talrs És ïssÉrfs
1
Brouwerij M
ID JAM MA!
Hü
DE POPER3NGHENAAR
BI. 5. 21
UIT DE
IjKS Koperen spreuk»*
Pijprekkem
Dagbladrekkens
Pêle-Mèie*
jLf ASUe slag van Kader»
|J| Geldbeugels
Forte-feuiile»
Valiezen
Boek- Muziektessdka*
Alle merken
H VULPENNEN.
S AN S E N -VANNEST R
Gasthuisstraat, Poperingfa».
BURGERSTAND VAN
DECEMBER -
't Oord^HL
YPERSTRAAT POPE
WIELRIJDERS EN
MOTORWIELRIJDF.RS
l)£ WERKLOOSHEID
IN AMERIKA
far
I Neen sprak de lord, het is te geef, *k
heb een goeden handel gedaan
BIJ ONS TE VERKRIJGENj
BUREELAGENDAS 1931
*s r*> a 4Q tv r ra
Eene fortuin maken is moeilijk, maar oent
'behouden is moeilijker.
De heiligen zijn menschen» ^die soms min
■doen dan de andere, maar 'die toeter 'doen
hetgeen zij doen.
MtTM^NEKE
AAN U ALLEN, BRAVE 'MENSCHEN
die dit weekblad leest
stuur ik toe m'n beste wenschen
van 'n zalig en gelukkig Kerstmisfêest!
Gloria in excelcis, Deo! Glorie aan God in
den Hooge
Kerstmis! o woord vol poëzie! Als in een
kille, koude nacht, dat 't sneeuwde en vroor,
de Heiland, de Koning van 't Heelal, in een
stal met stroo bedekt, te Bethleem ter we
reld kwam. Daar lag Hij in een kribbe, met
als hoofdkussen een weinig strooi, en als
deken 't een of 't ander kleëdingstuk van
zijnen voedstervader den H. Jozef. Daar lag
Hij in de kribbe tusschen een os en een ezel,
die Hem verwarmden door hunnen adem.
Nauwelijks geboren, werd hij reeds vervolgd
door een hoogmoedige en jaloersche koning:
Herodes. Maar d'herders van de ronde had
den gehoord dat hun lang verwachte Messias
was geboren, en ze kwamen naar 't stalleken
om hem te aanbidden. En ook drie koningen
van *t Oosten hadden 't nieuws vernomen
en zij ondernamen een verre reis, en door
de sterre geleid vonden ze 't Kindeken, de
Koning... Gods Zoon. Zij aanbaden Hem en
offerden Hem Goud. Wierook en Myrrhe.
Dat alles herdenken we nu op Kerstmisfeest
En op Kerstmisnacht dan worden er zoowel
in de kleinste dorpskerkjes als in de groote
stadskathedralen. liedjes, kerstliedjes gezon
gen, ter verheerlijking van dat kleine kindje.
Hoort!
De herdertjes lagen bij nachte.
Ze lagen bij nacht in het veld;
.Ze hielden vol trouwe de wachte,
Ze hadden de schaapjes geteld.
Daar hoorden zij de-Engelen zingen,
Hun liederen vloeiend en klaar;
De herders naar Bethlehem gingen,
't Liep tegen het nieuwe jaar.
Toen zij er te Bethlehem kwamen,
Daar schoten drie stralen dooreen,
Een straal van omhoog zij vernamen,
Een straal uit het kribje beneên.
Toen vlamde-er een straal uit hun oogen,
En viel op het Kindeken teer.
Zij stonden tot schreiens bewogen
En knielden bij Jezus neer.
Maria die bloosde van weelde,
Van ootmoed en lieflijke vreugd;
De goede Sint Jozef hij streelde
Het Kindje, der menschen geneugt.
De herders bevalen te weide
Hun schaapjes aan de-Engelenschaar;
Zij konden van 't kribje niet scheiden,
Zij wachten het nieuwe jaar.
Och Kindjen, och Kindjen, dat heden
In 't needTige stalletje kwaamt,
Ach, laat ons Uw paden betreden,
Want Gij hebt de wereld beschaamd.
Gij komt om de wereld te winnen,
Den machtigsten vijand te slaan;
De kracht Uwer liefde van binnen,
Kan wereld noch hel weerstaan.
Pax hominibus bone volentatis*
aan de menschen van goeden wil!
Vrede
GIJ HEBT ALLEN GELEZEN
in gazet en in krant
over die droeve gevallen
veroorzaakt door den mist, in 't Walenland.
'n Zestigtal menschen dus, die allen aan
borst- of hartziekten leden, hebben er op
tragische wijze het leven verloren. Ook veel
beesten, koeien, paarden, kalveren werden in
de weiden doodgevonden. Menige lijkschou
wing heeft reeds plaats gehad, maar tot nog-
toe werd de eigenlijke oorzaak ,van dit onheil
niet vastgesteld. Beroemde perfesters van
verschillende landen hebben zich met de
zaak bezig gehouden. Daar waren er die het
toeschreven aan vergiftigde gassen, verspreid
door de zinkfabrieken daar in 't ronde, en
die konden opstijgen wegens de drukking van
den nevel. Anderen beweerden dat het onheil
toe te schrijven was aan 't feit dat de winden
schrikkelijk veel stof medegevoerd hadden
uit ue Sahara-vvoestijn en d,at dat stof en
zand nu met de mist vermengd was, en zoo
belette behoorlijk adem te scheppen, bijzon
der aan menschen die aan de luchtpijpen
leden! Maar ze zijn het nog' niet eens en de
ware oorzaak is nog verre van ontdekt. On-
clertusschen schijnt het dat ook vele perso
nen van de gemeente Oostacker, ook verleden
week, door den nevel ongesteld werden!
D'r gaat eer. ernstig onderzoek ingesteld
worden.
Maar d'Amerikaansche bladen
met leugens volgeladen
vinden hun plezier
met t'overdrijven d'ongevallen
die hier
met den mist zijn voorgevallen.
In Brussel schrijven ze, ziet men bijna
geen mensch meer op straat, en als er bij
toeval iemand uitgaat heeft hij... een gas
masker aan.Ze gaan verder. i< In Enge-
8«R3HH£iS!itajfiSIS;&HBgKgSSSS3iS33lg£i!!!
Mengelwerk van De Fopcringhenaar9
OORSPRONKELIJKE DETECTIVEROMAN
door WILLIAM HOLT
Dat is nog de vraag en in ieder geval hoe
meer avontuurlijk de voorvallen zijn, hoe
grooter kans er bestaat dat zij tot de ont
dekking der misdadigers voeren zullen. Gij
hebt nu trouwens verschillende aanknoo-
'pingspunten om tot de opsporing te gera
ken. Ik bied u mijn hulp aan
Die aanvaarden wij gaarne antwoord
de lord Nibblington, want wij moeten de
Tournel redden. Maar komen wij om hem
te redden te laat, dan zullen wij zeker zijn
dood wreken en de Broeders des Verderfs
zullen hun gerechte straf niet ontgaan
III.
DE KETELLAPPERS.
Twee dagen na net voorgevallene in het
vorige hoofdstuk verhaald, bevond zich op
den weg van Orleans naar Parijs een ar
moedige woonwagen, waarvoor een mager
paard was gespannen. Twee slordige ge-
kleede kerels liepen naast den wagen en
waren te zamen in een druk gesprek ge
wikkeld, Wat zij zeiden scheen niet voor
vreemde ooren bestemd, tenminste wanneer
men op den stoffigen weg menschen tegen
kwam, werd het gesprek gestaakt, of werden
eenige onverschillige woorden geuit. Maar
zoodra was het gevaar gehoord te worden
voorbij, of het ernstige gesprek ving weder
aan. En had men de beide mannen kun
nen beluisteren, dan zou men tot zijn ver
wondering gehoord hebben, dat hun taal
die was van lieden uit den beschaafden
stand en dat zij geenszins ruw en plat spra
ken, zooals men dit toch van dergelijke
zwervers zou verwachten.
tetidzoo schrijven -zo --heeft men ver-I
schillende schepen -uitgerust om hulp te
brengen aan de beproefde Belgische bevol
king, en men weet dat twintig duizend anti
gasmaskers in Belgle uitgedeeld werden.
Ik heb er in alle igeval nog geen enkele
van gezien!
MIJNHEER DE KGMMISSARIS. zei Tiste
Plak, ik had gisteren gezegd dat mijn uur
werk was gestolen. Ik was mis, want 'k heb
het in mijnen giletzak teruggevonden.
't Is te laat, jongen, antwoordde de
kommissaris, want de dief is al aangehouden.
WIJ KLAGEN
over de donkere dagen.
Bij de Nooren is 't nogal een' beetje erger ge-
daar men ginnder op een dag, Isteld
'k hoop dat ik het u wel zeggen mag
in den winter, maar vier uur klaar weder telt.
Dat gebeurt in Stockholm. Daar blijft de
zon, gedurende den ganschen winter maar
vier uren per dag boven den horizont. Twee
honderd kilometer meer naar het Noorden
toe, te Hermoesand, eene belangrijke handel
drijvende stad, zien de menschen geen zon
vanaf den vijftien December tot den vijf
tienden Januari... Dat is dus een nacht van
een maand, 't Kan nogal tellen!
Marenta, als goede huisvrouw, is maar
heel tevreden ginder niet te wonen, want ze
komt nu al op 't laatste van de maand met
moeite toe om den elentriekte betalen...
Wat zou het dan ginder zijn?
DIKKE JEE zat in den tram rechtover
een groote, dikke jodin, die geeuwde.
Och juffrouw, is me dat geeuwen! zei
Jef, ik dacht dat ge me gingt inslikken.
Daarvan moet ge niet bang zijn, was
't antwoord, want ik eet geen... varkens-
vleesch
Deze keer was Jef gezien!
GOUDENSTUKKEN GAAN ER KOMEN
'k zeg het vrij en vrank,
'k heb het daar zoo juist vernomen
't zijn'nieuwe stukken van 20 frank!
En deze keer is 't de volle waarheid, zulle.
We hadden nu al de nieuwe stukken van
vijf frank en van tien frank... maar dat
was maar nikkelen brol. Maar nu twintig-i
frank-stukken als vóór den oorlog, 't Gou
vernement zou er reeds lang meê voor de
pinnen gekomen zijn, maar door het afster
ven van den heer Liebaert, voorzitter van de
geldcommissie, was die affaire bijna in den;
vergeethoek geraakt. Wat dat er op die
nieuwe stukken gegraveerd gaat w-orden kan
ik u met zekerheid nog niet vertellen... maar
't schijnt dat z'r van den eenen kant 't por
tret van den Onbekenden Soldaat gaan op
zetten en langs den anderen kant dat van
zijn weduwe met hare zeven kinderen.
Marenta zegt dat ze 't maar zal gelooven
als ze een goei partij van die nieuwe stuks-
kens... in hare spaar...kous op den zolder
zal kunnen bergen hebben. Of ze gelijk heeft!
DRONKEMANSKLAP. Dat is me al
het achtste glas bier, dat ik drink, zei Scheve
Pier. En dat alles omdat mijn vrouw mij uit
mijn humeur gebracht heeft; 't is verbazend
hoeveel geld me dat wijf kost.
IN ITALIË, DAT WARME LAND,
begint het fel aangebrand
te ruiken
onnoodig het te verduiken,
want Mussolini's politiek
is tegenwoordig erg ziek.
De man mag ook beginnen te denken
schoone liedjes duren niet lang». Over
eenigen tijd was 't nog alles wat den hemel
geven kon, maar sindsdien Is er al menig'
haartje in de boter,gekomen... en Mussolini's
troon begint geduchtig te wiggelwaggelen. Als
niet komt tot let, kent iet zich zeiven niet.
De anti-fascisten worden ginder met den
dag sterker, het getal der werkloozen ook.
Verleden week hebben er ginder duizenden
werkloozen betoogingen gehouden, en weet
ge wat die mannen durven roepen? zij die
vroeger den naam van Mussolini alleen met
den grootsten eerbied dierven uit; 'eken!
Wij willen brood en werk, of den kop van
Mussolini werd er voortdurend geroepen.
Ja! ja, de wind is ginder duchtig aan
't keeren.
AL ZOO van Mussolini te spreken komt
er mij een klein geschiedenisje te binnen
da'k u hier eens vlug vertellen ga.
Ge weet allen dat Mussolini de chef is
van de Italiaansche fascisten en dat de fas
cistische groet bestaat in het recht vooruit
steken van den rechterarm.
Op zekeren dag komt er een man bij Mus
solini zich beklagen, dat de buizen van zijn
■kabinet ofte W. C. verstopt zijn.
Zijt gij Fascist, vraagt den Italiaan-
schen Premier.
Neen, is 't antwoord.
Dan kan ik voor u niets doen.
En de andere mag het aftrappen.
Eenige dagen daarna komt hij terug en
zoodra hij Mussolini gezien heeft, steekt hij
zijn rechterarm recht voor zich uit.
Ha! Ha! roept Mussolini zegevierend
uit, ge zijt dan toch fascist geworden?
Verschooning, antwoordt de man, ik ben
niet meer fascist dan vroeger... maar... ik
toon u maar aan hoe hoog het mest in mijn:
W. C. geklommen is.
MEN HEEFT VASTGESTELD
na ze te hebben opgeteld,
dat de zelfmoorden,
in alle landen en in alle oorden
sedert den oorlog, 'k zeg het zonder schromen
duchtig hebben toegenomen
en bijzonder in de landen waar Duitsch ge
sproken wordt. En, daar het getal zelf
moorden zoodanig heeft tosgenomen, hebben
ook de middelen, om tot dit einde te komen
gansch nieuwe en onverwachte vormen ge
nomen. Om u eenige voorbeelden te geven!
't Is wel triestig maar vermits ik er nu toch
meê bezig ben.
In Duitschland was er verleden jaar een
moordenaar tot levenslange opsluiting ver
oordeeld. In het gevang had hij geen enkel
wapen.., cn toch wilde hij er meê gedaan
Het waren dan ook geen werkelijke be
woners van woonwagens, zooals die gewoon
lijk het platteland onveilig maakten.
Neen, deze twee mannen hadden een ver
momming aangenomen en de schamele ke
rels, die naast den vuiien en armoedigen
wagen voortliepen waren lord Nibblington en
baron de Linar, die nie' voor hun plezier als
landloopers naar Parijs terugkeerden. Hóe
waren zij dan op het denkbeeld gekomen
zich aldus te vermommen? Och, het toeval,
dat zoo'n groote rol spelen kan. had hen
hiertoe gebracht. Teen zij namelijk op het
politiebureau te Sens men den wakkeren
commissaris van politie nog overlegden en
bespraken, wat hen te doen stond, hadden
een paar agenten een tweetal landloopsrs
opgebracht, dié met hun woonwagen zich
even buiten Sens tijdelijk gevestigd hadden.
Men had, omdat er bevel gegeven was al
de voertuigen aan te houden hen daar ont
dekt, maar hun wagen bevatte niets ver
dachts.
Evenwel de heeren hadden nog eenige we
ken h.echtenis te goed, wegens strooperij of
een andere overtreding en dus waren zij
meteen maar medegenomen om hun straf te
ondergaan. De landloopers, ketellappers van
beroep, waren over dit buitenkansje niet
zeer gesticht, maar met een zekere bon
homie schikten zij zich in het onvermijde
lijke en zij verzochten alleen den heer com
missaris beleefd, of hij er voor zorgen wilde,
dat hun wagen voor den tijd, dat zij in
hechtenis zouden zitten, goed bewaard bleef.
Toen ze vervolgens weggebracht waren,
sprak de commissaris:
Deze menschen brengen mij op een idee,
heeren, dat u misschien vreemd zal schijnen
maar dat ik u niettemin in ernstige over
weging' geef. U wilt immers de Broeders des
Verderfs opsporen? Welnu daarvoor gaat u
natuurlijk naar Parijs terug. Wat hier te
doen is. dat zal ik op mij nemen
Lord Nibblington knikte.
Ik geloofzei hijdat u deze taak
wel toevertrouwd is
«Ja», vervolgde de Linar, en wij kunnen
dan binnen Parijs het wild opsporen. Wij
hebben toch eenige aanwijzingen, die ons
nmkevv Weet ge wat hij deed? Hij liet de
nagels van zijn vingers groeien en als ze
lang .genoeg waren... reet hij er zich gansch
den buik mede open... De man heeft toen
nog' twee dagen in de vreeselijkste pijnen
geleefd.
Een kommunist in 't gevang gestopt we
gens opstand, sloeg met zijn vuist een nagel,
die hij in het gevang gevonden had, in zijn
hersens... Ge moet niet vragen wat die man
afgezien zal hebben!
Ja, ja, sedert den zondenval van onze eerste
ouders is de wereld nooit goed meer geweest..,
maar sinds den wereldoorlog is hij sapperde-
boeren, nog tiemaal slechter geworden.
JA, madam Smoeskens, zei vrouw Klets,
'k ben gisteren naar de stad geweest, en
'k heb daar bijna uw man gezien?
Wat. Bijna? 'k En versta u niet goed!
vroeg madam Smoeskens.
Hewel! Hij is toch politicagent, uw man?
Ja!
En is hij niet nummer 99?
Ook dat!
Nu... gisteren heb ik nummer 98 gezien!
VADER, zei student Pimpelmans, die ge
durende 't studiejaar meer van pottepakken
had gehouden, dan van studeeren, vader, ge
hebt me eens 1G00 frank beloofd, zoo ik door
mijn examen kwam.
Zeker, jongen, sprak de vader gansch
tevreden, en...
Wees büj vader, antwoordde onze stu
dent. Ik heb u die som gespaard... want ik
ben gebuisd.
En daarmeê
m'n beste menschen
herhalende m'n Kerstmiswenschen
zeg ik heel tevreê
voor vandaag is 't er meê gedaan. f
't Manneken uit de Maan.
Basreelgerief. Leesboeken»
Groote keus Trouwe bediening
bij
WYTSCHAETE, maand November 1930.
Geboorten. Blondeel Gisèle, d. v. Abel
en Blaszczijk Sopiiie. Vandecaveye Oscar
z. v. Emeric en Callewaert Coralia. Blan-
ckaert Daniël, z. v. Maurice en Lempièrre
Julienne.
Overlijdens. Vanhove Désiré, 61 j., land
bouwer, echtg. v. Misplon Eudoxie.
Huwelijken. Noé Hypolitus, landwerk
man met Staessens Irène, breidster. Bon-
due Eudoxe, metser met Noé Evelina, her
bergierster. Müleville Mauritius, ijzerkoop
man met Verviseh fabriekwerkster.
ISENBERGHE, van 1 Juli tot 9 Dec. 1930.
Geboorten. Lips Blanca, d. v. Orner en
Pouleyn Elisa. Swartelé Marcel, z. v. Cy-
rille en Deconynck Emerence. Ureél Si-
mone, d. v. Lucien en Vlaemynck Martha.
Bailleul Lutgarde, d. v. Cyrille en Perneel
Julia. Catteeuw Hendrik, z. v. Gaston en
Maeren Gabrielle. Nollée Amand, z
Romain en Lips Martha.
Overlijdens. Mapjsti*! Marie -Lopise,, 92 j>,
z. b., echtg. v. RobftéyMa/ïreeJ
Camiller 60 j., ai-.
Eugenie
maker
Huwelijken. c,v te:
landbouwer t© Wf.^'-W' x-scittij
ria, 26 j„ z. b, teip3®.-d>4u •;ef>H©bCo-rt;
róme, 47 j., wevbtfaiif tb Awaf
loz Juliana, 64". 1(5. 6»; rw
Verstraete Aloise, 3£ iatfabouwér té
ten met Coulier Maria. 20 j.. z. 'o. te Isen-
bsrghe. 'Monteyr.e Ac hiel, 24 j., handelaar
te Houthem met Coupille Agnes, 23 j., z. b.
te Isenberghe.
He-, 60 j., herber-icr, oeutgï
lie. Versïr«eua*>^i-8ft"W
r, wed. v.
yelijken. -r-teuts:1 Mcdas
Bij E. Longuovilie
Liccc Herder ga niet verder
Vörblijf alhier tot ons plezier.
Bij P. Vaneecke:
Wij bieden welgemoed
Den Herder onzen groet.
Bij Ch. Maeyaert:
We wenschen al, den Herder gelukvolle
dagen.
Poort bij de banketzaal:
De huizen zijn versierd,
De vanen wappren in de winden
Heel oostvleteren juicht en viert
Bij d'aankomst van den Welbeminden.
Poort bij de Pastorij:
Gezegend zij de man, die in den Naam des
l Heeren
't Oostvleteren heden komt om er Gods wet
Ite leeren
Wij brengen hem ons huid' en geven Hem
tons trouw
Als aan een vader lief die deelt in vreugd' en
Lrouw.
Bij C. Hoedt:
Heer Schottey, welkom! Uwe faam is U voor
Met zulk een goên Pastoor dat kan er nog al
Ldoor.
jt
Bij H. Merlevcde:
Mijnheer Pastoor, 't is tot uwer eer
Dat Ik hier ons huis pareer,
Want ik zeg het zonder schromen
1 -Ge zijt hier allerbest gekomen.
Bij Aimé Saesen:
Heer Pastoor wees welkom
Hoort men roepen hier alom
Konden wij U lange jaren
In ons midden steeds bewaren.
Bij A. Alleman:
We wenschen den Herder lange jaren
In het midden der Oostvleterenaren.
Bij A. Devloo
Ik ben bakker en winkelier,
Ik bakke broodjes met plezier
'k Bakke broodjes grof en fijn
Na volgens de vragen zijn,
Ik ben als bakker altijd vaardig
Ten dienst' van Heer Pastoor waardig.
Bij C. Acquet:
Wees welkom E. H. Pastoor.
Bij O. Isebaert:
Jd het past een goede herder
Wel zijn schaapjes ga te slaan
En te waken dat zij verder
Volgen steeds de rechte baan.
Wil ons altijd dus bevrijden
Van al onheil en van kwaad
En ons naar den hemel leiden
Daartoe zijt gij best in staat.
Bij B. Smis:
Wij wenschen den Herder Schottey lange,
heilvolle dagen.
Transparantschrift
Leve Slijnheer Pastoor Schottey.
Bij K. Merlevede:
Sint Crispyn is mijn patroon
Hij vocht toch zoo wonderschoon
't Is ik die zijn leest bewaar.
En werk.lijk hem 't en scheelt geen haar
En wilt gij eens de preuve doen
Laat rjiij maken een paar schoen.
Bij E. Laniote:
Emile Lamote zanger van tooneel en feest,
Wil vandaag ook vieren om 't meest.
Gansch verheugd en blij
Ter eere van Heer Pastoor Schottey.
Bij L. Dehouck:
Mijnheer Pastoor 't is tot uwer eer
Dat ik hier ons huis pareer
Want ik zeg het zonder schromen
Ge zijt hier allerbest gekomen.
Bij A. Verleene:
Moget gij vol schoone dagen
Hier den staf des Heeren dragen
Vol van vrede, vrij van druk
Voor uw heil en ons geluk.
Banketzaal
Ijl och te t g'hier lange jaren echte vader van
41 uwe parochianen zijn.
•J "IS B.
èis
Gebruikt Chicore! WYPELIER-TAFFIN
't Is de beste.
INHULDIGING VAN
EEKW. HEER FL. SCHOTTEY
PASTOR TE OOSTVLETEREN
Zondag 14 December 1930.
DE OPSCHRIFTEN:
Bij R. Smis:
De 'secretaris wenscht dat gij, achtbare
Herder, hier lang gelukkig wezet.
Bij A. Morlion:
Schenke ood U, bij lang leven hier, heer
lijke dagen onder al uw schapen.
Bij Zulma Laleeuwe:
Ons vaandel roept door 't zoldergat
E. H. Pastoor Proficiat.
Bij Leonie Vandamme:
Kom, Herder, die ons bij de hand
Zult leiden tot het Vaderland
En door uw woord en Werk
Zult zijn een Herder goed en sterk
En langs de steege hemelbaan
Met vasten stap zult vorengaan.
Bij J. Herman:
Welkom.
misschien verder brengen. Wij weten bij
voorbeeld vast en zeker, dat onder de be
dienden van de Tournel een verrader moet
schuilen, anders toch hadden de Broeders
nooit kunnen weten, dat wij van plan wa
ren naar het Zuiden te gaan. En dan ben
ik al vaster overtuigd, dat tegenover de wo
ning van de Tournel, toen wij wegreden,
een man ons bespionneerde. Van het raam
uit, waar hij stond, moet ook het vergiftige
pijltje afgeschoten zijn
Als ik u een raad mag geven zei nu
de commissaris, neem dan een bekwaam
detective in den arm en laat hij te zamen
met u trachten uit te vorschen wiede ka
mers, waar gij de man gezien hebt, bewoont
of heeft bewoond. Het lijkt mij, na alles
wat ik gehoord heb, ook wel waarschijnlijk,
dat daar een der misdadigers zich had ge
vestigd. En dan, gij moet er zien achter te
komen wie van de bedienden van den graaf
uwe gesprekken heeft afgeluisterd en ver
raden. Misschien gelukt het u ook door hem
gewaar te worden, wie de misdadigers zijn,
die zich achter den naam Broeders des
Verderfsverschuilen
Maar riep lord Nibblington. die kan
sen zijn zoo gering en ondertusschen is onze
vriend in handen van de misdadigers. Wij
moeten hem zoo spoedig mogelijk redden
Gij zult dan toch eerst de misdadigers
moeten opsporen, niet waar? Ik weet geen
kor teren weg
Helaas, men zal hem dooden ■-.
Nu, dat geloof ik niet. Dan hadden de
schurken daarmede niet gewacht. Neen, ge
loof me, zij zullen hun redenen hebben om
hem het leven te sparen, al is het dan ook
slechts voorloopig
Goed sprak de Linar, maar gij hebt
daar zooeven gezegd, dat de landloopers u
op een idee gebracht hebben. Zeg ons, wat
gij bedoelt
Ik zal het doen. Gij wilt naar Parijs
terug, maar het is thans meer dan ooit zaak,
niet terug te keeren als lord Nibblington en
baron de Linar. Geloof me, gij zoudt zelf
nagegaan worden en gij zoudt weinig' resul
taten verkrijgen
Wij moeten ons dus vermommen, ja, dat
Welkom volksvriend juichen hier alle pa
rochianen.
-éi {ff 9 ta.i 1 gei tik r -
Vreg raj. rmv y-jv
en- uia
1 '.'4i£c4;
IR 'fVAl Tiukou
ai
De goéde niars
Pastoor Schottey wel gezind
En van iedereen bemind
Nooit en wordt g'hem moe
Roekedekoe
Bij A. Yandermarliere
Elks gelaat van vreugde 'blinkt
Ieders stemme blij nu klinkt
Kiein en groot, 't is al verblijd
Omdat gij hier nu pastoor zijt.
Bij A. Depoorter:
E. H. Schottey
Hier zijt gij, en -w'zijn blij
Buiten hier en daar een...Gaai.
De menschen allen zijn hier fraai
Bij J. Knockaert:
Wees welkom, Eerwaarde Herder
I11 uw nieuwe arbeidsveld
Blijf hier staan en ga niet verder
Hier bekomt ge waar voor geld.
Ik verkoop hier goede waren
Beste tabak, droog en fijn
Koffie, suiker en sigaren
Proef, ge zul tevreden zijn!
Bij Wed. Marey
Heil en vrede uit ter harte
Wenschen wij Mijnheer Schottey
God behoede hem van zwarte
Houde hem van ziekte vrij.
Mochte God hem vele jaren
Voor het heil van volk en kerk
Aan ons liefde steeds bewaren
Gaaf, gezond en sterk.
Bij Maria Devloo:
Wel gekomen in Oostvleteren
Wat we wenschen heel tevreden
En dat g'ons met wijs beleid
Voeren mocht ter zaligheid.
Bij J. Desire:
Oostvleterens schooljeugd roept u tegen
Wil ons steeds tot deugd bewegen
Leid ons bp des Heeren wegen
En schenk ons uw miftisten zegen.
Bij E. Vangaever:
Heel het dorp is in feest
Iedereen verheugd van geest
Wenscht U Herder uit ter hert,
Heil en vrede nimmer smert.
Gemeentehuis:
Oostvlet'ren zen vlaggen die wappren en
zwieren
Tot eer van den Pastor wiens intreê we
[vieren.
Het klinke en het dreune verblijd in 't rond
God behoud onzen herder nog lang en ge-
[zond
Dit wenscht U van harte 't Gemeenetbestuur
Tot heil van het volk in bestendigen duur.
Bij G. Caenen:
Heer Pastoor, wees welgekomen
Gij zult er u wel van beloven
Is alleman hier juist niet heilig'
Tcch is men er goed gerust en veilig.
Bij R. Lemahieu:
Aan onzen nieuwen Herder Welkom.
Bij G. Mahieu:
Met borstel en penseel
Heb ik geeren ook mijn deel
Bij U voorwaar Eerweerde Heer
Klim ik geren op de leer.
Bij A. Stekulorum:
Kan men wel op zoo een feest
Anders zijn dan blij van geest
Vrienden, laat ons maar een schinken
En op Pastoors gezondheid drinken.
Bij C. Rooryck:
Mochten Oostvleterens oprecht vurige
wenschen in rijke zegeningen over U neer
dalen.
Bij L. Verstraete:
Heer Pastoor geprezen
Wil dit aandachtig lezen
Indien ge van mijn vleesch wilt halen
Ge zult het niet te duur betalen
En smaak'lijk moogt g'er van eten
Gij zult toch nooit van tandpijn weten
Dan blijft ge kloek, lenig en lijs
Zoo raakt ge oud maar wordt nooit grijs.
Bij J. Foilet:
Den ijverigen parochieherder van Oost
vleteren de oprechtste wenschen.
Bij de Kloosterzusters:
Welkom Herder, 's Hemels zegen
Dale dauwend op uw werk!
Leid ons Zusters langs Gods wegen
Om de kinders, hoop der Kerk!
Wijs en werkzaam, God genegen
Op te voên in 't deugdenperk!
Bij C. Sinaeve:
Oostveldt komt Ge te verlaten
Om ons goed Herder te zijn
Bij 't doortrekken onzer straten
Ziet g'hoe wij gelukkig zijn
Wil ons zeer goed onderwijzen
In de christelijke leer
Ook de rechte baan ons wijzen
En ons leiden bij den Heer.
Bij Wed. Deblock:
Lieve Herder, geluk en zegen
Op al uw wegen.
Bij J. Debergh:
De bakkers hebben geen goê name
En daar ik houde aan goede fame
Zoo bak ik brood en koekjes zoet
Met meel en bloem, fijn en goed,
Ik gebruik noch bucht noch gruis, Mijnheer,
Gelooft ge 't niet kom en proef ne keer
En het zal smaken naar den trog
Om nog.
Bij B. Verleene:
Welkom, Heer Pastoor
Hier bij Benjamin
Zult-ge goed bediend zijn!
Bij R. Bulckaert:
bieden welgemoed
onzen Vlaamschen groet.
B«j '"gil:
MjHMwIlfeakbarteiijk welkom, recht-
.3 O
21 Z H. Thomas, apos».
22MHH. Demetrius, Hom,
23 D HH. Victoria en Anatolia,
24 W Vastendag, HH. Adam en Eva.
25 D KERSTMIS, H. Anastasia, m.
26 V Tweede Kerstdag, H. Stephanus.
27 Z H. Joannes, apostel en evangelist.
■yk'
;:b
.«tóf
Vijandschap™^
Lauw' tot vfóftaP
Aardsch geluk e:
Bij R. Debruyiie
Een gareel, ik kan'liei fk'rHp ,.,rivr,
Kunnen Pastoors
Maar Heer Pastoor, kan 'fl 1*
'k Lever schoenen en matrajsJlui p j
Wij wenschen den Herder een tal
Hier in ons midden alom. isóH
(Vervolg aanstaande we JA ,t
BURGERS, HERBERGIERS,
die U de beste en de smakelijkste bieren zal bestellen
zijn we met u eens».
Gij verlaat dit bureau zoo meteen en
hebt, dan terstond spionnen achter u
Zoudt ge dat denken?
Ik ben er zeker van. Geloof me, de Broe
ders weten, dat gij hier zijt. Zij hebben er
belang bij u in het oog te houden en zij
zullen daarvoor eenige handlangers hebben
achtergelaten
Ah riep lord Nibblington nu eensklaps,
ik begrijp al wat gij wilt. De -beide land
loopers, die men dit gebouw heeft zien bin
nengaan, blijven toch hier. wij moeten als
die landloopers het bureau verlaten. Dan
krijgen wij de schurken niet achter ons
Juist, dat was mij gedachte. Hoe vindt
ge die?
Uitstekend. Maar wij moeten het met
de beide ketellapers zien eens te worden
O. dat is van weinig belang. Als gij het
wilt. zal ik met de kerels onderhandelen».
Graag
De commissaris belde en beval aan den
binnentredenden agent de beide ketellappers
neg eens weer op het bureau te brengen. Een
tien minuten later bevonden deze zich te
genover de drie heeren, zich verbaasd en
eenigszins ongerust afvragend, wat dit nieu
we verhoor zou kunnen beteekenen.
Gij zult drie weken moeten zitten, niet
waar zei de commissaris.
Ja, mijnheer
Welnu gij zult in dien tijd nog iets kun
nen verdienen. Deze heeren hier willen een
aardigheid hebben. Ze willen ketellappers
worden, zooals gij beiden en nu bieden zij
u voor uw punje ieder twintig frank. Gij
kunt dan van kleederen verwisselen en krijgt
dus voor uw versleten boeltje behalve het
geld een flink pak kleeren terug
De jongste ketellapper begon vroolijk te
lachen.
Het is een schadelijke ruilzei hij,
maar niet schade1' ji; voor ons, doch voor
de heeren. Ik ha. er mij wel mee vereeni
gen. En mijn kameraad zeker ook
Deze evenwel had een bedenkelijk gezicht
gezet en scheen te aarzelen. In ieder geval
greep hij het voorstel niet met beide handen
aan, zooals men verwacht zou hebben.
I
•fi.07
'If&e
vraagt RhUM
DE VERHOOGING DER POSTTARIEVEN
IS OVERDREVEN VOOR DRUKWERKEN.
De op 1 December in voege getreden post-
tarieven hebben zeker abnormale verhou
dingen in 't leven geroepen. Leest men de
kleine mededelingn, onlangs door het post-
clieckambt rondgezonden, door, dan zal het
eenieder opvallen hoe zwaar het drukwerk
getroffen is geworden. Het minimum tarief
is met 100 verhoogd, van 5 op 10 cm. ge
bracht. De handél en nijverheid worden
hierdoor zwaar belast, en het Postbeheer,
dat de zoo dagelijksch geworden omzend
brieven en drukwerken, hem door Handel
en Nijverheid toevertrouwd, schaarscher zul
len worden, en wellicht tot de ontdekking;
komen, dat de inkomsten in plaats van stij
gen zullen dalen. Wie zou gelooven dat een;
drukwerk van eene waarde van 3, 4. 5 cen
tiemen met 10 cent. moet gefrankeerd wor
den.
Bij 't overdenken van dien toestand moet
men onwillekeurig tot het besluit komen dat
de toegepaste verhooging met eene zekere-
lichtzinnigheid is besloten geworden.
In de huidige crisis-periode zien Handel
en Nijverheid uit naar bezuinigingen, en
kunnen, door onrechtstreeksche belastingen,
als deze waarvan hier sprake, alleen nog
maar verder kwijnen. Het ware te wenschen
dat de bevoegde Minister de aangelegenheid1
ernstig wou onderzoeken en de mogelijkheid
wou bestudeeren een gunsttarief toe te pas
sen op de kleine drukwerken.
WIJ WÏI.LEN
onze kath. Pers overal doen binnendringen.
Daartoe rekenen we op uw hulp, Lezer. Doch
dan vragen we dat ge zelf uw kath blad
zoudt steunen, uw kath. blad bekend maken.
Daar mogen voor deze allerbelangrijkste
werking geen achterblijvers zijn, of geen die
zich afzijdig houden, of onverschillig. Het
woord komt van pas: Alle hens aan dek.
We moeten van onze tegenstrevers leeren
dat ons niets te zwaar valt om onze pers de
hoogte in te drijver-
Katholieken, schudt uw geweten wakker
en zegt niet enkel: We willen, doch...
DOET HET.
En wanneer? Vandaag nog. Onze kath.
Pers moet voor 1931 een veroveringsjaar, een
triomfjaar boeken.
dSSaBSriBKRBIRSRaSSaQSlKaSBESBB
Zorgt voor een helklinkende bel. goede rem
men en een uitstekenden lantaarn.
Houdt den rechterkant en volgt de opge
legde richting.
Weest bijzonder aandachtig aan drukke
punten en belt voortdurend.
Rijdt niet met tweën naast elkander in
drukke verkeerstraten.
Rijdt niet met overdreven snelheid.
Rijdt langzaam wanneer cte rijwegen voch
tig zijn; doet zulks eveneens ues nachts.
Laadt geen zware pakken op uw rijwiel
evenmin als een tweeden persoon, indien het
hiertoe niet bijzonder gemaakt is.
Vertraagt bi-j bet naderen van tramstil
standen en stopt in dien personen af- of op
een stilstaanden tram stijgen.
Blijft steeds op afstand van voertuigen en
hangt er nooit aan.
Maakt de gebruikelijke seinen,
zorgt voor een rood licht van achter.
Drinkt nooit alcooi.
Draagt tot de veiligheid bij: gij zult uwen
evennaaste dienst bewijzen.
Volgens de nieuwste gegevens is het aan-
Eu'.l werkloozen in de Vereenigde Staten van
u^tonrd-Amerika veel grooter dat tot nu toe
'de. nfFifipplo riifprs wpvrf a.nn crpo-fiVfm
offieteele cijfers werd aangegeven.
PBfe. znn er bijna 9 millioen menschen
j.* ..j,, ijkt! ten deelewerkloos zijn. De over-
Hon hnV thorio nnnimnu o
■SK2§!> au
ptu i$. n; I.
idl
n.dan ook thans opnieuw scher-
gjt ^getroffen om te voorkomen
jizeys naar Amerika komen
'Alowen nog zouden uit
je er thans reeds be-
STERK: Allerbest bruin bier.
9 fr. de bak v. 12 flessch.
GERSTEN: Allerbest blond bier
10 fr. de bak v. 12 flessch,
10 fr. de bak v, 24 kj. fi.
MAS-CAR: Het fijnste speciaal blond
17 fr. de bak v. 12 flessch.
15 fr. de bak v. 24 kl. fl.
BBS9W»!
PP&'fe/j
CRISTMAS:
24 Ir. "(M
teün B9 Sóor
a iftfttrié.'fldfeprisiU
miod .li
'fit Ir-troêd stti.
1
Deselfde bieren kurrm
worden in presvaten van 'WBMpr
Sterk: aan 0.85^'ir/'ofelilt'
Gersten: aan 1.00 fr. delsW:
Speciaal Mas-Gar: aan 1.50 fr. de r.?®!
tg LANDBOUWERS: Een aangenaam bruin bier kan U besteld worden aan een
I® voorde ''gen prijs.
Sneciale er /oordeelige prijzen voor Brouwers en Bierhandelaars, voor he„ leve
ren van b' in flesschen en presva ten.
Wij geven veertig frajikzei de Linar
om er een einde aan te niaken. Hij meende
namelijk dat twintig frank den ketellapper
niet genoeg was.
Maar dsze schudde het hoofd en ant-
r
woordde
De belooning is ruim genoeg, mijnheer,
daarom aarzel ik niet. Er is echter iets an
ders, dat mij belet het voorstel aan te ne
men
En dat is? vroeg de commissaris.
Ik'kan het u niet zeggen, mijnheer
En als ik u honderd frank biedzei nu
lord Nibblington.
Het is veel geld, maar ik moet weigeren.
Het spijt me waarachtig', want ik merk wel,
dat de heeren zeer gaarne zich in onze klee
ren willen steken. Maar misschien zou er
iets op te vindeir.zijn. Mijnheer de commis
saris moet niet kwaad worden, maar ik zou
dan graag een van de heeren alleen willen
spreken
De commissaris schudde het hoofd, hij
begreep niet wat de man wou, maar hij zei
daartegen geen bezwaar te hebben.
Nu ging lord Nibblington met den man in
een andere kamer, de jongste der twee ketel
lappers begaf zich zoolang naar het wacht-
vertrek en de Linar bleef met den commis
saris alleen.
Wat zou de vent hebben? vroeg hij.
Ik weet het nietwas het antwoord,
misschien is het een zaakje, dat hij mij
als politieman niet vertrouwt. Die lui hebben
soms allerlei vreemde dingen omhanden
Een kwartier later trad lord Nibblington
met den ketellapper weer binnen.
Zijn gelaat toonde groote voldoening en
hij zei:
Wij krijgen de kleeren van de beide ke
tellappers en ik koop bovendien hun wagen
en hun paard, met alles wat er in er er bij
behoort voor twee duizend franken
Dat is voor meer dan vier maal de. waar-
!dezei de commissaris.
1 Dit was er voorgevallen op het bureau te
Sens en daar hotste nu de armoedige woon-
j wagen r]on •wegj met er naast de twee
mannen, echte landlooprestypen. Het waren
niettemin de twee edellieden, echter zoo uit
stekend vermomd, dat zelfs de Tournel, in
dien hjj hen ontmoet zou hebben, zijn vrien
den zeker niet herkend had.. Zij spraken
druk met elkander en hadden het natuurlijk
over de dingen, die hun geest bezig- hielden,
over de opsporing van den graaf de Tournel
en den strijd tegen de Broeders des Verderfs.
Zij hadden reeds te Parijs kunnen zijn, doch
het gesprek dat de lord onder vier oogen
geroerd had met den oudsten der beide ke
tellappers had een verandering' in hun plan
nen gebracht. Lord Nibblington had daar
over op het politiebureau niet verder gespro
ken, want hij had den landlooper moeten
beloven, van hetgeen deze hem verteld had
tegenover den politieambtenaar te zwijgen.
En eerst toen de beide edellieden als land
loopers gekleed, met den woonwagen Sens
verlaten hadden, eerst toen mocht de lord
met zijn vriend over het gehoorde spreken.
En hij had hem toen natuurlijk terstond
op de hoogte gebracht.
Waarom had de man oorspronkelijk niet
willen toestaan, dat zij beiden zich als ke
tellappers vermomden? en waarom had de
lord besloten wagen en al van hem te koo-
pen?
Nibblington vertelde het de Linar.
Het is een vreemde geschiedenis -, zei hij,
en ik zegen het toeval, dat ons deze land
loopers deed ontmoeten. De man wilde zijn
kleeren niet verkoopen, omdat hij goed ver
borgen in de voering van zijn jas tien goud
stukken had genaaid. Hij zou geen gelegen
heid hebben, die er stil uit te halen en hij
wilde van zijn bezit niet spreken, waar de
commissaris van politie bij was.. Gij begrijpt
hij was bang, dat deze meenen zou. dat het
geld door diefstal verkregen zou zijn. Toch
was dit het geval niet, maar de plicht van
den commissaris zou toch- zijn dit te onder
zoeken.
('t Vervolgt.)
iKaC'KBSS.ESrSBSKSBlE'aBSEBBgiiBBKi