ZONDAG 5 JANUARI 1930. WEEKBLAD t 35 CENTIEMEN 27 JAAR. N I. n„„ Notarieel-, Annoncen- en Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. 1 Wie inlichtingen begeert over aankondi- Telefoon Nr t. - Uitgever: SANSEN-VANNESTE, Poperinghe. - Postcheck Nr 15.570. V,CT' - nader Frans es HE kieiai briefschrijver Dr Brsilsasfl in ds Hamer ONZEN EIEREN-UITVOER. Boesinghe. Gouden Bruiloft 26-12-29 Uit hst Volksleven 1:8 socialistische üatslükheid MO faoBSüresB MELOTT^" Ont oomers MELOTTE, N. V. g REMICOUFiT s s Politiek Ov/e^zieht Abonnementsprijs per Jaar: In Stad: 17 fr. In't Land: 18 fr. I Jf' (per post) I frankrijk: 35 fr. Congo: 35 fr.j Andere landen40 fr. TARIEF: Kleine Berichten: 1 fr. per reek minimumprijs per mlassching: 4 fr. Postabonnenten in Beigie die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hun bedient, en niet aan on*. 3 gingen, wordt verzocht een postzegel voor Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Donderdag noen ingezonden worden Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. TARIEF Notarieele Verkoopingen: 90 cent. per gewone regel. Annoncen: Prijzen op aanvraag. (Naar Fr. Hattler.) Een Buitsch dichter heeft ons het schoone (woord geschreven I Wat soms geen wijze vindt, Doet in zijn eenvoud 't kind. Zulk een vroom, eenvoudig kinderlijk ge- Imoed bezat de kleine Louis. Hij was pas zes jaar en kon lezen noch schrijven, toen hij het besluit maakte aan de Moeder Gods een brief te sturen. Hoe is hij op hét denkbeeld gekomen en wat heeft hem daartoe bewo gen? Hij heeft eens hooien vertellen van Hl arm k'.ór' dat In "ij..,oei »n brief ge fcnden had aan Gód dén Vader in den hemel en dat hem daardoor goeds is wedervaren, bij werd uit zijnen grooten nood verlost. En ook de kleine Louis bevond zich in grooten nood Louis had weelderig blond haar als zijde ïoo zacht; een paar groote, blauwe oogen, die vaak rood van 't schreien waren; zijn (aangezicht bezat iets edels en hij was zoo blank en fijn van vel, als kinderen van ar moedige ouders zelden zijn. Hij droeg een broekje dat op de knieën was doorgesleten; een buisje van fijne snede, maar waar van boven heele lappen naar beneden hingen; ban zijn linkervoet had hij een laarsje en ban zijn rechter een schoentje, aan beiden ontbrak de hiel; het schoeisel was veel te lang en veel te wijd en liet van voren de teenen zien, terwijl er overal gaten in waren. Hij had het zeer koud en leed grooten hon ger. want het was winteravond en Louis had in langen tijd niet gegeten, toen het denk beeld in hem opkwam een brief aan Onze Lieve Vrouw te zenden. Maar hoe zou hij dat leveren, daar hij geen letter kon schrij ven? In de nabijheid van het huis waar Louis zijn kamer had, woonde een «schrijver». Het was een oude knorrige soldaat; vroom kon hij nu juist niet genoemd worden, maar (toch was hij niet slecht. Hij was uit den niet zoo verminkt thuis gekomen dat hij onder de invalieden kon opgenomen wor den. Daar hij arm was en zijn pensioen niet groot genoeg om van te leven, verdiende hij den kost met voor anderen te schrijven; brieven, verzoekschriften, sollicicaties, aan giften en dergeiijken. Louis had deze man dikwijls genoeg van de straat af door de verweerde ruiten zien zitten en vernomen wat hij deed. Hij wendde left ten andere tot den oud-gediende, om sijn brief te laten schrijven. Hij trad bin den en zeide: Goeden dagIk kom voor mij een brief Jie laten schrijven. i Twee sous, gaf Père Francoiskort prt/*-fkryrr} TV aoemde zich met fierheid vader Frans Toen de kleine dat twee sous hoorde, 'U hij zijn mutsje hebben afgenomen had (jij er een opgehad; nu zeide hij enkel: O, eem het mij niet kw-alijk! trad bescheiden rug en begaf zich naar de deur. Vader Frans had het aardig voorkomen van den kleinen kleuter opgemerkt en vroeg Leg, kleine, zijt ge een soldatenkind? Neen. antwoordde Louis, ik ben het find van mijn mama, die heelemaal alleen Mont. Ja wel, dat kennen we, zeide de schrij ver. En hebt ge geen twee sous? Zelfs niet een centiem. En uw moeder natuurlijk ook niet, hé? Nu ja, ik begrijp het. Het moet zeker een brief zijn om wat eten te krijger., hé? Ja, precies, gaf Louis ten antwoord. Ku welaan! om 'n regel of tien schrift ta een velletje postpapier zal ik niet armer Korden. Kom maar binnen. Louis trad weder binnen. Vader Frans neemt een biad papier, doopt zijn pen in den inkt en schrijft met sierlijke letters aan het hoofd van het vel: Parijs, 17 Januari 1857. En vervolgens iets meer naar onder: Zeer leachte. Hoe wordt hij betiteld? Wie? vroeg Louis. Wel, die mijnheer, sapristi! Welke mijnheer? Hij die u dat éten zal verschaffen. i Nu begreep Louis wat de oud-gediende nedoêlde en zeide: Het is geen mijnheer. Ha, zoo! Dus eene dame? Ja, neen, hoe moet ik dat uitdrukken? Duizend bommen en granaten! foeter- !e de soldaat, ge weet dus niet eens aan 'ie ge schrijven wilt? O ja, dat weet ik zeer goed! zegt het ditdje. -- Welnu, zeg dan op. gauw wat! Louis kreeg een kleur tot over zijn ooren. jfet gaat trouwens zoo gemakkelijk niet, zulk «Q brief door openbare schrijvers te laten 'Psteiien. Maar het angstige jongske raapt zijn moed bijeen en zegt -- Ik wil naar Onze Lieve Vrouwtje schrij- 'en. Vader Frans lacht niet. Hij legt de pen ieder, neemt de pijp uit den mond en zegt ïüsüg en streng: Kleine ik hoop niet, dat ge met een 'W-soldaat als ik ben. den spot wilt drijven. »i zijt te klein om u een oorveeg te geven, -^aks-om! Marsch! De kleine Louis gehoorzaamt en keert zich bedaard doch verdrietig naar de deur. Het ra van die beweging doet den ouden ijzer vreter toch leed; hij oogt hem na en mom- feit: Voor den donder! overal niets dan 'Uende in dat Parijs! En luide: kleine, hoe ieet gij? Louis. Hoe nog meer? Niets anders dan Louis. Vader Frans voelde dat hij weder kregel ;e?on te worden; hij bedwong zich echter, aaide zijn schouders op en vroeg: En wat wildet ge nu aan Onze Lieve 'rouw zeggen? Ik wilde haar zeggen dat mama sedert listeren namiddag vier uur slaapt, en of zij goed wil zijn haar wakker te maken, Var ik het niet kan. De oude soldaat voelt, dat het klamme Weet hem uitbreekt, want hij vreest den leine maar al te goed te begrijpen. Hij raagt derhalve. Maar wat spreekt ge dan zooeven van ten? Natuurlijk, want ik heb honger. Alvo- ren te gaan slapen heeft mama mij. 't laat ste stukje brood gegeven. En zij, wat heeft zij gegeten? Zij heeft reeds twee dagen geleden ge zegd: ik heb geen honger! En wat hebt ge dan gedaan om haar wakker te krijgen? Ik deed zooals altijd, ik heb haar ge kust. Ademde ze toen? Louis glimlachte kinderlijk en zeide: Dat weet ikniet, maar kan men dan iets anders dan adem halen? Vader FrjjhÉ wendde zijn gezicht af, twee groote tranen welc'en ui| zijn oógen en big gelden over zijn wangen.'Hij beantwoordde de vraag van het kind uh-tv maai- wenschte fin toen ge uwe moeder kuste, hebt ge toen iets bespeurd? Ja wel, ze was zoo ijskoud, ziet ge, het is bij oris altijd erg koud. En rilde zij? O, neen, ze was zoo schoon! o, zoo schoon1 Hare handen bewogen zich niet, zij lager I kruiselings op hare borst, en waren maeY merbleek. Haar hoofd lag achterover iil 't kussen, zoodat zij tusschen hare oogleden heen rechtuit naar den hemel kon opzien. Vader Frans dacht: Ik benijd de rijken en ik heb toch genoeg te eten en te drinken. Maar hier is iemand gestorven van honger; ja, van hon ger...! Hij riep den kleinen Louis dicht bij zich. Deze kwarn, de oud-gediende nam hem op zijn knie en zei minzaam tot hem: Kindlief uw brief is geschreven, ver zonden en in ontvangst genomen. Breng me naar uwe moeder. O, zeer gaarne; maar waarom schreit ge zoo, vroeg Louis verwonderd. Ik schrei niet, jongen, zei de oude snorre- baard, terwijl hij de kleine aan zijne borst drukte en hem als overgoot met tranen. Noemen de menschen dat schreien? Maar gij, kleine Louis, dierbaar arm kind, gij zult weenen... Gij herinnert me aan mijne moe der; het is al lang, heel lang geleden. Ik denk er nu aan hoe ze daar lag op 't bed. Frans, zei ze, Frans, wordt een recht schapen man en wees een goed christen!... Er hing naast haar aan den muur een Mariabeeld; het was niets bijzonders; het glimlachte en ik zag het geerne. Die woor den mijner moeder troffen mij... Nu, een rechtschapen man ben ik geweest, maar een goed christen... hm! De oud-gediende stond op, drukte het jongske aan zijne borst en vervolgde, alsof hij tegen een afwezige sprak: Zie, oude moeder, zie hier en wees te vreden. M'n vrienden mogen mij uitlachen, als ze willen. Waar gij zijt wil ik ook heen gaan en ik zal u dezen kleine, dit arm kind i kW-ssl. jrvj niet moe,1 xepJotRS Zijn kinderlijken inval van dien brief, die nooit geschreven werd, heeft toch een dubbel gevolg gehad: hij heeft hem een vader en mij een goed hart gebracht. UIT VRAGEN EN ANTWOORDEN MINISTERIE VAN FINANTÏEN. ROND DE HOPCRÏSIS. VRAAG van den Heer Dr Brutsaert, 19 November: Ik bid den heer minister van financiën welwillend te onderzoeken of ingezien de geweldige hoppecrisis het niet mogelijk is als tegemoetkoming aan de hoppekweekers de volledige afschaffing der overdrachtstaks voor den verkoop van alle inlandsche hop seffens toe te staan. Ik ben zoo vrij den heer minister te doen opmerken dat noch hoppekweekers noch handelaars noch brouwers de afschaffing vragen der overdrachtstaks op de buiten- landsche hop die hier ingevoerd wordt, want dan zouden de inkomrechten zooveel ver minderen en dat ware ten zeerste onge- wenscht, daar ik van zin ben een wetsont werp in te dienen om de inkomrechten op de hop te verhoogen. ANTWOORD: De aard zelve van de over- drachtstaxe, die de gelijke waarde niet heeft noch kan hebben van een tolrecht, verzet zich ertegen dat de inlandsche producten, uit 't oogpunt van bedoelde taxe, een gunst - regiem genieten ten aanzien van soortge lijke buitenlandsche producten. Ik voeg erbij dat uitdrukkelijke bepalin gen van enkele handelsverdragen die Beigie met andere landen gesloten heeft, insgelijks verhinderen dat zulks zoo weze. Het is dus niet mogelijk op den wensch van het achtbaar lid in te gaan, waarbij in landsche hop vrijgesteld zou worden van overdrachtstaxe. MINISTERIE VAN LANDBOUW. VRAAG van den Heer Dr Brutsaert, 10 November: Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op de oneerlijke handelwijze van zekere op- koopers en voortbrengers van eieren, waar door de afzet van het Belgisch ei op de Internationale markt in gevaar gebracht wordt. Ernstige kooplieden verklaren dat het Bel gisch ei van de Londensche markt geweerd wordt 1° Door de ontzaglijke reklaam in Enge land door de nieuwsbladen gemaakt voor het inlandsch versch ei; 2" Door de onzekere hoedanigheid van het Belgisch versch ei, gezien oneerlijke koop lieden steeds voortgaan met tusschen hunne versche eieren oude opgelegde of in koelhuis bewaarde eieren te schuiven. Bestaan er middelen om het verschil tus schen oude opgelegde of in koelhuis bewaar de eieren van versche eieren te kennen? Kan die controol niet wettelijk gemaakt worden voor eieren voor den uitvoer be stemd. Vindt UEd. niet noodzakelijk het merken van uitheemsche eieren verplichtend te ma ken door zulke eieren met Belgisch merk naar Engeland als Belgian new laid eggs kunnen verzonden worden? ANTWOORD: Mijn departement houdt zijn aandacht gevestigd op de te treffen maatre gelen zoodra de wet zulks zal toelaten om onzen eierhandel te beschermen tegen de oneerlijke handelwijze waarvan het achtbaar lid gewaagt. «riffat Het is het achtbaar lid niet onbekend dat een wetsvoorstel dienaangaande voor den Senaat nedergelegd werd. Met betrek over de Hópcrisis eene le venskwestie voor de Landbouwers en de Neringdoeners onzer Hoppestreek mogen we ook aankondigen dat onze katholieke Volksvertegenwoordiger Heer Dr Brutsaert, een vraag tot interpellatie heeft neergelegd aan den Heer Minister van Landbouw over de maatregelen die hij zinnens is te nemen om de hoppecrisis te bestrijden. We schreven verleden week over de on- eevüiikfe uandfiwLize van sommige kwe;Vxj-' vol .óöpéhi (3ie vrèëmié en ingelegde eieren nu tusschen de versche mengelen voor den uitvoer. We kregen nog brieven over die zaak om ons de aandacht te doen trekken der belang hebbenden over die zaak en aan te dringen bij de Overheid opdat strenge maatregelen r ;gen die vervalschers zouden genomen orden. De handel in pluimvee en eieren is eene broodkwestie voor onze streek en om er de belangrijkheid van aan te toonen geven we hier de Memorie van toelichtingin de 'vergadering van 11 December in den Senaat uitgedeeld alsook het Wetsontwerp. 's Lands pluimveeteelt is in de jongste jaren buitengewoon toegenomen. Wij zien zulks in den aangroei van het getal kippen en in dien van onzen eierenuitvoer. Waar de in 1910 gehouden, jongste algemeene land bouwtelling, tot een getal van 12 millioen hennen, hanen, kuikens en kapuinen kwam, daar raamt men heden het getal leghennen alleen reeds op 20 millioen. Tot in 1923 is ons land genoodzaakt ge weest eieren in te voeren, om het tekort van de inlandsche voortbrengst aan te vullen. De invoer, die in 1911 den uitvoer met 121 millioen stuks overtrof, bedroeg in 1923 nog slechts 1.110.960 stuks méér dan den uitvoer. Vanaf 1924, en alhoewel het binnenlandsch verbruik, voortdurend aanzienlijk is toege nomen, hebben onze pluimveekweekers af zetgebieden in den vreemde moeten zoeken, om de beschikbare hoeveelheden eieren af te zetten. Van 1924 tot 1928, is het jaarlijksch overschot van den uitvoer op den invoer 133, 181, 396, 471 en 674 millioen eieren ge weest, ter waarde van 79.113.302.390 en 564 millioen frank. Groot Brittanje is onze voornaamste klant: in 1928 werden er op een gezamenlijke hoe veelheid van 684.993.000 uitgevoerde eieren, 312.208.000, zijnde 45 t. h. naar dit land ver zonden. Doch een onlangs door de Engelsche Re- geej-ing genopvep besluit heeft, vanaf 21 April jongstleden, de merking der in het Vereenigde Koninkrijk ingevoerde eieren voorgeschreven. Die merking bestaat uit het aanduiden, op ieder ei, van het land van herkomst. Willen wij dus de goede faam handhaven, die het Belgisch ei geniet in het Vereenigde Koninkrijk, dan moeten wij ons merk van herkomst beschermen, door te beletten dat eieren van minder goede hoedanigheid, in gevoerd in Beigie, er ons landsmerk ontvan gen en vervolgens ter Engelsche markt ge stuurd worden. Doel van onderhavig ont werp van wet is inzonderheid, die bedrieg lijke practijken te keer te gaan. Men hoeft niet te aarzelen, dien maat regel te nemen voor de in ons land inge voerde eieren. Zij maken, trouwens slechts een kleine hoeveelheid uit, 11 millioen in 1928, vergeleken met de uitgevoerde. De handelwijze van onze bijzonderste me dedingers op de Engelsche markt, ingevolge het besluit van de Engelsche Regeering, mag ons daarenboven evenmin onverschillig laten. Zuid-Ierland en Denemarken hebben reeds de merking der ingevoerde eieren voorge schreven. Bij het Nederlandsch Parlement is een voorstel met hetzelfde doel ingediend. Men merke op, dat in 1928, volgens de statis tieken, Groot-Brittanje 3.176 millioen eieren heeft uitgevoerd, waarvan 549 millioen kwa men uit Denemarken, 531 millioen uit den Vrijstaat Ierland, 526 millioen uit Nederland. Die cijfers wijzen uit, dat de Engelsche markt ons nog groote mogelijkheden biedt, indien wij niet talmen met het treffen der maatregelen, voorgeschreven door de om standigheden. Bijgaand ontwerp van wet voorziet ook de gebeurlijke merking der ingevoerde eieren. Het is inderdaad noodig, dat de uitvoerende macht gewapend zij om insgelijks op te tre den, indien het noodzakelijk mocht blijken bij den uitvoer. Dit r ou voornamelijk zijn, indien men bevinden moest dat het onmis baar is over te gaan tot het standaardiseeren van het sorteeren der eieren, van hun ver pakking, enz. De Minister van Landbouw, H. BAELS. ALBERT, Koning dir Belgen. Aan allen, tegenwoerdigen en toekomenden, HEIL! Op voorstel van Onzen Minister van Land bouw, Wij hebben besloten en Wij besluiten: Het' ontwerp van wet, waarvan de inhoud volgt, zal in Onzen Naam bij de Wetgevende Kamers ingediend worden: Eerste artikel. De Koning mag: 1° Den invoer, den uitvoer en den door voer van eieren in schaal, afhankelijk stel len van een voorafgaande merking, waarvan hij den aard bepaalt; 2° De noodige schikkingen voorschrijven tot verhinderen van den verkoop, het te- koopstellen, het in bezit houden of het ver voeren, binnen de grenzen, van eieren inge voerd zonder vooraf en regelmatig gemerkt te zijn geworden, of waarvan het merk ge heel of gedeeltelijk zou onduidelijk gemaakt of uitgewischt zijn. Art. 2. De misdrijven tegen de besluiten genomen ter uitvoering van 1" van artikel 1, worden bestraft overeenkomstig de artikelen 1 en 4 der wet van 20 December 1897, tot beteuge ling der vervalsching in zake in-, uit- en doorvoer van verboden koopwaren. De misdrijven tegen de besluiten genomen in uitvoering van 2° van artikel 1, worden bestraft met een geldboete van 100 tot 10.000 frank. ALOIS CHARLES en FÉLICIE CARREIN, omringd van hun Kinderen, Kleinkinderen en Familieleden, op den heugelijken en blijden dag' van hun feestelijken Gouden Bruiïoft. usisnióct. Art. 3. De tolbeambten, de beambten van den dienst der eetwaren, de rijkswachten en de agenten der gemeentelijke politie zijn be voegd om de misdrijven tegen de besluiten genomen ter uitvoering van deze wet, op te sporen en vast te stellen. Gegeven te Brussel, den 10" December 1929. ALBERT. Van 's Konings wege: De Minister van Landbouw, H. BAELS. Het is te hopen dat de maatregelen tegen die vervalsching seffens zullen genomen en toegepast worden en ook dat kweekers en verkoopers er het hunne zullen bijdragen om van inkomsten nog te doen aangroeien, inkomsten nog te doen aangroeien. 1*33203!» TBSSBBBS 9SBKSIS£K8HeBgi3k «li ONTBOENA VOR 3>. - Bij veler in huis, was het den Koning trekken». Dit geschiedde bij 't trekken van briefjes. Op elk briefje stond iets vermeld. Op 't eene: koning; op 't andere: koningin, prins, prinses, zot, zottin... Andere waren met rijmpjes op: Grim gram grol kwaad voor niemendol. Liever te lezen in een boekske dan te vrijen in een hoekske. Trompetter onder de sargie. Liever de karre te laan dan te biechte te gaan. klever te dansen in 't groen dan te gaan naar een sermoen. Portier aan 't hoog salet waar iedereen zijn poorte op zet. Sergeant van 't Oordeel doe' mij een groot voordeel, als gij wilt beenen knagen ge moet de mijne maar vragen. 'k Zo door haag en muur breken om mijn lief te spreken. Ruttelare, prutteiare, pijpekasse, nooit van passé. VERKOREN OF VERLOREN MAANDAG. Dit was de Maandag na Driekoningen. Men wrocht niet, en men dronk den gan sehen dag. Uit 't Biekorf Zondag viel te Mocskroen eene aandoen lijke gebeurtenis voor. Getroffen door het dwangbevel der Socialisten, verlieten de ZiisuTkcn.V het hospitaal met pak en zak. Honderden Vrienden hadden er aan gehou den dien aandoenlijken uittocht bij te wo nen. Een oudje van het hospitaal dankte de Zusters voor al het goede aan de ouden van dagen bewezen. De stoet van Zusterkens en vrienden defileerde in stilzwijgendheid, ter wijl de rouwklok aan het kleppen viel. De Zusterkens zijn gegaan naar het toe vluchtsoord dat ingericht werd door de Ka tholieken van Moeskroen. Zoo zal Moeskroen spijts de Socialisten zijn Zusterkens bewaren. De Socialisten van Moeskroen hebben door hunne hatelijkheid tegenover- de Zusterkens een nieuw bewijs geleverd hoezeer de Socia listen tegen den Godsdienst zijn. De Openbare Weldadigheids - Commissie, waar het sectarisme de wet maakt, wilde kost wat kost het oudemannenhuis en het hospitaal laïsiseeren. Sinds een jaar en half werden de Zuster kens alle moeilijkheden in den weg gelegd, geene vernederingen werden hun gespaard, eindelijk werden zij het leven in hun ge sticht onmogelijk gemaakt. De Zusters vragen dat zij mogen vrijelijk den regel volgen van de gemeenschap. Zij eischen het recht op te spreken over gods dienst aan de zieken, aangezien dit hun eerste plicht is. Zij vragen dat de leeke-bedier.den door de Commissie benoemd, door hen zouden goed gekeurd worden en dat gebeurlijk dit per soneel zou weggetrokken worden wier aanwe zigheid het religieus leven zou belemmeren. Zij willen dat hun «slot» geëerbiedigd wor de en dat het gezag der Overste zou gelden in de verschillende diensten. Die zeer redelijke eischen en wenschen wil len de Socialisten van Moesla-oen niet aan nemen. Het kan toch niet zijn dat het Socialistisch bestuur zich mengen in het dagelijksch leven der Zusterkens, hen lastig valt, hun waardigheid miskent en hen gelijk stelt met meiden, zonder zelfs den eerbied van Overste tot onderdaan in acht te nemen. De 22 Zusters, die als vergoeding samen de som van 13.200 frank, het loon van één zie kendienster ontvingen, zijn nu vertrokken als slachtoffers van ae godsdiensthaters. Zij laten de vrucht van 82 jaren belangloos op- offeringswerk na. Dank aan de Socialisten is de Godsdienst in het Hospitaal nu uitgedoofd.. De deur staat wijd open voor de vrijdenkers die zich als roofvogels op hun prooi zullen laten neer strijken, de vrees injagen, de herten vast- stijven en met ongenoemde wreedheid den dood zullen beloeren. Moeskroen is niet rijk. Daarom is een Ver- dedigingskomiteit der Zusters van Liefde te Moeskroen gevormd, hetwelk een oproep doet om hulp te verkijgen om de Zusters in 'urn •Toevluchtsoord» te kunnen. Stortingen op Postcheck Nft 2762.S1') zifiien dankbaar aangenomen worden. Wie geen Or.Jpoomer voor verschillende gebruiken a dienende en met verlaagden B mt-lkbak draaiende op eene spil benut- trekt gj er ij. PEREQUATIE DER STAATSWEDBEN. Verlcdene week gaven wij onder deze hoofding de cijfers die door de dagbladen medegedeeld werden, als zou eene verhooging van 5 t. h. per 35 punten stijging van het index-cijfer. In alle geval 't is nog niet zeker dat het alzoo zal zijn. Deze week vergadert de com missie der perequatie en er zal eene beslis sing genomen worden. Volgens de geruchten die nu loopen zal er vanaf 1 Januari eene vermindering intre den in plaats van vermeerdering. De regel zou hierop neerkomen dat de Staatsbedienden met 1 Januari 1930 van ver hooging niets zouden krijgen. Op 1 Juli 1929 werden de wedden van 10 t. h. verhoogd ten titel van vergoeding, waarop niets afgehouden werd. Nu zouden die 10 t. h. in de wedden begrepen zijn. Als gevolg daarvan zou er 6 t. h. op het verhoog, als op geheel de wedde, moeten afgehouden worden. Wie op 1 Juli 20 duizend frank won, kreeg 2 duizend frank toeslag. Daarop zal nu 120 frank afgehouden worden, zoodat zijne wedde voor 1930 zal bedragen 21.880 frank in plaats van 22 duizend. Schoone verbetering voorwaar! Er is sprak van eene eventueele verhooging als de index 905 punten zal staan. Maar nu teekent hij sinds twee maanden 897. Men kan dus nog wat wachten. De Regeering schijnt in princiep akkoord op een schommelende regeling naar de le vensduurte. Maar tusschen het personeel en de regeering is er een groot onverschil. De Regeering beweert dat de vroegere pe requatie geriemd was op index 700 punten. De organisaties, zoowel de socialistische als de christene, zeggen dat het was op 800, zoodat feitelijk de loontrekkenden van 100 punten bestolen werden. En in de wedde maakt dat nogal iets. Daar is eene bron van twist tusschen per soneel en Staat die nog lang kan aanslepen. De tweede misnoegdheid van het perso neel steunt op het feit dat, in evenredigheid, de groote te veel en de kleine te weinig hebben. De 13'' maand en de 10 t. h. hebben dat verschil, in plaats van te verminderen, nog vermeert. De Regeering wenscht eene blijvende rege ling. Het personeel ook. Het moet echter eene goede regeling zijn. De onafgebroken agita tie duurt nu reeds van na den wapenstil stand, 't zij elf jaar. En dat, is al lang ge noeg. Laat ons hopen dat de Regeering en de wedde-commissie deze week rekening zullen houden van de gegronde eischen van het personeel en zij vooral de kleine ambtenaren en de kroostrijke gezinnen niet zullen ver geten te bevoordeeligen. Een wijze wedderegeling zou bij ons Staats- personeel kalmte en blijheid brengen en het beste aandenken bezorgen het jubeljaar 1930, dat wij ingetreden zijn. HET ONTSLAG VAN M. TSCHOFFEN. Welke de gevolgen zullen zijn voor de Regeering, van het ontslag van Minister Tschoffen kan nog niet worden uitgam-^ct, - Het fé irï aïïé geval eene verzwakking van de Regeering Jaspar. M. Tschoffen was een Waal, maar hij was de Vlaamsche beweging rechtzinnig toegenegen. Hij was daarbij Christen Democraat en hij zal ook voor de Christen Werkliedenpartij moeilijk te ver vangen zijn. Ook wordt zijn heengaan diep- betreurd. M. Tschoffen heeft geen geluk. Toen hij Kamerlid was gaf hij vrijwillig ontslag omdat de Waalsche kiesvereenlging van Luik hem voor de keuze stelde of de ver- vlaamsching van ae Gentsche Hoogëschool niet goed te keuren of afgekeurd te worden door zijne kiesvereeniging. En stemmen te gen de Hoogëschool ilde hij niet doen. Later trad hij op als Minister van Justicie. Om redenen van gezondheid.moest hij aftre- treden en zijn .heengaan was een verzwak king van het cabinet Poullet. Nu dat hij terug Senator is en Minister geworden is en dat het Eerste-Ministerschap van de komende Regeering voor hem weg gelegd scheen te zijn, wordt hij door een zwaar ongeluk getroffen en verdwijnt hij van het politiek terrein. Laat ons hopen dat dit niet voor altijd zijn zal. En laat ons ook hopen dat de tegenslag die M. Tschoffen treft, niet de oorzaak zal zijn dat hij zijn heerlijke arbeidskracht, en zijn groote bevoegdheid niet meer schenken zal aan de Christene Democratische bewe ging. DE HUISHUURWET. De Huishuurwet volgde deze week een lijdensweg. In den Senaat werd zij gewijzigd en veel Senaatheeren waren van gedacht ze geheel af te schaffen en tot het gemeen recht weder te keeren. In de Kamer werd het regeeringsvoorstel aangenomen. De wijzigingen van den Senaat werden verworpen. Opnieuw in den Senaat gekomen, kon deze bijna niet verder dan aannemen wat de Kamer stemde, immers de oude wet verviel met 1 Januari 1930. 1. - Dat er eene nieuwe verlenging voor 2 jaar, wordt toegestaan als de huurprijs» 1914 de 900 fr. of de 675 fr. volgens de bevol king niet te boven gaat. Uitgesloten van de wet zijn in elk geval en voor alles de huizen die na 1929, 't zij in 1930 zullen betrokken worden. De schikking is voor geheel West-Vlaan deren alleen van toepassing ie Brugge. 2. - Dat in de andere gemeenten, hoe klein de bevolking ook weze, de Koning tot 1 April 1930 een besluit kan treffen, na raadpleging van de heeren Gouverneurs der Provincie, van de Voorzitters der Rechtbanken van eer sten aanleg en den Vrederechter waarbij ook de wet van toepassing wordt, 't is te zeg gen verlenging wordt toegestaan. Hier ook wordt een pachtprijs volgens de bevolking 3. - Dat elke uitzetting op grond van het einde der wet van 28 December 1926 verboden is tot 1 April 1930. 4. - Dat de huurprijs van 1914 mag ver hoogd worden rfiet den vermenigvuldiger 7, 't zij zeven keer den prijs van vóór den oorlog. Uit deze gevens blijkt dat er verlenging kan bekomen voor alle gemeenten waar er woningsnood heerscht. Daarvoor is er enkel 3 maanden tijd. Na 1 April 1930 zal er niets meer aan te doen zijn. Daarom moeten de Gemeenteraadsleden den toestand onderzoeken. Zoo zij het noo dig vinden dat de wet voor hun gemeente toepasselijk gemaakt worde, dan moeten zij den heer Burgemeester, het Schepencollege en desnoods den geheelen Gemeenteraad aanspreken. Een gunstig advies van den heer Gouverneur der Provincie, den heer Voor zitter der Rechtbank van Eers en Aanleg en den Vrederechter is daartoe noodig. Begrij pen de Gemeenteraadsleden en de plaatse-

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1930 | | pagina 1