ONZE KATHOLIEKE JEUGD Wie wind zaait, zal storm oogsten De Hopkwestie in de Kamers De iinneiiioozenverpleging te Geel m WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN.» KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. TE GARE BLIJVEN SCHRIJFT LEURIDAN, ALS HET NATIONALISTISCHE BELANGEN GELDT. WAAROM DAN NIET TE GARE GEBLEVEN ALS HET DE HOOGSTE KATHOLIEKE BELANGEN GOLD? laagden WERELD AVONTUURZOEKER De Landbouwcrisis GEBRUIK DE ANTI-TERINGZEGELS TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 fr. 1 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1" bl per regel 2,50 fr. Berichten op 2" bl. per regel 1.75 fr. Berichten op 3® bl. per regel 1.50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7.00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanvraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. "DE POPERINGENAAR Uitgever SANSEN-VANNESTE POPERINGE Telefoon N' 9. - Postch. N' 15.570. ABONNEMENTSPRIJS PER JAAR: Voor Belgie: 18 fr. Frankrijk en Congo: 8 Belgas of 40 fr. Ander landen: 9 Belgas of 45 fr. verplegers en verpleegsters, broeders er. zusters, die zich van de wereld afgezon derd hebben om Mhn leven te wijden aan die verheven taak voor de ongelukkigstcn onder ons volk. Niet alle zinneloozen zijn geschikt voor gezinsverpleging. Men moet er velen af zonderen. En bovendien er is maar één Geel, en daar ook is de plaats beperkt. Eveneens in ons land is 't gebleken, hoe moeilijk het is Geel na te volgen, zooals men het gepoogd heeft in Wallonië. Men moet kunnen rekenen op een geest van opoffering gelijk men te Geel ont moet. 't Paradijs der Zinneloozen de plaats waar ze hun eigen leven kunnen uitleven, waar trouwens velen genezing vinden. We denken aan een patient, die in zijn kosthuis als een kind met een locomotief speelt. Maar iets is helder gebleven in zijn geest de liefde voor zijn muziek. En te Geel vindt hij gelegenheid om een zang koortje van patiënten ook, te besturen. Denk u in, welke uren van genot het voor hem zijn! Hij heeft een levensdoel behouden, het is zijn kracht, zijn nor maal leven. Die rust te GeeL Die het niet wist dat hier zinneloozen verpleegd worden, kan gemakkelijk door de stad wandelen, zon der te vermoeden dat hier in de omge ving 3000 geesteskranlcen vertoeven. Men merkt er zelden buitengewone tooneelen. Zinneloozen wandelen er kalm rond, ze ontmoeten elkaar, maken een praatje. An deren zijn aan 't werk. Sommigen zitten op een zomerdag bedaard een boek te le zen in den hof, of aan den berm van den weg... Familieleden komen hen bezoeken. Er zijn er die voor een tijd met verlof naar huis gaan, die vacantie nemen. Zeker er zijn ook diep treurige geval len, maar dan weet de kosthouder ze te houden binnen een beperkten kring, waar de patient ook nog de vrijheid geniet, die hem gegund kan worden, rond het kost huis. Moge deze korte schets er toe meewer ken om meer belangstelling te wekken voor geesteskranken, voor abnormalen, voor wederopvoeding van achterlijken. Nog zijn er veel misbruiken aller wegen. Nog te veel gebeurt het, dat men patiën ten uit een gemeente laat wegbrengen door een veldwachter in uniform. Onbewust is dat een overblijfsel uit den tijd, toen men een krankzinnige als een soort van misdadiger beschouwde. En openbaar in trein of tram wordt dan over den onge lukkige gepraat, en beseft men niet, dat de harde woorden kunnen doordringen tot zijn geest en gemoed. Nog zijn er dorpen, waar een zinnelooze rond loopt tot spot van kleinen maar ook van grooten, omdat een gemeentebestuur opziet tegen de uitgave van een kostgeld. En we hebben het gezien, hoe volwasse nen, die in him eigen achterlijkheid hun wreedheid niet bewust waren, zulk een ongelukkige in de herberg op een ten plaatsten, hem schoensmeerdoozen op hingen als eereteekens en met genever verlokte te zingen en te schreeuwen tot groot jolijt van de menigte. En gemeen tevaderen sloten de oogen als ze zelf niet meêdeden. 't Was immers maar een zot. Ook in dit woord zelf ligt onbeschaaftheid, gevoel loosheid. Men heeft zelfs in middens, die zich intellectueel noemden met proefnemin gen en inrichtingen tot wederopvoering van abnormalen gespot; en noemde dat alles overdreven, zonder eenigzins te ver moeden op welk moeilijk terrein de lei ders zich moeten bewegen. De eenvoudige bevolking van Geel leert het ons, hoe wij ons moeten gedragen te genover de zinneloozen. Wat ai opoffering wordt betoond in de vele kosthuizen waar men in liefde een plaats ruimt aan den zieke, waar met de reglementen ook het gevoelige hart spreekt, waar diep medelij den zich dagelijks uit in honderden kleine en toch zulke groote daden, om een mede- mensch het moeilijk leven te verzachten. En met eerbied groeten wij Geel; zijn toegewijde geneesheeren en verplegers, zijn aalmoezeniers, zijn bevolking. A. H. laBasaH&ESBBaE&gaagflsaaggiüia? Geel een groote, schoone gemeente in de Antwerpsche Kempen, is over de gan- sche wereld bekend. Er verblijven onge veer 3000 zinneloozen en zenuwpatiënten, die echter niet in een gesticht vertoeven, maar in de gezinnen der bewoners ver pleegd worden en vrij rond loopen. Sn dat is wel een eenige instelling op de Wereld. oen eenige jaren geleden het graaf schap Londen het dertiende zinneloozen- gesticht moest bouwen, wilde men het lie ver vervangen door een stelsel van gezins verpleging als te Geel en men ging voor dat menschlievend plan te rade bij Dr Sano, den bestuurder der zinneloozen te Geel speelt, zou een verkeerd begrip heb ben over de inrichting. Toen Conscience Geel leerde kennen, zvï'erf hij als soldaat in de Kempen. Dat was rond 1830. En zeker, toen hadden veel misbruiken plaats. In sommige huizen lagen zinneloozen als dieren geketend. Velen liepen rond inet een bal aan de voeten. Te Geel verble ven patiënten, die niet geschikt waren voor dit vrije leven Maar dan bedenke men, hoe in dien tijd de zinneloozen ook elders behandeld werden. Ze waren de paria's, de verschoppelingen. Te Amster dam was het een nummer van het feest programma, om met de kermis voor een dubbeltje naar de zinneloozen in het dol huis te gaan kijken en ze te mogen pla gen en zich dan te vermaken met hun buien van woede, als de ongelukkigen machteloos tegen de tralies opvlogen. In alle landen waren zinneloozengestichten, oorden van diepe ellende en soms ook van brute wreedheid. Zelfs toen blonk Geel nog uit door veel menschenlievendheid, al waren er mis bruiken. Maar in 1850 bemoeide de regeering zich met Geel en werd de gezinsverpleging een staatsinrichting. Het was het tijdstip van ingrijpende en heilzame hervormingen. De kolonie werd het centraal punt, met bestuurder, dokter, wijkverplegers. Daar observeerde men de patiënten tot men be slissen kon in welk kosthuis men ze 't best kon plaatsen. De behandeling werd een wetenschappelijke. Men regelde opname bij de bevolking, oefende toezicht uit op de gezinnen... We kunnen thans niet alle maatregelen opsommen, maar oprecht ge tuigen dat er voordurend naar verbetering werd gestreefd, zoodat de eerbiedwaardi ge schijver Van der Cruyssen terecht zijn boek over Geel het Paradijs der Zinne loozen mocht betitelen. Rustig wonen de zinneloozen, verspreid over de uitgestrekte gemeente, die 7 paro chies telt als afzonderlijke dorpen. Geen muren beknellen hen. Ze genieten de gul den vrijheid. Niemand sart of plaagt hen. Ze staan onder de goede hoede der be volking. Op bescheiden wijze worden ze bewaakt, maar dat voelen ze niet. We zou den zeggen, de zinneloozen leiden hier voor zoover het mogelijk is, een normaal leven. Zoo is de geest van Geel, een geest van menschenlievende opoffering, van innig meêvoelen met hen, in wier hoofd het zoo donker kan zijn en die meer kunnen lijden, dan de gezonde vermoedt. Want het is niet overal duister in het brein... Ook de zinneloozen kan den spot zoo scherp voelen. Te Geel spreekt men nooit van zotten of gekken, maar steeds van zieken. En ja, de patiënten zijn zieken, die te meer on zen eerbied en bezorgdheid verdienen, om dat ze zoo hulpeloos zijn... En aldus is de geest van Geel. Wie Geel meer en meer leert kennen, krijgt ontroerende waardeering voor het stille, maar verheven werk, daar verricht. Denk u een boerenzoon in, die om zin neloosheid naar Geel wordt gebracht. Hij vertoeft er op een hoeve. Hij moet er niet werken; maar hij mag meearbeiden. Hij is in zijn eigen midden. In den stal heeft hij zijn lievelingskoe, die hem kent; die den kop naar hem wendt, als hij binnen treedt. Met het volk trekt hij op naar het veld, naar de weide... Als thuis kan hij den sikkel slaan in het gouden graan, en 's avonds genieten van de rust onder het geboomte? Hij heeft een eigen frissche kamer. Hij zit met het gezin mede aan tafel, deelt het gansche huiselijke leven, 's Zondags of als het feest is, geniet hij van de ont spanning en de vreugde. Net gekleed be geeft hij zich onder de menigte en nie mand zal hem bespotten bij een eigen aardig gebaar of een onsamenhangend gesprek. Men behandelt hem als een ge woon mensch, en in dat gevoel slijt hij zijn dagen. En wanneer een periode komt van meer duisternis in zijn brein, een scherper openbaren van zijn ziekte, dan weet de kosthouder en zijn vrouw wel, hoe ze met den zieke moeten omgaan, zacht en toch energiek, want dat zit im mers in het bloed, die verpleging is over geleverd van geslacht tot geslacht. En moeder als die jongen uw zoon was, zoudt gij dan voor hem die vrije verpleging niet kiezen boven het gesticht? O ik weet het... ook in de gestichten is een nieuwe geest gedrongen, en vol eer bied herdenk ik hier het werk ven hen, I melkbak draaien [WlCTTC - - Jouw uw dertienae gesticht, zei Dr Sano. En begin tegelijk met de gezinsver pleging. Maar dit zal een werk zijn van veel proefneming, veel geduld, een werk dat stilaan groeien moet. Men maakt immers in geen handom draai een nabootsing van Geel. Ook ons Geel is gegroeid, en wel in den loop der eeuwen, toen de gezinsverpleging in de zeden en de gewoonten der bevol king ontstaan is. Die instelling is inderdaad zeer oud. In den buitenmuur van het gasthuis te Geel ziet men nu nog een eigenaardige kapel. Een maagd ligt neergeknield. Een krijgsman staat gereed haar met het zwaard te dooden en wordt daartoe aan gehitst door den duivel: Men leest daarbij: Toen men schreef 600 jaar werd de H. Dymphia hier vermoord door [haar eigen vaar. In dat drama ligt de oorsprong van Geel, en zijn zinneloozenverpleging. Te dien tijde woonde in Ierland de prinses Dymphia, die de christelijke leer beleed. De koning, haar woeste, heiden- sche vader, door sluwe hovelingen bewerkt wilde na den dood van zijn vrouw, zijn eigen dochter huwen. Vol afkeer voor dit plan, nam Dymphia met den priester Ger- bernus en eenige maagden de vlucht over de zee. De scheepjes voeren naar Vlaande ren, dan den Scheldemond binnen en vervolgden den tocht over de Nethe, tot Dymphia en haar gevolg een stille woon plaats kozen op de kempische heide. Men bouwde er hutten en een kapel. Maar de koning achtervolgde zijn dochter en ont dekte haar. In woede doodde hij den priester en stelde hij Dymphia voor de keus hetzelfde lot te ondergaan, of hem te huwen en te vergezellen naar Ierland. De vrome maagd verkoos den marteldood. Ze werd daar onthoofd en door het land volk eerbiedig als een martelares begra ven. In Ierland werd de heidensche ko ning nadien zoo door wroeging verteerd, dat hij tot boetvaardigheid kwam en ook christen werd. Door haar marteldood had Dymphia den boozen feest in haar vader overwonnen. Men schouwde toen een zinnelooze, als iemand die bezeten was door den boozen geest, door den duivel. En zoo gebeurde het, dat men nu Dymphia, na haar heiligverklaring, aam-iep tot uitdrij ving van booze geesten, tot genezing dus van zinneloozen. Men leidde krankzinni gen naar haar relikwieën te Geel. De pa- tienten verbleven er voor de godsdienstige plechtigheden, minstens negen dagen. Men bouwde voor hen een ziekenhuis. Maar toen dit te klein bleek, bracht men zinneloozen onder dak bij de bewoners. En daar hebben we den aanvang van de gezinsverpleging. Door de giften der pel grims verrees er de huidige prachtige kerk, en rond het bedehuis ontstond de zich steeds uitbreidende plaats. Men on- dervond dat de goede, kalmeerende heide lucht menige zinnelooze weldadig aan deed. Men liet talrijke patiënten bij de Inwoners verblijven, die daardoor op de Bchamele heide een bron van inkomsten Vonden. Zoo is de instelling te Geel ge groeid van uit de middeleeuwen. En de bevolking beschouwt nu het opnemen van geesteskranken als een plicht en als een eer. Men doet het niet uitsluitend uit winstbejag. Ook groote huizen staan immers open Voor zieken, waarbij zoowel rijken als ftrmen 'zijn. Ieder wordt er volgens zijn afkomst en stand ingedeeld. Men heeft te Geel zinnenloozen van adel, zelfs van vorstelijke bloede geherbergd, zinneloozen uit alle streken der wereld. Wie alleen Conscience's Gekkenwereld zou gelezen hebhen, een verhaal dat te - - Foto hierboven stelt voor een man die weer de aandacht op hem trekt. Het is Trebitsch Lincoln, een kerel die wel onder de grootste avonturiers die de wereld ooit kende, mag geteld worden. Opvolgentlijk was hij lutheriaansch priester, lid van het engelsch parlement, spioen, valschmunter en weerdenverval- scher, boudhistische monnik; hij werd ook betrokken in petroleumspeculaties. Hij werd laatst chineesch generaal en is nu raadgever van generaal Ma, de koppige man van China in Mandsjoerie. IHSBBBBBBEBSDBBIBBSBBBBBBË3BB IN FRANKRIJK EN BELGIE Dank aan de maatregels door het fransch Staatsbestuur genomen, en, wat Zuid-West Frankrijk betreft, de goedkoo- pe aankoop- en pachtprijzen en dit jaar bijzonder gunstig weder, is de landbouw- krisis door heel Frankrijk min scherp dan in alle andere landen, en, tot nu toe, in het Zuid-Westen omtrent onbestaande. Uit menigvuldige brieven die van bel- gische boeren naar Frankrijk komen, uit 't gene De Poperingenaarschrijft, blijkt het, dat de landbouwkrisis in Belgie zeer hevig is; er moeten maatregels ge nomen worden of dat de landbouw ten onder gaat en vele boeren die over kapi taal beschikken, zullen naar Frankrijk komen. Ingezien de ekonomische toestand van Belgie dezelfde niet is dan die van Frank rijk en het niet mogelijk in Belgie al de maatregels toe te passen welke de Heer Tardieu, Minister van Landbouw, in Frankrijk toepast. We hebben gerekend dat de terwe, in Frankrijk, om gemiddeld, goed jaar - slecht jaar dooréén, eene kleine winst aan de boer te laten, moet verkocht worden 150 frs. de 100 kilo. Daarom is de vreem de terwe belast met 80 fr. de 100 kilo ln- komrecht. Tegenwoordig staat zij 150 fr., einde April stond 175 fr. en zou aan dien prijs gebleven zijn, hadden de boeren kunnen een raad volgen, die, op bevel van M. Tardieu, overal kenbaar gemaakt Ondergeteekende (1) wonende gemeente wenscht een abonnement van maanden op DE POPERINGENAAR vanaf I Januari 1932 en verzoekt het Beheer hem een kwitantie door de post te laten aanbieden. (1) Naam, voornaam en adres duidelijk schrijven. 't Is een werk van edele naastenliefde De anti-tcrlngzegels zijn uitgekomen. Zooals reeds gezegd, dragen de zegels van dit jaar de beeltenis van Haar wier weldoende invloed op het Werk eiken dag tot uiting komt: Haar Majesteit de Ko ningin. Die keuze is een zinnebeeld: door te aanvaarden dat de postzegels, die de tering moeten doen wijken, Haar beelte nis zouden dragen, heeft onze Vorstin verlangd dat gansch het land in één edelmoedige opwelling vereenigd weze in den strijd tegen den vreeselijken geesel. Uw deelneming dit jaar zal meer zijn dan een menschlievende daad; de fran keering met anti-teringzegeis welke in December op groote schaal zal geschie den, wil tevens een hulde van dankbaar heid en genegenheid zijn jegens Haar wier bezorgdheid voor het menschelijk lijden nooit versaagde. HET KOMITEIT. N. B. Abonnementsprijzen: 1 jaar: 18 fr.; 6 maanden: 9,70 fr.; 3 maanden: 5,30 fr. Die een abonnement begeeren kunnen ook het bedrag storten op onze postrekening: Nr 15.570; zij gelieven op net stortingsbolletijn goed naam en adres te schrijven en erbij voegen: Voor een abonnement. Wie geabonneerd is, zende ons niets op. De bode zal ten huize komen om het bedrag voor aanstaande jaar te ontvangen. V/ie bovengaande formuul invult en naar ONS afzendt, ontvangt het Blad kosteloos van nu tot nieuwjaar. V/ie bovengemelde formuul invult en aan de postbode geeft, zal ons blad ontvangen vanaf den eersten Zondag van Januari 1932. Dus, begeert Ge SEFFENS ons blad te oni angen: zendt ONS uwe aanvraag, 't zij per postkaart, 't zij op bovengaande formuul.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1931 | | pagina 1