Herwording 1670.Y PRES 1931 Plechtige Inhuldiging van den DE CEUNINCK, SLECHT ZIEN GLAZEN PUNKTAL ZEISS AANBESTEDINGEN als Pastoor te Nieuwkapelle, op Zondag 29 Oktober 1933. VERVOLG DER OPSCHRIFTEN Bij Louise Burgraeve: Ik wensch U, Heer Pastoor, alhier Een vredig, heilzaam wijs bestier. Bij Cyriel Dehouck: Hier woont Cyriel DehouÖfe, Die maakt de wegen kloêlj. Waar leder moet opgaan. |j' Maak Herder lief, ook Gij Voor ons, vast, klaar, erv.YrlJ De schoone Hemelbaan! Aan de kerjft Hier maakt me» wit, wat zwart was, Hiér maakt men goed, wat slecht was, Mocht Gij, o Priester Gods, de kranke ziel, döor uwen zegen, Gelouterd in dit huis, voor eeuwig leiden [op Gods wegen. Bij Alois Dejaeglier: Aloys De Jaegher-Vandenafneele Valt 't geluk hen nu ten deele Te wenschen, hunnen nieuwen Herder, ve- [le jaren Van geluk, bij de brave Nieuwkapellena- [ren. Bij Jozef Verhoest: Welkom Herder, en lees verder, Ik ben bakker, maar geen pakker. 'k Geve gaarne ieders deel. 'k Bak geen gruis, maar 't echte meel. Geloof ge 't niet, mijn waarde Heer, Kom dan maar bin' en proef ne keer. En zonder wederleggen Zult Gij mij dan wel zeggen Jozef, dat alles smaakt mij naar den trog 't Smaakt om vele. 't Smaakt om nog. Bij Romanie Vandenberghe: 't Is voor U, mijn nieuwen Heere, Da'k mijn winkeltje pareere, Voor uw goestjes wil niet verre loopen, Bij Romanie kunt g'alles koopen. Bij Jules Cristiaens: Al zijn zoo oud en stram ons leden, Ons hart is Jong, den dag van heden, En wenschen onzen nieuwen Hier, Een vreedzaam, heilvol lang bestier! Bij Sidonie Deman: Mochte het den Heere behagen, Dat ik U, het offer op zag dragen, In de misse op 't Altaar, 't Is mijn beste wensch, voorwaar! Bij Wed. Augusta Elewaut: Welkom Herder lief, in ons Gemeentje, 't Is een goed en braaf, al is 't een kleentje, Leef in vreê en zonder smerte, 't Is mijn wensch uit ganscher hertel Bij Jules Broucke: Heer Pastoor, wij wenschen U, lijk leder- teen, Welkom in ons dorp, bij groot en kleen! Bij Achiel Dehcuck: Welkom, Herder lief! Om te beginnen, Voor den Hemel wil veel zielen winnen, Maar denk soms ook op mij, In 't gure wintertij, Als 't stoveke moet gaan Om worstekes te bra&n Koop uw kolen, bij Achiel Dehouck, 't Zijn de beste van den IJzerhoek. Bij Cvr. Dcvisch: Lijk ik louter, 't ijzer in 't vier Louter Gij thans, de zielen hier En het Smidje wenscht U Herder, ja voor- [waar, Hier een leven, heilzaam goed, tot hon derd jaar Bij Jaak Geuns: Jaak, en vrouw en klnd'ren bieden wel- [gemoed, Hunnen Herder lief, den Welkomsgroet Bij Maurice Verhoest: 'k Ben vandage welgezind, 'k Heb daarom mijn huis gepint, En mijn vrouwe en mijn kind Roepen: Herder welbemind, Gij hier goede schapen vindt, Die den Heer in liefde bindt! Bij Emma Boone: Emma Boone, woont hier schoone, Lijk ieder mensch nu, zij ook wenscht U, Van in 't open deuregat, Heer Pastoor, Proficiat! Bij Charles Ghuysse: Charles Ghuysse, Garde-Brigadier, Wenscht zijn Herder welkom thans alhier, Ware 't honderdjarig Fietje hier nog, 't Feestte mede, dat 'k ben zeker toch! Bij Cyr. Claeys: Heil en vrede, uit têr harte. Vrij van kommer, leed en smarte, Wensch ik U, Mijnheer Pastoor! Hebt Gij schrijnwerk noodig, 't kan ge- [beuren, Ook wel schilderwerk aan huis en deuren, Claeys die kan zijn stiel daarvoor! Bij den Koster: Hier huist René Declerck, De' koster dezer kerk, Reeds meer dan vijftig jaren, Wou God mij hier, in dienst bewaren; Vijf Pastoors diende ik getrouw, Met zang en spel in 't Godsgebouw; Ik deed het al tot Godes eere, En mocht behagen het den Heere, Dat 'k dienen mag al in zijn weuning, Mijn nieuwen Herder, Heer De Ceuninck! Bij de Kinders Basyn: Het blij welkom, Weerklinkt alom, Den nieuwen Herder tegen: Wij wenschen Hem, Met blijde stem, Lang leven, heil en zegen Bij Jéróme Claeys: Leve lang, gelukkig en tevrêe In het nieuw gezellig midden meê, Bij August Vandecasteele: Welkom, Eerweerde Heer Pastoor het is 't gebruik van dezen tijd dat men zorgt voor zijn profijt daarom zal ik mij niet geneeren mijn timmerwerk te presenteeren wij moeten ook het volgende wijzen dat men werkt aan genadige prijzen. (Zie vervolg onderaan 4* kolom). Het logisch denken, het vrije spreken zijn kundigheden, die iemand niet zoo maar van zelf in den schoot vallen. Wie ze wenscht te beheerschen, moet ze zich verwerven door ernstige studie, langs den methodlschen weg. Het is er precies mee, als met elk vermogen. Ieder bezit het in kiem, het moet tot ontplooiing gebracht, het moet geschoold worden. Een geldspeler blijft zelden eerlijk. Een vleier heeft een dubbel aange Zicht. REBI beteekent onvoldoende zien - dus groot gevaar voor de oogen. bij middel van goede glazen, goed aangepast, - welk eene weldaad voor uwe oogen, uwe zenuwen. Hoe aangenaam. - Brillen slecht aangepast moe ten verzorgd worden. Versle ten, gebrekkige of gestreep te glazen moeten vervangen worden. voümaakt-juist voldoende voor uwe oogen. - Raadpleging en proef kosteloos! hetmanneke EN TERWIJL 'K MIJN BLIKKEN 'k Zeg het zonder hikken... Naar buiten richt, 'k En kan er niet aan doen, Trek ik een vies gezicht En lach ik... groen! Want 'k stel vast dat 't voor 't oogen- blik weêr al eens extra-zabberweêr is... en da's verre van plezant... maar van nen anderen kant, hebben we niet te klagen, want 't is 't seizoen. Ja, ja, we zitten volop in den Herfst, 't triestigste jaargetijde van de vier. Maar allee, we laten 't aan ons herte niet komen, en stillenkens ons kalender voor dees weke opmaken. Maandag 13 November: St Bricius. Zooveel mans zijn in een man Als hij vreemde talen kan. Dinsdag 14 Novemb.: Ste Philomena. Neem altijd uwen tijd te baat Te vroeg is beter dan te laat. Woensdag 15 November: Ste Eugenia. Als 't hert met tochten is bezeten Het kan noch recht noch reden weten. Donderdag 16 November: Ste Edmea. Elkeen zie op zijn eigen vlek En niet op 's naastens zielgebrek. Vrijdag 17 November: Ste Agiuui. Verdriet en kwelling zijn geschenken Die ons doen aan God gedenken, Zaterdag 18 November: St Eudes. Die wil verkrijgen moet verduren Die wil bezoeten, moet bezuren. Zondag 19 November: Ste Elisabeth. Terwijl een dwaas zijn hersens kwelt Om grooter goed en meerder geld, Zoo leeft een wijze vergenoegd Met wat hem God heeft toegevoegd. ALS DE BOEREN Zich beginnen te roeren Dan gebeuren er vieze toeren Die ons den bek toesnoeren. Dan gebeuren er wonderswaardige dingen Die alle gedacht te boven gingen, Dan gaat men zelfs zoo ver, m'n vrinden ...Lindberghs kindje wèer te vinden. Ja, de boeren hebben 'n groote ver beelding, en vooral die van Snalèves Ste Marie, 'n dorpje ergens in 't Walenland. In 'n familie ginder was er onlangs een onbekend kind opgenomen... en op ze keren dag stelde men vast dat 't kind... Engelsch sprak... en volgens de foto's goed op 't kind van den grooten vlieger Lindbergh trok, dat door de gangsters werd opgelicht... g'herinnert U d'histo- riel... en gansch 't dorp was 't er meê eens dat dat kind, 't zoontje van den grooten Amerikaanschen vlieger moest zijn. En daar deze, met zijn vrouw, juist te Amsterdam verbleef, hadden de pleeg ouders, hem reeds een briefje geschreven, om zijn zoontje te komen halen. Lind bergh is er niet geweest... want 't is nu klaar en duidelijk bewezeh, dat 't zijn spruit niet is. In alle geval, de gazetten hebben w.eér nieuws genoeg gehad voor gedurende 'n paar dagen hunne kolommen te vullen. LANGE JEF en Dikke Miel zjn elec- trciensgeworden. Jef is de baas, en Miel de leerjongen. Jef is bezig de laatste hand te leggen aan 'n installatie, 't Contact staat al op. Hij moet slechts nog twee draden met elkander verbinden, maar in zijne haast heeft hij vergeten welke de positieve en de negatieve pool is. Miel, kom eens hierl En dan? Leg uw vinger daar eens op...! Goed...! Voelt ge niets? Neen, antwoordt Dikke Miel! Ha! roept Jef tevreden uit, ik dacht het wel dat 't deze was... maar raak de andere niet aan... zulle... ge zoudt ge- electrocuteerd zijn. TOEN WE NOG TER SCHOLE GINGEN Leerden we daar schrijven, lezen, zingen En ook nog andere zaken Te lang, om z'U allen wijs te maken, Maar, we leerden er onder andere nog, Dat het was Colombus toch, Die voor 't eerst Amerika heeft gevonden. Hewel nu hebben ze dien man Gelaten in plan... En hem naar den duivel gezonden!... Want z'hebben ontdekt, dat 't Colom bus niet is, die Amerika heeft ontdekt, maar dat hij slechts... ne verloren weg heeft teruggevonden. Spijtig dat de man niet meer leeft, of hij zou, geloof ik, aan de geleerden, die dat beweren, eens goed hun zaligheid geven. Deze houden name lijk staan dat, lang vóór dat Colombus in dit aardsche tranendal, in 't zweet zijns aanschijns, zijnen boterham moest komen verdienen, het dollar- land reeds ontdekt was door de Pheniciërs en door de Chineezen. Zoo vermoordt men de schoone ge- 41, BOTERSTRAAT - IEPER. Tel. 107. (iBMBsaaiHaBaBBsaBsaaaaasEra» EEN GREEP UIT DE VERKEERSONGEVALLEN Te Pondromme werd een wielrijder door een auto verrast en gedood. Te Herentals is een motorrijder op een auto gereden en werd op den slag ge dood. Te 's Gravenbrakel werd een echt paar dat naar een foorkraam stond te kijken door een vrachtwagen verrast. De vrouw werd gedood en de man liep een schedelbreuk op. Te Erps-Kwerps is een motorrijder op een gespan gereden. Een doode en een gekwetste waren het bilan van het on geluk. Te Kinkempois werd een werkman die langs de spoorbaan ging door een trein gevat en vreeselijk vermorzeld. Te Kalmthout werd op de baan het lijk gevonden van een nptorrijder die op een boom moet gereden zijn. Te Moeskroen werd een gespan door een trein verrast. Alles bepaalde zich ge- lukkiglijk tot stoffelijke schade. Te Loozen V.-rd een melkkar door een vrachtauto aangereden. Twee perso nen en het paard werden licht gekwetst. Te Leefdaal botste een motorrijder op een stilstaanden auto en liep erge verwondingen op. IBaBBESa3Z9EaBaaBB3EBSSa3EBa EEN SOCIALISTISCHE ZAK KENROLLER TE DAMPRÉMY Te Dampremy kwam de roode propa gandist die den werkloozensteun moest uitdeelen in het lokaal binnen met een bloedende wonde aan het hoofd al zeg gende dat hij aangevallen werd en zijn geld, dat moest gegeven worden aan de werkloozen, ontstolen was. Bij de politie ontboden, bleek aldra dat het een heele comedie was; immers bij hem vond men het geld terug alsook de briefjes die moesten uitbetaald worden. Vroeger had de man reeds slachtoffer geweest van een diefstal waarbij de cen ten van de werkloozen ook verdwenen; men denkt dat dit ook grove leugen was. (BBBBBBBBBSBBBC JBBBBBBBBBBBB MAN DOOR TREIN GEDOOD BIJ NAMEN In de statie van Frizet, bij Namen, wilde een man uit den trein springen terwijl deze nog voortliep. Ongelukkig lijk kwam de man onder den trein te recht en werd de twee beenen afgereden. Naar een gasthuis overgebracht stierf hij kort nadien. (BIBBBBBHBlBBBBBBBBaBBBBBBBB Bij Cyriel Terrlere en E. Decan: Geachte Herder, proficiat met uw Nieuw- Eerweerde Herder om Gods wille [kapelle als 't u belieft sta hier eens stille bij uw eerste parochiaan weet wel zij houden er straf aan om U hun compliment te zeggen en hun gedachten uit te leggen om U zijn wij welgezind en daarom is ons huis gepint. Bij de Gezusters Devisch: Gegroet, die aan ons hert het woord des [Heeren preeken Gegroet, die aan ons ziel komt 't brood [des Hemels breken Gegroet, de Herder, die zijn lieve scha- [pen al Met vaderlijke zorg ten Hemel leiden zal. Aan het klooster, bij Eerw. Zusters: Weet Gij, o Herder, om 't schaapstal in [te treden Een stond gelijk aan 't schoone Rozen- [kransgetij De lieve Moeder Gods bescherm al uw [schreden De zusters bidden haar en blijven U terzij. Aan de school der Zusters: Goede Herder, welgekomen! Neem uw taak op zonder schroomen Want hier onze prille jeugd Helpt U door gebed en deugd. Mon, zijt ge doof? g'en antwoordt niet op mijne vraag en ik wil bescheid ontvangen. Ik wil mij niet belachelijk maken, met jaren achtereen te loopen en ten slotte opgesmeten te worden als rotte boter, op de markt. Zeg mij kortaf, of ge 't goed meent met mij? Mon kon haar geen ongelijk geven, die vraag te stellen, maar de toon waarop ze sprak, beviel hem niet, des te meer, daar hij voor 't oogenblik slecht geluimd was. Hij antwoordde op denzelfden toon: Waarom zou ik u niet geerne zien en bij u zitten? Dat is een ontwijkend antwoord en ik vraag er een dat mij toelate klaar te zien in onze zaken. Waar wilt ge komen met uwen klaar zien? Ge verstaat mij wel, maar ge speelt den onnoozelaar. Zie hier, wat klaar zien is. Ja of neen, hebt ge trouwen in 't zin ofwel denkt ge eeuwig te vrijen en mij bezig te houden tot ik oude dochter wor de. Ge moet weten dat ik nog andere pij len op mijn boog zitten heb. Ik houd u niet vast, jong. Heere der Heeren! Ze verschoot, daar was ze bij haar woord gepakt. Neen, daar wilde ze niet toekomen. Hem verlaten! neen! dat niet, liever niemand. Met hem zou ze willen 't brood gaan bedelen, liever dan in weelde leven met een anderen. O! dat mocht niet. Haar hert klopte en hare oogen sloegen: Mon, in Gods naam! wat zijt ge toch aardig van avond, nog nooit heb ik u zoo gezien. Versta dan toch recht en reden, 't Is nu twee jaar dat wij verkeeren, bij iedereens wete: gij hebt mij meer dan eens verzekerd, dat de post voor u is en dat uwe moeder naar uwen trouwdag ver- lan-rti Ik ben op mijn drie en twintig en We 'kunnen toch niet blijven loopen. Trouwen doe ik nog niet, meisje; ik ben mijn jong leventje nog niet moê. En waarom hebt ge mij dan zelve gezeid, een paar maanden geleden, dat ge Mengelwerk van 12 November 1933. - Ni' 8. malkaêr te verstaan, want de orgel tuitte en de bas donderde, dat hooren en zien verging. 'k Wil dat die gloeiende orgel in d'helle vloog, hij scheurt mijn hoofd, grolde Mon. Orinda loech en schoof nog nader. Wij zullen hem laten moorelen, ze zullen ons te min afluisteren, fleemde ze want vooraleer te scheiden, moe ten wij nog over ernstige zaken klappen. Mon, zeg mij nu eens recht voor de vuist: ziet ge mij werkelijk geerne? met oprech te meening? Dat was nu zoo botsbollig gevraagd en zoo onverwacht. Ja, in den tijd, hij zag ze geerne, bevenens andere schoone meis jes, misschien meer, om reden zij voor hem waarlijk een beste keuze kon zijn, vermits ze van goed volk was en op een wel-gevulden geldbeugel mocht rekenen, maar zooals ze daar van den avond zat, met haar stoute, wilde, uitlokkende oogen in de zijne en haar losse, uitvallige be wegingen en manieren, foei! hij voelde zich afkeerig van haar. Dat was te veel en hij kende menig arme meisje dat schooner en fijner manieren had dan zij, dat vooral zediger was, of ten minste, zich meer weerhouden hield en min zot- temutsachtig was. Voor zijn geest dreef een lief, zuiver wezentje, insgelijks met de oogen in de zijne, maar zoo zuiver en kinderlijk-een voudig en tezelfder tijde zoo vol bewust zijn van eigenweerde en zoo stralend van eerlijke fierheid. Hij vond behagen in zijne verbeelding en rustte er zoodanig in, dat hij vergat op hare vraag te ant woorden. Ze werd boos; nog eens bestormde haar de achterdocht. Waarom, veronachtzaam de hij haar nu? Zou hij werkelijk zijne gedachten op iemand anders stellen? Mis schien wel op die kwezel-trunte van Bre'e- meersch's! Ja, ja, zoo moest het zijn, van niets en zegt men niet. Ze stootte hem in de zijde en vroeg bitsig: llit ons volk. Voor ons volk. roman door EDWARD VERMEULEN In 1910 bekroond met den I" prijs van Brabant. Mon ontstelde; in 't geweld der leute, fiad hij den braven jongen vergeten en nu stond hij daar vóór hem, bleek en drc :vig en verre weg met zijn hert, ver van al die grove zottigheid, 't Speet hem, zijr goeden maat verwaarloosd te hebben, hij greep hem de hand en sprak innig: Berten, jongen, toch! ge meent dat zeker niet! Toe zet u en maak wat gerucht meê, wij zijn samen gekomen en zullen samen weêrkeeren. Neen, daar was geen klappen aan, Ber ten moest en moest weg, zijn hoofd was te zwaar, neen, werkelijk, hij kon het niet meer uitstaan. Mon las zulk diep ziele-leed ln zijne ecgen, dat hij hem niet langer wilde weêr- houden en Berten was weg, maai' al 't ver- ze u was met den slag ook weg voor Mon. Het spreekwoord zegt: een geluk en een ongeluk komt nooit alleen Even zoo is het met de gedachten, een leutig of droevig gedacht komt ook nooit alleen, maar brengt een heelen zwerm gelijksoor tige gedachten mede. Mon zag zijn maat vertrekken met op recht leed; voortvloeiend uit dat leed, rees het beeld zijner zuster Clara voor zijne oogen, helaas; die zou hem mis schien ook algauw verlaten en verlaten voor altijd. Voor zijn geest verscheen zij ne moeder, die goede teerbeminde moeder, die zooveel voor hare jongens gewrocht en geslaafd had en die hij ook zoo lief had. Waarom moest moeder nu ziek Worden, nog zoo jong? O! moest ze een sterven!...

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1933 | | pagina 6