top lie
GANDHI
GEDACHTEN
Over de huidige crisis
en de oplossing er van
De Kantennijverheid
in leper
De Banaan
DOET ZOOALS
BURGERSTAND VAN
VROUWENHOEKJE
<1 Vervolgt)
Het gaat met de hersens van een ver
standig mensch als met een salon; men
moet er niet te veel ln stoppen, daar men
èr anders een meubelmagazijn van maakt.
Als het waar is, dat de kleeren den man
piaken, zijn er veel mannen, die wel van
kleeren mochten veranderen.
IBBBBBHBflflBBEBBHElGBBaflBBEflBfl
öetmanneke
UIT D
VANDAAG
'k zeg het niet graag
sukkel 'k weêr
ne keer
met mijn maag.
Hoe komt dat? zoo luidt uw vraag.
Maar 'k beweer bij hoog en bij laag
dat, zoo mijn maag werkt zoo traag,
hetgeen ik fel beklaag,
het niet komt, omdat
'k ben geweest zat,
of een stuk gehad heb in m'n kraag,
noch dat ik heb, ge moogt het weten
te veel gegeten!
En zoo komt het, dat ik vandaag
met mijn zieke maag
zal uithangen de groote zaag
waaraan ik fel... mijn voeten vaag.
Ja, ja, m'n beste Lezers en alderliefste
Le3ereskens, ik sukkel weêr ne keer met
m'n maag, en wat wilt ge dat ik, ziek
Zijnde als nen hond, beter voortbrenge
dan langgerekt gezaagHetgeen ge,
weest er van overtuigd, niet verplicht
zijt te lezen. Daarmeê weet ge waaraan
U te houden.
e:i smijt nu om Gods wil
'k vraag het U kalm en stil,
mocht mijn gezaag
U te veel embeteeren
beste dames en heeren,
toch geenen bloempot
op mijnen kop kapot.
Want dar, zou 'k kunnen varen zooals
Lange Jef.
Hewel, Jef, zei zijnen vriend tegen
hem, ge ziet er zoo misnoegd uit en
gansch uw hoofd is omwonden, wat is
er nu gebeurd?
Wel, m'n vrouw heeft mij eenige
bloempjes toegeworpen.
Maar daardoor kunt ge toch zoo
niet gewond zijn.
Neen! maar die bloempjes... stonden
in ne grooten bloempot!
DE AMERIKANEN,
hebben een wedstrijd geopend
om te weten, welke zijn d'Europeanen
die het beste zijn bekend in dat land.
Men had tien namen gevraagd... en
met moeite kon men een lijst opmaken
van vijf europeesche personaliteiten, door
de groote massa bekend.
Het waren: 1. Seegrave, ge weet wel
dien, die daar verleden jaar verdronk
toen hij 't snelheidsrekord met de ont-
boardswilde verbeteren. 2. Carpen-
tier, de fameuze bokser van Frankrijk...
óver eenige jaartjes. 3. Lloyd George,
de gewezen engelsche eerste minister.
4. Mussolini, dien kent g'allemaal, hé.
8. Briand, de iransche minister, 't Is al.
En de mannen van de wetenschap! Die
schitteren door hunne afwezigheid, en
nochtans Pasteur... Marconni... Curie,
enz... tellen die dan niet mede?
Jef, jongen, zei Miel, ge moet 't me
vergeven dat ik U gisteren voor rhino
ceros heb uitgescholden.
In orde, vriend, ik had reeds ge
dacht dat gij U door de woede liet be-
heerschen.
Neen... ik wist niet dat een rhino
ceros zooveel waard was. Ik lees hier in
de gazet dat zoo'n dier een waarde heeft
van 75.000 frank! Als ik er ooit een te
zien krijg, maak ik heir m'n excuses!
'T SPOOKT MENSCHEN, MAAR
ge moet er niet bang, om zijn... daar
't gewis
in ons land niet is,
want
't is in Finland,
wilt ge 't me beloven
het te gelooven?
Ja, ja, in Finland is 't dat 't spookt.
De politie van Helsingfors heeft beroep
gedaan op de vermaarde Scotland Yard
van Londen, opdat deze hare beste defec
tieven naar Finland zou sturen!
Wat gebeurt er dan toch!
Spookt het er? èn of.
Op 't stedelijk berkhof,
vinden de grafdelvers k ben zelf nog
[niet gaan kijken)
armen en beenen van versch begraven
[lijken,
die bepaald
's nachts uit hun graf zijn gehaald.
Men ziet dan ook, 'k wil het U verhalen
's nachts allerlei lichtjes over 't kerkhof
[dwalen
groene en blauwe,
witte en grauwe.
Op die plaats heeft men talrijke
[politieagenten opgesteld,
maar, naar hetgeen men m'heeft verteld
hebben ze tot nu toe, mijn beste vrinden,
nog niet kunnen vinden,
wie of wat er in de graven daalt
en er de lijken uit dan haalt.
Ik ben precies van de bangste niet...
maar dat geval intrigueert mij toch... en
■k zou niet gaarne 's nachts alleen een
wandelingske doen over dat spookkerk-
hof.
Misschien zullen de mannen van Scot
land Yard dat fameuze raadsel oplossen?
Wat denkt ge zooal, als ge fier de
vaderlandsche vlag over uw regiment ziet
wapperen? vroeg de sergeant aan soldaat
Pummels, die precies van de slimste niet
wasl
Wat ik dan denk? was dezes ant
woord... wel, ik denk... dat het dan waait.
TE MEIDLENDIJK
in Oostenrijk
heeft er onlangs een fameuze wedstrijd
plaats gehad, en 'k ben bereid,
't is met veel planzier da'k het U zeg,
U er over te geven eenigen uitleg.
Die wedstrijd bestond in het uitkiezen
van de dikste vrouw van Weenen en de
kleinste man van Weenen. Daar werden
schoon prijzen uitgeloofd en de deel
neemsters en deelnemers lieten zich niet
wachten! De eerste prijs, voor de vetste
vrouw, werd toegekend aan Sofie Scho-
nauer, 35 jaar oud, die zoo maar 140
kilokes weegt. Zij is weduwe sinds drie
jaar... avis aux amateurs! Drie andere
vrouwkens... wogen onderscheidelijk 136,
134 en 133 kilos. Die drie jonge dochters
gaan binnen 't kort in 't huwelijksbootje
stappen.
De kleinst# man van Weenen is 1 m. 05
groot en 43 jaar oud.
Wat zegt ge? Dat dat U allemaal wei
nig of niets schelen kan? Gij hebt over
schot van gelijk! Maar 'k had U op
voorhand gezegd, hé, dat ik vandaag ging
zagenzooals nooit te voren
En om voort te gaan.
MIJNHEER PUMMELS had een occa
sie-auto gekocht, maar spoedig bleek het,
dat het rammelding dertien meesters had
gehad, want mijnheer Pummels, had met
zijn koopje alles behalve geluk.
Er moet aan 't ding iets mankeeren,
dacht hij, en 't beste is dat ik een spe
cialist raadpleeg.
De specialist keek eenige minuten het
het autootje aan, klopte eens hier, en
klopte eens daar. 't Piepte en 't knarste
overal. De claxon, 't was een fonkelnie-
we, maakte een heel vreemd effect op
't overige.
Dat is een heel goede claxon, sprak
de specialist. Wat zoudt g'er van zeggen,
mijnheer... als we daar eens een nieu
we auto aan maakten?
VOOR DEN OORLOG
waren er in Belgie toch,
(ge moet daarvoor de statistieken kennen)
rond de 12 miljoen hennen
sedertdien zijn er potdomen
nog 8 miljoen bijgekomen.
Hetgeen maakt dat we tegenwoordig in
ons land met 20 miljoen kiekens op ons
kot zitten, kiekens met vleugels en plui
men wel te verstaan, want indien we er
d'andere (ge weet wel de tweevoetige
zonder vleugels!) moesten bijvoegen we
zouden al 'n ander getal hebben.
De jaarlijksche voortbrengst is zeer
veranderlijk, maar men mag, zonder
vrees voor overdrijven, schatten dat ieder
kiek gemiddeld 100"eieren per jaar voort
brengt.
In ronde cijfers is onze Jaarlijksche
eieropbrengst dus van rond de 2 mil-
jards.
Nog iets dat ge weet zie... als ge 't nog
niet wist!
EEN HONDENLIEFHEBBER zei eens:
mijn hond verzorg ik als mezelven... ik
wasch he a elke maand!
EEN VROUW was getrouwd met een
man (dat gebeurt alle dagen!) die
's avonds laat naar huls kwam... en
in welken staat? Om hem die treurige
gewoonte af te leeren, besloot zij hem
op zekeren avond eens te verschrikken.
Zijn maakte heur gezicht zwart, nam
een bezem in de hand en ging dicht bij
het huis, achter een boom staan.
Toen haar man kwam aangewaggeld,
ging zij opeens vóór hem staan en stiet
een afschuwelijk gehuil uit.
De man scheen echter niet bijzonder
schrikachtig te zijn, want hij vroeg heel
beleefd
Ei, kijk eens aan... wie zijt ge eigen
lijk?
Ik ben de duivel ln eigen persoon,
antwoordde de vrouw!
Kijk, dat treft... dan zijn we nog
familie want ik ben met uw zuster ge
trouwd.
EEN GOED NIEUWS, m'n beste vrinden
zult g'hieronder gaan vinden!
't zal bijzonder plzelier doen
'k zeg het met veel fatsoen
aan hen, 't zij groot 't zij klein,
die er mede geplaagd zijn!
En welke is dat fameuze goed nieuws
nu? zult ge vragen! Luistert: de vlooien
zijn aan 't uitsterven. Serieus waar, zulle!
Verscheidene duitsche geleerden (hm!)
besiudeeren sedert enkele Jaren de oor
zaak der sterfte ln massa van deze lieve
beestjes. Ze hebben gevonden dat de
oorzaak toe te schrijven is aan een ziekte,
de pest namelijk, die onder de vlooien
heerscht.
Is dat geen goed nieuws? Ten minste
toch, als er zich onder mijne beste
Lezers of alderliefste Lezereskens geen
directeur of directrice van nen vlooien-
treater bevindt. Want voor hen ware 't
de faljiet, daar de vlooien, sedert 't be
kend is, dat ze stilaan allemaal verdwij
nen, fel opgeslagen zijn!
E!EN ONDERWIJZER spreekt in de
klas tot zijne leerlingen: Gij verwisselt
telkens gisteren en morgen. De zaak is
toch zoo eenvoudig; luistert nu edis goed:
Eergisteren was gisteren gisteren en eer
gisteren vandaag, vandaag was eergiste
ren overmorgen en gisteren morgen en
is morgen gisteren en overmorgen eergis
teren; morgen is overmorgen gisteren en
was gisteren overmorgen; overmorgen is
morgen morgen en overmorgen vandaag.
Voila... 't is simpel als bonjour, hé. Ik
begrijp niet hoe ge U nu nog, na al dien
uitleg vergissen kunt!
ER WAS eens een man die niets voelde
voor de Missie. Op zekeren Zondag zat
hij ln de Mis toen de collectant bij hem
kwam:
Ik geef nooit aan de Missie, zei
de man.
Neem dan maar iets uit de bus,
-11-31. - Ï)E POPERINGENAAR. - N' 45. - Er. 5.
Mengelwerk van De Poperlngenaar 10
Oorspronkelijke Detective -Roman
door
WILLIAM HOLT.
Ja, mijn vader was daarvan evenzeer
overtuigd. Toen hij volwassen was begon
hij opnieuw zijn pogingen, die weer alle
mislukten. Dit knakte zijn gezondheid.
Daar kwam vooral bij de groote onrust
die hem bezielde, dat anderen dan hij
zich dien schat zouden toeëigenen. Want
anderen wisten er van en allereerst zijn
stiefoom, die indertijd met zijn vader de
reis ondernomen had en wien mijn vader
rerdacht, dat hij misschien wel de hand
zou hebben in diens onverwachten dood.
Mijn vader stierf Jong en hij liet slechts
twee weezen achter, twee onervaren meis
jes, want mijn moeder was reeds eerder
gestorven. En bovendien liet hij ons die
ellendige papieren, die nu al een eeuw
lang bijna onze familie geluk en rust
ontnemen en waarvan het bezit ons nood
lottiger werd dan we ooit vreesden. Na
den dood van vader hebben mijn zuster
en ik besloten, dat wij ons niet druk
zouden maken met de verovering van dat
ellendige goud. Mijn zuster noch ik had
den er behoefte aan. Wij erfden van
moeders zijde na haar dood een aardig
kapitaaltje, dat wij besloten te gebrui
ken niet om misschien toch weer ver-
geefsche pogingen te doen tot verkrijging
van den schat. Maar hoe dwaas het u
moge lijken, toch vervolgde de gedachte
aan dat ellendige goud ons eiken dag. En
niet ons alleen. Want ik heb u nog ver
geten te vertellen, dat ook de zoon van
den man, die mee naar Rusland ging om
de schat te zoeken, nog altijd op het geld
aast. Gij kont hem?
Is dat De Montorgueil?»
meneer, fluisterde de collectant terug, de
opbrengst Is toch...<yoor de heidenen!
Voorwaar een mooie les!
IETS DAT MEN TOT NU,
(met een lach
zeg 'k het U)
maar weinig zag,
ls, een vrouwentweegevecht
en dat verschaft mij oprecht
veel vreugd
en deugd.
(Niet een vrouwentweegevecht, maar
't feit dat 't zoo zelden voorkomt). En
als ik van tweegevecht spreek dan be
duid ik hetgeen z'in 't fransch een
duelnoemen met getuigen en gansch
de santeboetiek erbij, maar niet een ge
vecht van twee twee buurvrouwen in
't midden van de straat...!
Over eenige dagen heeft er zoo'n
duelplaats gehad ln Hongarië. Twee
jonge dametjes hadden ruzie met elkan
der gekregen... Allee, ze zouden zich elk
ne revolver en kogels koopen, en de zaak
ergens ln 'n weide gaan afhaspelen... Ze
schoten dus, en d'een hare kogel vloog
zoover mis dat hij ginder ergens een
kalf ging treffen dat in de welde bezig
was aan zotte kuren uit te richten,
d'andere had beter gemikt en had een
stuksken van d'oor van haar tegen
streefster kunnen meêkrijgen. Er waren
gelukkiglijk geen dooden te betreuren,
behalve 't arme kalf...!
VAN KALF GESPROKEN.
Ander half kalf half en een half kalf
half, hoeveel kalveren zijn dat?
Da's één kalf! Dom, hé?
TOEN VICTOR HUGO verbannen was
zat hij eens te dineeren. Onder het
diner kwam er een gebuur tot bij hem
en sprak hem toe:
Mijnheer, ik ken U niet, maar ik
zou durven wedden dat gij Franschman
zijt.
U hebt Juist geraden... maar hoe
weet gij dat?
Omdat gij zooveel brood eet.
Na het ontbijt gaat Victor Hugo tot
bij den voornoemden en spreekt hem toe:
Mijnheer, ik zou durven wedden dat
gij een Dultscher zijt.
JuiSt geraden, aan wat ziet gij dat?
Omdat gij veel van alles gegeten
hebt!
Ontvangt m'n beste wenschen
want daarmeê m'n goede menschen
gaan we voor vandaag weêr sluiten
zacht en stil ls 't weêrtje buiten,
en Marenta en ik
gaan potverdik
al rap een "wandling doen
want w'hebben 't alle bel vandoen.
't Manneken uit de maan.
(■BSBBiSBEQBaBEBBaasHBBSBaBBa
ZITDAGEN
Dr BRUTSAERT, Kamerlid, is spreke-
lijk voor iedereen:
Te POPERINGE, in zijn huis, 's mor
gens, den Maandag en Vrijdag.
Te WERVTK, den 2" Zaterdag der
maand, yan 9 tot 12 uur, in Het
Kapitel
Te IEPER, den 1° en 3" Zaterdag der
maand, van 9 y2 tot 12 uur, in den Ka
tholieken Kring.
HSBQBBBaEaaasEasaassssiKaEaas
Een vriend, die in betrekking is met
veel handelaars, schrijft ons het volgende
over de huidige crisis:
Toen voor een paar jaren de nu heer
schende crisis voorspeld werd, geloofden
daar weinig menschen aan. Het was de
«overproductie», beweerden bevoegdhe
den, die veel nijverheden zou stilleggen.
Maar op het oogenblik dier voorspel
ling woedde de beurskoörts in hare volle
hevigheid. Jong en oud, rijk en arm, in
gansch de wereld, waren er door aan
getast.
Wie tijd had kon zijn dagblad van
's anderdaags niet meer afwachten, en
liep naar de staties om een beursblad,
ten einde dadelijk den toestand te kun
nen bespreken. Ze waren allen beurs
mannen geworden; ze kochten en ver
kochten volgens deaanduidingen en ge
gevens; zelfs de werklieden die nog eeni
ge spaarcenten bezaten, riskeerden ook
hun potje. Ze zouden het op enkele we
ken zien verdubbelen, en de handelaars,
die nogal veel geld verdienden, deden ook
mede. Waarom niet dan? Er was toch
immers, op korten tijd, groot geld te
winnen!
Maar aan alles komt een einde! Het
kon niet anders, want sommige papier
waarden van inrichtingen en werkhuizen
in den lande, en niet minder in den
vreemde, stonden vijf- tot tienmaal bo
ven hunne eigenlijke waarde gekwoteerd.
Als iemand op een eigendom die 100.000
frank waard is, hoogstens 50, als 't-tVel
gaat 60 ten honderd hypotheek kan krij
gen, waarom waren de meesten toch nog
zoo naïef om tot tienmaal de waarde te
betalen van iets, dat zij niet eens wisten
hoe het in den haak zat en hoeveel
waarde het had?
Doch terzake. Het grootste deel der
menschen in gansch de wereld heeft zijn
eigen geld verspeeld en dat welke het
zoogezegd gewonnen had. Voor het laat
ste geld is het nog zoo erg niet, maar
voor het eerste (zijn bezit) is heel wat
anders.
En de handel de handelaars, zullen
wij zeggen heeft daaraan mede ge
daan. Nogmaals waarom niet dan? Hun
gebuur deed het ook. Hun gebuur werkte
niet en zou straks nooit meer werken.
Sommige geburen verkochten zelfs hun
eigendommen, ten bate van de specula
tie, en waarom zou de handelaar nu ook
geen beetje geld in dergelijke operatie
steken, geld dót zelfs anders aan zijn
bedrijf moest ten goede komen? Het
bracht drie- tot viermaal meer op! Wie
kon er weerstaan en hoe verlokkend was
het niet?
Ja, hij heeft vooral niet meer geweten
dan zijn vader en aast op het geld. Ik
vrees, dat hij den dood van mijn zuster
op zijn geweten heeft. De tweede, die
alles doen zal om de papleren te verove
ren ls Dimltrl, de man van mijn zuster .Het
spijt mij het te moeten zeggen, maar hij ls
een even groote schurk als De Montor-
guell. Dimltrl ls, gij weet het, een Rus en
hij trouwde mijn ongelukkige zuster, naar
ons later bleek alleen om het geld, dat
hij meende te zullen veroveren.
Wist hij daar dan lets van?
Jahoe dat, ls mij een raadsel, maar
hij wist er van. Nu ligt hij gewond in
het ziekenhuis, doch als hij beter is zal
hij meenen, dat De Montorgueil de pa
pleren heeft, zooals deze meent, dat hij
ze ln zijn bezit heeft. Dat geeft dan tus-
schen die belden een strijd op leven en
dood, maar wee mij als zij er achter ko
men, dat ik ze ln mijn bezit heb.
<i GIJ zijt er bang voor? vroeg Jac,
Jaantwoordde zij.
ti Welnu, dan zeg lk u nogmaals, geef
mij die papleren. Ik zal ze voor u be
waren en gij kunt met een gerust ge
weten zeggen, dat gij ze niet meer hébt.
Als gij De Montorgueil zegt, dat lk ze
heb, zal hij u gelooven, want hij heeft
reden om het te gelooven.
Maar lk heb u Immers uiteengezet,
waarom lk u dien last niet opleggen kali.
Het zou u ta groote gevaren en moeilijk
heden brengen, grooter dan gij meent
en...
En het zou u heel wat rustiger ma
ken. Welnu geef ae mij, zal de heeren
wel van mij afhouden en kt zal ae heusch
niet inkijken.
Ozeide zij, lk vertrouw u volko
men. Als gij ze voor mij bewaren zoudt,
hadt gij ook het recht er Inzage van te
nemen. En dat was misschien goed ook,
want lk heb u alles verteld ln zeer breede
trekken en veel bijzonderheden vergeten.
Er ls nog veel wat u onverklaarbaar voor
komen moet.
i Welnu geef my dan de papleren. En
nog Iets meer zou lk u willen vragen. Geef
TiswEsnaMEHsasHSBBBiiiaMMEiaa
mij het recht er mee te handelen. Als
dan voor u een groote goudschat daar
ergens nu al een eeuw verborgen ligt, laat
lk dien dan voor den dag brengen.
Het meisje tegenover hem aarzelde.
Gij weet niet, wat gij vraagtzeide
zij, gij zoudt door die taak op u te ne
men u zelf aan een groot gevaar bloot
stellen.
Welnu, dat wil lk gaarne doen voor
u. Gij staat geheel alleen op de wereld,
gij heb vijanden, wel laat lk uw bescher
mer. Gij weet...
De jonge dame maakte een afwerende
beweging.
Neen zeide zij, spreek daar nu niet
over, gij weet, dat lk uw aanzoek heb
afgewezen. En dat wij goede vrienden
gebleven zijn op deze voorwaarde, dat
gij daarop niet terug zoudt komen.
«Nu, g;oed «^antwoordde Jac., «maar
dit mag ik u toch vragen, dat gij u van
het gevaarlijke bezit dier papieren ont
doet en dan dat gij ze mij toevertrouwt.
Ik heb ze voor u weggehaald uit dat huis,
ik heb dus in zekeren zin den plicht u
tegen de nadeelige" gevolgen ervan te be
schermen.
Zij dacht eenige oogenblikken na.
Uw redeneering ls niet bepaald lo
gisch zeide zij, evenwel, ik geef mij
gewonnen. Gij zult die papieren voor mij
bewaren. Meer nog, gij moogt er mee
doen, wat gij dienstig oordeelt, gij moogt
pogen het goud op te sporen. Maar op
één voorwaarde
En welke is die voorwaarde? riep de
ander verheugd.
Dat daarna gij voor uw werk de helft
van den schat nemen zult
Jac. glimlachte.
«Dat kunt gij onmogelijk meenen. Als
man van eer, zou ik...
Hoor eens, laat lk u nog eens duide
lijk en precies de zaak voor oogen stel
len. Wij staan volkomen vrij tegenover
elkander, niet waar?
Ja. dat ls te zeggen, ik heb u...
Y/ij zijn groote vrienden, meer niet.
En ais zoodanig J»«bt gij mij reeds een,
Opeens stortte alles als een kaarten
huis ineen. Papieren die 1000 frank no
minale waarde hadden en tot 6 en 7
duizend gekwoteerd stonden, vielen tot
onder hun nominale waarde.
Met leede oogen zag men nog de beurs
na in de dagbladen. Na twee maanden
lag het geheel stil; men zweeg, men dierf
het aan den gebuur niet zeggen; moge
lijks zou het beteren!
In de handelsmiddens bezagen man en
vrouw elkaar. Verdwenen waren de zuur
gewonnen gelden. De vrucht van veel en
lange jaren werk, was gesmolten gelijk
sneeuw voor de zon. Wat was er niet ver
loren? Edoch, te laat er over gejammerd.
Het kwam er uit: «Hadden wij nu eens
koopwaar gekocht, die hield toch hare
waarde!
Maar juist in dien tijd bestond er rèèds
crisis in sommige nijverheden. De be
voegdheden gaven alle redenen op; fgeen
middelen mochten gespaard worden om
den geesel der dreigende crisis tekeer te
gaan. Maar hoe en op welke manier?
Zulks is nog uit te maken!
Intusschen kochten de handelaars geene
producten meer, daar zij hun beschik
baar geld in beursspeculaties hadden ver
spild. De grootnijverheid (fabrikanten)
miste de noodige kapitalen om voort
grondstoffen te koopen en stock te laten
fabrikeeren.
Wie honderd werklieden in dienst had,
kon het met de helft of nog minder doen.
Enkel het noodige werd bewerkt. Er was
geen vraag naar productie door den han
delaar. Falingen op falingen werden aan
gekondigd. Wissel en nog wissels keerden
terug. Altijd gebrek aan geld, en leenin
gen kon niemand bekomen.
Zoo leven wij reeds meer dan een jaar!
Maar vervolgen wij verder:
Bil tal mijner klanten zag lk, in hun
steeds goed voorzienen winkel,, weldra de
ledige doozen verschijnen; het noodige
werd slechts gekocht, niet omdat de
werkman of bediende om dit noodige niet
kwam, maar omdat de handelaar eerst
zijn debet moest vereffenen en niet kon
koopen. Eerst geld en dan wellicht zou
bij hem de lust terugkomen om koop
waar binnen te stapelen, dus zijn kapi
taal in zijn eigen zaak te steken en niet
in dat van anderen.
En, inderdaad, zoover ls het nu, na
meer dan een jaar gekomen, dat de han
delaar weer min of meer vlot ls geraakt
er zijn uitzonderingen en geen pa
pleren meer koopt, doch weldra zooals
het steeds was, genoegen zal vinden dat
zijn winkel, zijn bedrijf, vol zal steken
met allerhande koopwaar, en DIE pro
ducten, en NIETS anders, zijn fortuin
zullen uitmaken.
Menschen met klein begrip roepen dat
de fabrikanten werk zouden moeten ge
ven; wij antwoorden daarop: dat zulks
onmogelijk is.
Wanneer de handelaar aankoopen zal
doen, en hij is reeds op dit oogenblik
zachtjes herbegonnen, zullen ln de fa
brieken de schouwen zooals vroeger roo-
ken en zullen de machienen weerom van
den Maandag tot den Zaterdag ronken.
En de handelaar zal op geen specu-
lêeren meer denken. Slaat eene koopwaar
nu soms enkele centiemen af ze kan
ook opslaan, zooals het, ten andere, in
den handel gebeurt dan zal hij een
deeltje verliezen, en niet meer, zooals
voor een paar jaren, alles of, ten minste
de 9/10 van zijn kapitaal kwijtgeraken.
Dat werd mij verzekerd door vele, Zeer
vele handelaars, en ik meen dat het 't ge
dacht weergeeft van allen.
De handelaar heeft verloren, schrikke
lijk verloren^ en zal er, in een onafzien-
baren tijd. niet meer aan denken nog te
speculeeren.
Zijn handel is zijn fierheid, zijn glorie,
zijn leven. Wat hij wint, wat hij beschik
baar heeft, moet in zijn zaak komen. Een
vol magazijn, geen ledige doozen of loka-
rissen zonder koopwaar. Dan zal hij de
crisis tekeergaan en zullen wij het le
gioen werkloozen, waar ten slotte toch
de handelaar de gebroken potten voor
betaalt, met rassche schreden zien ver
minderen, niet alleen hier maar in alle
landen.
Het is onbetwistbaar dat de werkman
er genoegen in vindt te kunnen koopen
ten einde zijn stoffelijken toestand te
verbeteren. Koopen nu de handelaars zoo
veel zij kunnen, dan komen alle standen
weer boven, zooals vroeger. Zoo doende,
verbeteren de handelaars hun eigen toe
stand, dezen van de samenleving en de
zen van gansch het land. Dan ook zal
het uit wezen met toelagen voor dit en
toelagen voor dat. Het geld dat wij voor
s lands onderhoud te betalen hebben, zal
in nuttige en noodzakkelijke werken over
gaan, die ons, zooniet rechtstreeks, dan
toch altijd onrechtstreeks ten goede ko
men.
Met genoegen zou ik willen lezen of
iemand bovenstaande kan weerleggen.
Hadden allen, zooals lk, den mond en
het hart van ontelbare handelaars hoo-
ren snreken, wat zouden ze aardig op
kijken.
En voor 't laatste geen zwarte wolken
bij den handelaar. Zijn zaak, zijn eigen
bedrijf boven alles, dan krijgt de crisis
toch langzaam den genadeslag en be
hoort het woordje crisis tot het verleden.
D.
[Gebruikt Chicorel WYPELIER-TAFFIN
't is öe beste.
VERSCHRIKKELIJK ONGELUK
TE GENT
Vrijdag namiddag, om 4 u. 30, klom de
jarige knaap Van Meerschut Jozef, wo
nende Galglaan, 33, ter stede, op een wa
gen in de St Pieters-Aalststraat. Opeens
viel hij er af en een der wielen reed
over zijn hoofd.
Enkele oogenblikken nadien gaf het
jongentje den geest. Geneesheer De Beer
werd ontboden, maar kon slechts den
dood vaststellen.
grooten dienst bewezen. Nu heb ik recht,
ten minste dat neem ik aan, op een groo
te som gelds, die ik mij echter alleen
nooit veroveren zal. Daarom sluit lk met
iemand, dien ik volkomen vertrouwen
kan, een overeenkomst, een contract. Hij
zal trachten dien verborgen schat voor
mij te vinden. Hij neemt op zich de ge
varen die er aan verbonden zijn, loopt
de kans op groote teleurstelling en be
dingt als loon de helft van hetgeen hij
voor mij verkrijgen zal
Oh, dwaasheid, de helft is veel te
veel.
Zeker niet. Ten eerste weet gij niet
hoe groot de schat is, tweedens is het
zeer goed mogelijk, dat al uw pogingen
mislukken en dan is alle moeite tever
geefs, terwijl derdens het risico zeer groot
is.
Maar hoor nu eenszeide Jac. over
redend, ik beken u, ik wil dolgraag die
papieren van u hebben en zal mij door
uw vertrouwen zeer vereerd gevoelen. De
zaak lijkt me zeer avontuurlijk en lk heb
er erg veel zin in, juist omdat er ook
eenig gevaar aan verbonden is. Maar lk
mag van uw zwakheid geen misbruik ma
ken, door mij een loon te bedingen, dat
wellicht geheel onevenredig zou zijn aan
het werk dat ik te presteeren heb. Ver
onderstel, dat die verborgen goudschat
groot is.
Hij is groot.
«Neem aan een millioen...
Hij is grooter, meent men.
Welnu, meer dan een millioen, en
meent ge, dat ik daarvan de helft voor
mij zou nemen. Neen, dat kunt ge niet
meenen. Als ik op uw voorwaarde inging,
zoudt ge immers alle vertrouwen in mij
moeten verliezen en zoudt ge moeten
meenen, dat ik ook door de zucht naar
dat geld was aangegrepen en niet han
delde uit belangelooze vriendschap. En
toch niet om wille van geld, doch alleen
om u...
Ja, ja, dat weet lk wel, maar hoezeer
het mij ook spijt, lk zal dan dien last al
leen moeten dragen en ln anest verder
De Iepersche kant ls tegenwoordig nog de
bijzonderste tak onzer nijverheid. Zij is
onder alle andere kanten steeds geleend
als de schoonste en zulks om de fijn- en
regelmatigheid van hare vierkante mazen
en om de mooie versieringen. Hier wordt
alles met de hand en met denzelfden
draad vervaardigd zoo voor het net als
voor de bloemen. Het net van de Brussel
sche kant integendeel is met de machien
gevlochten en de met de hand gemaakte
bloemen en versieringen worden er nader
hand opgelegd. Te Mechelen zijn de bloe
men met groven, het netje alleen met fij
nen draad gemaakt. Daartoe zijn enke'
vier klosjes noodig. Hier in leper gebruikt
men voor het netje acht klosjes en voer
de bloemen heeft men er een onbepaald
getal van doen.
De Iepersche breede luxekant, met de
nieuwste versieringen, is ook de eemgste
waarmede wat te verdienen is.
Ontegensprekelijk is deze ver weg de
schoonste en nog aanhoudend voort wordt
ze de Valencijnsehe kant genaamd.
In hst jaar 1850, telde men hier ter
stede en omliggende niet min dan 22000
speldewerksters. Ongelukkiglijk werd dit
werk nooit genoeg gekend noch gewaar
deerd. Ook werd er omzeggens uitsluitend
gewerkt voor den vreemde, zoodat het
niet te verwonderen is dat er voor deze
nijverheid zoo weinig gedaan werd.
Naar alle waarschijnlijkheid moet het
kantwerken liier reeds in 1650 gekend
zijn geweest. We lezen Immers in het ont-
vangstbock der arme meisjesschoolAn
deren ontfang van 't gonne commende
van de kinderen werk ende spellewerk
Ook lezen wij in de kroniek van de Lich-
tervelde dat volgens de optelling in No
vember 3685, op bevel van Lodewijk de
XIV" alhier gedaan, er te dien tijde in
leper 63 kantwerksters en 3 meesteressen
waren, ia weten: W' Mesele, Oude Hout
markt; W' Papegaye, Hondstraat en de
W De Turck, Torhoutstraat. In 1850
waren er alhier op zijn minst een hon
derd meesteressen en in de jaren 1870
was het getal op 25 geslonken. Nu wordt
het kantwerken nog enkel aangeleerd ln
do Mariasehool (E. Z. Lamotten) en in de
Stadsmeisjesschool.
Op het einde der 18° eeuw, kwam te
Valencijn', eene nieuwe nijverheid, het
maken van kamerdoek of batist, tot stand
en stilaan wierd het speldewerken aldaar
achteruitgedrongen omdat dit en voor de
werksters en voor öe handelaars min
winstgevend was. Daar we hier ter stede
geene andere "nijverheid hadden, was
onze stille doch naarstige bevolking hoogst
gelukkig deze aan te pakken en zoo werd
hier meer en meer Valencijnsehe kant
gemaakt. Wel hebben de nijverheidsba
zen van Frankrijk, geholpen door de
staat, het onmogelijke gedaan om de
kantennijverheid te doen heropbloeien,
doch niets en mocht er baten.
Ook de andere steden van Vlaanderen
zagen met een begeerig oog naar dit zoo
gemakkelijk als winstgevend huisweik en
't en duurde niet lang eer onze Iepersche
kant door meer werksters vervaardigd
werd dan al de andere kanten er te sa
men telden.
In de jaren 1850 beliep de uitvoer tot
verschillige honderd duizend stukken voor
eene waarde van verscheidene millioenen
franken. Er dient hier opgemerkt' te wor
den dat al dat geld omzeggens aan de
werksters uitbetaald werd, daar het spel-
dewerkgaren, uit den vreemde erkom.:tig,
zeer weinig kostte. 't Was naar leper
dat men kwam om leei meesteressen voor
de speldewerkscholen, 't was ook hier dat
ze de beste patroonsteksters vinden kon-
nen.
1793-1815-1830, waren de slechtste ja
ren. In 1833 ten gevolge van de vele en
verstandige bemoei''ngen heeft deze nij
verheid een bloeitijdperk ingetreden, dat
af en toe verbeterde r.f verminderde. Vóór
den oorlog wierp het werk bijna geen
winsten meer af, doch na de wereldkrijg
verbeterde het om nu wederom te ver
flauwen.
Naar het sehijnt zouden de tusschen-
handelaars hier de groote plichtigen zijn,
hetgeen nochtans moeilijk te bewijzen
valt.
Laat ons hopen dat het stadsbestuur al
het mogelijke doen zal om deze oude en
schoone nijverheid wederom te doen op
bloeien, ten einde onze bevolking de oude
Inkomstbron te bewaren en te verbeteren.
IEPERLING.
852
Verschaf uwe
Kinders en U zelf
aangenaam
tijdverdrijf!
Koopt een
PATHÊ-RABY
of
Kindercinema
waarmede Ge bij
U tehuis alle films
kunt op het doek
brengen.
Er bestaan dui-
zende verschillige
wetens waardighe -
den, reizen, ro
mans en bijzon
der veel geestige
films waarmede klein en groot gezellig
den avond doorbrengen.
De gewone Pathé-Baby kost 750 fr.;
het versterkte model met krachtige licht
kost 995 frank.
SUB.
AREEIDSONGELUK
TE MOLENBEEK
De werkman Alfons Groman, 43 jaar,
wonende te Moorsei (bij Aalst) werkte
Maandag morgen in een beschuitfabriek,
te Molenbeek, in de Groeningestraat.
Plots, werd hij met beide handen gevat
in het raderwerk eener machine. De on
gelukkige werd de 10 vingers afgesneden.
Hij werd ter verpleging naar het Brug-
manngasthuis te Brussel overgebracht.
moeten leven. Want ik blijf bij mijn
voorwaarden. Gij krijgt de stukken, die
mijn familie nog niets dan leed gebracht
hebben, maar.
Geef ze mij, ik neem uw voorwaarde
aan. En wat maken wij ons druk over de
verdeeling. Als ik eerst de schat opge
spoord heb kunnen we nog zien, hoe
groot ze is en...
Neen, neen, gij neemt mijn voorwaar
de aan, zonder eenige restrictie.. En gij
geeft mij uw woord, dat gij niet later
trachten zult op welke wijze ook den
schat, als ge die vindt, op andere wijze
te verdeelen tusschen ons: gij en lk leder
de helft. Neemt gij het aan?
Ik neem het aanantwoordde Jac.
vastbesloten, ik kan moeilijk anders,
maar...
i< Geen maren. Wacht even hier en ik
zal u de bedoelde papieren geven
Zij verwijderde zich en de jonge graaf
had den tijd even na te denken.
Hmmompelde hij, het lijkt erg
vreemd. Ik geloof trouwens niet veel van
dien schat. Als hij er geweest is, zal een
of andere pientere jongen er zich lang
over ontfermd hebben. Maar zij schijnt
van het bestaan ervan nog vast overtuigd
en haar beminnelijke bloedverwanten
eveneens. En...
De terugkomst van de dame brak zijn
gedachtengang af. Hij nam een kleine
platte doos van haar over en borg die
zorgvuldig weg.
«Nog eens», zeide zij, «moet ik u tot
groote voorzichtigheid manen. Neemt u
in acht èn voor den man van mijn zuster
èn voor De Montorgueil
Zeker, dat zal ik doen, maar ik ver
zoek u een ding. Als zij misschien gaan
meenen, dat de stukken ln uw beziit zijn,
zeg dan dadelijk en ronduit, dat ik die ln
mijn bezit heb. Dan zult gij geen last
meer van hen ondervinden
Met andere woorden, lk zou u in ge
vaar stellen
Nu natuurlijk, dat is toch de eenigste
reden geweest, waarom ik deze papieren
overgenomen heb, namelijk omdat zij
ZONNEBEKE, maand October 1931.
Geboorten. Bryon Camille, z. v. Se-
verin en Leroy Madeleine. Vandoo
laeghe Paula, d. v. Emile en Degryse Ida.
Popelier Marcella, d. v. Cyriel en De
boosere Zoë. Santy Robert, z. v. Cyriel
en Lammens Valerie.
Overlijdens. Bauwen Amelie, wed. v
Brion Petrus. Priem Emiel, wed. v.
Ampe Allee.
Huwelijken. Dobbels Camiel met
Bostyn Maria. Raes René met Baele
Emelie. Vanbiervliet Jerome met
Coucke Alice. Werniers Basile met
Syoen Maria. Denorme Isidoor met
Leroy Zulma.
LOO, maand October 1931.
Geboorten. Ameloot Georgette, d. v.
Renatus en v. Decroos Elisa.
Sterfgeval. Everaert Odette, 9 j.,
d. v. Camillus en Emma Huyghebaert.
Huwelijken. Page Aloïs, landb. met
Deman Margaretha, z. b. Cornette
Louis, handeleer met Feryn Germaine,
z. b. Top Heli, landb. te Pollinkhove
met Vanbecelaere Zulma, z. b. te Loo.
Matthys Albertus, apotheker te Contich
met Fonteyne Jeanne, z. b. te Loo.
Decorte Reml, dagl. te Oostvleteren met
Dieusaert Maria, meid te Loo.
Beloften. Demeyer Oscar, metsers-
gast met Bruwier Silvie, meid.
PASSCHENDALE, maand October 1931.
Geboorten. Deneut Mariette, d. v.
Theoflel en Calmeyn Rachel. Dedry-
vere Norbert, z. v. Cyriel en Forrez
Emma. Versavel Ar.dré, z. v. Juul en
Vaneeckhout Maria.
Overlijdens. Vuylsteke Leo, 31 J„
ongeh. Toebat Maria-Theresia, 67 j.,
wed. K.-L. Vandenbussche. Vandam-
me Remi, 50 j., ongeh. Pattyn Louis,
82 j., wed. v. Duthieuw Rosalia. Petil-
lion Rosalia, 70 J., wed. v. Vermeulen
Andréas-Hendrik.
Huwelijken. Depuydt André en Hac-
ke Yvonna. Ramon André, v. Pas-
schendale en Devloo Andriana v. Roe-
selare.
VLAMERTINGE. maand October 1931.
Geboorten. Deprince Jacqueline, d. v.
Julien en Maria Caulier. Schier Geor
ges, z. v. Honoré en Bertha Angillis.
Hauspie Clara, d. v. Camiel en Martha
Hcsdey. Vermeersch Maria, d. v. Jules
en Juliana Vandenabeele. Van Hecke
Charles en Walter, z. v. Remi en Martha
Planckeel. Monkerhey Maria, d. v.
Jerome en Magdalena Verbiese.
Overlijdens. Denhert Robert, 51 j.,
z. b., echtg. v. Marie Coene. Monsy
Lucia, 70 j„ huishoudster, echtg. v. Dé-
siré Swaenepoel. Metsu Eudoxie, 63 j„
huishoudster, echtg. v. Henri Verwaerde
(overl. te Heinze).
Huwelijken. Demey Henri, fabriek
werker en Godeüeve Lebbe, fabriekwerk
ster. Timperman Charles, wagenma
ker te Dikkebusch en Maria Masschelein,
z. b. ri" Pareyn Joannes, timmerman en
Adrianna Verhaeghe, naaister te Meenen,
wed. van Maurits Vandenbussche.
JHeSESaEHBffiaBBaaBBBBBESEaHSB
Ziedaar een vrucht, die in betrekkelijk
korten tijd de wereld veroverd heeft. Is
deze bijval verdiend? We meenen van
wel. Door haar rijkdom aan koolhydraten,
22 is ze een der voedzaamste vruchten.
De druif bevat er iets minder, 19,2; de
appel slechts 14,2 en de aardbei 7,4. In
caloriën uitgedrukt staan de vier ge
noemde vruchten in de verhouding van
460 voor de banaan, 450 voor de druif, 290
voor de appel en 180 voor de aardbei. De
cijfers zijn van Alwater en Bruyant.
Maar de waarde der vruchten zit niet
alleen in hun suiker- of meelgehalte, het
eetbare gedeelte van de banaan bevat an
dere belangrijke bestanddeelen, n.!. kalk,
magnesium, kalium, natrium, phosphor,
chloor, zwavel en sporen van ijzer (onder
zoekingen van Sherman). In vergelijking
met sinaasappelen en citroenen bevat de
banaan weinig calcium, maar veel mag
nesium en phosphor.
Door zijn ijzergehalte, hoe uiterst klein
het ook zij, onderscheidt ze zich van alle
andere, behalve de aardbei.
De banaan bevat weinig anti-beri-beri
vitamine, daarentegen voldoende A- en
en veel C-vitamine, zoodat ze als prae-
ventief middel tegen scorbuut niet te ver
smaden is.
Al deze goede eigenschappen komen
echter alleen tot hun recht, wanneer de
vrucht volkomen rijp is. Voor de soorten,
die hier op de markt komen, is dit het
geval wanneer de schil geen groene vlek
ken meer vertoont, maar hier en daar
reeds bruin of zwarte stippels draagt.
De schil kan zelfs geheel bruin gewor
den zijn, zonder dat het witte vrucht-
vleesch reeds aan bederf onderhevig is.
Dit is wel het geval zooodra het bruin en
doorschijnend wordt. Een dergelijke vrucht
gooie men weg.
Onrijpe bananen zijn onverteerbaar.
Sommige moeders, ook onderwijzeressen,
beweren, dat de kinderen braken na het
eten van bananen. Dit komt alleen voor
bij het gebruik van onrijpe vruchten. Zelfs
zeer jonge kinderen verdragen ze uitste
kend; op Java geven de moeders, die geen
voldoende zog hebben, hun baby zacht ge
kookte rijst met «pisang idjoe», een ba
naansoort die ook in rijpen toestand groen
(idjoe) is.
Ten slotte heeft de banaan het groote
voordeel voorzien te zijn van een dikke
schil, die het vruchtvleesch beschermt
tegen infectiekiemen. De pisang moet niet
eens gewasschen worden vóór het gebruik,
want daar 1de schil zeer gemakkelijk los
laat, hoeft men met de handen nooit het
vruchtvleesch aan te raken.
Een ideale vrucht dus om op wandel
tochten mee te nemen!
Van de europeesche bescha
ving heeft Gandhi nooit veel
gehouden. Tijdens zijn ver
blijf in de Universiteit van
Cambridge, heeft hij nochtans
de gelegenheid gehad ze te
waardeeren. Een dingen ech
ter trof hem: de glazen met
dubbel gezichtvermogen die
toelaten van dichtbij en van
ver te zien. Overtuigd van
hun nut, kocht hij er een en
sedertdien verlaat zijn bril
met dubbel gezichtvermogen
hem nooit meer. Volgt zijn
voorbeeld en vraagt heden
nog een kostelooze proef bij
den specialist
41, Boter straat,41
De* BRIL HEURSEL beproeven,
is hem voor altijd aannemen.
jSESSSZBHSa'SfiSlBESKaESSESBaEII
NOVEMBER - SLACHTMAAND
8 Z HH. vier Gekroonden, mart.
9 M H. Theodorus, mart.
10 D H. Andreas Avellinus, bel.
11 W Vredefeest. H. Martinus, b. v. Tours.
12 D H. Livinus, b. en m. H. Lebwinus, pr.
13 V H. Stanislas Kostka, b. H. Didacus, b.
14 Z H. Alberticus, biss. H. Serapion, mart
voor u gevaarlijk zijn. Dus moeten dege
nen, die zouden meenen, dat gij ze in uw
bezit hebt, weten, dat dit niet het geval
is. En ze zullen het weten
Op dit oogenblik werd aan de kamer
deur geklopt en een kelner bracht de da
me een kaartje.
Deze heerzeide hij, wenscht u
dringend te spreken.
Zij wierp een blik op het kaartje en
verbleekte.
Het ls De Montorgueillispelde zij.
Welnu antwoordde Jac., laat hij
binnenkomen en laat mij hier blijven.
Toen kreeg de bediende bevel den be
zoeker in de salon te brengen. Er trad
een heer binnen, die er uitzag als een
goede veertiger. Hij was goed gekleed en
had de manieren van iemand uit de groo
te wereld. Maar zijn gelaat had Iets te-
rugstootends.
Hij zag verwonderd op, toen hij Jac.
daar staan zag.
ii Ik meende u alleen hier te treffen
zelde hij, ln leder geval wil lk u om een
onderhoud onder vier oogen verzoeken.
Wat gij mij te vertellen hebt, kunt ge
doen in het bijzijn van mijn vriend
hier
Een trouw vriend. Inderdaad gaf De
Montorgueil ten antwoord, hij durft
voor u tenminste heel wat te onderne
men.
Meent ge? vroeg Jac koel.
Ja zeker. En lk heb u ondanks mij
zelf bewonderd laatst toen gij mij zoo
leelijk bij den neus gehad hebt».
ii Ge bedoelt?
Ik bedoel dit. Wij waren dien nacht
tegelijk ln het huls waar de moord ge
pleegd is, wij waren er beiden met de
zelfde bedoeling. Ik meende u al heel ge
makkelijk verjaagd te hebben; op mijn
sommatie heen te gaan zijt ge gegaan en
ik lachte omdat lk meende, dat gij bang
voor mij waart. Ik zocht het huls rond,
ik zette alles onderste boven, maar lk
vond niets.
Pas later ls het mij duidelijk geworden
waarom ik niet» koh vinden. Oij hadt
VAN St HUBRECHT (Huybrecht).
Op 3 November vierde de H. Kerk de
gedachtenis van de grooten Apostel Hu-
bertus of Huybrecht die leefde vóór 1200
jaar. Hij was bisschop van Tongeren. In
't Jaar 727 trof de dood den onvermoel-
baren kerkvoogd te JURA (ons heden-
dagsch Terveuren). Hij werd begraven te
Luik en een eeuw later wierd zijn onge
schonden lichaam midden het Adenne-
woud overgebracht. De legende zegt ho»
hij van de genade Gods zou getroffen
geweest zijn:
Sint Hubertus jaagt met woest geweld
bij 't schallen van zijn hooren,
bij weêr en wind, door woud en veld
op hert en eversporen.
Zoo paalt hij zijnen diepen rouw
langs vrije weimansbane
om 't sterven der aanbeden vrouw,
der schoone Floribane.
Nu heeft hij 't versche spoor ontwaard
van fijne hertenhoeven
en jaagt het na in volle vaart,
hei, hoe de brakken zoeven.
Doch schielijk springt zijn ros op zij,
zijn felle brakken zwijgen...
Een hert, met planzend goud gewei
staat vóór hem, in de twijgen.
En op de gouden hoornen straalt
des Heeren kruis vol eere.
Waaraf een donderstemme daalt:
«Ik ben uw God, uw Heere!...
Hubertus, laat het jachtgedruisch
vergeet uw Floribane,
wordt zielenjager, beur mijn krui»
langs de eedle Apostelbane!
APPELTAART.
Maak een vasten deeg met 150 gr,
bloem, een snuifje kaneel, suiker, een»
brok boter en een weinig lauw water.
Laat dit een kwartier rusten, rol het
dan open en vul ermede een taartenbllk.
Hier en daar den deeg met de punt van
een mes doorsteken. In den oven lichtje»
aten bakken.
Uit den oven nemen, de taart vullen
met gekookte en gesuikerde rijst. Boven
op appelschuiven plaatsen welke op voor
hand in boter gebakken zijn. Suiker over
strooien. De afval van den deeg tot
bandjes rollen, die kruisgewijze over d»
taart leggen en alles een kwartiertje ln
matigen oven laten bakken.
Koud opdienen, 't ls lekke^
VERANDERD!
Een eenvoudige vrouw had eenen schil
der gebid en gesmeekt het portret van
haren reeds lang overleden man te ma
ken. De kunstenaar deed het en wanneer
hij de vrouw bij het afgemaakte portret
bracht, begon ze te huilen en snikte:
Wat is mijn man veranderd sedert dat
hij dood is.
IBBBBSfBBBflflBHBflflBBHaaBGiBBBBB
reeds gevonden, wat ik zocht, en gij had
van uw standpunt schoon gelijk zoo da
delijk heen te gaan. Gij hadt waarlijk
niets beters te doen.
Jac. glimlachte spottend,
ii Is u tot die ontdekking gekomen? Wel
ik zai het niet ontkennen, ik had de pa
pieren al, die gij u nog veroveren zoudt.
Een blik vol woede trof Jac.
«En u heeft ze als trouwe ridder aan
deze dame gebracht? vroeg hij.
Neen luidde het antwoord, dat heb
ik niet. Deze jonge dame heeft de paple
ren niet in haar bezit en ik zal ze haar
niet geven ook.
ii Aha, maar met welk recht hebt fflj a
die dah toegeëlndigd? 1
Daar behoef ik u geen uitleg van te
geven.
Toch zou dit raadzaam kunnen zijn.
Meent u? Nu ik denk er anders over.
Ge kunt gerust alle moeite sparen om te
trachten die stukken in uw bezit te krij
gen.
ii Houd uw goeden raad maar voor u.
Ik ben hier gekomen om met deze dame,
een verre bloedverwante van mij, ln on
derhandeling te treden. ZIJ heeft de papie
ren, waarover het gaat, niet meer, gij
hebt ze voor u gehouden, vermoedelijk
met haar goedvinden, welnu lk wil dan
met u onderhandelen.
Jac. dacht er geen oogenblik aan op
welke wijze ook met dezen man te gaan
samenwerken. Maar hij was van oordeel,
dat hij door diens voorstellen aan te
hooren niets verliezen kon. Daarom ant
woordde hij:
Goed, laten we samen spreken. Maar
niet hier.
Het meisje wilde nog Iets zeggen, maar
hij voorkwam haar:
Heusch, mademoiselle, het ls beter dat
hij en lk samen er over spreken. U staat
er buiten.
En tot De Montorgueil zeide hij:
Laten wij gaan, mijnheer.
Met een korten groet gingen zij beid»
hoen.