VADER
INHULDIGINGSFEESTEN van het BELFORT TE IEPER
DE NOOD VAN ONZE TIJD
De Zaak STAVISKY
Gesprongen
honden
PUIt®L
TE 0NKERZELE
De Begrafenis van Z.E.H. BLANCKE, te Kortemark
i WEEKBLAD: 35 ^M-r,rwr» L m31. JAAR. Nr 4
VADERSTEM
KIND
KINDERSTEM
met de aanstaande Sinxendagen
-l
fP ®IH;10
I *;v-
Bf'
POLITIEKE KRONIEK
MANDCH0EK0E0
KEIZERRIJK
Belgische fabriek van
Chicorei Wyppelier-Taffin.
IEBB9BBflBBflBflBBHBBflBBE32güK3SB
KEIZERLIJK
GEBOORTEKAARTJE
TALRIJKE AANHOUDINGEN. WOELIGE BETOOGINGEN.
DOSSIERS VERDWENEN. DE REGEERING CHAUTEMPS
VOOR EEN HEET VUUR. DE KAMER GELIJKT OP EEN
KLAS WAAR DE MEESTER GEEN GEZAG HEEFT.
SAN5EN-VANNESTE
KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD
TARIEF VOOR BERICHTE!!;
Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum) 4,00 Ir.
2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur.
Berichten op 1* bh per regel 2,50 fr.
Berichten op 2* bi. per regel 1,75 fr.
Berichten op 3* bl. per regel 1.50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7,00 fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanraag.
Annoncen zijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden worden. - Kleine
berichten tegen den Vrijdag noen.
23 JANUARI 1S34.,
Daar stond bij den stroom de
volksmissionaris zonder predikstoel,
daar weerklonk zijn harde stem ge
vormd op de modulatiën der winden
in de woestijn.
Hij prak retraiten, de man die geen
diploma droeg, noch letters achter
zijn naam. Hij was in geen Prinsen
hof. Daar stond geen pastorie om
trent, met. een stage op en een serre
er nevens. Hij was niet versch ge
schoren. Zijn rokket was er eentje
uit kemelhaar... zonder kantjes. Hij
zeide elk zijn zaligheid en vleide nie
mand.
En toch had hij bijval. Velen zwe
gen, luisterden en volgden hem.
Hij had zijn zending goed voorbe
reid. Als men God in zijn herte draagt
is het nergens een woestijn. Beter
dan in een tempel had hij Gods on
meetbaarheid gevoeld en zijn eigen
nietigheid. En in zijn woestenij had
hij schooner gebeden dan in een
klooster, zijn morgen- en avondge
bed, geïnspireerd en liturgisch, den
Magnificat en den Benedictus, den
duo geleerd aan de bron. Het ééne
Moeders lievelingsgebed, het andere
Vaders schoonste.
Nog schooner dan deze ingegeven
kantieken zal God zelf van uit den
hooge een solo aanheffen zijn Zoon
ter eere en den Voorlooper tot stich
ting.
Het heelal luistert.
De eenige, voor wien de Vader in
den loop der tijden zoo spreken zal,
staat tot aan zijn knieën in 't water.
De engelen vliegen op en neer. Het
water weerhoudt zijn geklots. Heel de
natuur heeft niets om zulk een stem
te begeleiden. De Vaderliefde is te
groot, het moet er uit: Deze is mijn
welbeminde Zoon, in wien ik al mijn
behagen stel.
Wie heeft ooit zulk een boodschap
gehoord? De Vader legt den klem
toon op elkeen dier woorden. Hoe zoet
klinken ze in de ooren van den Doo-
peling. Hoe aangenaam in de ooren
van den Dooper. Zijn bloed vloeide
dapperder in zijn aderen dan 't wa
ter binnen de oevers van den stroom.
Wie kent sinds langer en beter dien
Zoon dan de Vader! Zulk een offi-
cieele erkenning zal den Voorlooper
niet doen missen, als hij met den
vinger wijzen zal naar den Messias:
Ziedaar het lam Gods.
De Zoon heeft in dat liefde-accent
al de teederheid van het Vaderhart ge
voeld en daardoor was Hij versterkt om
dien Vader te gaan zoeken en Hem
alleen te vinden, veertig dagen lang,
in de eenzaamheid der woestijn, het
land waaruit men immer grooter
weerekeert.
En wanneer de duivel komen zal
met de verleidelijke stem, de woor
den: «Deze is mijn welbeminden
Zoon 2>, zullen nog aanlokkelijker en
sterker ruischen aan t oor van den
Lieveling. Wie zulke stem hoorde van
boven luistert niet naar de sirenen
van den poel.
Op den Thabor zullen ze uit de
vuurwolk der verheerlijking opnieuw
luiden dezelfde woorden: «Deze is
mijn welbeminde Zoon In afwach
ting dat ze in de openbaring der
glorie onophoudelijk worden her
haald.
T'ende elke vloeit een Jor-
daan, iedere ^dopvont is een Thabor
OP 21 JANUARI
Dezelfde stem weergalmt telkens met
eep /.elfde liefde: Deze is mijn wel
aeminde Zoon.Zegt u dat niets?
Wij zijn geen voorloopers lijk Joan
nes, we zijn maar achterloopers. En
toch. In dezelfde liefde-armen sluit
de Vader zijn nieuw kind bij den
oudsten Broeder, die niet jaloersch
is, integendeel. En zoo weet de we
reld of liever, ze weet het niet
dat de Vader ons bemint gelijk Hij
zijn eigen Zoon lief heeft. En van
dien oogenblik af zal Vader dat kind
uit het oog niet verliezen, Hij zal er
op staan kijken als het speelt, als het
eet, als het slaapt. Ook als het rustig
slaapt kan een minnende vader zijn
wichtje zwijgend bekijken, en soms
lang. De Vader zal dit op zijn armen
dragen, als had Hij maar dat enkele,
In heel de wereld.
Kindje slaap zacht, vrees niet, Va
der zorgt voor dekking en voedsel,
Hij die nog geen vogeljong laat zon
der broodkruimels en pluimen. Vrees
niet kind, geen haartje van uw
hoofdje zal vallen, al hebt ge er nog
niet veel. Gij zijt rijk, zoo rijk als
Vader, en voor 't geluk werdt ge in
de wieg gelegd. De sterren die boven
u pinkelen zijn de uwe; de uwe, de
engelen die om u zweven. Kind van
den huize, Vaders keppe. Maar hoe
kan het zijn als gij bij den Jordaan
die stem hebt gehoord: «Deze is mijn
welbeminde Zoondat gij nog een
andere stem kunt schooner vinden,
een sireen uit den hellepoel? Hoe kan
het zijn, dat gij ontziet om u af te
zonderen in de woestijn om Vader
te gaan zoeken totdat ge Hem vindt
voor goed en juicht: «Deze is mijn
welbeminde Vader in wien ik al mijn
behagen stel. Zoo een goê Vader. Er
zullen nooit geen zulke meer komen.».
A
Een priester stelde de vraag aan de
schoolkinderen: Wat is God? Allen
staken hun vinger op. De eene na de
andere antwoordde: De Schepper,
Heer en Regeerder enz...
Telkens schudhoofdde de leeraar.
Maar Mijnheer... het staat in
den Catechismus.
Ja, kinders, God is de Schepper,
Heer en Regeerder; maar Hij is dat
ook voor de geraniums aan de ven
sterbank, zegt mij, voor U zijn lie
velingen, wat is Hij meer? Doet uw
boek toe en luistert naar uw hert?
Een poos stilte. Een fijnhelder stem
metje ging op. Simonnetje... het moet
nog Bamesse zijn eer het 9 jaar vol is.
God is onze Vader
Al de punten, kind, spijtig dat
ik er niet meer mag geven.
Proficiat! zoo nare familie van
God. En zijt ge niet blij?
Van uit den hemel komt een zwaar-
(Zie verve"; cr-.deraan 2« k lom.)
In gure koude, onder een zuren hemel,
is er bij grot en kapel Zondag nog een
heeien dag gebed-en en Maria gelocfdfl In
de kerk waren de stoelen weggenomen en
tot op straat stond het volk te bidden. De
H. Communie werd uitgereikt den gehee-
len morgen. De Missen volgen elkaar op
van bij dauw tot dacht bij den middag.
Bedevaarten uit alle hoeken van het
land. De bedevaartgroep met mejuffrouw
Holtkamp was reeds vóór 10 uur in de
kerk, zij naderde ter H. Tafel met vele
andere pelgrims, en hoorde twee gezongen
H. Missen, vervolgens naar de kapel er
bidt en zingt in de omliggende straten een
menigte van wel 15.000 bedevaarders met
haar mee.
Driemaal vertoont zij de gewone tee-
kens, ditmaal echter korteren tijd.
Een zieke beneden bij de grot zet het
Angelus in.
In stil dankgebed naar de kerk.
Omtrent 's morgens bij de kapel ver
klaarde juffr. Holtkamp dat er eerst een
iioht verscheen, dan in het licht Onze
Lieve Vrouw, met streng gelaat, gekleed
aooals altijdwit kleed met plooikens, roe
den mantel, witte vool en gouden bande
kens omheen den vool op het hoofd.
Onze lieve Vrouw zeide:
Kind, bid, bid toch
Dan is ze plots verdwenen.
Een tijdje nadien tijdens de gebeden is,
zeide zij, O. L. Vrouw weergekomsn, in
eens, weer met streng gelaat, Ze heeft niet
gesproken. Ze is toen verdwenen en is dan
voor de derde maal teruggekomen, met
even streng gelaat op haar en allen toe
ziende.
Orsza Lieve Vrouw is de derde maal re
gelrecht naar omhoog gegaan en heeft
ditmaal geen aegen gegeven; ook de- vo
rige leeeren dezen morgen heeft zij niet
gezegend, zeide juffr. Holtkamp.
's Namiddags werd er gebeden in de
Kerk, den biddend weer haar de kapel ge
gaan. Bij de kapel wordit lang, innig, en
vurig gebeden. Drie rozenhoedjes voor ver
schillende intenties, het grootste gedeelte
der rozenhoedjes werd door juffr. Holt-
kam-p zelf voorgebeden. Dan wordt er ver
der gebeden voor den Heiligen Vader, voor
de priesters, voor de -bekaering der zon
daars, enz., een der pelgrims bdt met het
volk voor de intenties van juffrouw Holt
kamp. Zijzelve bidt onder andere nog voor
Omer Er.em.an uit Etikhove en voor Van-
decbi oucke uit Olsene.
Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen
wordt met eein felle klank van ontroering
door geheel de menigte gezongen. Maar er
zijn geen teekens van den staat van ver
rukking bij juffrouw Holtkamj, er is geen
verschijning hij de kapel hoezeer zij er
ook schijnt op te wachten en naar te ver
langen.
Zij schreit van ontgoocheling, en be
dwingt zich dan weer. Zj bidt om vergif
fenis voor haar schreden.
Tocht in gebed naar de kerk. Op het
einde van het lof, wanneer het Heilig Sa-
krament is uitgesteld, de gewone teekens
van verrukking. En een tweede maal ter
wijl na het Onze Lieve Vrouw van Vlaan
deren door de dichte menigte onder de
kerkgiewelven het Ave Maria uit het volks
lied van Lourdes waren weergalmd.
Zij verklaarde dat de eerste ïöaartin de
berk) Onze Lieve Vrouw haar weaer ver
scheen zooals op 6 Januari met kroon om
heen haar hoofd heel kleine rozekens, zil
verig lichtend als diamanten. En haar
zeide: Wees hier den dag toegewijd aan
mijn Zoon. Wees moedig. Ik zal u be
schermen En dat Onze Lieve Vrouw dan
heel traag de menigte heeft gezegend
(men had haar inderdaad, het groot en
traag gebaar van den zegen zien maken en
het volk in dolheid had. méde het toeken
<ies kruises gemaakt) on Onze Lieve
Vrouw verzwond achter het altaar, lange
Oen Evangeliekant.
Bi, tweede verschijning in de kerk
zegi zij dat Jezus' doornenkroon verscheen
in vurig licht. Zij beschrijft deze doornen
kroon als een groote helm van doornen,
een kroon als daarop liggend, de doornen
zeer lang en bruin.
HÜÉP"
leper ïs int zijn pinnen verrezen, prachtiger dan voorheen, en wil deze gebeurtenis op waardige wiize vieren.
Groolsche feestelijkheden zullen te dezer gelegenheid plaats hebben op de aanstaande Sinxendagen en de Koninklijke
Familie zal deze met zijne tegenwoordigheid komen vereeren. Eene groote Vlaamsche kermis zal op touw gezet wor
den tusschen de Kathedraal en het Belfort? eene cantate zal uitgevoerd worden; en concerten zulïeh gehouden wor
den. Een dringende oproep is gedaan om de medewerking van alle inwoners te verkrijgen.
lepers' bevolking wil bewijs geven dat zij steeds den roem der voorvaderen hoog houdt en wil volgen.
Hierboven ziet men het thans voltooide Belfort; rechts ernevens de prachtige heropgebouwde St Maartens Kathedraal.
De verklaringen van mejuffrouw Holt
kamp kunnen wij zakelijk en nauwkeurig
met haar eigen woorden als volgt weer
geven:
I. - OMTRENT 'S MORGENS: 1) dan
heb ik opeens licht gezien, niets anders
dan licht in het begin, en dan iin het licht
is Onze Lieve Vrouw verschenen, juist ge
lijk anders maar met een heel streng ge
laat» («met een wit kleed, met kleine
plooikens, rooden mantel, witte vool en op
het vool een klein gouden bandeke«de
voeten waren op de wolk, een grijsachtig
blauwe wolk juist gelijk anders»). Onze
Lieve Vrouw, aegt juffrouw Bertonia Holt
kamp, heeft toen gezeid: Kir.-d, bid, bid
toch!
2) een tijdje nadien is O. L. Vrouw
weer gekomen, ineens, maar ze heeft niet
gesproken, streng
3) «en dan een tijdje nadien verder
onder het gebed is ze weergekomen en dan
is O. L. Vrouw regelrecht naar omhoog ge
gaan, maar ditmaal heeft zij geen zagen
gegeven
Opmerking verdient het feit dat men
haar ditmaal niet zag op da knieën neer
vallen, zooals vroeger, zooals echter ook
reeds op 6 Januari geschiedde verandert
haar stem plots onder een Weesgegroet en
zegt zij met hooger geluid dan Weesge
groet voort om dan plots te zwijgen-.
II. - OMTRENT 'S NAMIDDAGS: on
danks langdurig bidden en verlangen,
niets meer bij de kapel. In de Kerk, Jonker
zijde van het koor: 1) in de kerk daar
heb ik Onze Lieve Vrouw gezien, juist ge
lijk de laatste keer, den 6 Januari, met die
kroon van kleine roz&ksns heel kleine,
zilver wit, schitterend als diamanten
Onze Lieve Vrouw heeft gezeid: Wees
hier den dag toegewijd aan Mijn Zoon.
Wees moedig. Ik zal u beschermen. Toen
heeft ze het volk gezegend(het volk
heeft in de kerk mede traag het kruistee-
ken gemaakt)Dan was Onze Lieve
Vrouw weg, stilaan is ze achter het taber
nakel verdwenen
2) dan een tijdje nadien een groat rood
licht en in dat licht de doornenkroon van
Kruistus «De Kroon was een groote
muts, zoo een groote muts met allemaal
doornen, het onderste was een band
dan heb ik niets meer gezien. Niets dan
de kroon en dat rood licht».
A
Onder de pelgrims was Henri Kempe
naars. Op bat slot der namiddaggiebeden
hief hij met een bewogen en scboone stem
den gezongen Weesgisgroet aan door de
massa op kasseide en in de velden meege
zongen.
A
(Over den datum van de volgende bede
vaart kon men niet akkoord geraken. De
eenen dachten 2 Februari,, de anderen
Pasohen. N. v. d. R.).
IBBBBBBBBBBBaBBBSBSBSBSXEiE^a
dere stem die nooit meer ophouden
zal in den Hemel-Thabor:
Dit is mijn welbemind kind, in
wie ik al mijn behagen stel.».
A. B.
P. S. Gods Vaderschap: intentie
van 't Apostolaat des gebeds voor
Februari 1934.
Indien de mensch alle heldhaftig
heid tegenover het leven verloren
heeft, is het omdat hij vergeten heeft
waarom hij leeft, omdat de diepe be-
teekenis van het leven in het mate
rialisme ten onder gegaan is.
Het blijft voor de XX* eeuw-mensch
een schande dat hij de schoone gees
telijke levenswaarden eenvoudig ver
sjacherd heeft, verjudast voor een
hoop zilverlingen.
Laat het ons maar kordaat beken
nen, de eenige waardemeter van het
huidige leven is goua, ztiver o; -pa
pier. En waar Paul Bourget destijds
Le démon de la vieschreef, kun
nen wij thans de vliemendste aan
klacht tegen het moderne leven Le
dieu de la viebetitelen.
Het geld is God gewordengeld,
genot en eigenbelangde nieuwmodi
sche drievuldigheid die op het aard-
sche paradijs de plak zwaait.
Konden Molière en Balzac thans
terugkeeren, welke stof voor hun
kunstenaarshanden!
Het geld heeft de mensch gedisso
cieerd. Er zijn bezitters en bezitloo-
zen, uitverkorenen en verworpelin
gen. Geld en dwaasheid leiden tot
het hoogste aanzien. Snobs en dan-
dys met leege hersenen zijn steeds
welkom in het gezelschap der uit
verkorenen, waar intelligentie ge
paard aan armoe hardnekkig ge
weerd wordt.
En de grootste mizerie van den
wroeter, van den arbeider is niet zoo
zeer van te werken om zijn korst te
verdienen, maar de zedelijke misken
ning waaronder hij zijn heele leven
gebukt gaat.
Er is een geld-aristokratie? Waar
is de geestes-aristokratie?
De bezitter aanziet zich als van een
andere, een betere stof dan de bezit-
looze. En harmonie tusschen kapitaal
en arbeid is nog steeds een schoone
illusie.
Van laag tot hoog is het een dui
zelingwekkende wedren naar het be
zit.
Het gansche leven is een vulgaire
rekening geworden: de naijver ligt
aan de basis van het inkomen en het
genot en de zinnelijkheid wettigen de
uitgaven.
De geld-moraal heeft de kristelijlce
vervangen.
En hij die midden deze tijd, deze
verwetenschapte, verlichte, materia
listische tijd hardnekkig gelooven
blijft in de bovennatuurlijke waarde,
de gaafheid, de schoonheid, de roe
ping van het leven, is eenvoudig een
dwaas.
Gesjacher, arrivisme, pretentie zijn
thans de middelen waarover de geld-
cultus beschikt, de onfaalbare, al
machtige wapens die aangewend die
nen te worden, om er te komen, om
toegang te verkrijgen tot de porta
aurea - de gulden poortwaar
achter de uitverkorenen zich ver
schansen.
Wat spreekt ge thans nog van eer
lijkheid in deze schandaaltjesperio
de 7 Wat komt ge nog doen met be
kwaamheid in deze tijd van snobisme
en arrivisme? En wat pezeweeft ge
daar met orthodoxie, levensbeschou
wing en katholicisme, op een tijdstip
dat iedereen leeft voor zijn plezier!
«Après nous la fin du monde.
Dat is het credo van onzen dag.
Waarom een disciplien, een doel in
ons leven? Waarom nog plichten en
beperkingen? Waarom vechten en
strijden? Geld en ontspanning, zie
daar alles wat we behoeven; de rest
is larie. Beschaving en deugd rendee-
ren ten huldigen dage niet meer. We
doen er zonder!
Quo Vadis? Waarheen?
Het antwoord laat geen twijfel.
Naar den dieperik. Waar het geld do
mineert, moet de mensch, de koning
der 'schepping, buiten.
Er wordt in koor gehuild tegen de
diktatuur, en we zien niet in dat we
onder de diktatuur van het mate
rialisme staan.
De dringendste nood van onze tijd is
de integrale, de onverbiddelijke ver
werping van de materie als basis van
het menschelijk leven.
De mensch móet geen slaaf zijn van
het geld; het geld moet de slaaf wor
den van de mensch.
Het leven moet getransposeerd wor
den. Geen sjacheraars in den tempel.
Er moet een zin, een hooger doel
gegeven worden aan het léven. Het
leven moet gedisciplineerd worden. En
waar het geld anarchie en bandeloos
heid schept, móet een levensbeschou-
wtny iiet leven icrdenen.
In het 15 Decembernummer van
La Cité Universitaire het interna
tionaal orgaan der Parijzer hoogstu
denten, lezen we onder den titel:
Barbaarschheid en Beschaving, Rijk
dom en Armoe-». «Op dit oogenblik
is armoe de eenige en ware rijkdom,
de basis waarop een nieuwe wereld
moet gebouwd worden. Het is alleen
uitgaande van armoe en de begrip
pen sacrificie en eenvoud vernieu
wend, dat aan de wereld de geeste
lijke grondslag kan gegeven worden,
dien hij voor eeuwig schijnt verloren
te hebben.
Dat is alles, of beter niet. Ons ka
tholicisme heeft nooit iets anders ge
leerd.
Doch de mensch heeft ook het ka
tholicisme versjacherd.
Er zijn wel veel menschen die zich
katholiek noemen, maar geen katho
lieke menschen zijn.
Uiterlijkheden tellen niet. Het ka
tholicisme is veel meer innerlijk dan
uiterlijk.
Het katholicisme is geen zeden
meester, die geduld wordt om de we
reld een schijn van waarde te geven.
Katholicisme is geen familiebezit
dat uit traditie van geslacht tot ge
slacht overgeleverd wordt, samen met
have en goed.
Katholicisme is geen opbrengend
handelsetiket, en geen politiek uit
hangbord.
Katholicisme is levensdeesem, le
vensstof. Katholicisme is een levens
beschouwing die een weg voorschrijft,
waarvan niet mag afgeweken worden.
Het is voor den geloovige een gave
eenheid in het leven, is het leven zelf,
het leven in al zijn verscheidenheid:
het privaat en openbaar, het mate
rieel en spiritueel, het individueel en
maatschappelijk. Het vormt één sub
stantie, waarvan de norm of richt
lijn immer zichtbaar is.
Wie katholiek is, is het altijd en
overal, tegenover zich zelf en tegen
over anderen.
En dat is de eerste behoefte van
het jonge geslacht dat de bakens van
het leven verplaatsen wil. Het zal ook
zijn sterkte zijn.
Tegenover de materie stelt het de
geest. Aan de rijkdom opponeert het
de armoe, en in de plaats van het
gouden kalf komt de Nazarener.
Dit zijn de bronnen waaraan de
nieuwe wereld zich spijzen zal en
moet, wil hij er komen.
Dit is de heldhaftige taak waar
voor het nieuwe geslacht zich aan
spant en inspant.
Dit is de nood van onze tijd.
Of we gaan met het materialisme
ten onder, of we redden ons zelf en
het leven.
Een andere keus is er niet, zelfs
die niet van den gewezen revolution-
nair Panaït Istrati, die na een ver
leden van zware revolutionnaire ar
beid, er prat op gaat een mensch te
zijn die geen enkel princiep meer
aankleeft.
Of de materie, of de geest! Er is
geen andere uitweg.
De vermetelheid van den inzet weze
een spoorslag en geen rem.
Ook de toekomst is een schoone
droom.
Wien thans idealisme ontbreekt, en
adem, bezieling van eeuwigheid, is
niet rijp voor de nieuwe tijd.
Ook zonder hem wordt het oogst
maand!
(Verboden nadruk.) Herwig.
Etn 16 Maart zal Henri Poe-Yi van
Mandchoekoeo gekroond worden. Poe-Yi
werd geboren in 1906 en stamt uit de Chi-
noesche dynastie Tsjdng, die sintds 1644
over China geregeerd heeft, tot het repu
bliek werd.
Hoewel velen in de stichting van dit
nieuwe -keizerrijk een Jdpansch manceu-
ver zien, heeft Poe-Yi aan de vertegen
woordigers der buiteniandsche pers ver
klaard. d-at het nieuwe keizerrijk heele-
maal onafhanikelijik is en hij hoopt goede
betrekkingen met de U. R. S. S, en met
China aan te knoopen.
Hij schijnt verder nog zin te hebben in
groote sociale hervormingen in den staat
Mandchoekoeo. Hij wil ook het zajne bij
dragen voor het behoud van den wereld
vrede en de toenadering tusschen de ver
keren.. De vreemdelmigien zullen met open
armen in Mandchoekoeo ontvangen wor
den. Hij zegde ook dat er geen sprake was
van de grenzen van zijn Rijk te vergxoo-
tem, doch dat de Noord-Chineezien en- de
Mongolen die zulks verlangden^ in zijn
staat konden opgenomen worden.
Nu reeds w-orden er voorbereidingen ge
troffen om met groote plechtigheid de
kroning te vieren. Deze ceremonie zal ge
schieden zcoals het sinds 3000 jaren de
gewoonte was. De keizer zal voor zijn pa
leis een stier offeren en ook verschillende
-edelgesteenten en weefsels zullen den he
mel geofferd worden. Het eenige dat op
de plechtigheden uitzondering zal ma
ken, is die limousine waarmee de keizer
zich naar de plechtigheid zal begeven.
Ook do traditeonieele kleeding zal hij niet
dragen. De zoon- des hemels zal uitge
dost zijn met het uniform van veld
maarschalk.
Tot in Maart 1935 zal een voorloopige
regsering den staat besturen. Eerst na
«ken tijd zal de grondwet in voege komen.
Laten we hopen dat de slachting van
het keizerrijk Mandchoekoeo er zal toe bij
dragen om den vrede ia het verre Oosten,
te doen gedijen en dat Japan en China in
het vervolg het wat beter met elkaar kun
nen stellen.
Maandag 11.. te Kortemark, onder aan
doenlijke deelneming, hadden de lijk-
plechtigheden plaats van E. H. Karei
Blancke, oud-pastoor der gemeente. Een
talrijke schaar vrienden, tekenden, Ver
eerders en oud-parochianen hadden eraan
gehouden op dien mooien winterdag een
laatste hulde te brengen aan hem die over
enkele weken nog de geliefde herder was
dier dierbare West-Vlaamsche gemeente.
Daar, te Kortemark, bracht E. H. Blancke
een vurig priester, VLaamsch van aard en
Vlaamsch van zeden, met onvermoeibaren
Ijver, met klaarziend oog en stalen wil,
een kwart eeuw door tot heil der zielen.
E. H. Blancke, die sedert November 11.
ontslag had genomen als pastoor te Kor
temark en naar Handzame was gaan wo
nen, had den wensch uitgedrukt te Kor
temark begraven te worden. Zijn stoffelijk
overschot werd dan uit Handzame over
gebracht naar Kortemark, om plechtig
aldaar ter aarde besteld te worden.
DE LAATSTE TOCHT
IN PARADISUM
Kwart vóór tien kwam het stoffelijk
overschot peT autowagen, uit Handzame
toe. Het weTd op den hoek der Hospitaal
en Handzamestraten opgewacht door de
familie en de geestelijkheid. Na de gebrui
kelijke gebeden, begaf de lijkstoet zich
naar de naburige kerk. Voorop stapte he
plaatselijke harmonie Kunst en Delicti
die een treurmarsch uitvoerde. Knapen
en meisjes uit de lokalescholen vormden
de eere-haag. De kist werd gedragen dooi
de gewezen geburen van den overledene.
Dan volgden de familieleden, talrijke
priesters en geestelijken, het volk.
Opgemerkt werd ook een talrijke groep
hoogstudenten uit Leuven en uit Gent.
De lijkdienst werd gecelebreerd door de
geestelijkheid der parochie: den Z. E. H.
Dhaese, pastoor, aan het altaar bijgestaan
d&x- de onderpastoors EE. HH. Pil en Ver-
hamme. Gansch de kerk nam deel aan de
Offerande, die vrij lang duurde.
Na de Absouten en nadat het troostende
In Paradisum onder de gewelven had
weergalmd, ging de tocht naar het nabije
kerkhof. Andermaal voerde de plaatselijke
harmonie hierbij een treurmarsch uit.
DE LIJKREDEN
Bij het open graf, vlak naast de kerk,
werd eerst het woord gevoerd door den
Heer Tommelein, voorzitter van dëh Kerk
raad. Heer Tommelein herinnerde de aan
wezigen aan Z. E. H. Blancke, als een
edelmoedige priester, een sympathiek
figuur, door iedereen geacht en bemind.
Na de rede van heer Tommelein nam
Beer Edgard Boonen, voorzitter van het
Algemeen Katholiek Vlaamch Studenten
verbond, het woord, om de omstaanders
er nogmaals op te wijzen hoe Z. E. H.
Blancke een echte en trouwe Vlaming
was.
EEN GREEPJE AARDE IN DE GROEVK
Nadat nog een laatste gebed werd ge
preveld en het teeken des kruises met het
gewijde water over de kist is gemaakt,
schreden de aanwezigen één voor één voor
hét open graf. om den dierbaren afge
storvene een uitersten groet te brengen en,
naar oud gebruik, met vrome hand een
greepje aarde te storten in de groeve waar
Z. E. H. Karei Blancke sluimerend, voor
taan den dag der Heropstanding zal vei-
bsiden.
Hij ruste In vrede.
Dr BRUWIEK'S LAATSTE VAARWEL.
HEES TOMMELEIN, Voorzitter van den Kerkraad, spreekt zijn tijkrede uit.
■B£BSBBBIBaBfiBBBBBBBBaB«flB!E3aBBBUBBB«UaaaMnflSBEaBUfl)
DE OPSTOOTJES TE PARIJS. Agenten drijven de bctoogers achteruit.
Zooals gemeld werd eenige weken ge
leden in het Keizerlijk Palcis te Tokio
een zoontje geboren. De vroegere kin
ders waren allen meisjes en er werd reeus
gevreesd dat Japan geen troonopvolger
zou hebben meisjes komen hiervoor
niet in aanmerking in Japan. Deze
geboorte bracht algemeene vreugde in
't land en de geboorte van den kleinen
Akihito Tsugunomiva dat is zijn doop
naam werd in heel het land aange
kondigd met groote aanplakbrieven zoo
als men hierboven er een ziet.
«BBSSBBBBBBaSBaSSSiSSaBBHBaSSB
Vet>zjcoc$ut -ew. c$jz*ue£s£.
oos4en7'/afr. In olie Apotheken
De zaak Stavisky schijnt van langs om
meer beroering te brengen in het Fransch
politiek leven. Talrijke aanhoudingen wer
den doorgevoerd, maar toch wil men in
Frankrijk niet gelooven dat de grootste
medewerkers van Stavisky, die hoogge
plaatste personen zijn, lastig worden
gevallen; men gelooft dat de zaak, zooals
zooveel andere, in den doofpot zal ein
digen.
Dokumenten en dossiers, ten ge talie van
1230, zijn verdwenen uit de bundels der
zaak Stavisky. Al die stukken waren vroe
ger in het bezit van de rechtbank die de
zoolang- uitgestelde zaak Stavisky moest
behandelen.
Mén begrijpt dat al die feiten het volk
ophitsten en meermalen geraakte het dan
ook tot woelige betoogingen. Verscheidene
malen trok het verbitterde volk, opgehitst
dcor Camelots du Roien andere extre
misten, naar de omgeving der Fransche
Kamer, richtte barikaden op, trok de
schutsels van rond de boom-en af en stak
de ijzeren staven tusschen de riggels der
tramhjnen om kortsluitingen te verwek
ken, hakte de hoornen neer, wierp de ban
ken en zelfs aufces omver te- midden der
straten, enz. Geen avonden zonder dat de
politie moest tusschen komen en het volk
chargeeren. Dit ging natuurlijk niet zon
der dat er telkens gekwetsten vielen. Op
een avond werden niet min dan 811 per
sonen aangehouden.
In boogere kingen geraakte mm ook
handgemeen. Ben geschil rees eerst tus
schen kamerlid Henriot en minister de
Monzie. Beiden zonden hunne getuigen die
de oneenigheid beslechtten. De uitspraak
viel ten voordeele van den Heer Henriot
die den minister beschuldigd had van ze
kere vroegere te trekkingen met den groo-
ten aftruggelaar. Nog andere kamerleden
en advckaten deelden oorvijgen en zonden
elkander daa/na hun getuigen.
In de Fransche Kamer ging bet er niet
beter. De Heer Henriot, kamerlkj, interpel
leerde de Fransche regeering, en wist me
nigeen der linksche partijen in het ge
drang Stavisky te brengen. Verscheidene
ministers, kamerleden, en andere hoogge
plaatste personen werden door den Heer
Henriot beschuldigd betrekkingen onder
houden te hebben met Stavisky. De be
schuldiger staafde zijne gezegden met be
wijsstukken ter hand.
Men begrijpe dat zulks groote beroering
bracht en de Regeering fel in het nauw
gedreven werd. De Heer Henriot werd ge
durig onderbroken, zijn tegenstrevers teer
den en scholden, men geraakte wel een*
handgemeen, enz.
Daar de Heer Henriot zijn uiteenzetting
niet op een, dag doen kon. gezien bet ge
durig onderbreken, werden meerdere zit
tingen besteed voor die zaak.
In verscheidene zittingen was de Heer
Chautemps, eerste minister, niet aanwe
zig. Hij durfde riet, zegden zijn tegenstre
vers.
De laatste dag van de uiteenzetting van
den Heer Henriot was de Heer Chautemps
er toch. Maar de regeeringsgezinden
maakten zulk ©en leven bij de rede van
den Heer Henriet dat deze maar weinig
meer kon uitbrengen. Vervolgens legde de
Heer Chautemps een verklaring af maar
werd ook maar steeds onderbroken. Het
einde was dat de regeering opnieuw het
vertrouwen kreeg met 367 stemmen tegen
201.
De Kamerleden hadden gebuild, getierd,
geroepen, elkander uitgedaagd en be
dreigd, met hun lessenaars een helsch te
ven gemaakt, enz. En zeggen «tot die Hoe
ren dan het puik van het land zouden
moeten vertegenwoordigen, in onze mo
derne beschaving. Erg triestig.
Gndertusschen zongen «3e Kommunósten
«ie «Internationale». De voorzitter brak
verscheidene papfersoijders om d« leden
tot beharing te brengen, maar was er aa
machtig voor.
Er is tegenwoordig een rotte boel oodeg»
de politicises» In Frankrijk.
CS PCPZRINGENAAR
Gitgever:
POPERINGE
Telefoon N' 9. - Postch. N' 15A7C
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binncn'aud
Belgisch Congo
Frankrijk
Aile andere landen
IS,60 fr.
35,fr.
35,— tf.
55,fr.
mmmsm