sr
DJAHMA1
Brouwerij Masschelein
Vrouw enhoekje
1 HUISMOEDERS
mm
DE POPERINGHENAAR
mm
gpmm
BI. 5. 4-1-1931. Nr 1.
JANUARI - NIEUWJAARMAAND
vraagt RHUM
fmmmmmmmmamaÊÊB
BOEKBESPREKING
I Een boek uit het volk en voor het volk.
dmmm
I ju: &j> a. c: w *r k m
Hoe se hittender het licht is, hoe sterker
pe schaduw zal zijn.
Het is de tijd die menige wonde geneest,
maar het lidteeken blijft het gelieele leven
zichtbaar.
MÉT MANNEKE
UIT DE
MIJN BESTE LEZERS en alderliefste Le-
zereskens, gelijk dat ik het u over 'n acht
tal dagen voorspeldheb, wij zitten in
't jaar '31. 'k Heb het u reeds, zoo 'k me
niet bedriege, zalig en voorspoedig toege-
wenscht. 't Jaar '30 is dus dooden begraven,
en d'r zijn er velen die er niet op gezien
hebben van 't goed te begraven... onder alle
soorten wijnen en likeuren en demi-bocks.
En ze zijn ontelbaar die in de kleine uur-
kens naar huis zijn gekeerd met een ferm
stuk in de kraag... een provisie ofte voor
raad van vierentwintig uren hoofdpijn... en
een platte beurze en portemonee. Marei ta
en ik, gezien dat we van de jongste niet
meer en zijn, hebben ons zooveel mogelijk
serieus gehouden en zijn bij ons tante Sofie
nieuwejaars-wafels gaan eten, en 't heeft
ons verdorie lekker gesmaakt.
Met wafeltjes klein,
lekker en fijn
hebben we daar ferm ons maagsken gevuld
en er duchtig aan gesmuld
lekk're wafels, met boter vol gesmeerd,
die dat niet eten kan
en is voorwaar geen man
en is zeker 't leven niet weercl.
't Water komt er nog van in mijn mond,
als ik er aan denk. Marenta heeft dan ook
't recept gevraagd, aan tante Sofie, en ze
heeft beloofd, van er toekomende jaar, met
Nieuwjaar ook te bakken... en dan worden
de 10 Lezers en Lezereskens, die 't meeste
abonnementen, op ons blad, zullen aange
bracht hebben, bij ons geïnviteerd, om van
dat lekkere goed te smullen.
Allee! Tot binnen... 't kort dus!
VAN BINNEN 't kort gesproken, wie dat
we binnen 't kort ook mogen verwachten:
dat zijn die fameuze vliegers Fabry en Ver
linden die met hunnen ijzeren vogel naar
Congo gevlogen zijn, over eenigen tijd. Voor
't gaan liep alies goed van stapel, maar voor
de terugreis, heeft 't noodlot zich er mede
gemoeid.
Hun machientje vloog
heel hoog
boven de woestijn
toen opeens, hunne moteur, heel fijn
er zijn botten aan vaagde,
hun koers stillekens aan vertraagde
en om hunnen nekke niet te breken,
zijn ze dan gewichtig,
heel voorzichtig,
V
in de woestijn neêrgestreken.
En daar zitten ze nu al veertien dagen te.
koekeloeren, en te wachten op hunnen me
canicien die in Leopoldville nog zat, en
aan wie ze latenweten hebben dat ze in
Tchad, in pannelagen. En ze kunnen
nog lange wachten... want Leopoldville ligt
zoo maar eenige duizende kilometerkens
daar vandaan.
Mijn overgrootvader had de gewoonte te
zeggen: Een vliegmachien, nen ottermobiel,
nen telefoon... en een vrouwmensch... zijn
vier schoone dingen... als ge ze missen kunt
'k Geloove dat de man gelijk had, en 't is
ook 't gedacht van 't meerendeel mijner
Lezers, denk ik.
OM VAN IETS ANDERS TE SPREKEN.
Daar was ne keer een klein dorpje en in
dat klein dorpje woonde er ne schoenmaker
die 's nachts ook de doode menschen van
dat klein dorpje ging bewaken. Maar als hij
een dood mensch ging bewaken, deed hij
al zijn alaam mede en begon daar te klop
pen en schoenen te repareeren. precies zoo
als bij hem thuis.
Wacht, zei Pier Schavuit, we zullen
hem die manier van doode menschen te be
waken, wel afleeren.
't V/as afgesproken ze zouden den schoen'
maker een farce bakken.
Op zekeren dag werd hij weer geroepen..
Pier Schavuit was dood! Maar om midder
nacht, als hij weêr volop bezig was aan
't kloppen, staat Pier Schavuit ineens, van
zijn doodsbedde op en zegt, met 'n stem die
als uit een graf komt:
Als men doode menschen bewaakt, moet
men stil zijn.
En als men dood is, houdt men... zijn
muil dicht, is 't antwoord van den andere
en hij klopt voort als naar gewoonte.
DE UITZONDERINGEN staven den gewo
nen regel, zoo luidt een spreekwoord.
De gewone regel is dat:
Mengelwerk van De Poperinghenaar11
OORSPRONKELIJKE DETECTIVEROMAN
door WILLIAM HOLT
Hm, ja, gij hebt gelijk. Natuurlijk zal
de kortste veg zijn die naar het politie
bureau te Sens. Maar wat maken wij al
•plannen. Wij zullen ons geheel naar de om
standigheden mooten gedragen. Bah, het zal
[zoo erg niet jp zij we krijgen wat te doen,
'dat ig 'ïoe.VfdzaalWe zijn op alles voorbe
reid en hebben \ze wapenen bij ons
wij vechten moeten, we-
te doen hebben met men
en been. Ha, de schurken
zijn, want we hebben met
hen een heele riming te vereffenen
Toen het reedl donker begon te worden
waren onze vrielen ter plaatse aangeko
men, die hen afgewezen was. Zij keken
drommels goed u hun oogen, waar zij zich
o Bovendien, a
ten we nu, dat v
schen van vleesc
mogen voorzichti
bevonden, om zi<
te kunnen orient
dien nacht gemakkelijk
ren. Binnen in den wa
de- Li nar een ka?
en hij teekende
plaats aan, waar
gen, om niet gezh te worden, bestudeerde
Als men dood is
men gewis,
direct wordt begraven
de uitzondering die dient
m'n beste vriend
om dezen regel te staven
is de volgende: Zij heeft zich voorgedaan te
Falim, een stad in Zweden.
't Was in 't jaar 1677. De jonge mijnwer
ker Matts was verloofd. Den dag dat hij in
de kerk geroepen werd om te trouwen, moest
hij de mijn in om er een lading' poeder te
doen ontploffen. Hij kwam nooit meer bo
ven. Vijftig jaren later ontdekte men zijn
lijk, nog gansch goed bewaard. Daarna
plaatste men het, volgens den wil van de
verloofde, die toen 70 jaar oud was, in eene.
oplossing van alcohol, waarin het tot nu toe
bewaard bleef. Onlangs heeft men het uit
dat straffe bad gehaald en begraven op het
kerkhof van Falim. Dus na 253 jaar. Over
de droevige dood van Matts en het groot
verdriet van zijn verloofde hebben veel dich
ters en toondichters, heldenzangen gemaakt,
die tegenwoordig' als ware meesterstukken
aanzien worden. Maar... daar waren zij zelve
vet meê!
ONLANGS wandelde te Antwerpen een
heer met zijne dame langs de straten.. -Ze
hadden alle twee een om ter leelijkst ge
zicht.
Een straatjongen, die hem ontmoette, riep
naar een anderen kapoen, die niet verre van
daar was:
Zie eens Jan, men heeft vandaag de
groote apen, uit den dierentuin, uitgelaten.
De heer draait zich om en vraagt:
Is het van mrj dat ge dat zegt?
O neen, mijnheer, zei de kapoen be
leefd!
Dan is het van mijne vrouw?
Neen, mijnheer!
Ha! zei de mijnheer voldaan, van wie
was het dan?
Van alle twee!... riep de deugniet en
zette 't op een loopen.
Die deugnieten... waar dat Juzekën
toch zijn eten in steekt, zegt Marenta me
delijdend.
'T IS TEGENWOORDIG ENTWAT GEZEID
met dienen crisis-tijd.
De dievenbenden zijn weer op ronde
en ne mensch is niet meer gerust, een stonde.
En 't is 'bijzonder op Brussel en de voor
steden dat ze 't gemunt hebben dezen keer.
Op veertien dagen tijds hebben daar zeven
diefstallen met inbraak plaats gehad. Twee
oude vrouwen werden vermoord... In Schaar
beek kreeg een man, die 's nachts gerucht
hoorde in zijn huis en ging zien, een kogel
in den buik. En 't ergste is nog dat er geen
enkele van de daders tot nog toe aangehou
den is. Ze weten wel dat er eenen bij is, die
reeds op vier verschillende plaatsen ingebro
ken heeft, die een lange neus, en dikke lip
pen heeft, maar 't is ook alles'.
Marenta ook is niet gerust
en van schrik heeft 't mensch geen lust
meer om uit te gaan
en 't huis alleen te laten staan.
Manneken, zoo vraagt ze mij, wat zoudt
ge doen als ze hier den eenen of den ande
ren nacht achter onze centjes rrioesten ko
men?
Ikke? Liever dan 'n kogel in m'n kop-
peke te krijgen zou 'k rap zeggen: Pak maar
alles meê wat ge vindt, en stillekens in mij
nen nest blijven liggen.
DAT IS precies gelijk de historie van
Charelke Stoef.
Dezen nacht, vertelde Charleke Stoef
aan z'n vriend, dezen nacht hoorde m'n
vrouw law.aaid in ons huis. Ik ben dan direct
opgestaan om te gaan zien.
Maar hoe kost ge toch zoo op voorhand
weten dat er niemand was? vroeg de vriend
ironisch weg, die z'n maatje kende.
G'HEBT ALLEN GELEZEN, zoowel als ik,
over de failliet van den bankier Qustrie.
die man die voor eenigen tijd riep luid.
en met een air
dat hij was miljonnair
en bezit nu niet meer een roodon duit.
Maar dat is nog niet alles. Ge moet weten:
over eenige maanden verheugde zich een
jong fransch huisgezin in de geboorte van
een zoontje en maakte er werk van om aan
den erfgenaam een peter te geven, zoo uit
stekend en zoo dekoratief mogelijk.
Door hooge betrekkingen in de finantie-
wereld was het paar in kennis met den heer
Oustric. Van daar het verzoek aan den vader
van Ex tension en Holfra (dat zijn
twee beurswaarden) om den boorling boven
de doopvont te houden.
De heer Oustric nam aan en schonk aan
zijn doopkind een belangrijk aandeel in de
ii Holfra een inschrijving van één millioen,
met storting van een vierde... Helaas! sedert
kwam de ramp; en de vereffenaar eischt nu
van den titularis der vriendelijke inschrij
ving het storten der overige... drie vierden!
Op bedreiging van rechtelijke actie moet het
kindje van vier maand 750.000 frank betalen!
Ziedaar ten minste wat er verteld wordt...
Beter
dan zpo'n rijke peter
is voorwaar een man
die tenminste z'n schulden betalen kan.
Dat 's 't oordcel van Marenta... en of ze
gelijk, heeft!
twee uren. Het was intusschen reeds volsla
gen donker geworden en daar men nieuwe
maan had, kon men geen hand voor de
oogen zien, vooral niet onder de boomen.
ii Zij zullen ons toch niet weder tevergeefs
laten wachtenzei met vertwijfeling in zijn
stem de Linar.
«Geduld, geduld», luidde het antwoord,
ii ze zullen wel komen». En zij kwamen in
derdaad, want geen kwartier later hoorden
beiden naderende schreden en weldra stond
de persoon voor hen met wien zij onderhan
deld hadden.
ii Wij zijn op tijd, mijnheer», fluisterde de
Linar.
Ik weet het, span uw paard voor den
wagen. Hm, het dier is erg mager. Zal het
nog een flinken tocht kunnen maken?
ii O zeker, mijnheer, het is een taai dier en
het heeft voldoende gerust
■I Des te beter. Hebt gij uw wagen wat op
geruimd? De gewonde moet er in kunnen
liggen
Dit zeggend maakte hij een kleine dieven
lantaarn open en lichtte in den wagen.
ii Gooi dat oude beddegoed er uit. De per
soon, die gij vervoeren moet, kan daarvan
geen gebruik maken
Nibblington stopte de oude vodden, want
dat waren het, achter in een hoek van den
voering van een drama bezoekt een vriend den en ander gerief, allemaal uit Poperinghe
den in spanning wachtenden dichter. i Dank- duizendmaal dank aan al degenen die
Hoe was het? vroeg deze. medegewerkt hebben om mij dat te bezorgen.
Maar, wat zou ik weergeven? Ik heb gauw
De directeur is in de wolken. Hij laat mjjn pjan gemaakt. Een wit gewaad is voor
u geluk wenschen... j den Zondag bestemd en toekomende Zondag
Wat zegt ge? Hebt ik zoo'n succes ge- zal ik met het splinternieuw gewaad de
had? i H. Mis opdragen voor mijne weldoeners,
Onbeschrijfelijk! Ge hebt met uw stuk1 dus voor al degenen, die, 't zij geldelijk, 't zij
honderden menschen 't leven gered. v,OT,ri"'ovl' hnhh'""
Niet mogelijk! Vertel op!
Gedurende het laatste bedrijf ontstond
met handwerk mij die geschenken hebben
bezorgd.
Daarbij was er nog eene verrassing: een
beeld van Et Antonius van Padua. 't Is zeker
brand op het tooneel. Verbeeld u welke pa- j de eerste st Antonius die in K'ou-li-t'ou
niek ontstaan zou zijn, als iedereen daar niet binnenkomt sedert dat de wereld en K'ou-li-
geslapen had!
'T GOEVERNEMENT zit tegenwoordig te
en te zagen [klagen
en zich af te vragen
waar dat allemaal die nikkelen belga's en
dubbele belga's blijven die het daar ever
eenigen tijd in omloop gebracht heeft 't Is
zelden, heel zelden zelfs dat we zoo een stuk
te zien krijgen. En nochtans er zijn 6 mil
joen stukken van 1 belga en bij de 4 mil
joen stukken van 2 belga's in omloop. Waar
zitten ze? Daar zijn er die beweren (die vuile
lastertongen!) dat zij zich bijna allen in de
handen bevinden van de boerenmenschen
om zoo hunne spaarcenten aan het brand
gevaar te onttrekken.' Zou 't waar zijn?
MADAM SNIBBEKENS is precies van de
slimste niet! Overlest komt zij mijnheer
Kardoes tegen.
Hebdè gij nen broeder, mijnheer Kar
does? vraagt ze zoo!
Ja, madam, ik heb er eenen.
Een enkele maar?
Ja!
Dat is aardig! Ik heb dezelfde vraag
aan uw zuster gesteld en die heeft me ge
antwoord dat ze er twee had!
En daarmeê ben ik weêr
ne keer
voor dees weke
klaar
met m'n reke
voor «De(n) Poperinghenaar»
met spoed
groet
ik U allen, beste menschen,
Marenta ook biedt U haar wenschen
aan.
't Manneken uit de Maan.
t'ou bestaan! Nu, die was welgekomen, hoof!
Sei, vandaag' meer dan ooit ben ik in mijnen
zwier, want het gebeurt niet alle dagen noch
alle jaren dat ik zulk een kistje ontvang. En
't is voor O. L. Heer, dus is alles goed. Nog
eens mijn hartelijkste dank.
In China spring' ik nog altijd op mijne
twee beenen. Ik moet wel soms loopen dat
mijne schoenen van vermoeidheid gapen,
maar dat kan geen kwaad: 't zijn maar
mijne schoenen. De chineesche zusters kla
gen er soms meer over, want die moeten ze
vermaken. Nu... ze moeten toch ook hunnen
hemel verdienen, zelfs al was het met
schoenen te maken voor een missionaris die
eene parochie heeft van tien uren breedte.
Dat geeft me warm bloed, want alleen zijnde,
moet ik alles zelf doen.
Tot den 12 Januari van verleden jaar had
ik nog een chineesche onderpastoor van
80 jaar, die niettegenstaande zijnen ouder
dom mij soms nog een handje bij stak. Maar
na eene korte ziekte van 8 dagen heeft hij
zijn uurglas laten afloopen, en daarmede
was ik alleen. Op eene uur en half van hier
heb ik nog een buurman-priester, en dan
de d-ichtsten zijn op ongeveer 25 uren van
hier. Wat mijne christenen aangaat, hum!
it ka» nog al! Ze verstaan en weten geweldig
goed hoe noodzakelijk de heiligtnakende gra
tie is want op eene driehonderd biechtelin
gen die rond of niet verre van de kerk
wonen, heb ik dooreen honderd biechten per
week. Dat brengt een lepelke troost aan een
pïïiestèr. Gelukkige menschen die zoo door
de heiligmakende gratie gedurig met God
vereenigd zijn, en, om ervan te genieten, 't is
genoeg er soms, op te denken. Dit is immers
't begin van het hemelsch geluk en dat be
gin van 't hemelsch geluk wensch ik aan al
mijne Weldoeners.
Koperen spreuk»®
Pijprokken*
Dagbladrekkesss
Pêle-Mêissa
Alk «lag v«ua Kaders
Geldbeugel*
Porte-feuille#
Vsliezea
Boek- Muziektessc&um.
AH© merken
VULPENNEN.
A*s'~e<~ljjferief« Leesboeken
Groote keus Trouwe bedienixsfï
bij
JANSEN - VANNES TE,
Gasthuisstraat, Poperinghe
|Vlis$iem@uuJ5
Brief van E. P. VERWIMP, S. J., opvolger
van den diepbetreurden Pater Aloïse Butaye,
in het Seminarie van Lemfu (Belg. Congo).
Duurbare leden van den Missiekring
(van Poperinghe),
Enkele dagen geleden ontving ik een kof
fer dat uit Belgie was verzonden, 't Is altijd
met groote nieuwsgierigheid dat een mis
sionaris een koffer opent dat uit het vader
land komt. Hij ondervindt dan telkens hoe
aangenaam het is, voort te leven in de ge
dachtenis van zoovele duurbaren die hij
ginder verre heeft achter gelaten. Met eene
aangename verrassing ontving' ik de prach
tige geschenken die gij aan het Seminarie
van Lemfu hebt gegeven, 't Is dan ook van
ganscher harte dat ik u allen mijn besten
dank toestuur. De goede Pater Butaye ziet
zeker ook van uit den schoonen hemel met
welgevallen neer op de giften door u ge
schonken aan het werk dat hun zoo nauw
aan 't harte lag. Zeker zullen zijne gebeden
bij Gcd machtiger zijn dan degene die wij
tot uwer intentie uit dankbaarheid zullen
opofferen.
De geest van Pater Butaye zaliger leeft
nog altijd voort in 't Seminarie en bij de
christenen van Lemfu. Deze noemen hem
nog altijd Tatadat isvader. Semi
narie is tegenwoordig' in vollen bloei. Wij
hebben vijf en zeventig seminaristen. De
oudste gaan hun tweede jaar philosophie
eindigen, zoodat wij binnen enkele jaren,
als 't God belieft, onze eerste zwarte pries
ters in onze Missie zullen hebben. Duurbare
leden van den Missiekring, ik beveel deze
intentie in uwe gebeden aan. Van harte
dankbaar, bid ik u allen de verzekering aan
mijner oprechte hoogachting.
Alle giften voor de Missiën worden met
dank aanveerd door E. H. R. Debevere, on
derpastor, St Janskruisstraat, 5, Poperinghe,
(Postchecknummer 197.S72).
GeDroiki Chicorel WYPELIER-TAFFIN
*t is ile beste.
ir
van Sens en omstreken
iarop met een kruisje de
en zich bevond.
Kijk», mompfee hij, «hier geen vijf
minuten vandaannoet een deftig buiten
huis staan en ancs vindt men in den om
trek niets dan wa werenhuizen. De gewon
de is natuurlijk Ir in den omtrek ergens
onder dak gebraé. Het lijkt mij waar
schijnlijker, dat him het landhuis verblijf
houdt dan bij eeffler boeren. Wij moeten
p eens onthouden
:hten hierover aan Nib-
die op een boom van
zat te rooken, knikte
in elk geval dit 1
Toen 1 zijn ge
bliagton mededeel
den wagen een p
deze.
Zeker, zeker
elk geval hierheen rug
ide hij,, wij komen
Men wachtte en
m
ef wachten lange'-
wagen.
Waar moet het heen, mijnheer? vroeg'
hij.
ii Ik zal het u terstond zeggen, doch opge
past, daar is men met den zieke
Werkelijk naderde er zacht en voorzichtig
een groepje personen, waarvan er een een
lantaarn droeg. Toen zij naderbij kwamen
zagen de beide edellieden, dat twee anderen
een draagbaar droegen, waarop iemand lag
uitgestrekt, die nu en dan een zacht kreunen
deed hooren.
«Voorzichtig», fluisterde de man, die het
eerst gekomen was. Laadt hem in den wa
gen, met draagbaar, bed en al».
Bij het licht van de twee lantaarns ge
schiedde dit met de uiterste behoedzaamheid
en lord Nibblington kon niet nalaten bij
zichzelf op te merken, dat de Broeders elkaar
■-"t teedere zorg behandelden. Maar het leek
Brief van E. P. MARCEL BAKEROOT,
der Congreg. van Scheut, missionaris in Chi
na sedert 26 jaren, nu pastor te K'ou-li-t'ou.
Ik val met de deur in huis om te zeggen
dat er mij vandaag een kistje geworden is,
iiiiiai«iia^aM»gBBiiBBKagasaBggB«iS!s»iHt
ook wel, of de gewonde, die daar lag uitge
strekt een der voornaamsten was van de
Broeders des Verderfs, misschien wel het
hoofd van de misdadigers-organisatie. Nu
des te beter, het was dan zaak hem in hun
macht te krijgen en dat zou gebeuren ook,
er mocht dan zooveel gevaar bij zijn als
mogelijk was. Maar men was nog .zoo ver
niet-, want de man, dien zij dien middag bij
zich hadden gehad, verklaarde in den wagen
bij den gewonde te zullen blijven, terwijl
bovendien nog een ander medeging om de
ketellappers den weg te wijzen. Toen alles
geregeld was, ging het voorzichtig en lang
zaam op weg, terwijl er weinig gepraat werd.
Lord Nibblington had het hoofd vol gedach
ten, hij maakte in stilte allerlei plannen
welke hij een oogenblik later als onzinnig
weder verwierp. Dit stond vast, er moest wat
gedaan worden, maar wat moest men doen.
Dat was moeilijk te zeggen. Zou men des
noods trachten de twee leiders van kant te
maken om dat met den gewonde rijden, naar
het' politiebureau te Sens, of was het mis
schien beter eerst te zien, waarheen de ge
wonde vervoerd moest worden. Maar daar
zouden meer van de schurken bijeen zijn en
men had dan geen kans meer den man, die
in de wagen lag mee te voeren.
Neen, het was best, dat men zoo spoedig
mogelijk handelde. De lord was hiertoe vast
besloten en toen hij een oogenblik naast de
Linar liep, stootte hij dezen aan en fluister
de:
•I Houd u gereed, ik wacht een gunstige
gelegenheid om aan te vallen
Die gelegenheid bood zich spoedig aan en
maakte het werk gemakkelijker dan de lord
het zich had voorgesteld.
Toen men namelijk den zijweg uit was
reed men een eind den weg naar de stad
op, maar toen nam men een zijweg links,
die aan weerszijden met boomen en hakhout
omzoomd was. Men was dezen weg, die zeer
goed en gemakkelijk berijdbaar bleek, even-
wel nog niet ver ingereden of er weerklonk
een zacht gefluit. Blijkbaar was dit een af
gesproken teeken, want de man, die bij den
wagen liep, gelastte de ketellappers stil te
houden en hij floot toen op dezelfde eigen-
RADIO
Maandschrift voor radio-vulgarisatie, ama
teurisme en techniek. Redactie en Beheer
De Somerstraat, 5, St Amandsberg, GENT.
Jaarinschrijving': fr. 30. Los nummer: fr. 3
Postcheck: 213.877.
Het jongste maandnummer van RADIO
is in groote mate gewijd aan den studie- en
propagandadag voor kath. radio-actie ge
houden te Kortrijk op 11 November 1.1.; ver
slag is er in overgedrukt nopens kat. radio
actie tb Rotterdam, te Antwerpen, te Kortrijk
en in West-Vlaanderen. Eene principieele
uiteenzetting over katholieke solidariteit in
het racliowezen voorgedragen door E. P. Leo
pold o. c. d. Anderzijds komt het Nationaal
Radio-Instituut ter bespreking aan de hand
eener veelzijdige persdocumentatie; ook eene
rake karikatuur-teekening schetst de toe
dracht der zaken in den huidigen radiostrijd
betrokken.
Vérder nog enkele losse bijdragen en be
richten.
Dit nummer omsluit eene rijke documen
tatie voor alwie belang stelt in den huidigen
radio-toestand hier te lande.
BOOMEN 15 MILLIOEN JAREN OUD
Groote opschudding werd in de geologische
kringen teweeg gebracht door de ontdekking
van het overschot van boomen die moeten
deel uitgemaakt hebben van den plantengroei
van Noord-Amerika, van 15 millioen jaren
terug. Het overschot dier boomen lag in zand
nabij Ford Macmurray bedolven en was vol
komen goed bewaard. Uit de vaststellingen
door de geleerden gedaan, zouden al de theo
rieën omtrent den voorhistorischen plan
tengroei algeheel wegvallen.
Volgens de eerste verslagen moeten de
boomen gegroeid zijn wanneer de aardkust
nog in vorming was.
Die boomen zouden van dezelfde soort zijn
als diegene die in Japan groeiden, wat de
veronderstelling sterkt dat Amerika en Azië
destijds een en hetzelfde land uitmaakten.
ZALIG NIEUWJAAR
Hoe vluchtig vliegt de tijd voorbij,
Den berg af met zijn vracht,
Steeds wassend als de sneeuwbal doet,
Van jaar en dag en nacht!
Een jaar is weer vervlogen en
Wat hebben wij gedaan?
Waar is ons werk dat eeuwig zal
Ten gulden boeken staan?
Onschatbaar is de tijd voor mij,
Voor ieder sterveling;
Daar elk een ongekende maat
Een korte maat ontving.
Daar elk het werk voltrekken moet,
Door'God hem voorbeschikt;
Terwijl voor hem het uurwerk van
Het aardsche leven tikt.
Een ander jaar begint, een nieuw:
Versterken we onzen wil,
En denken wij bij iedere daad:
De tijd staat nooit stil.
Sïc
EENE LEKKERNIJ. Neem 4 eiwitten,
125 gr. witte suiker, 100 gr. bloem. Meng dit
goed dooreen en voeg er eenige druppels
oranje-essence bij. Maak kleine hoopjes op
eene welgeboerde plaa en gamier deze met
kleine stukjes amandel bovenop. Laat bak
ken eenige stonden.
OVER SCHOONHEIDSGEVOEL. De
zorg' om het schoonheidsbeginsel in huis toe
te passen kan sterk de huiselijkheid bevor
deren. Een wel ingericht huis behoeft geen
weelderig huis te zijn. Maar we moeten
choonheid aanbrengen in onze woningen,
door alles te doen samenpassen, door goed
gekozen kleuren, door practische en goed
uitgevoerde meubelen. Door keurig zijn op
versieringen: vazen, beelden, platen aan den
wand, ook op onze godsdienstige beelden en
platen, die we niet leelijk en smakeloos moe
ten dulden.
We moeten verders de kinders opvoeden in
de liefde tot de schoonheid: allereerst tot
de liefde van Gods meesterwerk: de natuur
Meer met de kinderen naar buiten, meer
wandelen en rondzien, meer genieten van
bloemen en vogels. Het is de tegenhanger
voor de overdreven sportmanie. Dan ook ze
opvoeden tot het beseffen van de schoonheid
in de kunst, in muziek, in schilderkunst
door hen te laten hooren en zien wat mooi
of leelijk is. Ten slotte den smaak voor de
litteratuur ontwikkolen, wat weer al te veel
geschiedt in zeer kleinen kring. Leeren lezen
wat mooi is en daardoor den smaak van het
minderwaardige bestrijden.
BERTJE. - Moeder waarom blaast ge in
uwe handen?
MOEDER. Hewel, kind, om mijn han
den te verwarmen.
BERTJE. 't Is aardig... gisteren vroeg
ik waarom gij in de soepe blaasde en gij
zeide dat 't was om te verkoelen!
4 Z II. Naam Jezus. H. Gregorius, biss.
5 M H. Telesporus, p. H. Simeon Stylites, bel.
6 D HH. 3 Koningen, Gasp., Meleh.,' Balth.
7 W H. Lucianus, priester. H. Tillo, bel.
8 D H. Gudula, martelares.
9 V H Marcellinus, b. H. Petrus v. Sebasta.
10 Z H. Agatha, paus. H. Domltianus, biss.
BgBMaHHHOnHMnWI
GASOEFENINGEN VOOR SCHOOL
KINDEREN IN FRANKRIJK.
Het Fransche blad de Populaire meldt
uit Frankrijk, dat sedert eenigen tijd op de
gemeentelijke scholen aldaar de kinderen
militair onderricht krijgen om zich te be
schermen tegen den gasoorlog. De kinderen
oefenen zich o. a. in het dragen van gasmas
kers. De Fransche officier, die dit onderwijs
leidde, had verklaard, dat de volgende reeds
vóór 1932 zal uitbreken. De burgemeester van
Kamerijk heeft dadelijk na het bekend wor
den van deze bijzonderheden een onderzoek
doen instellen en ook de Gemeenteraad heeft
in een resolutie ten krachtigste geprotes
teerd, dat 7-jarige kinderen een dergelijke
opleiding krijgen.
(■■MMBHHBMHEHBiBHMKimnui
NOG EEN MONUMENT.
Door de zorgen van het Britsche Memorial
Fund zal, naast het gebouw van het loods
wezen te Zeebrugge, nog een monument
ter herinnering aan de versperring' Van de
vaargeul, door drie Engelscho block ships
op 23 April 1918 in het voorjaar worden
opgericht. Het driehoekig monument zal zes
meter hoog zijn en geheel uit blauwen steen
worden gebouwd door den Vlaamschen beeld
houwer F. Gijsen. De onthulling' zal in Juli
a. s. plaats hebben en vermoedelijk door den
Prins van Wales alsook door admiraal Keyes
worden bijgewoond.
DE KEIKOPPEN VAN ZEVENDRIES
door L. Van Opdenbosch. Uitgever: Excel
sior. Prijs: 10 fr.
In een kleedje van een echte volksroman,
geeft dit boek den lezer seffens een goeden
indruk.
Echt volksch! In een sappige, doch een
voudige taal geeft schrijver het dorpsleven
van ons volk, uit vroeger tijden, goed weere.
Zoo boeit het boek van 't begin tot 't einde.
We krijgen een goede kijk, hoe het Vlaan
deren van vroeger onder de hiel zat va»
I groote edele? heeren die het niet begre-
j pen. Vandaar veel onrechtveerdigheid
We zien hoe ons volk getard werd, totdat
een dag komt waarop het al zijn lijden ver
geet, in den roes der eindzege.
I Een boek dat zeker indruk laat bij den
I lezerZoo toont het dat alleen ons volk vol-
ledig tot volle leven kan komen, als het be
stuurd wordt in eigen taal en door mannen
die het begrijpen en het beter willen.
MAARSCHALK JOFFRE WORDT
HET RECHTERBEEN AFGEZET
In verband met den toestand van maar
schalk Joffre wordt er nader bericht, dat
op 19 December j.l. maarschalk Joffre met
een zeer ernstige ontsteking in het rechter
been naar het ziekenhuis van de Frères
Saint-Jean-de-Dieu werd overgebracht. Een
uur na aankomst werd hem het aangetaste
been afgezet.
De heelkundige bewerking verliep opper
best en de zieke scheen weldra aan de beter
hand te zijn: er bleef slechts nog een weinig-
koorts. Vrijdag evenwel bleek, zooals reeds
gezegd, de besmetting weer veld te winnen,
zoodat een nieuwe heelkundige bewerking
wordt noodig geacht. Deze is in het geheel
niet gevaarlijk en men denkt wel, dat de
patient reeds krachtig genoeg is cm haar
met goed gevolg te doorstaan.
S» ■BHHWI&M' HBttME 3IKBBX «Hft
aardige wijze. Een ander persoon trad nu
nader uit de duisternis in den lichtkring van
de lantaarn en hij fluisterde:
i' De weg is niet veilig. Een eind verder
liggen eenige gendarmen ter zijde van den
weg. Zij loeren misschien op stroopers, maar
zullen zeker den wagen aanhouden
Op dit oogenblik kwam degene, die bij den
gewonde in den wagen gebleven was, te voor
schijn en vroeg op ongeduldigen toon, wat
het oponthoud beduidde. Toen hij de rede
nen hoorde stampte hij toornig op den grond
en uitte een krachtigen vloek.
Zijn het gendarmen? vroeg hij, en lig
gen ze hier ver vandaan?
■I O neen was het antwoord, een hon
dercl meter of zes, verder niet
Zoo, nu dat geeft een vertraging van
belang, maar die kerels moeten daar in
ieder geval weg. Wacht ik ga met u mede.
De wagen blijft hier staan en als ik fluit
aldus vervolgde hij tot den man, die met de
ketellappers bij den wagen zou blijven, rijdt
dan weer door
i' Nu of nooit», dachten de beide ketellap
pers en toen de twee mannen in het donker
verdwenen waren, pakten zij op de meest
onverhoedsche wijze hun geleider beet. Lord
Nibblington greep hem eensklaps bij de keel
en hoewel de man zich wanhopig verzette,
werd de hals hem zoodanig dichtgeknepen,
dat hij geen kreet kon slaken. Slechts een
dof gerutel bracht hij voort. Maar bereikte
het gerucht van de worsteling ook de beide
personen niet, die den weg verder op waren
gegaan, het was wel gehoord in den wagen,
waarvan de deur een weinig opengelaten
was. En de gewonde, dis daar beweegloo:
lag, scheen te beseffen, dat hij in gevaar
verkeerde. Met uiterste krachtsinspanning
richtte hij zich halverwege op en liet nu het
gefluit hooren, maar zoo krachtig, en scherp,
dat het in den stillen nacht ver hoorbaar
moest zijn.
«Vervloekt», mompelde lord NibbTngton
jen hij liet den man los, wiens hals j met
ijzeren greep omkneld had. De ongelukkige
was bewusteloos, misschien wel dood, maar
in ieder geval buiten gevecht gesteld.
De vrienden draaiden nu aoo vlug zij kon-
ZOEKT UW PROFIJT
Wilt gij aangename en voordeelige tafelbieren gebruiken in uw huishouden
wendt u dan ter
Tel. 87 YPERSTKAAT - 87 - POPERINGHE Tel. 87
die u twee maal per week: den DINSDAG VOORMIDDAG en den VRIJDAG
NAMIDDAG allerbeste tafelbieren aan de genadigste prijzen zal te huis bestellen.
STERK: het smakelijkste bruin tafelbier aan 9 fr. de bak.
GERSTEN: het voordeeligste blond tafelbier aan 10 fr. de bak.
MAS-CAR: het fijnste blond speciaal aan 17 fr. de bak.
den den wagen. De Linar sprong er voor
op en legde de zweep over het paard en lord 1
Nibblington was tegelijk binnen in gespron- j
gen om den gewonde te bewaken. En voort
ging het in ratelende vaart over den weg. De
oude wagen stootte verschrikkelijk, wat de
gewonde eenige malen pijnlijke kreten ont-
lokte, doch daarmede kon men thans geen
rekening houden. Men kwam vrij spoedig'
weer op den straatweg en het ging nu in1
flinken gang op Sens aan.
«Rijdt maar wat kalmer», riep de lord
tot zijn vriend. Men haalt ons nu niet meer
in en ik krijg medelijden met dezen man
hier. Hij is geheel bewusteloos geworden van
de pijn. Hij zou er te veel van kunnen krij
gen
De Linar zag even naar achter om, zonder
nog den gang van het paard veel te matigen.
•I Er zou weinig aan verspeeld zijn zei hij
onverschillig, en dan, roofdieren zijn taai
Maar zijn leven is voor ons van veel
waarde
Het is waar beaamde de baron en hij
hield het paard wat in, zoodat het nu stap
voets over den weg' reed. Men naderde de
stad, tóen eensklaps onze vrienden een schok
voelden, die hen deed tuimelen... er was een
rad van den wagen geloopen.
Wat nuriep de Linar, zullen we dan,
nu we zoover gekomen zijn weer gehinderd
worden
Neen antwoordde de lord snel besloten.
■I Wij laten den wagen hier staan, kom, dit
kleine eind kunnen wij den gewonde nog wel
dragen. Maar wij moetén voortmaken, want
natuurlijk volgen de andere schurken ons
Men maakte eerst het paard nog los van
den half omgevallen wagen, dat nu rustig
ging grazen en de twee ketellappers begaven
zich op weg', dragend het rustbed waarop
hun doodsvijand lag uitgestrekt.
'I Maar waarheen? vroeg de Linar.
Naar het bureau van politie antwoord
de de lord, ik weet niets beter, hoewel ik in
dit geval liever niet terstpnd de politie moei
de
Ja, het was goed, dat te vermijden gaf
de ander toe, maar wacht. Ik ken hier een
dokter en studievriend van mij. Laten wij
naar hem gaan. Hij is niet rijk, den last,
dien wij hem aandoen, zullen wij hem be
talen
Men was nu in een buitenwijk van de stad
aangekomen en ontmoette in de doodstille
straten geen mensch en zoo kwam men voor
het huis van den dokter, gelukkig zonder dat
men was aangehouden.
Men belde aan en spoedig verscheen de
dokter aan de deur, die vroeg, wat men ver
langde.
«Wij hebben hier een gewonde», zei de
Linar, onderzoek hem eerst, dan zullen wij
u nadere verklaringen geven».
De geneesheer zag de twee ketellappers
even wantrouwend aan, maar hij opende
niettemin de deur om den gewonde, die zijn
hulp noodig had, binnen te laten.
Wat scheelt den ongelukkige? vroeg de
dokter.
Wij gelooven, dat hij door een kogel ge
wond is
Maar antwoordde de arts, die den man
intusschen beschouwd had, hij is reeds ver
bonden, geheel zooals het behoort. Een ge
neesheer heeft hem reeds onder behande
ling gehad
De beide ketellappers zagen verrast op; de
dokter ondertusschen onderzocht den be-
wustelooze.
De man is alleen bewusteloos geworden
door het vervoer, dat niet met de noodige
voorzorgen heeft plaats gevonden
i' Het rad is van den wagen geloopen zei
de Linar. Ja, het is een vreemde geschiede
nis, dokter. Doe eerst aan den man wat gij
doen kunt en luister dan een oogenblik naar
ons
De dokter wist niet, hoe hij het had; de
taal der twee vagebonden, die den zieke had
den binnengedragen, was niet die van men
schen uit de heffe des volks. En de man die
daar lag uitgestrekt, was blijkbaar iemand
uit de groote wereld. Hoe.in 's hemelsnaam
kwamen die menschen bij elkaar?
vi Vervolgt.)
i iiaaaKias^aiKraNKaxBiBieasBKHnR
SPEELKAARTEN TEN BURESIJE DE211»
I