BANNEUX purolS. XIX6 Eeuwfeest der Verlossing De Plechtige Opening der Heilige Poort Groote ETALAGE PRIJSKAMP WEEKBLADj 35 CENTIEMEN. 3öe JAAR. - Nr 15.™ KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGiNGSBLAD. Weg met de gierigheid Hier is liefde Hoe de verschijningen zich voordeden Is er verband met Beanraing WIJZE RAADGEVINGEN VAN EEN WIJZEN MAN De groote kuisph HANDEN^ lEPER'S Xe HANDELSFOOR DE GOEDE WEEK TE ROME STAD POPERINGE HET HEILIG JAAR Professor Eiiisiein *s=s» ZONDAG 9 APRIL 1933. "DE POPERINGEN4AR Uitgever SANSEN-VANNESTE POPERINGE Telefoon N' 9. - Postch. N* 13.570. ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) In 't Land 18,60 fr. Frankrijk 35,fr. Congo, Engeland 40,fr. Amerika, Canada en an dere landen 60,f: OTEMTCENUn TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum; 4,00 fr. 2 fr. toel. v. ber. mst adr. t. bur. Berichten op 1" bl per regel 2,50 fr. Berichten op 2* bl. per regel 1.75 fr. Berichten op 3' bl. per regel 1,50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7.00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanvraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag rocn. Het kruis staat nog recht na negentien eeuwen. Het rijst hooger dan alle men- echengedoe en in dit jubeljaar zal het meer vereerd worden dan ooit te voren. Genoeg menschen beschouwen den Ge hangene, den Gekruiste; te weinigen nemen het kruis op hun schouders. Het kruis is een teeken dat men maar ver staat door het geloof. De armen kunnen het niet naar de hoogte dragen omdat de handen niet eerst werden samenge vouwen. De armen kunnen niets naar den hémel torsen als de handen niet vooTaf smeekend naar omhoog reikten. Het is 1900 jaren geleden, dat op de kleinste der planeten, de grootste figuur aller tijden verdween. Het is geen kleinig heid. een God-Mensch die den geest gaf. Die dood verjaart en vereeuwt: 33-1933. Dit vraagt meer dan een minuut stil zwijgendheid, het vergt een minimum van een HEILIG UUR in 't heilig jaar. Die zulken dood niet herdenkt, is niet waardig dat hij leeft. Hij die zich zelf noemde de ware Wijn rank» wordt hier uitgeperst. Het is een goe jaar't jaar '33. Sedert alle eeuwen kwam er geen zulk goed... voor de zielen. Ds Man die hier sterft, Is geen mensch lijk een ander. De Mensch die hier uit- bloedt heeft niets geweigerd. Alles praamt ons om Hem edelmoedig jate zeg gen. Zou ~en uur te lang schijnen? Geen tijd heeft den Christus meer noo- dig, dan als de christenen meenen dat zij er zondeT kunnen. Indien de tijd nog niet gekomen is voor de koningen en de volkeren deze heuglijke gebeurtenis te herdenken, dan is het uur ook nog niet geslagen voor bewinden en vorsten cm aan te blijven. Hier neen zeggen, is God looch-.nen. Bij zulk een sterfbed lacht nie mand. We zien op naar het kruis, het midden punt der geschiedenis: de eene arm strekt zich uit over het Oud Verbond tot aan den stamvader aller geslachten, bij den oorsprong der vervlogen eeuwen; de andere arm reikt over het Nieuw Verbond tot aar, den allerlaatsten sterveling op den jongsten dag en verzoent zoo heel het menschdom met den Vader. Zwijgt, onze stervende Broeder ^pent den mond; luistert, het orakel der we reld snreekt voor alle tijden: VADER, vergeef het hun. Dit woord heeft meer waarde dan een onuit gegeven gedenkschrift. Als wij uw eigenste woorden niet be zigen, o Heer, dan vinden wij er geen schoon genoeg. Sedert dien stond moeten wij alles met andere oogen bekijken: de bloemen, de sterren, de boomen, de menschen en ook ons zelf. Sedert, moeien alle aardbe woners andere menschen zijn, heel hun leven zou moeten oor deze onschatbare weidaad een onafgebroken Goddank 2ijn. EEN DRAMA In Shakespeare's drama Hdmletter wijl de held 's nachts langs de kust wam delt, verschijnt bij de halvemane-klaarte jia. geest van zijn vader zaliger. Hamlet,' luister zegt het spook, en de sohim van den vermoorde vertelt dat Claudius, zijn eigen broer (de oom van Hamlet dus) hem heeft vermoord, oin zijn kroon en zijn troon te rooven. Hamlet siddert: Verschrikkelijk! af grijselijk! roept hij uit. «Hamlet, vaarwel, mijn zoon en vergeet mij niet. De jonge vorst Hamlet doet een club tooneelspelers komen naar het Hof en daar wordt een stuk opgevoerd dat alles weer geeft in détail over dien broedermoord. Claudius, de plichtige, zit in de eerste reek en voelt zioh danig op zijn ongemak. Hoe verder het treurspel zich afrolt, hoe meer d-. moardenar op heete kolen zit, hij beeft en op 't moment dat de acteur den vergiftbeker vol schinkt, kan Clau dius hét niet meer uithouden, hij kan het niet meer zien, hij wipt op, tiert al vluch tend: «Fakkels, fakkels, hierbuiten.». Wij zien ook een drama, een groot, ge beuren zonder theatergebaren, de tragedie der tragedies jaarlijks spelen voor onze oogen in onze kerken binst de Goe Week. Veel moordenaars, bons vivantsdie deel hebben aan 't vergoten bloed, durven er niet naartoe gaan. Maar zijn er geen ander aantal toeschouwers van dit eeuw getij die ook mogen zeggen: «Aan deze. misdaad ben ik niet vreemd.(En wie is er vreemd aan?) En toch alles kunnen ze hooren en zien zonder ontroering alsof ze sedert een eeuw daaraan niet hebben gedacht. Als voor 19 eeuwen roept Hij nog: Waarom hebt Gij mij verlaten? Ieder woord spreekt als een boekdeel. En de Lijder voelt zich nogmaals verlaten niet door zijn Vader, maar door zijn kinderen en zijn broeders. SLOTSCÈNE Zijn oogen plakken toe van 't gesteven bloed, Hij ziet zijn Moeder niet meer. Zijn hart en zijn gedacht gaan op naar Vader. Vader in den hemel wendt zijn gelaat af. Waarom hebt Gij mij verlaten? het is de pijnlijkste klacht die ooit van 's menschen lippen viel. Hij heeft geen asem genoeg om het in eens uit te spreken. Weihoe, is 't nog niet genoeg dat Gij U verlaten gevoelt aoor uw apostelen, uw vrienden en uw volk? Moet de Eeuwige Vader op zulk een oogenalik ook wegblijven, U verstooten, na U eerst gezegd te hebben wat Hij voor niemand zei: «Deze is mijn Welbeminde Zoon, sn wien ik al mijn behagen heb gesteld. Gij ziet nu dat behagen. Zou een Vader zijn kind verlaten, wanneer het in zulken nood verkeert, en meest zijn hulp be hoeft? Als tot een vervloekten zoon roept de verbolgen Vader: Ga weg van mij. Verlaten zijn. Dat is de bitterste druppel uit dien bitteren kelk. Ook die druppel moet met liefde en smaak gedron ken worden. Waarom hebt Gij mij ver laten, is mijn gebed U niet aangenaam, en mijn lijden en mijn offer, 't is al voor Lr, en wiit Gij het niet? Is mijn dood niet genoeg' om uw gesohonden eer te her stellen en 't menschdom te redden? Geen antwoord. En er komt geen engel om den Vaderarm tegen te houden en Isaac te beschermen. En er is geen ander lam vast in de doornen. Als ten angstkreet in de duisternis, als van iemand die scherp moordroept, gaat de klacht ten hemel op: «Dat de menschen mij verlaten, tot daar. Gij blijft mij nog, Vader, maar als Gij ook uw aangezicht verbergt, wat blijft er mij nog over? En tegen alle hoop in, betrouwt de Zoon Weer in den Vader. Het heeft niet lang geduurd. Zijn berustend gebed klinkt nu weer luider: «Vader in uw handen beveel lk mijnen geest. DE TOESCHOUWERS WEENEN In de Slavische liturgie op Goen Vrij dag, dragen de priesters ter grafsbede: Christus' Lichaam, dat ze afnemen van 't kruis. Zij lezen daarna een uittreksel uit de geschriften van een hunner heiligen; Het schijnt wel dat de menschen gierig zijn geworden. Ut heb me voor 't oogenblik niet in te laten met den stand van zaken van hun beurzen of hun spaarboekjes. In dees kri- slstljd is het begrijpelijk dat ze niet meer zoo royaal en breed leven dan ze wel wen- schen en dat ze deden in de vette jaren. Maar daarbij is ook hun hart ingekrom pen en hun geest opstandig geworden. De menschen zijn gierig geworden te genover God. We willen geen zwartkijkers zijn, dat helpt ons toch niet vooruit; maar ons zelf beliegen en den werkelijken toestand niet willen inzien zou ons nog veel verder van wal stooten. Om het zonder veel verbloeming te zeg gen: er is een groot getal dat niet meer pratikeert, dat de Zondagmis voor een nietigheid verzuimt en dat zijn Paschen niet meer houdt. In de beschaafde stre ken is in sommige plaatsen de praktische godsdienstbeleving weinig schitterend, ter wijl in andere wereldgewesten, de missies bijvoorbeeld bloeien en de christenen uren en uren maroheeren om een H. Mis te kunnen bijwonen en ons Heer te ontvan gen. Er is te veel pretentie gekomen onder <ms moderne menschen en 't is naar hun hoofd geslagen en ze zijn hoogmoedig ge worden. Men mag zich waarlijk afvragen of de menschen God nog dienen of God de menschen misschien moet dienen en htm goestingen en wenschjes van een dag en uur moet volbrengen? Anderzijds heb ben dees pretentieuze menschen den gods dienst beschouwd als een blok aan hun been, als een klem op hun hart en hebben ze God aanzien als een gestrenge Heer om niet te zeggen als een doordrijvende diktator of als een tyran. Hierin ligt alles besloten: God ls Heer en Meester en Hij mag veel van de men schen vragen; maar God is ook Vader en daarom verwaoht Hij u in Liefde. Ge vraagt me naar het bewijs van mijne beschuldiging waarbij ik u heb uitgemaakt als de gierigen tegenover God? Laat me met een tegenvraag antwoorden: Is het van u te veel gevraagd dat ge ééns in het jaar te Communie zoudt gaan? En is 't geen waar dat sommigen aan 't verzin nen zijn gegaan om die één keer dit jaar nog achterwege te laten? Waar zijn uw zinnen? Waar ls uw ovr uiging? Wat doet ge met het schoone uit uw verleden? Zut ge door dit alles één zwarte streep zetten en er onderteekenen: gedaan! 'n Oogenblikske redeneeren a. u. b. en wijs handelen dan. Wanneer ge maar eens in den dag moest eten zoudt ge flauw vallen en scheel zien van den hanger; moest ge niet eten, ge zoudt wegkwijnen en In 't sukkelstraatje geraken. Maar dat zult ge niet doen of in elk geval zult gij het zoo lang mogelijk tegenwerken. En uw ziel zult ge laten hongeren? Waarom zoudt ge zonder zielespijs be stand zijn tegen de aanvallen van geloof en deugd? Of zijn de bekoringen tegen geloof en zuiverheid en liefde en recht vaardigheid en de feilen daar tegen, zijn dat praatjes van pastoors en patere? Kom vrienden, we blijven daar niet 'langer bij stilstaan het zou u te zeer kunnen nijpen! Voor u is er één groote hindernis om uw gierigheid tegenover God en zijn sa- krament van Liefde af te leggen. En dat is? De biecht. Het vervelende en het ver nederende! De schrik en de schaamte! Maar heeft dan ooit iemand aan wie ge uw zonden hebt beleden deze uitgebracht of verklapt of er u minder vriendelijk om aangekeken? Waart ge blij of niet, opgeruimd of te rneergeslagen wanneer ge uit den biecht stoel waart rechtgestaan en uw peniten tie hadt volbracht? Ik vraag maar wat de ondervinding u heeft geleerd. Mannen boffen wel eens dat ze als mannen geen vert ordering noodig hebben; maar ook zij die de grootste monden open zetten, geraken niet door liet leven zonder wat goedheid en wat liefde. De liefde en de goedheid c ie door dringt tot hun harten en hun zielen die vinden ze in den biechtstoel en op de kom- muniebank. De mannen willen het spel regeeren en de hooge toonen zingen. Als ze in dees ge val ook zich zelf willen regeeren en niet door moeder of vrouw of verloofde willen gepraamd warden dat ze dan uit eigen beweging te biechten en te kammunie gaan en hun Paschen houden en dat ze aldus toonen dat ze mannen zijn en dat ze handelen uit overtuiging. Er zal nog zulke tevredenheid en blijd schap zingen in hun hart. Want zijn Pa schen houden is een strenge gewetens plicht maar tevens een liefdedaad. En nieuw kostuum kan er dees tijden misschien moeilijk af; maar ons Heer vaagt ook niet dat ge als een chique men heer zoudt naar de kerk komen; een ver nieuwing van leven is het voornaamste. En die kan iedereen bekostigen; ze kost slecht wat goeie wil en de beste Intenties. Wie zou die niet hebben? P. A. NUYENS, O. P. IBBBBBBBBBBBBBBBBEaEBBBBBBBB Op eene groote katholieke kantonale vergadering te Boom, sprak de Heer Staatsminister "Van Cauwelaert o. m. vol gende woorden: Nooit mogen wij ons eigen belang verheffen boven het belang der ge- meenschap. Haat, wraak, stijfhoofdig- heid, mogen niet hooger spreken dan ons algemeen belang. Wij moeten leven van de liefde en door de liefde. In de katholieke gedachte is liefde de hoek- steen. Weest eendrachtig, arbeidzaam, volharden. Dan gaat ge eerlijke en heerlijke zegedagen te gemoet! Die woorden zouden dienen in gouden letters op de muren gedrukt van alle ka tholieke kringen, 't zij te stede, 't zij te lande. IBBflBHSBBflBBBESSBBBBBBBBHSBB ruw, rood of bescha digd, worden weer vlug gaaf en zacht met Doos A en 7>ifrank.ln alle Apotheken Mijne broeders, ik weet dat gij van mij een rede verwacht, maar mijn lippen blijven gesloten. Wie zou durven spreken waar Christus zelf zwijgt? Indien dit schouwspel u koud laat, wat baten mijn woorden. Op Caivarie, den eersten Goe den Vrijdag, werd er niet gepredikt, maar veel gebeden en geweend. De steenen en de rotsen zelf waren ontroerd en barstten los. Mijne broeders, laten wij op onze barst kloppen, bidden en weencti. A. O. We schreven reeds eenige regels over de merkweerdige voorvallen van Banneux, maar daar de meesten onzer Lezers waar schijnlijk niet weten hoe de feiten er zich hebben voorgedaan, lijkt het ons dan ook niet overbodig zij het dan ook zeer beknopt een kort overzicht er van te geven. ER HEBBEN ACHT VERSCHIJNINGEN plaats gehad; de eerste op Zondag, 15 Ja nuari; als bijzonderheid kunnen we nog vermelden, dat de kleine Mariette Béco, 14 jaar, dien Zondag niet naar de H. Mis was geweest. Met haar moeder zat het meisje tegen den avond te wachten op de terug komst van haar broertje, toen zij opeens, in den voortuin van het huis, een licht be merkte; verontrust riep het kind haar moeder, die ook een lichtende gestalte zag, zeer vaag. weliswaar, maar duidelijk genoeg om er den vorm van een vrouw in te zien, die een beetje zijwaarts neigde. Aanstonds veTdween het beeld voor de moeder, terwijl de kleine het nu nog dui delijker afgeteekend zag. 's Avonds werd de vader op de hoogte gesteld van het gebeuren; ook deelde men hem het vermoeden mede, dat het een verschijning van de H. Maagd konde zijn. De man lachte er mee en noemde het on zin. Ook de kapelaan, die het feit ver nam door een vriendinnetje van Mariette, veronderstelde eer dat het kind onder den invloed van de verhalen omtrent de gebeurtenissen te Beauraing, aan een zins begoocheling onderhevig was. Zekerheidshalve ondervroeg hij echter de kleine over het gebeurde, toen ze te gen haar gewoonte, in de catechismusles verscheen. Melden we ook terloops, dat zich sedert het gebeuren bij de kleine, een totalen om keer voordeed, en dat Mariette, die zeer onverschillig stond tegenover den gods dienst, regelmatig ter kerke gaat en de lessen in godsdienstonderricht volgt. Op 18 Januari had de tweede verschij ning plaats. Ditmaal was ook de vader thuis, die de kleine, toen zij om zeven ure den tuin inging, hoewel ze zeer bang is voor het donker, volgde. Toen de vader de kleine zag neerknie len in den tuin, begaf hij zich onmiddel lijk naar den E. H. kapelaan Jamin, die evenwel niet thuis was. Met een buurman volgde hij de kleine, die langzaam den tuin uitging en onderweg tweemaal neer knielde om te bidden; na den tweeden keer te hebben neergeknield, begaf ze zich terzijde van den weg, waar een klei ne bron ontspringt. Ook hier knielde ze en dompelde dan de handen in het wa ter. Daarop stond de kleine op uit haar extase. Angstig voor het donker, snelde ze terug naar huls. Dien zelfden avond nog begaf de kape laan zich naar de woning der familie Béco, waar hij Mariette ondervroeg over de verschijning. De kleine verklaarde dat de vesohijning gezegd had, betreffende de bron: «Deze bron Is mij voorbehouden». De getuigen hadden trouwens Mariette aan de bron deze woorden hooren zeggen alsof zij ze herhaalde. Dein volgenden dag biechtte de vader van Mariette en ging te communie, voor den tweeden keer van zijn leven. De derde verschijning was op 19 Ja nuari. Men had de kleine opgedragen een tweetal vragen te stellen aan de verschij ning, hetgeen ze dan ook deed. Als ant woord op de eerste vraag, wie ze was, ant woordde de verschijningIk ben de Hei lige Maagd der Armen en op de tweede vraag, wat 'e met de woorden bedoeld had, met de woorden: «Deze bron is mij voorbehouden», antwoordde ze; «Voor alle volkeren, voor alle zieken Op 20 Januari heeft een vierde verschij ning plaats gehad. De omstaanders zagen de kleine de armen omhoog stefcen en hoorde haar uitroepen: «Daar is ze». Daarna vroeg ze: «Wat wenscht gij?» waarop ze de woorden herhaaldeEen kleine kapel Daarna volgt een lange tusschenpoos, vooraleer er weer een verschijning plaats heeft, 11 Februari is pas de vijfde ver schijning. Ditmaal zegt zij«Ik kom het lijden verlichten.Het is wel de moeite waard er op te wijzen, dat Mariette het woord: «verlichten» (soulager) niet ver staat en er uitleg over vraagt. Op 13 Februari herhaalt zich de ver schijning nogmaals; op verzoek van E. H. kapelaan,.vraa-gt Mariette een teeken, en dan krijgt ze als antwoord: Geloof in mij, ik zal in u gelooven Ock dezen zin verstaat Mariette niet.Tevens deelde de verschijning haar een geheim meeIets voor u alleen zooals de verschijning zich uitdrukte. Mariette wil onder geen enkele voorwaarden zeggen, wat het ge weest is, wat haar in vertrouwen werd medegedeeld. Op 20 Feruari zegt de verschijning al leen: «Bid veel mijn lief kind, tot weer ziens De laatste verschijning heeft op 2 Maart plaats gehad. Ditmaal heeft ze gezegdIk ben de Moeder van den Za ligmaker, de Moeder Gods... Bidt veel vaarwelen daarop heeft zij Mariette ge zegend. Het kind was nadien zeer be droefd, nu' de verschijning haar vaarwel heeft gezegd en zij ze dus niet meer zal weerzien. We willen nu nog in een paar woorden de verschijning beschrijven, zooals Ma riette Béco zegt ze gezien té hebben. Ze is een meter zestig groot ongeveer, en is geheel in het wit gekleed met een lang wit kleed en een sluier, die over haar armen hangt. Alleen haar gordel is blauw. Van de verschijning straalt licht uit en haar hoofd ls omgeven door een soort aureool. Ze is licht gebogen, naar den lin kerzijkant en zij heeft een rozenkrans over haar arm, waaraan Mariette eenige malen een kruis heeft gezien.Door haar ge bogen houding komt de rechtervoet bloot, waarop een roos ligt. Haar handen heeft ze gevouwen, soms naar boven en soms naar beneden. ZIJ ls buitengewoon schoon, zooals de kleine herhaalde malen verklaart, zoo schoon, dat ze bet niet zeggen kan; de verschijning overt?-.- .dies wet. het kind totnutoe nog gezien heeft. EENIGE BESCHOUWINGEN We kunnen niet nalaten eenige beschou wingen vast te knoapen aan dit vreemde gebeuren, het tweede reeds in zeer korten tijd in ons klein landje. Het ls niet onze bedoeling in deze be schouwing een bepaald standpunt te gaan innemen ten opzichte der verschijningen: we willen slechts een paar besluiten trek ken uit dat wat ons allen toch min of meer belang inboezemt. Vooreerst, ls hier spraak van bedrog? We bedoelen een weïbelust bedrog van een dergenen die rechtstreeks bij de ge beurtenissen betrokken zijn. En dan dur ven we daarop gerust te verklaren: Neen. De kleine Mariette Béco ls een kind en een oprecht kind en om een dergelijk be drog weten te doen gelukken, is een spits vondigheid noodi-g, die het kind heelemaal vreemd is. Daarbij, ze begrijpt dikwijls zelf niet wat de boodschappen beteekenen, die de verschijning haar opdraagt. Het woord soulager verstaat ze niet; de uit drukking: Geloof In mij, ik zal in u geloo- ven, verstaat ze niet; maar als men het haar zoo eenvoudig mogelijk uitlegt, is ze opgetogen, over de schoone beteekenis er van. Niemand leeft ooit gehoord van een O.-L.-Vrouw der Armen; zou een kind dat, zoo goed als geen godsdienstonderricht ge noot, en zich nauwelijks bewust was van wat de H. Maagd eigenlijk was, een der- gelijken titel gaan uitvinden? Het woord: volkeren (nations) verstaat ze evenmin, en de betéekenis van den zin: Voor alle volkeren, voor alle zieken, ontsnapte Ma riette ook. Het was trouwens gedurende de verschijningen, alsof zij de woorden her haalde om ze beter te kunnen onthouden. Zeker kan hier niet aangevoerd worden dat het kind onder den invloed van reli gieuzen stand. Ze ging ongeveer noodt naar de catechlsmus'.-essen en met den ka pelaan, den eenigen geestelijke in het ge hucht, kwam ze zelden in aanraking. De ze heeft zich, trouwens, zeer afzijdig ge houden etn zooveel mogelijk getracht het kind te overtuigen dat het een zinsbegoo cheling was. Invloed van de gebeurtenissen te Beau raing? Ook dat niet, want het weinige dat het kind er van geboord had, wekte,slechts den spotlust op van Mariette en haar vriendinnetjes. Later werd zie zelfs on barmhartig, zooals slechts kinderen dat kunnen, bespot door haar schoolmakker tjes met haar verschijningen. Er is niets, dat op de kleine Mariette invloed kon uit oefenen om aan zinsbegoocheling ten prooi te vallen. Met deze beschouwingen, echter, be doelen we allerminst een pleidooi te hou den voor de werkelijkheid van de ver schijningen der H. Maagd. We hebben sleohts onze lezers onder de oogen willen brengen dat het hier geen geval betreft dat met een schouderophalen en een spot lachje opzij kan warden geschoven. Er gebeuren vreemde dingen, maar het is vooralsnog te vroeg om er uitspraak ove te doen; uitspraak trouwens die wij, leeken, moeten overlaten aan de geeste lijke overheid. IS ER VERBAND MET BEAURAING? Ongetwijfeld, ondanks de uiterlijk nog al groote verschillen. In beide gevallen is er sprake van een geheim. In beide gevallen zijn het kin.' deren die niet overdreven vroom zijn, zelfs min of meer onverschillig tegenover den godsdienst staan. En steeds zijn de ver schijningen 's avonds. Er is maar een groot verschil tusschen Beauraing en Banneux: de verschijningen van Banneux zijn duidelijker, definitie ver, zouden we welhaast zeggen. In Beau raing zien de kinderen de verschijning maar gedeeltelijk; immers, men heeft er nooit de voeten der verschijning gezien. De kleine Mariette ziet een voet met een roos op. Deze bijzonderheid is toch ook slechts te aanzien als een uitvindsel van een kindeiörein. In Beauraing zag men eerst den rozen krans na eenige verschijningen en men zag er geen kruis aan, dat verborgen bleef in een plooi van het kleed. Mariette Béco evenwel ziet den rozenkrans duidelijk en onderscheidt ook het kruis. Tenslotte zijn ook de uitspraken der verschijning te Banneux positiever: Ik ben de H. Maagd der Armen; kom om het lijden te verlichten Is Beauraing een voorlooper geweest van Banneux? Is de groote devotie te Beau raing een stimulans geweest tot Banneux? We staan voor een blinden muur; de tijd zal wel een antwoord brengen op al deze vragen. Laat ons hopen en bidden, dat het spoedig moge zijn. Zaterdag 1 April is het II .Jaar ingezet met de Opening der Heilige Poert. We gevèn hier een zicht van de treffende plechtigheid in St Pieier. Z. H. dc Paus in 't midden. Zaterdag 1 April greep de grootsehe plechtigheid pl'aats van de opening der H. Poorten der Basilieken van St Pieters, St Paulus-buiten-de-muren, St Jan-van- Lateranen en de Heilige-Maria-de-Meer- dere. In de basiliek van St Pi-ster was een ontzaglijke menigte toegestroomd. Velen konden geen plaats vinden en moesten aan de deur blijven staan. De ordedienst op het St Pietersplein was Ingericht door de Pauselijke gendarmen en de Italiaansche openbare macht. Voorafgegaan door acht' kardinalen en bisschoppen, stoetsgewijze, op de Sedda gestatoriagezeten, rond 10 uur, deed de Paus zijne intrede in de basiliek. In zijn linkerhand hield de Heilige Vader een kaars met de Pauselijke wapens en met de rechterhand zegende hij de menigte. Hij droeg een mijter met edelsteenen be slikt. Zijn intrede werd begroet met ba- zuinengeschal. Dicht bij de Heilige Poort verliet de Paus de Sedia gestatoriaom plaats te nemen op zijn troon. Rond Hem schaar den zich de kardinalen, patriarken en bis schoppen. Na enkele minuten begaf zich de Paus naar de Heilige Poort waar hij uit de han den van Kardinaal Lauri een met goud bestikten mantel ontving. Nadien heft de Paus de hand op en klopt tot driemaal toe op den muur die de Heilige Poort afsluit terwijl hij litur gische gebeden opzegt. Na de derde klop werd ds muur, die reeds was losgemaakt en geschraagd, langzaam neergehaald en aldus kwam de Heilige Poort open. De zware klokken van de basiliek galm den en onmiddellijk daarop luidden al de klokken van geheel de stad Rome. Uit de basiliek steeg een eindeloos gejuich op. Daarna bezocht de Paus enkele kapellen der basiliek om te bidden en de menigte te zegenen, en werden de voorwaarden af gelezen om de aflaten verbonden aan het Heilig Jaar, te genieten. Alleen in den namiddag werd het pu bliek toegelaten tot bij de Heilige Poort. In de andere basilieken werden de Hei lige Poorten geopend door kardinalen. Zondag 2 April liep de basiliek van St Pieters gansch den dag proppenavol van pelgrims die van dien dag gebruik maak ten om de aflaten van het Heilig Jaar te verdienen. DE ALFAAT VAN HET JUBELJAAR Om de aflaten te verdienen van het Jubeljaar, loopende van 2 April 1933 tot 2 April 1934, moeten de pelgrims volgende voorwaarden vervullen: De geloovigen moeten, na gebiecht en gecommuniceerd te hebben, 't zij op zelf den dag, 't zij op verschillende dagen, driemaal in zelfde volgorde de volgende basilieken bezoeken: de basiliek van St Jan van Lateranen, de Vatikaansche St Pietersbasiliek, de St Paulus aan de via Ostiensis en de Santa Maria Maggiore op den Esquilijnschen heuvel. Zij moeten bid den tot intentie van den H. Vader. Door dien kunnen zij vollen aflaat bekomen voor alle zonden waarvoor zij nog zouden moeten uitboeten, na dat zij van elk der begane zonden kwijtschelding en vergiffe nis hebben verlangd. De geloovigen mogen bij het bezoeken der basilieken het drievoudig bezoek aan zelfde basiliek, achtereenvolgens doen. De gebeden, welke bij deze bezoeken ver richt moeten worden, zijn de volgendebe halve de gebeden', welke ieder naar eigen godsvrucht tot God opzendt, moeten voot 't altaar met het Allerheiligste Sacrament gebeden worden vijf maal het Onze Va der, Wees Gegroet en Eere zij den Vader en bovendien nog eenmaal ezelfde gsbe- dn tot intentie van den Paus; verder moe ten allen voor een kruisbeeld driemaal de geloofsbelijdenis, het Credo, bidden en eenmaal het schietgebed: «Wij aanbid den U, Christus, en loven Uenz., of een ander schietgebed van dezen aard; daarna moeten zij zich tot de Moedermaagd rich ten, en voor haar beeltenis zeven maal het Wees Gegroet bidden, terwijl zij haar smarten overwegen, en daaraan eenmaal het schietgebed toevoegen Sancta Mater, istud ag-asof een ander schietgebed van dien aard. Ten slotte zullen zij zich naar het altaar der Confesio, het hoogaltaar, begeven en daar wederom de reeds boven vermelde geloofsbelijdenis godvruchtig bidden. Deze jubilé-aflaat kan door de geloovi gen, zoowel voor zich zelf als voor de overledenen, zoo vaak verdiend wor den, als zij de voorgeschreven werken op de voorgeschreven wijze verrichten. DE H. VADER EN DE VREDE Na het bezoek gebracht aan den Paus door de Engelsche Ministers, had de H. Vader een langdurig onderhoud met de Engelsche gezant. De H. Vader wenscht vurig dat de vredesactie ingezet door de Britsche Regeerimg zou slagen. Reeds te lang duurt het lijden der menschheid, die verlangend zoekt naar haar redder die het naar welvaart en vrede zal brengen. SINT PAULUSKERK WORDT EIGENDOM VAN HET VATIKAAN Op 30 Maart werd een akte geteekend door een afgevaardigde .van den Paus met de Italiaansche regeeTing waarbij de ba siliek van St Paulus, buiten de muren, eigendom wordt van het Vatikaan. Dit is nog een gevolg van het verdrag van La teranen. BOODSCHAP VAN DEN PAUS PER VLIEGTUIG OVERGEMAAKT Ter gelegenheid van de opening van het Heilig Jaar werd door de Paus een bood schap gestuurd naar de patriark van Je rusalem. De boodschap werd overgebracht door een vliegtuig. BRONZEN KRUIS VAN OP AFSTAND VERLICHT DOOR DEN PAUS Op den Senarioberg te Florentië, staat een bronzen kruis van 17 meter hoog. Op dat kruis werden 350 lampen aangebracht met een. verlichtingsvermogen van 15.000 kaarsen. Het kruis werd hierdoor zichtbaar in Toscane maar ook van op het gebergte van Bologna. Zaterdag avonu werd, van in zijn pri vaatkamer, door den Paus, met op een knopje te duwen.die draadloos de stroom in de lampen deed gloeien, het kruis ver licht. Op hetzelfde oogenblik meldde men uit Florentië dat het kruis verlicht was. De laatste toebereidselen tot de Ten toonstelling zijn getroffen geworden tij dens de laatste bestuursvergadering van het Kcmiteit. Ten einde de tentoonstellsrs hunne juiste plaatsen aan te duiden wordt er heden Zondag 9 dezer, vergadering ge houden in de Middelbare School om 10 u. en om 11 u. in de Lakenhalle. Om de tentoonstellers in de gelegen heid te stellen hunne klanten tot een be zoek aan de Foor uit te noodigen worden er telken jare kooperskaarten gemaakt welke de prijs van de ingangskaart, zijn- die 1,50 fr., kosten, echter per 25 genomen kosten zij slechts één frank. Degenen wel ke nog hunne bijtreding niet hebben ge geven mogen zich tot het bekomen dezer kaarten wenden tot de heer René Brixis, Beluikstraat, Nr 7. Het wordt herinnerd aan de milde schenkers der prijzen voor de Tombola dat zij vriendelijk verzocht zijn getal en aard te willen aanduiden aan de Heer Prosper Craye, Boterstraat, die de lijst van opmaakt en de klasseering der prijzen op zich heeft genomen. De plakbrieven, de muziekuitvoeringen bekend makende, vermelden het afschie ten van een prachtig vuurwerk de Zon dag van Paschen, op de Kaai, 's avonds om 8 ure. Dit vuurwerk is de vervanging van hetgene moest plaats grijpen ter ge legenheid der luisterrijke inkomst der eerste schepen in onze haven. De plechtige opening der Foor heeft plaats op Witten Donderdag om 2 uur in ds Middelbare School. Om drie ure wordt het publiek toegelaten. Om drie ure heeft de officieels opening plaats der Sectie in de Hallen ingericht. Om 4 ure wordt de toegang vrij voor hst publiek. Het komiteit der Handelsfoor. ten einde zooveel mogelijk luister te willen geven aan de verjaring dsr Tiende Tentoonstel ling .vraagt aan de bevolking, zonder on derscheid, hunne gevels te willen bevlag gen om aan de Stad esn feestelijk uitzicht te geven gedurende de dagen der Foor, en tevens om welkom toe te sturen aan de talrijke vreemdelingen welke wij geduren de die dagen binnen onze muren zullen ontvangen. De Hoogdag van de Iepersche Handel en Nijverheid nadert met rasse schreden. Voor de tiende maal, spijt allq, moeilijk heden zullen de Iepersche stieldoeners hunne meesterwerken het publiek ten toon stellen, de Handelaars zuilen door hunne prachtige uitstallingen in de lokalen der Foor en ten hunne huize de bewondering van ds bezoekers gaande maken. Beide zullen eene krachtige reklaam maken, niet alleen op vreemde bezoekers, maar ook op de Stadsgenooten. welke niet genoeg doordrongen zijn van de waarheid dat man niet elders moet zoeken wat men in de Stad kan vinden Nu behoeft er nog slechts gezorgd te worden om van de weêrmaker zijn mildste zonnestralen te bekomen. Wie belast zich daarmeê? JULIEN TAHON. ES5!3SiS£SE2asaSS£35E2E2!3BSana Hierboven op het kaartje ziet men Ban neux liggen in een gewest van bronnen en waters (Chaudfontaine, Spa, Ohévremont, Foret, Trooi enz.) Evenals te LourdesWaar vele kleine plaatsen met baden en bron nen reeds in de buurt bestonden. Het meisje Mariette Béco verzamelt ijve rig geld voor het kapelletje dat, naar zij zegt, haar door de Verschijning werd ge vraagd. In het ouderlijk huis ligt een blauw schrijfboek, waarin leder bezoeker inschrijft voor het kapelletje. Eiken avond draagt het meisje trouw en blij het verzamelde geld naar den kapelaan. Dit kapelletje kan niet worden ge bouwd nabij de bron, omdat het daar het goed der Armen is, het kan niet worden gekocht of verkocht. Vermoedelijk zal het dus warden gebouwd, en wel onmiddellijk als de bisschop de gevraagde toelating zou toestaan, op de plaats der Verschijning, in het hofje voor het huis van den werk man. Het terrein behoort trouwens aan het gezin Béoo-Wégimont toe en da vader GEVIERD GELIJK VOOR 1870 En de Paus zal buiten het Vatikaan komen Ter gtlegenheid van het H. Jaar wor den, in he» Vatikaan, de groote plechtig heden aangekondigd, welke sinds 1870 niet meer plaats hadden. Op Witten Donderdag, genaamd In erena Dominizal de H. Vader zich, in plechtige processie, van de Sixtijnsche Kapel naar de Paulijnsche Kapel begeven, waar hij de H. Hostie op het rustaltaar zal uitstellen. Op Goeden Vrijdag zal er eveneens eene proccss'ie gehouden wor den, maar in tegenovergestelde richting Al deze plechtigheden, weLke in het Vati. kaansch Paleis zullen geschieden, zullen slechts door een beperkt getal geloovigen kunnen bijgewoond worden, op den door tocht van den pauselijken stort, daar di tweede kapellen, betrekkelijk klein, zullen bezet zijn dooi' de kardinalen, bisschop pen, waardigheidsbekleeders, de leden van het Diplomatiek korps, het Romeinsch Patriciaat, den adel, de familie van den H. Vader, het Orde van Malta en dit van het H. Graf. Eindelijk, op Paaschdag, zal Pius XI ds pauselijke groote Mis oelebréeren binnen de St-Pieters-Basiliek. Na afloop der plechtigheid zal hij van uit de buiten waar tsche loggia den zegen Urbi et Or- bigeven, terwijl de klokken van de drie honderd kerken in vollen zwier zullen lui den om de Verrijzenis van Christus te vieren. Het is eveneens zeker dat, in den loop van het H. Jaar, de Paus zioh naar de Basiliek van St Jan van Lateranen bege ven zal. Men voorziet, voor al deze bij zondere plechtigheden, een overgrooten toeloop van bedevaarders uit al de landen der wereld. Reeds zijn de hotels te Rome opgekropt. IBaa»B32BBSI2Q^BiaigE3B5529HE3S!2BaSS!22!SI]SSBS2BSiE!^B2EI3S39e2a^BB!9 OP WITTEN DONDERDAG en volgende dagen iw Zie lijst der deelnemers en verder schikkingen op 7' blad. "TR3 BBH2BdasaHBBBBBnaBiaaEEaiBBBaBlSli21iS!8S2aSBaSB!aBH39BSH2Ë!@HBBS;g wil een stuk van zijn hofje afstaan voor O. L. Vrouw, het linksch gedeelte dat door de Verschijning zou zijn bezocht. Mariette is op eigen wensch van de gemeenteschool van Banneux overgegaan naar de zusterschool van Aywailie, eiken dag gaat zij daar met de autobus heen. Reeds heeft zij haar vader en haar moe der gevraagd zoo maar dadelijk naar het klooster te mogen gaan. Geregeld worden er 's avonds te ze ven uur bij de plaats van de verschijning in het hofje door het kind, drie rozen hoedjes voorgebeden, zonder vermelding van de mysteries van de rozenkrans, die bet kind nog niet kent. Al de leden van het gezin behalve dezen die nog in de wieg liggen - bidden dan binnenshuis mee. Minzaam ondanks hunne vermoeid heid geven Mariette en hare huisgenooten water van de bron aan eiken pelgrim die er komt naar vragen. Op elk verzoek gaat de kleine Mariet te mee den rozenkrans bidden bij die bron, ook bidden onder don weg van den voor tuin tot de bron. De genezingen hadden plaats niet sleohts nabij de vliet, maar ook thuis bij de zieken zelf, hier en daar in het land. Genezingen zijn aangegeven bij den Kapelaan van Banneux en bij den Bis schop te Luik. De Verschijning zette niet haar voet op den steen vóór de bron, want er was toen nog geen steen bij de Verschijning, en ook geen metselwerk, enkel een put. De steen is er later uit eerbied aangebracht door den h. Charleseche. De Verschijning stond boven op den berm even boven de bron, en vandaar boog ze voorover, haar voet nart de gouden roos was alsdan even boven het water. Ze liet niet haar rozen krans in het water vallen. De rozenkrans van het kind is in het water gegleden, na dat de verschijning u gezegd hebben Poussez vos mains dans l'eau lijk men zegt aan een klein kind. Het meisje heeft bitter geweend Za terdag 19 Maart wanneer zij heeft gezien dat om den put grooter te maken (wegens den toevloed van volk dat om water kwam) een gedeelte van de berm was weggeno men waarop de Verschijning naar zij zegt stond wanneer zij naar de bron werd geleid. Het is een bron die er sedert jaren is. Ook te Lourdes werd geen bron geschapener staat vast dat die min of meer verdoken reeds liep nabij Mas sabielle In voorbereiding van het Heilig jqar te Rome werd overgegaan tot den schoon maak van aile kerken en openbare bouwen. Hier ziet men drie vyc aan 't opknappen van het stap St Jan Latraan dat prijkt aSCU&" gevel der Basiliek te Rome. tingen dit beeld heeft., ko-U als men de verhoudn die er aan werken. vereiscWen Gebru^^dlg. Wyppelier-Taff' aBCVt" <nsKMBSBasE®a!^®vn'met Veeten). Professor Einstein is een Duitsch ge leerde gekend onder meer om zijn schrij ven en streven tegen den oorlog. Hij miek zich in Duitschland veel vijanden. On langs reisde hij af naar Amerika en ging er eene reeks voordrachten houden om zijne theorien uiteen te zetten. Mid delerwijl kwam Hitier aan het bewind en Professor Einstein die met dit schrik bewind niet akkoord gaat, wil naar Duitschland niet terug zoolang Hitier de baas is. Men ziet hier Professor Einstein uit de boot stappend te Antwerpen, waar hij tijdelijk zal verblijven. Voor het oogenblik verblijft hij met zijne vrouw te Den Haan-aan-Zee «n verklaarde niet naar Duitschland terug te keeren zoolang zijn geloofsgenootea de Joden vervolgd worden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1933 | | pagina 1