BANNEUX
purolS.
XIX6 Eeuwfeest
der Verlossing
De Plechtige Opening der Heilige Poort
Groote
ETALAGE PRIJSKAMP
WEEKBLADj 35 CENTIEMEN.
3öe JAAR. - Nr 15.™
KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGiNGSBLAD.
Weg met de gierigheid
Hier is liefde
Hoe de verschijningen zich voordeden
Is er verband met Beanraing
WIJZE RAADGEVINGEN
VAN EEN WIJZEN MAN
De groote kuisph
HANDEN^
lEPER'S Xe HANDELSFOOR
DE GOEDE WEEK TE ROME
STAD POPERINGE
HET HEILIG JAAR
Professor Eiiisiein
*s=s» ZONDAG 9 APRIL 1933.
"DE POPERINGEN4AR
Uitgever
SANSEN-VANNESTE
POPERINGE
Telefoon N' 9. - Postch. N* 13.570.
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR
(per post)
In 't Land 18,60 fr.
Frankrijk 35,fr.
Congo, Engeland 40,fr.
Amerika, Canada en an
dere landen 60,f:
OTEMTCENUn
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum; 4,00 fr.
2 fr. toel. v. ber. mst adr. t. bur.
Berichten op 1" bl per regel 2,50 fr.
Berichten op 2* bl. per regel 1.75 fr.
Berichten op 3' bl. per regel 1,50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7.00 fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanvraag.
Annoncen zijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden worden. - Kleine
berichten tegen den Vrijdag rocn.
Het kruis staat nog recht na negentien
eeuwen. Het rijst hooger dan alle men-
echengedoe en in dit jubeljaar zal het
meer vereerd worden dan ooit te voren.
Genoeg menschen beschouwen den Ge
hangene, den Gekruiste; te weinigen
nemen het kruis op hun schouders. Het
kruis is een teeken dat men maar ver
staat door het geloof. De armen kunnen
het niet naar de hoogte dragen omdat
de handen niet eerst werden samenge
vouwen. De armen kunnen niets naar den
hémel torsen als de handen niet vooTaf
smeekend naar omhoog reikten.
Het is 1900 jaren geleden, dat op de
kleinste der planeten, de grootste figuur
aller tijden verdween. Het is geen kleinig
heid. een God-Mensch die den geest gaf.
Die dood verjaart en vereeuwt: 33-1933.
Dit vraagt meer dan een minuut stil
zwijgendheid, het vergt een minimum van
een HEILIG UUR in 't heilig jaar.
Die zulken dood niet herdenkt, is niet
waardig dat hij leeft.
Hij die zich zelf noemde de ware Wijn
rank» wordt hier uitgeperst. Het is een
goe jaar't jaar '33. Sedert alle
eeuwen kwam er geen zulk goed... voor de
zielen.
Ds Man die hier sterft, Is geen mensch
lijk een ander. De Mensch die hier uit-
bloedt heeft niets geweigerd. Alles praamt
ons om Hem edelmoedig jate zeg
gen.
Zou ~en uur te lang schijnen?
Geen tijd heeft den Christus meer noo-
dig, dan als de christenen meenen dat
zij er zondeT kunnen. Indien de tijd
nog niet gekomen is voor de koningen en
de volkeren deze heuglijke gebeurtenis te
herdenken, dan is het uur ook nog niet
geslagen voor bewinden en vorsten cm aan
te blijven. Hier neen zeggen, is God
looch-.nen. Bij zulk een sterfbed lacht nie
mand.
We zien op naar het kruis, het midden
punt der geschiedenis: de eene arm strekt
zich uit over het Oud Verbond tot aan
den stamvader aller geslachten, bij den
oorsprong der vervlogen eeuwen; de
andere arm reikt over het Nieuw Verbond
tot aar, den allerlaatsten sterveling op
den jongsten dag en verzoent zoo heel het
menschdom met den Vader.
Zwijgt, onze stervende Broeder ^pent
den mond; luistert, het orakel der we
reld snreekt voor alle tijden:
VADER, vergeef het hun. Dit
woord heeft meer waarde dan een onuit
gegeven gedenkschrift.
Als wij uw eigenste woorden niet be
zigen, o Heer, dan vinden wij er geen
schoon genoeg.
Sedert dien stond moeten wij alles met
andere oogen bekijken: de bloemen, de
sterren, de boomen, de menschen en ook
ons zelf. Sedert, moeien alle aardbe
woners andere menschen zijn, heel hun
leven zou moeten oor deze onschatbare
weidaad een onafgebroken Goddank
2ijn.
EEN DRAMA
In Shakespeare's drama Hdmletter
wijl de held 's nachts langs de kust wam
delt, verschijnt bij de halvemane-klaarte
jia. geest van zijn vader zaliger.
Hamlet,' luister zegt het spook, en de
sohim van den vermoorde vertelt dat
Claudius, zijn eigen broer (de oom van
Hamlet dus) hem heeft vermoord, oin
zijn kroon en zijn troon te rooven.
Hamlet siddert: Verschrikkelijk! af
grijselijk! roept hij uit. «Hamlet,
vaarwel, mijn zoon en vergeet mij niet.
De jonge vorst Hamlet doet een club
tooneelspelers komen naar het Hof en daar
wordt een stuk opgevoerd dat alles weer
geeft in détail over dien broedermoord.
Claudius, de plichtige, zit in de eerste
reek en voelt zioh danig op zijn ongemak.
Hoe verder het treurspel zich afrolt, hoe
meer d-. moardenar op heete kolen zit,
hij beeft en op 't moment dat de acteur
den vergiftbeker vol schinkt, kan Clau
dius hét niet meer uithouden, hij kan het
niet meer zien, hij wipt op, tiert al vluch
tend: «Fakkels, fakkels, hierbuiten.».
Wij zien ook een drama, een groot, ge
beuren zonder theatergebaren, de tragedie
der tragedies jaarlijks spelen voor onze
oogen in onze kerken binst de Goe Week.
Veel moordenaars, bons vivantsdie
deel hebben aan 't vergoten bloed, durven
er niet naartoe gaan. Maar zijn er geen
ander aantal toeschouwers van dit eeuw
getij die ook mogen zeggen: «Aan deze.
misdaad ben ik niet vreemd.(En wie
is er vreemd aan?) En toch alles kunnen
ze hooren en zien zonder ontroering alsof
ze sedert een eeuw daaraan niet hebben
gedacht.
Als voor 19 eeuwen roept Hij nog:
Waarom hebt Gij mij verlaten? Ieder
woord spreekt als een boekdeel. En de
Lijder voelt zich nogmaals verlaten niet
door zijn Vader, maar door zijn kinderen
en zijn broeders.
SLOTSCÈNE
Zijn oogen plakken toe van 't gesteven
bloed, Hij ziet zijn Moeder niet meer.
Zijn hart en zijn gedacht gaan op naar
Vader. Vader in den hemel wendt zijn
gelaat af.
Waarom hebt Gij mij verlaten?
het is de pijnlijkste klacht die ooit van
's menschen lippen viel. Hij heeft geen
asem genoeg om het in eens uit te spreken.
Weihoe, is 't nog niet genoeg dat Gij
U verlaten gevoelt aoor uw apostelen, uw
vrienden en uw volk?
Moet de Eeuwige Vader op zulk een
oogenalik ook wegblijven, U verstooten,
na U eerst gezegd te hebben wat Hij voor
niemand zei: «Deze is mijn Welbeminde
Zoon, sn wien ik al mijn behagen heb
gesteld.
Gij ziet nu dat behagen. Zou een Vader
zijn kind verlaten, wanneer het in zulken
nood verkeert, en meest zijn hulp be
hoeft?
Als tot een vervloekten zoon roept de
verbolgen Vader: Ga weg van mij.
Verlaten zijn. Dat is de bitterste
druppel uit dien bitteren kelk. Ook die
druppel moet met liefde en smaak gedron
ken worden. Waarom hebt Gij mij ver
laten, is mijn gebed U niet aangenaam, en
mijn lijden en mijn offer, 't is al voor Lr,
en wiit Gij het niet? Is mijn dood niet
genoeg' om uw gesohonden eer te her
stellen en 't menschdom te redden?
Geen antwoord. En er komt geen engel
om den Vaderarm tegen te houden en
Isaac te beschermen. En er is geen ander
lam vast in de doornen.
Als ten angstkreet in de duisternis, als
van iemand die scherp moordroept,
gaat de klacht ten hemel op: «Dat de
menschen mij verlaten, tot daar. Gij
blijft mij nog, Vader, maar als Gij ook
uw aangezicht verbergt, wat blijft er mij
nog over?
En tegen alle hoop in, betrouwt de Zoon
Weer in den Vader. Het heeft niet lang
geduurd. Zijn berustend gebed klinkt nu
weer luider: «Vader in uw handen beveel
lk mijnen geest.
DE TOESCHOUWERS WEENEN
In de Slavische liturgie op Goen Vrij
dag, dragen de priesters ter grafsbede:
Christus' Lichaam, dat ze afnemen van
't kruis. Zij lezen daarna een uittreksel uit
de geschriften van een hunner heiligen;
Het schijnt wel dat de menschen gierig
zijn geworden.
Ut heb me voor 't oogenblik niet in te
laten met den stand van zaken van hun
beurzen of hun spaarboekjes. In dees kri-
slstljd is het begrijpelijk dat ze niet meer
zoo royaal en breed leven dan ze wel wen-
schen en dat ze deden in de vette jaren.
Maar daarbij is ook hun hart ingekrom
pen en hun geest opstandig geworden.
De menschen zijn gierig geworden te
genover God.
We willen geen zwartkijkers zijn, dat
helpt ons toch niet vooruit; maar ons zelf
beliegen en den werkelijken toestand niet
willen inzien zou ons nog veel verder van
wal stooten.
Om het zonder veel verbloeming te zeg
gen: er is een groot getal dat niet meer
pratikeert, dat de Zondagmis voor een
nietigheid verzuimt en dat zijn Paschen
niet meer houdt. In de beschaafde stre
ken is in sommige plaatsen de praktische
godsdienstbeleving weinig schitterend, ter
wijl in andere wereldgewesten, de missies
bijvoorbeeld bloeien en de christenen uren
en uren maroheeren om een H. Mis te
kunnen bijwonen en ons Heer te ontvan
gen.
Er is te veel pretentie gekomen onder
<ms moderne menschen en 't is naar hun
hoofd geslagen en ze zijn hoogmoedig ge
worden. Men mag zich waarlijk afvragen
of de menschen God nog dienen of God
de menschen misschien moet dienen en
htm goestingen en wenschjes van een dag
en uur moet volbrengen? Anderzijds heb
ben dees pretentieuze menschen den gods
dienst beschouwd als een blok aan hun
been, als een klem op hun hart en hebben
ze God aanzien als een gestrenge Heer
om niet te zeggen als een doordrijvende
diktator of als een tyran.
Hierin ligt alles besloten: God ls Heer
en Meester en Hij mag veel van de men
schen vragen; maar God is ook Vader en
daarom verwaoht Hij u in Liefde.
Ge vraagt me naar het bewijs van mijne
beschuldiging waarbij ik u heb uitgemaakt
als de gierigen tegenover God? Laat me
met een tegenvraag antwoorden: Is het
van u te veel gevraagd dat ge ééns in het
jaar te Communie zoudt gaan? En is 't
geen waar dat sommigen aan 't verzin
nen zijn gegaan om die één keer dit jaar
nog achterwege te laten? Waar zijn uw
zinnen? Waar ls uw ovr uiging? Wat
doet ge met het schoone uit uw verleden?
Zut ge door dit alles één zwarte streep
zetten en er onderteekenen: gedaan! 'n
Oogenblikske redeneeren a. u. b. en wijs
handelen dan.
Wanneer ge maar eens in den dag moest
eten zoudt ge flauw vallen en scheel zien
van den hanger; moest ge niet eten, ge
zoudt wegkwijnen en In 't sukkelstraatje
geraken. Maar dat zult ge niet doen of in
elk geval zult gij het zoo lang mogelijk
tegenwerken.
En uw ziel zult ge laten hongeren?
Waarom zoudt ge zonder zielespijs be
stand zijn tegen de aanvallen van geloof
en deugd? Of zijn de bekoringen tegen
geloof en zuiverheid en liefde en recht
vaardigheid en de feilen daar tegen, zijn
dat praatjes van pastoors en patere? Kom
vrienden, we blijven daar niet 'langer bij
stilstaan het zou u te zeer kunnen nijpen!
Voor u is er één groote hindernis om
uw gierigheid tegenover God en zijn sa-
krament van Liefde af te leggen. En dat
is? De biecht. Het vervelende en het ver
nederende! De schrik en de schaamte!
Maar heeft dan ooit iemand aan wie ge
uw zonden hebt beleden deze uitgebracht
of verklapt of er u minder vriendelijk om
aangekeken?
Waart ge blij of niet, opgeruimd of te
rneergeslagen wanneer ge uit den biecht
stoel waart rechtgestaan en uw peniten
tie hadt volbracht?
Ik vraag maar wat de ondervinding u
heeft geleerd. Mannen boffen wel eens dat
ze als mannen geen vert ordering noodig
hebben; maar ook zij die de grootste
monden open zetten, geraken niet door
liet leven zonder wat goedheid en wat
liefde. De liefde en de goedheid c ie door
dringt tot hun harten en hun zielen die
vinden ze in den biechtstoel en op de kom-
muniebank.
De mannen willen het spel regeeren en
de hooge toonen zingen. Als ze in dees ge
val ook zich zelf willen regeeren en niet
door moeder of vrouw of verloofde willen
gepraamd warden dat ze dan uit eigen
beweging te biechten en te kammunie
gaan en hun Paschen houden en dat ze
aldus toonen dat ze mannen zijn en dat
ze handelen uit overtuiging.
Er zal nog zulke tevredenheid en blijd
schap zingen in hun hart. Want zijn Pa
schen houden is een strenge gewetens
plicht maar tevens een liefdedaad.
En nieuw kostuum kan er dees tijden
misschien moeilijk af; maar ons Heer
vaagt ook niet dat ge als een chique men
heer zoudt naar de kerk komen; een ver
nieuwing van leven is het voornaamste.
En die kan iedereen bekostigen; ze kost
slecht wat goeie wil en de beste Intenties.
Wie zou die niet hebben?
P. A. NUYENS, O. P.
IBBBBBBBBBBBBBBBBEaEBBBBBBBB
Op eene groote katholieke kantonale
vergadering te Boom, sprak de Heer
Staatsminister "Van Cauwelaert o. m. vol
gende woorden:
Nooit mogen wij ons eigen belang
verheffen boven het belang der ge-
meenschap. Haat, wraak, stijfhoofdig-
heid, mogen niet hooger spreken dan
ons algemeen belang. Wij moeten leven
van de liefde en door de liefde. In de
katholieke gedachte is liefde de hoek-
steen. Weest eendrachtig, arbeidzaam,
volharden. Dan gaat ge eerlijke en
heerlijke zegedagen te gemoet!
Die woorden zouden dienen in gouden
letters op de muren gedrukt van alle ka
tholieke kringen, 't zij te stede, 't zij te
lande.
IBBflBHSBBflBBBESSBBBBBBBBHSBB
ruw, rood of bescha
digd, worden weer vlug
gaaf en zacht met
Doos A en 7>ifrank.ln alle Apotheken
Mijne broeders, ik weet dat gij van
mij een rede verwacht, maar mijn lippen
blijven gesloten. Wie zou durven spreken
waar Christus zelf zwijgt? Indien dit
schouwspel u koud laat, wat baten mijn
woorden. Op Caivarie, den eersten Goe
den Vrijdag, werd er niet gepredikt, maar
veel gebeden en geweend. De steenen en
de rotsen zelf waren ontroerd en barstten
los. Mijne broeders, laten wij op onze
barst kloppen, bidden en weencti.
A. O.
We schreven reeds eenige regels over
de merkweerdige voorvallen van Banneux,
maar daar de meesten onzer Lezers waar
schijnlijk niet weten hoe de feiten er zich
hebben voorgedaan, lijkt het ons dan ook
niet overbodig zij het dan ook zeer
beknopt een kort overzicht er van te
geven.
ER HEBBEN ACHT VERSCHIJNINGEN
plaats gehad; de eerste op Zondag, 15 Ja
nuari; als bijzonderheid kunnen we nog
vermelden, dat de kleine Mariette Béco, 14
jaar, dien Zondag niet naar de H. Mis was
geweest. Met haar moeder zat het meisje
tegen den avond te wachten op de terug
komst van haar broertje, toen zij opeens,
in den voortuin van het huis, een licht be
merkte; verontrust riep het kind haar
moeder, die ook een lichtende gestalte
zag, zeer vaag. weliswaar, maar duidelijk
genoeg om er den vorm van een vrouw in
te zien, die een beetje zijwaarts neigde.
Aanstonds veTdween het beeld voor de
moeder, terwijl de kleine het nu nog dui
delijker afgeteekend zag.
's Avonds werd de vader op de hoogte
gesteld van het gebeuren; ook deelde men
hem het vermoeden mede, dat het een
verschijning van de H. Maagd konde zijn.
De man lachte er mee en noemde het on
zin. Ook de kapelaan, die het feit ver
nam door een vriendinnetje van Mariette,
veronderstelde eer dat het kind onder
den invloed van de verhalen omtrent de
gebeurtenissen te Beauraing, aan een zins
begoocheling onderhevig was.
Zekerheidshalve ondervroeg hij echter
de kleine over het gebeurde, toen ze te
gen haar gewoonte, in de catechismusles
verscheen.
Melden we ook terloops, dat zich sedert
het gebeuren bij de kleine, een totalen om
keer voordeed, en dat Mariette, die zeer
onverschillig stond tegenover den gods
dienst, regelmatig ter kerke gaat en de
lessen in godsdienstonderricht volgt.
Op 18 Januari had de tweede verschij
ning plaats. Ditmaal was ook de vader
thuis, die de kleine, toen zij om zeven ure
den tuin inging, hoewel ze zeer bang is
voor het donker, volgde.
Toen de vader de kleine zag neerknie
len in den tuin, begaf hij zich onmiddel
lijk naar den E. H. kapelaan Jamin, die
evenwel niet thuis was. Met een buurman
volgde hij de kleine, die langzaam den
tuin uitging en onderweg tweemaal neer
knielde om te bidden; na den tweeden
keer te hebben neergeknield, begaf ze
zich terzijde van den weg, waar een klei
ne bron ontspringt. Ook hier knielde ze
en dompelde dan de handen in het wa
ter. Daarop stond de kleine op uit haar
extase. Angstig voor het donker, snelde
ze terug naar huls.
Dien zelfden avond nog begaf de kape
laan zich naar de woning der familie Béco,
waar hij Mariette ondervroeg over de
verschijning. De kleine verklaarde dat de
vesohijning gezegd had, betreffende de
bron: «Deze bron Is mij voorbehouden».
De getuigen hadden trouwens Mariette
aan de bron deze woorden hooren zeggen
alsof zij ze herhaalde. Dein volgenden dag
biechtte de vader van Mariette en ging
te communie, voor den tweeden keer van
zijn leven.
De derde verschijning was op 19 Ja
nuari. Men had de kleine opgedragen een
tweetal vragen te stellen aan de verschij
ning, hetgeen ze dan ook deed. Als ant
woord op de eerste vraag, wie ze was, ant
woordde de verschijningIk ben de Hei
lige Maagd der Armen en op de tweede
vraag, wat 'e met de woorden bedoeld
had, met de woorden: «Deze bron is mij
voorbehouden», antwoordde ze; «Voor
alle volkeren, voor alle zieken
Op 20 Januari heeft een vierde verschij
ning plaats gehad. De omstaanders zagen
de kleine de armen omhoog stefcen en
hoorde haar uitroepen: «Daar is ze».
Daarna vroeg ze: «Wat wenscht gij?»
waarop ze de woorden herhaaldeEen
kleine kapel
Daarna volgt een lange tusschenpoos,
vooraleer er weer een verschijning plaats
heeft, 11 Februari is pas de vijfde ver
schijning. Ditmaal zegt zij«Ik kom het
lijden verlichten.Het is wel de moeite
waard er op te wijzen, dat Mariette het
woord: «verlichten» (soulager) niet ver
staat en er uitleg over vraagt.
Op 13 Februari herhaalt zich de ver
schijning nogmaals; op verzoek van E. H.
kapelaan,.vraa-gt Mariette een teeken, en
dan krijgt ze als antwoord: Geloof in
mij, ik zal in u gelooven Ock dezen zin
verstaat Mariette niet.Tevens deelde de
verschijning haar een geheim meeIets
voor u alleen zooals de verschijning
zich uitdrukte. Mariette wil onder geen
enkele voorwaarden zeggen, wat het ge
weest is, wat haar in vertrouwen werd
medegedeeld.
Op 20 Feruari zegt de verschijning al
leen: «Bid veel mijn lief kind, tot weer
ziens
De laatste verschijning heeft op 2
Maart plaats gehad. Ditmaal heeft ze
gezegdIk ben de Moeder van den Za
ligmaker, de Moeder Gods... Bidt veel
vaarwelen daarop heeft zij Mariette ge
zegend. Het kind was nadien zeer be
droefd, nu' de verschijning haar vaarwel
heeft gezegd en zij ze dus niet meer zal
weerzien.
We willen nu nog in een paar woorden
de verschijning beschrijven, zooals Ma
riette Béco zegt ze gezien té hebben.
Ze is een meter zestig groot ongeveer,
en is geheel in het wit gekleed met een
lang wit kleed en een sluier, die over haar
armen hangt. Alleen haar gordel is blauw.
Van de verschijning straalt licht uit en
haar hoofd ls omgeven door een soort
aureool. Ze is licht gebogen, naar den lin
kerzijkant en zij heeft een rozenkrans
over haar arm, waaraan Mariette eenige
malen een kruis heeft gezien.Door haar ge
bogen houding komt de rechtervoet bloot,
waarop een roos ligt. Haar handen heeft
ze gevouwen, soms naar boven en soms
naar beneden.
ZIJ ls buitengewoon schoon, zooals de
kleine herhaalde malen verklaart, zoo
schoon, dat ze bet niet zeggen kan; de
verschijning overt?-.- .dies wet. het kind
totnutoe nog gezien heeft.
EENIGE BESCHOUWINGEN
We kunnen niet nalaten eenige beschou
wingen vast te knoapen aan dit vreemde
gebeuren, het tweede reeds in zeer korten
tijd in ons klein landje.
Het ls niet onze bedoeling in deze be
schouwing een bepaald standpunt te gaan
innemen ten opzichte der verschijningen:
we willen slechts een paar besluiten trek
ken uit dat wat ons allen toch min of
meer belang inboezemt.
Vooreerst, ls hier spraak van bedrog?
We bedoelen een weïbelust bedrog van
een dergenen die rechtstreeks bij de ge
beurtenissen betrokken zijn. En dan dur
ven we daarop gerust te verklaren: Neen.
De kleine Mariette Béco ls een kind en
een oprecht kind en om een dergelijk be
drog weten te doen gelukken, is een spits
vondigheid noodi-g, die het kind heelemaal
vreemd is. Daarbij, ze begrijpt dikwijls
zelf niet wat de boodschappen beteekenen,
die de verschijning haar opdraagt. Het
woord soulager verstaat ze niet; de uit
drukking: Geloof In mij, ik zal in u geloo-
ven, verstaat ze niet; maar als men het
haar zoo eenvoudig mogelijk uitlegt, is
ze opgetogen, over de schoone beteekenis
er van.
Niemand leeft ooit gehoord van een
O.-L.-Vrouw der Armen; zou een kind dat,
zoo goed als geen godsdienstonderricht ge
noot, en zich nauwelijks bewust was van
wat de H. Maagd eigenlijk was, een der-
gelijken titel gaan uitvinden? Het woord:
volkeren (nations) verstaat ze evenmin,
en de betéekenis van den zin: Voor alle
volkeren, voor alle zieken, ontsnapte Ma
riette ook. Het was trouwens gedurende de
verschijningen, alsof zij de woorden her
haalde om ze beter te kunnen onthouden.
Zeker kan hier niet aangevoerd worden
dat het kind onder den invloed van reli
gieuzen stand. Ze ging ongeveer noodt
naar de catechlsmus'.-essen en met den ka
pelaan, den eenigen geestelijke in het ge
hucht, kwam ze zelden in aanraking. De
ze heeft zich, trouwens, zeer afzijdig ge
houden etn zooveel mogelijk getracht het
kind te overtuigen dat het een zinsbegoo
cheling was.
Invloed van de gebeurtenissen te Beau
raing? Ook dat niet, want het weinige dat
het kind er van geboord had, wekte,slechts
den spotlust op van Mariette en haar
vriendinnetjes. Later werd zie zelfs on
barmhartig, zooals slechts kinderen dat
kunnen, bespot door haar schoolmakker
tjes met haar verschijningen. Er is niets,
dat op de kleine Mariette invloed kon uit
oefenen om aan zinsbegoocheling ten
prooi te vallen.
Met deze beschouwingen, echter, be
doelen we allerminst een pleidooi te hou
den voor de werkelijkheid van de ver
schijningen der H. Maagd. We hebben
sleohts onze lezers onder de oogen willen
brengen dat het hier geen geval betreft
dat met een schouderophalen en een spot
lachje opzij kan warden geschoven.
Er gebeuren vreemde dingen, maar het
is vooralsnog te vroeg om er uitspraak
ove te doen; uitspraak trouwens die wij,
leeken, moeten overlaten aan de geeste
lijke overheid.
IS ER VERBAND MET BEAURAING?
Ongetwijfeld, ondanks de uiterlijk nog
al groote verschillen.
In beide gevallen is er sprake van een
geheim. In beide gevallen zijn het kin.'
deren die niet overdreven vroom zijn, zelfs
min of meer onverschillig tegenover den
godsdienst staan. En steeds zijn de ver
schijningen 's avonds.
Er is maar een groot verschil tusschen
Beauraing en Banneux: de verschijningen
van Banneux zijn duidelijker, definitie
ver, zouden we welhaast zeggen. In Beau
raing zien de kinderen de verschijning
maar gedeeltelijk; immers, men heeft er
nooit de voeten der verschijning gezien.
De kleine Mariette ziet een voet met een
roos op. Deze bijzonderheid is toch ook
slechts te aanzien als een uitvindsel van
een kindeiörein.
In Beauraing zag men eerst den rozen
krans na eenige verschijningen en men
zag er geen kruis aan, dat verborgen bleef
in een plooi van het kleed. Mariette Béco
evenwel ziet den rozenkrans duidelijk en
onderscheidt ook het kruis. Tenslotte zijn
ook de uitspraken der verschijning te
Banneux positiever:
Ik ben de H. Maagd der Armen; kom
om het lijden te verlichten
Is Beauraing een voorlooper geweest van
Banneux? Is de groote devotie te Beau
raing een stimulans geweest tot Banneux?
We staan voor een blinden muur; de
tijd zal wel een antwoord brengen op al
deze vragen. Laat ons hopen en bidden,
dat het spoedig moge zijn.
Zaterdag 1 April is het II .Jaar ingezet met de Opening der Heilige Poert. We gevèn
hier een zicht van de treffende plechtigheid in St Pieier. Z. H. dc Paus in 't midden.
Zaterdag 1 April greep de grootsehe
plechtigheid pl'aats van de opening der
H. Poorten der Basilieken van St Pieters,
St Paulus-buiten-de-muren, St Jan-van-
Lateranen en de Heilige-Maria-de-Meer-
dere.
In de basiliek van St Pi-ster was een
ontzaglijke menigte toegestroomd. Velen
konden geen plaats vinden en moesten
aan de deur blijven staan.
De ordedienst op het St Pietersplein was
Ingericht door de Pauselijke gendarmen
en de Italiaansche openbare macht.
Voorafgegaan door acht' kardinalen en
bisschoppen, stoetsgewijze, op de Sedda
gestatoriagezeten, rond 10 uur, deed de
Paus zijne intrede in de basiliek. In zijn
linkerhand hield de Heilige Vader een
kaars met de Pauselijke wapens en met
de rechterhand zegende hij de menigte.
Hij droeg een mijter met edelsteenen be
slikt. Zijn intrede werd begroet met ba-
zuinengeschal.
Dicht bij de Heilige Poort verliet de
Paus de Sedia gestatoriaom plaats te
nemen op zijn troon. Rond Hem schaar
den zich de kardinalen, patriarken en bis
schoppen.
Na enkele minuten begaf zich de Paus
naar de Heilige Poort waar hij uit de han
den van Kardinaal Lauri een met goud
bestikten mantel ontving.
Nadien heft de Paus de hand op en
klopt tot driemaal toe op den muur die
de Heilige Poort afsluit terwijl hij litur
gische gebeden opzegt. Na de derde klop
werd ds muur, die reeds was losgemaakt
en geschraagd, langzaam neergehaald en
aldus kwam de Heilige Poort open.
De zware klokken van de basiliek galm
den en onmiddellijk daarop luidden al de
klokken van geheel de stad Rome. Uit
de basiliek steeg een eindeloos gejuich op.
Daarna bezocht de Paus enkele kapellen
der basiliek om te bidden en de menigte
te zegenen, en werden de voorwaarden af
gelezen om de aflaten verbonden aan het
Heilig Jaar, te genieten.
Alleen in den namiddag werd het pu
bliek toegelaten tot bij de Heilige Poort.
In de andere basilieken werden de Hei
lige Poorten geopend door kardinalen.
Zondag 2 April liep de basiliek van St
Pieters gansch den dag proppenavol van
pelgrims die van dien dag gebruik maak
ten om de aflaten van het Heilig Jaar te
verdienen.
DE ALFAAT VAN HET JUBELJAAR
Om de aflaten te verdienen van het
Jubeljaar, loopende van 2 April 1933 tot
2 April 1934, moeten de pelgrims volgende
voorwaarden vervullen:
De geloovigen moeten, na gebiecht en
gecommuniceerd te hebben, 't zij op zelf
den dag, 't zij op verschillende dagen,
driemaal in zelfde volgorde de volgende
basilieken bezoeken: de basiliek van St
Jan van Lateranen, de Vatikaansche St
Pietersbasiliek, de St Paulus aan de via
Ostiensis en de Santa Maria Maggiore op
den Esquilijnschen heuvel. Zij moeten bid
den tot intentie van den H. Vader. Door
dien kunnen zij vollen aflaat bekomen
voor alle zonden waarvoor zij nog zouden
moeten uitboeten, na dat zij van elk der
begane zonden kwijtschelding en vergiffe
nis hebben verlangd.
De geloovigen mogen bij het bezoeken
der basilieken het drievoudig bezoek aan
zelfde basiliek, achtereenvolgens doen.
De gebeden, welke bij deze bezoeken ver
richt moeten worden, zijn de volgendebe
halve de gebeden', welke ieder naar eigen
godsvrucht tot God opzendt, moeten voot
't altaar met het Allerheiligste Sacrament
gebeden worden vijf maal het Onze Va
der, Wees Gegroet en Eere zij den Vader
en bovendien nog eenmaal ezelfde gsbe-
dn tot intentie van den Paus; verder moe
ten allen voor een kruisbeeld driemaal de
geloofsbelijdenis, het Credo, bidden en
eenmaal het schietgebed: «Wij aanbid
den U, Christus, en loven Uenz., of een
ander schietgebed van dezen aard; daarna
moeten zij zich tot de Moedermaagd rich
ten, en voor haar beeltenis zeven maal
het Wees Gegroet bidden, terwijl zij haar
smarten overwegen, en daaraan eenmaal
het schietgebed toevoegen Sancta Mater,
istud ag-asof een ander schietgebed van
dien aard. Ten slotte zullen zij zich naar
het altaar der Confesio, het hoogaltaar,
begeven en daar wederom de reeds boven
vermelde geloofsbelijdenis godvruchtig
bidden.
Deze jubilé-aflaat kan door de geloovi
gen, zoowel voor zich zelf als voor de
overledenen, zoo vaak verdiend wor
den, als zij de voorgeschreven werken op
de voorgeschreven wijze verrichten.
DE H. VADER EN DE VREDE
Na het bezoek gebracht aan den Paus
door de Engelsche Ministers, had de H.
Vader een langdurig onderhoud met de
Engelsche gezant. De H. Vader wenscht
vurig dat de vredesactie ingezet door de
Britsche Regeerimg zou slagen. Reeds te
lang duurt het lijden der menschheid, die
verlangend zoekt naar haar redder die
het naar welvaart en vrede zal brengen.
SINT PAULUSKERK WORDT
EIGENDOM VAN HET VATIKAAN
Op 30 Maart werd een akte geteekend
door een afgevaardigde .van den Paus met
de Italiaansche regeeTing waarbij de ba
siliek van St Paulus, buiten de muren,
eigendom wordt van het Vatikaan. Dit is
nog een gevolg van het verdrag van La
teranen.
BOODSCHAP VAN DEN PAUS
PER VLIEGTUIG OVERGEMAAKT
Ter gelegenheid van de opening van het
Heilig Jaar werd door de Paus een bood
schap gestuurd naar de patriark van Je
rusalem. De boodschap werd overgebracht
door een vliegtuig.
BRONZEN KRUIS VAN OP AFSTAND
VERLICHT DOOR DEN PAUS
Op den Senarioberg te Florentië, staat
een bronzen kruis van 17 meter hoog. Op
dat kruis werden 350 lampen aangebracht
met een. verlichtingsvermogen van 15.000
kaarsen. Het kruis werd hierdoor zichtbaar
in Toscane maar ook van op het gebergte
van Bologna.
Zaterdag avonu werd, van in zijn pri
vaatkamer, door den Paus, met op een
knopje te duwen.die draadloos de stroom
in de lampen deed gloeien, het kruis ver
licht. Op hetzelfde oogenblik meldde men
uit Florentië dat het kruis verlicht was.
De laatste toebereidselen tot de Ten
toonstelling zijn getroffen geworden tij
dens de laatste bestuursvergadering van
het Kcmiteit.
Ten einde de tentoonstellsrs hunne
juiste plaatsen aan te duiden wordt er
heden Zondag 9 dezer, vergadering ge
houden in de Middelbare School om 10 u.
en om 11 u. in de Lakenhalle.
Om de tentoonstellers in de gelegen
heid te stellen hunne klanten tot een be
zoek aan de Foor uit te noodigen worden
er telken jare kooperskaarten gemaakt
welke de prijs van de ingangskaart, zijn-
die 1,50 fr., kosten, echter per 25 genomen
kosten zij slechts één frank. Degenen wel
ke nog hunne bijtreding niet hebben ge
geven mogen zich tot het bekomen dezer
kaarten wenden tot de heer René Brixis,
Beluikstraat, Nr 7.
Het wordt herinnerd aan de milde
schenkers der prijzen voor de Tombola
dat zij vriendelijk verzocht zijn getal en
aard te willen aanduiden aan de Heer
Prosper Craye, Boterstraat, die de lijst
van opmaakt en de klasseering der
prijzen op zich heeft genomen.
De plakbrieven, de muziekuitvoeringen
bekend makende, vermelden het afschie
ten van een prachtig vuurwerk de Zon
dag van Paschen, op de Kaai, 's avonds
om 8 ure. Dit vuurwerk is de vervanging
van hetgene moest plaats grijpen ter ge
legenheid der luisterrijke inkomst der
eerste schepen in onze haven.
De plechtige opening der Foor heeft
plaats op Witten Donderdag om 2 uur in
ds Middelbare School. Om drie ure wordt
het publiek toegelaten. Om drie ure heeft
de officieels opening plaats der Sectie in
de Hallen ingericht. Om 4 ure wordt de
toegang vrij voor hst publiek.
Het komiteit der Handelsfoor. ten einde
zooveel mogelijk luister te willen geven
aan de verjaring dsr Tiende Tentoonstel
ling .vraagt aan de bevolking, zonder on
derscheid, hunne gevels te willen bevlag
gen om aan de Stad esn feestelijk uitzicht
te geven gedurende de dagen der Foor,
en tevens om welkom toe te sturen aan de
talrijke vreemdelingen welke wij geduren
de die dagen binnen onze muren zullen
ontvangen.
De Hoogdag van de Iepersche Handel
en Nijverheid nadert met rasse schreden.
Voor de tiende maal, spijt allq, moeilijk
heden zullen de Iepersche stieldoeners
hunne meesterwerken het publiek ten toon
stellen, de Handelaars zuilen door hunne
prachtige uitstallingen in de lokalen der
Foor en ten hunne huize de bewondering
van ds bezoekers gaande maken.
Beide zullen eene krachtige reklaam
maken, niet alleen op vreemde bezoekers,
maar ook op de Stadsgenooten. welke niet
genoeg doordrongen zijn van de waarheid
dat man niet elders moet zoeken wat
men in de Stad kan vinden
Nu behoeft er nog slechts gezorgd te
worden om van de weêrmaker zijn mildste
zonnestralen te bekomen.
Wie belast zich daarmeê?
JULIEN TAHON.
ES5!3SiS£SE2asaSS£35E2E2!3BSana
Hierboven op het kaartje ziet men Ban
neux liggen in een gewest van bronnen en
waters (Chaudfontaine, Spa, Ohévremont,
Foret, Trooi enz.) Evenals te LourdesWaar
vele kleine plaatsen met baden en bron
nen reeds in de buurt bestonden.
Het meisje Mariette Béco verzamelt ijve
rig geld voor het kapelletje dat, naar zij
zegt, haar door de Verschijning werd ge
vraagd. In het ouderlijk huis ligt een
blauw schrijfboek, waarin leder bezoeker
inschrijft voor het kapelletje. Eiken
avond draagt het meisje trouw en blij het
verzamelde geld naar den kapelaan.
Dit kapelletje kan niet worden ge
bouwd nabij de bron, omdat het daar het
goed der Armen is, het kan niet worden
gekocht of verkocht. Vermoedelijk zal het
dus warden gebouwd, en wel onmiddellijk
als de bisschop de gevraagde toelating zou
toestaan, op de plaats der Verschijning,
in het hofje voor het huis van den werk
man. Het terrein behoort trouwens aan
het gezin Béoo-Wégimont toe en da vader
GEVIERD GELIJK VOOR 1870
En de Paus zal buiten het Vatikaan komen
Ter gtlegenheid van het H. Jaar wor
den, in he» Vatikaan, de groote plechtig
heden aangekondigd, welke sinds 1870 niet
meer plaats hadden.
Op Witten Donderdag, genaamd In
erena Dominizal de H. Vader zich, in
plechtige processie, van de Sixtijnsche
Kapel naar de Paulijnsche Kapel begeven,
waar hij de H. Hostie op het rustaltaar
zal uitstellen. Op Goeden Vrijdag zal er
eveneens eene proccss'ie gehouden wor
den, maar in tegenovergestelde richting
Al deze plechtigheden, weLke in het Vati.
kaansch Paleis zullen geschieden, zullen
slechts door een beperkt getal geloovigen
kunnen bijgewoond worden, op den door
tocht van den pauselijken stort, daar di
tweede kapellen, betrekkelijk klein, zullen
bezet zijn dooi' de kardinalen, bisschop
pen, waardigheidsbekleeders, de leden van
het Diplomatiek korps, het Romeinsch
Patriciaat, den adel, de familie van den
H. Vader, het Orde van Malta en dit van
het H. Graf.
Eindelijk, op Paaschdag, zal Pius XI ds
pauselijke groote Mis oelebréeren binnen
de St-Pieters-Basiliek. Na afloop der
plechtigheid zal hij van uit de buiten
waar tsche loggia den zegen Urbi et Or-
bigeven, terwijl de klokken van de drie
honderd kerken in vollen zwier zullen lui
den om de Verrijzenis van Christus te
vieren.
Het is eveneens zeker dat, in den loop
van het H. Jaar, de Paus zioh naar de
Basiliek van St Jan van Lateranen bege
ven zal. Men voorziet, voor al deze bij
zondere plechtigheden, een overgrooten
toeloop van bedevaarders uit al de landen
der wereld. Reeds zijn de hotels te Rome
opgekropt.
IBaa»B32BBSI2Q^BiaigE3B5529HE3S!2BaSS!22!SI]SSBS2BSiE!^B2EI3S39e2a^BB!9
OP WITTEN DONDERDAG
en volgende dagen
iw Zie lijst der deelnemers en verder schikkingen op 7' blad. "TR3
BBH2BdasaHBBBBBnaBiaaEEaiBBBaBlSli21iS!8S2aSBaSB!aBH39BSH2Ë!@HBBS;g
wil een stuk van zijn hofje afstaan voor
O. L. Vrouw, het linksch gedeelte dat
door de Verschijning zou zijn bezocht.
Mariette is op eigen wensch van de
gemeenteschool van Banneux overgegaan
naar de zusterschool van Aywailie, eiken
dag gaat zij daar met de autobus heen.
Reeds heeft zij haar vader en haar moe
der gevraagd zoo maar dadelijk naar het
klooster te mogen gaan.
Geregeld worden er 's avonds te ze
ven uur bij de plaats van de verschijning
in het hofje door het kind, drie rozen
hoedjes voorgebeden, zonder vermelding
van de mysteries van de rozenkrans, die
bet kind nog niet kent. Al de leden van
het gezin behalve dezen die nog in de
wieg liggen - bidden dan binnenshuis mee.
Minzaam ondanks hunne vermoeid
heid geven Mariette en hare huisgenooten
water van de bron aan eiken pelgrim die
er komt naar vragen.
Op elk verzoek gaat de kleine Mariet
te mee den rozenkrans bidden bij die bron,
ook bidden onder don weg van den voor
tuin tot de bron.
De genezingen hadden plaats niet
sleohts nabij de vliet, maar ook thuis bij
de zieken zelf, hier en daar in het land.
Genezingen zijn aangegeven bij den
Kapelaan van Banneux en bij den Bis
schop te Luik.
De Verschijning zette niet haar voet
op den steen vóór de bron, want er was
toen nog geen steen bij de Verschijning,
en ook geen metselwerk, enkel een put. De
steen is er later uit eerbied aangebracht
door den h. Charleseche. De Verschijning
stond boven op den berm even boven de
bron, en vandaar boog ze voorover, haar
voet nart de gouden roos was alsdan even
boven het water. Ze liet niet haar rozen
krans in het water vallen. De rozenkrans
van het kind is in het water gegleden, na
dat de verschijning u gezegd hebben
Poussez vos mains dans l'eau lijk men
zegt aan een klein kind.
Het meisje heeft bitter geweend Za
terdag 19 Maart wanneer zij heeft gezien
dat om den put grooter te maken (wegens
den toevloed van volk dat om water kwam)
een gedeelte van de berm was weggeno
men waarop de Verschijning naar zij
zegt stond wanneer zij naar de bron
werd geleid. Het is een bron die er sedert
jaren is. Ook te Lourdes werd geen bron
geschapener staat vast dat die min
of meer verdoken reeds liep nabij Mas
sabielle
In voorbereiding van het Heilig jqar
te Rome werd overgegaan tot den schoon
maak van aile kerken en openbare
bouwen. Hier ziet men drie vyc
aan 't opknappen van het stap
St Jan Latraan dat prijkt aSCU&"
gevel der Basiliek te Rome.
tingen dit beeld heeft., ko-U
als men de verhoudn
die er aan werken.
vereiscWen
Gebru^^dlg.
Wyppelier-Taff' aBCVt"
<nsKMBSBasE®a!^®vn'met Veeten).
Professor Einstein is een Duitsch ge
leerde gekend onder meer om zijn schrij
ven en streven tegen den oorlog. Hij miek
zich in Duitschland veel vijanden. On
langs reisde hij af naar Amerika en ging
er eene reeks voordrachten houden om
zijne theorien uiteen te zetten. Mid
delerwijl kwam Hitier aan het bewind
en Professor Einstein die met dit schrik
bewind niet akkoord gaat, wil naar
Duitschland niet terug zoolang Hitier de
baas is. Men ziet hier Professor Einstein
uit de boot stappend te Antwerpen, waar
hij tijdelijk zal verblijven.
Voor het oogenblik verblijft hij met
zijne vrouw te Den Haan-aan-Zee «n
verklaarde niet naar Duitschland terug
te keeren zoolang zijn geloofsgenootea
de Joden vervolgd worden.