigszins gebiedend sprak hij
Laat mij handelen Ik zal een oog
in 't zeil houden. En natuurlijk zou ik
geen brutaliteit van de dienstbode dul
den.
van Maere kuste Jacqueline weer.
En haar schoonheid trof hem. Toch
rees weer het beeld van Magda voor
hem, F,n zijn gelaat verduisterde.
Om daarmee.
Schoone kleurtjes te maken.
Ook vet om hun
Nagels te doen blinken
Van alles doen ze
Die lokkende vinken
Om 't mansvolk te vangen
Maar 'k zeg rechtuit
Hoe kan in 's hemelsnaam
Zoo 'n ijdeltuit
Een goei huisvrouw zijn?
Jongens: ik zeg het fijn
Met zoo '11 modepop
Zijt gij er niet op!
Dat is nog zoo dom niet geredeneerd
van. ons Janneten die heel verstandig
zijn liedje zingt. A propos van zingen!
De kozijn van Marenta die bij den
troep is. heeft strafkot. gehad omdat
hij den Ylaamsche Leeuw heeft ge
zongen De krijgsauditeur heeft ge
zegd bij den troep mogen alle liederen
gezongen worden die niet kwetsend
of zedeloos zijn eti die geen aanleiding
geven tot opstand. Maar de Vlaamsche.
Leeuw is een opruiend lied Dus
Wie dat de Ylomsche Leeu.w durft
Die zal den bak in springen. zingen
Maar 't korjeuste is wel dit. Voor
den oorlog mochten de soldaten de
Marseillaise niet zingen en als de Mar
seillaise nu gespeeld wordt dan is
't van flink in positie te staan en te
saluweeren. Ja, ja, de tijden verande
ren, zei de boer en hij verkocht rotte
eieren voor versche.
En hier is nu een iïieuwsken
Dat ik 11 ga vertellen
En 11 wellicht tot 't diepste van
Uw harte zal ontstellen.
Marenta zegtManneken, dat zi jn
rijmen van vijf ellen voor nen frank.
Ik antwoord haar: kunt ge 't beter,
doe 't dan zelf. Hewel, dat nieuwskeu!
In Duitschland heeft een professor
een doodende straal uitgevonden
't is te zeggen een licht en al wat
onder de stralen van dat licht komt
pioet op korten tijd dood. Ze hebben
het toestel geprobeerd op
ratten en muizen
honden en luizen
koeien en apen
peerden en schapen
en 11a enkele oogenblikken was 't er
meê afgeloopen. Als 't nu weer ne keer
oorlog is. zullen er vliegtnasjienéfi
door de lucht zweven met die doode-1
lijke stralen in een kasken en wee
dan de ongelukkige stervelingen hier
beneden.
't Béste wat we kunnen doen
Is dan ter stond
Gaan leven als de mollen in
Den grond.
KOXSKEX was mama mee gegaan
naar 'n diner en mania had aan Fons
ken geleerd zeer beleefd te zijn. Alles
ging goed maar bij 't dessert kreeg
Konsken. een taartje op zijn teiloor
\Yat zegt ge nu vroeg mama. Dat
t stuksken te klein is, zei Fonsken
KLEINE OORZAKEN, GRÖOTI
GEVOLGEN. Desiré Laks kwam van
Gent met de oto van zijn toenonkel
Onderweg moest hij nafte ingiet
niet in zijn menonkel, maar in de oto
Maar hij had een sigaret in den mond
Daar viel wat vuur in de kruik met
nafte. De Kruik ontplofte, de oto ont-
dufte en Desiré wérd leelijk aan
t aangezicht verbrand. Ja. ja, een on
41 luk ligt op een klein plaatsken, zegt
Marenta en oppassen is de boodschap
En ze gaat voort: ik durf echter ge
rust een sigapet in een vat buskruit
leggen... beweert Marenta. Allee! zeg
ik... vertel nu geen zottepraat. Wed
den? herhaalt Magenta... en lachend
voegt ze er bijwel te verstaan een
sigaret zonder vuur. T VUUR heeft
gewoed in de school te Zout-Ueeüw.
Gelukkig geen kinderen verbrand. Dan
is 't nog zoo erg niet. WAT erger is
dat is dat er reeds zooveel menschen
zich van kant hebben gemaakt die in
Frankrijk, met die affaire van Ua
Gazette du Franchun fortuintje
hebben verloren. En ge zult het zien
de groote plichtigen, die miljoenen
en miljoenen hebben afgetruggeld
gaan er goedkoop van afkomen. In
1892 met het Ranamakanaal is 't ook
zoo geweest. Vijf jaar bak en driedui
zend frank boete. Maar intusschen
waren de gewonnen miljoentjes fijn
weggestopt. EN KEOTZ, die minister
die ze ginder voorloopig in den bak
hebben gestopt, zullen ze zot verkla
ren. Die schobbejak heeft vaEche
handteekens gezet... op alle manieren
de menschen bedrogen en nu 't Heken!
uit is zullen ze hem zot verklaren. Dan
gaat die sinjeur voor een maand of!
twee naar een zothuis... en komt er j
genezen uit... Intusschen spreekt nie
mand meer over die zaak en afge
loopen. Ge kent de historie hé! van
dien pijpenmarjang die ook bestolen
was door een bankier. Die pijpenmar
jang ging met een wagen vol steenen
pijpen voor het huis van dien bankier
staan en begon te roepen: kleine -te-1
len en groote stelen maar groote
stelen het meest. De bankier liet de
politie komen. Maar toen toonde de
pijpenmarsjang zijn pijpen en zei: iki
heb pijpen met kleine stelen, maar.
ken. Enkele dagen later haalde men
uit de Schelde een lijk op. Dat li jk stak
in de kleeren van Leopold. Het ge
zicht was verminkt door de schroef
van een boot. Kort en goed. Leopold
werd begraven en zijn Pharailde
trouwde met een ander, ja maar, nu
is die Leopold teruggekomen en
nog wel uit Amerika en hij heeft flip
pen meê veel flippen. Dollars astem-
blief. En vertelt dat hij nooit verdron
ken is. Dat hij een lijk aan de Schelde-
boorden heeft gevonden. Dat hij dat
lijk de kleeren heeft uitgetrokken en
in zijn kleeren gestoken en daarna te
rug in 't water heeft geworpen. Een
heele roman zooals ge ziet. Maar zit
meer pijpen met groote stelen... ik heb- die J'harailde nu met twee mannen?
wel het recht mijn waren aan te prij
zen maar wil die bankier het anders
verstaan, dat moet hi j weten. Fijn uit
gedacht zegt Marenta. WAT OOK
FIJN uitgedacht is. dat is die remedie
die dokter Dunkin in Engeland heeft
uitgevonden om de kwaadste honden
tam te maken. En bijgevolg ook de
kwade wilde beesten: zooals leeuwen
tijgers, lieren, wolven enzEn ik
roep uit
In dat serum
Heb ik groot vertrouwen
't Kan dienen ook
Tot temming van de kwade vrouwen.
Zeg ne keer, Manneken, roept Ma
renta uit.., bedoelt ge mij daar méé.
Aangezien de ander helft van mijn j
bedde juist de bezem in de handen
heeft zingt het Manneken
Marenfa lief, bij wie
Ik eet en drink en slaap
Gij zijt zoo zoet en zacht
Gelijk een schaap.
Marenta is tevreê en ik ook... EN
GE KUNT ER VAN zeggen wat gel
wilt, alderliefste Lezeres en bestel
Lezer: maar contentement is toch
maar alles.
Daar zijn menschen met schatten
't Fijnste eten wordt hun bereid
Ze wonen in kasteden maar missen
De tevredenheid.
Jacqueline merkte het.
Zijt ge nu boos op mij? vroeg ze.
-I3oos op uWat haalt ge nu in
uw hoofd?
Ge kijkt zoo zwart...
Dat verbeeldt ge u! Ik ben wat
moe en ook hongerig. Laat ons naar
beneden gaan.
Jacqueline scheen eerst beleedigd.
Ze wendde zich om. Maar ze keerde
zich weer tot Robert en plots sloeg ze
hem haar armen 0111 den hals.
O. ik heb u zoo lief, zei ze harts
tochtelijk. Wees nooit kwaad op me...
Ik word door die familie Campens be
lasterd...
Precies of ik iets geef om de
woorden van de familie CampensGe
doet zoo raar,...
Neen, maar gij doet raar!
Verbeelding... Ge hebt u wat ze
nuwachtig gemaakt. Ik zal op Ida let
ten en als ze -niet bescheiden en be
leefd is, stuur ik ze natuurlijk weg...
Ze mag u niet hinderen... Maar be
denk dat ze weinig opvoeding heeft
;ehad en grof van manieren is. Maar
waar zult ge een betere dienstbode
vinden
O, ik kan het werk immers zelf
doen.
Dat wil ik niet. De vrouwe van
den Maerburg moet geen grof werk
verrichten.
Dan zijn we geheel onder ons.
Dit kan niet op een kasteel en ik
moet het personeel uitbreiden. Laat
ons nu naar beneden gaan
Aan zijn arm leidde hij Jacqueline
mee. maar toch verstoord over haar
Daar zijn menschen, ze slaven
Dag in, dag uit... gedurig aan, altijd.
Hun leven is vol zorgen, toch hebben
De tevredenheid: [zij
Eii tot tevredenheid van mijn alder
liefste Lezeressen en beste Lezers
gaan we hier ne keer eens een prijs
kamp inrichten van gedichtjes. Ik
schrijf enkele regels die gij moet aan
vullen. De antwoorden stuurt ge naar
den drukker die ze dan wel naar
't Mannenken uit de Maan zal zenden.
De prijzen worden verloot onder de
inzenders. Daar zullen drie prijzen
zijn: boeken. Waar de puntjes staan
moet gij woorden zetten. Opgelet.
1.
Het beste blad
Voor een handelaar
Dat is
Mijn weekblad wil ik steunen.
Dus Manneken uit de Maan...
Breng ik.
3.
Een abonnement kost niet te veel
Dus vrienden vraag ik even
W ie kan
4.
Afwisseling behaagt
Dus 't mag hier wel gezeid
De rijmkroniek
■Daarmee is 't voor vandaag genoeg.
De vierde regel moet telkens met den
tweeden regel rijmen. Naaste keer zal
't een beetje moeilijker zijn. Iedereen
mag meê doen en 't kost geen cent.
Zeg 1111 nog dat 't Manneken uit de
Maan geen goeie kerel is. 'T ZIJ
OOK GOEI GEESTEN die keeren.
zegt het spreekwoord. Zekere Leopold
Torfs van Antwerpen was kort voor
den oorlog met Pharailde Dewege ge
trouwd. Ylaar de speelman zat er nietl
lang op 't dak en lijk 't meer gebeurt
In plaats van minnekozen
De vuisten sloegen fel
En 't leven in hun woning
Dat was oprecht een hel.
Op een goeien morgen, 11a zoo '11 ru
zie riep Leopold uit: ik ga mij verdrin-
zult ge vragen. Toch niet, want Pha
railde is weduwe geworden verleden
jaar maar ze heeft van haren twee
den man drie kinderen. Daarvoor zal
ik zorgen heeft Leopold gezegd, want
al de miserie die er geweest is, dat is
mijn schuld geweest. Ik dronk veel in
dien tijd. In Amerika heb ik het drin
ken afgeleerd. Dat is allemaal goed en
wel, maar voor de wet is Leopold dood
en begraven. Nu zullen ze hem weer
levend maken en alles zal nog in
't zoete vergaan, 't Is daarom dat het
spreekwoord herhaald: 't zijn goei
geesten die keeren. En Marenta zingt:
Alzoo klinkt het lied
Oude liefde en roest nooit niet.
WAT OOK nog zoo rap niet zal
roesten, dat is de haat tegen onze
vlaamsche taal. De vijanden van ons
vlaamsch nemen natuurlijk alle mid
delen te baat, om onze moedertaal te
bestrijden.
Wie zijn tale vrank durft spreken
En te schrijven hier in 't land.
Noemt men, zelfs in vlaamsche stre-
Activist en flamingant. ken
'k Heb hier een artikeltje voor mij
iggen en daarin zie ik dat het vroeger,
lange jaren geleden ook al aardig toe
ging maar dat er toen toch ook reeds
vlamingen waren, die zich niet op de
teenen lieten trappen.. Toen Polle II,
de zeune van onzen eersten Polle,
werd geboren, dat gebeurde op
9 April 1835 werd er te Brussel fel
efeest maar Gent bleef ook niet
achter, 's Avonds was de stad verlicht
maar een inwoner van den Bra
banddam had slechts een vetpotteken
boven zijn deur doen branden. Ge
moet weten dat er in dien tijd geen gas
of ellectriek was,, zelfs geen petrol.
Dus een vetpotteken en daaronder
stond te lezen
'k Vier hier op mijn poortje
Met een potje van een oordje
Maar 'k zal er duizend ontsteken
Als uw kindeken vlaamsch zal spreken
't Vólk had daar leute in, zooals ge
kunt peinzen. Toen dat kindje 12 jaar
oud was werd Conscience aangesteld
om aan den jongen Polle vlaamsch
te leeren. Maar of de kenning Leopold
11 het ver in die tale heeft gebracht...
dat is andere thee. Ja, ja, zegt Maren
ta. de talen dat is me een spel tegen
woordig... maar weet ge met welke
talen de menschen 't meeste moeite
hebben? Neen, Marenta! Met betalen,
zegt ze. En Marenta heeft gelijk.
Daarmee doen we de boeken toe.
Het Manneken uit de Maan.
In vervolg ons artikel van verleden
week nopens de beteugeling der ver
valsching van Veevoeders en Mest-
stoffen geven we hieronder het Wets
ontwerp om de vervalsching voortaan
te voorkomen, neergelegd door Heer
Minister Baels en het Koninklijk Be
sluit van 22 December 1928, met de
lijst van de benaming en de te waar-
borgen gehalten der meststoffen en
der zelfstandigheden bestemd voor de
voeding van het vee.
ONTWERP VAN WET
betreffende de regeling van den handel
in zaden, pootaardappelen, meststoffen
en veevoeder.
burige landen streng gereglementeerd.
Indien wij geen beschermingsmaatre
gelen nemen, zullen wij uit den vreem
de zaden blijven ontvangen die van
mindere hoedanigheid zijn en geen af
zet vinden in de landen met strenge
regiementeerifig en wij zullen aldus de
opbrengst onzer oogsten en de waarde
onzer landbouwprodukten in gevaar
brengen.
Derhalve dient op dit gebied de
Wetgeving op te treden.
Tegenwoordig worden de overtre
ding en het bedrog slechts ontdekt
ingevolge ontledingen, op verzoek van
de koopers gedaan, en de kooplieden
kennen spoedig de klanten die de leve
ringen doen ontleden.
De nieuwe bepalingen strekken er
toe het Departement van Landbouw,
zonder niéuwe kosten, een werkefijken
dienst te laten inrichten tot het op
sporen en het beteugelen van bedrog.
Krachtens de wet van 4 'Augustus
1890 op de vervalsching van levens-
Dank zij, anderzijds, eene felle pro-
paganda, verkoopt men pp onzen bui- middelen, mag de Regeering reeds
ten, tegen zeer hooge prijzen, mest-toezicht houden over de handel m vee-
stoffen en Veevoeder welke om zoo te voeder; hoogst wenschelijk is het, dien
zeggen geen vruchtbaarmakende of maatregel uit te breiden tot den han-
voedende waarde hebben. 1 del in zaden en meststoffen, waar het
Om die noodlottige propaganda en bédrog veelvuldig is en uiterst nadee-
Hg voor de opbrengst der gewassen.
De Hoeten, in bijgaand ontwerp
voorzien, ziillen moeten verhoogd
worden met 90 deciemen, krachtens
het veelvuldig bedrog, dat hedendaags
gepleegd wordt tot groot nadeel van
onze landbouwópbrengst, krachtdadig
te bestrijden, is er volstrekt eene ver
scherping noodig van de wet van 21 de wet van 8 Juni 192®
December 1896. betreffende de ver
valsching van meststoffen en veevoe
der.
De
Minister van
Baels.
Landbouw,
MEMORIE VAN TOELICHTING
MIJNE HEER EN.
De hooge prijs der zaden geeft aan-
leiding tot veelvuldig en aanzienlijk
bedrog. De zaadhandel die volstrekt
vrij is gebleven in België, is in de na-
Uit het Staatsblad van 10 Januari 1929.
Uitvoering der wet van 21 December 1896 betreffende de vervalsching
der meststoffen en der zelfstandigheden bestemd voor de voeding van het
vee.
Door koninklijk besluit van 22 December 1928, wordt artikel 2 van het
koninklijk besluit van 18 Augustus 1(121 vervangen door den volgenden
tekst
«Art. 2. Van af 1 Juli 1929, moeten de bij de zending gevoegde rekening
en bordered aanduiden
a) Den naam en den aard van de geleverde stof;
b) De dosisbepaling, dit wil zeggen, haar gehalte ten honderd aan
vruchtbaarmakende bestanddeelen, voor den staat waarin zij geleverd wordt.
De woorden ten honderd moeten voluit geschreven worden.
Voor het vermelden der aanduidingen, bedoeld hij a en b, dient men de
volgende benamingen te gebruiken
a) Benamingen. b) Te waarborgen gehalten.
Zwavelzure ammoniakAmmoniakstikstof.
Chloorammoniak Id.
Dnbbelzwavelzure soda en ammoniak Id.
Zwaveligzure ammoniak Id.
Salpeterzure ammoniakAmmoniak- en salpeterstikstof.
Zwavelsalpeterzure ammoniak Id.
Phosphoorzuur ammoniakAmmoniakstikstof en watervrij phosphor-
zuur oplosbaar in water.
Crud ammoniakAmmoniakstikstof en stikstof onder anderen
vorm.
Organische stikstof.
Salpeterstikstof.
Urea
Schloesingsnitraat
Salpeterzure soda (sodanitraat)
Salpeterzure kalk (kalknitraat)
Salpeterzure ammoniakkalk (ammoniaka-
le kalknitraat).
Salpeterzure potasch (potasch nitraat).
Kalkcvananiied (in poeder of gekorreld).
Mineraal phosphaat voortkomende van...
s> Phosphoorzuurhoudend pleister of phos-
phaatgips.
Óntiijmd beendermeel
Vervormd phosphaat (met den naam van
het merk).
Neergeslagen phosphaat (met vermelding
van de grondstof).
Metaalslakken (met vermelding van liet
fabriceeringssteisel).
Mineraal superphosphaat
Verdicht superphosphaat
Guano superphosphaat 1
Superphosphaat van beenderzwart.
Phosphorzure soda
PhoSphorzure potasch.
Zwavelzure potasch
Chloorpotasch
Koolzure potasch
Dubbel sulfaat van potasch en magnesia.
Kaïn iet
Karnaliet
Sylviniet
Ruwe potaschzouten
Bietenzout
Guano
Id.
Id.
Salpeter- en ammoniakstikstof.
Salpeter- en ammoniakstikstof en watervrij
potasch oplosbaar in water.
Cyanatniedstikstof.
Watervrij phosphorzuur oplosbaar in de
minerale zuren.
Id.
Id.
Watervrij phosphorzuur oplosbaar in alca-
lischen citroenzuren ammoniak.
Id.
Watervrij phosphorzuur oplosbaar m citroen
zuur op 2 t. li. (Wagner).
Watervrij phosphorzuur oplosbaar in water,
ld.
ld.
Id.
Id.
Id.
Watervrij phosphorzuur oplosbaar in water
en watervrij potasch oplosbaar in water.
Watervrij potasch oplosbaar fn water.
Id.
Id.
Id.
Id.
Id.
Id.
Id.
Ammoniakstikstof en organische stikstof
samen.
Watervrij phosphorzuur oplosbaar in de
minerale zuren.
Watervrij potasch oplosbaar in water.
Opgeloste guanoAmmoniakstikstof en organische stikstof
samen.
Watervrij phosphorzuur oplosbaar in water.
Watervrij potasch oplosbaar in water.
ischmcst (meststof uitsluitend gemaakt Organische stikstof en watervrij phosphor -
door middel van ontvetten vischafval). zuur oplosbaar in de minerale zuren.
BloedmeelOrganische stikstof.
leeschmeel Organische stikstof en phosphorzuur oplos
baar in de minerale zuren.
Vleeschmeel uit vlnulerijen
Vervormd ledermeelOrganische stikstof.
Geëst ledermeel
»Wolafval
Wolstof
Opgeloste wol of andere opgeloste stof
fen.
Gemengde meststoffen
Id.
ld.
Id.
ld.
Ten minste
fen.
twee vruchtbaarmakende stof-
houding, waarin hij afdringerigheid
zag.
Doch wat hem toch bet meeste hin
derde was het gedrag van Magda Pos-
teels.
Lamoens ontving van Maere als
altijd overdreven beleefd. En waarlijk,
ook hieraan ergerde Robert zich reeds.
De bekoring van het samenzijn scheen
in glans verloren te hebben.
Jacqueline pruilde voort.
Hoe gaat het met den gewonde?
vroeg van Maere.
Altijd 't zelfde, antwoordde La
moens.
't Is een vreemd geval. Zoo lang
jewusteloos... Hij moet een taaie ke
rel zijn.
De stemming aan tafel was nog al
iredrukt.
Na den maaltijd begaf Robert zich
naar de keuken. Hij had gezien aan
Ida, toen ze de tafel diende, dat er
sporen van tranen om haar oogen wa
ren.
Wat is er gebeurd? vroeg hij nu.
O, de jufvrouw zal wel'over mij
geklaagd hebben, sprak Ida gemelijk.
Ja...
Jonker, ge hadt me bevolen bij
den zieke te waken. Eri ik deed het.
dij deed om een uur of drie zijn oogen
open en keek naar me. Ik verschoot
er zoo van... 't Was lijk een doode die
evende werd.
Robert luisterde met belangstelling.
En toen vroeg hij.
De zieke vroeg waar hij was Ik
zei op uw kasteel. Maar toen kwam de
jufvrouw met haar vader binnen. Ze
wilden me wegzenden. Maar gij hadt
me bevolen bij den man te waken. Ik
Izei. dat ik moest blijven. Mijnheer
heeft me dan bij den arm genomen en
uit. de kamer geduwd. En de juf
vrouw zei dat ik een brutaal stuk was.
Ze is me later in de keuken komen be
kijven.
Hebt ge den zieke nadien nog
jterug gezien?
Jonker, ik mocht er
keer een
-- Ha, neen
niet bij. 'k Heb hem een
schreeuw hooren geven.
-En is dat allemaal de waarheid?
Maar jonker, waarom zou ik he
ffen?
't Is waar...
'k Heb het u toch ook van den
notaris verteld.
Ja, en dat was braaf. Blijf maar
kalm.
van Maere verliet de keuken. In de
gang stond Jacqueline met schotels.
Had ze aan de deur geluisterd
Robert voelde zich vreemd te moe
de. Ida had hem een zonderling ver
haal gedaan. Wat moest hij er van ge-
looven.
Waarom laat ge de meid den boel
niet afnemen? vroeg hij aan zijn ver
loofde.
Ze kwam niet.
Jacqueline droeg de schotels in de
keuken en haastig volgde ze dan van
Maere in de kamer.
Ida beweert, dat Blomme bij ken
nis is geweest, zei Robert.
Eamoens schudde 't hoofd.
Ik dacht het ook, zei hij. Maar
't was wat ijltaai... We hoorden het
Koninklijke besluiten zullen de voorwaarden bepalen, in welke de niet in
onderhavige namenlijst voorkomende meststoffen zullen mogen te koop ge
steld worden.
en kwamen haastig naar hem toe. En
ik hoopte iets te kunnen vernemen
over wat er met hem gebeurd was De
meid moest dat niet wéten... Ik zond
ze weg. Ze weigerde te gehoorzamen
en ik heb ze uit de kamer moeten du
wen. Maar mijn verwachting werd
niet verwezentlijkt. Blomme gaf een
schreeuw en was weer bezwijmd Ik
achtte het niet de moeite waard het
11 te vertellen. Het was een kleine op
flikkering.
Ida had toch moeten gehoorza
men, merkte Jacqueline op.
-Ja, stemde Robert toe. Maar dat
meisje heeft geen opvoeding gehad.
Ik zal vannacht waken, besloot
de heer Eamoens.
Morgen moet de dokter weer
eens komen.
Ja, dat zal 't beste zijn.
Ida vertoonde zich niet meer. Zon
der goeden nacht te wenschen ging ze
te bed.
Robert begaf zich ook vroeg ter
ruste. Hij was in een vervelende stem
ming. Zou dat nu weer misloopen met
de dienstbode? Jacqueline deed zoo
vreemd. Precies of ze jaloersch was
van dat arme meisje. Waarom die haat
tegen de schamele meid? En Eamoens
steunde zijn dochter.
Maar Robert betrapte er zich op,
dat hij eigenlijk meer gergerd was
over het vreemd gedrag van de be-
zembindersdochter dan over dat van
zijn verloofde.
En hij bekende dat hij zich te haas
tig met Jacqueline verbonden had.
Robert kon den slaap niet vatten.
Het scheen, dat Jacqueline haar vader
gezelschap hield. Waarom had ze dat
dan niet gezegd 't Was al zoo zon
derling.
Robert hoorde hoven een deur pie
pen. En op de gang was er een zachte
tred.
Is dat tui Ida? bromde de jonker.
Wat heeft ze nog uit te voeren.
Hij hield als den adem in om heter
te luisteren.
Ida gaat naar beueden, mompelde
hij. Ik moet er 't mijne van hebben.
Vlug stond hij op. Hij trok eenige
kleëdingstukken aan. En zacht verliet
hij zijn kamer om Ida te verrassen.
Hij wilde weten rvat er in zijn woning
gebeurde.
Op de gang botste hij bijna tegen
Ida aan. Hij onderscheidde haar
tengere gestalte. Zij bemerkte hem
ook en fluisterend sprak ze:
O, mijnheer kom mee... Ze ver
moorden den zieke.
Wie?
De juffer en haar vader.
Zijt ge gek
t Is Waar! Kom zien... ik heb
door een reet gegluurd... De arme
man smeekte om zijn leven.
In eenige sprongen was Robert be
neden. Hij beefde van opwinding.
Wild wierp hij de deur open... Jac
queline slaakte een gil. Haar gelaat
was als verwrongen.
Haar vader keerde zich om. In zijn
oogen lag een wreede uitdrukking.
l't Vervolgt.)