ZONDAG l MAART 1931. WEEKBLAD 7 S5 CENTIEMEN 28" JAAR. N' 9. Notarieel-,, Annoncen- en Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. HERDERLIJKE BRIEF CHRISTELIJK HUWELIJK LANDBOUWBELANGEN POLITIEK OVERZICHT MELOTTE DIT HIER IS IETS VOOR 0 Ontroomers MELOTTE, N. V. Remicourt 18 tv. Abonnementsprijs per Jaar: (per post) In 't Land: In Stad: Frankrijk: Anderelanden: 40 tv. TARIEF Kleine Berichten: 1 fr. per reek; minimumprijs per lnlasschthg4 Ir. mammm Postabonnenten in Belgie die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hun bedient, en niet aan ons. Telefoon Nr 9. Uitgever 1 SANSEN - VANNESTE, Poperinghe. Postcheck Nr 15.57®. Wie inlichtingen begeert over aankondi gingen, wordt verzocht een postzegel voor antwoord bij zijn schrijven te voegen. Alle annoncen sijw voorat te betttlvK Jen moeten tegen Donderdag noen ingezonden word<M#» j Kleine bencht«/s tegen den Vrijdag noen. TARIEF Notarieels Verkoopitige»: 90 cent. per gewone r*&>t Annoncen: 5Prijzen op aanvrat I A»mmtUmOkWHM j MttKM van E. den Kard. Aartsb. van Mechelen en van HH. HH. de Bisschoppen van Belgie over het naar de aanleiding van den Wereld brief Ca-sti connubii van Z. H. Paus Pius XI (Vervolg) HEILIGHEID van het huwelijk En vroren stellen wij een beginsel dat heel deze leer tof beheerscht: het huwelijk is, zelfs van louter natuurlijk standpunt uit, iets heiligs het draagt in zich een heilig en godsdienstig karakter. Al is het inderdaad een vrije verbintenis tusschen twèe personen, toch is het geen gewone verbintenis die ge rangschikt kan worden onder de andere ver bintenissen; het neemt een gansch bijzondere, een uitstekende plaats in. Om u te overtuigen van zijn heel uitmun tend karakter, hoeft gij slechts te denken aan zijn oorsprong: God zelf is het die het inge steld heeft, wanneer Hij, om de Schepping te voltrekken, de vrouw vormde en aan den eersten mensch schonk. En Adam sprak: Deze is been van mijn beenderen en vleesch van mijn vleesch... Daarom, zoo luidt verder het gewijd verhaal, zal de man vader en moe der verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zullen twee één vleesch zijn». Bedenkt boven dien dat het hoofddoel der vereeniging van man en vrouw is, aan öod kinderen te schen ken die Hem zullen erkennen en eeren, en tevens de echtgenooten zelf door hun weder- zijdsche liefde en hulp aan God vast te hech ten. Herinnert u eindelijk nog dat de voort planting van het leven, eerste doel van het huwelijk, wijl zij in zekeren zin een schep pingsdaad is, de ouders maakt tot de werk tuigen en de dienaars van den almachtigen Schepper. Dit alles is toepasselijk op het huweiijk in den algemeenen zin opgevat, op het natuurlijk zoowel als op het christelijk huwelijk. Om die reden heeft uiteraard alle echtelijke verbintenis, zeifs die der niet- gedoopten en der ongeloovigen, wanneer zij een waar huwelijk is, een waardigheid en een grootheid die aan geen enkele menschelijke overeenkomst kunnen toegekend worden. De echtverbintenis tusschen christenen heeft nog een heiliger karakter; want Onze Heer Jezus-Christus heeft ze verheven tot de waardigheid van een sakrament, en zoodoen de ingeschakeld in de bovennatuurlijke orde der Verlossing door Hem aan de wereld ge bracht. Daaraan ontleent de wederzijdsche toestemming waardoor de echtelieden zich aan elkander schenken een verhevene beteekenis en waardezij duidt niet enkel de onverbreek bare vereeniging van twee zielen aan, maar ook de sakramenteele genaden waardoor deze vereeniging al hare uitwerksels zal kunnen voortbrengen. Bovendien nog heeft God ge wild dat zij, van meet af, de voorspeiling en, in het Nieuw Verbond, de zinnelijke afbeel ding zou zijn van een eindeloos meer ver hevene vereeniging, van die namelijk waar door Christus zich voor immer aan zijn mys tiek lichaam, de Kerk, geschonken heeft. De H. Paulus is het die ons deze onovertreffelij- ke waardigheid van het christelijk huwelijk openbaart, wijl hij zegt: Gij, mannen, be mint uw vrouwen, gelijk ook Christus de Kerk bemind heeft; Hij heeft zich zelf voor haar overgeleverd om haar te heiligen... om aan Zichzelf een heerlijke Kerk voor te stel len zender vlek of rimpels, of iets dergelijks, maar dip heilig en onbesmet zou zijn... Die geheimenis is groot: ik zeg dit, met het oog op Christus en op de Kerk Christene Echtgenooten, denkt dikwijls na. over de uitnemende waardigheid van uwen staat, herinnert u onverpoosd het sakrament dat gij ontvangen hebt. Vergeet nooit in uw moeilijkheden en lasten dat gij als 't ware geheiligd en versterkt werdt door een bijzon der sakrament, dat, al heeft het er geen merkteeken ingeprent, toch steeds werkdadig in uw zielen voortbestaat. Verwaarloost dus niet de sakramenteele gave die in u is, maar vervult met zorg al uw plichten, zelfs de zwaarste, en de bovennatuurlijke krachten, die u werden toegedeeld op den dag van uw huwelijk, zullen u steunen om den levens last te dragen. Wijl het christelijk huwelijk iets heiligs, ja zelfs een sakrament is, wordt het, als hu welijk, aan de bevoegdheid van den burger lijken wetgever onttrokken en is het, lijk trouwens de andere sakramenten, aan de macht der Kerk onderworpen. Aan de burger lijke wet komt het toe, de louter tijdelijke gevolgen der verbintenis te bepalen, de be- zittingswijze te regelen, de rechten - der kin deren vast te stellen. Maar de hedendaagsche instelling van het «burgerlijk huwelijk», in zooverre zij den huwelijksband der-geloovigen treft en beheerscht, is in tegenstrijd met de goddeliike schikking en miskent de onver vreemdbare rechten der Kerk. De Staat moet het kerkelijk huwelijk erkennen als het eenig echt huwelijk tusschen gedoopten, en hij moet het door zijn wetten beschermen. De Belgische wetgeving op 't huwelijk staat ongelukkiglijk niet in het teeken der vrijheid, zooals die welke in voege is in Engeland, en in andere landen; zij stemt in verre na niet overeen met de bepaling van 't Verdrag van LateranenDe Italiaansche Staat wil de instelling' van het huwelijk, de grondvesting' van het huwelijk, in die waardigheid her stellen welke met de overleveringen van het volk overeenkomt, en kent het sakrament des huwelijks, dat door het Kerkelijk Recht geregeld wordt, burgerlijke rechtskracht toe Onze geloovigen hoeven dus te weten dat het huwelijk niet gesloten wordt vóór den amb tenaar van den burgerlijken stand, maar wel vóór de Kerk, op het oogenblik dat de ver loofden hun huwelijkstoestemming te kennen geven in het bijzijn van den Ordinaris, of van den pastoor der parochie, of van hun afgevaardigde, en van twee getuigen. Zij die het kerkelijk huwelijk verwaarloozen en zich vergenoegen met het burgerlijk huwelijk al leen. zijn niet vereenigd door den echtelijken band. Daarom beschouwt de Kerk ze als openbare zondaar.: zij weigert hun de sa kramenten, en, kwamen zij zonder berouw te sterven, de eer en de gebeden der kerkelijke begrafenisplechtigheden. De grondwettelijke bepaling die het burgerlijk huwelijk ver plichtend doet voorafgaan, verscherpt nog de gebreken onzer huwelijkswetgevinggelukkig- lijk heeft de wet van 3 Augustus 1909 deze on redelijke verplichting opgeheven in het meest belangrijke geval, namelijk in stervensge vaar. Mits het voorbehoud dat wij gemaakt heb ben. mogen nochtans de geloovigen in Belgie en moeten zij zich doorgaans naar de wetsbe palingen schikken. ONVERBREEKBAARHEID VAN HET HUWELIJK Een ander allergewichtigste hoedanigheid van den echt waarop wij uw aandacht willen vestigen, Zeer beminde Broeders, is zijn on verbreekbaarheid. Sinds Onze Heer Jezus- Christus deze woorden gesproken heeft: Wat God samengevoegd heeft, dat scheide een mensch nietbeheerscht de wet der on verbreekbaarheid alle huwelijk, niet enkel het huwelijk tusschen christenen, maar zelfs het louter natuurlijk huweljk tusschen onge loovigen. Buiten het zeldzaam geval waarin ten fltT nnrnrlmssfl "«keert, kan slechts de dóód van één van beiden den huwelijks band verbreken. Geen enkele aardsche macht, noch burgerlijk magistraat, noch Bisschop, ncch Paus, kan een vrijelijk en geldig tus schen christenen gesloten en voltrokken hu welijk ontbinden. En merkt op dat Christus deze onverbreek baarheid niet als een last of een keten heeft opgelegd, maar ze daarentegen vergund heeft als een voorrecht en als een uitmuntend voor deel: met de vruchtbaarheid en de getrouw heid, is zij één der drie hoofdeigenschappen die, volgens de kerkelijke' leer, de echtverbin tenis verheffen en tot een edéien en Ver dienstelijken levensstaat opvoeren. Bedenkt even wat het geluk der echtgenooten en der kinderen alsook het heil der samenleving eischen, en gij zult er alras mee instemmen. Treffend belicht Zijn Heiligheid de Paus den weldoenden invloed van dit beginsel: «De echtelingen, zegt hij, vinden in die hechtheid een veilige waarborg' van duurzaamheid, wat de algeheele overgave van hun eigen persoon en de innige gemeenschap hunner zielen uiteraard volstrekt eischen; de ware liefde immers vergaat nooit. Voorts wordt er om de getrouwe kuischheid een Sterke schans ge bouwd tegen mogelijke inwendige of uitwen dige bekoringen tot ontrouw; elke toegang wordt afgesneden aan de angstige bezorgd heid, dat in tegenspoed of ouderdom de echt genoot wellicht heen zal gaan; en in plaats daarvan treedt een onbekommerde zekerheid. Op de meest doelmatige wijze wordt ook de waardigheid der beide echtgenooten be schermd, en wordt hun elkanders steun ver zekerd, door dien onschendbaren en voor immer bestendigen band worden de gehuw den er voortdurend aan herinnerd, dat zij, niet om voorbijgaande voordeelen, of uit be geerlijkheid, doch om elkanders hoogere en blijvende belangen te dienen, in het huwelijk een levensgemeenschap hebben aangegaan, die slechts door den dood kan worden ont bonden. Zoo is ook op de beste wijze zorg gedragen voor de bescherming en opvoeding der kinderen, die jaren lang moet voortgezet worden, want de zware en langdurige lasten, welke deze taak medebrengt, worden met ver- eenigde krachten door de ouders gemakkelij ker gedragen. De voordeelen ten slotte voor gansch de menschelijke gemeenschap zijn niet minder belangrijk. Wij weten immers bij ondervinding dat de onwrikbare hechtheid der huwelijken de rijkste bron is voor een gaaf en zedelijk gezond volksleven; door het naleven van deze beginselen zijn ook geluk en heil van den Staat verzekerd; want de Staat is wat de huisgezinnen en de enkelin gen zijn, waaruit hij als een lichaam uit le dematen bestaatAl deze redenen, die steu nen op het gezond oordeel en op de dagelijk- sche ervaring, bewijzen klaarblijkelijk dat de onverbreekbaarheid van het huwelijk een noodzakelijkheid is én voor de familie, én voor de samenleving. Ongelukkiglijk treedt men deze hoofdzake lijke wet, in ons land, hoe langer hoe meer met de voeten; van jaar tot jaar neemt de plaag der echtscheidingen toe. 'Niet enkel staat de wet ze toe en maar al te vaak met een ongemeene gemakkelijkheid doch, wat nog erger is, ook de openbare meening neemt vrede met de onregelmatige toestanden en maakt ternauwernood een verschil tus schen deze en deftige huisgezinnen. Het is onbetwistbaar een onheilspellend teeken van ellendig zedenverval. Nochtans heeft Christus gezegd: Alwie zijn vrouw ontslaat en een anders huwt, be drijft overspel; en wie een vrouw huwt die door haren man ontslagen werd', bedrijft overspelNiets vermag de burgerlijke wet tegen deze goddelijke uitspraak. En zij die na het sluiten van een geldig huwelijk, de echtscheiding vóór de Rechtbank bekomen moeten zich in geweten, zoolang de andere echteling leeft, als gebonden houden, vóór de Kerk en voor God. Waar het gaat om den huwelijksband, is de Kerk steeds onverbiddelijk. Dwaling is het en, vanwege hare vijanden, vuige laster, te beweren dat Rome soms geldige en voltrok- kene huwelijken ontbindt. In die huwelij ken, verklaart de Paus, is het echtelijk ver bond voile werkelijkheid geworden, en schit tert dan ook naar Gods wil een volkomen hechtheid en onontbindbaarheid uit, die door geen menschelijk gezag kan verbroken wor den Gevallen kunnen soms voorkomen waarin het gemeenschappelijk leven, om uiterst ern stige moeilijkheden, ondraaglijk wordt: dan staat de Kerk, steeds vol teederlijke bezorgd heid, aan de echtelingen een feitelijke schei ding toe; in dergelijke gevallen ook stemt zij er volkomen mee in dat de wetgever deze toe standen in burgerlijk opzicht regele. Ook ver heugen wij ons over de wet van 20 Maart 1927, die de eischen der katholieke gewetens grootendeels ingewilligd heeft. Vermits zij van burgerlijk standpunt uit schier alle moei lijkheden heeft opgelost, zijn de geloovigen; die hun toevlucht zouden moeten nemen tot den burgerlijken rechter, er strenger toe ver plicht dan voorheen de echtscheiding niet aan te vragen De advokaten en de mannen der wet die het lot van zoovele huisgezinnen in handen hebben, smesken wij met nadruk erom, hun machtigen invloed te doen gelden opdat de echtscheidingen waarlijk een uit' zondering worde. ('t Vervolgt). Belgische Fabriek Chicorei WYPELIER-TAFFIN Naaml. Vennootschap, YPER. Heer MINISTER BALLS gaf, de verle- dene week in het Senaat, eenige nuttige wen ken en mededeelingen. Wij drukken een deel zijner merkweerdige rede over: Voor de HOP kunnen wij een oplossing vinden. De voortbrengers begrijpen hun zen ding niet. Indien de inlandsche hop tegen lagen prijs wordt verkocht, is dit hun schuld. Zij hebben gemeend dat het eenige middel om de crisis te bestrijden, bestond in het buitensporig opvoeren van de rechten op de vreemde hop: van 60 tot 1000 frank! Ik kom krachtig op tegen die verhooging. Indien de brouwers hop vonden van betere hoedanig heid, zouden zij geen hoogs vervoerprijzen betalen. Maar zij vinden die niet. Spijts de landbouwvoordrachten, zijn wij er niet in geslaagd de gebreken van de voortbrengers te verbeteren. Maar eerlang zal een koninklijk besluit worden genomen waarbij de mannelijke planten zullen verbo den worden. Ik heb specialisten ter beschikking van de landbouwers willen stellen om ze te helpen in het opsporen van veredelde soorten. Ik heb landbouwkundigen gestuurd naar het Graafschap Kent en ik denk er aan een hop instituut op te richten te Gent. Ons VLAS is van zeer goede hoedanigheid Het Russische vlas, dat tegen lagen prijs wordt ingevoerd, wordt door onze nijverheid gevraagd, ondanks zijn geringe hoedanigheid, wegens de lage prijzen. Ons vlas wordt vooral gezocht in Ierland waar er zeer fjn lijnwaad wordt vervaar digd. het rooten. en het braken van het vlas. Dit belangt vooral mijn .collega van arbeid en nijverheid aan. Ik kan alleen de verbetering van de op brengst nastreven. Ik heb proefondervinde lijke opzoekingen gelast en een station zal worden opgericht te Gent. Mijn departement zal tjrouwens vertegenwoordigd zijn op het internationaal congres van het vlas dat «dit jaar te Brussel zal gehouden wprden. Wat de AARDAPFELEN. betref t,Averd .er. ezegd dat wij do. vreemde iviuiiKarilappehi.'? moesten vervangen door Belgische. Wij bezit ten een proefstation te Orgéo bij Neufcha- teau. Doch dit volstaat niet. Wij zijn een. land dat aardappelen uitvoert. Ook is onze' cultuur van betere hoedanigheid. Trachten wij vreemde plantaardappelen in Belgie te ebruiken, en inzonderheid de plantaardap-, pelen van Hommeren. Dit is het doel dat wij nastreven want is op die wijze dat wij uilen komen tof gevraagde vervanging. Wat het vraag.;.uk van de veeteelt betreft, deze teelt werd niet zoozeer getroffen als de cultuur der graangewassen. Indien de klei streek vooral onder de crisis heeft geleden dan is het omdat de veeteelt er niet zoo uitgebreid was als in de overige gedeelten van het land. Waar er aan VEETEELT werd gedaan heeft men uitstekende uitslagen bereikt. Men moet inzien naar een nieuwe orienteering van den landbouw. De heer Leplae, directeur- generaal bij het ministerie van koloniën, stelt voor tijdelijke of bestendige weiden aan te leggen. De heeren Rasquin en Walraevens treden deze zienswijze bij. De heer Leurquin. Een weide wordt niet in één jaar aangelegd. De Minister. Dit spreekt van zelf. Doch deze raad dient in overweging genomen en het voorspel van den heer Leplae verdient onze gansche aandacht. In deze laatste weken was er een verlaging van de prijzen van het vleesch waar te ne men. Het is te wijten aan een massa-invoer van Deensch vleesch over Duitschland. Wij hebben zeer strenge controlemaatregelen ge troffen en' al het vleesch moet worden inge voerd over Montzen. Op dit gebied heeft het ministerie van landbouw al het mogelijke gedaan. Wat betreft het PAARDENRAS hebben de openbare machten alles gedaan wat van hen gevraagd werd voor de verbetering van het Belgisch ras. De uitvoer wijst op een betreurenswaardi- gen achteruitgang van 30.000 op 20.000 stuks. De oorzaak daarvan ligt in het meer der gebruik van den motor, doch zeker: landbouwwerken vereisehen nog steeds h? aanwenden van paarden. De Belgische fokkerij zal zich bij dezen nieuwen toestand moeten aanpassen. Het departement zal in den zin van de uitbrei ding van de buitenlandsche uitvoeringge- bieden gr.oote krachtinspanningen doen. Wij hebben den uitvoer bevordert en zullen daar mede voortgaan. Wat de runderen betreft houdt men zich sedert lang met de verbetering van het ras bezig. Vóór den oorlog werden sporadisch krachtinspanningen gedaan 'zonder schitte rende uitslagen. In 1920 heeft het departe ment, na een grondige studie, onderrichtin gen gegeven tot het kweeken van dieren met het dubbel doel van goede opbrengst aan vleesch en goede opbrengst aan melk. Ik meen dat wij fier mogen zijn over de bereikte uitslagen. Onze keurkoeien leveren van 4,500 tot 5,500 liter, terwijl het gewone vee slechts 3,100 liter gaf. En ook het ge halte aan vetstoffen is veel hooger. Er doen zich goede mogelijkheden voor voor onzen veestapel, die op dit oogenblik 500,000 stuks telt. Wij vragen niet beter dan onze controle uit te breiden. Doch het geldt hier vooral een industrieel vraagstuk. Er dient rekening gehouden met 1 een taailiefhebberij is. uit toerisme Wij lezen in Toerisme het flink veer- tiendaagsch tijdschrift van den V. T. B. dat de Vlaamsche Toeristenbond in het jaar 1931 drie en tachtig reizen zal inrichten, be houdens de zeer belangwekkende uitstappen welke door plaatselijke bonden zullen gedaan worden In het Reiskalender 'voor 1931 vinden wij dat op Zondag 26 Juli een treinreis zal plaats hebben van Poperinghe naar de Grotten van Han, met als leider M. P. Tamboryn. Onder den oproepVlaamsche Toeris ten, overweegtgeeft Toerisme de volgen de belangrijke cijfers: I. OPBRENGST DER BELASTINGEN OP DE AUTOMOBIELEN: 1929: in cle vier Waalsche provinciën: 26.7 miljoen; in de vier Vlaamsche provin ciën: 26,8 miljoen. 1930: in de vier Waalsche provinciën: 24.8 miljoen; in de vier Vlaamsche provin ciën 25,4 miljoen. Vergelijkt nu de opbrengst dier wegenbe lasting met den toestand der Rijkswegen in de beide landsdeelen. II. ONBEWAAKTE OVERWEGEN OF 1 DECEMBER 1930: Waalsche provinciën: 679 (tegen 1182 be waakte) 40 méér bewaakte. Vlaamsche provinciën: 1275 (tegen 1027 bewaakte)25 méér onbewaakte. III. ONGELUKKEN OP DIE OVERWE GEN IN 1929 en 1930: Waalsche provinciën: 4. Vlaamsche provinciën: 25. In het verslag van 1 Dec. 1928 voorzag het Bestuurscomiteit van Bruggen en Wegen dat in 1930 op tal van wegen in W.-Vl., waaron der de baan Yper-Rousbrugge, werken zouden moeten uitgevoerd worden. Daarvan werd schier niets uitgevoerd. In dat verslag wordt erkend dat in 1930 de toestand dan nog niet volmaakt zal zijn in West-Vlaanderen en dat belangrijke credieten zullen moeten voor zien zijn voor het verbeteren der wegen in West-Vlaanderen. Hetzelfde verslag spreekt ook van Namen. Het zegt dat in die Waalsche provincie al niet veel meer zal te doen zijn op het einde van 1929. Welnu voor Namen wordt voor 1931 de som voorzien van 12 millioen frank. En V/est-Vlaanderen, waar nog zooveel te doen is, West-Vlaanderen krijgt juist hetzelfde bedrag als de Waalsche provincie Namen En geen cent méér. Wie weet van welk belang de wegen zijn in dezen tijd, kan hieruit toch maken dat er werkelijk nog grieven zijn in Vlaanderen en dat de Vlaamsche beweging verre van EEN APOSTEL DER VREDE. Een Engelsche scheepskapitein Robinson heeft bij testament zijn vermogen van ruim 7 duizend pond sterling ter beschikking ge steld der Duitsehe regeering, die het bedrag moet aanwenden ten bate van Duitsehe oor logsverminkten. Dit deed hij omdat hij zelf de treurige toe standen in Duitschland in de jaren na den oorlog had leeren kennen en dat hij het juist achtte'zijn gold aan de Duitsehe oor-, logsvërmmkte'n te vermaken. In zijn testament staat dat het overwin nende en welvarende Engeland zonder moei lijkheden wel in de gelegenheid zou zijn voor uujn eigen oorlogsverminkten te zorgen. EEN ZWAAR VONNIS. Donderdag werd te Gent behandeld de zaak ten laste van Bouwmeester Herman Van Ooteghem, leider der Vlaamsche Wachten van Gent en F. Van de Kerckhove, U. Van Lierde, Jos. Hellebuyck en Van de Cauter. Alle vijf zijn beticht van smaad aan de politie en opstand in bende en Van Oote ghem voor het dragen van een verboden wapen. De feiten hebben zich voorgedaan te Gent dén 23 December, dag waarop er door de V. O. S. en de vlaamsche studenten een hul debetoon op touw gezet was ter eere van Prof. Dr Frans Daels, bij zijn bekroning met een Franschen prijs voor een ingediend werk over den kanker. Tijdens het verhoor getuigde Dr Fr. Daels dat het een vreedzaam huldebetoon was en dat de gendarmen te werk gingen als echte uitdagingsagenten. Het verboden wapen, waarvan Van Oote ghem bleek drager geweest te zijn, was niets anders dan eene rijzweep! Tijdens de schermutseling werden acht Vlamingen gekwetst. Geen enkele agent liep een schram op. Beklaagden werden verde digd door M. Leuridan en M. Stragier. De Rechtbank, aannemende verzachtende omstandigheden en gezien het goed gedrag der betichten en aangezien de betichtingen vansmaad en verboden wapendracht ver vallen enkel de betichting blijft van opstand in bende met verscheidenen, zonder wapens, verwees Van Ooteghem tot 3 maanden gevangenis straf. Van de Kerckhove, Van Lierde, Helle buyck en Van de Cauter elk tot 1 maand ge vangenisstraf. Zij worden daarbij gezamen lijk veroordeeld voor de kosten van het ge ding. Alles en voor allen onvoorwaardelijk. De Vlamingen van Diksmude, werden te Veurne onvoorwaardelijk veroordeeld. De Vlamingen van Gent, spijts alle mogelijke verzachtende omstandigheden, werden ook onvoorwaardelijk veroordeeld. Als dat ding, dat den naam draagt van voorwaardelijke veroordeeling niet verlo ren geraakt is, dan zullen de Vliegers van Diksmude en de Bommenwerpers van Brus sel natuurlijk ook onvoorwaardelijk moe ten krijgen. De charge van Diksmude had plaats den 24 Oogst 1930. Slechts in Februari 1931 kwa men de Vliegers voor het Gerecht. Nu is hunne straf, als zij er eene zullen krijgen, nog niet gekend. Het vredig betoog voor Dr Daels had plaats den 23 December 1930. Spijts hun goed ge drag weten de vlaamsche studenten het nu reeds dat zij één of drie maanden onvoor waardelijk moeten zitten. Het zal zeker ook de schuld der Vlamingen zijn, als in Vlaanderen de eerbied voor het Gerecht naar de vaantjes gaat? Of wordt er enkel gewacht op daden die betreurenswaardig en niet te herstellen zijn, om van hooger hand eens flink te kunnen doortasten. Het is altijd gevaarlijk van met vuur te spelen. Zijn feiten, als hierboven aangehaald, nu de uitslagen van de steeds beloofde tegemoet koming aan de wettige verlangens van het Vlaamsche Volk? diging van Jezus' Plaatsvervanger op aarde, het apostolaat beoefenen van den christene vrede: dat wil zeggen van de vrede gegrond vest op de beginselen van de christelijke leering. IN DE KAMER: KRITIEK. M. Renkin, katholiek, oefent scherpe kri tiek uit op het beheer onzer spoorwegen. Zoo de Nat. Maatschappij van Spoorwegen zich inbeeldtdat de Minister en het Parlement niets meer $e zeggen hebben, zoo. moet daar tegen verzet, worden aangetoe' .end. Dè-.over- naine is wel aldus verstaan dat, zooals vroe ger, het recht op toezicht behouden blijft op den aankoop van het materiaal, op de uit te voeren werken en op de leeningen. De spoorwegen zijn zeker het kostbaarste deel van ons nationaal bezit, en dat mag aan de kontrool van het Parlement niet onttrokken worden. (Ongeveer heel de Ka mer, de minister van Spoorwegen inbegre pen, juichen toe). VOOR DE ZWAKZINNIGEN. M. Jean Bodart, verslaggever der begroo ting van 't Arbeidsministerie, had nuttige toelichtingen bezorgd over interpretatie en toepassing van het Fonds voor Gebrekkelij- ken en Verminkten. De volksvertegenwoordi gers zijn erop gevlogen gelijk de duivel op Geeraard. Allemaal om te zeggen dat de zwakzinnigen onder de rechthebbenden zou den moeten gerekend worden; Maar Donderdag bewees Minister Hey- man, dat daarvoor de wet zelf zou moeten gewijzigd worden. De députés sprongen er dadelijk op. De minister trachtte ze te tem peren, zeggende dat men toch eerst een ernstige proef moet laten gebeuren. Bij de bespreking der wét had men op tien duizend beneficiairs gerekend. Er zijn 40.000 aanvra gers, en 't getal beneficiairs zal vermoedelijk gaan tusschen de 25 a 30.000. Bijna driemaal zooveel als eerst voorzien was. Die bespreking getuigt niettemin van de groote bezorgdhed der député's voor.de men- schen die zich bij hen kwamen beklagen. lasaaasaaissiiBgaffisssaflssangisisssi Koopt geen Ontroomer vooraleer gij den met verlaagden melkbak draaiende op eene spil die den laat- zien werken DE KLUCHT DER LEGION NATIONALE» Jules Vandeputte en Jacques Parent, de mannen van de Légion Nationaledie aangehouden werden, omdat ze een ontplof fing veroorzaakten in de lokalen van het Na tionaal Radio-Instituut, verschenen Donder dag voor de Raadskamer te Brussel. Na het verslag gehoord te hebben van den Onderzoeksrechter Van Laethem en de eischen van den eersten substituut Mom- maerts, beval de Raadskamer de voorloopige invrijheidstelling van de twee beklaagden. Spijtig voor hen ging' de Prokureur des Ko- nings daarmede niet akkoord. Hij teekende beroep tegen dat besluit. Nu blijven de twee fameuze heeren zitten, totdat zij in beroep vóór de kamer van inbeschuldigingstelling zullen verschijnen. Om de aandacht af te leiden van de aan houding hunner voormannen hebben de Lé- gion-hélden een nieuwe klucht uitgedacht. Een zekere Tops zou ontvoerd zijn, terwijl dezes zwager Van Wynsberghe eene klopping zou gekregen hebben. En dit was natuurlijk het werk der Vlaamsche Nationalisten». Van geheel die historie was niets waar. De Brusselsche politie werd door de Légionman- nen flink voor den aap gehouden. De Brus selsche politie, wier hoofd M. Max, de be schermer der Légion is .heeft eene heerlijke gelegenheid gemist om eens ferm op de Vlamingen te trommelen en de Légion Nationalewordt door deze kale geschiede nis opnieuw aan de openbare bespotting prijsgegeven. NAAR CHRISTENE VREDE. Vrede of oorlog?? Monsterachtig vraag- teekendat volgens de krachtige uitdruk king van Z. H. Pius XI veertien jaar na het oorlogsbloedbad in Europa, wederom wordt gesteld. De Paus van Rome zegt dat hij niet kan gelooven dat er op onze dagen één Staat zou gevonden worden, die deze verpletterende verantwoordelijkheid zou durven op zich ne men van de menschheid wederom uit te moorden en zich meteen te zelfmoorden Hij erkent niettemin dat het onmogelijk is voor de volkeren dat zij de rust der orde en der vrijheid, noodig tot het wezen der vredegenieten zoolang zij blijven toelaten dat een antisociale en antigodsdienstige pro paganda gevoerd wordt door vrijmetselarij en allerhande opstandige elementen. Onder voorwendsel van vredesactie maar in feite uit volksvleierij, wordt door overdreven pa cifisten het gezond begrip van het vaderland afgebroken en meteen de plichten tegenover het land ondermijnd. Wat zullen wij daar tegenover stellen? Wij zullen naar de uitnoo IN ENGELAND: FINANCIEELE CRISIS. Op een besloten vergadering, van de parle mentaire labour-partij gaf Snowden nadere toelichting op zijn bekende rede van 11 Fe bruari. Groot opzien moet hij gewekt hebben door zijn verklaring, dat het tekort op de begrooting hoogstwaarschijnlijk veertig tot vijftig millioen pond zal bedragen. Hij verklaarde echter, dat hij niet van plan is, de salarissen of de schadeloosstel lingen voor de werkloozen te verminderen. Hij sprak plechtig over de tegenwoordige financieele crisis en waarschuwde voor de gevaren van een nieuwe inzinking. Hij liet ook doorschemeren, dat het nood zakelijk zal zijn, de belastingen te verhoo- gen, teneinde de begrooting in evenwicht te brengen. Volgens de laatste berichten, zou hij ech ter de hoop hebben uitgedrukt, dat het niet noodig zal zijn, de rechtstreeksche belastin gen te verhoogen. Het offer, dat de arbeiders te brengen zul len hebben, zal de tijdelijke staking zijn van de plannen van sociale ontwikkeling. Snow den liet doorschemeren, dat hij geen 'enkele mogelijkheid ziet, om den toestand onmid dellijk te verbeteren en dat het aantal werk loozen eerder dreigt toe te nemen dan te ver minderen. De Kanselier van de Schatkist wees op nieuw op de noodzakelijkheid, om te bezui nigen en verklaarde tenslotte, dat hij geheel en al bereid is, om zijn ontslag te nemen, als een ander zijn post wenscht over te nemen. Verschillende sprekers leverden kritiek op deze rede, maar een verzoek om een nieuwe vergadering bijeen te roepen, werd verwor pen met 72 stemmen tegen 53 stemmen. DE NIEUWE REGEERING IN SPANJE. De eerste Ministerraad van het nieuwe kabinet Aznar werd Donderdagnamiddag te Madrid gehouden. Aznar heeft er een ver klaring afgelegd, waarin hij het voornemen te kennen gaf, iedere poging tot ordeversto ring energiek te onderdrukken. Hij was ech ter van meening', dat de oppositie haar be dreigingen niet in een daad zou omzetten. Het kabinet was eveneens stelig voornemens zich te beschermen tegen eiken oneerlijken aanval, en maatregelen zouden hiertoe ge nomen worden. In de allernaaste toekomst zullen de gemeenteraardsverkiezingen plaats hebben, waarop' de parlementsverkiezingen zullen volgen. Na deze verkiezingen zou men overgaan tot hervorming van de grondwet op democratische basis. De twee fracties der Catalaansche gewes ten, de Catalaansche Actie en de Republi- keinsche Actie, zullen zich samensuiten tot een groote partij, met als naam, «Catalaan sche Republikeinsche Partij BIJ DE VL.-NAT. PARLEMENTSLEDEN. De Vlaamsch-nationaie parlementsgroep van Kamer en Senaat heeft, in vergadering van Donderdag 19 Februari,besloten dat de heer Van Mierloo, senator, opgehouden heeft deel uit te maken van de groep. (De Schelde). (Vervolg op 2® blad). Zoo staat in onze steden vóór de uitstal lingen der magazijnen te lezen, 't Is het aan bod van de waren die er worden tekoopge- steld. DIT HIER IS IETS VOOR U, JONGENS EN MEISJES, en dit zeg ik bij het aanbeve len van een boek waar gij zeker uw gading zult in vinden... Doch vooreerst, laat ons 't akkoord vallen met het volgende: Jaarlijks gaan de deuren der scholen open voor duizenden meisjes en jongens wier schooljaren voleindigd zijn. Enkele onder hen voltrekken in hoogere studiën hun onder richt; andere gaan naar het kantoor, naar een bediening; sommige dwarrelen op de straten met de noodlottige gevolgen er van; het groote gedeelte, nochtans, wordt door de fabriek opgeslorpt... Dit alles maakt voortaan een nieuw ge slacht, hieruit groeit de stam welke morgen de maatschappij zal aanvullen, ontwikkelen en vormen... naar zijn beeld en gelijkenis... Naar zijn beeld en gelijkenis... En nu verschijnt de angstwekkende schim der onzekerheid: zal die nieuwe bijdrage aan de maatschappij in staat zijn om er een ge zonde grondvest van te worden? Het .valt, eilaas, niet moeilijk op deze vraag te antwoorden. Men ga eventjes, na eenige jaren, dit geslacht na. Wat is er van de eerbaarheid, van de godsdienstigheid van velen onder hen geworden? Naar den schijn beoordeelt, viert vreugde en vermaak ik zeg niet geluk voortdu rend hoogtij: 't is al luidruchtig zingenot, t is, al vrijheidsuitspatting. Doch wat zeg gen de ouders er van?... Wat zegt hun eigen geweten? En om nu van ernstige jongens en meis jes te spreken die vol gezonde idealen hun levensbestaan hebben aangevat, voor hoeve- len is alles in het loom, eentonig kantoors leven verdoofd, om over te gaan in onverr schilligheid, droomerij en levenswee, waar zij levensvreugde beoogden? Hoe kan het anders? Hebt gij het reeds anders gewaagd? En dan komt het moedeloos antwoord: Wijn zijn verplicht te doen gelijk de anderen. Gij kunt mij niets aanwijzen wat tegen ons vervelend bestand is. 'Komt hier niet af met heiligen; die vindt men in de kloosters of in stille woningen. Op het kan toor, in de fabriek bestaat dat niet, kan niet bestaan... neen... Misschien... DIT HIER IS IETS VOOR u. Er was eens... Doch merk wel op dat ik met geen sprookje met geen legende uit den ouden tijd voor den dag kom. Het is een echt, een heden- daaggsch verhaal. Over een tiental jaren verbeef in een wijk van Edimburg, een stad van Schotland, het werkmansgezin SINCLAIR. De vader ging iederen morgen uit om zijn brood -en dat van vrouw en kinderen te verdienen. Hij was straatkeerder van stiel. Moeder, vroom en zorgzaam, doch wel eens neerslachtig, had de handen vol met de opvoeding harer vijf, zes kleine kinderen, 't Is over cc-n dezer kinderen dat het ver haal, namelijk, Margaretha, een der oudste. Toen zij veertien jaar was, moest ze naai de fabriek. De fabriek stond ver afgelegen, en iederen dag, van heel vroeg in den morgen, was ze op de baan. Haar middageten nam ze 's mor gens mede om geen tweemaal den weg te moe ten afleggen. Het verging haar zooals bij haar gezellinnen: op het werk, een alledaagsche fabrieksleven. Heb ik het niet gezegd dat het HIER IETS VOOR U was? Margaretha was een eenvoudig, arm werk meisje, zooals andere, ten minste uiterlijk. Ge lijk alle meisjes hield ze van veel nette, schoo- ne kleederen. Ze hield van dans en sport dit laatste zoo algemeen in Engeland. Margaretha had kennis, zooals men zegt; zij verkeerde. Nogeens iets alledaagsch... ja, zij was verloofd... totdat... Maar dat moet ge zelf lezen in haar levensbeschrijving, want wederom DIT HIER IS IETS VOOR U, Ik wou dus dat alle fabriekmeisjes en -jon gens dit leven van nabij kenden, want daar in vinden ze meer dan de alledaagsche be schrijving van een arme werkmanswoning, met al haar ontberingen en ellenden. In die dolïe, eentonige, banale woonst glansde een zonnestraal, en die was niets anders dan het bleeke, vroolijke snoesje van Margaretha. Die glans vergezelde haar op straat, in de fabriek, aan den arbeid, en dan wederom in het schamele ouderlijk huis, bij vader en moeder, bij broers en zusjes. Dien zonnestraal bracht ze eiken morgen mede uit de kerk, en als ze de Heilige Mis bijwoonde en ter Heilige Tafe naderde al vond ze het in het eerste nogal moeliijk zoo vroeg op te staan ver-» haalt ze zelf... Margaretha was een meisje, een aantrek kelijk fabriekmeisje. Zij was niet blind, ze zag heel goed wat er rondom haar gebeurde, zoo op straat als in en buiten de fabriek,

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1931 | | pagina 1