Herwording
De Verkiezingen in Spanje
NOVEMBER - SLACHTMAAND
DECEMBER - WINTERMAAND
AAN
BELGIE'S BESTEN RENNER
VROUWENHOEKJE
HETMANNEKE
A\AAN
DE PASSIESPELEN
TE OBER-AMMERGAU
Gebruikt Chicorei
Wyppelier-Taffin, 't is de beste.
IBIQBIBBSSBI&BBBBBBBMBBflBIlBBÜSBBB
26 Z 25* en laatste Zondag na Sinksen,
H. Joannes Berchmans.
27 M H, Petrus van Alexandrië. H. Alber-
tus van Luik.
28 D H. Acarius.
29 W H. Saturninus.
30 D H. Andreas.
1 V H. Eligius.
2 Z H. Bibiana. Z. Joannes v. Ruysbr.
liefd op waren, t Ts de modernen tijd!...
Toen ik vijf en twintig jaar was, dierf
ik nog maar met moeite 'n scheel cogs-
ken naar Marenta toe werpen... en 'k
beklage niét zoolang gewacht te hebben...
ne mensch zit zoo al vroeg genoeg in de
miserie
Hewel dus die twee jonge verliefden
waren aan 't duelleeren met den sabel,
met 't gevolg dat d'eene zijn oog kwijt
geraakte en d'andere zijn oor op 't veld
zag rollen... met 't gevolg dat 't meisje,
als ze hen in zoo ne staat terug zag,
verklaarde, geen goesting te hebben, te
vrijen noch met 'n éénoogige noch met
'n éénoorige!
Offert U dan op!
SIS KAPUIT was ne wildstrooper eer
ste klasse en schoot al wat er hem on
der de handen kwam. Maar Sis ging
nu ne keer te biechten en als de pas
toor hem vroeg of hij nog stroopte, ant-
Avoordde Sisse
Ja, meneer de paster, al naar de
kerk te komen heb ik nog eenen afge-
lapt.
En wat hebt ge er meê gedaan?
Ik heb hem bij Nantje in den Vlie
genden Dragonder gelegd.
Sisse kreeg 100 Onze Vaders voor zijn
penetentie, en terwijl hij die aan 't le
zen was, zond de pastoor al rap den
koster om den haas bij Nantje.
Een maand of drie later, kwam Sis
Kapuit meneer de pastoor eens opzoeken.
-r Meneer de paster, ik ga trouwen,
zei Sisse.,.:
Dat is goed, zei de pastoor, en
met. wie?
Ah! mijnheer de paster, zei Sisse,
dat zeg ik U niet, ge zijt me eens te slim
geweest met dien- haas!
EEN FRANSCHMAN, FEL GELEERD
Heeft onlangs beweerd,
Heel verbolgen
En zuur
Dat hij de wetten der natuur
Niet meer wil volgen.
Volgens dien geleerden type, is de na
tuur niet goed geregeld, en d'r moeten
verbeteringen worden aangebracht... die
hij gaat verwezenlijken! In den winter
is 't te koud! verklaart hij; in den zo
mer te warm, en 't regent te veel of te
weinig naar zijn goesting. En hij. heeft
een systeem uitgevonden om daaraan te
verhelpen. Onder d'oceanen gaat hij over-
groote ovens, aanbrengen... om 't zeewa
ter te verwarmen in den winter... en
ijskasten om 't te doen bevriezen. Om
't te doen. regenen zal hij dan fel sto
ken... zoo Zal 't water verdampen... en
zal hij regen hebben als hij wil! Regent
het te veel, dan zal hij 't zeewater doen
bevriezen
Slim zijn is toch maar ne weet... en
in Geel zijn er nog plaatsen beschikbaar!
DAT STELEN 'N ZONDE IS,
Dat weet gewis
Toch iedereen
Zoo groot als kleen
Maar de «Floups» hebben, bij m'n leven
Den «diefstal» tot 'n «godsdienst» ver-
heven.
De Floupsis 'n volksstam van 't
noorden van Amerika, wiens bijzonder
ste bezigheid bestaat in 't pikken, den
eenen van den anderen, en hoe meer ze
kunnen stelen, hoe rapper z'in hunnen
hemel zullen komen. Maar dat wil daar
om niet zeggen dat ze zich zoo maar
laten doen. En zoo komt het dat de man
nen in de stallen moeten slapen bij de
beesten en de vrouwen in de keuken, bij
hun potten en pannen. Want... en 't is
't liêken van alle dagen, ze willen wel,
zooA^eel ze kunnen, profi. toeren van 'n
andermans goed... maar handen af van
't hunne of 't is mis!
Daarom, 'k zeg het U alras
En 't komt hier wel van pas
Zullen de Floups wel ondervinden
Dat k'er met de jaren
Goed meê zullen varen
"n And're godsdienst uit te vinden!
DE ONTDEKKINGSREIZIGER vertel
de:
Zekeren dag, zoo sprak hij, had er
in dat land een formidabele aardbeving
plaats!
Ge had zeker schrik, toen? vroeg er
een klein madammeken.
O! neen, was 't antwoord, de aarde
beefde meer dan ik zelf.
IN DE LAATSTE WEKEN
Hebben we veel hooren spreken
Van de Cubaansche revolutie
't Land was in volle... ebolutie!
Hewel... 'k ga U zeggen op één, twee, drij
Dat 't de schuld is van 'n... loterij
Dat er ginder op d'aard en in de lochten
Zoo fel werd gevochten.
Sedert ettelijke jaren was er ginder
een groote loterij ingericht, waarover
nooit 'n klacht werd uitgebracht, tot dat
men tot de vaststelling kwam dat alle
maal de groote loten gewonnen werden
door... de vriendjes van den president
der republiek Cuba: kozijntjes, neefjes,
nichtjes, ministers en... gewezen liefjes.
Dat feit werd stilaan overal bekend
gemaakt, de gemoederen werden aange
hitst... en daar hebt ge 't begin van 't
slot!
Z'HEBBEN den Inventaris opgemaakt
Iets waar men lang reeds over waakt
Van al 't geen men heeft vergeten
In de staties en in de treinen
En 't mag 'n mirakel heeten
Van alles vindt g'er bij dozijnen.
Ge vindt daar hoeden, vesten, schoenen,
broeken en juweelen aller aard, uurwer
ken en... gouden trouwringen... en pa
ternosters, wekkers... en houdt U vast...
1496 regenschermen ofte paraplu's. Da,t
kan nog al tellen, hé! Ne paraplu dat
kan iedereen vergeten... maar van waar
komen dan; toch die trouwringen van
daan?
EDWARD YOUNG FLAMER
Zit in 't zottenhuis
Want in zijn bovenkamer
Is 't niet meer pluis.
Wie dat is, Young Plamer? Dat Is de
groot chef van de bende Ku-Klux-KIan
genaamd, waarvan ge over enkele jaren
zeker wel hebt hooren spreken. Den eenen
keer dacht hij dat hij Julius Cesar was,
dan Napoleon, enz... en toen hebben ze
't maar 't voorzichtigste geoordeeld hem
ts New-York in 'n gekkenhuis op te slui
ten... alvorens hem nog eens de gelegen
heid te geven nog zóo'n soort Ku-Kl'ux-
Klan in te richten... die 'n echte moor
denaars- en dievenbende was.
MIJNHEER SNIBBEKENS moest dien
avond nen dieskoers aflappen in de feest
zaal.
Mag ik nog 'n raad geven, vroeg
hem 'n vriend, alvorens gij 't verhoog
bestijgt?
Zeker!
Hewel! als ge zult gedaan hebben
met spreken, moogt ge geen lawaaid ma
ken, en op uw teenen de zaal uitgaan.
En waarom?
Wel... om uw toehoorders niet wak
ker te maken.
AI! MIJ!
'k Heb meelij
Met d'arme Russische honden
Die ze naar 't slachthuis zonden
Om er, in reepen,
Hun vel af te streepen.
Ja, in Rusland zijn er twee millioen
groote honden ter dood veroordeeld, om
dat hunne huiden dienen moeten voor 't
vervaardigen van kleederen voor de mi
litairen. Is 't niet schandalig! En d'r is
niks aan te weêrspreken. Al de lieve toe-
toekens. die 'n zekere bepaalde grootte
hebben... moeten er hun vel bij laten.
En als de oogstzoo nog niet voldoen
de Is... dan komen er achterop, de kat
ten bij.
Wat mogen de hond en de kat van ons
tante Katrien gelukkig zijn, dat ze bij
de sovjetten niet 'n zitten.
EN HIER 'n nieuws dat U planzier zal
doen. Z'hebben 'n nieuw serum ontdekt,
tegen de slaapziekte. Z'hebben 't al be
proefd op apen en metteko's, en 't heeft
goede uitslagen geleverd.
Stuur maar alras 'n dozijn van die fiesch-
Aan uw lezers en uw lezeresjes [jes
En zeg hun, dat het goed zou wezen
Dat ze, alvorens z'uw epistel lezen,
Een beetje van dat serumnamen
Zoo zullen ze dan allen samen
Niet door de slaapziekte worden aangetast
'k Zeg U dat, omdat het past.
Ge hebt het geraden, beste lezers en
alderliefste lezereskens, 't is m'n weder
helft Marenta die mij met die vleiende
woorden begroet. Enfin... voor ne keer
kan ze wel de waarheid zeggen.
IK HEB niet gaarne dat gij het
biljet zoo nauwkeurig onderzoekt, a's ik
U betaal met 'n briefje van duizend frank.
Maar, mijnheer, het briefje moest
eens valsch zijn!
Juist daarom!
't Manneken uit de Maan.
iBBBBHBflBBBBHBBHBBHBtiQaKBiflPB
Wil nooit iets leveren, dat .op dat oogen
blik ligt buiten de grenzen van uw kun
nen.
De klip. waarop vele handelsreizigers
en specialiteitsverkoopers stranden, is. die
der verstrooidheid en slordigheid, met
andere woorden: gebrek aan grondigheid.
Tast nooit den persoon aan, omdat gij
het niet eens zijt met:zijn meening.
IBBflBflBBBBflBBXBBBBEBSVSBBBBii
HEUSCH
En. ongelogen
't Is AA'eêr eens m'n neus
Voorbijgevlogen
Wf.t?.:. ge moet er niet. naar \Tagen
Ge'weet dat er over enkele dagen.
(Iets waar 'k op te loeren zat)
Een groote tombola heeft plaats gehad.
Waarbij er, vrienden ëii vriendinnen,
2 Loten van 5 millioen waren te winnen.
En dan nog een stuk of 10 loten van
1 millioen daarbij! Dat maakt dus dat,
vanaf verleden rveek, ons land 'n twin
tigtal millionnairs meer telt... en, 'k zeg
't U tot mijn spijt, 'k en ben er Aveèr
net bij... maar, enfin, 't en kan ons niet
meer geneeren, Avant we zijn er toch al
danig aan gewend.
'k Geloof dat ze later, in de geschie
denis, ons tijdstip zullen noemen: de
eeuw van de millioenentrombola's en
dan zullen onze achterkleinkinderen zich
eens duchtig kwaad maken op ons, hun
ne voorvaderen, omdat we 't geluk niet
gehad hebben, de centen binnen te pal
men... ten hunnen voordeele.
Moest ik zoo'n rond sommetje gewon
nen hebben, 'k weet wel wat ik er meê
deê. 'k Pakte slt-o sito 'n vliegmasjien in
Evere, en liet me voeren ergens naar 'n
eenzaam Avilde streek, ver, heel ver van
hier, want, volgens de gazetten schrij
ven, staat Europa weêr eens op een vuur
berg, die den eenen-of den anderen dag,
toch tot uitbarsting komt... en gelukkig,
dan, zij, die 't gebulder niet zullen hoo
ren.
In afwachting, zullen we maar voort
gaan met wat we gewend waren te doen,
en waar we ons 't best meê bevonden.
Namelijk, moet ge weten.
Goed werken,
En ook goed eten
Om ons te sterken
'n Pintje pakken op tijd en stond
Om flink te blijven en gezond
Van tijd tot tijd 'n pijpke smooren
Om de vreugd' nog aan te sporen.
En voor de rest, profitseren geAvis
Van 't geen er te profiteeren is.
DIT gezegd hebbende, zullen we maar
overgaan tot 't opmaken van onzen ka
lender van decs weke en ervan profitee
ren U enkele waarheden te preeken on
der vorm van spreuken en spreekwoorden.
Maandag 27 November: St Acarius.
Die altoos verdraagt en zwijgt
Overwint eens, en verkrijgt.
Dinsdag 28 November: St Ruse,
Boom-en die men veel verplant
Komen nooit in goeden stand.
Woensdag 29 Nov.: St Saturnijn.
"t Is verkeerd een wolf te nocdea
Om een andren wolf te dooden.
Donderdag 30 November: St Andreas.
Wie speelt met pek
Die krijgt een vlek.
Vrijdag 1 December: St Eiigius.
Vette keuken, op het end
Maakt een mager testament.
Zaterdag 2 December: St Ribianus.
Een honingtong, een hart vol gal
Die vindt men doorgaans overal
Zondag 3 December: Advent.
De rust van 't onbevlekt gemoed
Dien kostbren schat op aarde
Verwerft hij, die naar kracht en waarde
Den lieven vreê, steeds bloeien doet,
Hij sticht, zooveel 't hem is gegeven
Een paradijs, in 't aardsche dal.
En proeft de vreugd reeds in dit leven
Die d'eeuwigheid, hem schenken zal.
'T IS EEN FEIT
Dat in dezen harden tijd
De crisis zich overal laat gevoelen
En dat 't gewis
Niet enkel bij ons 'n is
Dat men daarvoor trekt... vieze smoelen.
Waar dat z'er ook verre van goed voor
zitten dat is in Turkije. En 't is daarom
dat men daar tot 't besluit gekomen is,
de veelwijverij af te schaffen... en zoo
komt het, dat voortaan de pachas en
andere rijke sloebers, zich ginder zullen
moeten tevreden stellen met het onder
houden van één enkele vrouw, zooals dat
ten and-ere, in al de beschaafde landen
van de wereld 't geval is. Maar 't schijnt
dat ze heel tevreden zijn met hun lot...
want daarmeè hebben ze nen lieelen hoop
schoonmoeders minder op hunnen kazak,
en 't een is wel 't ander waard!
VAN TURKIJE steken we over naar
Hongarije... 't is maar 'n stapken...
En daar
Zien we 'n paar
Snotjongens van vijftien jaar
Die, met veel misbaar.
Fijn
Aan 't duelleeren zijn.
Ja, in Hongarije zijn er onlangs twee
kadeeën van vijftien jaar, in tweege
vecht uitgekomen, om te zien Avie 't meisje
zou gehad hebben... waar ze allebei ver-
«BBBBBBBBBBSBBBBBBBBBBBBBtlBB
Mengelwerk van 26 November. Sr 10.
Trofee die zal aangeboden worden aan
Schepers als zijnde de beste Belgische
van het verloopen seizoen.
ONZE UITVOER NAAR FRANKRIJK
Ten gevolge van de kontingenteering, is
de invoer in Frankrijk van' volgende pro-
dukten uit Belgie, tot nadere mededeeling
volkomen stilgelegd
Hoefijzer en hoefstaal, dat nog geen be
werking ondergaan heeft, proef- en de
monstratie-toestellen meetkundige- en
andere toestellen, met recht,streeksche le
zing, kaolin, haren hóeden, Wollen hoeden
en vilthoeden, met uitzondering van de
bolhoedenlederen damesschoenen en
zoogenaamd papier a la mécanique dat
meer dan 35 grammen weegt.
ALOIS LANG,
die de rol van Christus zal uitbeelden.
Ter uitzondering zullen ook in 1934 in
het kleine Zuid-Beyersche plaatsje Ober-
Ammergau de wereldberoemde Passiespe
len plaats vinden (in gewonen tijd ge
schiedt het slechts om de 10 jaar). In 1934
zullen het Jubileum-spelen zijn, omdat
men dan de 300" verjaring wil herdenken
van de verlossing van de plaats van een
gruwelijken hongersnood. De spelers voor
1934 Averden nu aangeduid. Reeds vroeg in
den morgen had zich op de markt, een
groote menschenmenigte verzameld, die
druk de kansen der verschillende - kandi
daten voor de hoofdrollen bespraken. De
gebruikelijke godsdienstplechtigheid, die
aan de keuze vooraf gaat, werd gehouden
in het bijzijn Van ongeveer de geheels be
volking. Na afloop kwam de gemeente
raad in een geheime zitting pp het raad
huis bijeen. Nadat geruimen tijd verga
derd was, werden de noornaamste uitsla
gen der bespreking voor het stadhuis aan
geplakt. De hoofdrollen zijn als volgt ver
deeld Christus wordt uitgebeeld door
Alois Lang, de proloog wordt geleid door
Anton Lang en het koor door Guido Die-
mer.
Behalve voor de Judas-, Johannes- en
Magdalena«rol zijn voor alle overige
hoofdrollen dezelfde spelers gekozen als
in 1930 en zooals men ziet is de hoofdrol
weer toebedeeld aan een lid der familie
Lang die ze sinds 75 jaar reeds vervulde.
Aanstaande jaar zal de welbekende fir
ma Kosmos-Toerisme met zijn prach
tige Luxe-autocars verscheidene afreizen
ondernemen naar Obcr-Ammergau.
U, mannen, noodig Ik uit, om met mij, In
den Krekel wat groote kaven te ledigen,
om 't stof weg -te spoelen; dat heb ik be
loofd en ik houd woord. Is 't zoo aan-
veerd?
Ja, ja, zeker, boer riepen de twee
daghuurmans en twee der werkvrouwen,
maar de twee dweersdrijvers bleven stom
als visschen.
Den Zondag namiddag vond Mon zijn
volk, op gestelde uur in den Krekel en
hij was er blijde om, want in 't begin was
hij beschaamd, om de loensche blikken,
die de gebuurs op hem sloegen en om de
voorzichtige, bedekte zinspelingen, die ze
zich lieten ontsnappen, aangaande zijn
uitval van verleden Zondag.
Maar hij had zich wel bedacht en was
vast besloten, alles te verdragen, liever
dan aan iemand een hard woord te ge
ven. In' den beginne hield hij zich met
zijne twee werkmans bezig maar langer-
hand, klapte hij t'hoop-waart-in en, liet
er iemand eenespotternij ontvallen, hij
raapte ze lachend op en heel 't gezelschap
loech meê.'
't En duurde geenen tijd, of hij had al
de gebuurs betooverd en ze wensc-hten
hem geluk, aan de klauwen van den
schaapboers dochter ontsnapt te zijn,
Mon sprak bedaard:
Bah, ze is altijd zooveel weerd als ik
en zal gemakkelijk mijn weêrgade krij
gen. Wij hebben alle twee gemist.
Daarmeê won hij nog meer de herten
met die eenvoudige bekentenis zijner
schuld en 't ging er zoo veel te hertelijker
en te losser can.
Hoor;, boer, sprak 't oud koeierke
van Brabandt's: Ik ben een oude vent,
die veel gehoord en gezien heb en vele
menschen ken, hewel, ik zeg u dat ge van
geluk moogt spreken, die boerentuit .ont-
loopen te zijn. Vooreerst, ge moet me dat
laten zeggen: gij, ge zijt wat oploopend,
maar zij nog veel meer; ge zijt gij een
Rertelijke, voldoende fcerel met iedereen
ger op. om te toonen dat hij ook zijn
steke stond en dat deed hun deugd.
Ze zagen het en van den boer gingen
hunne blikken naar de blauwe lucht en
de brandende zon en 't klare Westen, dat
nog veel schoone dagen beloofde. Ze
schudden met een snak de vermoeidheid
van hun lijf en hun herte zong meê, al
pikken, met de vliegende, piepende, zin
gende vogels, die het stuk door wareer-
den. Ze lieten Padot vijlen en zagen,
maar eens dat hij wat al te luid tusschen
de tanden ruide: De boer kan Zon
dag zijn bi-er aan de kalvers geven,
hoorde het Mon en in hem kwam de doen
de droeverik w-eêr boven. Hij voelde zich
betin-teld om 't ander volk ten koste van
Padot te doen lachen en riep grètend:
Heidaar, Padot, wat korter-af zulle,
of ge vernestelt in de stoppels!
De pikkers loechen dat ze schudden,
want de opmerking van den haas was ge
grond, maar Padot was gloeiende kwaad,
hij snakte zich half om, stak dreigend
den haak naar Mon uit en briesclite:
'k Zal u ook wel eens doen vernes
telen, vogel!
Mon Arist wel waar Padot heen wilde,
doch vergenoegde zich met luidkeels te la
chen en li-et de bedreiging vallen.
Padot had den schimp erg opgenomen
en zijn kwade geest was daar, om de
wonde open te houden en venijnig te ma
ken.
Van heel de week sprak hij geen woord
meer, noch tegen den boer, noch tegen
het. ander volk, tenzij in 't stille met
Trientje Sanders, maar als zijne oogen op
Mon vielten, ze laaiden en. brandden.
Den Zaterdag-avond, toen heel de ben
de van 't stuk naar huis trok, sprak Mon
tot zijn volk:
G'hebt allen uw best gedaan, nog
eene week als deze en heel 't boeltje is
gaan vliegen. Vrouwvolk, ik noodig u uit
om, op morgen namiddag, met moedor en
Clara, een potje koffie te nemen op 't bof.
Uit ons volk. Voor ons volk.
roman door
EDWARD VERMEULEN
In 1910
bekroond met den 1" prijs van Brabant.
De zonne glariede en blakerde en roos
terde den rug der pikkers, die een heele
donker-roode streep vertoonde in de
spleet van hun hemde en hun hals was
zwart gebrand en hong dik-vol rogge
baarden in 't vet ZAveet gelijmd: ze gin
gen maar altijd voort en daar achter het
vrouwvolk, met den neus tegen den grond,
aan 't binden, ofwel te vluchte aan hot
toedragen.
Soms rechtten de pikkers zich voor een
stond. voorzichtig, een weinig t'eenegaar
en dat ging lastig, met hard gesteen en
dan staken ze even de ellebogen naar
malkaar, al achter, om het ventje veeg
te jagen, dat schereling op hunne leên
zat en zoo hard peerdje reed en dan:
n'Zing! de wetsteen over de sneê en de
snee langs den pikhaaksteert en weerom
slagwater de pikke door 't ruischende
strooi gesaveld.
Mon was in zijn weer en 't volk meteen,
uitgenomen de twee koppigaards, die buk
ten en zwegen, tenzij als ze huns getween
alleen waren.
Voor 't ander volk was Mon weërom de
god der bende, de ruwe maar hertelijke
kerel, de kluchtige meêwroetcr en de vol
doende baas en als ze zich oprechtten,
was hun eerste blik voor hem, snuisterend
of hij het zag, hoe ze wrochten en pug-
den en zweetten en ja, Mon zag het en
hij sprak aanmoedigend een goed woord:,
hij veegde 't zweet uit zijne oogen en
tavelde zijne hemdemouwen nog wat boo-