«BI. 5. - 18-84829. - N' 33. HET MANNEKE UIT DE MAAN DE ViJFJAARLIJKSCHE PRIJS van VLAAMSCHE LETTERKUNDE IN WESTVLAANDEREN. Dokten H- flüUAEYS FEESTDAGEN DER WEEK AUGUSTI - KOORNMAAND, VRIJE TECHNISCHE SCHOLEN AALST. Houtbewerken, Metaalbewerken, Modelmakerij, Electriciteit, Spin- en Weefkunde. Internaat en Externaat. Koperen spreuken Pijprekkens Dagbladrekken Pêle-Mêles Alle slag van Kaders Geldbeugels Porte-feuilles Valiezen |Boek- Muziektesschen.j Alle merken van VULPENNEN. Bureelgerief. Leesboeken. Groote keus Trouwe bediening bij S'A NSEN - VANNEST E, BURGERSTAND VAN 1.000.000 FR. TE WINNEN 21.500.000 FRANKEN UNION CENTRALE de la BOURSE DE POPERINGHENAAR Zo.odra het anderen betreft, zien we <le zaken nooit zob, hopeloos in. V Logica is juist datgene, wat in het leven het minst nut heeft. Liefde, die geen logica kent, brengt wonderen tot stand. Staatsmanschap is: nooit verflau wende moed, en durf, en onderne mingsgeest in vindingrijkheid. V Die geeft wat hij heeft Is weerd dat hij leeft. ledereen heeft een geheime hoop, waarover hij uitgelachen zou worden, als hij ze vertelde. ■HIH1IICIIMB11BBI1BBI1IIU Zonder zuchten, zonder dralen Weer de pen te voorschijn halen En dan schrijven, goed en klaar Voor de Poperinghenaar, Hopend dat mijn lezers allen Mijn kronijke zal bevallen. Manneken, zegt Marenta, ge spreekt daar van lezers allen en waar óm niet lezers en lezeressen Omdat, Marenta, er geen plaats is voor leze ressen, terwille van de yersmaat. En nu publeeit Marenta: Ziede wel! Ziede welhoe weinig dat die alderliefste le zeressen van tel zijn... die alderliefste lezeressen waardat ge anders altijd den mond van vol hebt... Vrienden lezers en alderliefste lezeressen we zullen Marenta maar laten razen en maar peinzen ze is met het verkeerde been uit bed gestapt. En gij liefste lezeressen M eest er steeds van overtuigd, Dat het Manneke uit de Mane u. Graag zijn hulde hier betuigt. Zijt ge nu kontent? Hewel, dan ben ik ook kontent en als gij kontent zijt en ik kontent ben dan zijn we,allegaar kcntent en 't kontentement is zap een schoon dingen in nen mensch zijn le ven. Wat zijt ge zonder kontente ment? Een sukkelaar die moet slaven en wroeten om zijn brood, precies lijk uw dienaar 't Manneke uit de Maan, en die kontent is. hewel die is geluk kiger dan den rijkste type met al zijn miljoenen en die niet kontent zou zijn. WIE TEGENWOORDIG ook kontent is dat is onze Leuning die met zijn madame op vacantië is in Zwitser land. De gazetten schrijven dat onze kenning Berten de Eerstp, ook de eer ste is in 't klimmen op de bergen en dat hij zeer, zeef hoog' klimt. Spijtig, zegt Marenta, dat onze Thank niet met hem kan meêklimmen. Och zwijg nu toch van onzen frank... Dat beestje is en blijft zeer krank En wilt ge met uw frank iets koopen Zorgt niet buiten de grens te loopen Want daar, ik zeg het opvervaard, Is onze frank nog minder waard. Ja, ja, laten we maar stillekens de miserie zingen... MAAR ALS GE VEEL ERANKEN wilt winnen, dan moet ge naar Lo's Angelos gaan. Ma renta vraagt waar Los Angelos ligt. Precies weet ik dat ook niet... maar 't is in alle geval aan een anderen kant van 't groot water. Heweldaar in Los Angelos maken ze de meeste filmen voor de cinema's. En als ze u daar voor een goeie rol kunnen gebruiken wordt ge zeker miljoenair. Maar als ze u niet kunnen gebruiken is 't armoe troef. En zoo zitten er in Los Angelos duizenden lieve meisjes die tlmis zijn weggegaan in de hoop cinemaster te worden en die nu mogen zingen: M as ik maar thuis gebleven Ginds in mijn vaderland. Dan zat ik voor mijn leven Hier nu niet in de schand. Want helaas, 't is treurig orn't te moeten zegen: Zooveel van die meis keus weten niet meer van wat hout pijlen maken en bolderen den berg af IX DE LI. SCHRIFTUUR STAAT dat de liefde bergen kan verzetten. Maar, de liefde is een aardig ding, nietwaar alderliefste lezeressen. De liefde is een onbegrijpelijk mysterie waardoor dat er veel ezelachtige dommigheden ge beuren. Alzoo heeft er een Pool in Brussel zijn alderliefste puur uit liefde vijf kogels in heur rug geschoten, 't Mensch kon die kogels moeilijk verteren en is er van doodgegaan. Zij was 40 jaar oud en hij 22. Zij was een gescheiden vrouw en hij een student. Maar* een student zonder geld die 's nachts in een fabriek ging werken, om over dag te kunnen studeeren. Ge ziet dat van hier, zégt Marenta, die van dat studeeren niet gelooft... In alle geval... hij zal nu tijd genoeg heb ben om te studeeren achter de muren. NEEN. dan is 't lieter in 't huwelijk- van Jan Van Overland te Worrehum. VrouwVan Overland heeft haar man kado gedaan met een vierling, twee jongens en twee meiskens en gepas seerd jaar hebben ze daar nog een drieling gekocht, twee meiskens en een jongen. Zeven kindjes op twee jaar Zulk een zegen telt voorwaar. In dat zelfde dorp Worrehum is er een jonge snotneus aangehouden die naar de markt ging met de koe van zijn tante die hij gstolen had. Niet de tante, maar de koe. Terwijl de tante sliep had hij ze uit den stal gehaald. Niet de tante, maar de koe. Het was alles wat die vrouw bezat en ze was vier jaar oud en gaf veel melk. De koe bedoel ik. Manneken, zegt Marenta, ge moet duidelijker spreken en schrij ven. DE ALMANAKKEN schrijven dat de dagen alweer fanieus aan 't korten zijn. Dat moeten de almanak ken niet schrijven: dat zien we mei .ons eigen oogen en 'Marenta onder vindt het aan de rekening van den elek- triekman. In alle geval we gaan stil lekens naar September. Den eersten September is 't vijf en twintig jaar ■geleden dat 't Manneken met Marenta op de trappen van 't altaar heeft geze ten. Dan vieren we ons zilveren brui loft. Alwie een kadoken wil zenden mag hét doen alles is welkom, zoo als een vet varken of een halven wa gen kolen of een zak graan of patat ten.. Prullekens ontvangen we liever niet, die hebben we genoeg, gansch onze zolder staat vol. Ge ziet ik ben openhartig en zeg de dingen zooals ze zijn. UIT HOFLAND komt het be richt dat ex-keizer Wilhelm zonder kroon en zonder land, verleden week omtrent naar 't Pierenland is ver trokken. Hij had een indizjestie ge kregen van te veel te eten. Wij hebben nog altijd een indizjestie op de maag van 't geen di-e sloeberanus ons vijf tien jaar geleden op de maag heeft geduwd, VOOR T SLUITEN VAN den Zomer krijgen we nog een hitte golf die tegenwoordig in Amerika de menshen aan 't ambeteeren is. Allee zegt Marenta, daar is uiemendalle aan te doen. We moeten dat pakken lijk het komt. Dus binnen een week of drij Dan krijgen wij Een nieuwe hittegolf in 't land Zoodat de menschen te allen kant Gelijk de negers zullen loopen willen Met slechts een groot robarbeblad Voor buik en billen. Manneken, sakkert Marenta nu, een beetje fatsoenlijk astemblieft. Maren ta,' antwoord ik, ik ben fatsoenlijk ge noeg in een land waar de Vlamingen sedert jaren en jaren door de franks- kiljons onfatsoenlijk worden gefopt op alle manieren. M IE DAT OOK GEFOPT IS, dat is meneer Eduard Segly van Cadix. Die geluksvogel heeft een nonkel en die nonkel kreeg het gedacht op 't onverwachts te sterven Zoodat Eduaar voorwaar meer dan tien miljoen mocht erven. Ja maar, daar was een conditie bij. Die nonkel had een nicht en in 't tes tament stond geschreven dat kozijn Eduaar niet die nicht moest trouwen en dat hij anders geen roode duit zou krijgen. Nu heeft Eduaar dat testa ment voor de rechtbank gebracht. De advokaat heeft gezegd dat het een on redelijk testament is, dat men voor te trouwen niemand mag dwingen. Maai de advokaat van de tegenpartij zegt r niemand wordt gedwongen die mil joenen te nemen. Daar is enkel een conditie gesteld... En Marenta zegt: Als twee honden vechten voor eeii beeu De derde loopt er dan meê heen.. Zoo zou 't hier ook kunnen gaan. In alle geval die nuttelaar van een me neer Saglv kan et niet van slapen. SLAPEN EN SLAPEN IS TWEE. Te Amsterdani zijn er verschillende ge vallen van nona vastgesteld. Nona, vraagt Marenta, wat is dat? Nona, dat is een soort slaapziekte, Marenta. De Vlamingen hebben sinds 1830 ook aan een soort slaapziekte gleden. Want hadden ze niet geslapen 't Was anders hier gegaan, We zouden tegenwoordig Gewis veel verder staan. IX DE LIMBURGSCHE KEMPEN zouden ze ook veel verder staan als ze die 200 duizend hectaren heide grond eens hadden laten bewerken door de gevangenen. In Amerika wor den de gevangenen gebruikt om stra ten en banen te maken, om bosschen te ontginnen, enz. Nog zoo slecht niet uitgepeisd, zegt Marenta... dan zijn ze toch voor iets goed, terwijl ze nu maar centen kosten aan de belasting betalers. 't Schijnt dat er nu een com missie is benoemd die er voor gaat zorgen dat al die dorre hei in de Kem pen in vruchtbaar land wordt herscha pen. Daar zal 500 miljoen voor van doen zijn. Vijfhonderd miljoen nikke len franken dat is maar 33 miljoen gulden, of 12-miljoen dollars of 3 mil joen ixwnd sterveling.'n -.Bagatelleken. Ik heb aan die commissie laten weten dat als ze geld te kort hebben, ze ge rust naar mij mogen schrijven. Ik heb nog enkele honderden miljoen dispo nibel. Maar 't zijn slechte marken van na den oorlog. IN MOLL, een ge meente in de Antwerpsche Kampen, heeft men verleden week een giftige slang gevangen. Hoe dat beest daar geraakt is, zal wel een niysterie blij ven. Meester Krijtmans vertelde in de school dat de slangen zich enkel krui pend kunnen voortbewegen. Geef mij eens een voorbeeld van een kruipdier... Nelis... En Nelis zei zonder haperen: ons klein Eransken, Meester. En kruipen voor de grooten En kruipen voor het geld. 't Is dat wat tegenwoordig Hier nog het meeste telt. En hier een. waarheid die telteen zwarte koe geèft witte melk het zout water van de zee, geeft zoete visch zoete meisjes trekken zure zichten. MME DAT OOK EEX zuur gezicht trok, dat was die tafelgast in. een.spijs huis te Brussel waar ik gepasseerde week ging eten. De vent bracht mij een teiloor tomattensoep. Garqon, zet ik, ik en kan die soep niet eten. De man nam de soep weg en bracht mij een teiloor boel jon. Gargon, zei weer,- ik kan die soep niet eten. Toen, haalde hij een telloor ajuinsoep. Gar den, zei ik opnieuwik kan die soep niet eten. Maar mijnheer, zei de kerel, de andere kalanten kunnen die soep wel eten... ze zeggen zelfs dat het lek kere soepkens zijn... Dat is mogelijk, antwoordde ik... maar ik kan ze niet eten...En waarom niet? Zijt ge mis schien ziek? Toch niet... maar... ik heb geen lepel... ZATTEKULLEKEX had een stuk in kraag en hij had een agent van politie uitgescholden en gezegd ge zijt een varken. Zattekulleken moest voor ineneer de Zjuze komen en hij kreeg e'en boete'van 175 frank. J a f maar meneer de Zjuze, zei Zattekulle ken. voor den oorlog kreeg ik voor 't zelfde feit maar een boete van 5 fr. Dat kan wel zijn, zei de Zjuze maat* ge weet dat het varkensvleesch sedert den oorlog fel is opgeslagen. Ja, ja, het is geen lachen 't Vleesch van het vette zwijn Zal weldra mijne vrienden Schier niet meer kooplijk zijn. De beenhouwers zeggen dat er om trent geen varkens meer te vinden zijn. Vierpootige wel te verstaan, want tweepootige zijn er genoeg, 't ls vol doende dat ge ne keer op reis gaat om te zien met welke varkensmanie- ren sommige menschen reizen: Vloeken slechte praat vertellen Slechte liedjes en zoo voort 't Is wat men in zekere treinen Tegenwoordig veèlal hoort. Afgeloopen voor vandaag. Christen Vlaming zij uw naam Houdt dan hoog uw eer en faam; En met vriend, vriendin of gast Breng den Zondag door lijk 't past. 't Manneken uit de Maan. Verleden jaar stichtte het gouwbestuur van West-Vlaanderen, zooals men weet, een vijf- jaarlijkschen prijs, opvolgenlijk voor Let terkunde, Beeldhouwkunde, Schilderkunde, Muziek en Bouwkunde. Uit jaar kwam dus eerst, en voor het eerst, de Letterkunde aan de beurt. Op 17 Juli 11. vergaderde te Brugge de Jury, waarvan deel uitmaakten o. rri. de H. H. Prof. Dr Jul Persyn, Styn Streuvels en Prof. Dr Aug. Vermeylen, belast de me nigvuldige ingezonden dicht- en prozawerken te keuren, om uitspraak te doen. Zijn keuze viel, voor den eersten prijs, op het proza werk: t'Onzent, in 't Westlanddoor HERM IN EECKEL, hetwelk zulke uitzon derlijke gaven vertoonde, dat het ook dade lijk de eenparigheid der stemmen verwierf Een tweeden prijs werd den Heer Urb. Van de Voorde toegezegd, voor zijn dichtwerk «Het donkere vuur». Dees week bekrachtig de het Gouwbestuur de beslissing van den Jury, en werd dus officieel, voor den eersten maal den vijfjaarlijkschen prijs voor Letter kunde van West-Vlaanderen toegekend. Het werk bekroond met den eersten prijs in. een epos in proza, dat de ziel bezingt van het Westland een eenig werk en het werk van een meester 's Schrijvers naam, echter, «HERMIN EECKELis een deknaam getrokken uit onze geschiedenis, zijnde de naam van een edelen burchtheer uit het Westland, in de jaren 1300: een historisch of legendarisch fi guur waar H. Conscience van gewaagt in zijn Leeuw van VlaanderenHet is de dek naam niet van een beroepsletterkundige maar van een welbekend voorman uit onze Vlaamsche Wctenschappeliike wereld! Ook, indien het eènïgsztns verwonderen mag dat het Westland, hetwelk tusschen al onze Vlaamsche gewesten niet enkel den rijksten taalschat en de rijkste beeldspreuken, maar bovenal misschien het best van al de zuivere Vlaamsche traditiën heeft weten te bewaren, zoolang op den zanger zijner ziel heeft moe ten wachten en zoo het nu blijkt heeft het er niets bij verloren, integendeel niet min zal het verwondering wekken dat een onzer vooraanstaande wetenschapsmenschen, on danks zijn overweldigende ambtsbezigheden en wetenschappelijken arbeid, ongerekend daarbij nog het helpen stichten en steunen, met woord en m'et daad. van «al wat den volke goed is om Hiawatha's woord te gebruiken toch nog den tijd heeft weten te vinden en de noodige frischheid en vinnig heid van geest, telkens na een zware dag taak, om, op enkele maanden, bijna op en kele weken tijds, een zuiver letterkundig werk van zulken omvang dit epos be draagt 550 getypte bladzijden en van zulke uitzonderlijke gehalte te scheppen, dat hem. gisteren nog'een onbekende in de letterkun de, nu, en in eens, een vooraanstaande plaats ook in de Vlaamsche letterwereld ongetwij feld zal verzekeren. Verrassend ook zal het zeker zijn, voor velen in Vlaanderen, dat iemand, die reeds, en te recht, zulk een ge waardeerden naam in de wetenschap ver overde, nu, op dien leeftijd nog, en met zulke bedrevenheid en met zulke jeugdige geest drift, dezen, kunstperel aan zijn kroon wist te zetten Indien men gerust beweren kan dat om ver schillenden reden, Herwin lieckel, in letter kundig opzicht eenig verwantschap vertoont met den Franschman Jules Renard, met den franschschrijvcnden Belg, André Baillon, met den Pool Ladislas Reymont, verwantschap vooral met de Ieren: Seumas Mac Manus, Louis Walsh, Lynn Doyle en James Stephens, en bovenal de Scandinaviers, met den Fin- lander Linnankoski, toch is hij steeds, en eerst en meest zich zelf op en .top. tot in het diepste van zijn hart en tot in de fijnste top I pen van zijn kunstenaarsvingeren,, een ras- echte Vlaming die, met een wondere vaardig heid, de ziel van zijn eigen volk weet te ver tolken, het volk van ons Westland, en ze te zetten in een zuiver Westlandsch atmos pheer, dat men waren voelt over elke blad zijde en langs eiken regel van zijn werk. Taalkundig is schrijver en het was hier een vereischte bijna ongetwijfeld een gees teskind van Guido Gezelle, wiens jeugdige medewerker, namelijk voor zijn «Loquela» hij reeds was als schoolknaap nog in het leergesticht. Ook wij kunnen best aannemen dat hij de bekroning van dit werk, de klok ken jubelen zullen in Biekorfhet taal en letterkundig tijdblad van Westvlaanderen dat zoo standvastig den arbeid van den meest genialen onder zijn medestichters voortzet en zoo trouw, al deze lange jaren, den geest en dc overleveringen naleeft en bewaard heeft van dezen dien ze, met diepen eerbied, steeds heeten «Heer en de Meester Guido Gezelle Het ligt niet in onze bedoeling hier, met ilit kort bericht, een grondige bespreking te 1 wagen over het bekroonde werk t'Onzent in 't Westland die, ten anderen, voorbarig wezen zou en ontijdig. En wij laten dat ge rust over aan de vakmannen, eens dat het boek zelf zal' verschenen zijn. Een enkele vluchtige en zeer algemeene indruk, na het lezen van het handschrift opgedaan, zal hier voldoen. Eh wij vergenoegen ons dus' met te zeggen dat het bekroonde epos getuigt van een zeer bedreven vaardigheid in het letter kundig ambacht, van een ongemeene zielen kennis, van een uiterst scherp waarnemings vermogen, van een allerrijkste woordenschat en machtige beeldspraak, die velen in ons land verwonderen zullen, niet min dan ',s schrijvers allerkostelijksten humor en, bovenal, zijn' allesoverweldigende rvthme, een eenig voorbeeld misschien hij ons. En het gevolg is dat dit epos de drie kunstvormen, als het ware in een werk verecnigtde beeld houwkunde door zijn machtige plasticiteit, de muziek door zijn rijk rvthme en de let terkunde door zijn eenigen woord- en beel denschat Gemeeiischapskunde moet ook dit epos heeten, in den volsten zin des woords, daar hét deze zeer zeldzame gave vertoont, in staat te zijn den gewonen man te boeien en te verruk,een, en tevens en ter zeiver tijde den meest kieskeurigen en den meest fijn- zinnigen onder de letterkundigen in begees tering te volvoeren. Met beelden uit ons Westland, als waren zij met den beitel uit steen gehouwen, staat het werk volPaster Vermote Juliet je», 't Heilig Vrouwtje», Zulina «De Mooie Meiden zoo meer, zijn typen die bij ons leven zullen blijven, tot zelfs, onder De Viervoetige parochianen», «Nandje», «Het Ezeltje dat den Beéweg deedwaardoor l'Ane de Daudetver-weg in den schaduw gezet wordt. Minderwaardige bladzijden kan men in dit bekroonde epos bezwaarlijk vin den. Wel vindt men er sublieme bladzijden het woord is niet overdreven zooals deze over moederweelde wa'arvan men moei lijk, en te. vergeefs zelf de weerga zou gaan zoeken, even in de buitenlandsche letter kunde. Geen wonder, dan, of zijn de enkele fijn proevers en bevoorrechten die schrijver uit zijn werk, in privaten kring, hoorden voorle zen, een en al in bewondering en geestdrift. Een paar letterkundigen hadden naast de Jury. gelegenheid het geheele handscrift te lézen, nl. de heerLode Opdebeeck, die aan schrijver zijn indrukken mededeelde, waaruit wij met zijn toelating, volgende knippen: Ik heb uw 'epos* van 't -Westland gelezen. Hef is een meesterstuk van vertelkunst. Ik ken niemand in Vlaanderen die zoo Wanneer nien het werk in eenen adem leest wordt men echter overdonderd! Er is bijna ^eel moois! En wat een geestdriftUw klare bergstroom sleurt alles mede van de allerhoogste hoogste en uw muziek en uw rytlune zijn door niets te bedwingen. Wat een jeugd, wat een schoonheid... De geniale muur van het Westland staat nu vol met uw typen, 't Is een reusachtige schilderji! Een fresco van weeldrige kleuren... En, anderzijds, wat een humor, wet een kinder lijke eenvoud, naast Rubensiaansche kracht en uitspattende kleuren... ProficiatDriemaal, dertigmaler profici at Dit moge volstaan, om een gedacht van de waarde van dit werk te geven. Denkelijk, naar wij vernemen, zal t'On zent, in 't Westland nog dit jaar verschijnen gaan in druk. Ongetwijfeld men hoeft daarom geen waarzegger te zijn om dit ge rust te mogen beweren ongetwijfeld gaat het een grooten bijval te gemoetHet zal het boek van het jaar zijnzooals men pleegt te zeggen, dat minstens zooveel ophef maken zal. als weleer de eersteling van Streuvels Lenteleven als Pallieter van Timmerman, als De Witte» van Ernest Claes, elk op zijn eigen wijze natuurlijk. Ook al wie iets of wat voelt voor Vlaamsche let terkunde niet enkel in West-Vlaanderen en in het Westland, waar er geen mensch is, zoo men zeggen mag, die dit werk niet lezen 'zal, van hoog tot laag, van klein tot groot, en waar zelfs, dank plaatselijke onbeschei denheid en dank nu vooral de officieele be kroning, het verschijnen van «het boek over het Westland» met ongewone belangstelling te gemoet gezien wordt maar over gansch Vlaanderen en over de gansche "Nederland se he Spraakgemeente, eenieder, die iets of: wat met letterkunde begaan is zal dit boek bezitten willen om het te lezen en te herle zen, en nu en dan, later en nog, enkele blad zijden er van te kunnen genieten, waar ook het boek openvalt, genieten, in roerende stilte en in verrukkende zaligheid, een zuiver kunstgenot! Want elke bladzijde levert hier nog eens het bewijs dat a thing of beautj-, a joy for ever is. Want t'Onzent, in 't Westlandis een werk, waarvan de Fransche kunstkenner Frederic Lefevre, zeggen zou: «un livre de chevet, qu'après avoir lu et relu encore, il faut sïroter et encore siroter, page par page, même et surtout a ses heures noires. pour en laisser, soudre lentement et en cueillir en§uite. goutte a gout te, au fond de lame, toute la beauté juvenile et intrinsèque: une beauté qui exalte jusqu'aux plus calmes et qui enthousiasme jusqu'aux plus indifférents». N. S. Wij mee nen geen onbescheiden heid te bedrijven noch een geheim te ver klappen vermits het toch bekend zal moe ten worden met die officieele bekroning indien wij hier vermelden dat de schrijver «HERWIN EECKEL» niemand anders is dan Doctor II. Allaeys van Antwerpen, die al woont hij reeds zoo lang langs de Schel- deboorden, toch nog en steeds met zijn hart in het Westland, zijn geboortegrond, bodem- vast is blijven ankeren. Op elke bladzijde, langs eiken regel kan men daar het levende bewijs van vinden in zijn hoek, dat hij meer met zijn zinnend hart heeft geschreven, dan wel met zijn vaardige'pen. Trouwens, dit is ook het eenige middel om groot werk, om blijvend kunstwerk te leveren. E. L. Brugge. 2" N. S. Dc schrijver van het nu be kroonde epos over de ziel van ons Westland, Dr H. Allaeys van' Antwerpen, is, zooals iedereen hier in de streek weet, geboren te Mroestcn en oud-leerling van het Pope- ringsch Collegie Ook, daar 'n zal geen mensch in geheel de streke., in geheel het Westland, geen enkel, wezijn er van overtuigd, die dat wonderboek over ons eigen volk, ons. eigen voelen en denken hier, niet 'n zal willen lezen en be zitten. Van als het hoek verschenen zal zijn, rond Nieuwdag, zal het te koop zijn op cfe buree- len van De Poperinghenaar n Ter gelegenheid van den bijval door Dr Allaevs behaald, schrijft Het Handelsblad van Antwerpenvolgeend lofartikel. Wij zijn verheugd dit te kunnen overdruk ken. De vijfjaarlijksche, door den West-Vlaam- schen Gouwraad uitgeloofden prijs voor let terkunde, werd, zooals wij in ons nummer van /.omlag 1.1. meldden, geschonken aan Dr H. Allaeys, den sinds zoo lang te Ant werpen gevestigde» geneesheer. Woesten is de geboorteplaats van mijn vriend Dokter Allaeys. Ik moet u eerst zeg gen dat hij een heerlijke en eerlijke kerel is en een letterkundige van groote verdienste. Van kindsbeenafaan scharrelde hij wat op het kerkhof, ontcijferde de opschriften en leerde op deze macabere manier de letters. De liefde voor de dooden en het verleden is hem bijgebleven, heeft zich in zijn groot harte vastgeklonken. Krijgt het er uit! Niet noodig, zal hij zeggen. Er is veel tegenstel ling in de menschen. Ge zoudt zeggen dat iemand die zooveel tusschen de grafzerken verkeerde 'n triestegaard moet zijn. Ge zijt er wel mee. Allaeys is de verpersoonlijking van wat men noemt een humorist. Daaren boven een Vlaming gehouwen uit graniet, Hij was het toen, hij is het nu, zal het blijven door al het wee en de vreugde des 'levens. In zijn lachenden kop staan twee wonderbare zoete, grijsblauwe oogen. Een zware vent, met een stap als een monument zooals er zoovelen zijn ginder, bachten de Kuppe. Ik ken hem sedert lang. Hij werkte 'mede aan «Vlaaamsch en Vrij». Sinds is hij gegroeid en een heele haas geworden, zoo ;literair als wetenschappelijk. Zijn kunst vloog ver over de grenzen. Maar zijn hart, zijn hart is «JOnzent» geblevqn. 1 Van jongsafaan had hij alles wat leeft en roert in de gaten, vanaf den graaf, den pastor, den schaapherder, tot Clette ,de too- verheks, toe. 'al de typen waaraan iets eigen aardigs is. En daarbij huizen, dieren, ge beurtenissen. Allaeys in zijn wonderbaar hoek van het Westland heeft zich veropen haard als een schrijver van allereersten rang. Wij hebben vele vertellers en poëten in WestvlaSnderéti, gehad: Gezelle, Verriest, Streuvels, De Gheldcre, Huys, au Hee, Le- roy, Callebert, De Bo, Wolf, enz., maar ik meen dat Herwin Eeckel, waaronder de dokter zich verschuilt, allen den haard gaat af doen in vertelxunst. «t'Onzent» is het epos van zijn dorp. Alles en allen wat te Moesten is gegroeid en heeft geleefd staan daar op een rij, hond en kat zijn niet ver geten, en Allaeys beziet het met zijn literair doktersoog van binnen en van buiten. Hij ontziet zq niet te borstelen en te beschrij ven met htm zwakheden, gebreken, deugden en alles wat er roert in en om hen. Zoo ken nen wij hun uitzicht, krijgen wij een kijk in den ketel hunner grillen, betrachtingen, hun lasten, hun lach en hun schreien. Als een Westvlaming, een Zondagsch Westvlaming, boetseert Allaeys en hij klapt, hij vertelt, ver telt, vertelt, in één adem, in een stormwind, een orkaan, een tornado, voortvarend als een eerste jonkheid, als een schilder met het vermiljoen zijner roodé kleur, als een beeld houwer met den scherpen beitel waarmede hij de stukken om zich heen klieft, tot het marmer leeft in treffende gelijkenis; als een krater waaruit vuur en vlam en brandende assche vliegen, als een poëét z'óo lief, teeder en soms zoo zacht weemoedig; als een spui ter die het garrewoord en het lief in het le ven en den lach voor het eerst en het beste neemt. Vlijmend en raak en steeds altijd ,ten gepaste, zoo is de kunst van Dr Allaeys. Daarenboven jongleert hij met zijn gloed vol Westvlaainsch gooit de schoonste woor den onzer rijke taal te grabbelen met volle smeten. Het is één jubel, één weelde. Een ongemeend schat. Dit werk vol diepe ziels- ontleding is ingekleed met zooveel liefde en kunstvaardigheid dat het een blijvende ge tuigenis zal zijn van den rijkdom onzer Westvlaamsche taal. Ondanks dit Vlaamschzijn in merg en in been, dit laamsch denken en Vlaamsch voelen is hij een man, zooals Vermeylen, vijf-en-dertig jaar geleden, van de Vlamin gen droomdeEen Europeaan, een wereld burger. Dr Allaeys is door zijn wetenschap de gansche geleerde wereld door gekend, geëerd en gewaardeerd. Hij spreekt en schrijft een tiental levende talen. Een der beroemdste geleerden getuigde' een tiental jaren geleden, van hem, dat hij een der grootste mondartsen van de gansche wereld is. Ue Italianen noemen hem Illustre Fla mingoToen hij te Rome, tijdens het inter nationaal congres, dat door honderden spe cialisten werd bijgewoond, voor de vuist een redevoering in de taal van Dante uit sprak, liep de leider der Italiaansche ge- 'neesheeren prof. Rovida, op hem toe en kuste hem op beidewangen, uit geestdrift en uit bewonderingle baccio in nome de 'tutta l'Italia!» (Ik kus u namens gansch Italië). Zijn kunst, zijn wetenschap en taalkennis, zijn onvermoeibare levenskracht en verba zende werkzaamheid, brachten hem in de eerste en de hoogste plaats in zijn vak. Finland, Hongarije, Italië, Frankrijk, En geland, de Vereenigde Staten huldigden hem, benoemden hem tot voorzitter of tot eerelid hunner academiën, enz. Ik ga u hier geen droge titels en data aanstippen, elders zal ik meer ruimte en ge legenheid vinden om een volledig beeld van dezen uitstekenden Vlaamschen geleerde te geven. Ik wil hier thans maar alleen aan- toonen hetgeen hem in onze oogen verdien stelijk maakt naast de kracht van zijn me dische kunst. En daarom wijzen wij vooral op zijn liefde voor ons land, voor zijn West- Vlaanderen, waarvan hij een kind is en gebleven, voor zijn taal, die, goudrood in hem, met zijn kostbaar bloed al de uren van zijn leven met muziek vervult. Hij is een onzer beroemdste filologen. Het ontcijferen der grafschriften in zijn geboortekerkhof, was de intuitieve aanleiding, de bron van zijn taalkundige liefde. Hij was nog niet ten volle dertien jaar toen hij met Guido Gezelle correspondeerde, en volgens de getuigenis van onzen grooten dichter zelf. een der gevierdste medewerkers van Loquela werd. Als schoolknaap nog wisselde hij met Gezelle honderden brieven, over de beteekenis van gevonden woorden in het bijzonder en folklore, en woordentekst in het algemeen. Rodenbach had de West-Vlaamsche jeugd in laaie gezet. In de warmte van die vlam men gedijde onze Allaeys. Hij was te Pope ringhe in het college, en streed den strijd der Blauwvoeten mede. Met Gezelle moest hij in het geheim schrijven, 't Vlaamsch was uit den booze. Peis ne keerEigen taal, eigen voeling, eigen waarde, eigen wijze diende men te verloochenen. Waar en wan neer is ooit een volk ter wereld zoo getrapt geweest in zijn innerlijke gevoelens? Allaeys stond te Poperinghe aan het hoofd der rebellen die men De Vlaamsche Kei koppen noemde en die een maandblad De Keikop uitgaven. Zij vergaderden in 't diep ste van een achterkamerke eener herberg om... niet verraden te worden! Allaeys heeft zijn Vlaamschgezindheid met de moedermelk ingezogen. Hij is flamingant van den huize uit. Zoo zijn doktersleven ge vuld is geweest met wetenschappelijk werk hij werkte o. m. aan zes en dertig tijd j schriften mede toch bleef zijn innigste, zijn zielelied voor de Vlamingen. Het door den Vlaamschen Gouwraad bekroonde werk, waarvan ik hierboven sprak, schreef hij in de twee laatste jaren, na zijn zestien-achtienurigen daagschen ar beid. Het is een begin, voor dc toekomst ligt er heel wat gereed tot roem van zijn volk in opstanding. Toen ik onlangs den heropgebouwden toren v.an Woesten bekeek, dacht ik aan mijn vriend, die zich tijdens den oorlog voor zijn land zooveel heeft opgeofferd en die 1 door ontelbare gekwetsten, die hij met vaar dige en liefdevolle hand weder tot normale menschen heeft gevormd, op dé handen wordt gedragen. Want Weet dat Allaeys deeerste dokter was, die aan het front onze soldaatjes ver zorgde. Hij verbleef in vacantie te Nietiw- i poort-Bad toen de oorlog uitbrak. Men wierp hem met honderden gekwetsten op den hals. I Geraakt er maar doorDag en nacht was hij I te been tot hij het een week volhield en toen als een lor moest gaan liggen. De wereld mag afbra-ndenzei hii, maar ik ga slapen, ik ben op, o.p.op. Hij legde zich te-feed en sliep als een st-eeu. Ondanks het verbod kwam men hem te mid den van den nacht, wekken, Brommend stond hij op en vroeg wat er aan de hand was. Kom spoedig, dokter, zei men hem, de aalmoezenier bloedt dood. I De dokter schoot zijn kleederen aan en liep half bedwelmd nog, met den bode mede. Plots davert er een schot. Het eerste Duitsch kanon werd op Nieuwpoort-Bad af gevuurd en kwam in de dokters kamer te- recht, vlak in liet bed, dat hij zooeven had j verlaten, de muren scheurend en alles in I gruis leggend en in morsel wat zich levend in het hotel bevond, 42 dooden. Wonderbare ontsnapping! De dokter vond den aalmoezenier niet dertig kogels in zijn lijf, een granaat had zijn lichaam doorzeefd. Een zijner voeten waS als een teems. Aam- puterhad men guilder ver bevolen. Maar, met geduld van een Benediktijner, de liefde van een Samaritaan en de kunst van zijn hooge wetenschap, heeft Allaeys, den ge kwetste doorpeilt! met zijn lancetten, het gruwbare verwijderd, de splinters te voor schijn gehaald. Uit den doorboorden voet. spitste hij, op vijftien centimeter diepte, den lap eener kous. Niets te ampuleeren, had .de dokter gezeid. Hij heeft den priester er door gehaald die thans gaande en staande is als u en ik, ge zond als bliekske en den man zegenend die zich geen moeite, geen geduld spaarde om te redden .wat nog menschelijker wijze te redden was. En de 'dokter wist dat hij een patient be handelde wiens vader zijn familie veel leed berokkende. En dit te weten heeft zijn taak vol liefde gewijd. Edel ïpènsch. Gelukkig dat al het schoone dal te Woes- ten vernield werd, niet voor ons volk ver loren is. In t hoek van dezen kunstenaar zal het leven uit het Westland te eeuwigen dage vastliggen en in zijn persoonlijke gesteltenis blijven leven. G. RA AL. 18 Z VI. Bedev. naar den Yzer. II. Helena. 19 M Gelukz. Ludovicus Flores van Antw. 20 D H. Bernardus, abt en kerkl. 21 W II. Joan. Franc, de Chantal, wed. 22 D H. Timotheus en Apollinarius, mart. 23 V H. Philipp. Benitius, b. H. Zacheus, b. 24 Z H. Bartholomeus, apostel. «BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBSaBBBBBBBBl PP 4^,,' WbU'' mm h'rA? m - I cG'- rfiWhSy •fx-ha'. iÉtll nit'-ste 1 E h >-~ï- 1. Middelbare Af deeling', 4 studiejaren. 2. Voorbereidende Afdeel, voor Hoo- gere Leergangen, 4 studiejaren. 3. Hoogere Dagafdeeiing, tot het vor- ïfien van Ingenieur, Mecanicien, Electricien. Toezicht van Regeering, Provincie en Diocesaan toezicht. Jongelingen die op Middelbare School, College of Atheneum gestudeerd hebben, kunnen overstappen, in 2", 3" of"4è studiejaar der Middelbare Afdeeling. Vraagt Prospectus. Gasthuisstraat, Poperinghe. ZONNEBEKE, maand Juli 1929. Geboorten. Lemahieu Ivonne, d. v. Mi cliel en Bataillie Margaretha. Petillion Julia, d. v. Henri en Vangheluwe Irma. Titeca Georgette, d. v. Gaston en Yandewiere Adronie. Cruydt Irène, d. v. Jülieiv en Schaessens Julia. Vandecasteele Rdger, z. v. Odile en Collez Maria. Yandenberghe Raphael, z. v. Alphonse en Yerfaillie Mar garetha. Callens Henri, z. v. Emeric en Bouckaert Augusta. Quatanne Anaïse, d.v. Julien en Gheysen Julia. Kesteloot Henri, z. v. Cyrille en Vandepitte Marie, Devol- der Marie, d. v. Gaston en Vancammelbeck Jeanne. Overlijden. Robaeys Lucia. 85 j.. wed. v. Denorme F'rederic en Swyngedouw Henri. w Huwelijk. Oda Marcel, fabriekw. niet Claerebout Marie, fabriekw. ALVERINGHEM, maand Juli 1929. Geboorten. Simonile Debouver, d. v. Carolus en Madeleine Yandoorne, Jean- nette Danneels, d. v. Leopold en Felicie Vandamme. Sterfgevallen. Lucie Yandeiibussche, 71 j.. werkster, echtg. v. Petrus Busschaert. Bertlia Depuydt, 19 j., dienstmeid, ongeh., Yirginie De Grave, oud 82 j., kostgangster, wed. v. Carolus Vanpeperstraete. Huwelijken. Maurice Derycke, landb. te Leysele en Josephine Heughebaert, landb. te Alveringliem. Firmin De*Gans, schipper te Yeurne en Hlisa Mabieu, dienstmeid te Al- veringhem. WATOU, maand Juli 1929. Geboorten. Vanhee Daniel, z. v. Bruno en Gabrielle Desmet. Deroo Gilbert, z. v. 'Omer en Julia Cnaepelynck. Overlijdens. Rousseii Henri. 81 j., wed. Eugenie Ducouran. Thoré Eugenie, 85 j., wed. Edouard Berquin. M'agemaker Jozef, 16 nl., v. Emiel en Adrienne Lanoo. Casier Yalère, 20 j., dngeli. Yitse Martha, 29 j„ echtg. Désiré Lorio. Huwelijken. Catrycke Robert v. Pope ringhe en Cordenier Maria v. Watoii. De- coopman v. Meteren en Jansen Maria v. Wa toii. Vanexein Marcel v. Rousbrugge en Wils Julia v. Watou. Huyghe Georges v. Poperinghe en Ryckebosch Martha v. Watou. VLAMERTINGHE, maand Juli 1929. Geboorten. Vahdevoorde Robert, z. v. Jerome en Martha Recour. Provoost Ro ger, z. v. Louis en Maria Raekelboom. De- jonghe Remi, z. v. Karei en Elisa Dewilde. Gryson Willy, z. v. Henri en Suzanna D'Alleine. Bruneel Gilbert, z. v. Maurits en Magxlalena Debruyne. Pattyn Joseph, z. v. Alois en Margaretha Bouve. Bonte Germain, z. v. Usmar en Malvina Vanden- bulcke. Overlijdens. Crombez Emiel, 76 j., z. b., wed. v. Adelajda Vernieersch en echtg. v. Eudoxia Billiau. Debreuck Gerard, 6 m., z. v. Honoré en Felicitas Hoflack. Dehuys- sere Honorius, 74 j., iandw., echtg. v. Amelia Soenen. Huwelijken. Cyrille Fauvart. fabriekw. te Zonnebeke en Celina Beele, fabriekw. Henri Matton, wagenniakersgast te Bisse- ghem en Martha Truant, werkster. door het koopen van loten der Verwoeste Gewesten. betaalbaar door kléine stortingen vanaf" 9 fr. 50 per maand. Vanaf de eerste storting neemt gij deel aan al de trekkingen. Bij geval van uittrek king vaa uw lot, zal de gansche premie u toebehooren. Ieder jaar zijn er 32 Trekkingen, 233 loten, worden uitgetrokken voor een totaal van De volgende trekkingen zullen plaats heb ben op 10 Aug. 1 lot van 250.000 fr. 2 loten van 100.000 fr. op 20 Aug. 2 loten van 100.000 fr. 3 loten van 50.000 fr. 15 loten van 10.000 fr. op 1 Sept. 1 lot van 250.000 fr. 1 lot van 100.000 fr 3 loten van 50.000 fr. op.. 10 Sept. I lot van 500.000 fr. 2 loten van 100.000 fr. op 20 Sept. 1 lot van 500.000 fr. 1 lot van 100.000 fr 3 loten van 50.000 fr. Voor alle inlichtingen wendt U tot de Naaml. Maat., Beursstraat, BRUSSEL. Of bij Juffr. Simone Lansens, Post, Vlamertinghe.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1929 | | pagina 5