Ware Liefde oyer samsiie eenewieii mm Missienieuws BI. 5. - 6-4-1930. - N' 14. HET MANNEKE UJT DE Koperen spreuken Pijprekkens Dagbladrekkens Pêle-Mêles Alle slag van Kaders Geldbeugels Porte-feuillea Valiezen fBoek- Muziektesscheo. Alle merken van VULPENNEN. Bureelgerief. Leesboeken. Groote keus Trouwe bediening bij jSANSEN - VANNEST E, Gasthuisstraat, Poperinghe. TE VLAMERTINGHE APRIL - GRASMAAND 1.000.000 FR. TE WINNEN 21.500.000 FRANKEN. AANBESTEDINGEN. UNION CENTRALE de la BOURSE LrAiï&at&9v*^*<*8& S3 r4> i% t-M. 'fEM Kennis is meer waard ban rijkdom. Zegt het spreekwoord -en terecht, Rijk toch kan de armste worden, Kennis koopen dat gaat slecht. Spreken is zilver 'en zwijgen is goad zegt het spreekwoord. En dat is waar. Maar toch gebeurt het, dat men somtijds moet .spreken om te voorkomen dat men door zwijgen te veel zou zeggen! IHRBBBBBBBSffSBSftaBBSRSBBBSaBBfl. DE POPERINGHENAARJ We zittesn dus weer in April: Maar 't is een maand met luim en gril Met schoone maar ook slechte dagen. Daarom zegt volk, met recht en reên, Nu opgepast voor groot en kleen: April is daar weer met zijn vlagen. Vlagen rijmt met behagen en als 't u behagen kan, alderliefste Lezeressen en vrienden Lepers, dan gééf ik u hier de tien wijsheidsregels van Elias Thomson, een Engelschman die verleden week zijn 105' verjaardag heeft gevierd. De man is nog flink te pas en ik hoop alderliefste Le- ressen en vrienden Lezers dat gij het ook ooit zoo ver zult brengen. 1. Stel nooit uit tot morgen, Waar gij heden kunt voor zorgen. 2. Waar ge zelve kans voor ziet, Doe dat door een ander niet. 3. Nooit uw geldeken verteerd, Eer ge 't zelve hebt vergeêrd. 4. Hebt ge iet nog zoo goedenkoop, En er geld bij met den hoop; Zoo het ding u baat geen zier, Koopt ge 't altijd veel te dier. 5. Voor 't paaien van noodwendigheden, Heeft de beurs nooit veel geleden; Meerder kost ons honderdmaal Hoeveerdij en ijdle praal. 6. Moet ge al eens van tafel gaan, Eer de buik is heel voldaan; Wil het nimmer niet beklagen: 't Is verlenging aan uw dagen. 7. Wie zijn last maar geerne draagt, Die wel nooit van muugte klaagt. 8. 't Is onnoozel 't hoofd te bukken, Voor toekomstige ongelukken, Ingebeeld wel in 't verschiet, Doch nog even niei geschied. 9. Wat er ook gebeure of niet, Alles maar in 't schoonste ziet. 10. Woedt de gramschap in uw hart, Die zoo licht den geest verwart; Eerst dan eens tot honderd telt, Eer gij u tot spreken stelt. En hier volgt nu :iets uit den Boeren almanak dien ik gekregen heb van mijn nonkel Sisse. Ik heb hem seffens openge sneden, niet nonkel Sisse, maar den almanak en vond er allerhande dingen in die u en mij te pas kunnen komen. BOERENALMANAKSKEN. Vroege Pa- schen, vroege zomer. Een droge Meert.:is'geld weerd, Als "t in April maar regenen wil. April koud en nat veel koorn in 't-vat. Nooit April zonder aren, nooit Mei zonder bloeisel. DE KOEKOEK ZEGT: Er zrnge wat wil, Xk en zing niet voor halven April. DOCH DE MENSCHEN ZEGGEN VAN DEN KOEKOEK: Met halven April zal hij zingen, Of Zijn g... :moet springen! Manneken, zegt Marenta, een beetje be leefder, astemblief. IN DEES MAAND vieren we dus het Paaschfeest. Alle katholieke menschen zouden moeten weten welke ge beurtenis -er dien dag in de H. Kerk wordt herdacht. Ge zult misschien zeggen: dat weet toch iedereen. Hewel, ge zijt er wel m Vraagt eens, zoo onverwachts, aan ver schillende van uw kennissen: wat viert men op Paschen, Sinxen veertig dagen na Pasehen 033 15 Augustus, op 1 November? Wanneer is 't Onze-Lieve Vrouw Boodschap, Onze Lieve Vrouw Geboorte, Onze Lieve Vrouw Onbevlekte Ontvangenis? Velen, zeg ik, zullen u bezien als een koe die voor eer, piano staat. Maar vraag eens: welke zijn de beste koereurs, welke zijn de schoonste cinemaspeelsters, welke zijn de nieuwste dansen, de leste filmen'? 'k Durf wedden voor honderd frank. Dat jze allegaar Subiet staan met een Antwoord klaar. 33e vader van .Janneken stand ook met •een antwoord klaar. Jaimeke was bezig met •gewi jde geschiedenis te .feeren en vroeg: Maar, vader, waarom is Onze Lieve Heer, als Hij verhezen was, eerst aan de vrouwen verschenen BBSBflBSSBBBBBS Mengelwerk van 0e Popi-ringhenaar15. ROMAN door A. HANS. Wel, mijn kind, dat was opdat de 'tij ding spoediger zou verspreid worden. Marenta beziet me kwaad en ze pruttelt: de vrouwen vertellen wat ze niet zwijgen kunnen en de mannen klappen dikwijls hui der tong voorbij. Dat gebeurde ook met Gustje van den pasteibakker. Gustje van den pasteibakker had kwade perten, en schreeuwen dat hij deed! Eene oude dame kwam binnen om eene fijne pastei te eten en een kommeken chocolade te drinken. Zij zag Gustje perten en schreeuwenMaar, Gustjezei ze zoo, ge moogt zoo niet schreeuwen, ge zult daar zoo leelijk van worden! Gustje hield op, en bekeek haar stijf: - Als het zoo is, Madame», zèi hij, dan moet ge fel geschreeuwd hebben, als ge jong waart. Ge hoort de menschen dikwijls zeggen: toen ik jong was hadden we strenge winters en warme zomers en nu is dal iallegaar -Ver anderd. Hewel! wat het zomerken betreft dat ons te wachten staat opgepast. Een geleerde uit Frankrijk zegt dat we een zomer gaan krijgen, zoo droog dat 't al zal ver pulveren. De voorzegging van een profeet, Die brood en patatten eet, zegt Marenta, In alle geval: we mogen ge rust zingen: Regen milde zegen valt uit de wolken hoog rap en zeer op de aarde neer want het is hiei- droog! droog! droog! Een Hollander, een zekere meneer Ver aart, heeft verleden week gébrobeerd om met een machientje van zijn uitvinding de regen uit de lucht te doen vallen. Of 't ge lukt is weet ik niet. Maar wat ik wel weet, dat is dat al de paraplumarsjangs van 't land een beeweg hebben gedaan te voet naar 't Heiligdom van Sint Medardus te Schittelsholleschuilegem om den heiligen man te bidden en te smeeken toch regen te laten vallen, daar zij geen enkel parapluutje meer kunnen verkoopen. ADELINE Kortheuvels en haar zuster wilden eieren verkoopen op de markt te Hasselt maar ze waren niet versch meer, 't waren opgelegde en rotte eieren. De po litie stak er zijn neus in, niet in de eieren, maar in dat zaakje. Aangezien dat het de eerste keer niet is dat Adeline de menschen wil foppen, kreeg ze een ferme boete. Maar A.deline werd kwaad en smeet den politie agent eenige eieren naar zijn kop. De vent stond daar met een partij gele decoraties die hij niet had gevraagd en die in 't geheel geen goede geur hadden. Dat grapken zal Adeline nu zeker duur te staan komen. En Marenta zegt: Menschen, die hun slechte waren Aan hun evenmensch verkoopen, Mag men toch zoo mm als dieven Vrij laten in 't ronde loopen. Daarin heeft Marenta groot gelijk. Wie ook gelijk heeft, dat is Wantje Zuurbier, waarvan ik u hier een briefje laat lezen dat hij naar zijn Petronel heeft geschreven. Pe- tronel heeft mij een brief gebracht en ge zegd: Manneken, zet dat maar ne keer in «De Poperinghenaar daar willen de al derliefste lezeressen en vrienden lezers meer deugd van hebben dan van 'moord en brand- histories. Wantje is dus hij den troep en hier volgt zijn brief. AlterliefstePetronel Gij zult wei verwondert zijn geweest asdatte gij sedert een maaitd geenen brief gehad hebt van uwen beminden Wantje maar ditte komt omdat ik in -den bak heb geze ten zooals Dorus van Scheve Lazonder en Jef van Marie van Warmeken' de vroeivrouw u wel zullen hebben vertéld.'Ge moet we ten, alderliefste Petronel, aSdatte die os- sefier die ons 'krommandeert een franskil jon is die de flaminganten riiét kan verdra gen. Het is een zekere Holefermus Smout- vier. Zijn poepa heeft nog te Lokeren op de markt gestaan met -fleschkens tegen de tandpijn en de eksteroegen en zijn moeijer gmg langs de deuren om konijnenvellen Nu had dien kerel reeds lang een pik op mij omdat 'hij weet dat ik een flamingant ben, mijn alderliefste Petronel. "Hij liet mij roepen en hij zei mij zoo Afooepcrtant gij zijt een flamingant Ja dfkop, néi ik. Maar toen was 't er ®p, Aicletliafste Pe tronel. Hij begon "ze vtoeken en "te sakkeren en hij riep: -watte gij noemt mij "dikkop. Let wel op, Petrenel; ik had riiet gezegd: ja dikkop anaar dik-op 'tusschen die twee woor.den as een groot verschil. Dikkop wil zeggen: iemand met een cükkm kop maar dik op -wil peggen: volop. Dat verstaat in ons (dorp het klein ste kind. Maar Smoutvier wilde da-: niet verstaan. Nu -moet .ge weten, vilder?iefste Petronel, asdat Smaite vier er abselum aan houdt dat zrjn naam op zijn framed-vordt uitgesproken. Wij mogen dus niél zeggen: luitenant Smout-vier, maar moeten zeggen luitenant Smoevjee. -Dat klinkt idéipger. Ja, dat weet ik, maar ik geef er geen zier om. Ge hebt toch wel wat overdreven ge handeld. Zoo, vindt ge dat? Ge brengt alles uit het evenwicht... Peter, dat zijn woorden van uw pa troon... Het evenwicht hier is het in stand houden van uitbuifierij... Gij zelf klaagt over uw klein loon en nu er een is die een nieuwen weg opgaat, die rechtvaardig heid betracht, praat ge met uw uitbuiters mee. En «aarom? Omdat ge u verheven voelt boven .de arbeiders... Ik ben ^een bediende... Ja. en de tijd zal komen, dat de arbeiders door vereeniging en door een drachtige samenwerking een beter lot zullen hebben dan de bedienden, omdat vele vnn deze meenen dat het hun niet past met arbeiders samen te werken tot lotsverbete ring... o, ik weet het wel, veel bedienden kritikeeren mij ook. De ware oorzaak is jaloezie omdat mijn werklieden meer loon ontvangen Dat ze liever samenwerken om aan hun schandelijke uitbuiting een eind te maken... - Ik ben het niet met u eens... Bij Looze wordt er reeds gedreigd met staking. De werklieden daar willen evenveel verdienen als de uwe. Ze hebben gelijk. Maar Looze weigert opslag te geven. Hij kan het best doen, hij verdient genoeg. Hij zegt dat hij liever maanden zijn fabriek «luit. Hij moet er geem boterham minder om eten. Als lammetjes zulten gde werklieden terug heeren, beweert hij. En -er zullen meer stakingen volgen. En dat is mijn schuld, hé, Heter:! ."Jaj zoo oerdeefen de menschen, vooral zij, die veel verdienen, d&e er goeö in zitten, niet weten van de zorgen en de armoede in arbeidersgezinnen! Maar dat kerels als $gij| ze napraat, jongens en mannen ook m- ders die fatsoenlijke armoede lijden... Ze kiezen de partij der heeren, omdat te een tover jas, een col en een hoed dragen <en j daar achter hun huiselijke zorgen weg ste ken... Als er staking komt ligt de schuld bij patroons als Looze, die geen -recht willen doen. Ik voorzie roerige dagen te Belaarde, hernam peter Dankers. Bij mij op de fabriek is alles -rustig en heerscht er een goede geest... 't Ge'kiof het... als ze daar nog niet tevreden waren. Welnu, ik heb het verkregen dooi een daad van eenvoudige rechtvaardigheid. Maar zuil gij het kunnen volhouden, George? Weer zoo'n bewering van de patroons! En ik weet dat ze meer -uit strooien... dat ik een list gebruik om hier 't zaad van; ontevredenheid te strooien, dat ik den weg bereid voor socialisme... En jk vrees, Peter, dat gij dit ook zult napraten... Zoolang de patroons voor al die egotische tactiek op hun bedienden kunnen rekenen meenen zij sterk te zijn. Maar den stroom der arbeiders kunnen ze niet weren! Wat ze niet vrij willig toestaan, dat zal hun afgedwongen worden. Ik verkies de inspraak van mijn geweten boven dwang. Géorge is er voor mij nog geen plaats open -op uw kantoor? vroeg Peter. Neen, ik heb mijn voltallig personeel Maar gij hebt nu die houtzaak van Moerman overgenomen! Daar zijn meur menschen die als ze van niet tot iet komen aan hun naam een fransch tintje geven, maar aangezien Smoutvier een vlaamsche naam is, spreek ik dien naam uit zooals hij geschreven staat; vandaar nieuwe woede van dien sabelsleper. De vlaamsche jongens moeten dat dan bezu ren. Ja Peternelleken, 't ziet er niet pluis uit. God weet wanneer we zullen kunnen trouwen. Ze zeggen hier dat de Fransozen weer oorlog willen gaan voeren en dan moeten we meê. Onze vorige regeering heeft, toen ze op sterven lag, het militaire verbond met Frankrijk geteekend. God weet hoe ze daar de Vlamingen weer eens te slim zullen zijn. Alderliefste Petronel, ik eindig met de pen maar niet met het hert. Gij moet vele groe ten hebben van Dorus van Scheve Lazonder en van Jef van Marie van Wanneken de Vroei vrouw maar van mij krijgt wel honderd zoete kussen al is het maar met de post. Uw totterdood getrouwe Wantje Zuurbier. Hewel! wat zegt ge er van: is 't niet om compassie te hebben met dien Wantje Zuurbier. Bier dat drinkt ge in een herberg. Daar zijn herbergen en herbergen: goei en slechte. Lest kwam ik alzoo in een staminee, ergens op den buiten en hoe het daar ge steld was, hewel, lees: AAN EEN MAMMEZEL! Mamzei, ik heb verleden week Bij u een pint gedronken... En 'k kon meteen in uw café Eens luimen en eens lonken. Ge stond daar achter uwen toog Met kleurtjes op de wangen... En aan uw ooren hadt ge twee Fameuze ringen hangen. Uw lippen waren met een verf Zoo rood als bloed bestreken... Wel twintigmaal hebt gij terloops In 't spiegeltje gekeken. Uw bloes van roze zijde was Lijk men op onze dagen Te Brussel, door de juffers ziet Van de kavicjes dragen. Daar lag een boeksken en ge waart De lezing pas begonnen... Ik zag den titel: Och mamzei Ce leeso dus: «La Gargonne Daar Lwgm een type uw herberg in. Een van uw vaste klanten... L'n 'k hoorde dat ge spoedig waart In 't fransch aan 't parlesanten. Maar 't was me een franscho mamreesel Dat daar toen werd gesproken... 't Was of ge een gloeiende patat Hadt in uw mond gestoken. En wat ge zooal hebt verteld Dat zal ik maar niet verklappen... Maar wat u 't beste passen zou Wel dat zijn: zeeverlappen. Wat vlaamsch is haat gij, mam zei. Maar gij schijnt te vergeten Dat 't toch in 't Vlaamsche land is, Dat gij modepop, moet eten. Wat Vlaamsch is, haat gij, mamzei Wel, maak dan rap uw bussel En trekt er meê da's 't beste nog En trekt er meê naar Brussel. Want modepoppen van uw soort Die spuwen gift, gelijk 't venijn. Dat zijn hier groote plagen... In velden... hof en hagen... Venijn dat brandt men uit; Ik wil hiermede nu besluiten... Zoo'n modepop, dat is een pest Voor onzen Vlaamsehen buiten. Helaas! ja, waar zijn ze nog de staminees waar 't Kruisbeeld boven de schouw hangt en de goed gekende schilderijen met de spreuken: Geloofd zij Jezus-Christus! God ziet mij; hier vloekt men niet. Gelukkig, zijn er in 't geloovig Vlaanderen zoo nog te1 vinden... maar elders in 't land worden ze schaarsch, schaarsch... Nu heb ik het gedichteken nog niet ge geven van uns .Fonsken. Hier rs bet EE ORLOGIE. Ons vader heeft twee orlogies Een van zilver en een van goud. Die van goud heeft hij kado gehad Toen hij is getrouwd. Die gouw arJogie doet hij maar aan Als hij naar een feest moet gaan. Met dat zilver orlogie gaat hij naar aijn Dat orlogie is zeer sterk Iwefk. Lest was 't orlogie van ons vader vuil Ik meende te ikuisnhen van buiten En van binnen met een vodde Maar vader zei: gij stomme uil Ge bederft mijn 'klodden. Op een orlogie kan anen zien hoe laat het is Als men verstand bebt van die zaken. Onze Miel en .Jan .en Sis Die kunnen daar uit wijs geraken Boven aan 't orlogie staat een knop En daarlangs draait men 't orlogie op. HIBfiflBBSSlB'iBB&BBftBBBBBBJflBBMKBKB Overgenomen? Wel* neen... Het is de zaak van de weduwe Moerman... Och, kom, zonder u, ware er alles voor .gehuld verkocht! Dat is wat anders. En gij hebt daar ook personeel noodig... Lotje zal het kantoor doen. Wat kent zij er van? Ze heeft altijd Uie groote jufvrouw uitgehangen... - Dat is niet waar,, Peter... Ik geloof, dat er nu weer al menschen jaloersch zijn omflat die zaak niet verkocht is, maar blijft voort bestaan. O, sommige menschen hebben veel geluk... Hebben de Moermans zooveel geluk gehad.? Denkt ge, dat de weduwe en Lotje hun den doode reeds vergeten zijn? Is niet veel van hun levensvreugde mee ju dat graf verdwenen? En zal Lotje het kantoor alleen kun nen doen? Zie, .ik zou me daar :aan die zaken willen wijden. O, Peter, bopw daarop uw toekomst niet. Ge zijt trouwens in een heel ander be drijf... Maar nu mag ik me niet langer op houden. En George nam vrij bruuks afscheid. Hij wil ine niet helpen, bromde Peter Dankers. In zijn hart is hij toch verwaand en zal hij met zijn vroegere kennissen bre ken. Op hem moet ik niet hopen... George Verlane krijgt het te hoog in den bol. En waarom moet hij zoo'n geluk hebben en ik een klerkje blijven! .George had bij Peter Dankers weer de enge mentaliteit van Belaarde gevoeld. Peter kan ik nooit in mijn dienst nemen, dacht hij bij zich zelf. Veel te babbelachtig. En 't zou geen verhouding zijn. Kan ik hem anderszins helpen, ik zal het niet laten. Maar in mijn eigen bedrijf moet ik zakelijk blijven. Lydia Molenaars, zijn buurmeisje, was de stoep aan 't dweilen, toen George daar aan kwam. En als de orlogie niet verder kan of wil Dan staat de orlogie stil. De man die de orlogies repareert Is de orlogiemaker in 't fransch: orlosjee En daarmeê Is mijn opstel over de orlogie gedaan En teeken ik: Fonsken van der Laan. Allee! Fonsken is poejeet geboren Fonsken zal poejeet sterven. en Salutjes, alderliefste Lezeressen 'k Heb vaak en ben verdorie moe... En na al deze zedelessen Doe ik gerust de boeken toe. 't Manneken uit de Maan. HOFSTEDEN Menige hofstede van Vlamertinghe bezit haar eigen naam, waarvan sommige nog volksgemeen zijn. Eenige benamingen zijn min of meer te loor gegaan en 't ware spijtig moesten al die oude namen geheel verdwij nen! Wilden sommige eigenaars hunne oude eigendomstitels eens overzien, dan zouden er voorzeker hier en daar nog eenige van die oude benamingen te voorschijn komen! Inlichtingen over benamingen en wetens- weerdigheden dezer hofsteden zullen met dank aanveerd worden. Hieronder een begin dezer opzoekingen: deze hofstede, alsdan verpacht aan Andries Quaghebeur, den eigendom van Joannes Vanheule-Coolsaet. Later ging dezen eigen dom over op hunne kinders en nakome lingen, die deze hofstede zelf beboerden en na den dood van Sophie Vanheule, in 1910, werd deze hofstede verkocht aan Cyriel Ampe-Coene, wiens vrouw eene kleinnicht was van Sophie Vanheule. Op 9 Mei 1923 wierd deze hofstede den eigendom van M. Henri Adriaen, veearts te Poperinghe, klein- neef van voornoemde Sophie Vanheule. Dus sinds méér dan 160 jaar is de Roo Balie den eigendom derzelfde familie gebleven! Volgens de gezegden van de kinders Van heule was men eertijds door de legeroversten verplicht de hofbalie rood te verwen en de huidige eigenaar heeft dit oud gebruik voort gezet. Op Zondag 6 Januari 1918, rond 8 ure 's morgens, werd door onvoorzichtigheid van Britsche soldaten deze hofstede in brand gestoken. Woonhuis, peerdenstal, koeistal en zwijnenstallen zijn afgebrand. Twee zwijns, 't huisgerief, landbouwalaam en landbouw- vruchten zijn door 't vuur vernield. Deze brand is begonnen in een kelder, welke door de Britsche soldaten als telefoonbureel in gericht was. Bo.ven dezen kelder was een duivenkot van 't leger en een honderdtal duiven zijn insgelijks in den brand omge komen. De schuur en de keete waren ge vrijwaard gebleven en gedeeltelijk de vouw- te, welke uit de jaren 1600 dagteekende. Na den oorlog is de Roo Balie herbouwd en de vouwte in haar oorspronkelijken trant hersteld. Deze hofstede, ruim 4 ha. groot is thans beboerd door Arthur Vandenbussche-Logie. 'S IIEEREN JANS ZETEEE, bijgenaamd «DE CAYENNE.. (Sectie A Nr 430A). De hofstedegebouwen van 's Heeren Jans Zetele zijn zeer oud en waarschijnlijk nog in hun oorspronkelijken trant gebleven. De hofplaats is langs drie kanten omgeven van een wal en langs voren afgesloten met stal lingen en inrijpoort, 't Is de eenigste hofstede op de gemeente welke nog alzoo omsloten is. Op de gebouwen is geen enkel jaartal op te merken. Algemeen wordt deze boerderij de Cayenne genoemd. Deze hofstede meest bestaande uit ont gonnen boschland en zwaren kleigrond is bekend als eene der minst vruchtbaarste van de streek en heeft eene oppervlakte van omtrent 20 hectaren. De tegenwoordige pachter is Oscar Cat- teau-Ingelbeen. 6 Z Passiezondag', H. Ccelestinus I. p. 7 M Gel. Hermanus Jozef, bel., H. Albertus. 8 D H. Perpertuus, biss., H. Bademus, mart. 9 W H. Waldetrudis, wed. 10 D H. Mechtildis, m., H. Macarius, biss. 11 V O. L. V. der VII Weeën, H. Leo de Gr. 12 Z H. Julius, p., H. Erkembode, biss. IflBRfl&KSLKBBBBSRHBBSSgcSlil&KSKiSBH 'T LEGERGOED (Sectie E Nr 346A). In 1717, en zeker vroeger, bestond er 't Groot Leghergoet en 't Cleen Legher goet Deze laatste hofstede welke in de nabijheid van 't Groot Leghergoetge bouwd was, bestaat sinds langen tijd niet meer en hare landerijen zijn gevoegd bij de eerst gênoemde hofstede, die nu alge meen bekend staat onder den naam van 't Legergoed De hofsteden 't Groot Leghergoeten 't Cleen Leghergoetwaren eertijds het leengoed van de familie Immeloot, welker eigenaars den titel droegen van Heere van de LegherBij 't uitbreken der Fransche Revolutie was den Heer Baron Philippe- Joseph-Antoine de Coullemont de Waterleet eigenaar van dit leengoed. Eene beek loopende langs deze hofstede -draagt den naam van Legergoedbeek. Het tegenwoordig woonhuis werd gebouwd in 1817. Op 25 November 1914, rond 10 ure 's mor ons, is er door onvoorzichtigheid van Fran sche soldaten, welke op deze hofstede ge kantonneerd waren, brand ontstaan in 't wagenkot dat met strooivlaken afgezet was. Wagenkot en hennenkot werden door 't vuur vernield, alsook eene groote hoeveel heid landbouwvruchten, voor eene weerde van 7000 frank. Deze hofstede was alsdan beboerd door Jules Desmyter-Lievens. Na den oorlog 1914-1918 werd deze hof stede verpacht aan Arthur Vandeputte- Planckaert. Tijdens het stormweder van 8 Maart 1922 is ,de schuur omgewaaid en nog 't zelfde jaar herbouwd. De hofstede t Legergoed is he grootste in uitgestrektheid van geheel de gemeente. Zij bedraagt omtrent 60 hectaren. DE LISSCHEWALLE (Sectie G Nr 321A) De hofstede De Lisschewalle was eer tijds een leen en behoorde in 1717 aan den Heer Jacobus de Wavrans. Het tegenwoordig woonhuis dagteekent van 1763 en de peerden- en koeistallen van 1872. Deze hofstede beslaat eene oppervlakte van ruim 24 ha. en is thans beboerd door Cesar Bouve-Quaghebeur. Tijdens den oorlog 1914-1918 hebben de Engelschen een legerweg gemaakt langs deze hofstede om de Casselstraat met de Beliestraat te yerbinden. Thans is deze weg door .de gemeente onteigend en onder de .gemeentewegen opgenomen. DE too BALIE (Seetie E Nr 248B). .Be naam Roo Baliewordt vermeld in eigendomstitels der jaren 1600. In 1769 werd 'BBSEBBSBBBMBRBBSiaSBflBBBEEBBBIIfi Altijd 't zelfde, dacht George. Lydia zal me nog dwingen onvriendelijk te worden. Zoo, George, terug van het kantoor? vroeg Lydia. ,1a, nsturlijk... Maar wat zegt ge van Malvina Brand- ®en! Die wordt nu toch al te verwaand met haar vreemden vrijer. Vanmorgen kwam ze met hem hier voorbij. Ze wees naar uw huis en ze lachtten alle twee. Ze zal zeker op u geschimpt hebben. Ik zag haar doening door het raam. O, kan me niet schelen... Wat verbeeldt ze zich. We weten toch ook dat ze niet van rijke afkomst is, af dacht ze zich zoo voor... Nu lachen, omdat uw moeder winker houdt. O ja, ik zag het dui delijk dat ze met u spotte... Die mededeeling trof George toch pijnlijk Hij had reden genoeg om Malvina te ver achten, maar hij 'kon niet. En het was hem evenmin mogelijk hoonend over haar te spre ken tot Lydia... Moeders noenpot zal gereed zijn, Lydia, sprak hij... Gegroet,., Ik wou het u toch zeggen van Malvina. Ik vind haar houding gemeen... Maar ge kunt u vergist hebben. Mis schien vertelde die mijnheer iets geestigs en lichten ze daarom, juist toen ze hier voorbij kwamen. Maar ze keken naar het winkelraam... 't Was over u dat ze 't hadden, beweerde Lydia... Och, trek het u dan niet aan. Gegroet- En George stapte binnen... Neen hij kon aan dat geklets niet mee doen. Zijn ouders zaten in de keuken. Vader Verlane begon dadelijk over de dreigende staking bij Looze. De arbeiders hebben opslag gevraagd tegen 't eind van de week, beweerde hij. En als ze er geen krijgen komen ze Maandag niet terug. 't Was iets dat het rustig leven van Be laarde ernstig bedreigde. Maar George be- 'T KASTEELTJE (Sectie A Nr 380E). Deze boerderij ligt tusschen de Poperinghe- steenweg en de Galgestraat en behoort thans aan M. Oscar Bataille-Deroubaix te Pope ringhe. Deze hofstede wordt onder 't volk 't Kasteeltje genoemd, waarschijnlijk om reden dat het hoofdgebouw als eene heeren woonst geschikt is en door vroegere eigenaars als een buitengoed aanzien werd. In 1858 bestond er een wal rond de ge bouwen. Tijdens den oorlog 1914-1918 werd door de Engelschen op deze hofstede, door hen Red Farmgenoemd, een veldhospitaal inge richt. Groote schade ondergingen deze ge bouwen tijdens de schrikkelijke mijnontplof- fing, welke op 27 April 1918 in de nabijheid plaats had. Deze hofstede, ruim 8 hectaren groot, is beboerd door Cyriel Gesquiere-Ghyselen. REMY DUFLOU. j Belgische Fabriek IChicorei WYFELIER-TAFFIN Naaml. Vennootschap, YPER. NOG UIT DE WREEDE MISSIE. Het weze ons gegund nog eens en drin gender te wijzen op den hongersnood die thans in China woedt, en die er millioenen menschen wegmaait en gansche streken tot woestijnen maakt, schaarsch bewoond door wandelende geraamten in lompen gehuld. Wie er aan de ijzeren greep van den wor- genden hongerdood ontkomt, wordt toch de prooi van typhus of ingewandsontsteking of valt onder de moordende hand van sterke ren die eten zoeken, eten willen, eten eischen Alles wat kan verkocht worden, wordt aan den man gebracht: meubels, kleederen, ge rief, en helaas! ook vrouwen en kinderen. De kleinsten worden als nuttelooze ballast weggeworpen of naar de missiezusters ge dragen, die door overmatig werk en onmen- schelijke ontberingen zelve ziek worden. Een wanhopige strijd is 't tegen den hon gerdood die als een tyran over 't land heerscht. Welke mensch met 'n hert kan bij dien nood ongevoelig blijven? Welke christen zou zich niet ontfermen over zijne broeders, de lijdende ledematen van Chris tus, over de arme doolaards van heidenen die nu bij de geloofszendelingen om hulp roepen, om hulp schreien? Alle giften voor de Missie worden met dank aanveerd door E. H. Lowie, in 't colle- gie te Poperinghe, en door E. H. R. Debevere, St Janskruisstraat, 5, Poperinghe. iPost- checknummer: 197972.) 6B39BBBBBSSBS!SRBBBBBegB3HBH@!SB door het koopen van loten der Verwoeste Gewesten betaalbaar door kleine stortingen vanaf 9 fr. 50 per maand. Vanaf de eerste storting neemt gij deel aan al de trekkingen. Bij geval van uittrek king van uw lot, zal de gansche premie u toebhooren. Ieder jaar zijn er 32 Trekkingen, 233 loten worden uitgetrokken voor een totaal van De volgende trekkingen zullen plaats heb ben: den 10 April den 10 April den 15 April den 20 April den 20 April den 20 April 1 lot van 250.000 fr. 2 loten van 100.000 fr. 1 lot van 1.000.000 fr. 2 loten van 100.000 fr. 3 loten van 50.000 fr. 15 loten van 10.000 fr. 12 APRIL. Te 11.30 u., ten gemeente huize te DE PANNE, uitbreiden der water leiding II. Bestek 267.000 fr. Lastkoh. prijs 25 fr. en plannen 80 fr. ter inzage ten ge meentehuize (9-12 u.). 12 APRIL. Te 10.30 u., ten stadhuize te VEURNE, door de Intercommunale Drink- watermaatsch. van Veurne-Ambacht, leveren en plaatsen van een pomp met motor. Last koh. prijs 20 fr. en plan, 25 fr. ter inzage ten bureele van voorm. maatsch., 6, Kaai- plaats te Veurne (9-12 u.). 14 APRIL. Te 2 u., ter paslonj van O.-L.V. ter Panne te DE PANNE, bouwen der nieuwe kerk aldaar. Bestek (onderkerk) fr. 523,755.38; id. (gansch de kerk) 1,682,739.92. Borgt. 10 t.h. Stukken prijs 60 fr. ter in zage bij de hh. bouwm. Viérin Jos. en Luc., 14, Lange Reie, Brugge. Aanget. inschrijv. 11 April, aan de Eerw. H. A. De Riddere, pastoor van O.-L.V. ter Panne, te De Panne, (afzonderlijke aanbiedingen). 18 APRIL. Te 11 u., in den dienst dei- Baan, voormalig Flandria-Palace, te Gent St-Pietérs, wederoptrekken van keten ter statie POPERINGHE, Posten I en III. O.W. 29 in de baan DIXMUIDE-NIEUWPOORT; O.W. 146 in de baan POPERINGHE-ADIN- KERKE, O.W. 32 te NIEUWPOORT-STAD O.W. 26 in de baan INGELMUNSTER- THIELT, en O.W. 126 in de baan BRUGGE KORTRIJK. Bijz. lastk: Nr 20-22 van 1930, prijs fr. 8.50. 19 APRIL. Te 11 u. 30, ten gemeente- huize te DE PANNE, waterloozingswerken. Bestek 208.000 fr. Stukken ter inzage en te koop ten gemeentehuize, 9-12 u. -.■SffiSSBSi toogde dat zulke botsingen niet konden ver meden worden indien de vraag naar meer recht op het egoïsme van de meester af stompte. George zou bij dit alles het hoofd koel houden. Zag men in benden verstoorders van de r-ust, zijn geweten was gerust. In een plaatselijk weekblad verscheen een heftig artikel tegen hem. Hij wist dat dit blad onder de macht lag van eenige dei- rijkste fabrikanten, die de uitgave bekostig den, want het gazetje kon anders niet be staan. Het werd trouwens in vele herbergen kosteloos gebracht. De arbeiders moesten lezen wat er geschreven werd om hen in 't gareel te houden. Tegen de drankplaag streden de heeren niet. Integendeel er waren er die rijen werkmanswoningen bouwden en bij eiken blok een paar herbergen voegden. George zag al het buiten egoisme zoo dui delijk. Er waren nog fabrieken te Belaarde die een eigen winkel hadden. Een deel van het loon werd uitbetaald in bons, welke men in dien fabriekswinkel moest uitwisselen tegen waren. En de patroons die niets tegen de drankplaag ondernamen beweerden dat zij die bons hadden ingevoerd om te verhin deren dat de mannen hun loon verdronken! Maar ze leverden voor die bons slechte waar, waarop ze ook hun winst berekenden. George kende al die toestanden van vroe ger, maar een verblijf in den vreemde was noodig geweest om hem scherp al het sla- pelijke daarvan te doen gevoelen. O, hij zou kunnen antwoorden met een geweldig artikel... dat als zweepslagen zou neerko men. Doch hij wilde wachten. Hij had reeds een gewichtige daad gesteld, ingrijpender dan veel artikels het hadden kunnen zijn. De patroons hielden een openbare verga dering. Ieder mocht komen. Velen werden gedwongen ze bij te wonen. Er v/as algemeene verbazing toen ook George Verlane er verscheen. Alle blikken gingen naar hem. 10 Mei 1 lot van 250.000 fr. 10 Mei 2 loten van 100.000 fr. 20 Mei 2 loten van 100.000 fr. 20 Mei 3 loten van 50.000 fr. 20 Mei 15 loten van 10.000 fr. Voor alle inlichtingen wendt U tot de Naaml. Maat., Beursstraat, BRUSSEL. Of bij: Jufïr. Simone Lansens, Post, Vlamertinghe, Ernstige Agenten worden gevraagd. IBBBBHSaBaHHBHUUHBBBaBBa SCHROMELIJKE GEVOLGEN DER VERZWAKKING VAN HET GODSDIENSTIG EN ZEDELIJK GEVOEL. DUITSCHLAND. De te Berlijn gevestigde Bond voor de bescherming van het Kindklaagt in de Pers erover, dat in zekere gewesten van Duitsehland. en vooral in Silezië, een af schuwelijke praktijk: het verkoop!:!! van kinderen, een alledaagsch verschijnsel wordt. De ouders, die tot armoede vervallen zijn, aarzelen niet, zich uit den nood te helpen door één of twee van hun kinderen af te staan. De bladen staan vol met advertenties van ontaarde ouders, die kleine jongens of meis jes te koop bieden in dezelfde bewoordingen, die men zou gebruiken om 'n dier of een voorwerp, waarvan men zich wil ontdoen, Een moeder van drie kindéren heeft ge poogd, de arme kleinen te verkoopen tegen duizend mark per stuk Een vader die meubels had gekocht op afbetaling, en niet aan zijn verplichtingen kon voldoen, presenteerde zijn dochtertje van vier jaar, om aan het noodige geld te komen. I11 een plaatsje van Neder-Silezië had een werkman, vader van negen kinderen, die met zware geldelijke moeilijkheden worstel de, het plan opgevat, eën van de ongelukkige schepselkens bij opbod te verkoopen. Dikwijls gebeurt het, dat de politie moet tusschenbeide komen, om zulke wraakroe pende, afschuwelijke dingen te beletten. Wij behoeven wel niet te zeggen, dat deze barbaarsche, onnatuurlijke, walgelijke prac- tijken een der gevolgen zijn van het euvel der ontkerstening en ontzedelijking, dat vooral sinds den oorlog in het philosophi- scheDuitsehland schrikbarende verwoes tingen in de volksmassa's aanricht. George bleef van achter staan. Voor, rond een groene tafel zaten de voornaamste fa brikanten. George bemerkte bij hen ook Klaas Brandsen, netjes gekleed. Was de nieuwe handelaar nu opgenomen bij het korps der nijveraars? Maar naast hern be vond zich mijnheer de adellijke jonker, die de verloofde zou worden van Malvina, naar men reeds algemeen vertelde. Een der fabrikanten opende de vergade ring belegd om de goede orde, de rust, het welzijn van Belaarde te bevorderen. Hij waarschuwde tegen het zoel gefluit van een partij, die op revolutie aanstuurde. Er was te Belaarde een roekeloos voorbeeld gegeven van zoogenaamde lotsverbetering, maar on verantwoordelijke daden leidden tot ruïnen. Een spreker zou nader uitleggen... hoe dwaas het was eenige maanden hooger loon te be talen, wanneer dit eindigen moest met het sluiten der fabrieken van de vreemde mede dinging. De vreemde spreker besteeg dan het ver hoog. Het was de adellijke mijnheer, die men met Malvina Brandsen door het stadje had zien wandelen. En eenvoudige burgers van Belaarde von den het schoon dat zoo'n edelman in een vergadering van gewone menschen wilde spreken. Barons en graven kenden gewoon lijk slechts zeer gebrekkig vlaamsch. Maar Pierre leek die taal uitstekend te kennen. En welk een stem en welke gebaren! 't Was als een klok die luidde en dikwijls bonsde de vuist met kracht op de tafel. Want de redenaar begon met in den geest de volksverleiders te geeselen, de mannen, die de arbeiders opzweepten uit haat tegen de hoogere standen, die alles beloofden, doch niets konden geven en slechts tot doel had den zich zelf te verrijken. ('t Vervolgt.) CUUDUJM, het beste om meubelpfeiner e plakken, m pakken van 1 en auu kij iANSEN-VANNESTE, Pover.üdtc.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1930 | | pagina 5