GED4GUTEN
Ware Liefde
Oosttfletefen
HOIST, RHEUMATIEK, STEKEN
IN DE ZIJDE, GRIEP, LENDENPIJN
rouwe nhoakje
DE POPERINGHENAARa
HETMANNEKE
MAAN
JANUARI
Groote en kleine
SCHEURKALENDERS
Vlaamsch en Fransch
bij Sansen-Vanneste, Poperinghe.
Gasthuisstraat - 15 - Poperinghe.
Snoeck's Boerenamanak 2,75
't Manneken uit de Maan 0,75
1.000.000 FR. TE WINNEN
21.500.000 FRANKEN.
UNION CENTRALE de la BOURSE
Zoek liever eer, dan eerbewijzen.
Als de zeepbellen het schoonst zijn, spatten
zij uiteen.
Men moet leeren van vele kleine wenschen
ai te zien. om een groote vervuld te krijgen.
Wie de jongeren benijdt, toont dat hij oud
wordt.
1BÏ
UIT DE
DriekoningenDriekoningen
Geef mij nen nieven hoed,
Mijn ouwe is versleten
Een nieuwe staat mij goed!
Dat zongen wij in onzen jongen tijd, als
we met Driekoningen of op den vooravond
van dit feest langs de huizen liepen en ons
Driekoningen koekebrood gingen vragen. Dat
was zoo de gewoonte en alle kinderen deden
daar aan meê, zoowel 't zoontje van meneer
den burgemeester als 't. manneken van den
armsten daglooner.
Maar zooals 't met veel gebruiken
Is gegaan...
Zijn dees gebruiken ook reeds
Naar de maan.
En zoo brobbelt langzaam maar zeker alles
kapot. Och! menschen... hadt ge moeten
zien hoe 't er met Kerstmis in Brussel toe
ging. Zeker, veel menschen zijn naar de
nachtmis geweest... Maar meer nog mis
schien hebben den Kerstnacht doorgebracht
in slemperij en braspartij. In de kerk, waar
't Manneken uit de Maan met Marenta de
Nachtmis bijwoonde was er veel volk... On
der de Consecratie, toen het belleken rin
kelde en 't voor de rest heel stil was in de
kerk, kost ge duidelijk de jaszbandmuziek
hooren lawaaien van een restaurant... een
paar huizen verder... Waar is de gezellige
Kerstmisviering op den buiten, waar de
kaarten de groote aantrekkelijkheid uitmie-
ken. 'k Heb dat ook meêgemaakt. Rond zes
uren 's avonds kwamen de kaarters af. Er
werd gespeeld tot tien uur. Dan kwamen de
pensen en trippen en worsten met stapels
brood en kannen bier op tafel. Iedereen deed
zijn buiksken deugd. En dan allen naar de
Kerstmis. En Marenta zegt met recht en
reên:
Al die schoone gebruiken
Van den ouden tijd
Die raken wij nu stillekens
Maar zeker kwijt.
Madame Ariëls raakte op Kerstnacht in
een groot restaurant te Brussel haar hals
snoer kwijt. Dat halssnoer kostte meer dan
300 duizend frank. Wie 't vindt krijgt een
goei belooning als hij het haar terugbrengt.
Kf-NBEREN bezorgen aan de ouders soms
veel hartzeer en verdriet. Maar als 't waar
is wat de gazetten schrijven dan moet die
Julien Brachemier van Schelderode al een
eerste schelm zijn. Er wordt beweerd dat hij
zijn nonkel en zijn tante met vergift naar de
eeuwigheid heeft geholpen. En omdat hij
toen van zijn nonkel en zijn tante het pacht
hof niet erfde, heeft hij gepoogd zijn gan-
sche familie naar de eeuwigheid te helpen,
die nu op dat pachthof waren komen wer
ken. Zijn vader is van 't vergift gestorven;
zijn moeder, broeder en zusters zijn nog in
stervensgevaar. Zoo schrijven de gazetten.
Hewel! 't is niet om te gelooven. Marenta
zegt: ik peis dat er bij dien Julien Brache
mier een vijs los is. In alle geval: ge moet
ofwel een booswicht zijn van 't ergste kali
ber om zoo uw nonkel, uw tante, uw vader,
uw moeder, uw broers en zusters te willen
vermoorden om wat geld en goed te krijgen.
En Marenta herhaalt: neen... neen... voor
mij is er bij dien jongen een vijs los en
zullen ze hem in 't zottenhuis steken.
En 't spreekwoord zegt
Ge hebt het reeds gelezen
Dat 't beter is, fel zat
Dan stapel zot te wezen.
Aan ons kanten zeggen ze kortweg: beter
zat dan zot; maar Marenta zegt:
Beter is 't in peis en vreê
Geen van de twee.
En de machinisten en stokers van den
trein hebben in nen langen brief laten weten
dat zij zoo zot niet meer zullen zijn te reizen
met treinen waarvan de masjienen en wa
gens niet in orde zijn. Naar 't schijnt bollen
er veel masjienen en wagens die ver op
versleten zijn.
Als ge instapt in den wagen,
Moogt gij u gerust afvragen
OMHBESBSeSHHIBBBBSB
Mengelwerk van De Poperinghenaar3
ROMAN
door A. HANS.
Wat is 't dat mij heden wacht?
Zal de trein nu niet ontsporen
Geen anderen doorboren
Mij niet voeren in de gracht...?
Ja, ja... reizen 't wil wat zeggen. En op
dat gebied hebben we hier in Belgie nog
heel wat te leeren van andere landen: zooals
Holland, Duitschland, Denemarken. En voor
al in den winter.
Des winters moet ge dubbel boeten
Al voeren ze ook verwarming meê
Ge zit daar met een koppel voeten
Die trekken veel op congelee
'k Weet er alles van hoe op sommige lijnen
de wagens er uitzien.
En als het regent, beste vrinden,
Dan komt een paraplu van pas...
Want het plafond, zult ge ondervinden,
Lekt door in eerste en tweede klas.
Geen deur is er, die goed wil sluiten
Het trekt door spleten en door ruiten
Geen wonder dus, dat groot en klein
Daar opdoet griep en flerecijn.
Ook de propreteit laat veel te wenschen
over. niet enkel in derde klas van de werk-
manstreinen. Maar zie maar eens hoe som
mige tweede klasrijtuigen er uitzien. Een
schande: zoo vies en vuil.
Daar hangt geplakt, ge moogt niet spuwen,
Niemand die daar opletten zal
En dikwijls, och' 't is om te gruwen
Lijkt ons tram... een varkensstal.
Gaat ge uw abonnementje halen
Dan doen ze u peperduur betalen
En klink het vriendelijk: mijnheer,
Van 't jaar: twee honderd franken meer.
Hebt ge soms goesting om te lezen?
Hewel 'k heb meelij met uw lot
Want daar is duchtig voor te vreezen
Dat gij u oogen maakt kapot.
De lampen, och ge moogt het weten,
Die hangen nog vol vliegensch..ten
En ieder licht, we zijn 't gewend.
Brandt lijk een keersken van ne cent.
Ja! ja! menschen... onze franskiljonsche
gazetten kunnen dikwijls een pluimken ste
ken op den hoed van les p'tits Beiges...
maar ons frankiljonsche gazetten zullen
moeten bekennen dat de franskiljonsche
kliek die voor den treinenloop moet zorgen,
het er maar poverkens afbrengt. En als de
vreemde bezoekers, die 't naaste jaar met
de fameuze eksposizies van Antwerpen en
Luik naar ons land zullen komen, in die fa
meus vuile treinen zullen mogen reizen, dan
zullen ze van eigens denken en zeggen:
Hewel, in 't land van den nikkelen frank
Met al zijn exposizieglorie...
Is 't reizen in den trein
Miserietocht, potdorie.
WAT ook miserie is, dat is als ge uw
lieveken een fijn soupee zoudt willen aan
bieden en geen duiten hebt. Jan, zag Mie
ken gaarne, maar in zijn hart was meer
liefde dan centen in zijn portemeniks. Mie
ken, zei Jan, zoudt ge van avond gaarne met
mij een lekker broksken eten. Oja, zei Mie
ken en ze draaide heur oogen als een schel-
visch op 't droge. Hewel, zei Jan... dat is heel
simpel neem me dan meê naar uw huis...
EN DE DOCHTER van onzen koning, prin
ses Marie-José is dus ook naar heur nief
huis gereisd in 't land van de macaronie.
Veel geluk, zulle, prinses en de tremen met
de kado's zullen op tijd en stond achterna
komen.
We hopen nu maar
Allegaar
Dat 't u ginder wel mag gaan
En gij
't altijd
Met uw Umberto wel moogt staan.
BIJ BOER NAPELS TE HELPEREN is
er een kalf geboren met twee koppen
en vijf pooten en een paardenstaart. De
wonderen zijn de wereld niet uit. DE
DRUKFOUTEN OOK NIET. Gelezen in een
gazet: tot bestuurder van de nieuwe kak
school is benoemd de heer Vervloet. Dat
moet natuurlijk zijn: vakschool. BOER NE
TELS lag op sterven en zijn Doka was zeer
bedroefd. Boer Netels was altijd een goedzak
geweest en zijn wijf had steeds de broek ge
dragen. Nu stond Doka te weenen en ze zei:
ik zou u willen volgen in de eeuwigheid.
Astemblief niet, zei boer Netels... ik hoop
ginder de eeuwige rust te genieten.
DE ARME MAN. Bedelaar. Als 't u
belieft, mevrouw, geef mij een frank om
naar mijn familie te gaan.
Edelmoedige dame. Oh, gij arme sukke
laar. Hier is een frank. Waar is uw familie?
Bedelaar. In de cinema!
UIT DE RECHTZAAL. Rechter. Ik
veroordeel u tot 105 fr. boete, omdat ge uw
vrouw geslagen hebt.
Verdachte. Tegen die 100 fr. heb ik
geen bezwaar, maar waarvoor is die 5 fr.
Rechter. Dat is de gemeentebelasting op
vermakelijkheden.
Overlast stond ik plotseling, ongewa
pend en in een geweldige sneeuwvlaag, te
genover drie wolven.
En dan?
Dan? Wel, ik heb de wolven vlak in de
oogen gekeken, de handen in de zakken
gestoken, en toen ben ik er al fluitend
van onder getrokken.
En hebben die drie wolven u dan niet
achtervolgd?
Wel neen! Overigens, ze konden niet:
het was in den dierentuin.
En hier is het gedichteken van Marieken.
t Is een roman in dertien deelen.
MARIEKEN!
Marieken, thuis op 't hoeksken
Vreê met Francois Verlaan,
Ze vrijden, zoo een jaartje
En nu, nu is 't... gedaan.
Marieken is een meisken
De Vlaamsche zaak gezind,
Haar moedertaal die heeft ze
Altijd om 't meest bemind.
Getrouw aan Vlaamsche zeden
Steunt ze als een Vlaamsche meid,
Met woorden en met daden
En geld, den Vlaamschen strijd.
Monsieur Frangois steekte echter
Met 't Vlaamsch altijd den draak
Maar al wat fransch is, vrienden,
'Noemt hij de groote zaak.
En hij begint te stoefen
Van 't Fransch, zoo chic en fijn
Terwijl de flaminganten
Maar domme boeren zijn
Wel! wel! sprak toen Marieken
Zeg mij dan eens gezwind,
Wat komt gij hier dan vrijen,
Ik ben ook Vlaamsch gezind.
Monsieur Frangois moest lachen
Och! zei die arme dwaas
Zijn we eens getrouwd, mijn meisken,
Dan ben ik toch de baas.
En dan zal ik wel zorgen
Hoe ook mijn vrouwken mort
Dat er van flaminganten
Niet meer gesproken wordt.
Als 't zoo is, sprak Marieken
Monsieur de franskiljon,
Gelief rap te vertrekken
Met uwe zuiderzon.
Ze gaf hem fluks zijn hoedje
En sprak: mijnheer Verlaan
't Is tusschen ons getweeën,
Vandaag voor goed gedaan.
Ik heb van twintig jongens
Uit 't Vlaamsche land de keus,
En Vlaamsch van huis en zeden
Is mijne en hunne leus.
Monsieur wou nog iets zeggen
Maar hij stond reeds op de straat
Te krabben in zijn haren
En zuchtte: 't is te laat.
Marieken, thuis op 't hoeksken
Vreê met Frangois Verlaan,
Ze vrijden, zoo een jaartje
En nu, nu is 't... gedaan.
't Manneken uit de Maan.
Groote keus beste kwaliteit
TAFEL TOILE-CIRÉE
in alle breedten,
Geele, Zwarte en Bruine
BEDDEVELLEN
Caoutchouc schorten
bij
SANSEN-VANNESTE, Pop.
iBHSMBBBBHHSBBBSBffiBiSBnBBaB!
KLEIN MAAR SCHOON FEEST
op Dinsdag 17 December 1929.
De Heer Notaris Pieters, burgemeester van
Reninghe, Voorzitter van een groep gemeen
ten van het Yzerfront tot electrificatie en
bloei, had er aan gehouden de Colleges van
Burgemeester en Schepenen der gemeenten:
Crombeke, Westvleteren, Oostvleteren, Woes-
ten, Reninghe, Pollinchove, Zuydschote. Bix-
schote, Merckem, Noordschote, Proven, Watou
en Stavele, tot eene algemeene vergadering,
gevolgd van banket, uit te noodigen te Oost
vleteren. St Sebastiaan met als dagorde:
Huldebetoon aan onze vereerden, ijverige en
trouwe medewerkers:
1. - M. Costenoble H., sekretaris, Zuyd
schote, Zilveren Palm der Kroonorde.
2. - M. Garmyn A.. burgemeester, Oost
vleteren, Gulden Medaille der Kroonorde.
3. - M. Morlion Cl., burgemeester Pollinc
hove, Gulden Medaille der Kroonorde.
4. - M. Kinget, burgemeester, Crombeke,
Gulden Medaille der Orde van Leopold II.
5. - M. Vandenbussche, burgemeester. West
vleteren, Gulden Medaille der Orde van
Leopold II.
6. - M. Soenen Th., burgemeester, Noord
schote, Zilveren Medaille der Orde van Leo
pold II.
Talrijk de aanwezigen: Op gesteld uur in
St Sebastiaan», bij M. Riem, trad men de
feestzaal binnen. De Heer Voorzitter, na
eenige mededeelingen over bestuurszaken,
deed eene korte en welgepaste aanspraak tot
de Vereerden. Hij dankte hen voor hunne
trouwe en ijverige medewerking in de be
stuurszaken onzer gemeenten, had voor ieder
een woordje van aanmoediging in de zoo
moeilijke, dikwijls ondankbare taak ons op
gelegd. stuurde hij zijne beste gelukwenschen
toe, dat zij nog lange jaren, in volle gezond
heid, het eereteeken op hunne borst zouden
mogen dragen en in siaat zijn hunne hulp
te verleenen. om den bloei van onze gemeen
ten te bewerken en onze vergaderingen bij te
wonen. Hij smeekte hen een klein geschenk
te aanvaarden uit erkentenis en als gedenk -
teeken zijner ware achting. Op verzoek van
den Heer Voorzitter werd het geschenk aan
ieder der Vereerden door den Heer Sekretaris
Ja, 't zal zoo iets wezen.
George Verlane heeft het voor zijn doen
dan toch ver gebracht als hij bestuurder is,
hernam Malvina verwaand.
Ja, 't valt me van hem mee, beweerde
Klaas Branctsen. die nooit iets ernstig had
verricht.
De auto was al buiten 't stadje en volgde
een breeden rechten weg Noordwaarts.
Malvina reed snel. Ze hield er van langs
boomen en huizen te vliegen...
't Gesprek verflauwde. De auto rende
voort, stormde toetend door gehuchten en
dorpen, tot aan den einder, de forsche to-
rens van Gent verrezen.
Pierre zal reeds ongeduldig zitten wach
ten, zei Klaas.
Als het maar waar is!
Zeker, zekerHij was zoo blij, toen
ik het hem vertelde, dat gij er in toestemde
hem nog eens te ontmoeten... Ik laat u bei
den alleen, hoor.
Neen, nden
Niet dadelijk... Ik zeg dat ik een paar
boodschappen heb. Na een paar uurtjes
daag ik weer op. Intusschen kunt ge met
Pierre dineeren
En waar blijft gij zoolang?
Bij een vriend Ik zal hem de lessen
vragen, die ik verzuimd heb, de dictaten...
Ja... dat zal wel...
Nu meen ïk het weer ernstig njft de
studie... Als vader maar niet te ongeduldig
is... j
Malvina moest haar vaart verminderen.
Ze was voorbij de Sterre en 't werd hier
drukker van trams, wagens en auto's.
Broer en zuster bereikten de eigenlijke
stad en Malvina stopte voor een groot kof
fiehuis bij het Sint Pietersstation.
Ze stapten binnen. Achter een tafeltje
rees een slanke man op met knap gelaat,
vurige oogen, kroezelig haar en deftig ge-
kleed, 't, Was Pierre van Landale. En voor
hem kwamen Malvina en Klaas naar Gent.
Hoffelijk boog hij voor Malvina en reikte
hij haar de hand. Joviaal begroette hij zijn
vriend Klaas, die hij aan de universiteit
had leeren kennen...
Pierre van Landaele bestelde koffie voor
Malvina en bier voor haar broer.
Even spraken ze over de reis en over
auto's. En Malvina deed of ze gansch haar
leven in auto had gereden.
Nu moet ik dringend een paar bood
schappen doen, zei Klaas. Ge moet me een
uurtje verontschuldigen.
Maar ik ga mee! sprak Malvina snel,
al meende ze 't niet.
O, mag ik u mijn gezelschap aanbieden,
zoolang uw broer afwezig moet zijn? vroeg
Pierre.
Malvina bloosde.
Ik houd u misschien op, hernam ze.
't Zal een groot genoegen zijn... En ik
noodig u uit te dineeren...
Dat is een goed plan! zei Klaas. Wel ja,
laat er ons een gezellig dagje van maken.
O, gaarne! verzekerde Pierre.
Waar dineeren we?
Pierre noemde een gasthof midden in de
stad.
Dan kom ik daar ook, beloofde Klaas...
't Is afgesproken... Zeg Pierre, ik ga de stu
die weer opnemen, vervolgde hij nog.
Dat is zeer verstandig.
Gij zijt van de universiteit af...
O, ja... 't was mijn bedoeling' niet een
titel te halen, zooals ge weet. 'k Heb genoeg
van de rechten en wetten bestudeerd, om
met kennis van zaken mijn goederen te be-
heeren en niet afhankelijk te zijn van rent
meesters en advokaten...
Ja, ja, zoo is het, zei Klaas... Maar ik
wil juist advokaat worden... 'k Ben het nog
niet, hoor! Tot straks dan! Malvina ik neem
de auto mee...
Ja, maar voorzichtig...
Zeg!
Ja, ja... ik meen het...
Ik heb u leeren sturen...
Maar Klaas, een leerling overtreft soms
zijn meester! merkte Pierre van Landale
lachend op.
Saluut, hoor!
Even later ronkte de auto...
Klaas wilde een plannetje uitvoeren, dat
hij al eenigen tijd van zin was. Hij had een
paar meiden uit een bar beloofd ze eens rond
te toeren...
Ik rijd er nu mee naar Brugge, besloot
hij... Malvina zal zich wel amuseeren. Ze
kunnen mij missen.
Willen wij een wandeling doen, dat
scherpt de eetlust, zei Pierre tot Malvina.
Ze stemde toe en begaven zich naar de
stille lanen, die rond de stad loopen.
Pierre beweerde al dadelijk dat dit een
genotvolle dag' was voor hem. Hij vertelde
nu, wat Malvina trouwens al wist van haar
broer, dat het kasteel der van Landale's in
Waasland stond. Daar woonden zijn ouders,
zijn broer John, die nog het College te Sint
Niklaas bezocht en twee zusters Leonie en
Thérèse.
Pierre zei hoe het speet, dat zijn ouders
zoo ouderwetsch aan hun adel bleven hech
ten. Hij zelf vond dat wat bespottelijk en
vergenoegde zich met aristocratie, ook al was
er geen adeldom mee gemoeid,
BI. 5. - 5-1-1930. - N< 1.
NIEUWJAARMAAND
ent wikkelt warmte en bestrijdt afdoende
Legt eenvoulig het blad watte op het pijnlijke lichaams
deel, zorg dragend dat het goed aan de huid kleeft.
Wanneer een spoedige en krachtige uitwerking verlangd
wordt is het voldoende de Tkermogèiio eerst te bespren
kelen mot gezouten lauw water of azijn.
In alle apotheken 4.50 Fr. de doos; 3 Fr. de halve doos.
van Reninghe ter hand besteld onder de da
verende toejuichingen der aanwezige Heeren.
Daarna nam ieder zijne aangeduide plaats
aan tafel. Dat de spijzen lekker waren, goed
opgediend en er niets ontbrak, hoeft niet
gezegd te worden't kwam uit de keuken van
't gekend huis Mevrouw Riem, en onze groote
weldoener, Wel Edele Heer Baron de Co
ninck de Merckem had er aan gehouden het
met zijne tegenwoordigheid te vereeren.
Bij het nagerecht nam de Heer Baron de Co-
ninck de Merckem, burgemeester van Mer
ckem, het woord. Hij wenschte zijne ambt-
genooten, Burgemeesters van Oostvleteren,
Westvleteren en Noordschote hier in 't feest
tegenwoordig en de Heeren Morlion van Pol
linchove en Kinget van Crombeke die zich
lieten verontschuldigen aan 't feest niet te
kunnen deelnemen, uit ganscher herte geluk
om hunne bekomen onderscheiding en dank
te hen voor hunne medewerking. Op eene bij
zondere manier deed hij uitschijnen, dat de
groote onderscheiding van de Zilveren Palm
der Kroonorde, toegekend aan den Heer Se
kretaris van Zuydschote, wel verdiend is daar
hij, schoon zijn hooge jaren, als goede, voor
beeldige, werkzame en ijverige Sekretaris ge
kend is, aan hem onze beste gelukwenschen,
onzen rechtzinnigen dank. Op aller gezond
heid werd een goed glas gedronken. Warme
toejuichingen.
Daarna nam de Heer Costenoble, sekre
taris van Zuydschote het woord, als volgt:
Wel Ed. Heer Baron de Coninck de Merckem,
Waarde Voorzitter Heer Pieters,
ïjeei;en Burgemeesters en Schepenen
onzer groep,
Geachte en beminde Ambtsbroeders,
Mijnheeren,
Aan zoo hooge onderscheiding, aan zoo
veel eerbewijs en huldebetoon, aan zooveel
achting en liefde heb ik mij niet verwacht.
Dit maakt op mijn hert een zeer gevoeligen
indruk. Spijtig, dat zooveel eerbewijs, zooveel
huldebetoon, meestal komt na lange jaren
dienst, op een oogenblik, dat het hert ver
sleten is en moeilijk kan weerstaan aan de
minste stoornissen. Uwe achting en genegen
heid, iiet genoegen onder u te zijn, maakt
mijn hertje wel tien jaar jonger. Daarom aan
u allen hertelijk dank. Ik vraag mij af: heb
ik wel die onderscheiding, uw eerbewijs en
huldebetoon, uwe achting en liefde in zoo
hooge mate verdiend! Ik twijfel, en als er
verdienste is, dank en eerbewijs komt mij
niet toe, maar wel aan Diegene, aan wie ik
alles, en aan Diegenen, aan wie ik in zeer
hooge mats bescherming en tal van welda
den verschuldigd ben. Ge weet, zoo wel ais ik,
dat de mensch op aarde gesteld is, met zeke
re talenten of begaafdheden, verplicht te
werken tot eer van God en zijne Oversten,
in 't belang van zijn eigen zeiven en van
de groote keten der samenleving, waarvan
hij een lid of schakel is, met eene gestadige
zucht naar verbeteringen, om na zekeren
tfjd, bij de eenen van korten, de anderen van
langen duur, eene volmaakte rust te genie
ten. Die talenten en begaafdheden, die wij
geërfd hebben, worden in zijne kinderjaren
ontwikkeld, dan wordt de grondslag van den
lateren leeftijd gelegd, dan wordt de mensch
om zoo te zeggen, gevormd. Ik heb het geluk
gehad geboren te worden van goede ouders,
nederige burgers, in eene gemeente waar
een machtige en talentvolle weldoener een
ieders belangen ter herte nam, edel van
naam, edel van hert, beschermer mijner
ouders, inrichter, warme voorstaander, ja,
steunpilaar van opvoeding en onderwijs. Het
doet mij nog deugd aan 't hert die edelman
in school te zien nevens de leerlingen op de
schoolbanken, de lessen van den meester
aandachtig volgend om dan de oefeningen
bij de leerlingen af te spieden, voor ieder een
woord van aanmoediging. Ja, die edelman,
is de edel vader van deze, die heden mijn
weldoener is, die de belangen van onze ge-
meentegroep zoowel ter herte neemt, die
onzen geachten Voorzitter ter zijde staat,
zoo in feesten, huldebetoon, liefdewerken, als
Malvina sprak over hun groot huis te Be-
laarde.
Haar vader was stadssekretaris om zijn
tijd te gebruiken. Hij zou trouwens burge
meester worden, beweerde ze. En ze gaf zich
uit voor een van die ware aristocratie.
Zoo slenterden ze over de doodsche bou
levards. Malvina was zeer gevleid door de
komplimenten en galanterie van haar gezel.
Ze had Pierre 't eerst ontmoet toen ze met
haar broer te Gent in een restaurant mid
dagmaalde en van Landale daar ook bin
nentrad. En toen reeds had de baronszoon
haar zeer beinvloed. Ze waren lang in eikaars
gezelscnap gebleven.
En 't streelde haar trots dat Pierre door
de bemiddeling van Klaas deze nieuwe sa
menkomst had bedisseld.
Hij zocht haar... Hij was verliefd.
't Wordt nu tijd van het diner, zei
Pierre.
Ze wandelden naar het restaurant waar ze
Klaas moesten ontmoeten.
Hij was er nog niet en Pierre stelde voor
nog wat te wachten. Hij bestelde port.
Malvina vond het heerlijk zoo bij hem te
zitten, 't Was hier gezellig en het voornaam
gezelschap streelde haar trots. Pierre keek
haar zoo verliefd aan. Malvina voelde, dat
dit het begin was van een verloving. Zij, de
vrouw van een adellijken jonker... wat zou
ze Belaarde verbluffen.
Even dacht ze aan George. Ze moest om
hem glimlachen. Hij zou van morgen wel
begrepen hebben, welk een afstand er tus
schen hen gekomen was.Ze had het hem toch
laten voelen. Hij mocht dan bestuurder van
een fabriek geworden zijn, voor haar bleef
hij in elk geval de zoon van al te eenvoudige
menschen. En zij had recht op meer dan
op een fabriekdirecteurtje.
Ik zal toch wel 't genoegen hebben u
meer te Gent te ontmoeten? vroeg Pierre.
in strijd voor onze voordeelen: de Wel Edele
Heer Baron de Coninck de Merckem. Aan
zuiKe verdienstelijke mannen onzen lof, groo
te eer, mijnen en onzen rechtzinnigen dank,
benevens talrijke wenschen van geluk voor
hem, voor zijne edele familie, voor zijne
gemeente, wier geachte en verkleefde Burg
meester hij is.
De Heer Voorzitter rangschikt mij onder
de ijverige medewerkers onzer gemeente-
groep. Overdrijf niet, goede Voorzitter. Van
den eersten dag, dat gij onze gemeente bij
uwe groep aangesloten hebt, voor het be
trachten der verlichting en drijfkracht door
de electriciteit, heb ik kunnen bestatigen,
dat gij een voorbeeldigen hoofdman, ja, voor
ons alien een goede vader zijt, die de minste
medewerking hoog in waarde houdt, die de
GemeenteseKretarissen aanziet als dappere
werkers, en er een handje van hebt eenieder
aan te moedigen. Het past mij niet, verder
over de werking en het doel van onze ge-
meentegroep te spreken; maar men begrijpt
gemakkelijk, dat gij in onze gemeenten meer
wilt dan verlichting en drijfkracht door de
electriciteit, maar ook weistand, groei en
bloéi onder alle opzichten. Gij verstaat en
begrijpt, dat getalsterkte, liefdevolle en een
drachtige samenwerking' de grootste moei
lijkheden overwinnen. Aan u veel lof, groote
eer en hertelijk dank. Het geschenk, door u
mij aangeboden als bewijs van uwe achting,
houd ik hoog in waarde; het zal eene eere-
plaats in mijn beste kamer hebben en het
zal mij, in de overige dagen mijns levens
doen denken aan uw genegenheid, goede
Voorzitter, aan onzen weldoener, aan onze
vergaderingen, aan onze werkzaamheden.
De Heeren Burgmeesters die eene onder
scheiding' bekomen hebben smeeken mij hun
nen reentzinnigen dank uit te drukken en
alien, hier in de feestzaal aanwezig, zijn het
met mij eens, meen ik, om op eene bijzon
dere manier hulde te bewijzen en onzen wel-
gemeenden dank uit te drukken aan den
van onzen groep, alsook aan den Wel Edele
Heer Pieters, Voorzitter, stichter, ja, vader
Heer Baron de Coninck de Merckem, onze
machtige steun, die wij met veel reden Pe
ter-Weldoener van onze gemeentegroep noe
men mogen.
Aan de Heeren Burgmeesters van Oost
vleteren, Pollinchove, Crombeke, Westvlete
ren en Noordschote mijne vurigste wenschen,
aan de Heeren Burgmeesters en Schepenen
hier tegenwoordig hertelijk dank om uwe
genegenheid en achting; veel geluk voor u,
voor uwe famiiie's, voor uwe gemeenten,
wier belangen gij zoo trouw ter herte neemt.
Het genoegen en de voldoening zijn plicht
gedaan te hebben, en goeden uitslag beko
men te hebben, is meer waard dan alle eere-
teekens.
Geachte Medebroeders, Sekretarissen der
verschillende gemeenten hertelijk dank voor
uwe wenschen, uwe genegenheid, uwe dienst
vaardigheid en behulpzaamheid. Na den oor
log ben ik in uwe rangen gekomen tot herstel
mijner gemeente; nog veel is te doen, en nog
velen na mij zullen werken tot verbetering
der gemeente en ze nog niet volmaakt krij
gen, want de volmaaktheid is van deze aarde
niet. Het spijt mij grootelijks, om gezond
heidsreden, de wapens van Sekretaris te
moeten neerleggen. Met gebroken hert, ge
achte Broeders, Voorzitter, Weldoener en
Heeren dezer vergadering moet ik u mijn
vaarwel toesturen. Ik zal in mijn hert steeds
diepe gevoelens van eerbied, erkentenis en
bijzonder achting bewaren, en ik smeek u
de belangen van Zuydschote voort te beher-
tigen, ons gemeentebestuur en den Heer
Burgmeester te steunen en niet te vergeten,
dengqne die zich met diepen eerbied en er
kentelijkheid noemt: De Gemeente-Ontvan
ger, ontslaggevend Sekretaris van Zuydscho
te, H. Costenoble.
Levendige toejuichingen.
Na eenige minuten stilte stelde de Heer
Voorzitter, op aandringen van den Wel Ede
len Heer Baron de Coninck de Merckem aan
de vergadering voor de Heer Costenoble, als
Eere-Sekretaris onzer gemeentegroep te be
noemen, hem smeekend, indien mogelijk, als
O, ik kom nog al eens naar de stad,
antwoordde ze blozend.
Maar zal ik het dan weten?
Waarom?
Ze keek Pierre glimlachend aan.
Waarom? Om ook te komen en u te
ontmoeten. Ik vind het zoo heerlijk bij u
te zijn.
Mijn broer vergezelt me gewoonlijk...
O, Klaas is een goede vriend van me...
en een beste jongen, maar ik zou het eigen
lijk nog plezieriger vinden als we met ons
beiden waren.
Maar mijnheer...
Toe, zeg Pierre... We kennen elkaar nu
reeds zoo goed... Ik ben Pierre en gij zijt
Malvina. Mag dat?
O, ja...
Dat is dan al een overwinning.
Een overwinning?
Ja, ik heb zoo de gewaarwording, dat ik
verovering moet doen. In mijn kringen is
dat gewoonlijk niet het geval. Daar wordt
alles zoo van te voren geregeld door ouders
en zelfs een familieraad. Men wil onzen weg
banen, en veel te veel. Zoo stelt men vast
met wie een zoon trouwen zal. Dus een jon
ker moet zijn bruid niet veroveren... Maar
ik ben al meer uit den adellijken band ge
sprongen en zal het ook in die voorname
kwestie doen.
Malvina keek verlegen naar haar glas en
toch klonk die taal haar heerlijk toe.
Ge antwoordt niet, merkte Pierre op.
Wat moet ik antwoorden?
Keurt gij mijn gevoel van onafhanke
lijkheid af?
O, neen... Ge toont karakter te bezitten.
Ja, dat heb ik...
Een mensch moet karakter bezitten.
En ik zou het vreeselijk vinden te moeten
trouwen, zooals mijn ouders het vooraf beta
len. Zoo iets is een zaak van 't hart.
5 Z II. Naam Jezus, H. Telesphorus, paus.
6 M HH. 3 Koningen, Gasp., Melch., Balth.
7 D H. Lucianus, priester, H. Tillo, bel.
8 W H. Gudula, mart.
9 D H. Marcellinus, bis., H. Petr. v. Sebasta.
10 V H. Agatho, p., H. Domitianus, biss.
11 Z H. Hyginus, paus, mart., H. Hortense.
IBBBBBBBEBBBBSBBaSaBBlHBBBSBBHB;
Een Nieuwjaarwenschje van Guido Gezeile.
Ik wensche U een jaar
dat zacht als zijde is;
Ik wensche U een jaar
dat blank en blijde is;
Ik wensche U een jaar
dat ver van krank is,
een deugdelijk jaar
zoo breed als 't lang is;
Ik wensche U een jaar
dat, als 't voorbij is,
een zalig jaar
voor U en mij is;
Ik wensche U een jaar,
zoo Gods gebod is,
dat in en dat uit
Geheel voor God is.
Wintersalade. Neem gekookte en koud
geworden witte boonen. Leg ze in een sala-
dekom en giet erover: azijn, olie, een lepel
tje mostaard, peper en zout zooals voor eene
gewone salade. Laat een uur trekken. Men
gel goed dooreen. Bovenop legt ge visch-
restjes als ge die bezit, of eenige gepelde gar
nalen of eenige sardijnen welke ge van vel
en graten hebt gezuiverd. Moest ge zoo iets
niet voorhouden hebben kunnen twee of drie
hard gekookte eieren in vier gesneden, ook
wel dienst doen. Eenige plantjes veldsalade
tusschenin gelegd verfijnen nog den smaak
van dezen appetijtenlijken schotel.
Eenige nuttige wenken.
1. - Zilveren eetgerei waarmede eieren zijn
verbruikt, wordt bruin. Om het vlug schoon
te krijgen wrijve men het op met keuken
zout.
2. - Om koperen casserollen te poetsen
neme men eene halve citroen in zout gedopt
en wrijve daarmee de potten op.
3. - Voor het wasschen van gekleurde stof
fen giete men in het spoelwater azijn als het
roode of groene kleur betreft en potasche
voor zwarte en blauwe stof.
De tijden «veranderen. Ach, zegt een
jonge vrouw, hoe veranderen de tijden, over
eenige jaren als mijn man mij zag sloeg zijn
hart en nu... slaat zijn vuist.
IBSBBBBES5BBSBBSBBBBBBBSBBBSBB!
door het koopen van loten der
Verwoeste Gewesten
betaalbaar door kleine stortingen vanaf
9 fr. 50 per maand.
Vanaf de eerste storting neemt gij deel
aan al de trekkingen. Bij geval van uittrek
king van uw lot, zal de gansche premie u
toebhooren.
Ieder jaar zijn er 32 Trekkingen, 233 loten
worden uitgetrokken voor een tötaal van
De volgende trekkingen zullen plaats heb
ben:
den 10 Januari 1 lot van 250.000 fr.
den 10 Januari 2 loten van 100.000 fr.
den 15 Januari 1 lot van 1 milj. fr.
den 20 Januari 2 loten van 100.000 fr.
den 20 Januari 3 loten van 50.000 fr.
den 20 Januari 15 loten van 10.000 fr.
Voor alle inlichtingen wendt U tot de
Naam!. Maat., Beursstraat, BRUSSEL.
Of bij:
Juiïr. Simone Lansens, Post, Vlameriinghe.
Ernstige Agenten worden gevraagd.
voorheen de vergadering bij te wonen. Dit
voorstel werd door toejuicningen begroet en
door belanghebbende met dank aanvaard.
Er werd ook voorgesteld beste gelukwen
schen toe te sturen, in ons aller naam aan
de Heeren Burgmeesters van Crombeke en
Pollinchove, die om bijzondere redens afwe
zig zijn. Ook een brief van deelneming in
rouw aan onzen ijverigen medewerker M.
Garmyn van Crombeke, over het smertelijk
verlies dat hij komt te ondergaan. Na
eenige kluchtliedjes van den Heer Pecceu,
burgemeester van Zuydschote en den Heer H.
Cailliau, die oude Vlaamsche held, Schepen
van Noordschote, drukt men elkaar de hand
om afscheid te nemen, vol hoop voor eene
naaste vergadering. H. C.
Juist! Adel wordt tot adel geleid en dat
is juist de ondergang van veel oud-adellijke
families geweest. Het worden zoo dikwijls
om stoffelijke belangen huwelijken tusschen
verwanten... Ik breek met al die ouderwet-
sche begrippen.
Maar wat zeggen uw ouders daarvan?
Ze zijn het niet geheel met mij eens,
maar berusten al in mijn nieuwe opvattin
gen. Papa is gelukkig breed van geest en
begrijpt dat de jeugd anders oordeelt dan
de ouderen.
Dat is gelukkig voor u, want oneenig-
heid in het gezin moet toch droevig zijn.
Dat is waar... Toch zal ik nog strijd
hebben. Andere menschen leggen niet alle
vooroordeelen af. We zijn van ons punt af
gedwaald, Malvina.
Welk punt?
Als ik het zoo oprecht mag noemen...
Onze ontmoetingen te Gent. En nu ik mijn
hart gelucht heb, wil ik nu in alles eerlijk
spreken. Acht gij Klaas' tusschenkomst wel
noodig, om elkaar te zien...
Ik weet niet...
Malvina sloeg weer de oogen neer.
Gij bewondert mijn gevoel voor onaf
hankelijkheid, niet waar? Dus moet gij dat
zelfde gevoel ook bezitten. Is het niet?
Ja wel...
Dus dan oordeelt ge de bemiddeling
van uw broer niet noodzakelijk?
Noodzakelijk... O, neen... Ik moet hem
meer leiden dan hij mij.
Ja, dat kan ik gelooven.
Klaas handelt soms zoo zo.nderling.
Ja, maar hij is toch een heel goede
jongen.
O zeker...
Soms een beetje los van hoofd.
En een beetje veel.
('t Vervolgt.)