sr DJAHMA1 Brouwerij Masschelein Vrouw enhoekje 1 HUISMOEDERS mm DE POPERINGHENAAR mm gpmm BI. 5. 4-1-1931. Nr 1. JANUARI - NIEUWJAARMAAND vraagt RHUM fmmmmmmmmamaÊÊB BOEKBESPREKING I Een boek uit het volk en voor het volk. dmmm I ju: &j> a. c: w *r k m Hoe se hittender het licht is, hoe sterker pe schaduw zal zijn. Het is de tijd die menige wonde geneest, maar het lidteeken blijft het gelieele leven zichtbaar. MÉT MANNEKE UIT DE MIJN BESTE LEZERS en alderliefste Le- zereskens, gelijk dat ik het u over 'n acht tal dagen voorspeldheb, wij zitten in 't jaar '31. 'k Heb het u reeds, zoo 'k me niet bedriege, zalig en voorspoedig toege- wenscht. 't Jaar '30 is dus dooden begraven, en d'r zijn er velen die er niet op gezien hebben van 't goed te begraven... onder alle soorten wijnen en likeuren en demi-bocks. En ze zijn ontelbaar die in de kleine uur- kens naar huis zijn gekeerd met een ferm stuk in de kraag... een provisie ofte voor raad van vierentwintig uren hoofdpijn... en een platte beurze en portemonee. Marei ta en ik, gezien dat we van de jongste niet meer en zijn, hebben ons zooveel mogelijk serieus gehouden en zijn bij ons tante Sofie nieuwejaars-wafels gaan eten, en 't heeft ons verdorie lekker gesmaakt. Met wafeltjes klein, lekker en fijn hebben we daar ferm ons maagsken gevuld en er duchtig aan gesmuld lekk're wafels, met boter vol gesmeerd, die dat niet eten kan en is voorwaar geen man en is zeker 't leven niet weercl. 't Water komt er nog van in mijn mond, als ik er aan denk. Marenta heeft dan ook 't recept gevraagd, aan tante Sofie, en ze heeft beloofd, van er toekomende jaar, met Nieuwjaar ook te bakken... en dan worden de 10 Lezers en Lezereskens, die 't meeste abonnementen, op ons blad, zullen aange bracht hebben, bij ons geïnviteerd, om van dat lekkere goed te smullen. Allee! Tot binnen... 't kort dus! VAN BINNEN 't kort gesproken, wie dat we binnen 't kort ook mogen verwachten: dat zijn die fameuze vliegers Fabry en Ver linden die met hunnen ijzeren vogel naar Congo gevlogen zijn, over eenigen tijd. Voor 't gaan liep alies goed van stapel, maar voor de terugreis, heeft 't noodlot zich er mede gemoeid. Hun machientje vloog heel hoog boven de woestijn toen opeens, hunne moteur, heel fijn er zijn botten aan vaagde, hun koers stillekens aan vertraagde en om hunnen nekke niet te breken, zijn ze dan gewichtig, heel voorzichtig, V in de woestijn neêrgestreken. En daar zitten ze nu al veertien dagen te. koekeloeren, en te wachten op hunnen me canicien die in Leopoldville nog zat, en aan wie ze latenweten hebben dat ze in Tchad, in pannelagen. En ze kunnen nog lange wachten... want Leopoldville ligt zoo maar eenige duizende kilometerkens daar vandaan. Mijn overgrootvader had de gewoonte te zeggen: Een vliegmachien, nen ottermobiel, nen telefoon... en een vrouwmensch... zijn vier schoone dingen... als ge ze missen kunt 'k Geloove dat de man gelijk had, en 't is ook 't gedacht van 't meerendeel mijner Lezers, denk ik. OM VAN IETS ANDERS TE SPREKEN. Daar was ne keer een klein dorpje en in dat klein dorpje woonde er ne schoenmaker die 's nachts ook de doode menschen van dat klein dorpje ging bewaken. Maar als hij een dood mensch ging bewaken, deed hij al zijn alaam mede en begon daar te klop pen en schoenen te repareeren. precies zoo als bij hem thuis. Wacht, zei Pier Schavuit, we zullen hem die manier van doode menschen te be waken, wel afleeren. 't V/as afgesproken ze zouden den schoen' maker een farce bakken. Op zekeren dag werd hij weer geroepen.. Pier Schavuit was dood! Maar om midder nacht, als hij weêr volop bezig was aan 't kloppen, staat Pier Schavuit ineens, van zijn doodsbedde op en zegt, met 'n stem die als uit een graf komt: Als men doode menschen bewaakt, moet men stil zijn. En als men dood is, houdt men... zijn muil dicht, is 't antwoord van den andere en hij klopt voort als naar gewoonte. DE UITZONDERINGEN staven den gewo nen regel, zoo luidt een spreekwoord. De gewone regel is dat: Mengelwerk van De Poperinghenaar11 OORSPRONKELIJKE DETECTIVEROMAN door WILLIAM HOLT Hm, ja, gij hebt gelijk. Natuurlijk zal de kortste veg zijn die naar het politie bureau te Sens. Maar wat maken wij al •plannen. Wij zullen ons geheel naar de om standigheden mooten gedragen. Bah, het zal [zoo erg niet jp zij we krijgen wat te doen, 'dat ig 'ïoe.VfdzaalWe zijn op alles voorbe reid en hebben \ze wapenen bij ons wij vechten moeten, we- te doen hebben met men en been. Ha, de schurken zijn, want we hebben met hen een heele riming te vereffenen Toen het reedl donker begon te worden waren onze vrielen ter plaatse aangeko men, die hen afgewezen was. Zij keken drommels goed u hun oogen, waar zij zich o Bovendien, a ten we nu, dat v schen van vleesc mogen voorzichti bevonden, om zi< te kunnen orient dien nacht gemakkelijk ren. Binnen in den wa de- Li nar een ka? en hij teekende plaats aan, waar gen, om niet gezh te worden, bestudeerde Als men dood is men gewis, direct wordt begraven de uitzondering die dient m'n beste vriend om dezen regel te staven is de volgende: Zij heeft zich voorgedaan te Falim, een stad in Zweden. 't Was in 't jaar 1677. De jonge mijnwer ker Matts was verloofd. Den dag dat hij in de kerk geroepen werd om te trouwen, moest hij de mijn in om er een lading' poeder te doen ontploffen. Hij kwam nooit meer bo ven. Vijftig jaren later ontdekte men zijn lijk, nog gansch goed bewaard. Daarna plaatste men het, volgens den wil van de verloofde, die toen 70 jaar oud was, in eene. oplossing van alcohol, waarin het tot nu toe bewaard bleef. Onlangs heeft men het uit dat straffe bad gehaald en begraven op het kerkhof van Falim. Dus na 253 jaar. Over de droevige dood van Matts en het groot verdriet van zijn verloofde hebben veel dich ters en toondichters, heldenzangen gemaakt, die tegenwoordig' als ware meesterstukken aanzien worden. Maar... daar waren zij zelve vet meê! ONLANGS wandelde te Antwerpen een heer met zijne dame langs de straten.. -Ze hadden alle twee een om ter leelijkst ge zicht. Een straatjongen, die hem ontmoette, riep naar een anderen kapoen, die niet verre van daar was: Zie eens Jan, men heeft vandaag de groote apen, uit den dierentuin, uitgelaten. De heer draait zich om en vraagt: Is het van mrj dat ge dat zegt? O neen, mijnheer, zei de kapoen be leefd! Dan is het van mijne vrouw? Neen, mijnheer! Ha! zei de mijnheer voldaan, van wie was het dan? Van alle twee!... riep de deugniet en zette 't op een loopen. Die deugnieten... waar dat Juzekën toch zijn eten in steekt, zegt Marenta me delijdend. 'T IS TEGENWOORDIG ENTWAT GEZEID met dienen crisis-tijd. De dievenbenden zijn weer op ronde en ne mensch is niet meer gerust, een stonde. En 't is 'bijzonder op Brussel en de voor steden dat ze 't gemunt hebben dezen keer. Op veertien dagen tijds hebben daar zeven diefstallen met inbraak plaats gehad. Twee oude vrouwen werden vermoord... In Schaar beek kreeg een man, die 's nachts gerucht hoorde in zijn huis en ging zien, een kogel in den buik. En 't ergste is nog dat er geen enkele van de daders tot nog toe aangehou den is. Ze weten wel dat er eenen bij is, die reeds op vier verschillende plaatsen ingebro ken heeft, die een lange neus, en dikke lip pen heeft, maar 't is ook alles'. Marenta ook is niet gerust en van schrik heeft 't mensch geen lust meer om uit te gaan en 't huis alleen te laten staan. Manneken, zoo vraagt ze mij, wat zoudt ge doen als ze hier den eenen of den ande ren nacht achter onze centjes rrioesten ko men? Ikke? Liever dan 'n kogel in m'n kop- peke te krijgen zou 'k rap zeggen: Pak maar alles meê wat ge vindt, en stillekens in mij nen nest blijven liggen. DAT IS precies gelijk de historie van Charelke Stoef. Dezen nacht, vertelde Charleke Stoef aan z'n vriend, dezen nacht hoorde m'n vrouw law.aaid in ons huis. Ik ben dan direct opgestaan om te gaan zien. Maar hoe kost ge toch zoo op voorhand weten dat er niemand was? vroeg de vriend ironisch weg, die z'n maatje kende. G'HEBT ALLEN GELEZEN, zoowel als ik, over de failliet van den bankier Qustrie. die man die voor eenigen tijd riep luid. en met een air dat hij was miljonnair en bezit nu niet meer een roodon duit. Maar dat is nog niet alles. Ge moet weten: over eenige maanden verheugde zich een jong fransch huisgezin in de geboorte van een zoontje en maakte er werk van om aan den erfgenaam een peter te geven, zoo uit stekend en zoo dekoratief mogelijk. Door hooge betrekkingen in de finantie- wereld was het paar in kennis met den heer Oustric. Van daar het verzoek aan den vader van Ex tension en Holfra (dat zijn twee beurswaarden) om den boorling boven de doopvont te houden. De heer Oustric nam aan en schonk aan zijn doopkind een belangrijk aandeel in de ii Holfra een inschrijving van één millioen, met storting van een vierde... Helaas! sedert kwam de ramp; en de vereffenaar eischt nu van den titularis der vriendelijke inschrij ving het storten der overige... drie vierden! Op bedreiging van rechtelijke actie moet het kindje van vier maand 750.000 frank betalen! Ziedaar ten minste wat er verteld wordt... Beter dan zpo'n rijke peter is voorwaar een man die tenminste z'n schulden betalen kan. Dat 's 't oordcel van Marenta... en of ze gelijk, heeft! twee uren. Het was intusschen reeds volsla gen donker geworden en daar men nieuwe maan had, kon men geen hand voor de oogen zien, vooral niet onder de boomen. ii Zij zullen ons toch niet weder tevergeefs laten wachtenzei met vertwijfeling in zijn stem de Linar. «Geduld, geduld», luidde het antwoord, ii ze zullen wel komen». En zij kwamen in derdaad, want geen kwartier later hoorden beiden naderende schreden en weldra stond de persoon voor hen met wien zij onderhan deld hadden. ii Wij zijn op tijd, mijnheer», fluisterde de Linar. Ik weet het, span uw paard voor den wagen. Hm, het dier is erg mager. Zal het nog een flinken tocht kunnen maken? ii O zeker, mijnheer, het is een taai dier en het heeft voldoende gerust ■I Des te beter. Hebt gij uw wagen wat op geruimd? De gewonde moet er in kunnen liggen Dit zeggend maakte hij een kleine dieven lantaarn open en lichtte in den wagen. ii Gooi dat oude beddegoed er uit. De per soon, die gij vervoeren moet, kan daarvan geen gebruik maken Nibblington stopte de oude vodden, want dat waren het, achter in een hoek van den voering van een drama bezoekt een vriend den en ander gerief, allemaal uit Poperinghe den in spanning wachtenden dichter. i Dank- duizendmaal dank aan al degenen die Hoe was het? vroeg deze. medegewerkt hebben om mij dat te bezorgen. Maar, wat zou ik weergeven? Ik heb gauw De directeur is in de wolken. Hij laat mjjn pjan gemaakt. Een wit gewaad is voor u geluk wenschen... j den Zondag bestemd en toekomende Zondag Wat zegt ge? Hebt ik zoo'n succes ge- zal ik met het splinternieuw gewaad de had? i H. Mis opdragen voor mijne weldoeners, Onbeschrijfelijk! Ge hebt met uw stuk1 dus voor al degenen, die, 't zij geldelijk, 't zij honderden menschen 't leven gered. v,OT,ri"'ovl' hnhh'"" Niet mogelijk! Vertel op! Gedurende het laatste bedrijf ontstond met handwerk mij die geschenken hebben bezorgd. Daarbij was er nog eene verrassing: een beeld van Et Antonius van Padua. 't Is zeker brand op het tooneel. Verbeeld u welke pa- j de eerste st Antonius die in K'ou-li-t'ou niek ontstaan zou zijn, als iedereen daar niet binnenkomt sedert dat de wereld en K'ou-li- geslapen had! 'T GOEVERNEMENT zit tegenwoordig te en te zagen [klagen en zich af te vragen waar dat allemaal die nikkelen belga's en dubbele belga's blijven die het daar ever eenigen tijd in omloop gebracht heeft 't Is zelden, heel zelden zelfs dat we zoo een stuk te zien krijgen. En nochtans er zijn 6 mil joen stukken van 1 belga en bij de 4 mil joen stukken van 2 belga's in omloop. Waar zitten ze? Daar zijn er die beweren (die vuile lastertongen!) dat zij zich bijna allen in de handen bevinden van de boerenmenschen om zoo hunne spaarcenten aan het brand gevaar te onttrekken.' Zou 't waar zijn? MADAM SNIBBEKENS is precies van de slimste niet! Overlest komt zij mijnheer Kardoes tegen. Hebdè gij nen broeder, mijnheer Kar does? vraagt ze zoo! Ja, madam, ik heb er eenen. Een enkele maar? Ja! Dat is aardig! Ik heb dezelfde vraag aan uw zuster gesteld en die heeft me ge antwoord dat ze er twee had! En daarmeê ben ik weêr ne keer voor dees weke klaar met m'n reke voor «De(n) Poperinghenaar» met spoed groet ik U allen, beste menschen, Marenta ook biedt U haar wenschen aan. 't Manneken uit de Maan. t'ou bestaan! Nu, die was welgekomen, hoof! Sei, vandaag' meer dan ooit ben ik in mijnen zwier, want het gebeurt niet alle dagen noch alle jaren dat ik zulk een kistje ontvang. En 't is voor O. L. Heer, dus is alles goed. Nog eens mijn hartelijkste dank. In China spring' ik nog altijd op mijne twee beenen. Ik moet wel soms loopen dat mijne schoenen van vermoeidheid gapen, maar dat kan geen kwaad: 't zijn maar mijne schoenen. De chineesche zusters kla gen er soms meer over, want die moeten ze vermaken. Nu... ze moeten toch ook hunnen hemel verdienen, zelfs al was het met schoenen te maken voor een missionaris die eene parochie heeft van tien uren breedte. Dat geeft me warm bloed, want alleen zijnde, moet ik alles zelf doen. Tot den 12 Januari van verleden jaar had ik nog een chineesche onderpastoor van 80 jaar, die niettegenstaande zijnen ouder dom mij soms nog een handje bij stak. Maar na eene korte ziekte van 8 dagen heeft hij zijn uurglas laten afloopen, en daarmede was ik alleen. Op eene uur en half van hier heb ik nog een buurman-priester, en dan de d-ichtsten zijn op ongeveer 25 uren van hier. Wat mijne christenen aangaat, hum! it ka» nog al! Ze verstaan en weten geweldig goed hoe noodzakelijk de heiligtnakende gra tie is want op eene driehonderd biechtelin gen die rond of niet verre van de kerk wonen, heb ik dooreen honderd biechten per week. Dat brengt een lepelke troost aan een pïïiestèr. Gelukkige menschen die zoo door de heiligmakende gratie gedurig met God vereenigd zijn, en, om ervan te genieten, 't is genoeg er soms, op te denken. Dit is immers 't begin van het hemelsch geluk en dat be gin van 't hemelsch geluk wensch ik aan al mijne Weldoeners. Koperen spreuk»® Pijprokken* Dagbladrekkesss Pêle-Mêissa Alk «lag v«ua Kaders Geldbeugel* Porte-feuille# Vsliezea Boek- Muziektessc&um. AH© merken VULPENNEN. A*s'~e<~ljjferief« Leesboeken Groote keus Trouwe bedienixsfï bij JANSEN - VANNES TE, Gasthuisstraat, Poperinghe |Vlis$iem@uuJ5 Brief van E. P. VERWIMP, S. J., opvolger van den diepbetreurden Pater Aloïse Butaye, in het Seminarie van Lemfu (Belg. Congo). Duurbare leden van den Missiekring (van Poperinghe), Enkele dagen geleden ontving ik een kof fer dat uit Belgie was verzonden, 't Is altijd met groote nieuwsgierigheid dat een mis sionaris een koffer opent dat uit het vader land komt. Hij ondervindt dan telkens hoe aangenaam het is, voort te leven in de ge dachtenis van zoovele duurbaren die hij ginder verre heeft achter gelaten. Met eene aangename verrassing ontving' ik de prach tige geschenken die gij aan het Seminarie van Lemfu hebt gegeven, 't Is dan ook van ganscher harte dat ik u allen mijn besten dank toestuur. De goede Pater Butaye ziet zeker ook van uit den schoonen hemel met welgevallen neer op de giften door u ge schonken aan het werk dat hun zoo nauw aan 't harte lag. Zeker zullen zijne gebeden bij Gcd machtiger zijn dan degene die wij tot uwer intentie uit dankbaarheid zullen opofferen. De geest van Pater Butaye zaliger leeft nog altijd voort in 't Seminarie en bij de christenen van Lemfu. Deze noemen hem nog altijd Tatadat isvader. Semi narie is tegenwoordig' in vollen bloei. Wij hebben vijf en zeventig seminaristen. De oudste gaan hun tweede jaar philosophie eindigen, zoodat wij binnen enkele jaren, als 't God belieft, onze eerste zwarte pries ters in onze Missie zullen hebben. Duurbare leden van den Missiekring, ik beveel deze intentie in uwe gebeden aan. Van harte dankbaar, bid ik u allen de verzekering aan mijner oprechte hoogachting. Alle giften voor de Missiën worden met dank aanveerd door E. H. R. Debevere, on derpastor, St Janskruisstraat, 5, Poperinghe, (Postchecknummer 197.S72). GeDroiki Chicorel WYPELIER-TAFFIN *t is ile beste. ir van Sens en omstreken iarop met een kruisje de en zich bevond. Kijk», mompfee hij, «hier geen vijf minuten vandaannoet een deftig buiten huis staan en ancs vindt men in den om trek niets dan wa werenhuizen. De gewon de is natuurlijk Ir in den omtrek ergens onder dak gebraé. Het lijkt mij waar schijnlijker, dat him het landhuis verblijf houdt dan bij eeffler boeren. Wij moeten p eens onthouden :hten hierover aan Nib- die op een boom van zat te rooken, knikte in elk geval dit 1 Toen 1 zijn ge bliagton mededeel den wagen een p deze. Zeker, zeker elk geval hierheen rug ide hij,, wij komen Men wachtte en m ef wachten lange'- wagen. Waar moet het heen, mijnheer? vroeg' hij. ii Ik zal het u terstond zeggen, doch opge past, daar is men met den zieke Werkelijk naderde er zacht en voorzichtig een groepje personen, waarvan er een een lantaarn droeg. Toen zij naderbij kwamen zagen de beide edellieden, dat twee anderen een draagbaar droegen, waarop iemand lag uitgestrekt, die nu en dan een zacht kreunen deed hooren. «Voorzichtig», fluisterde de man, die het eerst gekomen was. Laadt hem in den wa gen, met draagbaar, bed en al». Bij het licht van de twee lantaarns ge schiedde dit met de uiterste behoedzaamheid en lord Nibblington kon niet nalaten bij zichzelf op te merken, dat de Broeders elkaar ■-"t teedere zorg behandelden. Maar het leek Brief van E. P. MARCEL BAKEROOT, der Congreg. van Scheut, missionaris in Chi na sedert 26 jaren, nu pastor te K'ou-li-t'ou. Ik val met de deur in huis om te zeggen dat er mij vandaag een kistje geworden is, iiiiiai«iia^aM»gBBiiBBKagasaBggB«iS!s»iHt ook wel, of de gewonde, die daar lag uitge strekt een der voornaamsten was van de Broeders des Verderfs, misschien wel het hoofd van de misdadigers-organisatie. Nu des te beter, het was dan zaak hem in hun macht te krijgen en dat zou gebeuren ook, er mocht dan zooveel gevaar bij zijn als mogelijk was. Maar men was nog .zoo ver niet-, want de man, dien zij dien middag bij zich hadden gehad, verklaarde in den wagen bij den gewonde te zullen blijven, terwijl bovendien nog een ander medeging om de ketellappers den weg te wijzen. Toen alles geregeld was, ging het voorzichtig en lang zaam op weg, terwijl er weinig gepraat werd. Lord Nibblington had het hoofd vol gedach ten, hij maakte in stilte allerlei plannen welke hij een oogenblik later als onzinnig weder verwierp. Dit stond vast, er moest wat gedaan worden, maar wat moest men doen. Dat was moeilijk te zeggen. Zou men des noods trachten de twee leiders van kant te maken om dat met den gewonde rijden, naar het' politiebureau te Sens, of was het mis schien beter eerst te zien, waarheen de ge wonde vervoerd moest worden. Maar daar zouden meer van de schurken bijeen zijn en men had dan geen kans meer den man, die in de wagen lag mee te voeren. Neen, het was best, dat men zoo spoedig mogelijk handelde. De lord was hiertoe vast besloten en toen hij een oogenblik naast de Linar liep, stootte hij dezen aan en fluister de: •I Houd u gereed, ik wacht een gunstige gelegenheid om aan te vallen Die gelegenheid bood zich spoedig aan en maakte het werk gemakkelijker dan de lord het zich had voorgesteld. Toen men namelijk den zijweg uit was reed men een eind den weg naar de stad op, maar toen nam men een zijweg links, die aan weerszijden met boomen en hakhout omzoomd was. Men was dezen weg, die zeer goed en gemakkelijk berijdbaar bleek, even- wel nog niet ver ingereden of er weerklonk een zacht gefluit. Blijkbaar was dit een af gesproken teeken, want de man, die bij den wagen liep, gelastte de ketellappers stil te houden en hij floot toen op dezelfde eigen- RADIO Maandschrift voor radio-vulgarisatie, ama teurisme en techniek. Redactie en Beheer De Somerstraat, 5, St Amandsberg, GENT. Jaarinschrijving': fr. 30. Los nummer: fr. 3 Postcheck: 213.877. Het jongste maandnummer van RADIO is in groote mate gewijd aan den studie- en propagandadag voor kath. radio-actie ge houden te Kortrijk op 11 November 1.1.; ver slag is er in overgedrukt nopens kat. radio actie tb Rotterdam, te Antwerpen, te Kortrijk en in West-Vlaanderen. Eene principieele uiteenzetting over katholieke solidariteit in het racliowezen voorgedragen door E. P. Leo pold o. c. d. Anderzijds komt het Nationaal Radio-Instituut ter bespreking aan de hand eener veelzijdige persdocumentatie; ook eene rake karikatuur-teekening schetst de toe dracht der zaken in den huidigen radiostrijd betrokken. Vérder nog enkele losse bijdragen en be richten. Dit nummer omsluit eene rijke documen tatie voor alwie belang stelt in den huidigen radio-toestand hier te lande. BOOMEN 15 MILLIOEN JAREN OUD Groote opschudding werd in de geologische kringen teweeg gebracht door de ontdekking van het overschot van boomen die moeten deel uitgemaakt hebben van den plantengroei van Noord-Amerika, van 15 millioen jaren terug. Het overschot dier boomen lag in zand nabij Ford Macmurray bedolven en was vol komen goed bewaard. Uit de vaststellingen door de geleerden gedaan, zouden al de theo rieën omtrent den voorhistorischen plan tengroei algeheel wegvallen. Volgens de eerste verslagen moeten de boomen gegroeid zijn wanneer de aardkust nog in vorming was. Die boomen zouden van dezelfde soort zijn als diegene die in Japan groeiden, wat de veronderstelling sterkt dat Amerika en Azië destijds een en hetzelfde land uitmaakten. ZALIG NIEUWJAAR Hoe vluchtig vliegt de tijd voorbij, Den berg af met zijn vracht, Steeds wassend als de sneeuwbal doet, Van jaar en dag en nacht! Een jaar is weer vervlogen en Wat hebben wij gedaan? Waar is ons werk dat eeuwig zal Ten gulden boeken staan? Onschatbaar is de tijd voor mij, Voor ieder sterveling; Daar elk een ongekende maat Een korte maat ontving. Daar elk het werk voltrekken moet, Door'God hem voorbeschikt; Terwijl voor hem het uurwerk van Het aardsche leven tikt. Een ander jaar begint, een nieuw: Versterken we onzen wil, En denken wij bij iedere daad: De tijd staat nooit stil. Sïc EENE LEKKERNIJ. Neem 4 eiwitten, 125 gr. witte suiker, 100 gr. bloem. Meng dit goed dooreen en voeg er eenige druppels oranje-essence bij. Maak kleine hoopjes op eene welgeboerde plaa en gamier deze met kleine stukjes amandel bovenop. Laat bak ken eenige stonden. OVER SCHOONHEIDSGEVOEL. De zorg' om het schoonheidsbeginsel in huis toe te passen kan sterk de huiselijkheid bevor deren. Een wel ingericht huis behoeft geen weelderig huis te zijn. Maar we moeten choonheid aanbrengen in onze woningen, door alles te doen samenpassen, door goed gekozen kleuren, door practische en goed uitgevoerde meubelen. Door keurig zijn op versieringen: vazen, beelden, platen aan den wand, ook op onze godsdienstige beelden en platen, die we niet leelijk en smakeloos moe ten dulden. We moeten verders de kinders opvoeden in de liefde tot de schoonheid: allereerst tot de liefde van Gods meesterwerk: de natuur Meer met de kinderen naar buiten, meer wandelen en rondzien, meer genieten van bloemen en vogels. Het is de tegenhanger voor de overdreven sportmanie. Dan ook ze opvoeden tot het beseffen van de schoonheid in de kunst, in muziek, in schilderkunst door hen te laten hooren en zien wat mooi of leelijk is. Ten slotte den smaak voor de litteratuur ontwikkolen, wat weer al te veel geschiedt in zeer kleinen kring. Leeren lezen wat mooi is en daardoor den smaak van het minderwaardige bestrijden. BERTJE. - Moeder waarom blaast ge in uwe handen? MOEDER. Hewel, kind, om mijn han den te verwarmen. BERTJE. 't Is aardig... gisteren vroeg ik waarom gij in de soepe blaasde en gij zeide dat 't was om te verkoelen! 4 Z II. Naam Jezus. H. Gregorius, biss. 5 M H. Telesporus, p. H. Simeon Stylites, bel. 6 D HH. 3 Koningen, Gasp., Meleh.,' Balth. 7 W H. Lucianus, priester. H. Tillo, bel. 8 D H. Gudula, martelares. 9 V H Marcellinus, b. H. Petrus v. Sebasta. 10 Z H. Agatha, paus. H. Domltianus, biss. BgBMaHHHOnHMnWI GASOEFENINGEN VOOR SCHOOL KINDEREN IN FRANKRIJK. Het Fransche blad de Populaire meldt uit Frankrijk, dat sedert eenigen tijd op de gemeentelijke scholen aldaar de kinderen militair onderricht krijgen om zich te be schermen tegen den gasoorlog. De kinderen oefenen zich o. a. in het dragen van gasmas kers. De Fransche officier, die dit onderwijs leidde, had verklaard, dat de volgende reeds vóór 1932 zal uitbreken. De burgemeester van Kamerijk heeft dadelijk na het bekend wor den van deze bijzonderheden een onderzoek doen instellen en ook de Gemeenteraad heeft in een resolutie ten krachtigste geprotes teerd, dat 7-jarige kinderen een dergelijke opleiding krijgen. (■■MMBHHBMHEHBiBHMKimnui NOG EEN MONUMENT. Door de zorgen van het Britsche Memorial Fund zal, naast het gebouw van het loods wezen te Zeebrugge, nog een monument ter herinnering aan de versperring' Van de vaargeul, door drie Engelscho block ships op 23 April 1918 in het voorjaar worden opgericht. Het driehoekig monument zal zes meter hoog zijn en geheel uit blauwen steen worden gebouwd door den Vlaamschen beeld houwer F. Gijsen. De onthulling' zal in Juli a. s. plaats hebben en vermoedelijk door den Prins van Wales alsook door admiraal Keyes worden bijgewoond. DE KEIKOPPEN VAN ZEVENDRIES door L. Van Opdenbosch. Uitgever: Excel sior. Prijs: 10 fr. In een kleedje van een echte volksroman, geeft dit boek den lezer seffens een goeden indruk. Echt volksch! In een sappige, doch een voudige taal geeft schrijver het dorpsleven van ons volk, uit vroeger tijden, goed weere. Zoo boeit het boek van 't begin tot 't einde. We krijgen een goede kijk, hoe het Vlaan deren van vroeger onder de hiel zat va» I groote edele? heeren die het niet begre- j pen. Vandaar veel onrechtveerdigheid We zien hoe ons volk getard werd, totdat een dag komt waarop het al zijn lijden ver geet, in den roes der eindzege. I Een boek dat zeker indruk laat bij den I lezerZoo toont het dat alleen ons volk vol- ledig tot volle leven kan komen, als het be stuurd wordt in eigen taal en door mannen die het begrijpen en het beter willen. MAARSCHALK JOFFRE WORDT HET RECHTERBEEN AFGEZET In verband met den toestand van maar schalk Joffre wordt er nader bericht, dat op 19 December j.l. maarschalk Joffre met een zeer ernstige ontsteking in het rechter been naar het ziekenhuis van de Frères Saint-Jean-de-Dieu werd overgebracht. Een uur na aankomst werd hem het aangetaste been afgezet. De heelkundige bewerking verliep opper best en de zieke scheen weldra aan de beter hand te zijn: er bleef slechts nog een weinig- koorts. Vrijdag evenwel bleek, zooals reeds gezegd, de besmetting weer veld te winnen, zoodat een nieuwe heelkundige bewerking wordt noodig geacht. Deze is in het geheel niet gevaarlijk en men denkt wel, dat de patient reeds krachtig genoeg is cm haar met goed gevolg te doorstaan. S» ■BHHWI&M' HBttME 3IKBBX «Hft aardige wijze. Een ander persoon trad nu nader uit de duisternis in den lichtkring van de lantaarn en hij fluisterde: i' De weg is niet veilig. Een eind verder liggen eenige gendarmen ter zijde van den weg. Zij loeren misschien op stroopers, maar zullen zeker den wagen aanhouden Op dit oogenblik kwam degene, die bij den gewonde in den wagen gebleven was, te voor schijn en vroeg op ongeduldigen toon, wat het oponthoud beduidde. Toen hij de rede nen hoorde stampte hij toornig op den grond en uitte een krachtigen vloek. Zijn het gendarmen? vroeg hij, en lig gen ze hier ver vandaan? ■I O neen was het antwoord, een hon dercl meter of zes, verder niet Zoo, nu dat geeft een vertraging van belang, maar die kerels moeten daar in ieder geval weg. Wacht ik ga met u mede. De wagen blijft hier staan en als ik fluit aldus vervolgde hij tot den man, die met de ketellappers bij den wagen zou blijven, rijdt dan weer door i' Nu of nooit», dachten de beide ketellap pers en toen de twee mannen in het donker verdwenen waren, pakten zij op de meest onverhoedsche wijze hun geleider beet. Lord Nibblington greep hem eensklaps bij de keel en hoewel de man zich wanhopig verzette, werd de hals hem zoodanig dichtgeknepen, dat hij geen kreet kon slaken. Slechts een dof gerutel bracht hij voort. Maar bereikte het gerucht van de worsteling ook de beide personen niet, die den weg verder op waren gegaan, het was wel gehoord in den wagen, waarvan de deur een weinig opengelaten was. En de gewonde, dis daar beweegloo: lag, scheen te beseffen, dat hij in gevaar verkeerde. Met uiterste krachtsinspanning richtte hij zich halverwege op en liet nu het gefluit hooren, maar zoo krachtig, en scherp, dat het in den stillen nacht ver hoorbaar moest zijn. «Vervloekt», mompelde lord NibbTngton jen hij liet den man los, wiens hals j met ijzeren greep omkneld had. De ongelukkige was bewusteloos, misschien wel dood, maar in ieder geval buiten gevecht gesteld. De vrienden draaiden nu aoo vlug zij kon- ZOEKT UW PROFIJT Wilt gij aangename en voordeelige tafelbieren gebruiken in uw huishouden wendt u dan ter Tel. 87 YPERSTKAAT - 87 - POPERINGHE Tel. 87 die u twee maal per week: den DINSDAG VOORMIDDAG en den VRIJDAG NAMIDDAG allerbeste tafelbieren aan de genadigste prijzen zal te huis bestellen. STERK: het smakelijkste bruin tafelbier aan 9 fr. de bak. GERSTEN: het voordeeligste blond tafelbier aan 10 fr. de bak. MAS-CAR: het fijnste blond speciaal aan 17 fr. de bak. den den wagen. De Linar sprong er voor op en legde de zweep over het paard en lord 1 Nibblington was tegelijk binnen in gespron- j gen om den gewonde te bewaken. En voort ging het in ratelende vaart over den weg. De oude wagen stootte verschrikkelijk, wat de gewonde eenige malen pijnlijke kreten ont- lokte, doch daarmede kon men thans geen rekening houden. Men kwam vrij spoedig' weer op den straatweg en het ging nu in1 flinken gang op Sens aan. «Rijdt maar wat kalmer», riep de lord tot zijn vriend. Men haalt ons nu niet meer in en ik krijg medelijden met dezen man hier. Hij is geheel bewusteloos geworden van de pijn. Hij zou er te veel van kunnen krij gen De Linar zag even naar achter om, zonder nog den gang van het paard veel te matigen. •I Er zou weinig aan verspeeld zijn zei hij onverschillig, en dan, roofdieren zijn taai Maar zijn leven is voor ons van veel waarde Het is waar beaamde de baron en hij hield het paard wat in, zoodat het nu stap voets over den weg' reed. Men naderde de stad, tóen eensklaps onze vrienden een schok voelden, die hen deed tuimelen... er was een rad van den wagen geloopen. Wat nuriep de Linar, zullen we dan, nu we zoover gekomen zijn weer gehinderd worden Neen antwoordde de lord snel besloten. ■I Wij laten den wagen hier staan, kom, dit kleine eind kunnen wij den gewonde nog wel dragen. Maar wij moetén voortmaken, want natuurlijk volgen de andere schurken ons Men maakte eerst het paard nog los van den half omgevallen wagen, dat nu rustig ging grazen en de twee ketellappers begaven zich op weg', dragend het rustbed waarop hun doodsvijand lag uitgestrekt. 'I Maar waarheen? vroeg de Linar. Naar het bureau van politie antwoord de de lord, ik weet niets beter, hoewel ik in dit geval liever niet terstpnd de politie moei de Ja, het was goed, dat te vermijden gaf de ander toe, maar wacht. Ik ken hier een dokter en studievriend van mij. Laten wij naar hem gaan. Hij is niet rijk, den last, dien wij hem aandoen, zullen wij hem be talen Men was nu in een buitenwijk van de stad aangekomen en ontmoette in de doodstille straten geen mensch en zoo kwam men voor het huis van den dokter, gelukkig zonder dat men was aangehouden. Men belde aan en spoedig verscheen de dokter aan de deur, die vroeg, wat men ver langde. «Wij hebben hier een gewonde», zei de Linar, onderzoek hem eerst, dan zullen wij u nadere verklaringen geven». De geneesheer zag de twee ketellappers even wantrouwend aan, maar hij opende niettemin de deur om den gewonde, die zijn hulp noodig had, binnen te laten. Wat scheelt den ongelukkige? vroeg de dokter. Wij gelooven, dat hij door een kogel ge wond is Maar antwoordde de arts, die den man intusschen beschouwd had, hij is reeds ver bonden, geheel zooals het behoort. Een ge neesheer heeft hem reeds onder behande ling gehad De beide ketellappers zagen verrast op; de dokter ondertusschen onderzocht den be- wustelooze. De man is alleen bewusteloos geworden door het vervoer, dat niet met de noodige voorzorgen heeft plaats gevonden i' Het rad is van den wagen geloopen zei de Linar. Ja, het is een vreemde geschiede nis, dokter. Doe eerst aan den man wat gij doen kunt en luister dan een oogenblik naar ons De dokter wist niet, hoe hij het had; de taal der twee vagebonden, die den zieke had den binnengedragen, was niet die van men schen uit de heffe des volks. En de man die daar lag uitgestrekt, was blijkbaar iemand uit de groote wereld. Hoe.in 's hemelsnaam kwamen die menschen bij elkaar? vi Vervolgt.) i iiaaaKias^aiKraNKaxBiBieasBKHnR SPEELKAARTEN TEN BURESIJE DE211» I

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1931 | | pagina 5