Paschen! Alleluia!
KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD.
HET ONHEIL DER
HANDELSBANK
NAAR LOURDES LISIEUX
NAAR VREDE
DE IJSELIJKE" MISDAAD
TE BESEIARE VOOR HET
ASSISENHOF TE BRUGGE
De Melkerijtoesteilen
AAN DE SCHULDEISCHERS
DER HANDELSBANK
WEEKBLAD: 35 CENTIER'
ZONDAG 27 MAART 1932.
"DE POPERINGENAAR"
Uitgever
8ANSEN-VANNESTE
POPERINGE
Telefoon N' 9. - Fostch. N' 15.570.
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum) 4,00 fr.'
1 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur.
Berichten op 1* bl per regel 2,50 fr.
Berichten op 2* bl. per regel 1.75 fr.
Berichten op 3* bl. per regel 1.50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7.00 fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanvraag.
Annoncen zijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden worden. - Kleine
berichten tegen den Vrijdag noen.
Abonnementsprijs tot einde 't Jaar:
voor Belgie per post 14.38 fr.
te storten op onze postcheckrekenlng
met volledig adres;
voor Frankrijk 31.60 fr.
voor andere landen 35.60 fr.
te zenden per internationaal post-
mandaat met juiste adres.
Het is nu omtrent twee maand geleden
sedert de Handelsbank hare Winketten
gesloten heeft, en de menschen die hun
zuurgewonnen centen-aan deze instelling
toevertrouwd hadden, hebben tot nu tce
niet de minste betrouwbare inlichtingen
bekomen.
De laatst verschenen balans dezer
bankinstelling wijst op 25.000.000 kapitaal
waarbij 15.000.000 reserven. Daarenboven
beschikte zij over circa 160.000.000 spaar
gelden. Het jaar 1930 slcot met circa
3.000.000 winst en er wierd nog 19,40 fr.
per aandeel uitbetaald als koepon.
Op 26 Januari 11. valt de slag, wijl
iedereen uitziet naar de uitslagen van
liet jaarboek 1931. Do nare mare komt:
De Handelsbank is gesprongen.
Hoe is zulks mogelijk? Gansch het
kapitaal, waarbij, zegt men, het groot
ste deel der spaargelden ls verdwenen.
Hoe en door wiens schuld, is nog niet
uitgemaakt, maar zóu voeten uitgemaakt
worden in 't belang der spaarders. In
verband met deze faling wordt de meeste
onzin rondverteld, doch allen spreken als
blinden over kleuren, en intusschentijd
vragen de menschen zich met angst af;
Wat zullen wij van onze centen terug
zien en wanneer?Verliest om beters-
wille uwe kalmte niet en laat U niet
beïnvloeden door schoone woorden, ijdele
beloften of betaalden gazettenpraat. Laat
ons kalm onderzoeken en nagaan: één
feit is zeker: Er is verlies, maar niemand
kan tot nu toe uitmaken hoe groot het is.
De Handelsbank zegt: Ik kan on
mogelijk mijn verplichtingen voldoen en
daarom vraag ik een concordaat of ak
koord. Dit komt hierop neer: Gansch
mijn bezit is voor de schuldeischers en
met dit te gelde te maken zal ik U terug
geven:
1° - 10 zes maand na de officieels
goedkeuring van het concordaat. Dit wil
zeggen dat Gij minstens zult moeten
wachten tot toekomend nieuwjaar om de
eerste 10 terug te krijgen;
2° - 10 zes maand na 1°;
3" - 10 zes maand na 2°;
4" - een bon waarop de rest der 11-
kwidatie zal uitbetaald worden. Dit wil
niet zeggen dat gij met dezen bon de
rest van uw geld zult krijgen, maar wel
de rest der vereffening. Hoe groot die
rest zijn zal, weet niemand met zeker
heid te bepalen
Zijt Gij, schuldeischers, hiermee tevre
den Ja of neen?
Er zijn nu lieden die zeggen: «Indien
gij deze voorstellen niet goedkeurt zult
gij nooit een cent terug zien.Dit is
onzin en gekkenpraat; immers de Han
delsbank bezit nog iets of is totaal uit
gebloed. Bezit zij niets meer, het moge
nu concordaat zijn ofwel failliet, er kan
niets meer uitgekeerd worden. Bezit zij
integendeel nog iets, en dit is wel het
geval, zal er iets kunnen uitbetaald wor
den. De vraag is nu: HOEVEEL? De
Handelsbank«egt: 3 maal 10 in
circa twee jaar waarbij een bon. In
't belang der spaarders zou er moeten
zooveel mogelijk ineens uitgekeerd wor,-
den en dit zoo vroeg mogelijk. Het gaat
niet op te beweren dat de voorwaarden
door Handelsbankgesteld, onvoor
waardelijk moeten aanvaard zijn of dat
de grootste onheilen te wachten staan.
Dit is praat van lieden die het hoofd
op hol hebben.
Spaarders van Handelsbankbehoudt
tegenover zulke taal uwe kalmte en laat
U niet beïnvloeden, handelt en teekent
niets met overhaasting, maar geeft enkel
uw volmachten af na rijp overleg.
Wat moet er nu gedaan worden?
1° Uw schuldeisch moet ter greffie van
de Handelsrechtbank te Gent neergelegd
worden en tezelfdertijde moet Gij zeggen
of Gij het concordaat toestaat of niet.
2° Wanneer moet dit geschieden? In
dien mogelijk op gestelden dag, maar
zoo Gij het niet doet op gestelden dag,
blijft Gij uw rechten behouden tot aan
den bepaalden sluitingsdag die niet is
vóór 2 Juni.
3° Hoe moet Gij dit doen?
Gij kunt zelf gaan naar Gent ofwel
moogt Gij volmacht geven aan iemand
die U vertrouwen inboezemt. Deze zal de
verklaringen doen in uw naam.
P. S. Schrijver van dit artikel is bij
den Heer Jules Fiey-Lelieur geweest om
inlichtingen. Deze Heer heeft hem graag
alle Inlichtingen gegeven en hij heeft
hem gezegd dat hij ledereen, die het
begeert, wil inlichten.
De schuldeischers mogen zich gerust tot
hem wenden: Ieperstraat, 5, Poperinge.
EEN GETEISTERDE VAN
HANDELSBANK
aHsasssasaBisassaBBBsaeaaBas
VLAANDERENS BEDEVAART
26 APRIL 4 MEI
Terwijl ze dat aan 't zeggen waren
laat ln den avond, met gesloten deuren
stond de Heer ln hoogsteigen persoon ln
hun midden en zeide hun: Vrede zij
U.Ze konden bijna hun oogen niet ge-
looven. Het was de tweede keer dat ze
Hem zagen ln dien namiddag. Ze waren
toch zoo gelukkig, dat ze voorzeker dien
nacht niet konden slapen van alteratie
en aandoening.
De Heer had maar een korte vacance ge
nomen sedert zijn laatste les, Hij kon het
niet lang uithouden. Hij kreeg het over
zijn hert niet, bij zijn leerlingen niet te
mogen zijn, en keerde daarom gauw terug.
ZIJ waren droevig omdat zij hun Mees
ter kwijt waren. Zijn wij ook alzoo?
Zij spraken langs den weg over Hem.
En als Iemand bij ons komt op straat
en ons vraagt: van wien spreekt gij,
kunnen wij ook zeggen: Van Jezus van
Nazareth
Ze hadden verdriet en de Heer was zoo
dicht bij hen. Met ons is 't ook zoo, de
luchtkasteelen zijn Ineengestort, 't is cri
sis, 't en gaat niet; en toch, nooit is de
Heer zoo dicht dan als 't niet foetert en
wij ontgoocheld, droefgeestig en hopeloos
zijn, maar toch bidden. De hoop keert
dan weer en de blijheid.
De Heer vleide hen niet: O dwazerik
ken zei Hij hun. 't Is lijk maar een aar
dig begin van een sermoen als ge 't wel
ingaat, wij zeggen 't gewoonlijk anders:
beminde christenen of beminde paro
chianen Maar de goddelijke Predikant
deed zijn handschoenen niet aan om hun
hunne zaligheid te zeggen en ze hoorden
Hem geern, 't was slaan om te genezen.
Hij gaf hun een schoone les ln 't H.
Schrift, Hij was 't gewone leering te
houden, deed het geern en had het nog
niet vergeten. De smoor trok op ln hun
geest en de eene steen na den andere viel
van hun hert.
Wij ook zullen den Heer herkennen ln
't breken des broods in de H. Paaschcom-
munie en ens verdriet vergeten in de
Paaschvrede en -vreugde.
Blijf dan ook bij ons, o Heer, eer de
zon voor goed ondergaat, als 't u belieft,
Ge moet niet voortgaan, laat ons niet in
den steek, want 't wordt avond in de zie
len, de nachtelijke dauw valt, de struik-
roovers staan op loer, 't is koud buiten,
en alleene is toch maar alleene. Blijf bij
ons, Heer, laat U gezeggen, wij laten uwe
hand niet las, de werelddag is ver gevor
derd, het dal der tranen is duister door
de schaduw van den hoogen berg der
zonden. Blijf! A. B.
8BBBBSSBBBBE3CB3BaBBB3SSaBBB
Gebruikt Chicorei WYFELIER-TAFFIN
't is de beste.
9BBB8B2BEl3BB3SB£BSBB£ZESi3BSB
KONING ALBERT
VERTROKKEN NAAR CONGO
Woensdag, to 19 uur, is Koning Albert
vertrokken naar Congo waar hij een In
spectiereis in het Albert-Park en in het
Kivoegebied doen zal. Aan de statie van
Leopoldkwartier werd hij geestdriftig toe
gejuicht. De Koning begeeft zich per
spoor naar Brindisi vanwaar hij per
vliegtuig tot Joeba reizen zal, dat gele
gen ls ten Zuiden van Engelsch Soedan.
Nadien zal de Vorst een autorit onder
nemen van 6000 km. tot Kivoe toe. De
Koning zal vier weken afwezig zijn.
Zou de Volkerenbond toch goede vruch
ten afgeworpen hebben? Afgeveerdigden
van den Volkerenbond zijn te Japan
toegekomen en de oorlogvoerende landen
zijn aan 't praten, wijl Japan reeds een
deel zijner troepen naar huis zond en
oorlogschepen terugtrek.
OVER MANDSJOERIE
echter geraakt men moeilijk akkoord.
China wil het terug; Japan wil er een on
afhankelijk keizerrijk van maken. Laat
ons hopen dat alles verder zonder bloed
vergieten verga.
ASSISENHOF VAN W.-VLAANDEREN
JULIAAN DUMORTIER
WORDT VEROORDEELD TOT
DE DOODSTRAF
Dumortier aangehouden werd, 's ande
rendaags, te leper, in een hotel. In de
dagbladen was de persoonsbeschrijving
verschenen van den persoon den ver-
moedelijken moordenaar die rond het
huls der misdaad geslenterd had. De
hotelhouder las dit in zijn blad en her
kende in zijn kllent dezen persoon. Hij
gaf daarvan kennis aan de politie en
Dumortier ward den 7 Juli aangehouden.
Hij loochende. De 9 Juli ging men naar
Beselare voor de hersamenstelllng van
het drama. Getuigen herkenden in Du
mortier don persoon die enkele dagen te
voren rondgeslenterd had te Beselare en
inlichtingen vroeg over het huishouden
Durnez. Dumortier loochende, maar uit
werd juist zijn beschuldiging.
Waarom loochenen te Beselare geweest
te zijn, als hij onschuldig was? 's Avonds,
den 9 Juli, door strikvragen in het nauw
gebracht, bekende hij de misdaad. Steeds
hield Dumortier vol het inzicht niet ge
had te hebben de vrouw te dooden. Hij
wou enkel stelen. Hij doodde haar, om
te beletten, dat men hem zou aanhouden.
Burgerlijke Partij. Is het waar, dat
Dumortier willen ontvluchten heeft?
Getuige. Ja, te Kortrijk.
B. P. Is het ook waar, dat Dumor
tier zelfdmoord willen plegen heeft?
Getuige. Ja, op dezelfde manier zoo
als hij zijn slachtoffer vermoordde, n.l.
door worging.
De volgende getuige is de Wachtmees
ter der Rijkswacht Kamiel Dewaele, die
het eerste ter plaats kwam en een eerste
onderzoek instelde. Hij brengt verslag uit.
Dr Billiau Valeer, Wetsdokter te leper,
heeft de lijkschouwing gedaan. Het slacht
offer had een 15-tal schrammen in het
gelaat en een diep lidteeken in den hals,
voortkomend van de kous. De dood van
de vrouw komt voort door verstikking.
Maria Waigniez is een gebuurvrouw.
Toen de kinderen thuis kwamen en hun
moeder vermoord vonden, kwamen ze
buitengeloopen, om hulp roepend. De
vrouw vond haar gebuurvrouw Gode-
lieve Boucké vermoord. Deze was een
voorbeeldige vrouw en een goede moeder.
De Wulf Theofiel, gebuur, kwam ook
bijgeloopen. Hij streek het gelaat met
azijn, denkende nog de levensgeesten te
kunnen heropwekken. De vader van het
slachtoffer had reeds de kous, waarmede
de vrouw geworgd werd, afgedaan.
Bostyn Florimond, woonde een 300-tal
meters van het huis der misdaad. Het
slachtoffer was met haar rijwiel, waarop
ook haar kleinste kindje in een rieten
stoeltje zat, voorbijgereden, naar haar
huis toe. Beschuldigde zegde: Kijk eens
die vrouw daar». Getuige zegde: «Ahja,
't is Lieve Boucké». Dumortier zegde:
JusteZekere Taillieu, die bij mij was,
zegde: Ja. 't Is zijIk vroeg aan Tail
lieu: «Hoe is de naam van den man?
Taillieu antwoordde Leon DurnezBe
schuldigde antwoordde: Juste, 't is Leon,
'k heb nog met hem gewerkt
V. Dit wil zeggen, Dumortier liet
eerst de namen zeggen van de vrouw en
den man en antwoordde telkens: Juste.
Getuige. Juste. (Gelach.)
V. Ehwel, Dumortier, ge vroegt in
lichtingen om te kunnen stelen?
Besch. Ja.
Dr Brutsaert heeft den beschuldigde
onderzocht onder geestesopzicht: Dumor
tier is ten volle verantwoordelijk voor
zijn daden.
Philipo Henri. Ook met hem heeft
Dumortier staan spreken, tusschen twee
en drie uur 's namiddags. Hij stond altijd
te kijken naar het huis van Suzanne
Taillieu, waar Godelieve Boucké, toen ze
van den smid terugkwam, was binnen
gegaan. Toen merkten we daar niet op.
Maar naderhand hebben we dat alles
dan aaneen geknoopt.
Lapère Maurits ls de smid bij wien
Godelieve Boucké geweest is om haar
spade te vermaken. Wat later kwam de
moordenaar en vroeg inlichtingen over
Godelieve Boucké, en waar ze naartoe
gereden was.
Hoorelbeke was bij Philipo, vorigen
getuige en spreekt in denzelfden zin.
Knockaert Remi, spreekt als Philipo en
Hoorelbeke.
Van Sevenant, Politiekommissaris te
leper, heeft in het gemeentegevang te
leper den beschuldigde verhoord. Aan
hem heeft Dumortier de eerste bekente
nissen afgelegd, en den moord verhaald
zooals hij hoogerop beschreven staat. De
Heer Van Sevenant geeft daar uitvoerig
verslag over.
Taillieu Theofiel, stond bij Bostyn en
bevestigt dezes verklaringen.
Taillieu Suzanne is de vriendin van
het slachtoffer, en komt getuigen, dat
Godelieve Boucké bij haar geweest is,
terwijl ze wachtte op haar spade, die de
smid vermaakte. Suzanne Taillieu is dan
zoover meegereden, tot op een 300-tal
meters van het huis der misdaad, waar
haar vader Theofiel, vorige getuige, stond
te spreken met Bostyn.
Ameele Marcel, gebuur. Aan dezen ge
tuige heeft Dumortier ook inlichtingen
gevraagd over het slachtoffer.
Verschaeve Martha, zat aan haar deur,
en heeft Dumortier zien voorbijrijden per
fiets. Aan haar vroeg Dumortier, waar
Leon Durnez woonde.
Het getuigenverhoor is ten einde.
De ochtendzitting wordt te 12 uur ge
heven.
NAMIDDAGZITTING
Wanneer te half drie de Voorzitter de
zitting heropent, ls de publieke omhei
ning weer stampvol. Alvorens de plei
dooien aan te vangen, worden de over-
tuigingsstukken op de tafel opengespreid,
n.l. de kleederen van het slachtoffer,
370 fr., welke gevonden werden op den
moordenaar, zijn rijwiel, enz.
M. Leuridan komt dan aan het woord
namens de Burgerlijke Partij. Het ls
gruwelijk wanneer een leven in vollen
bloei weggerukt wordt door een ongeluk.
Dubbel gruwelijk is dit wanneer het een
moord, een roofmoord betreft. Dit ls ge
beurd te Beselare. Leon Durnez was dien
namiddag vrij, en na dagen, weken lang
zwoegen, zou hij zich dien namiddag ver
maken. Hij ging naar een rijwielkoers
zien en terwijl hij volop genoot van die
vrijheid, terwijl hij zich verzette, was er
een monsterachtige kerel, een vampier
bezig zijn vrouw te vermoorden; terwijl
het kindje van die vrouw, haar Jongste
kindje van drie, haar eigen vleesch en
bloed, rustig in de wieg lag, werd ze, die
brave moeder, de keel toegesnoerd door
een moordenaar, met een kous. En de
man kwam naar huis toe in de hoop zijn
vrouwtje, zijn lief vrouwtje en zijn drie
kindertjes te vervoegen en te genieten van
het huiselijk geluk.
Heeren Gezwoornen, stelt u die thuis
komst voor: uw vrouw ligt daar ver
moord onder de oogen van haar drie
kindertjes. Dat ls de daad geweest van
Dumortier, wiens lot gij moet bezegelen.
Waarom vermoordde hij die brave vrouw,
die goede moeder? Om geld te hebben.
Hij had nog 25 centlemen op zak en hij
moest geld hebben. En hij neemt zijn
voorzorgen: hij slentert *rond het huis
van zijn slachtoffer, hij licht zich ln over
den handel en wandel der vrouw, en niet
zoodra weet hij dat de vrouw alleen is
of hij gaat naar haar woning en ver
worgt de vrouw, Godelieve Boucké. Ook
haar patrones de H. Godelieve werd ge
worgd. Die brave moeder en echtgenoote
stierf precies als haar patrones gestor
ven is.
Dumortier gaat naar die woning, hij
zegt een vriend te sijn van den man;
een vriend is hij, dus hij ls ook de gast.
Hier keert M. Leuridan zich tot den
moordenaar en zegt: Dumortier ga hadt
dorst en de vrouw gaf u te drinken;
ge hadt honger en die vrouw gaf u te
eten. En ge hebt gegeten, ge hebt u
goed versterkt want het was alsof ga
gevoeldet dat de vrouw zich ging ver-
dedigen en ge veel krachten zoudt moe-
ten hebben. Dat was uw dank voor de
gastvrijheid.
Veel menschen in de publieke omhei
ning en zelfs Gezwoornen zitten te wee-
nen. De ontroering is algemeen.
En dan is Dumortier weggegaan, na
eerst de arme spaarcenten van dien ar
men wroeter gestolen te hebben. Da
kindertjes kwamen van school en von
den hun moederke zielloos ten gronde
liggen, en hun zusje, ook een Godelieveke,
schreiend ln het wiegje. Ze riepen hulp,
en de ongelukkige vader van het slacht
offer komt toegeloopen en met zijn be
vende handen ontdeed hij het strop
van den hals zijner doode dochter. En
toen Dumortier aangehouden werd bleef
hij loochenen en liegen, tot hij in zijn
leugens stikte en verplicht was te be
kennen. En hier ter zitting hebt ge den
moordenaar leeren kennen. Utt zijn mond,
Heeren Gezwoornen, hebt ge gehoord dat
hij een kwartuur gevochten heeft met
zijn slachtoffer. Als zijn slachtoffer afge
beuld was, heeft ze uitgeput gezegd: dü&r
ligt het geld. En als ge daar gekomen
waart om te stelen zoudt ge het daarbij
gelaten hebben; maar neen; ge hebt die
vrouw vermoord.
De verdediging zal misschien zeggen
dat Dumortier gemoord heeft uit schrik,
Neen, want als zijn slachtoffer daar le
venloos voor hem lag nam hij niet de
vlucht; neen, eerst geld, en dan vluch
ten. Dumortier is niet aan zijn eerste
schelmstuk. Nog enkelen tijd vóór de mis
daad drong hij ook in een herberg en
dwong een jong meisje, op gevaar af
haar te dooden, te toonen waar het geld
lag.
Tenslotte wijst M. Leuridan erop, dat
Dumortier ten volle verantwoordelijk is
om zijn gepleegde misdaad. Heeren
Gezwoornen, Dumortier verdient de dood
straf en ge zult, Heeren Gezwoornen, ja
antwoorden op de vragen die men u zal
stellen.
M. Leuridan was zoo meesterlijk ln zijn
pleidooi en sprak met zoo"n gloed dat al
de aanwezigen diep ontroerd waren en
de stilte enkel onderbroken werd èn door
de stem van den redenaar èn door een
onderdrukt gesnik van talrijke aanwezi
gen.
Namens de Burgerlijke Partij vraagt
M. Leuridan 87.000 fr. schadeloosstelling.
REKWISITORIUM
Het achtbaar orgaan der wet vangt zijn
rekwisitorium aan met te zeggen, dat
zijn taak vergemakkelijkt is door het
pleidooi van M. Leuridan. Op zijn beurt
wijst hij op het voorgaand slecht gedrag
van den moordenaar, hangt een tafereel-
op van de gruwelijke misdaad en vraagt
eveneens, dat de Heeren Gezwoornen
bevestigend zouden antwoorden op de
vragen welke men zal stellen.
De verdediging komt dan aan het
woord.
DE VERDEDIGING AAN 'T WOORD
Meester Ghybssaert is zich bewust van
de zwaarte van zijn taak en buigt zich
ontroerd neer bij het graf dezer moeder,
bij het verdriet van de kindertjes en den
vader. Heeren Gezwoornen, evenals die
moeder, kon ze hier aanwezig zijn, geen
wraak zou koesteren maar medelijden
zou hebben met haar moordenaar. De
verdediging wijst er dan op dat Du
mortier de misdaad niet gepleegd heeft
om te moorden. Er was geen voorbe
dachtheid en zelfs heeft Dumortier nim
mer het inzicht gehad te moorden. Du
mortier heeft willen stelen. De vrouw
heeft het hem willen beletten. Een wor
steling ontstond en het treurige gevolg
kent men. Afgemat van vechten toont
de vrouw waar het geld ligt. Dumortier
wil het geld nemen maar de vrouw be
gint terug om hulp te roepen, en dan
verliest Dumortier alle bezinning. De
schrik van aangehouden te worden maakt
zich meester van hem en hij vermoordt
de vrouw. Kier is dus geen voorbedacht
heid en geen inzicht om te dooden. Wel
had betichte het inzicht te stelen en
heeft hij zijn misdaad gepleegd om on
gekend te blijven. De verdediging geeft
dat Dumortier een slecht verleden heeft
en dat verleden bewijst dat hij een dief
was, maar enkel een dief en niet een
moordenaar. Het stelen heeft van hem
een moordenaar gemaakt zonder voor
bedachtheid, zonder inzicht. Ten slotte
roept de verdediging de goedertierenheid
in van de Heeren Gezwoornen voor Du
mortier, die een zwakkeling is geweest.
Hij vraagt dat men Dumortier de gele
genheid zou geven in de maatschappij
terug te keeren om een vernieuwd leven
te herbeginnen.
Na korte replieken worden de debatten
gesloten.
Aan de Heeren Gezwoornen worden vijf
vragen gesteld:
1* Vraag: Heeft Julien Dumortier 7.360
frank gestolen ten nadeele van de echt-
genooten Durnez?
2* Vraag: Werd de diefte gepleegd met
geweld en bedreigingen?
3* Vraag: Werd die diefte gepleegd in
een bewoond huis?
4" Vraag: Werd de diefte gepleegd met
inbraak?
5" Vraag: Werd de diefte gepleegd met
vrijwilligen doodslag en met liet oog
merk om te dooden, en namelijk de
moord op Godelieve Eoucké?
VERDIKT
Het antwoord der Gezwcornen ls be
vestigend op al de vragen. De ber - d-
slaging duurde 15 minuten.
Het Openbaar Ministerie vraagt de
toepassing der wet en eischt de dood
straf.
De verdediging vraagt verzachtende
omstandigheden voor Dumortier.
De Burgerlijke Partij vraagt de 7.000
frank terug, 50.000 fr. voor den vader
en 10.000. voor leder kind.
ARREST.
Juliaan Dumortier wordt veroordeeld
tot de DOODSTRAF en tot het betalen
der gerechtskosten, zijnde ruim 4.003 fr.
De Burgerlijke Partij bekomt 43.830 fr.
schadevergoeding.
- «O»
HET DRAMA TE ROU3AIX
Evenals de zon alle andere hemellicha
men in schittering en licht overtreft, zoo
blinkt Paschen uit boven alle andere feest
dagen; het ls waarlijk der plechtigheden
plechtigheid.
Paschen, het feest der blijde hoop, der
zonnige liefde, der eeuwige vreugde!
Twee maanden lang bijna heeft de
H. Kerk alle vreugdeklanken in hare gebe
den en gezangen gedoofd en de laatste
dagen vooral, was haar gebed een boete
en rouw om den dood van haren Stichter;
doch zocdra de eerste morgenschemering
na den Paaschnacht gloort, jubelen de
klokkenklanken hun machtig Alleluia uit,
en verkondigen aan heel de katholieke we
reld de blijde paaschvreugde. Een dank en
Jubelhymne zingt de Kerb omdat zij zich
verheugt over Christus' overwinning en
daarbij het vaste betrouwen bezit eens
eeuwig meê te juichen in het hemelsch
Alleluia.
Wanneer we op het Hoogfeest van
Paschen de liturgische diensten ln onze
kerken bijwonen en de heerlijke zangen
doortinteld van de blijde AUeluiaklanken
beluisteren of meêzingen, dan alleen voe
len wij dat de Katholieke Kerk hare ge-
loovigen weet te brengen in de stemming
van zonnezuiver vreugdegenot. We worden
als 't ware meegesleept door dat idealen-
lied, dat onze ziel opvoert naar het bo-
venaardsche, en we voelen dan dat ons
kristelijk leven een idealenleven is; een
leven waarin gestreefd wordt naar ver
wezenlijking van grootsche plannen van
deugd en heiligheid; een vreugdeleven
waarin de katholieke godsdienst blijheid
en warmte brengt.
Indien er in onze hedendaagsche sa
menleving zoo weinig ware vreugde
heerscht, Indien er zoo'n leemte ls aan
opwekkende blijmoedigheid, is 't niet om
dat de kristelijke opvatting van 't leven
bij 't volk ten grooten deele is te loor ge
gaan, en bijgevolg ook de kerkelijke plech
tigheid niet meer verstaan worden?
De zuivere kristelijke vreugde kan niet
meer gesmaakt worden «oor degenen die
eiken Zondag den weg naar sport- en
speelplein, naar kinema of theater, naar
feest- of danszaal inslaan en steeds de
deur der kerk blijven voorbij gaan.
En zij die 's Zondag nog mis hooren
meer uit gewoonte of slenter dan uit over
tuiging en ^eest van geloof, kunnen ook
niet warm gemaakt worden voor al de
schoenheid en de verhevenheid van het
kristelijk leven.
Zij voelen niet meer de vreugde-opwel
ling van het blijde Alleluia, omdat zij
niet meer in zich dragen het beeld van
den Christus die het Licht der wereld is.
Bezitten wij echter dat beeld, dan zullen
wij licht en warmte, klearte en vreugde
verspreiden rondom ons.
Laten we daarom bij dit Paaschfeest
opgaan naar de schoonheid van onze
roomsche liturgie of kerkelijke diensten
en te samen met de H. Kerk den strijd
zang en den zegekreet aanheffen: Alle
luia
Looft de? Heer, zoo zingt het kristen
hart, omdat het jubelen wil met zijn Ver
losser en verheugd is om de groot® over
winning van het leven op den dood.
Looft den Heer, zingen de vogelen ln
de wijde lucht en de bloemen ln het zon
nige veld.
Looft den Heer, zingt de stralende zop.
ln den blauwen hemel.
Looft den Heer, zingt ook de regen, de
b!" em en de donder ln den duisteren
nac.it, want heel de natuur zingt Gode
toe, omdat Hij is de Schepper en de
Meester van het heelal.
Laten we steeds het Alleluia op de lip
pen hebben en Christus loven om alles
v/at Hij ons overzendt, dan worden wij die
zomermenschen, de gezegende Godskinde
ren, die rijk zijn als de ron en ook allen
die tot hen naderen warm en olij bestra-
Jen. Zoo wordt ons leven als een zonne-
baan, als een vuurtoren, die anderen den
weg aanwijst naar de eeuwige vreugde
van hierboven.
Die zonneglans, dia echt® levensblij
heid, die vreugdekijk op het leven, die
kinderlijke en tevens mannelijke blijmoe
digheid ligt zoo heerlijk besloten in den
liturgischen geest van de gebeden der H.
Kerk, die ons lederen dag, maar vooral in
den Paaschtijd, zoo wonderschoon aan
maant tot vreugde en blijmoedigheid.
Laten we ons verheugen, laten we blijde
zijn ln den Eeer, In de vervulling van onze
taak die God ons heeft opgelegd; in het
volbrengen van onze dagelijksche plich
ten; in het overwinnen van onze moeilijk
heden; ja zelfs, ln den strijd van het le
ven die soms hard is.
Wezen we immer verheugd omdat wij
door de nauwste vereeniging met Christus
geroepen zijn tot die edele taak om zijn
rijk uit to breiden op de wereld, omdat
wij ln ons huisgezin Christus willen doen
heerschen en erkennen als de Koning en
de Meester, omdat wij aan do zielen die
ons werden toevertrouwd, zijn goddelijke
vreugde kunnen mededeelen; omdat wij
aan de zieken, de behoeftigen, de nederi-
gen, de meest veriatenen kunnen bood
schappen dat er, niettegenstaande de
ellende die ln 't leven heerscht, een vreug
dezang, een Jubellied weerklinkt in de
kristen harten: Alleluia, looft den
Heer!
OP DE LAATSTE
LAND BOUW-TENTOONSTELLIN G
IN HET JUBELPALEIS TE BRUSSEL
Bij zijn bezoek op de Tentoonstelling
heeft de koning zich langen tijd aan den
Stand der N. M. der Ontroomers Mélotte
te Remicourt opgehouden. Hij heelt de
bestuurders der Firma Mélotte veel ge-
Wenscht want ieder Jaar bieden zij aan
de landbouwers verbeterde toestellen die
Steeds een verderen voorspoed voor de
hulsmelkerij uitmaken.
Na den oritroomer Mélotte met verlaag
den draaibaren melkbak, die nu door al
de landbouwers begeerd wordt, en na de
machinale melkmachine die onvergelijk
baar eenvoudig voor de behandeling en
het onderhoud is, heeft de N. M. der Ont
roomers Mélotte dit jaar op de Tentoon
stelling een nieuwen karnkneder in wer
king getoond, waarmede men binnen den
korts mogelijken tijd kan karnen, kneden
en de boter zouten zonder dat deze eenigs-
zins met de handen in aanraking komt.
Al de door ons bevraagde landbouwers
verklaarden eenstemmig, dat de Hulsmel
kerij Mélotte met karnkneder, gedreven
door een electrischen ontroomer Mélotte
met verlaagden melkbak, de laatste kreet
des vooruitgangs is. Men kan ermede de
meeste winst van de melk bekomen en
veel tijd en handwerk sparen, terwijl de
onderhoudskosten uiterst gering zijn.
EEffKffiEKBSBaBKHBZËiaEBEBHBSBBB
TREKKING
DER VERWOESTE GEWESTEN
5 1923
106e TREKKING VAN 19 MAART 1932
S. 251849 n. 3 uitbetaalbaar met fr. 500.000
S. 372208 n. 1 uilbetaalbaar met fr. 100.000
S. 369065 n. 1 uitbetaalbaar met fr. 50.000
S. 127370 n. 4 uitbetaalbaar met fr. 50.000
S. :'""37 n. 3 uitbetaalbaar met fr. 50.000
j nummers dar i ï/en genoem
de seizes ayu uitbetaaluaar mei. it. 550.
Ze zakten af van Jerusalem huiswaarts,
ze spraken onderweg over hun bedevaart,
ze keerden weer naar hun dorp Emmaüs.
Heel hun koutenancle Hep over de ge
beurtenissen der laatste dagen, ze waren
lijk uit hun lood geslagen. Men zou het
zijn voor minder.
't Is toch spijtig dat Hij dood is, niet
waar Cleophas, zoo een brave mensch,
die Onze Lieve Heere.
«Ja en zooveel afgezien... maar heele
schoon gestorven.
We hebben veel verloren met Hem
kwijt te zijn. We gaan dat nooit meer
hebben, zulk een machtigen Wonderdoe
ner en zoo goeden Predikant. Kon Hij
het zeggen? Hoe zal dat gaan zonder
Hem, de Farizeërs zullen nog een meer
dere pluim op hun hoed steken, ze zullen
de goede menschen nog meer plagen, ze
gaan 't niet laten schieten.»
Ze waren er algelijk maar kleene van
op Golgotha, bij 't hooren, toen de zon
al met eens verduisterde, tóen het begon
te donderen en te weerlichten. Weet gij
iets van de begrafenis?
't Was een schoone begraving, niet
veel volk, maar 't was aandoenlijk vol
gens het schijnt, zijn moeder heeft toch
zoo geltreschen, ze legden Hem in een
nieuw steenen graf, Hij die in een vreemd
stal geboren ls, werd in een anders graf
neergelegd, doodarm.
Schoone begraving, maar daarmee al
ls hij toch dood.
Ze wandelden traag lijk als 't gemoed
teneergeslagen is.
Daar kwam een man achter hen, die
zonder moeite hen inhaalde en hij vroeg
hun na goen avond gezeid te hebben:
Waarom ziet gij er zoo triestig uit?
Wie is er dood, zegt gij?
Ze keken op en herkenden Hem niet.
Komt gij van Jerusalem?
Ja.
Hoe? En weet gij dan niet wat er
dezer dagen aldaar is gebeurd?
V/at dan? (In zijne plaats hadden
we moeten bijten op onze lippen om onzen
ernst te houden.)
Hoe kunt ge zoo iets vragen? Hebt gij
dan niets vernomen over Jezus van Na
zareth? Van wien zoun we anders spre
ken? Heel de stad is er van vol. Weet gij
niet wie Hij is? Gij zijt de eenigste vreem
deling in heel de stad die 't niet weet.
't Was een Profeet, Hij was nog een beet
je daar, machtig door woord en daad te
genover God en heel 't volk. 't Verwon
dert me dat gij Hem niet kent, ledereen
kent Hem.
Serieus?
Hij glimlachte, maar ze zagen t niet;
ze waren neerslachtig en keken naar den
grond.
De tongen geraakten nog meer los en
ze deden alles uiteen, blij te mogen een
keer him herte lossen.
We hadden al onze hoop op Hem ge
steld, we hadden te veel verwacht, Hij
moest ons volk redden, Israël verlossen,
onze Koning worden. Helaas I De opper
priesters hebben Hem gekruisigd en nu
is t reeds de derde dag. We zijn ontnuch
terd, we hadden te schoone gedroomd...
Bovendien hebben eenige vrouwen ons
willen wat wijs maken, ze waren in de
vroegte bij het graf gekomen en ze hebben
het ledig gevonden. Ze kwamen zeggen
dat ze zijn lichaam niet vonden en dat
ze een verschijning van engels gezien had
den, die zeiden dat Hij leefde, ja, maar
dat ls wijven-parler en vrouwepraat is
flauwe praat.
Eenigen onzer gezellen gingen naar het
graf en bevonden het juist, zooals die
vrouwen het ook gezegd hadden, maar
Hem en zagen ze niet. 't Is een spijtige
zaak.
Zij schudden hun hoofd en verzucht
ten erbij.
De Heer nam het woord om hen te be
rispen.
O dwazerikken en tragen om te geloo-
ven al wat de profeten voorzeid hebben.
Moest Christus dit alles niet lijden en
zoo ln zijn heerlijkheid ingaan? Hebt gij
nooit gehoord van die heerlijke profetieën,
't Is alsof ze na de gebeurtenissen ge
schreven waren, zoo Juist.
En Hij gaf hun een les in de bijbelsche
geschiedenis en toonde doör de voorzeg
gingen dat alles zoo moest afloopen,
want 't was geschreven.
En ondertusschen waren ze aan de
eerste huizen van Emmaüs gekomen, al
klappen en vertellen verkort de weg. De
Heer deed alsof Hij nog verder moest en
bedankte de reisgezellen voor het goed
gezelschap.
Als betooverd hingen ze aan zijn lippen.
Blijf bij ons Heer, want het wordt
donkeravond, gij zult toch alleen niet
voortreizen in den nacht, 't is koud, 't is
gevaarlijk, blijf, ge zijt wel gebleven en
dat ge eens aangerand werdt langs de
baan, blijf bij ons overnachten, ge gaat
eerst een mondje eten.
Ze waren stief ding, hielden zijn h^nd
vast en lieten Hem niet los.
En ja,drong de andere ook aan gij
kunt alzoo niet buiten scholeeren binst
den nacht, gij zult het beklagen, blijf.
De Heer liet Hem gezeggen en terwijl
Hij met hen aan tafel was, nam Hij
broed, sprak de zegening, brak het en
reikte het hun over. Toen gingen hun
oogen open en ze herkenden Hem.
Tjeemenis menschen riepen ze uit, lijk
van de hand Gods geslegen.
Ze moesten geen dessert meer eten, ze
hadden geen honger meer, maar in den
derden hemel zegden zij tot malkaar:
Gloeide ons hert niet toen Hij ons sprak
langs den weg en ons den Bijbel uitlei?
Hoe goed ls Hij toch, moet Hij ons niet
geerne zien, Hij ls pas twee dagen weg
en komt ons reeds weer bezoeken.
Ze waren er toch zoo van gepakt. Ze
wipten op en wilden Hem omhelzen. Op
hetzelfde oogenblik verdween de stralende
verschijning, ze keken nog altijd en Hij
was al weg.
Ze stonden op en keerden weer naar
Jerusalem, ze waren niet meer moe, ze
gingen rap, zeers zeiden ze de apos
tels moeten 't weten,Ze kwamen ln de
heilige stad om het groot nieuws mede
te deelen, ze zouden 't aan de boomen
verteld hebben met sluis en schroo. De
weg scheen hun nu korter.
De elf die vergaderden met een hoop
leerlingen waren juist bezig met geest
driftig te vertellen over de groote gebeur
tenis van dezen morgen: De Heer ls waar
lijk weer levend geworden en aan Petrus
verschenen.
Jal Ja! zei Petrus, 'k heb Hem met
eigen oogen gezien.
Bravo riepen allen. Wij zijn er bo
ven op! Hij zal onze vijanden doen uiteen
stuiven.
«Wij hebben Hem ook gezien» onder
braken de twee leerlingen van Emmaüs
die al achter in de zale waren en hun
vreugde en zekerheid wilden aan anderen
mededeelen.
Komt maar naar voren, doet dat eens
uiteen wat dat gijlieden gezien hebt.
En ze gingen op het verhoog en begon
nen te vertellen met heele mondsvullen
dat ze met den Heer gewandeld hadden
en dat Hij met hen lijk duikertje ge
speeld had, ze verkenden Hem eerst niet
en hun dan het heilig Schrift had uitge
legd zoo interessant, en eindelijk dat ze
Hem duidelijk herkenden bij het breken
van 't brood. Nooit heeft een mensch zoo
schoon gesproken en zoo schoon gebe
den.
Maandag kwam dus voor het Assisen
hof van West-Vlaanderen de zaak voor
ten laste van Juliaan-Hektor Dumortier,
fabriekwerker, geboren te Reningelst, den
25 April 1304, aangehouden, en beschul
digd van vrijwilligen doodslag met voor
bedachten raad, op den persoon van
Godelieve Boucké, echtgenoote Durnez,
en moeder van drie minderjarige kin
deren, te Beselare, wijk «Keiberg Deze
misdaad, welke gepleegd werd den 6 Juli
1931, hebben wij toen in ons blad uit
voerig verhaald.
ZITTING
Het is 9 u. 30, wanneer het Hof, voor
gezeten door Raadsheer De Poortere, ver
schijnt.
De publieke omheining is overvol.
Het ambt van het Openbaar Ministerie
wordt waargenomen door M. de la Ke-
thule de Ryhove.
Beschuldigde wordt verdedigd door
M. Paul Ghyssaert.
M. Leuridan stelt zich namens den
man van het slachtoffer aan als burger
lijke partij.
Na samenstelling van den Raad der
Gezwoornen geeft de Griffier lezing van
den beschuldigingsakt.
Den 6 Juli 1931, 's namiddags, was
Leon Durnez naar Geluvelt gegaan en
zijn twee oudste kinderen, Maurits, 9 jaar,
cn Simonne, 7 jaar, waren naar school.
Toen de kinderen na vier uur thuis
kwamen, stonden ze voor een afschuwe
lijk schouwspel. Hun moederke lag ver
moord: het hoofd rustte hangend op de
eerste trede van de trap leidend naar
den kelder en de keel toegesnoerd met
een kous.
De moord was gepleegd om het stelen
te vergemakkelijken. Een som van 7.350
frank was gestolen.
De moordenaar Juliaan Dumortier werd
aangehouden en in het nauw gebracht,
moest hij, na lang verhoor, ten slotte
bekennen de vrouw vermoord te hebben.
Na lezing van den beschuldigingsakt,
vangt de Voorzitter aan met de
ONDERVRAGING VAN DEN
BESCHULDIGDE
Voorzitter. Dumortier, ge zijt be
schuldigd van moord op vrouw Gode
lieve Boucké, en van dlefte van 7.350 fr.
Beschuldigde. Ja, maar ik heb enkel
360 fr. gestolen. De 3.000 belgische fran
ken en 4.000 fr. fransch geld heb ik la
ten liggen.
V. Alvorens de misdaad te plegen,
hebt ge het slachtoffer gezien?
B. Ja, ze reed per rijwiel.
V. Hoe laat was het?
B. Het was Iets na 1 u. ln den na
middag.
V. Aan het rijwiel hing een spade?
B. Ja.
V. tot de Gezwoornen. Vrouw Dur
nez was naar den smid Lapère gereden,
om een spade te doen vermaken.
V. tot beschuldigde. Ge hebt inlich
tingen genomen over den handel en wan
del der vrouw?
Beseh. Ja, en ik was zinnens haar
te bestelen, maar niet haar te vermoor
den.
V. We zullen daar straks over spre
ken. Ge zijt dan in de woning der vrouw
gegaan, omstreeks half-vier. De vrouw
heeft u een pot koffie gegeven.
B. Ja. Ik heb haar ook een boter
ham gevraagd, want ik had sedert daags
te voren niets meer gegeten.
V. En daarna hebt u de vrouw ver
moord. Vertel eens aan de Heeren Ge
zwoornen, hoe ge de misdaad gepleegd
hebt.
Dumortier verhaalt dan, dat hij aan
de vrouw geld vroeg, dat deze hem dit
weigerde. De vrouw wilde buiten loopen
om hulp ln te roepen. Hij heeft de vrouw
tegengehouden. Een worsteling ontstond.
De vrouw verdedigde zich hardnekkig, en
riep aanhoudend om hulp. Dumortier
sleepte de vrouw in de slaapkamer, een
voute, en trok een laken over haar om
het hulpgeroep te verdooven. De vrouw
kon zich losrukken. Hij poogde dan de
vrouw in den kelder te trekken. Vruch
teloos. Ten einde raad altijd volgens
de verklaring nam Dumortier een
kous en terwijl het 16-maand-oud
kindje in zijn wiegje zoetjes lag te sla
pen snoerde hij de ongelukkige vrouw
en moeder de keel toe... Vreeselijk ver
haal,
GETUIGENVERHOOR
De eerste getuige ls de vader van het
slachtoffer, Frans Boucké.
Deze komt getuigen, dat hij door zijn
kleinkinderen geroepen werd, dat hij
meeging en zijn ongelukkige dochter aan
de keldertrap zag liggen.
Het getuigenis van den Echtgenoot
Daarna komt Durnez Leon, de man
van Godelieve Boucké, het slachtoffer,
getuigen.
Nauwelijks heeft de diep getroffen man
den eed afgelegd, of, gaande naar den
zetel der getuigen, snokt hij zich om en
roept naar den moordenaar:
«LAFAARD! MOORDENAAR! Ge hebt
kans dat ik u onder mijn handen niet
krijg!»
En meteen zwiert Durnez zijn muts
naar den beschuldigde.
V. Wees kalm Durnez. We begrij
pen uw toestand, hier te moeten komen
getuigen in bijzijn van den moordenaar
uwer vrouw. Maar ge moet kalm blijven
en antwoorden op de vragen welke ik u
zal stellen.
V. Kent ge den moordenaar?
Getuige. Neen.
V. Nochtans, hij beweerde aan som
mige menschen, dat hij nog met u sa
mengewerkt had.
Getuige. Hij heeft dit gedaan, om
beter in mijn huis te kunnen dringen en
mijn vrouw te kunnen vermoorden.
En zich richtend tot den moordenaar:
Hoe hebt g'het over uw hart kunnen
krijgen een moeder te vermoorden, ter
wijl nevens haar het wiegske stond waar
haar kindje lag te slapen? Lafaard!
V. Kom, wees kalm. Bedwing u. Zeg
eens, hoeveel er gestolen werd.
Maar de ongelukkige man blijft op-
gewenden en zegt bitsig:
Vraag het aan hem, hoeveel hij ge
stolen heeft. Over de 7.000 fr. stal hij.
V. Dumortier beweert, dat hij enkel
360 fr. stal en het andere geld liet liggen.
Dumortier, antwoord.
Besch. Ik heb enkel 360 fr. gestolen.
Getuige. Ge liegt, lafaard! Moorde
naar! G'hebt kans dat ik aan u niet kan,
een moeder van drie kinderen vermoor
den.
Weer moet men getuige vragen kalm
te blijven en men verzoekt hem dan naar
zijn plaats terug te keeren.
De Onderzoeksrechter aan 't woord.
M. De Vos, Onderzoeksrechter te leper,
heeft het onderzoek gedaan en legt op
een plan, en met behulp van photo's,
uiteen aan de Heeren Gezwoornen, waar
de misdaad gepleegd werd en op welke
manier. M. De Vos verhaalt dan, dat
Rechtstreeksche treinen en treinen met
omreize langs Lisleux. Inlichtingen bij
E. H. De Rycke, Pastoor op St Jans en
E. H. Verbouwe, Onderpastoor op O. L.
Vrouw te Poperinge; alsook op het Bu
reel van VI. Bedevaart, Plein 13a, Kortrijk.
Verweercomiteit voor
leper, Poperinge en omliggende
Het Hoofdbestuur der Geweste
lijke Verdedigingscomiteiten heeft
de eer te laten weten dat de
Heeren Leon Grillet, leper, en
Maur. Vallaeys, Poperinge,
zijnde afgevaardigden voor leper,
Poperinge en omliggende zich,
ter beschikking der schuldeischers
zullen houden om hun KOSTE
LOOS inlichtingen te verschaffen
nopens de concordataire voorstel
len van de HANDELSBANK en
ook te dien einde de volmachten in
orde te stellen om geldig de ver
gadering bij te wonen.
De afgevaardigden zullen zitdag
houden:
Heer Leon Grillet, te leper, in
de «Handelsbank», Groote Markt,
II, alle werkdagen van 9 tot 12 u.
en van 14 tot 18 uur;
Heer Maurice Vallaeys, te Po
peringe, Duinkerkestraat, 2, den
Zondag, Maandag, Dinsdag en
Vrijdag, van 9 tot 12 uur en van
14 tot 19 uur.
Central Bestuur van
het \fjrweercomiteit van
West- en Oost-Vlaanderen,
Antwerpen, Brabant.
KEIZERIN PU-YI
die in 1922 den Chinesschen keizer Pu-
Yi huwde die nu als keizer in Mandsjoerie
aangesteld is.
VROUW VERMOORD EN HAAR LIJK
IN 'T WATER GEWORPEN
Vrijdag kwam de zaak op en laste van
den genaamde Hyppollet Debackcre, pan-
nendekker, van belgische nationaliteit, ge
huisvest te Roubaix.
Op 6 Juni 1931 werd uit het water te
Roubaix het lijk opgetrokken van eene
vrouw, Marguerite Van den Driessche,
weduwe Herman; eene zware ijzeren riool
plaat was bij middel eener koord rond de
lenden van de vrouw vastgemaakt om het
lijk te verzinken.
Volgens het onderzoek was de onge
lukkige verwurgd geweest, na zich ge
weldig tegen haren moordenaar te heb
ben verdedigd. Debackere Hyppoliet was
de moordenaar. Deze staat bekend als
een doorslechte k|rel; hij had twee jaar
geleden zijne vrouw en kinderen die te
(Vervolg 2« blad, onderaan laatste kolom.).
Mevrouw Sim Yat Seu
weduwe van den overleden President der
chineesche Republiek, werd te Shanghaï
geintervieuwd. Zij bestuurt er verschei
dene militaire ziekenhuizen en spreekt
met veel lof over de begeestering der
gekwetste soldaten en over hun verlan
gen om weer op het front te komen.
Zij ls de meening toegedaan, dat de
aanval tegen China beraamd ten slotte
het nationaal gevoel van het chineesche
volk tot een tot nog toe ongekende
hoogte zal opvoeren.
Gebruikt Chicorei WYPELÏER-TAFFIN
't is de beste.