De Wilde Huiler LANDBOUWBELANGEN JVIinistenie van Liandboauu gkdaghteto het manneke UIT DE MAAN roman door A. HANS. I Een groene Kerstmis, een witte T'ascben. Hoe meer sneeuw, hoe vrucht baarder jaar. \"an Allerheiligen tot Advent, nooit te veel regen of wind. Dondert het door de naakte boo nier. waarschijnlijk geen fruit. Veel noten, harde winter. het - Vorst op Sinte Kat'rien dan vriest zes weken lang. -Eoopende winden, staande wëe- ren. - Vorst vóór Kerstdag, brengt geen afslag. Om te oogsten moet men mesten. -De aarde geeft terug wat men kaar toevertrouwt. Kleine mesthoop, kleine graan zolder. Spitten en delven betaalt zijn zei ven. De dagen lengen reeds Al gaat het ook niet rap, De dagen lengen nu Met een en hanen stap. Laat ze maar lengen, zegt Marenta, wier hoedje vandaag op halverzeven staat. Ge moet weten ons Marenta als een treffelijke huismoeder is naar de markt geweest; maar menschende prijzen die ze daar durfden vragen., voor een handvolleken peterselie... raadt ne keer? Vijf frank. Is 't niet om omver te vallen... En de spruiten'? Tien frank het kilo. Is dat niet dief achtig gestolen... En op de vischniarkt dan? If en kilo kabeljauw?... Zestien frank, 'k Meende dat ik een slag in mijn gezicht kreeg, zegt Marenta... En zoo is 't alle dagen. Opslag al wat ge hoort... En leven wij al suk'lend En klagend zoetjes voort. Wat niet belet dat er in de ministe ries uitgerekend wordt dat de prijzen slechts 8 keer zijn vermeerderd sedert 1914. Waarom hebben ze ginder zoo 'n schrik van de waarheid te zeggen SLAMPAMPER w ist het aan meneer den zjuze ook te zeggen. Slampamper had een portetuenee gevonden met honderd frank in en die portemenee niet seffens teruggebracht. Waarom hebt ge die portemenee niet 's avonds teruggegeven vroeg de zjuze. Omdat het te laat was, zei Slampamper. Efi waarom hebt ge hem 's anderendaags niet teruggebracht Omdat er toen niets meer instak. Hier is het gedichteken van ons Jan- neken. Dees maal gaat het over de m ode. DE MODE. Als ge tegenwoordig ziet, Wat het vrouwvolk doet Met bloes en rok En kous en hoed Om 't mansvolk te desseeren Naar hun wetisch Dan moet ge zeggen 't Zijn echte duivelinnen Gelijk ge er veel ziet loopcti Met hun bloes zonder mouwen En ver heel ver open. Hun armen en hun schouders Die maken ze bloot Zoo geven ze schandaal Aan klein en groot. En hun rokskens dan Zoo dun als papier En ze laten met Een duivelachtig plezier Hun beenen zien, 't is schand Met de mode en de Meidekens in ons land. En snullen zijn 't Die om wat schoone kleeren Een modepop Tot vrouw hegeeren. Ze hebben dan nog verf Op lippen en kaken UHIB1HB0HBIII1IIIIHHIIHI Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 26 Weet ik het Stuur ze weg Ze ziet er een onoprecht schepsel uit Ik zal ze eens nagaan... Ze dade lijk ontslaan, ware onvriendelijk je gens de familie Campens. die mij de dienstbode bezorgd heeft. Wat geeft ge om die kwaad- Sprekers! hernam Jacqueline wat drif tig. Ze was zoo bescheiden en bedeesd niet meer als voorheen. Ik moet de vormen toch w?f 111 acht nemen, beweerde van Maere En wat zou 'n meisje nu te bespieden heb ben Wie weet wat ze zal vertellen. 0, ik dacht dat ik het 11 maar een keer zou moeten vragen. Jacqueline Eamoens pruilde wat. Dit maakte een verkeerden indruk op van Maere. En eenigszins gebiedend sprak hij Laat mij handelen Ik zal een oog in 't zeil houden. En natuurlijk zou ik geen brutaliteit van de dienstbode dul den. van Maere kuste Jacqueline weer. En haar schoonheid trof hem. Toch rees weer het beeld van Magda voor hem, F,n zijn gelaat verduisterde. Om daarmee. Schoone kleurtjes te maken. Ook vet om hun Nagels te doen blinken Van alles doen ze Die lokkende vinken Om 't mansvolk te vangen Maar 'k zeg rechtuit Hoe kan in 's hemelsnaam Zoo 'n ijdeltuit Een goei huisvrouw zijn? Jongens: ik zeg het fijn Met zoo '11 modepop Zijt gij er niet op! Dat is nog zoo dom niet geredeneerd van. ons Janneten die heel verstandig zijn liedje zingt. A propos van zingen! De kozijn van Marenta die bij den troep is. heeft strafkot. gehad omdat hij den Ylaamsche Leeuw heeft ge zongen De krijgsauditeur heeft ge zegd bij den troep mogen alle liederen gezongen worden die niet kwetsend of zedeloos zijn eti die geen aanleiding geven tot opstand. Maar de Vlaamsche. Leeuw is een opruiend lied Dus Wie dat de Ylomsche Leeu.w durft Die zal den bak in springen. zingen Maar 't korjeuste is wel dit. Voor den oorlog mochten de soldaten de Marseillaise niet zingen en als de Mar seillaise nu gespeeld wordt dan is 't van flink in positie te staan en te saluweeren. Ja, ja, de tijden verande ren, zei de boer en hij verkocht rotte eieren voor versche. En hier is nu een iïieuwsken Dat ik 11 ga vertellen En 11 wellicht tot 't diepste van Uw harte zal ontstellen. Marenta zegtManneken, dat zi jn rijmen van vijf ellen voor nen frank. Ik antwoord haar: kunt ge 't beter, doe 't dan zelf. Hewel, dat nieuwskeu! In Duitschland heeft een professor een doodende straal uitgevonden 't is te zeggen een licht en al wat onder de stralen van dat licht komt pioet op korten tijd dood. Ze hebben het toestel geprobeerd op ratten en muizen honden en luizen koeien en apen peerden en schapen en 11a enkele oogenblikken was 't er meê afgeloopen. Als 't nu weer ne keer oorlog is. zullen er vliegtnasjienéfi door de lucht zweven met die doode-1 lijke stralen in een kasken en wee dan de ongelukkige stervelingen hier beneden. 't Béste wat we kunnen doen Is dan ter stond Gaan leven als de mollen in Den grond. KOXSKEX was mama mee gegaan naar 'n diner en mania had aan Fons ken geleerd zeer beleefd te zijn. Alles ging goed maar bij 't dessert kreeg Konsken. een taartje op zijn teiloor \Yat zegt ge nu vroeg mama. Dat t stuksken te klein is, zei Fonsken KLEINE OORZAKEN, GRÖOTI GEVOLGEN. Desiré Laks kwam van Gent met de oto van zijn toenonkel Onderweg moest hij nafte ingiet niet in zijn menonkel, maar in de oto Maar hij had een sigaret in den mond Daar viel wat vuur in de kruik met nafte. De Kruik ontplofte, de oto ont- dufte en Desiré wérd leelijk aan t aangezicht verbrand. Ja. ja, een on 41 luk ligt op een klein plaatsken, zegt Marenta en oppassen is de boodschap En ze gaat voort: ik durf echter ge rust een sigapet in een vat buskruit leggen... beweert Marenta. Allee! zeg ik... vertel nu geen zottepraat. Wed den? herhaalt Magenta... en lachend voegt ze er bijwel te verstaan een sigaret zonder vuur. T VUUR heeft gewoed in de school te Zout-Ueeüw. Gelukkig geen kinderen verbrand. Dan is 't nog zoo erg niet. WAT erger is dat is dat er reeds zooveel menschen zich van kant hebben gemaakt die in Frankrijk, met die affaire van Ua Gazette du Franchun fortuintje hebben verloren. En ge zult het zien de groote plichtigen, die miljoenen en miljoenen hebben afgetruggeld gaan er goedkoop van afkomen. In 1892 met het Ranamakanaal is 't ook zoo geweest. Vijf jaar bak en driedui zend frank boete. Maar intusschen waren de gewonnen miljoentjes fijn weggestopt. EN KEOTZ, die minister die ze ginder voorloopig in den bak hebben gestopt, zullen ze zot verkla ren. Die schobbejak heeft vaEche handteekens gezet... op alle manieren de menschen bedrogen en nu 't Heken! uit is zullen ze hem zot verklaren. Dan gaat die sinjeur voor een maand of! twee naar een zothuis... en komt er j genezen uit... Intusschen spreekt nie mand meer over die zaak en afge loopen. Ge kent de historie hé! van dien pijpenmarjang die ook bestolen was door een bankier. Die pijpenmar jang ging met een wagen vol steenen pijpen voor het huis van dien bankier staan en begon te roepen: kleine -te-1 len en groote stelen maar groote stelen het meest. De bankier liet de politie komen. Maar toen toonde de pijpenmarsjang zijn pijpen en zei: iki heb pijpen met kleine stelen, maar. ken. Enkele dagen later haalde men uit de Schelde een lijk op. Dat li jk stak in de kleeren van Leopold. Het ge zicht was verminkt door de schroef van een boot. Kort en goed. Leopold werd begraven en zijn Pharailde trouwde met een ander, ja maar, nu is die Leopold teruggekomen en nog wel uit Amerika en hij heeft flip pen meê veel flippen. Dollars astem- blief. En vertelt dat hij nooit verdron ken is. Dat hij een lijk aan de Schelde- boorden heeft gevonden. Dat hij dat lijk de kleeren heeft uitgetrokken en in zijn kleeren gestoken en daarna te rug in 't water heeft geworpen. Een heele roman zooals ge ziet. Maar zit meer pijpen met groote stelen... ik heb- die J'harailde nu met twee mannen? wel het recht mijn waren aan te prij zen maar wil die bankier het anders verstaan, dat moet hi j weten. Fijn uit gedacht zegt Marenta. WAT OOK FIJN uitgedacht is. dat is die remedie die dokter Dunkin in Engeland heeft uitgevonden om de kwaadste honden tam te maken. En bijgevolg ook de kwade wilde beesten: zooals leeuwen tijgers, lieren, wolven enzEn ik roep uit In dat serum Heb ik groot vertrouwen 't Kan dienen ook Tot temming van de kwade vrouwen. Zeg ne keer, Manneken, roept Ma renta uit.., bedoelt ge mij daar méé. Aangezien de ander helft van mijn j bedde juist de bezem in de handen heeft zingt het Manneken Marenfa lief, bij wie Ik eet en drink en slaap Gij zijt zoo zoet en zacht Gelijk een schaap. Marenta is tevreê en ik ook... EN GE KUNT ER VAN zeggen wat gel wilt, alderliefste Lezeres en bestel Lezer: maar contentement is toch maar alles. Daar zijn menschen met schatten 't Fijnste eten wordt hun bereid Ze wonen in kasteden maar missen De tevredenheid. Jacqueline merkte het. Zijt ge nu boos op mij? vroeg ze. -I3oos op uWat haalt ge nu in uw hoofd? Ge kijkt zoo zwart... Dat verbeeldt ge u! Ik ben wat moe en ook hongerig. Laat ons naar beneden gaan. Jacqueline scheen eerst beleedigd. Ze wendde zich om. Maar ze keerde zich weer tot Robert en plots sloeg ze hem haar armen 0111 den hals. O. ik heb u zoo lief, zei ze harts tochtelijk. Wees nooit kwaad op me... Ik word door die familie Campens be lasterd... Precies of ik iets geef om de woorden van de familie CampensGe doet zoo raar,... Neen, maar gij doet raar! Verbeelding... Ge hebt u wat ze nuwachtig gemaakt. Ik zal op Ida let ten en als ze -niet bescheiden en be leefd is, stuur ik ze natuurlijk weg... Ze mag u niet hinderen... Maar be denk dat ze weinig opvoeding heeft ;ehad en grof van manieren is. Maar waar zult ge een betere dienstbode vinden O, ik kan het werk immers zelf doen. Dat wil ik niet. De vrouwe van den Maerburg moet geen grof werk verrichten. Dan zijn we geheel onder ons. Dit kan niet op een kasteel en ik moet het personeel uitbreiden. Laat ons nu naar beneden gaan Aan zijn arm leidde hij Jacqueline mee. maar toch verstoord over haar Daar zijn menschen, ze slaven Dag in, dag uit... gedurig aan, altijd. Hun leven is vol zorgen, toch hebben De tevredenheid: [zij Eii tot tevredenheid van mijn alder liefste Lezeressen en beste Lezers gaan we hier ne keer eens een prijs kamp inrichten van gedichtjes. Ik schrijf enkele regels die gij moet aan vullen. De antwoorden stuurt ge naar den drukker die ze dan wel naar 't Mannenken uit de Maan zal zenden. De prijzen worden verloot onder de inzenders. Daar zullen drie prijzen zijn: boeken. Waar de puntjes staan moet gij woorden zetten. Opgelet. 1. Het beste blad Voor een handelaar Dat is Mijn weekblad wil ik steunen. Dus Manneken uit de Maan... Breng ik. 3. Een abonnement kost niet te veel Dus vrienden vraag ik even W ie kan 4. Afwisseling behaagt Dus 't mag hier wel gezeid De rijmkroniek ■Daarmee is 't voor vandaag genoeg. De vierde regel moet telkens met den tweeden regel rijmen. Naaste keer zal 't een beetje moeilijker zijn. Iedereen mag meê doen en 't kost geen cent. Zeg 1111 nog dat 't Manneken uit de Maan geen goeie kerel is. 'T ZIJ OOK GOEI GEESTEN die keeren. zegt het spreekwoord. Zekere Leopold Torfs van Antwerpen was kort voor den oorlog met Pharailde Dewege ge trouwd. Ylaar de speelman zat er nietl lang op 't dak en lijk 't meer gebeurt In plaats van minnekozen De vuisten sloegen fel En 't leven in hun woning Dat was oprecht een hel. Op een goeien morgen, 11a zoo '11 ru zie riep Leopold uit: ik ga mij verdrin- zult ge vragen. Toch niet, want Pha railde is weduwe geworden verleden jaar maar ze heeft van haren twee den man drie kinderen. Daarvoor zal ik zorgen heeft Leopold gezegd, want al de miserie die er geweest is, dat is mijn schuld geweest. Ik dronk veel in dien tijd. In Amerika heb ik het drin ken afgeleerd. Dat is allemaal goed en wel, maar voor de wet is Leopold dood en begraven. Nu zullen ze hem weer levend maken en alles zal nog in 't zoete vergaan, 't Is daarom dat het spreekwoord herhaald: 't zijn goei geesten die keeren. En Marenta zingt: Alzoo klinkt het lied Oude liefde en roest nooit niet. WAT OOK nog zoo rap niet zal roesten, dat is de haat tegen onze vlaamsche taal. De vijanden van ons vlaamsch nemen natuurlijk alle mid delen te baat, om onze moedertaal te bestrijden. Wie zijn tale vrank durft spreken En te schrijven hier in 't land. Noemt men, zelfs in vlaamsche stre- Activist en flamingant. ken 'k Heb hier een artikeltje voor mij iggen en daarin zie ik dat het vroeger, lange jaren geleden ook al aardig toe ging maar dat er toen toch ook reeds vlamingen waren, die zich niet op de teenen lieten trappen.. Toen Polle II, de zeune van onzen eersten Polle, werd geboren, dat gebeurde op 9 April 1835 werd er te Brussel fel efeest maar Gent bleef ook niet achter, 's Avonds was de stad verlicht maar een inwoner van den Bra banddam had slechts een vetpotteken boven zijn deur doen branden. Ge moet weten dat er in dien tijd geen gas of ellectriek was,, zelfs geen petrol. Dus een vetpotteken en daaronder stond te lezen 'k Vier hier op mijn poortje Met een potje van een oordje Maar 'k zal er duizend ontsteken Als uw kindeken vlaamsch zal spreken 't Vólk had daar leute in, zooals ge kunt peinzen. Toen dat kindje 12 jaar oud was werd Conscience aangesteld om aan den jongen Polle vlaamsch te leeren. Maar of de kenning Leopold 11 het ver in die tale heeft gebracht... dat is andere thee. Ja, ja, zegt Maren ta. de talen dat is me een spel tegen woordig... maar weet ge met welke talen de menschen 't meeste moeite hebben? Neen, Marenta! Met betalen, zegt ze. En Marenta heeft gelijk. Daarmee doen we de boeken toe. Het Manneken uit de Maan. In vervolg ons artikel van verleden week nopens de beteugeling der ver valsching van Veevoeders en Mest- stoffen geven we hieronder het Wets ontwerp om de vervalsching voortaan te voorkomen, neergelegd door Heer Minister Baels en het Koninklijk Be sluit van 22 December 1928, met de lijst van de benaming en de te waar- borgen gehalten der meststoffen en der zelfstandigheden bestemd voor de voeding van het vee. ONTWERP VAN WET betreffende de regeling van den handel in zaden, pootaardappelen, meststoffen en veevoeder. burige landen streng gereglementeerd. Indien wij geen beschermingsmaatre gelen nemen, zullen wij uit den vreem de zaden blijven ontvangen die van mindere hoedanigheid zijn en geen af zet vinden in de landen met strenge regiementeerifig en wij zullen aldus de opbrengst onzer oogsten en de waarde onzer landbouwprodukten in gevaar brengen. Derhalve dient op dit gebied de Wetgeving op te treden. Tegenwoordig worden de overtre ding en het bedrog slechts ontdekt ingevolge ontledingen, op verzoek van de koopers gedaan, en de kooplieden kennen spoedig de klanten die de leve ringen doen ontleden. De nieuwe bepalingen strekken er toe het Departement van Landbouw, zonder niéuwe kosten, een werkefijken dienst te laten inrichten tot het op sporen en het beteugelen van bedrog. Krachtens de wet van 4 'Augustus 1890 op de vervalsching van levens- Dank zij, anderzijds, eene felle pro- paganda, verkoopt men pp onzen bui- middelen, mag de Regeering reeds ten, tegen zeer hooge prijzen, mest-toezicht houden over de handel m vee- stoffen en Veevoeder welke om zoo te voeder; hoogst wenschelijk is het, dien zeggen geen vruchtbaarmakende of maatregel uit te breiden tot den han- voedende waarde hebben. 1 del in zaden en meststoffen, waar het Om die noodlottige propaganda en bédrog veelvuldig is en uiterst nadee- Hg voor de opbrengst der gewassen. De Hoeten, in bijgaand ontwerp voorzien, ziillen moeten verhoogd worden met 90 deciemen, krachtens het veelvuldig bedrog, dat hedendaags gepleegd wordt tot groot nadeel van onze landbouwópbrengst, krachtdadig te bestrijden, is er volstrekt eene ver scherping noodig van de wet van 21 de wet van 8 Juni 192® December 1896. betreffende de ver valsching van meststoffen en veevoe der. De Minister van Baels. Landbouw, MEMORIE VAN TOELICHTING MIJNE HEER EN. De hooge prijs der zaden geeft aan- leiding tot veelvuldig en aanzienlijk bedrog. De zaadhandel die volstrekt vrij is gebleven in België, is in de na- Uit het Staatsblad van 10 Januari 1929. Uitvoering der wet van 21 December 1896 betreffende de vervalsching der meststoffen en der zelfstandigheden bestemd voor de voeding van het vee. Door koninklijk besluit van 22 December 1928, wordt artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 Augustus 1(121 vervangen door den volgenden tekst «Art. 2. Van af 1 Juli 1929, moeten de bij de zending gevoegde rekening en bordered aanduiden a) Den naam en den aard van de geleverde stof; b) De dosisbepaling, dit wil zeggen, haar gehalte ten honderd aan vruchtbaarmakende bestanddeelen, voor den staat waarin zij geleverd wordt. De woorden ten honderd moeten voluit geschreven worden. Voor het vermelden der aanduidingen, bedoeld hij a en b, dient men de volgende benamingen te gebruiken a) Benamingen. b) Te waarborgen gehalten. Zwavelzure ammoniakAmmoniakstikstof. Chloorammoniak Id. Dnbbelzwavelzure soda en ammoniak Id. Zwaveligzure ammoniak Id. Salpeterzure ammoniakAmmoniak- en salpeterstikstof. Zwavelsalpeterzure ammoniak Id. Phosphoorzuur ammoniakAmmoniakstikstof en watervrij phosphor- zuur oplosbaar in water. Crud ammoniakAmmoniakstikstof en stikstof onder anderen vorm. Organische stikstof. Salpeterstikstof. Urea Schloesingsnitraat Salpeterzure soda (sodanitraat) Salpeterzure kalk (kalknitraat) Salpeterzure ammoniakkalk (ammoniaka- le kalknitraat). Salpeterzure potasch (potasch nitraat). Kalkcvananiied (in poeder of gekorreld). Mineraal phosphaat voortkomende van... s> Phosphoorzuurhoudend pleister of phos- phaatgips. Óntiijmd beendermeel Vervormd phosphaat (met den naam van het merk). Neergeslagen phosphaat (met vermelding van de grondstof). Metaalslakken (met vermelding van liet fabriceeringssteisel). Mineraal superphosphaat Verdicht superphosphaat Guano superphosphaat 1 Superphosphaat van beenderzwart. Phosphorzure soda PhoSphorzure potasch. Zwavelzure potasch Chloorpotasch Koolzure potasch Dubbel sulfaat van potasch en magnesia. Kaïn iet Karnaliet Sylviniet Ruwe potaschzouten Bietenzout Guano Id. Id. Salpeter- en ammoniakstikstof. Salpeter- en ammoniakstikstof en watervrij potasch oplosbaar in water. Cyanatniedstikstof. Watervrij phosphorzuur oplosbaar in de minerale zuren. Id. Id. Watervrij phosphorzuur oplosbaar in alca- lischen citroenzuren ammoniak. Id. Watervrij phosphorzuur oplosbaar m citroen zuur op 2 t. li. (Wagner). Watervrij phosphorzuur oplosbaar in water, ld. ld. Id. Id. Id. Watervrij phosphorzuur oplosbaar in water en watervrij potasch oplosbaar in water. Watervrij potasch oplosbaar fn water. Id. Id. Id. Id. Id. Id. Id. Ammoniakstikstof en organische stikstof samen. Watervrij phosphorzuur oplosbaar in de minerale zuren. Watervrij potasch oplosbaar in water. Opgeloste guanoAmmoniakstikstof en organische stikstof samen. Watervrij phosphorzuur oplosbaar in water. Watervrij potasch oplosbaar in water. ischmcst (meststof uitsluitend gemaakt Organische stikstof en watervrij phosphor - door middel van ontvetten vischafval). zuur oplosbaar in de minerale zuren. BloedmeelOrganische stikstof. leeschmeel Organische stikstof en phosphorzuur oplos baar in de minerale zuren. Vleeschmeel uit vlnulerijen Vervormd ledermeelOrganische stikstof. Geëst ledermeel »Wolafval Wolstof Opgeloste wol of andere opgeloste stof fen. Gemengde meststoffen Id. ld. Id. ld. Ten minste fen. twee vruchtbaarmakende stof- houding, waarin hij afdringerigheid zag. Doch wat hem toch bet meeste hin derde was het gedrag van Magda Pos- teels. Lamoens ontving van Maere als altijd overdreven beleefd. En waarlijk, ook hieraan ergerde Robert zich reeds. De bekoring van het samenzijn scheen in glans verloren te hebben. Jacqueline pruilde voort. Hoe gaat het met den gewonde? vroeg van Maere. Altijd 't zelfde, antwoordde La moens. 't Is een vreemd geval. Zoo lang jewusteloos... Hij moet een taaie ke rel zijn. De stemming aan tafel was nog al iredrukt. Na den maaltijd begaf Robert zich naar de keuken. Hij had gezien aan Ida, toen ze de tafel diende, dat er sporen van tranen om haar oogen wa ren. Wat is er gebeurd? vroeg hij nu. O, de jufvrouw zal wel'over mij geklaagd hebben, sprak Ida gemelijk. Ja... Jonker, ge hadt me bevolen bij den zieke te waken. Eri ik deed het. dij deed om een uur of drie zijn oogen open en keek naar me. Ik verschoot er zoo van... 't Was lijk een doode die evende werd. Robert luisterde met belangstelling. En toen vroeg hij. De zieke vroeg waar hij was Ik zei op uw kasteel. Maar toen kwam de jufvrouw met haar vader binnen. Ze wilden me wegzenden. Maar gij hadt me bevolen bij den man te waken. Ik Izei. dat ik moest blijven. Mijnheer heeft me dan bij den arm genomen en uit. de kamer geduwd. En de juf vrouw zei dat ik een brutaal stuk was. Ze is me later in de keuken komen be kijven. Hebt ge den zieke nadien nog jterug gezien? Jonker, ik mocht er keer een -- Ha, neen niet bij. 'k Heb hem een schreeuw hooren geven. -En is dat allemaal de waarheid? Maar jonker, waarom zou ik he ffen? 't Is waar... 'k Heb het u toch ook van den notaris verteld. Ja, en dat was braaf. Blijf maar kalm. van Maere verliet de keuken. In de gang stond Jacqueline met schotels. Had ze aan de deur geluisterd Robert voelde zich vreemd te moe de. Ida had hem een zonderling ver haal gedaan. Wat moest hij er van ge- looven. Waarom laat ge de meid den boel niet afnemen? vroeg hij aan zijn ver loofde. Ze kwam niet. Jacqueline droeg de schotels in de keuken en haastig volgde ze dan van Maere in de kamer. Ida beweert, dat Blomme bij ken nis is geweest, zei Robert. Eamoens schudde 't hoofd. Ik dacht het ook, zei hij. Maar 't was wat ijltaai... We hoorden het Koninklijke besluiten zullen de voorwaarden bepalen, in welke de niet in onderhavige namenlijst voorkomende meststoffen zullen mogen te koop ge steld worden. en kwamen haastig naar hem toe. En ik hoopte iets te kunnen vernemen over wat er met hem gebeurd was De meid moest dat niet wéten... Ik zond ze weg. Ze weigerde te gehoorzamen en ik heb ze uit de kamer moeten du wen. Maar mijn verwachting werd niet verwezentlijkt. Blomme gaf een schreeuw en was weer bezwijmd Ik achtte het niet de moeite waard het 11 te vertellen. Het was een kleine op flikkering. Ida had toch moeten gehoorza men, merkte Jacqueline op. -Ja, stemde Robert toe. Maar dat meisje heeft geen opvoeding gehad. Ik zal vannacht waken, besloot de heer Eamoens. Morgen moet de dokter weer eens komen. Ja, dat zal 't beste zijn. Ida vertoonde zich niet meer. Zon der goeden nacht te wenschen ging ze te bed. Robert begaf zich ook vroeg ter ruste. Hij was in een vervelende stem ming. Zou dat nu weer misloopen met de dienstbode? Jacqueline deed zoo vreemd. Precies of ze jaloersch was van dat arme meisje. Waarom die haat tegen de schamele meid? En Eamoens steunde zijn dochter. Maar Robert betrapte er zich op, dat hij eigenlijk meer gergerd was over het vreemd gedrag van de be- zembindersdochter dan over dat van zijn verloofde. En hij bekende dat hij zich te haas tig met Jacqueline verbonden had. Robert kon den slaap niet vatten. Het scheen, dat Jacqueline haar vader gezelschap hield. Waarom had ze dat dan niet gezegd 't Was al zoo zon derling. Robert hoorde hoven een deur pie pen. En op de gang was er een zachte tred. Is dat tui Ida? bromde de jonker. Wat heeft ze nog uit te voeren. Hij hield als den adem in om heter te luisteren. Ida gaat naar beueden, mompelde hij. Ik moet er 't mijne van hebben. Vlug stond hij op. Hij trok eenige kleëdingstukken aan. En zacht verliet hij zijn kamer om Ida te verrassen. Hij wilde weten rvat er in zijn woning gebeurde. Op de gang botste hij bijna tegen Ida aan. Hij onderscheidde haar tengere gestalte. Zij bemerkte hem ook en fluisterend sprak ze: O, mijnheer kom mee... Ze ver moorden den zieke. Wie? De juffer en haar vader. Zijt ge gek t Is Waar! Kom zien... ik heb door een reet gegluurd... De arme man smeekte om zijn leven. In eenige sprongen was Robert be neden. Hij beefde van opwinding. Wild wierp hij de deur open... Jac queline slaakte een gil. Haar gelaat was als verwrongen. Haar vader keerde zich om. In zijn oogen lag een wreede uitdrukking. l't Vervolgt.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1929 | | pagina 5