GASTHUISSTRAAT, 15, POPERIMGHE. - Tel. 9 BALATUM STRAGUL A MEUBELPAPIER B UREELMEUBELEN 11 HAHDELSDRUKKEB1J DE POPERINGHENAAR katholiek Weekblad VERZORGDE BEDIENING VRAAGT EEN ABONNEMENT AAN DEN POSTBODE. KÜETSKOPOUOGIE HEILIGEN BEELDEN School- en BureeJgerief Vulpennen Woordenboeken - Leesboeken VERSCHIJNT OP 8 BLADZIJDEN S3 Un mal qui répand la terreur Mal que le ciel en sa fureur... Neen, ik wil in 't Vlaamsch schrij ven, want, het Fransch dat ik ken, draagt haar, en ik ga van kletskoppen spreken. Ik zing den worstelstrijd Dien 't wreed microbenras... Neen, het veld is te kaal om, als dichter, bloemen te plukken Ik neem dus, den derden keer voor goed, de pen vast om een woord te schrijven over kletskopologie (klets- koppenleer). Hoe die kwestie bij de haren gevat? Ik sla romans open ,en ik lees Zestig winters waren met hun stormorkanen over zijn hoofd geva ren, en hadden zijn schedel glad ge vaagd. De begoochelingen des levens wa ren met zijn haren in den kam blijven hangen. Na al het genot des levens inge- zwolgen te hebben, scheen de wereld hem zoo kaal als zijn haarloozen knik ker. Is dat allemaal niet schoon gezegd? Ik raadpleeg de scheidkundigen, de geneesheeren, en andere heeren met barvoetsche koppen en wanneer zij over kletskopologie handelen, spre ken zij van mi-croben, geheele cro- ben en andere Grieksche beesten, en de tijd is nu te kostelijk om die vak mannen der huidevetterij in hun haar klieverijen te volgen. Daarbij, tot wat dient al hun zoeken en wroeten? Er loopen, meen ik, tegenwoordig meer kletskoppen dan ooitdaarom ook is het dat men onze eeuw genoemd heeftde eeuw van verlichting Zouden er in vroeger tijden minder geloopen hebben? Hier kunnen wij de fakkel der ge schiedenis goed missen, omdat de zaak zelve, die wij behandelen, licht geeft men steekt immers geen lucifertje aan om te zien waar de maan staat. Altijd zijn er kletskoppen geweest, dat is zeker. In den beginne, zoo staat er bij Mo- zes geschreven, was de aarde inanis et vacua dat wil zeggen in plat Vlaamschkaal. Het licht bestond IIIIIIIHIIIIIUIIIIIIIIIIUIU vóór de schepping der zon, juist ter oorzake van de kaalheid der aarde. In het Oud Testament is er sprake van een profeet die, om zijn kaalheid, door de straatjongens (altijd nog van denzelfden aard in 't Nieuw Testa ment) uitgejouwd werdklim op, kaalkop Cesar vlocht lauweren rond zijn schedel, om zijn kletskopperij te ver bergen. Men heeft ons, in onze studiejaren, wijs gemaakt, dat de filosoof Dioge nes, in vollen dag, met een licht over de markt stapte, op zoek naar een wijzen man. Weet gij, van welk licht er hier sprake is? Wel, van zijn klets kop Daarom was het, dat, toen Alexander de Groote vóór hem stond, Diogenes aan 't grollen viel en bitsig uitriep: ge staat in mijn licht!» Mocht de vent tegenwoordig op jacht gaan, hij werd door den glans der kletskoppen blind geslagen Hebben er vroeger kletskoppen be staan, thans krioelt het van haarlooze menschen. Op vijf-en-twintigjarigen leeftijd eerste kwartier op veertigjarigen leefhalve maanheeft men eens de vijftig bereikt, dan is de maan vol. Jammer maar dat ze vol blijft, en nooit meer vernieuwd wordt Die verlichtingstoestellen, die men in plat Vlaamsch kletskoppen noemt, zijn in onze dagen zoo talrijk, dat er in sommige steden clubs wor den gesticht van kale burgers. Ik ken zoo een biljartbalmaatschappij, die den schitterenden naam draagt van société d' éclairage». Laatstleden deden die kerels een uitstapje naar Brussel, en een verslaggever over dien kalen tocht schreef in de gazet ces messieurs avaient l'air crane! Alvorens eenige oorzaken der klets- kopopathie (kletskopziekte) aan te halen, weze het mij toegelaten met droge statistieken voor den dag te komen, en een klein bewijs te leveren van mijn grondige kennissen. Zoo het schijnt, staan er 83.740 haar- pijltjes op 'nen rossen kop102.962 op 'nen zwarten140.419 op 'nen blon den kop. Blond ligt dus boven. Daar om zijn de helden en heldinnen der romans gewoonlijk zwart of blond. Geleerden beweren, dat in vroeger tijden bijna iedereen ros was. En zoo is het misschien uit te leggen dat, nu nog, de roskoppen wilder en vuriger zijn dan de zwarte, de blonden en de grijze! Doch ter zake. Welke zijn de oorzaken der ziekte kletskopopathie genaamd Daar zijn er menigvuldige; doch om den gehaalden lezer niet in het haar te doen scharren van ongeduld, zal ik er slechts twee blootleggen. Ten eerste: DE STUDIE. Heeren weten doorgaans meer dan boerendaarom ook staat het vast, dat er meer kale heeren zijn dan kale boeren. Waar wetenschap is, daar kan geen haar zijnhet wordt weggedron gen, het kraamt op. Zoo zingtcle dich ter van Dertienlinden Het vele denken doet onze arme kop [ontgelden. Ten tweede: WARMTE. Hoe dichter bij den ijspool, zoo ver téllen ons de globetrotters, hoe minder kaalkoppen. Waarom loopen wij niet blootshoofd? Hebt gij ooit 'nen kalen hond of een kale kat gezien? Neen, nietwaar En waarom niet Wel, om dat die beesten noch hoed noch klak dragen en... niet studeeren. Een aap kan kaal zijn, ja, maar toch op zijn kop niet, verre van daarGe moogt mij gelooven, de warmte is een erge haarvijand. Daarom ook heet men verwarmen in 't latijn cale-face- re (kaalmaken). Wie zooveel weten wil als ik over de oorzaken der kletskopopathie, leze het geleerd en nuttig boek Haarku- ren van Dr Lasar. Is een kletskop schandelijk en scha delijk? Ja zeker, en ik zal het bewijzen. Kiekens hebben pluimen, schapen hebben wol, ratten en muizen, ezels zelfs hebben haar... en den mensch, den kletskop, zou men het bevoor rechte kind van moeder natuur durven noemen! De Fransche spreuk: «La nature a horreur du vide is hier ten volle bewaarheid. Slechte boomen zijn het, die hun bladeren vóór den tijd laten vallen. Dus moet hij, die zonder haar loopt, beschaamd staan. Er zijn zekere vuilnishoopen die, wanneer zij verouderen, haar krijgen de mensch, naarmate hij vordert in jaren, verliest zijn haar. Nu, haar heb ben is meer volmaakt dan er geen hebben. Dus staat de kale mensch nog lager dan die (niet-)genoemde voorwerpen. Het is plicht, heilige plicht, de grijze haren te eerbiedigenbij alle volke ren, in alle tijden, heeft men achting gekoesterd voor den grijsaard. Heeft men dat ooit gedaan voor den kaal- aard? Ons Nederlandsch, zoo rijk nochtans, vindt geen deftig woord om den haarlooze aan te duiden, niets dan het verachtelijke woord «kletskop Had de maan maar eens gulden haarWas zij eens omgeven met een lichtstralend nimbus, zooals sommige sterren op hun steert dragen, ze zou daar niet zoo onnoozel, als een Hol- landsche kaasbol, in het firmament te droomen hangen Men zegt wel, dat Fransch met haar, slecht Fransch is; doch dat wil niet zeggen dat een mensch met haar een slecht mensch is. IntegendeelWant is er sprake van een bekwamen kerel, dan zegt men Hij heeft haar op zijn tanden. En als men van groote man nen gewaagt, hoort men wel eens Het is een held met pluimen op zijn teenen. De Romeinen betaalden slechts hal ven prijs voor de haarlooze slaven. En Racine, de koning der Fransche dichters, brandmerkt de kaalheid met ze te noemen I'irréparable outrage des ans. Waarom heeft men de pruiken uit gevonden? Is het niet zedigheidshal- ve, om de schande der kletskopperij te dekken Heeft men ooit iemand zijn hersenbol zien kaal plukken, om als chic type te pronken Zoo sprak ik vroeger, toen ik nog veel haar had. Doch nu het vel door mijn haar begint te groeien, krijg ik goesting om op de vraag: «Is een kletskop schandelijk of schadelijk?» niet meer ja maar wel neen te antwoorden. Ziehier mijn nieuwe klare redenee ring De schoonste bloemen ruiven 't eer ste. En men zou mij met den vinger wijzen omdat ik ruif! Hij die in nesten zit, krabt in zijn haar. Hij die geen haar heeft (nest- haar uitgezonderd!), hoeft zoo iets niet te vreezen. De haarlooze zal toch niet, zooals Absolon, in de takken der boomen blijven hangen. Is dat geen voordeel? Oude wijven kunnen niet knarse tanden kletskoppen zullen nooit hun haren voelen ten berge rijzen. Zijn ze er ongelukkiger om Wat is er schooner dan de volle maan? Begeesstert zij de dichters niet? Men vindt geen woorden genoeg om ze te noemen, die lieve, zoete, schuchtere, maagdelijke nachtvorstin. En een maan zou den mensch mis staan Neen, de mensch is de vorst van lipt geschapene, en de kale schoon als de nachtvorstin. Alles bestaat maar in een gedacht iemand die een veertien-dagen-langen baard heeft, wordt met clen vinger gewezen. Maar stond het haar, dat in ons gezicht te veel staat, nu eens op 'nen kletskop, dan zou men het mooi vinden! Is dat niet ongerijmd? Wanneer men veel haar heeft, is het bijna noodig 'n port d'armes te nemen, een fijnen kam te koopen, en met den geest van vernieling be zield te zijn. Doch wanneer de ouder dom (en andere oorzaken hooger ge noemd) het haarbosch heeft uitge roeid, dan verdwijnt ook het wild, en men leeft gerust ongestoord. Vandaar de Fransche spreukVieillir, c'est rester seul. Een laatste en allergewichtigst punt ten voordeele der kletskopperij ismet haar, of met eender wat be groeid staan, duidt wild- en woestheid aanwat kaal is, draagt veeleer den stempel van rijkdom en kennis, waar- lIBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBEfl digheid en beschaafdheid. Indien ik mijn kletskop liet werken, ik schreeft daar een boekdeel over ik bepaal mij dus bij eenige voorbeel den. Wie heeft er meest verstand: een wollig schaap of een glad serpent De middelmatige hoogten zijn met gras bewassen, de hooge bergen zijn kaal. Zie onze weelderige akkersmen heeft er den haarbos der maagdenbos- schen van weggeschoren. Ons brein, als een werkende vuur berg, verteert al wat op onzen schedel groeit: hoe minder in de hersenpan, hoe meer haar d'r op Ge kunt nu voor of tegen 't «chauvi nisme peinzen wat ge wilt, maar be kennen moet ge, dat het een vreemd boeltje is. Het pluimgedierte verliest zijn plui men niet, het ruift slechts. De boo men verliezen hun bladeren, doch de lente herstelt alles. De vos bewaart haar en streken, de mensch verliest zijn, haar en bewaart zijn streken. Vreemd Oude paarden zijn mager, oude hoe den vet, oude regenschermen groen, de mensch met te verouderen wordt kaal. Vreemd De natuur is wonderlijk in haar grillenzij doet haar uitschieten on der den neus der vrouwen, iets dat ze, zoo 't schijnt, niet verlangen, zij die al zooveel haar op het hoofd en op de tanden hebben en wij, mannen, wij ruiven Vreemd En dat die poets der kaalkopperij den mensch alleen gespeeld wordt Want noch viervoeter noch vogel, noch welk levend wezen ook, weet in zijn familie van een kletskop te klap pen. De mensch alleen komt er kaal van af! Vreemd! Bestaat er een zeker middel om de barvoetsche knikkers te genezen HelaasNeen Als het te Brussel regent laat men het regenen. De eenige hoop, die ons overblijft is, dat kaalhoofdigheid eens mode zal worden. JOS. JOOS. I Huis SANSEN-VANNESTE

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1930 | | pagina 5