Paschen! Alleluia! KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. HET ONHEIL DER HANDELSBANK NAAR LOURDES LISIEUX NAAR VREDE DE IJSELIJKE" MISDAAD TE BESEIARE VOOR HET ASSISENHOF TE BRUGGE De Melkerijtoesteilen AAN DE SCHULDEISCHERS DER HANDELSBANK WEEKBLAD: 35 CENTIER' ZONDAG 27 MAART 1932. "DE POPERINGENAAR" Uitgever 8ANSEN-VANNESTE POPERINGE Telefoon N' 9. - Fostch. N' 15.570. TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 fr.' 1 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1* bl per regel 2,50 fr. Berichten op 2* bl. per regel 1.75 fr. Berichten op 3* bl. per regel 1.50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7.00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanvraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. Abonnementsprijs tot einde 't Jaar: voor Belgie per post 14.38 fr. te storten op onze postcheckrekenlng met volledig adres; voor Frankrijk 31.60 fr. voor andere landen 35.60 fr. te zenden per internationaal post- mandaat met juiste adres. Het is nu omtrent twee maand geleden sedert de Handelsbank hare Winketten gesloten heeft, en de menschen die hun zuurgewonnen centen-aan deze instelling toevertrouwd hadden, hebben tot nu tce niet de minste betrouwbare inlichtingen bekomen. De laatst verschenen balans dezer bankinstelling wijst op 25.000.000 kapitaal waarbij 15.000.000 reserven. Daarenboven beschikte zij over circa 160.000.000 spaar gelden. Het jaar 1930 slcot met circa 3.000.000 winst en er wierd nog 19,40 fr. per aandeel uitbetaald als koepon. Op 26 Januari 11. valt de slag, wijl iedereen uitziet naar de uitslagen van liet jaarboek 1931. Do nare mare komt: De Handelsbank is gesprongen. Hoe is zulks mogelijk? Gansch het kapitaal, waarbij, zegt men, het groot ste deel der spaargelden ls verdwenen. Hoe en door wiens schuld, is nog niet uitgemaakt, maar zóu voeten uitgemaakt worden in 't belang der spaarders. In verband met deze faling wordt de meeste onzin rondverteld, doch allen spreken als blinden over kleuren, en intusschentijd vragen de menschen zich met angst af; Wat zullen wij van onze centen terug zien en wanneer?Verliest om beters- wille uwe kalmte niet en laat U niet beïnvloeden door schoone woorden, ijdele beloften of betaalden gazettenpraat. Laat ons kalm onderzoeken en nagaan: één feit is zeker: Er is verlies, maar niemand kan tot nu toe uitmaken hoe groot het is. De Handelsbank zegt: Ik kan on mogelijk mijn verplichtingen voldoen en daarom vraag ik een concordaat of ak koord. Dit komt hierop neer: Gansch mijn bezit is voor de schuldeischers en met dit te gelde te maken zal ik U terug geven: 1° - 10 zes maand na de officieels goedkeuring van het concordaat. Dit wil zeggen dat Gij minstens zult moeten wachten tot toekomend nieuwjaar om de eerste 10 terug te krijgen; 2° - 10 zes maand na 1°; 3" - 10 zes maand na 2°; 4" - een bon waarop de rest der 11- kwidatie zal uitbetaald worden. Dit wil niet zeggen dat gij met dezen bon de rest van uw geld zult krijgen, maar wel de rest der vereffening. Hoe groot die rest zijn zal, weet niemand met zeker heid te bepalen Zijt Gij, schuldeischers, hiermee tevre den Ja of neen? Er zijn nu lieden die zeggen: «Indien gij deze voorstellen niet goedkeurt zult gij nooit een cent terug zien.Dit is onzin en gekkenpraat; immers de Han delsbank bezit nog iets of is totaal uit gebloed. Bezit zij niets meer, het moge nu concordaat zijn ofwel failliet, er kan niets meer uitgekeerd worden. Bezit zij integendeel nog iets, en dit is wel het geval, zal er iets kunnen uitbetaald wor den. De vraag is nu: HOEVEEL? De Handelsbank«egt: 3 maal 10 in circa twee jaar waarbij een bon. In 't belang der spaarders zou er moeten zooveel mogelijk ineens uitgekeerd wor,- den en dit zoo vroeg mogelijk. Het gaat niet op te beweren dat de voorwaarden door Handelsbankgesteld, onvoor waardelijk moeten aanvaard zijn of dat de grootste onheilen te wachten staan. Dit is praat van lieden die het hoofd op hol hebben. Spaarders van Handelsbankbehoudt tegenover zulke taal uwe kalmte en laat U niet beïnvloeden, handelt en teekent niets met overhaasting, maar geeft enkel uw volmachten af na rijp overleg. Wat moet er nu gedaan worden? 1° Uw schuldeisch moet ter greffie van de Handelsrechtbank te Gent neergelegd worden en tezelfdertijde moet Gij zeggen of Gij het concordaat toestaat of niet. 2° Wanneer moet dit geschieden? In dien mogelijk op gestelden dag, maar zoo Gij het niet doet op gestelden dag, blijft Gij uw rechten behouden tot aan den bepaalden sluitingsdag die niet is vóór 2 Juni. 3° Hoe moet Gij dit doen? Gij kunt zelf gaan naar Gent ofwel moogt Gij volmacht geven aan iemand die U vertrouwen inboezemt. Deze zal de verklaringen doen in uw naam. P. S. Schrijver van dit artikel is bij den Heer Jules Fiey-Lelieur geweest om inlichtingen. Deze Heer heeft hem graag alle Inlichtingen gegeven en hij heeft hem gezegd dat hij ledereen, die het begeert, wil inlichten. De schuldeischers mogen zich gerust tot hem wenden: Ieperstraat, 5, Poperinge. EEN GETEISTERDE VAN HANDELSBANK aHsasssasaBisassaBBBsaeaaBas VLAANDERENS BEDEVAART 26 APRIL 4 MEI Terwijl ze dat aan 't zeggen waren laat ln den avond, met gesloten deuren stond de Heer ln hoogsteigen persoon ln hun midden en zeide hun: Vrede zij U.Ze konden bijna hun oogen niet ge- looven. Het was de tweede keer dat ze Hem zagen ln dien namiddag. Ze waren toch zoo gelukkig, dat ze voorzeker dien nacht niet konden slapen van alteratie en aandoening. De Heer had maar een korte vacance ge nomen sedert zijn laatste les, Hij kon het niet lang uithouden. Hij kreeg het over zijn hert niet, bij zijn leerlingen niet te mogen zijn, en keerde daarom gauw terug. ZIJ waren droevig omdat zij hun Mees ter kwijt waren. Zijn wij ook alzoo? Zij spraken langs den weg over Hem. En als Iemand bij ons komt op straat en ons vraagt: van wien spreekt gij, kunnen wij ook zeggen: Van Jezus van Nazareth Ze hadden verdriet en de Heer was zoo dicht bij hen. Met ons is 't ook zoo, de luchtkasteelen zijn Ineengestort, 't is cri sis, 't en gaat niet; en toch, nooit is de Heer zoo dicht dan als 't niet foetert en wij ontgoocheld, droefgeestig en hopeloos zijn, maar toch bidden. De hoop keert dan weer en de blijheid. De Heer vleide hen niet: O dwazerik ken zei Hij hun. 't Is lijk maar een aar dig begin van een sermoen als ge 't wel ingaat, wij zeggen 't gewoonlijk anders: beminde christenen of beminde paro chianen Maar de goddelijke Predikant deed zijn handschoenen niet aan om hun hunne zaligheid te zeggen en ze hoorden Hem geern, 't was slaan om te genezen. Hij gaf hun een schoone les ln 't H. Schrift, Hij was 't gewone leering te houden, deed het geern en had het nog niet vergeten. De smoor trok op ln hun geest en de eene steen na den andere viel van hun hert. Wij ook zullen den Heer herkennen ln 't breken des broods in de H. Paaschcom- munie en ens verdriet vergeten in de Paaschvrede en -vreugde. Blijf dan ook bij ons, o Heer, eer de zon voor goed ondergaat, als 't u belieft, Ge moet niet voortgaan, laat ons niet in den steek, want 't wordt avond in de zie len, de nachtelijke dauw valt, de struik- roovers staan op loer, 't is koud buiten, en alleene is toch maar alleene. Blijf bij ons, Heer, laat U gezeggen, wij laten uwe hand niet las, de werelddag is ver gevor derd, het dal der tranen is duister door de schaduw van den hoogen berg der zonden. Blijf! A. B. 8BBBBSSBBBBE3CB3BaBBB3SSaBBB Gebruikt Chicorei WYFELIER-TAFFIN 't is de beste. 9BBB8B2BEl3BB3SB£BSBB£ZESi3BSB KONING ALBERT VERTROKKEN NAAR CONGO Woensdag, to 19 uur, is Koning Albert vertrokken naar Congo waar hij een In spectiereis in het Albert-Park en in het Kivoegebied doen zal. Aan de statie van Leopoldkwartier werd hij geestdriftig toe gejuicht. De Koning begeeft zich per spoor naar Brindisi vanwaar hij per vliegtuig tot Joeba reizen zal, dat gele gen ls ten Zuiden van Engelsch Soedan. Nadien zal de Vorst een autorit onder nemen van 6000 km. tot Kivoe toe. De Koning zal vier weken afwezig zijn. Zou de Volkerenbond toch goede vruch ten afgeworpen hebben? Afgeveerdigden van den Volkerenbond zijn te Japan toegekomen en de oorlogvoerende landen zijn aan 't praten, wijl Japan reeds een deel zijner troepen naar huis zond en oorlogschepen terugtrek. OVER MANDSJOERIE echter geraakt men moeilijk akkoord. China wil het terug; Japan wil er een on afhankelijk keizerrijk van maken. Laat ons hopen dat alles verder zonder bloed vergieten verga. ASSISENHOF VAN W.-VLAANDEREN JULIAAN DUMORTIER WORDT VEROORDEELD TOT DE DOODSTRAF Dumortier aangehouden werd, 's ande rendaags, te leper, in een hotel. In de dagbladen was de persoonsbeschrijving verschenen van den persoon den ver- moedelijken moordenaar die rond het huls der misdaad geslenterd had. De hotelhouder las dit in zijn blad en her kende in zijn kllent dezen persoon. Hij gaf daarvan kennis aan de politie en Dumortier ward den 7 Juli aangehouden. Hij loochende. De 9 Juli ging men naar Beselare voor de hersamenstelllng van het drama. Getuigen herkenden in Du mortier don persoon die enkele dagen te voren rondgeslenterd had te Beselare en inlichtingen vroeg over het huishouden Durnez. Dumortier loochende, maar uit werd juist zijn beschuldiging. Waarom loochenen te Beselare geweest te zijn, als hij onschuldig was? 's Avonds, den 9 Juli, door strikvragen in het nauw gebracht, bekende hij de misdaad. Steeds hield Dumortier vol het inzicht niet ge had te hebben de vrouw te dooden. Hij wou enkel stelen. Hij doodde haar, om te beletten, dat men hem zou aanhouden. Burgerlijke Partij. Is het waar, dat Dumortier willen ontvluchten heeft? Getuige. Ja, te Kortrijk. B. P. Is het ook waar, dat Dumor tier zelfdmoord willen plegen heeft? Getuige. Ja, op dezelfde manier zoo als hij zijn slachtoffer vermoordde, n.l. door worging. De volgende getuige is de Wachtmees ter der Rijkswacht Kamiel Dewaele, die het eerste ter plaats kwam en een eerste onderzoek instelde. Hij brengt verslag uit. Dr Billiau Valeer, Wetsdokter te leper, heeft de lijkschouwing gedaan. Het slacht offer had een 15-tal schrammen in het gelaat en een diep lidteeken in den hals, voortkomend van de kous. De dood van de vrouw komt voort door verstikking. Maria Waigniez is een gebuurvrouw. Toen de kinderen thuis kwamen en hun moeder vermoord vonden, kwamen ze buitengeloopen, om hulp roepend. De vrouw vond haar gebuurvrouw Gode- lieve Boucké vermoord. Deze was een voorbeeldige vrouw en een goede moeder. De Wulf Theofiel, gebuur, kwam ook bijgeloopen. Hij streek het gelaat met azijn, denkende nog de levensgeesten te kunnen heropwekken. De vader van het slachtoffer had reeds de kous, waarmede de vrouw geworgd werd, afgedaan. Bostyn Florimond, woonde een 300-tal meters van het huis der misdaad. Het slachtoffer was met haar rijwiel, waarop ook haar kleinste kindje in een rieten stoeltje zat, voorbijgereden, naar haar huis toe. Beschuldigde zegde: Kijk eens die vrouw daar». Getuige zegde: «Ahja, 't is Lieve Boucké». Dumortier zegde: JusteZekere Taillieu, die bij mij was, zegde: Ja. 't Is zijIk vroeg aan Tail lieu: «Hoe is de naam van den man? Taillieu antwoordde Leon DurnezBe schuldigde antwoordde: Juste, 't is Leon, 'k heb nog met hem gewerkt V. Dit wil zeggen, Dumortier liet eerst de namen zeggen van de vrouw en den man en antwoordde telkens: Juste. Getuige. Juste. (Gelach.) V. Ehwel, Dumortier, ge vroegt in lichtingen om te kunnen stelen? Besch. Ja. Dr Brutsaert heeft den beschuldigde onderzocht onder geestesopzicht: Dumor tier is ten volle verantwoordelijk voor zijn daden. Philipo Henri. Ook met hem heeft Dumortier staan spreken, tusschen twee en drie uur 's namiddags. Hij stond altijd te kijken naar het huis van Suzanne Taillieu, waar Godelieve Boucké, toen ze van den smid terugkwam, was binnen gegaan. Toen merkten we daar niet op. Maar naderhand hebben we dat alles dan aaneen geknoopt. Lapère Maurits ls de smid bij wien Godelieve Boucké geweest is om haar spade te vermaken. Wat later kwam de moordenaar en vroeg inlichtingen over Godelieve Boucké, en waar ze naartoe gereden was. Hoorelbeke was bij Philipo, vorigen getuige en spreekt in denzelfden zin. Knockaert Remi, spreekt als Philipo en Hoorelbeke. Van Sevenant, Politiekommissaris te leper, heeft in het gemeentegevang te leper den beschuldigde verhoord. Aan hem heeft Dumortier de eerste bekente nissen afgelegd, en den moord verhaald zooals hij hoogerop beschreven staat. De Heer Van Sevenant geeft daar uitvoerig verslag over. Taillieu Theofiel, stond bij Bostyn en bevestigt dezes verklaringen. Taillieu Suzanne is de vriendin van het slachtoffer, en komt getuigen, dat Godelieve Boucké bij haar geweest is, terwijl ze wachtte op haar spade, die de smid vermaakte. Suzanne Taillieu is dan zoover meegereden, tot op een 300-tal meters van het huis der misdaad, waar haar vader Theofiel, vorige getuige, stond te spreken met Bostyn. Ameele Marcel, gebuur. Aan dezen ge tuige heeft Dumortier ook inlichtingen gevraagd over het slachtoffer. Verschaeve Martha, zat aan haar deur, en heeft Dumortier zien voorbijrijden per fiets. Aan haar vroeg Dumortier, waar Leon Durnez woonde. Het getuigenverhoor is ten einde. De ochtendzitting wordt te 12 uur ge heven. NAMIDDAGZITTING Wanneer te half drie de Voorzitter de zitting heropent, ls de publieke omhei ning weer stampvol. Alvorens de plei dooien aan te vangen, worden de over- tuigingsstukken op de tafel opengespreid, n.l. de kleederen van het slachtoffer, 370 fr., welke gevonden werden op den moordenaar, zijn rijwiel, enz. M. Leuridan komt dan aan het woord namens de Burgerlijke Partij. Het ls gruwelijk wanneer een leven in vollen bloei weggerukt wordt door een ongeluk. Dubbel gruwelijk is dit wanneer het een moord, een roofmoord betreft. Dit ls ge beurd te Beselare. Leon Durnez was dien namiddag vrij, en na dagen, weken lang zwoegen, zou hij zich dien namiddag ver maken. Hij ging naar een rijwielkoers zien en terwijl hij volop genoot van die vrijheid, terwijl hij zich verzette, was er een monsterachtige kerel, een vampier bezig zijn vrouw te vermoorden; terwijl het kindje van die vrouw, haar Jongste kindje van drie, haar eigen vleesch en bloed, rustig in de wieg lag, werd ze, die brave moeder, de keel toegesnoerd door een moordenaar, met een kous. En de man kwam naar huis toe in de hoop zijn vrouwtje, zijn lief vrouwtje en zijn drie kindertjes te vervoegen en te genieten van het huiselijk geluk. Heeren Gezwoornen, stelt u die thuis komst voor: uw vrouw ligt daar ver moord onder de oogen van haar drie kindertjes. Dat ls de daad geweest van Dumortier, wiens lot gij moet bezegelen. Waarom vermoordde hij die brave vrouw, die goede moeder? Om geld te hebben. Hij had nog 25 centlemen op zak en hij moest geld hebben. En hij neemt zijn voorzorgen: hij slentert *rond het huis van zijn slachtoffer, hij licht zich ln over den handel en wandel der vrouw, en niet zoodra weet hij dat de vrouw alleen is of hij gaat naar haar woning en ver worgt de vrouw, Godelieve Boucké. Ook haar patrones de H. Godelieve werd ge worgd. Die brave moeder en echtgenoote stierf precies als haar patrones gestor ven is. Dumortier gaat naar die woning, hij zegt een vriend te sijn van den man; een vriend is hij, dus hij ls ook de gast. Hier keert M. Leuridan zich tot den moordenaar en zegt: Dumortier ga hadt dorst en de vrouw gaf u te drinken; ge hadt honger en die vrouw gaf u te eten. En ge hebt gegeten, ge hebt u goed versterkt want het was alsof ga gevoeldet dat de vrouw zich ging ver- dedigen en ge veel krachten zoudt moe- ten hebben. Dat was uw dank voor de gastvrijheid. Veel menschen in de publieke omhei ning en zelfs Gezwoornen zitten te wee- nen. De ontroering is algemeen. En dan is Dumortier weggegaan, na eerst de arme spaarcenten van dien ar men wroeter gestolen te hebben. Da kindertjes kwamen van school en von den hun moederke zielloos ten gronde liggen, en hun zusje, ook een Godelieveke, schreiend ln het wiegje. Ze riepen hulp, en de ongelukkige vader van het slacht offer komt toegeloopen en met zijn be vende handen ontdeed hij het strop van den hals zijner doode dochter. En toen Dumortier aangehouden werd bleef hij loochenen en liegen, tot hij in zijn leugens stikte en verplicht was te be kennen. En hier ter zitting hebt ge den moordenaar leeren kennen. Utt zijn mond, Heeren Gezwoornen, hebt ge gehoord dat hij een kwartuur gevochten heeft met zijn slachtoffer. Als zijn slachtoffer afge beuld was, heeft ze uitgeput gezegd: dü&r ligt het geld. En als ge daar gekomen waart om te stelen zoudt ge het daarbij gelaten hebben; maar neen; ge hebt die vrouw vermoord. De verdediging zal misschien zeggen dat Dumortier gemoord heeft uit schrik, Neen, want als zijn slachtoffer daar le venloos voor hem lag nam hij niet de vlucht; neen, eerst geld, en dan vluch ten. Dumortier is niet aan zijn eerste schelmstuk. Nog enkelen tijd vóór de mis daad drong hij ook in een herberg en dwong een jong meisje, op gevaar af haar te dooden, te toonen waar het geld lag. Tenslotte wijst M. Leuridan erop, dat Dumortier ten volle verantwoordelijk is om zijn gepleegde misdaad. Heeren Gezwoornen, Dumortier verdient de dood straf en ge zult, Heeren Gezwoornen, ja antwoorden op de vragen die men u zal stellen. M. Leuridan was zoo meesterlijk ln zijn pleidooi en sprak met zoo"n gloed dat al de aanwezigen diep ontroerd waren en de stilte enkel onderbroken werd èn door de stem van den redenaar èn door een onderdrukt gesnik van talrijke aanwezi gen. Namens de Burgerlijke Partij vraagt M. Leuridan 87.000 fr. schadeloosstelling. REKWISITORIUM Het achtbaar orgaan der wet vangt zijn rekwisitorium aan met te zeggen, dat zijn taak vergemakkelijkt is door het pleidooi van M. Leuridan. Op zijn beurt wijst hij op het voorgaand slecht gedrag van den moordenaar, hangt een tafereel- op van de gruwelijke misdaad en vraagt eveneens, dat de Heeren Gezwoornen bevestigend zouden antwoorden op de vragen welke men zal stellen. De verdediging komt dan aan het woord. DE VERDEDIGING AAN 'T WOORD Meester Ghybssaert is zich bewust van de zwaarte van zijn taak en buigt zich ontroerd neer bij het graf dezer moeder, bij het verdriet van de kindertjes en den vader. Heeren Gezwoornen, evenals die moeder, kon ze hier aanwezig zijn, geen wraak zou koesteren maar medelijden zou hebben met haar moordenaar. De verdediging wijst er dan op dat Du mortier de misdaad niet gepleegd heeft om te moorden. Er was geen voorbe dachtheid en zelfs heeft Dumortier nim mer het inzicht gehad te moorden. Du mortier heeft willen stelen. De vrouw heeft het hem willen beletten. Een wor steling ontstond en het treurige gevolg kent men. Afgemat van vechten toont de vrouw waar het geld ligt. Dumortier wil het geld nemen maar de vrouw be gint terug om hulp te roepen, en dan verliest Dumortier alle bezinning. De schrik van aangehouden te worden maakt zich meester van hem en hij vermoordt de vrouw. Kier is dus geen voorbedacht heid en geen inzicht om te dooden. Wel had betichte het inzicht te stelen en heeft hij zijn misdaad gepleegd om on gekend te blijven. De verdediging geeft dat Dumortier een slecht verleden heeft en dat verleden bewijst dat hij een dief was, maar enkel een dief en niet een moordenaar. Het stelen heeft van hem een moordenaar gemaakt zonder voor bedachtheid, zonder inzicht. Ten slotte roept de verdediging de goedertierenheid in van de Heeren Gezwoornen voor Du mortier, die een zwakkeling is geweest. Hij vraagt dat men Dumortier de gele genheid zou geven in de maatschappij terug te keeren om een vernieuwd leven te herbeginnen. Na korte replieken worden de debatten gesloten. Aan de Heeren Gezwoornen worden vijf vragen gesteld: 1* Vraag: Heeft Julien Dumortier 7.360 frank gestolen ten nadeele van de echt- genooten Durnez? 2* Vraag: Werd de diefte gepleegd met geweld en bedreigingen? 3* Vraag: Werd die diefte gepleegd in een bewoond huis? 4" Vraag: Werd de diefte gepleegd met inbraak? 5" Vraag: Werd de diefte gepleegd met vrijwilligen doodslag en met liet oog merk om te dooden, en namelijk de moord op Godelieve Eoucké? VERDIKT Het antwoord der Gezwcornen ls be vestigend op al de vragen. De ber - d- slaging duurde 15 minuten. Het Openbaar Ministerie vraagt de toepassing der wet en eischt de dood straf. De verdediging vraagt verzachtende omstandigheden voor Dumortier. De Burgerlijke Partij vraagt de 7.000 frank terug, 50.000 fr. voor den vader en 10.000. voor leder kind. ARREST. Juliaan Dumortier wordt veroordeeld tot de DOODSTRAF en tot het betalen der gerechtskosten, zijnde ruim 4.003 fr. De Burgerlijke Partij bekomt 43.830 fr. schadevergoeding. - «O» HET DRAMA TE ROU3AIX Evenals de zon alle andere hemellicha men in schittering en licht overtreft, zoo blinkt Paschen uit boven alle andere feest dagen; het ls waarlijk der plechtigheden plechtigheid. Paschen, het feest der blijde hoop, der zonnige liefde, der eeuwige vreugde! Twee maanden lang bijna heeft de H. Kerk alle vreugdeklanken in hare gebe den en gezangen gedoofd en de laatste dagen vooral, was haar gebed een boete en rouw om den dood van haren Stichter; doch zocdra de eerste morgenschemering na den Paaschnacht gloort, jubelen de klokkenklanken hun machtig Alleluia uit, en verkondigen aan heel de katholieke we reld de blijde paaschvreugde. Een dank en Jubelhymne zingt de Kerb omdat zij zich verheugt over Christus' overwinning en daarbij het vaste betrouwen bezit eens eeuwig meê te juichen in het hemelsch Alleluia. Wanneer we op het Hoogfeest van Paschen de liturgische diensten ln onze kerken bijwonen en de heerlijke zangen doortinteld van de blijde AUeluiaklanken beluisteren of meêzingen, dan alleen voe len wij dat de Katholieke Kerk hare ge- loovigen weet te brengen in de stemming van zonnezuiver vreugdegenot. We worden als 't ware meegesleept door dat idealen- lied, dat onze ziel opvoert naar het bo- venaardsche, en we voelen dan dat ons kristelijk leven een idealenleven is; een leven waarin gestreefd wordt naar ver wezenlijking van grootsche plannen van deugd en heiligheid; een vreugdeleven waarin de katholieke godsdienst blijheid en warmte brengt. Indien er in onze hedendaagsche sa menleving zoo weinig ware vreugde heerscht, Indien er zoo'n leemte ls aan opwekkende blijmoedigheid, is 't niet om dat de kristelijke opvatting van 't leven bij 't volk ten grooten deele is te loor ge gaan, en bijgevolg ook de kerkelijke plech tigheid niet meer verstaan worden? De zuivere kristelijke vreugde kan niet meer gesmaakt worden «oor degenen die eiken Zondag den weg naar sport- en speelplein, naar kinema of theater, naar feest- of danszaal inslaan en steeds de deur der kerk blijven voorbij gaan. En zij die 's Zondag nog mis hooren meer uit gewoonte of slenter dan uit over tuiging en ^eest van geloof, kunnen ook niet warm gemaakt worden voor al de schoenheid en de verhevenheid van het kristelijk leven. Zij voelen niet meer de vreugde-opwel ling van het blijde Alleluia, omdat zij niet meer in zich dragen het beeld van den Christus die het Licht der wereld is. Bezitten wij echter dat beeld, dan zullen wij licht en warmte, klearte en vreugde verspreiden rondom ons. Laten we daarom bij dit Paaschfeest opgaan naar de schoonheid van onze roomsche liturgie of kerkelijke diensten en te samen met de H. Kerk den strijd zang en den zegekreet aanheffen: Alle luia Looft de? Heer, zoo zingt het kristen hart, omdat het jubelen wil met zijn Ver losser en verheugd is om de groot® over winning van het leven op den dood. Looft den Heer, zingen de vogelen ln de wijde lucht en de bloemen ln het zon nige veld. Looft den Heer, zingt de stralende zop. ln den blauwen hemel. Looft den Heer, zingt ook de regen, de b!" em en de donder ln den duisteren nac.it, want heel de natuur zingt Gode toe, omdat Hij is de Schepper en de Meester van het heelal. Laten we steeds het Alleluia op de lip pen hebben en Christus loven om alles v/at Hij ons overzendt, dan worden wij die zomermenschen, de gezegende Godskinde ren, die rijk zijn als de ron en ook allen die tot hen naderen warm en olij bestra- Jen. Zoo wordt ons leven als een zonne- baan, als een vuurtoren, die anderen den weg aanwijst naar de eeuwige vreugde van hierboven. Die zonneglans, dia echt® levensblij heid, die vreugdekijk op het leven, die kinderlijke en tevens mannelijke blijmoe digheid ligt zoo heerlijk besloten in den liturgischen geest van de gebeden der H. Kerk, die ons lederen dag, maar vooral in den Paaschtijd, zoo wonderschoon aan maant tot vreugde en blijmoedigheid. Laten we ons verheugen, laten we blijde zijn ln den Eeer, In de vervulling van onze taak die God ons heeft opgelegd; in het volbrengen van onze dagelijksche plich ten; in het overwinnen van onze moeilijk heden; ja zelfs, ln den strijd van het le ven die soms hard is. Wezen we immer verheugd omdat wij door de nauwste vereeniging met Christus geroepen zijn tot die edele taak om zijn rijk uit to breiden op de wereld, omdat wij ln ons huisgezin Christus willen doen heerschen en erkennen als de Koning en de Meester, omdat wij aan do zielen die ons werden toevertrouwd, zijn goddelijke vreugde kunnen mededeelen; omdat wij aan de zieken, de behoeftigen, de nederi- gen, de meest veriatenen kunnen bood schappen dat er, niettegenstaande de ellende die ln 't leven heerscht, een vreug dezang, een Jubellied weerklinkt in de kristen harten: Alleluia, looft den Heer! OP DE LAATSTE LAND BOUW-TENTOONSTELLIN G IN HET JUBELPALEIS TE BRUSSEL Bij zijn bezoek op de Tentoonstelling heeft de koning zich langen tijd aan den Stand der N. M. der Ontroomers Mélotte te Remicourt opgehouden. Hij heelt de bestuurders der Firma Mélotte veel ge- Wenscht want ieder Jaar bieden zij aan de landbouwers verbeterde toestellen die Steeds een verderen voorspoed voor de hulsmelkerij uitmaken. Na den oritroomer Mélotte met verlaag den draaibaren melkbak, die nu door al de landbouwers begeerd wordt, en na de machinale melkmachine die onvergelijk baar eenvoudig voor de behandeling en het onderhoud is, heeft de N. M. der Ont roomers Mélotte dit jaar op de Tentoon stelling een nieuwen karnkneder in wer king getoond, waarmede men binnen den korts mogelijken tijd kan karnen, kneden en de boter zouten zonder dat deze eenigs- zins met de handen in aanraking komt. Al de door ons bevraagde landbouwers verklaarden eenstemmig, dat de Hulsmel kerij Mélotte met karnkneder, gedreven door een electrischen ontroomer Mélotte met verlaagden melkbak, de laatste kreet des vooruitgangs is. Men kan ermede de meeste winst van de melk bekomen en veel tijd en handwerk sparen, terwijl de onderhoudskosten uiterst gering zijn. EEffKffiEKBSBaBKHBZËiaEBEBHBSBBB TREKKING DER VERWOESTE GEWESTEN 5 1923 106e TREKKING VAN 19 MAART 1932 S. 251849 n. 3 uitbetaalbaar met fr. 500.000 S. 372208 n. 1 uilbetaalbaar met fr. 100.000 S. 369065 n. 1 uitbetaalbaar met fr. 50.000 S. 127370 n. 4 uitbetaalbaar met fr. 50.000 S. :'""37 n. 3 uitbetaalbaar met fr. 50.000 j nummers dar i ï/en genoem de seizes ayu uitbetaaluaar mei. it. 550. Ze zakten af van Jerusalem huiswaarts, ze spraken onderweg over hun bedevaart, ze keerden weer naar hun dorp Emmaüs. Heel hun koutenancle Hep over de ge beurtenissen der laatste dagen, ze waren lijk uit hun lood geslagen. Men zou het zijn voor minder. 't Is toch spijtig dat Hij dood is, niet waar Cleophas, zoo een brave mensch, die Onze Lieve Heere. «Ja en zooveel afgezien... maar heele schoon gestorven. We hebben veel verloren met Hem kwijt te zijn. We gaan dat nooit meer hebben, zulk een machtigen Wonderdoe ner en zoo goeden Predikant. Kon Hij het zeggen? Hoe zal dat gaan zonder Hem, de Farizeërs zullen nog een meer dere pluim op hun hoed steken, ze zullen de goede menschen nog meer plagen, ze gaan 't niet laten schieten.» Ze waren er algelijk maar kleene van op Golgotha, bij 't hooren, toen de zon al met eens verduisterde, tóen het begon te donderen en te weerlichten. Weet gij iets van de begrafenis? 't Was een schoone begraving, niet veel volk, maar 't was aandoenlijk vol gens het schijnt, zijn moeder heeft toch zoo geltreschen, ze legden Hem in een nieuw steenen graf, Hij die in een vreemd stal geboren ls, werd in een anders graf neergelegd, doodarm. Schoone begraving, maar daarmee al ls hij toch dood. Ze wandelden traag lijk als 't gemoed teneergeslagen is. Daar kwam een man achter hen, die zonder moeite hen inhaalde en hij vroeg hun na goen avond gezeid te hebben: Waarom ziet gij er zoo triestig uit? Wie is er dood, zegt gij? Ze keken op en herkenden Hem niet. Komt gij van Jerusalem? Ja. Hoe? En weet gij dan niet wat er dezer dagen aldaar is gebeurd? V/at dan? (In zijne plaats hadden we moeten bijten op onze lippen om onzen ernst te houden.) Hoe kunt ge zoo iets vragen? Hebt gij dan niets vernomen over Jezus van Na zareth? Van wien zoun we anders spre ken? Heel de stad is er van vol. Weet gij niet wie Hij is? Gij zijt de eenigste vreem deling in heel de stad die 't niet weet. 't Was een Profeet, Hij was nog een beet je daar, machtig door woord en daad te genover God en heel 't volk. 't Verwon dert me dat gij Hem niet kent, ledereen kent Hem. Serieus? Hij glimlachte, maar ze zagen t niet; ze waren neerslachtig en keken naar den grond. De tongen geraakten nog meer los en ze deden alles uiteen, blij te mogen een keer him herte lossen. We hadden al onze hoop op Hem ge steld, we hadden te veel verwacht, Hij moest ons volk redden, Israël verlossen, onze Koning worden. Helaas I De opper priesters hebben Hem gekruisigd en nu is t reeds de derde dag. We zijn ontnuch terd, we hadden te schoone gedroomd... Bovendien hebben eenige vrouwen ons willen wat wijs maken, ze waren in de vroegte bij het graf gekomen en ze hebben het ledig gevonden. Ze kwamen zeggen dat ze zijn lichaam niet vonden en dat ze een verschijning van engels gezien had den, die zeiden dat Hij leefde, ja, maar dat ls wijven-parler en vrouwepraat is flauwe praat. Eenigen onzer gezellen gingen naar het graf en bevonden het juist, zooals die vrouwen het ook gezegd hadden, maar Hem en zagen ze niet. 't Is een spijtige zaak. Zij schudden hun hoofd en verzucht ten erbij. De Heer nam het woord om hen te be rispen. O dwazerikken en tragen om te geloo- ven al wat de profeten voorzeid hebben. Moest Christus dit alles niet lijden en zoo ln zijn heerlijkheid ingaan? Hebt gij nooit gehoord van die heerlijke profetieën, 't Is alsof ze na de gebeurtenissen ge schreven waren, zoo Juist. En Hij gaf hun een les in de bijbelsche geschiedenis en toonde doör de voorzeg gingen dat alles zoo moest afloopen, want 't was geschreven. En ondertusschen waren ze aan de eerste huizen van Emmaüs gekomen, al klappen en vertellen verkort de weg. De Heer deed alsof Hij nog verder moest en bedankte de reisgezellen voor het goed gezelschap. Als betooverd hingen ze aan zijn lippen. Blijf bij ons Heer, want het wordt donkeravond, gij zult toch alleen niet voortreizen in den nacht, 't is koud, 't is gevaarlijk, blijf, ge zijt wel gebleven en dat ge eens aangerand werdt langs de baan, blijf bij ons overnachten, ge gaat eerst een mondje eten. Ze waren stief ding, hielden zijn h^nd vast en lieten Hem niet los. En ja,drong de andere ook aan gij kunt alzoo niet buiten scholeeren binst den nacht, gij zult het beklagen, blijf. De Heer liet Hem gezeggen en terwijl Hij met hen aan tafel was, nam Hij broed, sprak de zegening, brak het en reikte het hun over. Toen gingen hun oogen open en ze herkenden Hem. Tjeemenis menschen riepen ze uit, lijk van de hand Gods geslegen. Ze moesten geen dessert meer eten, ze hadden geen honger meer, maar in den derden hemel zegden zij tot malkaar: Gloeide ons hert niet toen Hij ons sprak langs den weg en ons den Bijbel uitlei? Hoe goed ls Hij toch, moet Hij ons niet geerne zien, Hij ls pas twee dagen weg en komt ons reeds weer bezoeken. Ze waren er toch zoo van gepakt. Ze wipten op en wilden Hem omhelzen. Op hetzelfde oogenblik verdween de stralende verschijning, ze keken nog altijd en Hij was al weg. Ze stonden op en keerden weer naar Jerusalem, ze waren niet meer moe, ze gingen rap, zeers zeiden ze de apos tels moeten 't weten,Ze kwamen ln de heilige stad om het groot nieuws mede te deelen, ze zouden 't aan de boomen verteld hebben met sluis en schroo. De weg scheen hun nu korter. De elf die vergaderden met een hoop leerlingen waren juist bezig met geest driftig te vertellen over de groote gebeur tenis van dezen morgen: De Heer ls waar lijk weer levend geworden en aan Petrus verschenen. Jal Ja! zei Petrus, 'k heb Hem met eigen oogen gezien. Bravo riepen allen. Wij zijn er bo ven op! Hij zal onze vijanden doen uiteen stuiven. «Wij hebben Hem ook gezien» onder braken de twee leerlingen van Emmaüs die al achter in de zale waren en hun vreugde en zekerheid wilden aan anderen mededeelen. Komt maar naar voren, doet dat eens uiteen wat dat gijlieden gezien hebt. En ze gingen op het verhoog en begon nen te vertellen met heele mondsvullen dat ze met den Heer gewandeld hadden en dat Hij met hen lijk duikertje ge speeld had, ze verkenden Hem eerst niet en hun dan het heilig Schrift had uitge legd zoo interessant, en eindelijk dat ze Hem duidelijk herkenden bij het breken van 't brood. Nooit heeft een mensch zoo schoon gesproken en zoo schoon gebe den. Maandag kwam dus voor het Assisen hof van West-Vlaanderen de zaak voor ten laste van Juliaan-Hektor Dumortier, fabriekwerker, geboren te Reningelst, den 25 April 1304, aangehouden, en beschul digd van vrijwilligen doodslag met voor bedachten raad, op den persoon van Godelieve Boucké, echtgenoote Durnez, en moeder van drie minderjarige kin deren, te Beselare, wijk «Keiberg Deze misdaad, welke gepleegd werd den 6 Juli 1931, hebben wij toen in ons blad uit voerig verhaald. ZITTING Het is 9 u. 30, wanneer het Hof, voor gezeten door Raadsheer De Poortere, ver schijnt. De publieke omheining is overvol. Het ambt van het Openbaar Ministerie wordt waargenomen door M. de la Ke- thule de Ryhove. Beschuldigde wordt verdedigd door M. Paul Ghyssaert. M. Leuridan stelt zich namens den man van het slachtoffer aan als burger lijke partij. Na samenstelling van den Raad der Gezwoornen geeft de Griffier lezing van den beschuldigingsakt. Den 6 Juli 1931, 's namiddags, was Leon Durnez naar Geluvelt gegaan en zijn twee oudste kinderen, Maurits, 9 jaar, cn Simonne, 7 jaar, waren naar school. Toen de kinderen na vier uur thuis kwamen, stonden ze voor een afschuwe lijk schouwspel. Hun moederke lag ver moord: het hoofd rustte hangend op de eerste trede van de trap leidend naar den kelder en de keel toegesnoerd met een kous. De moord was gepleegd om het stelen te vergemakkelijken. Een som van 7.350 frank was gestolen. De moordenaar Juliaan Dumortier werd aangehouden en in het nauw gebracht, moest hij, na lang verhoor, ten slotte bekennen de vrouw vermoord te hebben. Na lezing van den beschuldigingsakt, vangt de Voorzitter aan met de ONDERVRAGING VAN DEN BESCHULDIGDE Voorzitter. Dumortier, ge zijt be schuldigd van moord op vrouw Gode lieve Boucké, en van dlefte van 7.350 fr. Beschuldigde. Ja, maar ik heb enkel 360 fr. gestolen. De 3.000 belgische fran ken en 4.000 fr. fransch geld heb ik la ten liggen. V. Alvorens de misdaad te plegen, hebt ge het slachtoffer gezien? B. Ja, ze reed per rijwiel. V. Hoe laat was het? B. Het was Iets na 1 u. ln den na middag. V. Aan het rijwiel hing een spade? B. Ja. V. tot de Gezwoornen. Vrouw Dur nez was naar den smid Lapère gereden, om een spade te doen vermaken. V. tot beschuldigde. Ge hebt inlich tingen genomen over den handel en wan del der vrouw? Beseh. Ja, en ik was zinnens haar te bestelen, maar niet haar te vermoor den. V. We zullen daar straks over spre ken. Ge zijt dan in de woning der vrouw gegaan, omstreeks half-vier. De vrouw heeft u een pot koffie gegeven. B. Ja. Ik heb haar ook een boter ham gevraagd, want ik had sedert daags te voren niets meer gegeten. V. En daarna hebt u de vrouw ver moord. Vertel eens aan de Heeren Ge zwoornen, hoe ge de misdaad gepleegd hebt. Dumortier verhaalt dan, dat hij aan de vrouw geld vroeg, dat deze hem dit weigerde. De vrouw wilde buiten loopen om hulp ln te roepen. Hij heeft de vrouw tegengehouden. Een worsteling ontstond. De vrouw verdedigde zich hardnekkig, en riep aanhoudend om hulp. Dumortier sleepte de vrouw in de slaapkamer, een voute, en trok een laken over haar om het hulpgeroep te verdooven. De vrouw kon zich losrukken. Hij poogde dan de vrouw in den kelder te trekken. Vruch teloos. Ten einde raad altijd volgens de verklaring nam Dumortier een kous en terwijl het 16-maand-oud kindje in zijn wiegje zoetjes lag te sla pen snoerde hij de ongelukkige vrouw en moeder de keel toe... Vreeselijk ver haal, GETUIGENVERHOOR De eerste getuige ls de vader van het slachtoffer, Frans Boucké. Deze komt getuigen, dat hij door zijn kleinkinderen geroepen werd, dat hij meeging en zijn ongelukkige dochter aan de keldertrap zag liggen. Het getuigenis van den Echtgenoot Daarna komt Durnez Leon, de man van Godelieve Boucké, het slachtoffer, getuigen. Nauwelijks heeft de diep getroffen man den eed afgelegd, of, gaande naar den zetel der getuigen, snokt hij zich om en roept naar den moordenaar: «LAFAARD! MOORDENAAR! Ge hebt kans dat ik u onder mijn handen niet krijg!» En meteen zwiert Durnez zijn muts naar den beschuldigde. V. Wees kalm Durnez. We begrij pen uw toestand, hier te moeten komen getuigen in bijzijn van den moordenaar uwer vrouw. Maar ge moet kalm blijven en antwoorden op de vragen welke ik u zal stellen. V. Kent ge den moordenaar? Getuige. Neen. V. Nochtans, hij beweerde aan som mige menschen, dat hij nog met u sa mengewerkt had. Getuige. Hij heeft dit gedaan, om beter in mijn huis te kunnen dringen en mijn vrouw te kunnen vermoorden. En zich richtend tot den moordenaar: Hoe hebt g'het over uw hart kunnen krijgen een moeder te vermoorden, ter wijl nevens haar het wiegske stond waar haar kindje lag te slapen? Lafaard! V. Kom, wees kalm. Bedwing u. Zeg eens, hoeveel er gestolen werd. Maar de ongelukkige man blijft op- gewenden en zegt bitsig: Vraag het aan hem, hoeveel hij ge stolen heeft. Over de 7.000 fr. stal hij. V. Dumortier beweert, dat hij enkel 360 fr. stal en het andere geld liet liggen. Dumortier, antwoord. Besch. Ik heb enkel 360 fr. gestolen. Getuige. Ge liegt, lafaard! Moorde naar! G'hebt kans dat ik aan u niet kan, een moeder van drie kinderen vermoor den. Weer moet men getuige vragen kalm te blijven en men verzoekt hem dan naar zijn plaats terug te keeren. De Onderzoeksrechter aan 't woord. M. De Vos, Onderzoeksrechter te leper, heeft het onderzoek gedaan en legt op een plan, en met behulp van photo's, uiteen aan de Heeren Gezwoornen, waar de misdaad gepleegd werd en op welke manier. M. De Vos verhaalt dan, dat Rechtstreeksche treinen en treinen met omreize langs Lisleux. Inlichtingen bij E. H. De Rycke, Pastoor op St Jans en E. H. Verbouwe, Onderpastoor op O. L. Vrouw te Poperinge; alsook op het Bu reel van VI. Bedevaart, Plein 13a, Kortrijk. Verweercomiteit voor leper, Poperinge en omliggende Het Hoofdbestuur der Geweste lijke Verdedigingscomiteiten heeft de eer te laten weten dat de Heeren Leon Grillet, leper, en Maur. Vallaeys, Poperinge, zijnde afgevaardigden voor leper, Poperinge en omliggende zich, ter beschikking der schuldeischers zullen houden om hun KOSTE LOOS inlichtingen te verschaffen nopens de concordataire voorstel len van de HANDELSBANK en ook te dien einde de volmachten in orde te stellen om geldig de ver gadering bij te wonen. De afgevaardigden zullen zitdag houden: Heer Leon Grillet, te leper, in de «Handelsbank», Groote Markt, II, alle werkdagen van 9 tot 12 u. en van 14 tot 18 uur; Heer Maurice Vallaeys, te Po peringe, Duinkerkestraat, 2, den Zondag, Maandag, Dinsdag en Vrijdag, van 9 tot 12 uur en van 14 tot 19 uur. Central Bestuur van het \fjrweercomiteit van West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Brabant. KEIZERIN PU-YI die in 1922 den Chinesschen keizer Pu- Yi huwde die nu als keizer in Mandsjoerie aangesteld is. VROUW VERMOORD EN HAAR LIJK IN 'T WATER GEWORPEN Vrijdag kwam de zaak op en laste van den genaamde Hyppollet Debackcre, pan- nendekker, van belgische nationaliteit, ge huisvest te Roubaix. Op 6 Juni 1931 werd uit het water te Roubaix het lijk opgetrokken van eene vrouw, Marguerite Van den Driessche, weduwe Herman; eene zware ijzeren riool plaat was bij middel eener koord rond de lenden van de vrouw vastgemaakt om het lijk te verzinken. Volgens het onderzoek was de onge lukkige verwurgd geweest, na zich ge weldig tegen haren moordenaar te heb ben verdedigd. Debackere Hyppoliet was de moordenaar. Deze staat bekend als een doorslechte k|rel; hij had twee jaar geleden zijne vrouw en kinderen die te (Vervolg 2« blad, onderaan laatste kolom.). Mevrouw Sim Yat Seu weduwe van den overleden President der chineesche Republiek, werd te Shanghaï geintervieuwd. Zij bestuurt er verschei dene militaire ziekenhuizen en spreekt met veel lof over de begeestering der gekwetste soldaten en over hun verlan gen om weer op het front te komen. Zij ls de meening toegedaan, dat de aanval tegen China beraamd ten slotte het nationaal gevoel van het chineesche volk tot een tot nog toe ongekende hoogte zal opvoeren. Gebruikt Chicorei WYPELÏER-TAFFIN 't is de beste.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1932 | | pagina 1