Be Broeders des Verderïs
LijKpieciiiioMei! Meerde Keer e. oe jeepher
MISSIEZONDAG
Politiek Overzicht
Notarieel-, Annoncen- en Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
Telefoon Nr 9. Uitgever SANSEN - VANNESTE, Poperinghe. Postcheck Nr 15.570,
27» JAAR. Nr 42.
ZONDAG 19 OCTOBER 1930. ---WEEKBLAD 35 CENTIEMEN
TENTOONSTELLING
MISSIEWERKEN
Nieuuu JVIengeluuerk
Katholieke Kinerna
Maurlco
WITTE CHRYSANTHEMEN
B Koopt geen Ontroomer
vooraleer gij den
MELOTTE 5
a
Ontroomers MELOTTE, N. V.
Remicourt
Postabonnenten in Belgie die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hun bedient, en niet aan ons.
Wie inlichtingen begeert over aankondi
gingen, wordt verzocht een postzegel voor
antwoord bij zijn schrijven te voegen.
Alle annoncen zijn
vooraf te betalen
en moeten tegen den
Donderdag noen
ingezonden worden.
Kleine berichten
tegen den
Vrijdag noen.
TARIEF
Notarieele
Verkoopingen:
90 cent.
per gewone regeL
Annoncen
Prijzen op aanvraag.
Abonnementsprijs
per Jaar:
Anderelanden: 40 fr.
Congo: 35 fr.
Frankrijk: 35 fr.
(per ppst)
In 't Land: 18 fr.
In Stad: 17 fr.
TARIEF
Kleine Berichten:
1 fr. per reek;
minimumprijs per
inlassching4 fr.
Over gansch de wereld zijn er 400 katho
lieke missiegebieden verspreid. Alleen in de
Missies, die afhangen van de H. Congregatie
der Propaganda zijn er 't oogenblik 380 Bis
schoppen en Apostolische Prefecten, 53.000
missionarissen (priesters, broeders en zus
ters), 114.000 catechisten, schoolmeesters en
doopers; 300 seminaries met 10.000 inland
sche seminaristen. In diezelfde Missies zijn
er 14.000 000 bekeerden, 45.000 kerken, 30.000
scholen met anderhalf millioen leerlingen. In
1923 waren er 29.500 Missionarissen,, 65.000
catechisten en ongeveer 13.000.000 bekeer
den. Hoeveel werk, hoeveel offers, hoeveel
durf dit alles heeft gevergd, is onmogelijk
te berekenen.
Hoeveel offers Zooveel Missionarissen
hebben daartoe vaarwel gezeid aan zielsge
liefde ouders, aan vrienden of kennissen
vaarwel aan de christelijke beschaving; en
dat vaarwel valt zwaar, zwaarder dan men
wel denkt. Zooveel Missionarissen moesten
zich gewennen aan een nieuw klimaat; de
ijzige koude der poolstreken of de zengende
hitte der tropen; zich gewennen aan vreemd
soortig voedsel; zich weten te behelpen met
weinig. Zooveel Missionarissen moesten hun
eigen geliefkoosde moedertaal opofferen om
stamelend als een kind een nieuwe taal aan
te leeren. Zijn dit allemaal geen zware offers
geweest, offers die dag aan dag nog gebracht
worden? En zijn daar reeds niet voldoende
redenen opdat ieder katholiek dagelijks een
kort maar vurig gebed storte voor de mis
sies? Doch, na de offerdaad van het vaar
wel, begint maar voor den missionaris het
dagelijks zoeken en dolen achter de zielen
in het verre land. Er komen troostelooze
dagen als soms het offer zwaarder weegt.
Heeft de afgematte Missionaris ons dage-
lijksch gebed niet noodig om nog op zulke
dagen zijn troost te durven zoeken in de
hospitalen, in de hutten van arme leiders,
in de weeshuizen bij verlaten kinderen? On
mogelijk is het dat de missionarissen in
zulke omstandigheden ons gebed niet zou
den noodig hebben maar eerst en vooral
vragen zij het ook voor de zielen, die toch
zooveel genade behoeven om uit het heiden
dom te stijgen en te volharden! Ons gebed
vragen zij een kort maar dagelijksch een
voudig gebed, voor de inlandsche priesters
en kloosterzusters, die tot de zaligheid van
hun volk meêarbeiden. Ook nog vragen zij
een gebed opdat nog velen (priesters, broe
ders en zusters) naar de missie zouden gaan;
want zoolang er b. v. in China per priester
180.000 heidenen te bekeeren zijn, zoolang
er bisdommen zijn alsdat van Patna met
15 priesters voor 25.000.000 heidenen, zoo
lang moeten de missionarissen zich dood
werken en is er nog ruimte genoeg voor veel
nieuwe werkers ter bekeering van die mil-
Iioenen, die wachten... En indien we nu eens
moesten uitrekenen hoeveel die 400 katho
lieke missiegebieden JAARLIJKS kosten?
Alleen om het bestaande in gang te houden
(dus geen spraak van uitbreiding) zijn er
540.000.000 fr. (vijf honderd veertig millioen!)
noodig!... En de Missies moeten niet alleen in
stand houden, ze moeten zich wijd uitbrei
den: EEN MILJARD ZIELEN WACHTEN
NOG. In iedere missiestreek moeten er nog
kerken bijgebouwd, scholen opgericht, semi
naries gestieht, propagandabladen uitgege
ven, nieuwe catechisten betaald, nieuwe hos
pitalen gebouwd, enz.; wie durft uitrekenen
hoeveel dit nog jaarlijks kost. Begrijpt men
nu hoe noodzakelijk het is voor de missies
te bedelen, en voor de missies te geven.
Eerst zijn daar de drie Pauselijke Missie
werken (Voortplanting des Geloofs, St Pe
trus' Liefdewerk, H. Kindsheid). De Paus
vraagt aan IEDER volwassene voor de Mis
sionarissen naar vermogen te geven. Er
wordt den dag van vandaag zooveel aan
luxe en allerhande overtolligheden wegge
worpen. Een goed besluit ter gelegenheid
van de Missie-Zondag: IEDER volwassene
worde lid van de drie hoogergenoemde mis
siewerken samen minstens 5 fr.wie is zoo
arm dat hij niet 10 centiem per week voor
de armste onzer broeders kan wegleggen?)
Bedenken we wel: wanneer de katholieken
1 fr. geven voor de missie, storten de pro
testanten er 4! Op ieder missie is er steeds
groote nood. De Missies zijn te arm om
hunne werking uit te breiden zooals de ijver
der Missionarissen het zou willen. Hoeveel
duizenden leemen hutten moeten dienst doen
als kapel, als school, als hospitaal, als wo
ning voor onze Missionarissen in de verre
landen? Nog een voorbeeld: Vele seminaries
moeten seminaristen doorzenden: ze hebben
geen gebouwen, geen eten. Zoo blijven de
heidenen wachten en gaan vele roepingen
Verloren. Zal het dan eindelijk tot IEDER
EEN doordringen dat we naar vermogen
moeten geven. Op den 3" Zondag van Okto
ber, den 19", wordt er onder alle heilige
missen in al de kerken en openbare bid
plaatsen van de wereld een edelmoedige
aalmoes gevraagd: zal ze opnieuw door zoo-
velen geweigerd worden? Geweigerd? Och
kom: hoevelen zullen zich met een schamele
gift van 0,10 fr. tevreden stellen? Iedereen
kan meer geven en zoovelen kunnen veel
tueer voor dien grooten nood!!
Dat de Missie-Zondag meer missieliefde
onder ons brenge. O, 't is dezer dagen de
vurigste wensch van zooveel Missionarissen
in verre streken die alles gaven en voor de
dolende heidenvolkeren, een dagelijksch ge
bed en een edelmoedige gift vragen.
ZONDAG 19 OCTOBER - MISSIEZONDAG
der
in de
Feestzaal der Zusters Benedictinessen
van 9 tot 5 uur
Ingang vrij! Ingang vrij!
Al wie iets voor missiewerk gevoelt wordt
ar verwacht.
lees zondag aanstaande ons
Boeiend en meeslepend vanaf
het begin tot het einde
Oorspronkelijker: Detectiveroman
door
WILLIAM HOLT
OP HET KERKHOF TIJDENS HET UITSPREKEN DER LIJKREDEN
Maandag had de droeve plechtigheid
plaats van den veel te vroeg afgestorvene
Wat een massa van volk had er aan ge
houden de laatste hulde te brengen aan
den verdienstvollen Priester. Van heid' en
verre waren ze toegestroomd: de Vrienden,
de Kennissen, de Vereerders; deze voor wie
hij had gewrocht en gezwoegddeze die
zijne bekwaamheid waardeerden en hoog
schatten; deze die hij had voorgelicht en
onderwezen; en ze waren talrijk en uit alle
gewesten.
Ja, door grooten en kleinen, door priesters,
door landbouwers, handelaars, brouwers, ge
leerden werd hier hulde gebracht aan den
hoogst gewaardeerden en talentvollen zwoe
ger, te vroeg en in volle werkzaamheid uit
het leven weggerukt.
De treurige lijkstoet werd geopend door
het Katholiek Muziek. De Leeraars en Leer
lingen van de Middelbare School woonden
de plechtigheid bij. 't Ware te lang moesten
wij al de Personaliteiten en Vooraanstaande
Mannen opsommen die den lijkstoet volg
den. Rond de lijkbaar stapten: M. Em.
Desmytter, namens het Hopverbond; M.
Vandroogenbroeck, vertegenwoordigende de
streek van Aalst; M. Dr Brutsaert, Volks
vertegenwoordiger; M. Van Eecke, Notaris,
voor den Katholieken Kring; M. H. Quaghe-
beur, voor den Boerenbond; M. De Jonghe,
Burgemeester van Watou.
Bij de dienst, opgedragen door E. H. Joye,
Pastor, was de ruime kerk proppensvol.
Op het kerkhof werden de volgende lijk-
reden uitgesproken.
Door Dr Brutsaert, Volksvertegenwoordi
ger, Eere-Voorzitter van den Boerenbond.
Geachte Toehoorders,
Vandaag is er van alle hoeken van 't land
volk toegestroomd, niet alleen om uit kriste-
ne naastenliefde voor den alom geachten
overledenen te bidden, maar ook naar hier
gedreven door een gevoel van dankbare ge
negenheid. Immers geheel het leven van den
eerbiedweerdigen man die wij op heden be
graven was niets anders dan toewijding aan
de landsche bevolking, offervaardigheid voor
allen die hulp of raad vandoen hadden, zon
der dat praal- of oaatzucht zijne wondere
geestes- en zielegaven kwamen ontglanzen.
Ik en spreke niet van zijn priesterdeug-
den, iedereen weet hoe eenvoudig, hoe voor
beeldig hij leefde, hoe eerlijk hij was in zijn
handel en wandel, verre boven alle ver
dachtmaking.
Meer dan dertig' jaren verbleef hij onder
ons te Poperinghe en in die lange tijdspanne
heeft hij zich bezig gehouden met de studie
van den landbouw en bijzonderlijk met de
studie over de hoppe, het dichterlijke sie
raad, de liefelijkheid, de faam, en vroeger
in betere tijden, de rijkdom van de streek.
Zijn schrijven over hoppekweek en bestrij
den der ziekten, zijn in alle fransche, en-
gelsche, duitsche vakbladen overgenomen.
Wel mocht hij niet een hoogeschool-oplei-
ding genieten en hij droeg geen ronkende
titels, maar door eigen werk, door persoon
lijke studie, had hij ach opgetild en name
en fame verworven: bij alle Europeesche
landbouwleeraars, die zich met de hopteelt
bezig houden was zijn woord en raad, van
groot gezag.
Lange jaren droeg hij schier alleen op
zijn schouders den zwaren last van de re
dactie van De Hopboerwaarin de boe
ren met gretigheid lazen en herlazen wat hij
hen in ontelbare voordrachten geleerd had,
over gezond maken der gronden, over doel
matige landbemesting, veredeling van plant
soen en vee, verbetering in 't kweeken, pluk
ken en drogen van hoppe.
Ik heb het in andere omstandigheden ver
klaard en herhaal hier geren die getuigenis
der waarheid: Staan onze boeren van Po
peringhe bekend als de beste, de bekwaam
ste, de vooruitstrevendste van Vlaanderen,
dat hebben ze grootelijks te danken aan den
E. H. De Jaegher, die met een onvermoeiba-
ren ijver van dorp tot dorp hen de nieuwe
wetten in landbouwkunde verkondigde en
hier te Poperinghe de landbouw-winter-
school inrichtte, die onder onze boerenjeugd
zooveel bijval genoot. Hoe schoon en hoe
waar die spreuk die bij den ingang dei-
school te lezen stond:
De tijd aan landbouwschool besteed
brengt den boer meer op dan jaren zorg
[en zweet.
Hij streefde geheel zijn leven naar ver
standelijke en zedelijke ontwikkeling van
onze landsche bevolking en betrachtte met
een hun stoffelijke welvaart. Een man, met
zooveel geestes- en hertesgaven, met zooveel
toewijding bezield voor al de belangen van
den mensch van den buiten, met zooveel
invloed in alle kringen, tot in de ministeries
toe, was een ware zegen voor de streek.
De regeering die zijn schitterende diensten
op alle gebied erkende, schonk hem verschil-
lige eereteekens.
Nog lange jaren hoopten wij de vruchten
van zijn kennis en ervaring te mogen pluk
ken, maar God heeft er anders over beschikt
Hij is geveld in den vollen bloei van zijn
krachten en niets anders kunnen we nog
voor hem doen dan hem vriendhertig en
erkentelijk blijven en hem in onze gebeden
gedenken, opdat God hem in genade ont-
vange en den loon niet onthoude die Hij voor
eeuwen aan den goeden dienaar heeft voor
bereid.
Ook zeggen wij hem geen hopeloos vaar
wel, maar een hertelij k tot wederziens
daar waar alle goede wil en alle goed werk
betaald worden met de onvergankelijkste der
vergoedingen.
Dierbare vriend, mijn boezemvriend, vaar
wel!
Daarna werd door M. W. Van Eecke, No
taris, als Voorzitter van den Katholieken
Kring, eene rede uitgesproken waaruit we
volgende overnemen
Eerwaarde Heeren, diep treurende
Familie, achtbare Omstanders,
Door den Katholieken Kring werd mij de
droeve taak opgedragen hier een laatste ont
roerde hulde te brengen aan den verdienste
lijken man, aan den trouwen burger, aan
den nederigen, maar hoogstaanden, priester
wiens stoffelijke overblijfselen heden ten
grave gedragen worden en binnen enkele
oogenblikken aan de gewijde aarde zullen
worden toevertrouwd. Den 9" dezer maand,
op een killen en regenachtigen herfstmorgen
werd door onze stad een akelige en onver
wachte mare verspreidde Eerwaarde Heer
De Jaegher is gisteren overleden. De man,
die door gansch de.streek en tot verre buiten
's Rijles grenzen gekend was om zijn min
zaam, rechtschapen, rondborstig en edel
moedig karakter, om zijn grenzelooze offer
vaardigheid, om zijn schranderen geest en
zijn helderen en ruimen blik over zoovele
zaken, om zijn wondere bekwaamheid, om
zijn onvermoeibaren werklust, om zijn taaie
en weergalooze werkkracht, is op deze wereld
niet meer. De vrome priester, die gansch zijn
zoo vruchtbare loopbaan in onze stad, waar
hij volkomen ingeburgerd was, had doorge
bracht, is bijna schielijk overleden. Ons, die
zijn vrienden waren, die zulk een vurige
genegenheidvoor hem koesteren en die
nem zoo noodig hadden, werd hij plotse
lings ontrukt. Wij wisten reeds sinds eenige
dagen dat de Eerw. Heer De Jaegher onge
steld was en zelfs bedlegerig en, zoodra wij
deze tijding vernomen hadden, werd gansch
onze bevolking met een gevoel van vrees en
angst bevangen. Wij werden echter gerust
gesteld en er werd ons verzekerd dat zijn
onpasselijkheid slechts van voorbijgaanden
aard was, dat zij geen zwaarigheid noch ge
vaar opleverde en dat zij ons hoegenaamd
geen onrust noch kommer moest inboeze
men. Overigens, wij hadden ons immer kun
nen voorstellen dat die lange, slanke man,
met zijn hooge gestalte, met zijn frisschen
levenslust en sterke levenskracht, slechts
zulk een korten tijd tegen de ziekte zou
kunnen worstelen, dat hij na zoo weinige
dagen door den onverbiddelijken dood on-
meedoogend zou worden neergeveld. Wij
kenden allen dien heiligen priester, toon
beeld van plichtbesef en van ijver voor het
werk; wij hadden hem zoo vaak langs de
straat ontmoet, altijd met den dikken tesch
onder den arm en zoo dikwerf verslonden
in het lezen van brieven en van dagbladen
van welker inhoud hij, bij tijdgebrek, ten
gevolge zijner zoo talrijke en zoo drukke
beslommeringen, te zijnen huize geen kennis
had kunnen nemen. Wij hadden nooit ge
dacht dat hij zoo spoedig den dood ten offer
kon vallen. Nogmaals worden de woorden
bewaarheid die de groote Joost Van den
Vondel neerpende in een zijner gedichten:
De dood ziet geleerdheid aan noen deugd
Geleerdheid en deugd zijn zeker twee gaven
die gij, o dierbare afgestorvene, in ruime
en hooge mate bezat, maar u hebben zij
ook niet gevrijwaard tegen een al te vroeg-
tijdigen dood.
De Kaholieke Kring, waarvan gij een dei-
trouwste bestuursleden waart, legt heden
veel in 't graf. Voorwaar, ons Bestuur wordt
sinds eenigen tijd vreeselijk getroffen en
zwaar beproefd. Nauwelijks werd hier, op
dezen zelfden doodenakker, ook namens den
Katholieken Kring een laatste groet ge
bracht aan de nagedachtenis van onzen ge-
achten stadsontvanger en wakkeren schrij
ver van onzen Kring Heer Julien De vacht
en werd het graf gesloten waarin het li
chaam van dezen koenen en kranigen ka
tholieken strijder geborgen ligt, of wij wor
den reeds opnieuw door den dood bezocht,
die nogmaals een zwaren tol van ons heeft
geeischt. Doch de besluitselen der Voorzie
nigheid zijn ondoordringbaar en het doel
wit dat zij nastreeft is ons verborgen. Als
christenen weten wij echter dat, wanneer
Gods hand ons raakt, zij niet slaat blinde
lings en in het wilde en dat, wanneer God
ons het onheil overzendt, hij zulks slechts
doet met het oog op een hooger goed.
Ja, Eerwaarde Heer Alfons De Jaegher,
gij waart steeds een der meest gezaghebben
de en der dienstvaardigste leden van ons
Bestuur. Wij wisten dat gij altijd bereid
waart om met raad en daad bij te staan.
Op uwen onvoorwaardelijken steun hebben
wij altijd mogen rekenen; uw gegrond en
gezond oordeel werd door ons altijd aan
dachtig aanhoord en naar uw wijze en gul
den wenken werd altijd gretig geluisterd.
Gij waart een dergenen die het als een erg
plichtverzuim zoudt beschouwd hebben onze
bestuursvergaderingen niet bij te wonen
wanneer gij niet door ernstige redenen el
ders geroepen werdt of ten huize weerhou
den.
Gij wist ook welke erkentelijkheid de land-
bouwstand aan de katholieken schuldig wa
ren; gij waart steeds indachtig dat de land
bouwers aan onze partij de verwezenlijking
te danken hadden van gansch dat prachtig en
uitgebreid landbouwprogram waarvan het
eerste punt verwezenlijkt werd door de
oprichting van een ministerie van landbouw
binnen de eerste dagen na de wetgevende
kiezing van 't jaar 1884.
Er werd door den vorigen redenaar reeds
gewezen op de schitterende, onschatbare
diensten die gij op landbouwgebied bewez n
hebt. Overigens, de feiten spreken hier luid
genoeg. De Regeering heeft ook uw diensten
erkend door u te verheffen tot Ridder in
de Leopoldsorde en door u te vereeremerken
met het eerekruis van T" klas. Wanneer,
tengevolge van pijnlijke omstandigheden,
de hoppeteelt, die eertijds zoo bloeiend was
in onze streek en er een bron van welvaart
en van ruimen voorspoed was, aan het ver
kwijnen ging, en een vreeselijke crisis door
maakte, werd door onze Regeering, steeds
bekommerd om het lot van al haar order -
hoorigen, een commissie in het leven ge
roepen die moest uitzien naar middelen om
den hoppekweek te verbeteren. Gij waart
het dan die, samen met onzen katholieken
volgsveftegenwoordiger Heer Dr Brutsaert,
aangesteld werdt om in deze commissie Po
peringhe te vertegenwoordigen. Wanneer,
tengevolge van den wreedsten aller oorlogen,
onze streek in een echte woestenij herscha
pen was, dan hebt gij ook machtig bijgedra
gen tot het herstel onzer geteisterde streek
en vooral tot het vruchtbaar maken onzer
verwoeste landerijen.
Als oprichter en als bestuurder onzer vrije
Katholieke Beroepsschool moogt gij ook aan
spraak maken op de ruime erkentelijkheid
onzer gansche streek en vooral onzer stad.
Daar is het dat zoovele onzer volksjongens
de vakopleiding genoten hebben die hen in
staat gesteld heeft thans hun brood en dit
gezins eerlijk en waardig te verdie-
In verband met deze Beroepsschool
hebt gij langs verschillende zijden op mis
verstand, op onverschilligheid en zelfs op
vijandelijke stemming gebotst. Doch al de
naijver en al de tegenkanting die gij aldus
wektet zijn alleenlijk het bewijs der dege
lijkheid en voortreffelijkheid van uw onder
wijs en van de onmacht der anderen het
te evenaren.
Maar, boven al de andere hoedanigheden
die gij in zoo ruime maat bezat, staat vooruit
en vooral uw hoedanigheid van priester. Gij
waart een vroom, voorbeeldig en heilig pries
ter, een priester volgens den wil en het hart
van God. Als priester hebt gij altijd uitge
munt door uw onbegrensde goedheid, door
uw ijver in den strijd voor het katholiek ge
loof en door uw gehechtheid aan die politie
ke partij die de verdediging van dit geloof
als 1" punt van haar programma op al haar
vlaggen geschreven heeft. Gij hebt u ook
altijd gekenmerkt door uw onderdanigheid
aan de hoogere geestelijke overheid en door
de beslistheid waarmede gij u schiktet naai
de woorden en de onderrichtingen onzer
verantwoordelijke opperherders, die door
God aangesteld zijn om in zijne plaats te
oordeelen en in zijne plaats zijne Kerk te
besturen en te regeeren.
Als priester bekleeddet gij ook de bedie
ning van godsdienstleeraar aan 's Staats
onzijdige middelbare school. Voorwaar een
zware, gewichtige en kiesche taak. Het geven
van godsdienstonderricht aan de opkomende
geslachten, die de bevolking van morgen
zullen uitmaken, is wel een der belangrijkste
bedieningen waarmede men gelast kan wor
den. En deze bediening aan het onzijdig
officieel onderwijs is nog veel gewichtiger
dan aan onze vrije katholieke inrichtingen.
Immers, in onze katholieke gestichten is het
godsdienstonderricht de grondslag, de kern
en de bron van gansch her onderwijs; de
godsdienstles wordt er onophoudélijk aan- j
gevuld, toegelicht en toegepast in al de an
dere vakkenin onze katholieke colleges wordt
de godsdienstleeraar bijgestaan door een aan
tal andere priesters, die alle er evenzeer naar
streven, bij élke gelegenheid, de heerlijke
katholieke begrippen in de jeugdige gees
ten en gemoederen in te prenten. Doch in
het onzijdige Staatsonderwijs is de leergang
over godsdienst een vak dat afgescheiden is
van de andere vakken en dat op zich zelf
ajjfis; moet bevatten dat met het katholiek
Geloof en met de kath Ileke Lëvénstèer be
trekking heeft. Daai het de godsdienst
leraar die alleen op zijne schouders al de
verantwoordelijkheid dragen moet van het
Vervullen der verhevene zending die door
den Meester aan zijn Katholieke Kerk werd
toevertrouwd, toen hij tot zijn Apostelen en,
door hen, tot al degenen die van dien stond
aï tot op den jongsten dag van het bestaan
der wereld met de priesterlijke waardigheid
bekleed zouden worden, deze woorden toe
riep: Ite et docete omnes gentes: Gaat en
onderwijst aile volken Deze zijn de woor
den die ons het onomstootbaar bewijs leve
ren van de opdracht die in verband met de
opvoeding der jeugd door God zelf aan de
katholieke geestelijkheid gegeven; deze zijn
ook de woorden die wij geloovigen, wij vooral
die met rnilden kinderzegen begunstigd zijn,
nooit uit het oog verliezen mogen.
En de man die zooveel goed rondom zich
stichtte is nu van ons gescheiden. En toch
zijn wij hier niet gekomen om hem vaarwel
te wenschen. Want voor ons christenen levert
de dood al den bitteren balsem niet dien hij
aanbiedt aan degenen die in God en in de
eeuwigheid niet gelooven. Wij allen weten,
immers, en wij zijn er innig van overtuigd,
dat de dood niet het einde van alles is, maar
dat zij voor de rechtvaardigen slechts het
einde is van al de kwellingen die op dezen
aardbodem het menschdom teisteren en het
begin van een beter, een gelukkiger en eeuwig
leven. Wij twijfelen er niet aan, eerwaarde
afgestorvene, of thans geniet gij reeds de
schitterende, alles overtreffende belooning
die door den Allerhoogste voorbehouden is
voor degenen die in Zijne liefde van deze
wereld scheiden en die gij, door uw voor
beeldig, vlekkeloos en heilig leven, over-
vloediglijk verdiend hebt. Wij weten ook dat
gij, daar, dicht bij den Alvermogende, ons
niet vergeten zult en ons niet verlaten zult,
maar dat gij daar voor ons bidt met even
veel ijver als gij hier voor ons gezorgd hebt
en gewerkt. En uw voorspraak bij den Al
machtige zal des te krachtiger en te doel
matiger zijn omdat uw; ziel vereerd is met
een onuitwischbaar en onvernielbaar teeken.
Gij waart, immers, priesteren priester
blijft gij in der eeuwigheid. Tu es sacerdos
in aeternum. Priester zijt gij, niet van de
orde der oude Joodsche hoogpriesters, niet
folgens de orde van Melchiscdech, reeds zoo
oog door den psalmist geprezen, maar
priester zijt gij eener oneindig hooger orde,
priester immers van de orde die door den
menschgeworden God zelf, onder het nutten
van het Paaschlam, op het laatste avond
maal, des avonds alvorens Hij stierf op
Golgotha, werd ingesteld.
Lijkrede uitgesproken door M. Van Cau-
wenberghe, Afgeveerdigde van den Belgi
schen Brouwersbond.
Mijne Heeren,
Het is met eene diepe en innige deelne
ming, dat den Belgischen Brouwersbond het
verlies betreurt, welke het Hopverbond on
derstaat.
De werken en de studies van den Eerwaar
den Heer De Jaegher werden altijd door
onze nijverheid op hooge waarde geschat,
omdat zij steeds streefden om de hopboeren
de baan aan te duiden tot de voortbrengst
van waren, die aan de eischen van de Bel
gische Brouwerij beantwoorden.
Deze taak was voorwaar niet eenvoudig
noch gemakkelijk, want hare vertakkingen
zijn talrijk en ingewikkeld: het verbeteren
der techniek, het bestrijden der ziekten, het
veredelen der kwaliteiten, het streven naar
vernieuwde en verbeterde soorten, zich aan
de veranderende eischen der belgische brou
werij beter aanpassend, nu dat de groote
massa's der verbruikers den toon geven en
de wet maken, zijn allen door den Eerwaar
den Heer De Jaegher grondig en in al hun
verwikkelingen bestudeerd geweest.
Bezield door een hoog ideaal, onvermoeiba
re werker, hooggewaardeerde geleerde, zijn
naam was tot verre over onze grenzen ge
kend en geprezen, en nochtans was hij een
voorbeeld van eenvoudigheid en bedienstig-
heid, altijd gereed om eenieder te helpen
door zijn goeden raad.
W:j brouwers, wisten zijn voordrachten en
zijne schriften hoog te waardeeren.
Is het niet te betreuren dat deze onver
moeibare zoeker niet alle gewenschte mid
delen ter zijner beschikking had en dat hem
den 'steun ontbrak om zijne taak nog hon
derdmaal vruchtbaarder te maken. Zijn
plaats was aan het hoofd van een nationaal
Instituut voor hopstudies, indien de regee
ring, den landbouw en de brouwerij hun
plicht verstaan hadden. Zijn werken zullen
hem overleven. Wat hij gezaaid heeft zal
een nieuwen oogst opbrengen voor den wel
vaart van den belgischen landbouw. Betere
tijden zullen voor de hopteelt dagen. Deze
zal en moet blijven voortbestaan, want de
belgische brouwerij hoopt vast, eens in haar
eigen land alle kwaliteiten van hop te vin
den welke zij van doen heeft.
Moge de Eerwaarde Heer De Jaegher op
volgers vinden om zijn taak te voltooien.
Eerwaarde Heer De Jaegher, laat mij, in
naam der gansche brouwerij-nijverheid, U
deze diepgevoelde dankwoorden toesturen
voor uw grootsche taak.
De goede God heeft U tot zich geroepen,
veel te vroeg voor ons allen.
Dat Zijn wil geschiede!
Rust in vrede!
Dat zijne Ziel in vrede ruste.
Voor veel menschen schijnt het nog een
tegenspraak op zich zelf. Katholiek? een
Cinema!
En inderdaad de New World van Chi
cago beweerde laatst dat op 632 amerikaan-
sche films er 177 werden gevonden met hu
welijksbedrog en overspel, 113 met aanslag
op de zedelijkheid, 172 met wulpsche naakt
heden, 192 met schunnige filmscenes, 38 waar
echtbreuk verdedigd, verontschuldigd en op
gehemeld wordt. Cinema dat is een gevaar
voor iedereen, een nog grooter gevaar voor
de jeugd: en zal men dat nu ook Katholiek
gaan noemen? Zal men in een Katholiek
weekblad propaganda maken voor Cinema?
Juist dat nochtans wordt hier bedoeld.
Aan alle Katholieken roepen we zoo luid
we maar kunnen: Moderne Katholieke men
schen rechtsomkeer. De Cinema is niet nood
zakelijk een wapentuig tegen het Katholi-
cism, tegen den godsdienst, tegen de zede
lijkheid.
Het Katholicism kan al Gods natuur
krachten en de menschelijke natuurkrach
ten en de menschelijke natuurwerken in-
schaken in zijn dienst.
Het Katholicism staat in Vlaanderen wel
aan den kop, op een eereplaats op gebied
wetenschap, kunst, letterkunde en tooneel:
ook de moderne techniek, ook de film moet
het Katholicisme dienstbaar maken aan zijn
apostolaat.
De wereld vluchten is goed voor wie kan
maar een organism dat in de wereld werkt
kan en mag de wereld niet vluchten, maar
ze organiseeren en ze trotseeren.
Gods genade kan alles, de rijkdommen
van Krist us, zijn oneindig maar de Katho
lieken moeten medewerken. Wint de genade
Gods het niet dan ligt de schuld daarvan
bij de werkloosheid der Katholieken.
Daarom juist werd sinds enkele jaren, in
de meeste landen een Katholieke Filmcen
trale ingericht onder de hooge bescherming
der geestelijke overheid. Het Katholiek
Filmcomiteit van Poperinghe is daarbij aan
gesloten en doet een oproep tot alle Katho
lieken.
Laten we nog goed maken wat goed te
maken is, en terwijl de niet-Katholieke film
voort holt op de baan van het driftige en
het wulpsche; laten wij de baan opgaan van
het veredelende, verzedelijkende werk. Laten
we niet begaan de zonde van verzuimenis.
Zondag a. s. 26 October wordt de Katho
lieke Cinema, lokaal «Katholiek Volkshuis»,
plechtig ingehuldigd. Te 7 uur stipt na een
inleidingswoord van Z. E. H. Deken houdt
E. P. De Clippele de Feestrede.
Daarna worden afgerold:
EUCHARISTISCH CONGRES
VAN MECHELEN
en
«CES DAMES AUX CHAPEAUX VERTS
naar den franschen roman van Germaine
Acremant.
Kaarten van 3, 5 en 10 fr. worden ten
huize aangeboden en zijn te verkrijgen in
het Katholiek Volkshuis en den Katho
lieken Kring
(De vertooningen zullen gegeven worden
gewoonlijk eiken Zondag te 4 u. en te 8 u.;
den Maandag te 8 u. Plaatsen: 1,50, 2, 4 fr.)
BLOEMIST
Wcstouterstraat - Poperinghe
Laat weten dat hij een duizendtal prachtige
te koop heeft, in potten; te beginnen van
3 tot 15 bloemen per pot.
Alle dagen zichtbaar en verkrijgbaar aan
genadige prijzen.
DE BEGROOTING VAN 1931.
De ministerraad heeft het onderzoek aan
gevangen over het ontwerp-begrooting voor
1931 en de memorie van toelichting door den
H. Houtart, minister van Financies voorge
legd.
Uit dit ontwerp hebben de ministers ge
leerd dat de ontvangsten in aanzienlijke
mate verminderd zijn. Die geweldige inzin
king van de ontvangsten ten gevolge van
de economische depressie die over de wereld
heerscht, kon niet voorzien worden, zegt de
H. Houtart.
Doch de Regeering wil volstrekt dat de
begrooting voor 1931 in evenwicht zijn zou.
Wat dient daartoe gedaan? Van nieuwe be
lastingen of een herinvoering van taksen
die verleden jaar werden afgeschaft, kan
geen sprake zijn en wil de Regeering ook
niet weten, daar deze nieuwe lasten een al
te zware last zouden zijn voor 's lands eko-
nomie.
Een middel tot saneering van den finan-
cieelen toestand is een aanzienlijke inkrim
ping van de bestuursuitgaven, en zooals wij
reeds hebben meegedeeld, hebben de minis
ters opdracht gekregen de verschillende pos
ten van hun begrooting nauwkeurig na te
zien en te verlagen. Het valt te bezien of
deze maatregel in de praktijk doelmatig en
toereikend zijn zal, en of een leening niet
noodzakelijk zal geacht worden. Het plan
tot een dergelijke leening wordt niet on
voorwaardelijk van de hand gewezen.
DE WEDDEN DER STAATSAGENTEN.
In den Ministerraad van Donderdag na
middag werd beslist de staatuitgaven voor
1931 tot het strikt minimum te herleiden
zonder evenwel de loonbarema's van het
Staatspersoneel aan te raken.
De eigenlijke loon- en weddebedragen zul
len dus niet worden verminderd.
Uit de beste bron wordt ons echter ver
zekerd dat voor 1931, geen kredieten maar
zijn voorzien voor het uitkeeren der buiten
gewone vergoeding van 6 zoodat deze va»
af 1 Januari automatisch moet wegvallen.
Gezien het index-cijfer veeleer stijgt daa
daalt, zal deze beslissing bij de belangheb
benden ongetwijfeld verzet uitlokken.
saaHBasaaaBSBBsasaaaaüBfisaaaaH
met verlaagden melkbak
draaiende op eene spil S
vooruit-
gangs
hebt
zien
werken
BBHEBBBBBBBHBBBnBBBBBHBBWnB
DE LIBERALEN WILLEN
DE POLITIEKE CRISIS.
Zondag hebben de Liberalen beslist over
het lot der Regeering. Op de algemeene ver
gadering van den Landsraad der Liberale
Partij te Brussel werd beslist dat de be
spreking en de behandeling der onderwijs-
ontwerpen onverwijld geëischt werden. De
ontwerpen welke de Liberalen bedoelen zijn
deze die door de formuul van den Heer In-
genbleek gewijzigd werden.
Er werd niet de minste rekening gehou
den noch met het besluit van den Katholie
ken Vlaamschen Landsbond, noch met de
motie van het Algemeen Christelijk Wer-
kersverbond, noch met de verklaringen van
menig katholiek mandataris. Het verzet van
geheel het Vlaamsche land tegen deze on-
derwijs-ontwerpen en dat met eene eensge
zindheid zooals men er zelden een gezien
heeft in de geschiedenis van den Vlaam
schen strijd, daarvan al hebben de Liberalen
geen rekening gehouden.
Zij willen Vlaanderen tweetalig houden
omdat, zooals M. Dierckx het zegde, een
officieel eentalig Vlaanderen zou verloren
zijn voor het liberalisme. De regeeringsont-
werpen, zegde hij verder, moeten het libe
ralisme in Vlaanderen redden. Indien de
Katholieke Landsbond triomfeert, beteekent
dit het einde van het liberalisme in het
Vlaamsche land.
Er moest zeker niet meer gezegd worden
om geheel het Katholiek Vlaanderen nau
wer te doen aaneensluiten in den strijd
tegen het liberaal verfranschingsstelsel.
Welke begoochelingen maakt men zich
dan nog in den ivoren toren der Liberale
kringen, dat men daar nog hoopt de Ka
tholieke Vlamingen bang te maken met de
bedreiging van een regeeringscrisis?
De onderwijs-ontwerpen, die hatelijk zijn
in de oogen van het Vlaamsche volk omdat
ze, zooals het op het liberaal congres be
vestigd werd, uitsluitend gegrondvest zijn op
liberale grondbeginselen, hebben de stem
ming van Belgie's jubeljaar vergald.
In Vlaanderen wordt de politieke lucht
slechts helder den dag wanneer volledig
recht wordt verleend aan het eentalige
Vlaanderen als aan het eentalige Wallonië.
De onderwijs-ontwerpen zijn niet van aard
om zulks te bevorderen, daarom met crisis
of er zonder zoo moeten zij verworpen
worden.
De Liberalen willen den strijd, willen het
land in een warboel werpen. Zij zullen
hunne goesting hebben, al loopen zij daar
mede gevaar van in den draaikolk heele-
maal te vergaan. Vlaanderen zou er niet om
treuren.
VERVLAAMSCHT!
Minister Heyman heeft woord gehouden.
De Hoogere Nijverheidsschool te Gent wordt
vervlaamscht. Meteen wordt voorzien dat
ook wel enkele vakscholen in Vlaanderen,
waar 't vlaamsch heelemaal verwaarloosd
werd, andere methodes zullen moeten bezi
gen willen ze niet van de staatstoelagen uit
gesloten worden.
DE PLECHTIGE DOOP
VAN PRINS BOUDEWIJN.
Zaterdag was het dag op dag drie jaren
geleden, dat het prinsesje Jozefina-Charlotte
in het Paleis Belle-Vue geboren werd.
En nu, drie jaar later, was het wederom
volop feest in het paleis ter gelegenheid van
den plechtigen doop van haar broertje Prins
Boudewijn.
Het was tusschen een dubbele haag van
toeschouwers en onder het uitbundig ge
juich der menigte, dat de koninklijke stoet
het paleis te 11 uur 's morgens verliet, om
zich naar St-Jaak-op-Coudenbergkerk te
begeven.
Daar wachtte hem Z. Em. Kardinaal Van
Roey. De klokken begonnen te luiden en de
klaroenen werdep geblazen.
Z. Em. verwelkomde de koninklijke fa
milie.
Het was de Gravin du Roy de Blicquy die
het prinsje droeg.
Z. M. de Koning was Peter en Prinses
René de Bourlon was Meter.
Behalve de Vader en de Moeder van den.
doopeling waren de Koningin en tal van
Prinsen en Prinsessen bij den doop aan
wezig.
Na de plechtigheid werd een Te Deum
aangeheven.