GED4GUTEN Ware Liefde Oosttfletefen HOIST, RHEUMATIEK, STEKEN IN DE ZIJDE, GRIEP, LENDENPIJN rouwe nhoakje DE POPERINGHENAARa HETMANNEKE MAAN JANUARI Groote en kleine SCHEURKALENDERS Vlaamsch en Fransch bij Sansen-Vanneste, Poperinghe. Gasthuisstraat - 15 - Poperinghe. Snoeck's Boerenamanak 2,75 't Manneken uit de Maan 0,75 1.000.000 FR. TE WINNEN 21.500.000 FRANKEN. UNION CENTRALE de la BOURSE Zoek liever eer, dan eerbewijzen. Als de zeepbellen het schoonst zijn, spatten zij uiteen. Men moet leeren van vele kleine wenschen ai te zien. om een groote vervuld te krijgen. Wie de jongeren benijdt, toont dat hij oud wordt. 1BÏ UIT DE DriekoningenDriekoningen Geef mij nen nieven hoed, Mijn ouwe is versleten Een nieuwe staat mij goed! Dat zongen wij in onzen jongen tijd, als we met Driekoningen of op den vooravond van dit feest langs de huizen liepen en ons Driekoningen koekebrood gingen vragen. Dat was zoo de gewoonte en alle kinderen deden daar aan meê, zoowel 't zoontje van meneer den burgemeester als 't. manneken van den armsten daglooner. Maar zooals 't met veel gebruiken Is gegaan... Zijn dees gebruiken ook reeds Naar de maan. En zoo brobbelt langzaam maar zeker alles kapot. Och! menschen... hadt ge moeten zien hoe 't er met Kerstmis in Brussel toe ging. Zeker, veel menschen zijn naar de nachtmis geweest... Maar meer nog mis schien hebben den Kerstnacht doorgebracht in slemperij en braspartij. In de kerk, waar 't Manneken uit de Maan met Marenta de Nachtmis bijwoonde was er veel volk... On der de Consecratie, toen het belleken rin kelde en 't voor de rest heel stil was in de kerk, kost ge duidelijk de jaszbandmuziek hooren lawaaien van een restaurant... een paar huizen verder... Waar is de gezellige Kerstmisviering op den buiten, waar de kaarten de groote aantrekkelijkheid uitmie- ken. 'k Heb dat ook meêgemaakt. Rond zes uren 's avonds kwamen de kaarters af. Er werd gespeeld tot tien uur. Dan kwamen de pensen en trippen en worsten met stapels brood en kannen bier op tafel. Iedereen deed zijn buiksken deugd. En dan allen naar de Kerstmis. En Marenta zegt met recht en reên: Al die schoone gebruiken Van den ouden tijd Die raken wij nu stillekens Maar zeker kwijt. Madame Ariëls raakte op Kerstnacht in een groot restaurant te Brussel haar hals snoer kwijt. Dat halssnoer kostte meer dan 300 duizend frank. Wie 't vindt krijgt een goei belooning als hij het haar terugbrengt. Kf-NBEREN bezorgen aan de ouders soms veel hartzeer en verdriet. Maar als 't waar is wat de gazetten schrijven dan moet die Julien Brachemier van Schelderode al een eerste schelm zijn. Er wordt beweerd dat hij zijn nonkel en zijn tante met vergift naar de eeuwigheid heeft geholpen. En omdat hij toen van zijn nonkel en zijn tante het pacht hof niet erfde, heeft hij gepoogd zijn gan- sche familie naar de eeuwigheid te helpen, die nu op dat pachthof waren komen wer ken. Zijn vader is van 't vergift gestorven; zijn moeder, broeder en zusters zijn nog in stervensgevaar. Zoo schrijven de gazetten. Hewel! 't is niet om te gelooven. Marenta zegt: ik peis dat er bij dien Julien Brache mier een vijs los is. In alle geval: ge moet ofwel een booswicht zijn van 't ergste kali ber om zoo uw nonkel, uw tante, uw vader, uw moeder, uw broers en zusters te willen vermoorden om wat geld en goed te krijgen. En Marenta herhaalt: neen... neen... voor mij is er bij dien jongen een vijs los en zullen ze hem in 't zottenhuis steken. En 't spreekwoord zegt Ge hebt het reeds gelezen Dat 't beter is, fel zat Dan stapel zot te wezen. Aan ons kanten zeggen ze kortweg: beter zat dan zot; maar Marenta zegt: Beter is 't in peis en vreê Geen van de twee. En de machinisten en stokers van den trein hebben in nen langen brief laten weten dat zij zoo zot niet meer zullen zijn te reizen met treinen waarvan de masjienen en wa gens niet in orde zijn. Naar 't schijnt bollen er veel masjienen en wagens die ver op versleten zijn. Als ge instapt in den wagen, Moogt gij u gerust afvragen OMHBESBSeSHHIBBBBSB Mengelwerk van De Poperinghenaar3 ROMAN door A. HANS. Wat is 't dat mij heden wacht? Zal de trein nu niet ontsporen Geen anderen doorboren Mij niet voeren in de gracht...? Ja, ja... reizen 't wil wat zeggen. En op dat gebied hebben we hier in Belgie nog heel wat te leeren van andere landen: zooals Holland, Duitschland, Denemarken. En voor al in den winter. Des winters moet ge dubbel boeten Al voeren ze ook verwarming meê Ge zit daar met een koppel voeten Die trekken veel op congelee 'k Weet er alles van hoe op sommige lijnen de wagens er uitzien. En als het regent, beste vrinden, Dan komt een paraplu van pas... Want het plafond, zult ge ondervinden, Lekt door in eerste en tweede klas. Geen deur is er, die goed wil sluiten Het trekt door spleten en door ruiten Geen wonder dus, dat groot en klein Daar opdoet griep en flerecijn. Ook de propreteit laat veel te wenschen over. niet enkel in derde klas van de werk- manstreinen. Maar zie maar eens hoe som mige tweede klasrijtuigen er uitzien. Een schande: zoo vies en vuil. Daar hangt geplakt, ge moogt niet spuwen, Niemand die daar opletten zal En dikwijls, och' 't is om te gruwen Lijkt ons tram... een varkensstal. Gaat ge uw abonnementje halen Dan doen ze u peperduur betalen En klink het vriendelijk: mijnheer, Van 't jaar: twee honderd franken meer. Hebt ge soms goesting om te lezen? Hewel 'k heb meelij met uw lot Want daar is duchtig voor te vreezen Dat gij u oogen maakt kapot. De lampen, och ge moogt het weten, Die hangen nog vol vliegensch..ten En ieder licht, we zijn 't gewend. Brandt lijk een keersken van ne cent. Ja! ja! menschen... onze franskiljonsche gazetten kunnen dikwijls een pluimken ste ken op den hoed van les p'tits Beiges... maar ons frankiljonsche gazetten zullen moeten bekennen dat de franskiljonsche kliek die voor den treinenloop moet zorgen, het er maar poverkens afbrengt. En als de vreemde bezoekers, die 't naaste jaar met de fameuze eksposizies van Antwerpen en Luik naar ons land zullen komen, in die fa meus vuile treinen zullen mogen reizen, dan zullen ze van eigens denken en zeggen: Hewel, in 't land van den nikkelen frank Met al zijn exposizieglorie... Is 't reizen in den trein Miserietocht, potdorie. WAT ook miserie is, dat is als ge uw lieveken een fijn soupee zoudt willen aan bieden en geen duiten hebt. Jan, zag Mie ken gaarne, maar in zijn hart was meer liefde dan centen in zijn portemeniks. Mie ken, zei Jan, zoudt ge van avond gaarne met mij een lekker broksken eten. Oja, zei Mie ken en ze draaide heur oogen als een schel- visch op 't droge. Hewel, zei Jan... dat is heel simpel neem me dan meê naar uw huis... EN DE DOCHTER van onzen koning, prin ses Marie-José is dus ook naar heur nief huis gereisd in 't land van de macaronie. Veel geluk, zulle, prinses en de tremen met de kado's zullen op tijd en stond achterna komen. We hopen nu maar Allegaar Dat 't u ginder wel mag gaan En gij 't altijd Met uw Umberto wel moogt staan. BIJ BOER NAPELS TE HELPEREN is er een kalf geboren met twee koppen en vijf pooten en een paardenstaart. De wonderen zijn de wereld niet uit. DE DRUKFOUTEN OOK NIET. Gelezen in een gazet: tot bestuurder van de nieuwe kak school is benoemd de heer Vervloet. Dat moet natuurlijk zijn: vakschool. BOER NE TELS lag op sterven en zijn Doka was zeer bedroefd. Boer Netels was altijd een goedzak geweest en zijn wijf had steeds de broek ge dragen. Nu stond Doka te weenen en ze zei: ik zou u willen volgen in de eeuwigheid. Astemblief niet, zei boer Netels... ik hoop ginder de eeuwige rust te genieten. DE ARME MAN. Bedelaar. Als 't u belieft, mevrouw, geef mij een frank om naar mijn familie te gaan. Edelmoedige dame. Oh, gij arme sukke laar. Hier is een frank. Waar is uw familie? Bedelaar. In de cinema! UIT DE RECHTZAAL. Rechter. Ik veroordeel u tot 105 fr. boete, omdat ge uw vrouw geslagen hebt. Verdachte. Tegen die 100 fr. heb ik geen bezwaar, maar waarvoor is die 5 fr. Rechter. Dat is de gemeentebelasting op vermakelijkheden. Overlast stond ik plotseling, ongewa pend en in een geweldige sneeuwvlaag, te genover drie wolven. En dan? Dan? Wel, ik heb de wolven vlak in de oogen gekeken, de handen in de zakken gestoken, en toen ben ik er al fluitend van onder getrokken. En hebben die drie wolven u dan niet achtervolgd? Wel neen! Overigens, ze konden niet: het was in den dierentuin. En hier is het gedichteken van Marieken. t Is een roman in dertien deelen. MARIEKEN! Marieken, thuis op 't hoeksken Vreê met Francois Verlaan, Ze vrijden, zoo een jaartje En nu, nu is 't... gedaan. Marieken is een meisken De Vlaamsche zaak gezind, Haar moedertaal die heeft ze Altijd om 't meest bemind. Getrouw aan Vlaamsche zeden Steunt ze als een Vlaamsche meid, Met woorden en met daden En geld, den Vlaamschen strijd. Monsieur Frangois steekte echter Met 't Vlaamsch altijd den draak Maar al wat fransch is, vrienden, 'Noemt hij de groote zaak. En hij begint te stoefen Van 't Fransch, zoo chic en fijn Terwijl de flaminganten Maar domme boeren zijn Wel! wel! sprak toen Marieken Zeg mij dan eens gezwind, Wat komt gij hier dan vrijen, Ik ben ook Vlaamsch gezind. Monsieur Frangois moest lachen Och! zei die arme dwaas Zijn we eens getrouwd, mijn meisken, Dan ben ik toch de baas. En dan zal ik wel zorgen Hoe ook mijn vrouwken mort Dat er van flaminganten Niet meer gesproken wordt. Als 't zoo is, sprak Marieken Monsieur de franskiljon, Gelief rap te vertrekken Met uwe zuiderzon. Ze gaf hem fluks zijn hoedje En sprak: mijnheer Verlaan 't Is tusschen ons getweeën, Vandaag voor goed gedaan. Ik heb van twintig jongens Uit 't Vlaamsche land de keus, En Vlaamsch van huis en zeden Is mijne en hunne leus. Monsieur wou nog iets zeggen Maar hij stond reeds op de straat Te krabben in zijn haren En zuchtte: 't is te laat. Marieken, thuis op 't hoeksken Vreê met Frangois Verlaan, Ze vrijden, zoo een jaartje En nu, nu is 't... gedaan. 't Manneken uit de Maan. Groote keus beste kwaliteit TAFEL TOILE-CIRÉE in alle breedten, Geele, Zwarte en Bruine BEDDEVELLEN Caoutchouc schorten bij SANSEN-VANNESTE, Pop. iBHSMBBBBHHSBBBSBffiBiSBnBBaB! KLEIN MAAR SCHOON FEEST op Dinsdag 17 December 1929. De Heer Notaris Pieters, burgemeester van Reninghe, Voorzitter van een groep gemeen ten van het Yzerfront tot electrificatie en bloei, had er aan gehouden de Colleges van Burgemeester en Schepenen der gemeenten: Crombeke, Westvleteren, Oostvleteren, Woes- ten, Reninghe, Pollinchove, Zuydschote. Bix- schote, Merckem, Noordschote, Proven, Watou en Stavele, tot eene algemeene vergadering, gevolgd van banket, uit te noodigen te Oost vleteren. St Sebastiaan met als dagorde: Huldebetoon aan onze vereerden, ijverige en trouwe medewerkers: 1. - M. Costenoble H., sekretaris, Zuyd schote, Zilveren Palm der Kroonorde. 2. - M. Garmyn A.. burgemeester, Oost vleteren, Gulden Medaille der Kroonorde. 3. - M. Morlion Cl., burgemeester Pollinc hove, Gulden Medaille der Kroonorde. 4. - M. Kinget, burgemeester, Crombeke, Gulden Medaille der Orde van Leopold II. 5. - M. Vandenbussche, burgemeester. West vleteren, Gulden Medaille der Orde van Leopold II. 6. - M. Soenen Th., burgemeester, Noord schote, Zilveren Medaille der Orde van Leo pold II. Talrijk de aanwezigen: Op gesteld uur in St Sebastiaan», bij M. Riem, trad men de feestzaal binnen. De Heer Voorzitter, na eenige mededeelingen over bestuurszaken, deed eene korte en welgepaste aanspraak tot de Vereerden. Hij dankte hen voor hunne trouwe en ijverige medewerking in de be stuurszaken onzer gemeenten, had voor ieder een woordje van aanmoediging in de zoo moeilijke, dikwijls ondankbare taak ons op gelegd. stuurde hij zijne beste gelukwenschen toe, dat zij nog lange jaren, in volle gezond heid, het eereteeken op hunne borst zouden mogen dragen en in siaat zijn hunne hulp te verleenen. om den bloei van onze gemeen ten te bewerken en onze vergaderingen bij te wonen. Hij smeekte hen een klein geschenk te aanvaarden uit erkentenis en als gedenk - teeken zijner ware achting. Op verzoek van den Heer Voorzitter werd het geschenk aan ieder der Vereerden door den Heer Sekretaris Ja, 't zal zoo iets wezen. George Verlane heeft het voor zijn doen dan toch ver gebracht als hij bestuurder is, hernam Malvina verwaand. Ja, 't valt me van hem mee, beweerde Klaas Branctsen. die nooit iets ernstig had verricht. De auto was al buiten 't stadje en volgde een breeden rechten weg Noordwaarts. Malvina reed snel. Ze hield er van langs boomen en huizen te vliegen... 't Gesprek verflauwde. De auto rende voort, stormde toetend door gehuchten en dorpen, tot aan den einder, de forsche to- rens van Gent verrezen. Pierre zal reeds ongeduldig zitten wach ten, zei Klaas. Als het maar waar is! Zeker, zekerHij was zoo blij, toen ik het hem vertelde, dat gij er in toestemde hem nog eens te ontmoeten... Ik laat u bei den alleen, hoor. Neen, nden Niet dadelijk... Ik zeg dat ik een paar boodschappen heb. Na een paar uurtjes daag ik weer op. Intusschen kunt ge met Pierre dineeren En waar blijft gij zoolang? Bij een vriend Ik zal hem de lessen vragen, die ik verzuimd heb, de dictaten... Ja... dat zal wel... Nu meen ïk het weer ernstig njft de studie... Als vader maar niet te ongeduldig is... j Malvina moest haar vaart verminderen. Ze was voorbij de Sterre en 't werd hier drukker van trams, wagens en auto's. Broer en zuster bereikten de eigenlijke stad en Malvina stopte voor een groot kof fiehuis bij het Sint Pietersstation. Ze stapten binnen. Achter een tafeltje rees een slanke man op met knap gelaat, vurige oogen, kroezelig haar en deftig ge- kleed, 't, Was Pierre van Landale. En voor hem kwamen Malvina en Klaas naar Gent. Hoffelijk boog hij voor Malvina en reikte hij haar de hand. Joviaal begroette hij zijn vriend Klaas, die hij aan de universiteit had leeren kennen... Pierre van Landaele bestelde koffie voor Malvina en bier voor haar broer. Even spraken ze over de reis en over auto's. En Malvina deed of ze gansch haar leven in auto had gereden. Nu moet ik dringend een paar bood schappen doen, zei Klaas. Ge moet me een uurtje verontschuldigen. Maar ik ga mee! sprak Malvina snel, al meende ze 't niet. O, mag ik u mijn gezelschap aanbieden, zoolang uw broer afwezig moet zijn? vroeg Pierre. Malvina bloosde. Ik houd u misschien op, hernam ze. 't Zal een groot genoegen zijn... En ik noodig u uit te dineeren... Dat is een goed plan! zei Klaas. Wel ja, laat er ons een gezellig dagje van maken. O, gaarne! verzekerde Pierre. Waar dineeren we? Pierre noemde een gasthof midden in de stad. Dan kom ik daar ook, beloofde Klaas... 't Is afgesproken... Zeg Pierre, ik ga de stu die weer opnemen, vervolgde hij nog. Dat is zeer verstandig. Gij zijt van de universiteit af... O, ja... 't was mijn bedoeling' niet een titel te halen, zooals ge weet. 'k Heb genoeg van de rechten en wetten bestudeerd, om met kennis van zaken mijn goederen te be- heeren en niet afhankelijk te zijn van rent meesters en advokaten... Ja, ja, zoo is het, zei Klaas... Maar ik wil juist advokaat worden... 'k Ben het nog niet, hoor! Tot straks dan! Malvina ik neem de auto mee... Ja, maar voorzichtig... Zeg! Ja, ja... ik meen het... Ik heb u leeren sturen... Maar Klaas, een leerling overtreft soms zijn meester! merkte Pierre van Landale lachend op. Saluut, hoor! Even later ronkte de auto... Klaas wilde een plannetje uitvoeren, dat hij al eenigen tijd van zin was. Hij had een paar meiden uit een bar beloofd ze eens rond te toeren... Ik rijd er nu mee naar Brugge, besloot hij... Malvina zal zich wel amuseeren. Ze kunnen mij missen. Willen wij een wandeling doen, dat scherpt de eetlust, zei Pierre tot Malvina. Ze stemde toe en begaven zich naar de stille lanen, die rond de stad loopen. Pierre beweerde al dadelijk dat dit een genotvolle dag' was voor hem. Hij vertelde nu, wat Malvina trouwens al wist van haar broer, dat het kasteel der van Landale's in Waasland stond. Daar woonden zijn ouders, zijn broer John, die nog het College te Sint Niklaas bezocht en twee zusters Leonie en Thérèse. Pierre zei hoe het speet, dat zijn ouders zoo ouderwetsch aan hun adel bleven hech ten. Hij zelf vond dat wat bespottelijk en vergenoegde zich met aristocratie, ook al was er geen adeldom mee gemoeid, BI. 5. - 5-1-1930. - N< 1. NIEUWJAARMAAND ent wikkelt warmte en bestrijdt afdoende Legt eenvoulig het blad watte op het pijnlijke lichaams deel, zorg dragend dat het goed aan de huid kleeft. Wanneer een spoedige en krachtige uitwerking verlangd wordt is het voldoende de Tkermogèiio eerst te bespren kelen mot gezouten lauw water of azijn. In alle apotheken 4.50 Fr. de doos; 3 Fr. de halve doos. van Reninghe ter hand besteld onder de da verende toejuichingen der aanwezige Heeren. Daarna nam ieder zijne aangeduide plaats aan tafel. Dat de spijzen lekker waren, goed opgediend en er niets ontbrak, hoeft niet gezegd te worden't kwam uit de keuken van 't gekend huis Mevrouw Riem, en onze groote weldoener, Wel Edele Heer Baron de Co ninck de Merckem had er aan gehouden het met zijne tegenwoordigheid te vereeren. Bij het nagerecht nam de Heer Baron de Co- ninck de Merckem, burgemeester van Mer ckem, het woord. Hij wenschte zijne ambt- genooten, Burgemeesters van Oostvleteren, Westvleteren en Noordschote hier in 't feest tegenwoordig en de Heeren Morlion van Pol linchove en Kinget van Crombeke die zich lieten verontschuldigen aan 't feest niet te kunnen deelnemen, uit ganscher herte geluk om hunne bekomen onderscheiding en dank te hen voor hunne medewerking. Op eene bij zondere manier deed hij uitschijnen, dat de groote onderscheiding van de Zilveren Palm der Kroonorde, toegekend aan den Heer Se kretaris van Zuydschote, wel verdiend is daar hij, schoon zijn hooge jaren, als goede, voor beeldige, werkzame en ijverige Sekretaris ge kend is, aan hem onze beste gelukwenschen, onzen rechtzinnigen dank. Op aller gezond heid werd een goed glas gedronken. Warme toejuichingen. Daarna nam de Heer Costenoble, sekre taris van Zuydschote het woord, als volgt: Wel Ed. Heer Baron de Coninck de Merckem, Waarde Voorzitter Heer Pieters, ïjeei;en Burgemeesters en Schepenen onzer groep, Geachte en beminde Ambtsbroeders, Mijnheeren, Aan zoo hooge onderscheiding, aan zoo veel eerbewijs en huldebetoon, aan zooveel achting en liefde heb ik mij niet verwacht. Dit maakt op mijn hert een zeer gevoeligen indruk. Spijtig, dat zooveel eerbewijs, zooveel huldebetoon, meestal komt na lange jaren dienst, op een oogenblik, dat het hert ver sleten is en moeilijk kan weerstaan aan de minste stoornissen. Uwe achting en genegen heid, iiet genoegen onder u te zijn, maakt mijn hertje wel tien jaar jonger. Daarom aan u allen hertelijk dank. Ik vraag mij af: heb ik wel die onderscheiding, uw eerbewijs en huldebetoon, uwe achting en liefde in zoo hooge mate verdiend! Ik twijfel, en als er verdienste is, dank en eerbewijs komt mij niet toe, maar wel aan Diegene, aan wie ik alles, en aan Diegenen, aan wie ik in zeer hooge mats bescherming en tal van welda den verschuldigd ben. Ge weet, zoo wel ais ik, dat de mensch op aarde gesteld is, met zeke re talenten of begaafdheden, verplicht te werken tot eer van God en zijne Oversten, in 't belang van zijn eigen zeiven en van de groote keten der samenleving, waarvan hij een lid of schakel is, met eene gestadige zucht naar verbeteringen, om na zekeren tfjd, bij de eenen van korten, de anderen van langen duur, eene volmaakte rust te genie ten. Die talenten en begaafdheden, die wij geërfd hebben, worden in zijne kinderjaren ontwikkeld, dan wordt de grondslag van den lateren leeftijd gelegd, dan wordt de mensch om zoo te zeggen, gevormd. Ik heb het geluk gehad geboren te worden van goede ouders, nederige burgers, in eene gemeente waar een machtige en talentvolle weldoener een ieders belangen ter herte nam, edel van naam, edel van hert, beschermer mijner ouders, inrichter, warme voorstaander, ja, steunpilaar van opvoeding en onderwijs. Het doet mij nog deugd aan 't hert die edelman in school te zien nevens de leerlingen op de schoolbanken, de lessen van den meester aandachtig volgend om dan de oefeningen bij de leerlingen af te spieden, voor ieder een woord van aanmoediging. Ja, die edelman, is de edel vader van deze, die heden mijn weldoener is, die de belangen van onze ge- meentegroep zoowel ter herte neemt, die onzen geachten Voorzitter ter zijde staat, zoo in feesten, huldebetoon, liefdewerken, als Malvina sprak over hun groot huis te Be- laarde. Haar vader was stadssekretaris om zijn tijd te gebruiken. Hij zou trouwens burge meester worden, beweerde ze. En ze gaf zich uit voor een van die ware aristocratie. Zoo slenterden ze over de doodsche bou levards. Malvina was zeer gevleid door de komplimenten en galanterie van haar gezel. Ze had Pierre 't eerst ontmoet toen ze met haar broer te Gent in een restaurant mid dagmaalde en van Landale daar ook bin nentrad. En toen reeds had de baronszoon haar zeer beinvloed. Ze waren lang in eikaars gezelscnap gebleven. En 't streelde haar trots dat Pierre door de bemiddeling van Klaas deze nieuwe sa menkomst had bedisseld. Hij zocht haar... Hij was verliefd. 't Wordt nu tijd van het diner, zei Pierre. Ze wandelden naar het restaurant waar ze Klaas moesten ontmoeten. Hij was er nog niet en Pierre stelde voor nog wat te wachten. Hij bestelde port. Malvina vond het heerlijk zoo bij hem te zitten, 't Was hier gezellig en het voornaam gezelschap streelde haar trots. Pierre keek haar zoo verliefd aan. Malvina voelde, dat dit het begin was van een verloving. Zij, de vrouw van een adellijken jonker... wat zou ze Belaarde verbluffen. Even dacht ze aan George. Ze moest om hem glimlachen. Hij zou van morgen wel begrepen hebben, welk een afstand er tus schen hen gekomen was.Ze had het hem toch laten voelen. Hij mocht dan bestuurder van een fabriek geworden zijn, voor haar bleef hij in elk geval de zoon van al te eenvoudige menschen. En zij had recht op meer dan op een fabriekdirecteurtje. Ik zal toch wel 't genoegen hebben u meer te Gent te ontmoeten? vroeg Pierre. in strijd voor onze voordeelen: de Wel Edele Heer Baron de Coninck de Merckem. Aan zuiKe verdienstelijke mannen onzen lof, groo te eer, mijnen en onzen rechtzinnigen dank, benevens talrijke wenschen van geluk voor hem, voor zijne edele familie, voor zijne gemeente, wier geachte en verkleefde Burg meester hij is. De Heer Voorzitter rangschikt mij onder de ijverige medewerkers onzer gemeente- groep. Overdrijf niet, goede Voorzitter. Van den eersten dag, dat gij onze gemeente bij uwe groep aangesloten hebt, voor het be trachten der verlichting en drijfkracht door de electriciteit, heb ik kunnen bestatigen, dat gij een voorbeeldigen hoofdman, ja, voor ons alien een goede vader zijt, die de minste medewerking hoog in waarde houdt, die de GemeenteseKretarissen aanziet als dappere werkers, en er een handje van hebt eenieder aan te moedigen. Het past mij niet, verder over de werking en het doel van onze ge- meentegroep te spreken; maar men begrijpt gemakkelijk, dat gij in onze gemeenten meer wilt dan verlichting en drijfkracht door de electriciteit, maar ook weistand, groei en bloéi onder alle opzichten. Gij verstaat en begrijpt, dat getalsterkte, liefdevolle en een drachtige samenwerking' de grootste moei lijkheden overwinnen. Aan u veel lof, groote eer en hertelijk dank. Het geschenk, door u mij aangeboden als bewijs van uwe achting, houd ik hoog in waarde; het zal eene eere- plaats in mijn beste kamer hebben en het zal mij, in de overige dagen mijns levens doen denken aan uw genegenheid, goede Voorzitter, aan onzen weldoener, aan onze vergaderingen, aan onze werkzaamheden. De Heeren Burgmeesters die eene onder scheiding' bekomen hebben smeeken mij hun nen reentzinnigen dank uit te drukken en alien, hier in de feestzaal aanwezig, zijn het met mij eens, meen ik, om op eene bijzon dere manier hulde te bewijzen en onzen wel- gemeenden dank uit te drukken aan den van onzen groep, alsook aan den Wel Edele Heer Pieters, Voorzitter, stichter, ja, vader Heer Baron de Coninck de Merckem, onze machtige steun, die wij met veel reden Pe ter-Weldoener van onze gemeentegroep noe men mogen. Aan de Heeren Burgmeesters van Oost vleteren, Pollinchove, Crombeke, Westvlete ren en Noordschote mijne vurigste wenschen, aan de Heeren Burgmeesters en Schepenen hier tegenwoordig hertelijk dank om uwe genegenheid en achting; veel geluk voor u, voor uwe famiiie's, voor uwe gemeenten, wier belangen gij zoo trouw ter herte neemt. Het genoegen en de voldoening zijn plicht gedaan te hebben, en goeden uitslag beko men te hebben, is meer waard dan alle eere- teekens. Geachte Medebroeders, Sekretarissen der verschillende gemeenten hertelijk dank voor uwe wenschen, uwe genegenheid, uwe dienst vaardigheid en behulpzaamheid. Na den oor log ben ik in uwe rangen gekomen tot herstel mijner gemeente; nog veel is te doen, en nog velen na mij zullen werken tot verbetering der gemeente en ze nog niet volmaakt krij gen, want de volmaaktheid is van deze aarde niet. Het spijt mij grootelijks, om gezond heidsreden, de wapens van Sekretaris te moeten neerleggen. Met gebroken hert, ge achte Broeders, Voorzitter, Weldoener en Heeren dezer vergadering moet ik u mijn vaarwel toesturen. Ik zal in mijn hert steeds diepe gevoelens van eerbied, erkentenis en bijzonder achting bewaren, en ik smeek u de belangen van Zuydschote voort te beher- tigen, ons gemeentebestuur en den Heer Burgmeester te steunen en niet te vergeten, dengqne die zich met diepen eerbied en er kentelijkheid noemt: De Gemeente-Ontvan ger, ontslaggevend Sekretaris van Zuydscho te, H. Costenoble. Levendige toejuichingen. Na eenige minuten stilte stelde de Heer Voorzitter, op aandringen van den Wel Ede len Heer Baron de Coninck de Merckem aan de vergadering voor de Heer Costenoble, als Eere-Sekretaris onzer gemeentegroep te be noemen, hem smeekend, indien mogelijk, als O, ik kom nog al eens naar de stad, antwoordde ze blozend. Maar zal ik het dan weten? Waarom? Ze keek Pierre glimlachend aan. Waarom? Om ook te komen en u te ontmoeten. Ik vind het zoo heerlijk bij u te zijn. Mijn broer vergezelt me gewoonlijk... O, Klaas is een goede vriend van me... en een beste jongen, maar ik zou het eigen lijk nog plezieriger vinden als we met ons beiden waren. Maar mijnheer... Toe, zeg Pierre... We kennen elkaar nu reeds zoo goed... Ik ben Pierre en gij zijt Malvina. Mag dat? O, ja... Dat is dan al een overwinning. Een overwinning? Ja, ik heb zoo de gewaarwording, dat ik verovering moet doen. In mijn kringen is dat gewoonlijk niet het geval. Daar wordt alles zoo van te voren geregeld door ouders en zelfs een familieraad. Men wil onzen weg banen, en veel te veel. Zoo stelt men vast met wie een zoon trouwen zal. Dus een jon ker moet zijn bruid niet veroveren... Maar ik ben al meer uit den adellijken band ge sprongen en zal het ook in die voorname kwestie doen. Malvina keek verlegen naar haar glas en toch klonk die taal haar heerlijk toe. Ge antwoordt niet, merkte Pierre op. Wat moet ik antwoorden? Keurt gij mijn gevoel van onafhanke lijkheid af? O, neen... Ge toont karakter te bezitten. Ja, dat heb ik... Een mensch moet karakter bezitten. En ik zou het vreeselijk vinden te moeten trouwen, zooals mijn ouders het vooraf beta len. Zoo iets is een zaak van 't hart. 5 Z II. Naam Jezus, H. Telesphorus, paus. 6 M HH. 3 Koningen, Gasp., Melch., Balth. 7 D H. Lucianus, priester, H. Tillo, bel. 8 W H. Gudula, mart. 9 D H. Marcellinus, bis., H. Petr. v. Sebasta. 10 V H. Agatho, p., H. Domitianus, biss. 11 Z H. Hyginus, paus, mart., H. Hortense. IBBBBBBBEBBBBSBBaSaBBlHBBBSBBHB; Een Nieuwjaarwenschje van Guido Gezeile. Ik wensche U een jaar dat zacht als zijde is; Ik wensche U een jaar dat blank en blijde is; Ik wensche U een jaar dat ver van krank is, een deugdelijk jaar zoo breed als 't lang is; Ik wensche U een jaar dat, als 't voorbij is, een zalig jaar voor U en mij is; Ik wensche U een jaar, zoo Gods gebod is, dat in en dat uit Geheel voor God is. Wintersalade. Neem gekookte en koud geworden witte boonen. Leg ze in een sala- dekom en giet erover: azijn, olie, een lepel tje mostaard, peper en zout zooals voor eene gewone salade. Laat een uur trekken. Men gel goed dooreen. Bovenop legt ge visch- restjes als ge die bezit, of eenige gepelde gar nalen of eenige sardijnen welke ge van vel en graten hebt gezuiverd. Moest ge zoo iets niet voorhouden hebben kunnen twee of drie hard gekookte eieren in vier gesneden, ook wel dienst doen. Eenige plantjes veldsalade tusschenin gelegd verfijnen nog den smaak van dezen appetijtenlijken schotel. Eenige nuttige wenken. 1. - Zilveren eetgerei waarmede eieren zijn verbruikt, wordt bruin. Om het vlug schoon te krijgen wrijve men het op met keuken zout. 2. - Om koperen casserollen te poetsen neme men eene halve citroen in zout gedopt en wrijve daarmee de potten op. 3. - Voor het wasschen van gekleurde stof fen giete men in het spoelwater azijn als het roode of groene kleur betreft en potasche voor zwarte en blauwe stof. De tijden «veranderen. Ach, zegt een jonge vrouw, hoe veranderen de tijden, over eenige jaren als mijn man mij zag sloeg zijn hart en nu... slaat zijn vuist. IBSBBBBES5BBSBBSBBBBBBBSBBBSBB! door het koopen van loten der Verwoeste Gewesten betaalbaar door kleine stortingen vanaf 9 fr. 50 per maand. Vanaf de eerste storting neemt gij deel aan al de trekkingen. Bij geval van uittrek king van uw lot, zal de gansche premie u toebhooren. Ieder jaar zijn er 32 Trekkingen, 233 loten worden uitgetrokken voor een tötaal van De volgende trekkingen zullen plaats heb ben: den 10 Januari 1 lot van 250.000 fr. den 10 Januari 2 loten van 100.000 fr. den 15 Januari 1 lot van 1 milj. fr. den 20 Januari 2 loten van 100.000 fr. den 20 Januari 3 loten van 50.000 fr. den 20 Januari 15 loten van 10.000 fr. Voor alle inlichtingen wendt U tot de Naam!. Maat., Beursstraat, BRUSSEL. Of bij: Juiïr. Simone Lansens, Post, Vlameriinghe. Ernstige Agenten worden gevraagd. voorheen de vergadering bij te wonen. Dit voorstel werd door toejuicningen begroet en door belanghebbende met dank aanvaard. Er werd ook voorgesteld beste gelukwen schen toe te sturen, in ons aller naam aan de Heeren Burgmeesters van Crombeke en Pollinchove, die om bijzondere redens afwe zig zijn. Ook een brief van deelneming in rouw aan onzen ijverigen medewerker M. Garmyn van Crombeke, over het smertelijk verlies dat hij komt te ondergaan. Na eenige kluchtliedjes van den Heer Pecceu, burgemeester van Zuydschote en den Heer H. Cailliau, die oude Vlaamsche held, Schepen van Noordschote, drukt men elkaar de hand om afscheid te nemen, vol hoop voor eene naaste vergadering. H. C. Juist! Adel wordt tot adel geleid en dat is juist de ondergang van veel oud-adellijke families geweest. Het worden zoo dikwijls om stoffelijke belangen huwelijken tusschen verwanten... Ik breek met al die ouderwet- sche begrippen. Maar wat zeggen uw ouders daarvan? Ze zijn het niet geheel met mij eens, maar berusten al in mijn nieuwe opvattin gen. Papa is gelukkig breed van geest en begrijpt dat de jeugd anders oordeelt dan de ouderen. Dat is gelukkig voor u, want oneenig- heid in het gezin moet toch droevig zijn. Dat is waar... Toch zal ik nog strijd hebben. Andere menschen leggen niet alle vooroordeelen af. We zijn van ons punt af gedwaald, Malvina. Welk punt? Als ik het zoo oprecht mag noemen... Onze ontmoetingen te Gent. En nu ik mijn hart gelucht heb, wil ik nu in alles eerlijk spreken. Acht gij Klaas' tusschenkomst wel noodig, om elkaar te zien... Ik weet niet... Malvina sloeg weer de oogen neer. Gij bewondert mijn gevoel voor onaf hankelijkheid, niet waar? Dus moet gij dat zelfde gevoel ook bezitten. Is het niet? Ja wel... Dus dan oordeelt ge de bemiddeling van uw broer niet noodzakelijk? Noodzakelijk... O, neen... Ik moet hem meer leiden dan hij mij. Ja, dat kan ik gelooven. Klaas handelt soms zoo zo.nderling. Ja, maar hij is toch een heel goede jongen. O zeker... Soms een beetje los van hoofd. En een beetje veel. ('t Vervolgt.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1930 | | pagina 5