VADER INHULDIGINGSFEESTEN van het BELFORT TE IEPER DE NOOD VAN ONZE TIJD De Zaak STAVISKY Gesprongen honden PUIt®L TE 0NKERZELE De Begrafenis van Z.E.H. BLANCKE, te Kortemark i WEEKBLAD: 35 ^M-r,rwr» L m31. JAAR. Nr 4 VADERSTEM KIND KINDERSTEM met de aanstaande Sinxendagen -l fP ®IH;10 I *;v- Bf' POLITIEKE KRONIEK MANDCH0EK0E0 KEIZERRIJK Belgische fabriek van Chicorei Wyppelier-Taffin. IEBB9BBflBBflBflBBHBBflBBE32güK3SB KEIZERLIJK GEBOORTEKAARTJE TALRIJKE AANHOUDINGEN. WOELIGE BETOOGINGEN. DOSSIERS VERDWENEN. DE REGEERING CHAUTEMPS VOOR EEN HEET VUUR. DE KAMER GELIJKT OP EEN KLAS WAAR DE MEESTER GEEN GEZAG HEEFT. SAN5EN-VANNESTE KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD TARIEF VOOR BERICHTE!!; Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 Ir. 2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1* bh per regel 2,50 fr. Berichten op 2* bi. per regel 1,75 fr. Berichten op 3* bl. per regel 1.50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7,00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. 23 JANUARI 1S34., Daar stond bij den stroom de volksmissionaris zonder predikstoel, daar weerklonk zijn harde stem ge vormd op de modulatiën der winden in de woestijn. Hij prak retraiten, de man die geen diploma droeg, noch letters achter zijn naam. Hij was in geen Prinsen hof. Daar stond geen pastorie om trent, met. een stage op en een serre er nevens. Hij was niet versch ge schoren. Zijn rokket was er eentje uit kemelhaar... zonder kantjes. Hij zeide elk zijn zaligheid en vleide nie mand. En toch had hij bijval. Velen zwe gen, luisterden en volgden hem. Hij had zijn zending goed voorbe reid. Als men God in zijn herte draagt is het nergens een woestijn. Beter dan in een tempel had hij Gods on meetbaarheid gevoeld en zijn eigen nietigheid. En in zijn woestenij had hij schooner gebeden dan in een klooster, zijn morgen- en avondge bed, geïnspireerd en liturgisch, den Magnificat en den Benedictus, den duo geleerd aan de bron. Het ééne Moeders lievelingsgebed, het andere Vaders schoonste. Nog schooner dan deze ingegeven kantieken zal God zelf van uit den hooge een solo aanheffen zijn Zoon ter eere en den Voorlooper tot stich ting. Het heelal luistert. De eenige, voor wien de Vader in den loop der tijden zoo spreken zal, staat tot aan zijn knieën in 't water. De engelen vliegen op en neer. Het water weerhoudt zijn geklots. Heel de natuur heeft niets om zulk een stem te begeleiden. De Vaderliefde is te groot, het moet er uit: Deze is mijn welbeminde Zoon, in wien ik al mijn behagen stel. Wie heeft ooit zulk een boodschap gehoord? De Vader legt den klem toon op elkeen dier woorden. Hoe zoet klinken ze in de ooren van den Doo- peling. Hoe aangenaam in de ooren van den Dooper. Zijn bloed vloeide dapperder in zijn aderen dan 't wa ter binnen de oevers van den stroom. Wie kent sinds langer en beter dien Zoon dan de Vader! Zulk een offi- cieele erkenning zal den Voorlooper niet doen missen, als hij met den vinger wijzen zal naar den Messias: Ziedaar het lam Gods. De Zoon heeft in dat liefde-accent al de teederheid van het Vaderhart ge voeld en daardoor was Hij versterkt om dien Vader te gaan zoeken en Hem alleen te vinden, veertig dagen lang, in de eenzaamheid der woestijn, het land waaruit men immer grooter weerekeert. En wanneer de duivel komen zal met de verleidelijke stem, de woor den: «Deze is mijn welbeminden Zoon 2>, zullen nog aanlokkelijker en sterker ruischen aan t oor van den Lieveling. Wie zulke stem hoorde van boven luistert niet naar de sirenen van den poel. Op den Thabor zullen ze uit de vuurwolk der verheerlijking opnieuw luiden dezelfde woorden: «Deze is mijn welbeminde Zoon In afwach ting dat ze in de openbaring der glorie onophoudelijk worden her haald. T'ende elke vloeit een Jor- daan, iedere ^dopvont is een Thabor OP 21 JANUARI Dezelfde stem weergalmt telkens met eep /.elfde liefde: Deze is mijn wel aeminde Zoon.Zegt u dat niets? Wij zijn geen voorloopers lijk Joan nes, we zijn maar achterloopers. En toch. In dezelfde liefde-armen sluit de Vader zijn nieuw kind bij den oudsten Broeder, die niet jaloersch is, integendeel. En zoo weet de we reld of liever, ze weet het niet dat de Vader ons bemint gelijk Hij zijn eigen Zoon lief heeft. En van dien oogenblik af zal Vader dat kind uit het oog niet verliezen, Hij zal er op staan kijken als het speelt, als het eet, als het slaapt. Ook als het rustig slaapt kan een minnende vader zijn wichtje zwijgend bekijken, en soms lang. De Vader zal dit op zijn armen dragen, als had Hij maar dat enkele, In heel de wereld. Kindje slaap zacht, vrees niet, Va der zorgt voor dekking en voedsel, Hij die nog geen vogeljong laat zon der broodkruimels en pluimen. Vrees niet kind, geen haartje van uw hoofdje zal vallen, al hebt ge er nog niet veel. Gij zijt rijk, zoo rijk als Vader, en voor 't geluk werdt ge in de wieg gelegd. De sterren die boven u pinkelen zijn de uwe; de uwe, de engelen die om u zweven. Kind van den huize, Vaders keppe. Maar hoe kan het zijn als gij bij den Jordaan die stem hebt gehoord: «Deze is mijn welbeminde Zoondat gij nog een andere stem kunt schooner vinden, een sireen uit den hellepoel? Hoe kan het zijn, dat gij ontziet om u af te zonderen in de woestijn om Vader te gaan zoeken totdat ge Hem vindt voor goed en juicht: «Deze is mijn welbeminde Vader in wien ik al mijn behagen stel. Zoo een goê Vader. Er zullen nooit geen zulke meer komen.». A Een priester stelde de vraag aan de schoolkinderen: Wat is God? Allen staken hun vinger op. De eene na de andere antwoordde: De Schepper, Heer en Regeerder enz... Telkens schudhoofdde de leeraar. Maar Mijnheer... het staat in den Catechismus. Ja, kinders, God is de Schepper, Heer en Regeerder; maar Hij is dat ook voor de geraniums aan de ven sterbank, zegt mij, voor U zijn lie velingen, wat is Hij meer? Doet uw boek toe en luistert naar uw hert? Een poos stilte. Een fijnhelder stem metje ging op. Simonnetje... het moet nog Bamesse zijn eer het 9 jaar vol is. God is onze Vader Al de punten, kind, spijtig dat ik er niet meer mag geven. Proficiat! zoo nare familie van God. En zijt ge niet blij? Van uit den hemel komt een zwaar- (Zie verve"; cr-.deraan 2« k lom.) In gure koude, onder een zuren hemel, is er bij grot en kapel Zondag nog een heeien dag gebed-en en Maria gelocfdfl In de kerk waren de stoelen weggenomen en tot op straat stond het volk te bidden. De H. Communie werd uitgereikt den gehee- len morgen. De Missen volgen elkaar op van bij dauw tot dacht bij den middag. Bedevaarten uit alle hoeken van het land. De bedevaartgroep met mejuffrouw Holtkamp was reeds vóór 10 uur in de kerk, zij naderde ter H. Tafel met vele andere pelgrims, en hoorde twee gezongen H. Missen, vervolgens naar de kapel er bidt en zingt in de omliggende straten een menigte van wel 15.000 bedevaarders met haar mee. Driemaal vertoont zij de gewone tee- kens, ditmaal echter korteren tijd. Een zieke beneden bij de grot zet het Angelus in. In stil dankgebed naar de kerk. Omtrent 's morgens bij de kapel ver klaarde juffr. Holtkamp dat er eerst een iioht verscheen, dan in het licht Onze Lieve Vrouw, met streng gelaat, gekleed aooals altijdwit kleed met plooikens, roe den mantel, witte vool en gouden bande kens omheen den vool op het hoofd. Onze lieve Vrouw zeide: Kind, bid, bid toch Dan is ze plots verdwenen. Een tijdje nadien tijdens de gebeden is, zeide zij, O. L. Vrouw weergekomsn, in eens, weer met streng gelaat, Ze heeft niet gesproken. Ze is toen verdwenen en is dan voor de derde maal teruggekomen, met even streng gelaat op haar en allen toe ziende. Orsza Lieve Vrouw is de derde maal re gelrecht naar omhoog gegaan en heeft ditmaal geen aegen gegeven; ook de- vo rige leeeren dezen morgen heeft zij niet gezegend, zeide juffr. Holtkamp. 's Namiddags werd er gebeden in de Kerk, den biddend weer haar de kapel ge gaan. Bij de kapel wordit lang, innig, en vurig gebeden. Drie rozenhoedjes voor ver schillende intenties, het grootste gedeelte der rozenhoedjes werd door juffr. Holt- kam-p zelf voorgebeden. Dan wordt er ver der gebeden voor den Heiligen Vader, voor de priesters, voor de -bekaering der zon daars, enz., een der pelgrims bdt met het volk voor de intenties van juffrouw Holt kamp. Zijzelve bidt onder andere nog voor Omer Er.em.an uit Etikhove en voor Van- decbi oucke uit Olsene. Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen wordt met eein felle klank van ontroering door geheel de menigte gezongen. Maar er zijn geen teekens van den staat van ver rukking bij juffrouw Holtkamj, er is geen verschijning hij de kapel hoezeer zij er ook schijnt op te wachten en naar te ver langen. Zij schreit van ontgoocheling, en be dwingt zich dan weer. Zj bidt om vergif fenis voor haar schreden. Tocht in gebed naar de kerk. Op het einde van het lof, wanneer het Heilig Sa- krament is uitgesteld, de gewone teekens van verrukking. En een tweede maal ter wijl na het Onze Lieve Vrouw van Vlaan deren door de dichte menigte onder de kerkgiewelven het Ave Maria uit het volks lied van Lourdes waren weergalmd. Zij verklaarde dat de eerste ïöaartin de berk) Onze Lieve Vrouw haar weaer ver scheen zooals op 6 Januari met kroon om heen haar hoofd heel kleine rozekens, zil verig lichtend als diamanten. En haar zeide: Wees hier den dag toegewijd aan mijn Zoon. Wees moedig. Ik zal u be schermen En dat Onze Lieve Vrouw dan heel traag de menigte heeft gezegend (men had haar inderdaad, het groot en traag gebaar van den zegen zien maken en het volk in dolheid had. méde het toeken <ies kruises gemaakt) on Onze Lieve Vrouw verzwond achter het altaar, lange Oen Evangeliekant. Bi, tweede verschijning in de kerk zegi zij dat Jezus' doornenkroon verscheen in vurig licht. Zij beschrijft deze doornen kroon als een groote helm van doornen, een kroon als daarop liggend, de doornen zeer lang en bruin. HÜÉP" leper ïs int zijn pinnen verrezen, prachtiger dan voorheen, en wil deze gebeurtenis op waardige wiize vieren. Groolsche feestelijkheden zullen te dezer gelegenheid plaats hebben op de aanstaande Sinxendagen en de Koninklijke Familie zal deze met zijne tegenwoordigheid komen vereeren. Eene groote Vlaamsche kermis zal op touw gezet wor den tusschen de Kathedraal en het Belfort? eene cantate zal uitgevoerd worden; en concerten zulïeh gehouden wor den. Een dringende oproep is gedaan om de medewerking van alle inwoners te verkrijgen. lepers' bevolking wil bewijs geven dat zij steeds den roem der voorvaderen hoog houdt en wil volgen. Hierboven ziet men het thans voltooide Belfort; rechts ernevens de prachtige heropgebouwde St Maartens Kathedraal. De verklaringen van mejuffrouw Holt kamp kunnen wij zakelijk en nauwkeurig met haar eigen woorden als volgt weer geven: I. - OMTRENT 'S MORGENS: 1) dan heb ik opeens licht gezien, niets anders dan licht in het begin, en dan iin het licht is Onze Lieve Vrouw verschenen, juist ge lijk anders maar met een heel streng ge laat» («met een wit kleed, met kleine plooikens, rooden mantel, witte vool en op het vool een klein gouden bandeke«de voeten waren op de wolk, een grijsachtig blauwe wolk juist gelijk anders»). Onze Lieve Vrouw, aegt juffrouw Bertonia Holt kamp, heeft toen gezeid: Kir.-d, bid, bid toch! 2) een tijdje nadien is O. L. Vrouw weer gekomen, ineens, maar ze heeft niet gesproken, streng 3) «en dan een tijdje nadien verder onder het gebed is ze weergekomen en dan is O. L. Vrouw regelrecht naar omhoog ge gaan, maar ditmaal heeft zij geen zagen gegeven Opmerking verdient het feit dat men haar ditmaal niet zag op da knieën neer vallen, zooals vroeger, zooals echter ook reeds op 6 Januari geschiedde verandert haar stem plots onder een Weesgegroet en zegt zij met hooger geluid dan Weesge groet voort om dan plots te zwijgen-. II. - OMTRENT 'S NAMIDDAGS: on danks langdurig bidden en verlangen, niets meer bij de kapel. In de Kerk, Jonker zijde van het koor: 1) in de kerk daar heb ik Onze Lieve Vrouw gezien, juist ge lijk de laatste keer, den 6 Januari, met die kroon van kleine roz&ksns heel kleine, zilver wit, schitterend als diamanten Onze Lieve Vrouw heeft gezeid: Wees hier den dag toegewijd aan Mijn Zoon. Wees moedig. Ik zal u beschermen. Toen heeft ze het volk gezegend(het volk heeft in de kerk mede traag het kruistee- ken gemaakt)Dan was Onze Lieve Vrouw weg, stilaan is ze achter het taber nakel verdwenen 2) dan een tijdje nadien een groat rood licht en in dat licht de doornenkroon van Kruistus «De Kroon was een groote muts, zoo een groote muts met allemaal doornen, het onderste was een band dan heb ik niets meer gezien. Niets dan de kroon en dat rood licht». A Onder de pelgrims was Henri Kempe naars. Op bat slot der namiddaggiebeden hief hij met een bewogen en scboone stem den gezongen Weesgisgroet aan door de massa op kasseide en in de velden meege zongen. A (Over den datum van de volgende bede vaart kon men niet akkoord geraken. De eenen dachten 2 Februari,, de anderen Pasohen. N. v. d. R.). IBBBBBBBBBBBaBBBSBSBSBSXEiE^a dere stem die nooit meer ophouden zal in den Hemel-Thabor: Dit is mijn welbemind kind, in wie ik al mijn behagen stel.». A. B. P. S. Gods Vaderschap: intentie van 't Apostolaat des gebeds voor Februari 1934. Indien de mensch alle heldhaftig heid tegenover het leven verloren heeft, is het omdat hij vergeten heeft waarom hij leeft, omdat de diepe be- teekenis van het leven in het mate rialisme ten onder gegaan is. Het blijft voor de XX* eeuw-mensch een schande dat hij de schoone gees telijke levenswaarden eenvoudig ver sjacherd heeft, verjudast voor een hoop zilverlingen. Laat het ons maar kordaat beken nen, de eenige waardemeter van het huidige leven is goua, ztiver o; -pa pier. En waar Paul Bourget destijds Le démon de la vieschreef, kun nen wij thans de vliemendste aan klacht tegen het moderne leven Le dieu de la viebetitelen. Het geld is God gewordengeld, genot en eigenbelangde nieuwmodi sche drievuldigheid die op het aard- sche paradijs de plak zwaait. Konden Molière en Balzac thans terugkeeren, welke stof voor hun kunstenaarshanden! Het geld heeft de mensch gedisso cieerd. Er zijn bezitters en bezitloo- zen, uitverkorenen en verworpelin gen. Geld en dwaasheid leiden tot het hoogste aanzien. Snobs en dan- dys met leege hersenen zijn steeds welkom in het gezelschap der uit verkorenen, waar intelligentie ge paard aan armoe hardnekkig ge weerd wordt. En de grootste mizerie van den wroeter, van den arbeider is niet zoo zeer van te werken om zijn korst te verdienen, maar de zedelijke misken ning waaronder hij zijn heele leven gebukt gaat. Er is een geld-aristokratie? Waar is de geestes-aristokratie? De bezitter aanziet zich als van een andere, een betere stof dan de bezit- looze. En harmonie tusschen kapitaal en arbeid is nog steeds een schoone illusie. Van laag tot hoog is het een dui zelingwekkende wedren naar het be zit. Het gansche leven is een vulgaire rekening geworden: de naijver ligt aan de basis van het inkomen en het genot en de zinnelijkheid wettigen de uitgaven. De geld-moraal heeft de kristelijlce vervangen. En hij die midden deze tijd, deze verwetenschapte, verlichte, materia listische tijd hardnekkig gelooven blijft in de bovennatuurlijke waarde, de gaafheid, de schoonheid, de roe ping van het leven, is eenvoudig een dwaas. Gesjacher, arrivisme, pretentie zijn thans de middelen waarover de geld- cultus beschikt, de onfaalbare, al machtige wapens die aangewend die nen te worden, om er te komen, om toegang te verkrijgen tot de porta aurea - de gulden poortwaar achter de uitverkorenen zich ver schansen. Wat spreekt ge thans nog van eer lijkheid in deze schandaaltjesperio de 7 Wat komt ge nog doen met be kwaamheid in deze tijd van snobisme en arrivisme? En wat pezeweeft ge daar met orthodoxie, levensbeschou wing en katholicisme, op een tijdstip dat iedereen leeft voor zijn plezier! «Après nous la fin du monde. Dat is het credo van onzen dag. Waarom een disciplien, een doel in ons leven? Waarom nog plichten en beperkingen? Waarom vechten en strijden? Geld en ontspanning, zie daar alles wat we behoeven; de rest is larie. Beschaving en deugd rendee- ren ten huldigen dage niet meer. We doen er zonder! Quo Vadis? Waarheen? Het antwoord laat geen twijfel. Naar den dieperik. Waar het geld do mineert, moet de mensch, de koning der 'schepping, buiten. Er wordt in koor gehuild tegen de diktatuur, en we zien niet in dat we onder de diktatuur van het mate rialisme staan. De dringendste nood van onze tijd is de integrale, de onverbiddelijke ver werping van de materie als basis van het menschelijk leven. De mensch móet geen slaaf zijn van het geld; het geld moet de slaaf wor den van de mensch. Het leven moet getransposeerd wor den. Geen sjacheraars in den tempel. Er moet een zin, een hooger doel gegeven worden aan het léven. Het leven moet gedisciplineerd worden. En waar het geld anarchie en bandeloos heid schept, móet een levensbeschou- wtny iiet leven icrdenen. In het 15 Decembernummer van La Cité Universitaire het interna tionaal orgaan der Parijzer hoogstu denten, lezen we onder den titel: Barbaarschheid en Beschaving, Rijk dom en Armoe-». «Op dit oogenblik is armoe de eenige en ware rijkdom, de basis waarop een nieuwe wereld moet gebouwd worden. Het is alleen uitgaande van armoe en de begrip pen sacrificie en eenvoud vernieu wend, dat aan de wereld de geeste lijke grondslag kan gegeven worden, dien hij voor eeuwig schijnt verloren te hebben. Dat is alles, of beter niet. Ons ka tholicisme heeft nooit iets anders ge leerd. Doch de mensch heeft ook het ka tholicisme versjacherd. Er zijn wel veel menschen die zich katholiek noemen, maar geen katho lieke menschen zijn. Uiterlijkheden tellen niet. Het ka tholicisme is veel meer innerlijk dan uiterlijk. Het katholicisme is geen zeden meester, die geduld wordt om de we reld een schijn van waarde te geven. Katholicisme is geen familiebezit dat uit traditie van geslacht tot ge slacht overgeleverd wordt, samen met have en goed. Katholicisme is geen opbrengend handelsetiket, en geen politiek uit hangbord. Katholicisme is levensdeesem, le vensstof. Katholicisme is een levens beschouwing die een weg voorschrijft, waarvan niet mag afgeweken worden. Het is voor den geloovige een gave eenheid in het leven, is het leven zelf, het leven in al zijn verscheidenheid: het privaat en openbaar, het mate rieel en spiritueel, het individueel en maatschappelijk. Het vormt één sub stantie, waarvan de norm of richt lijn immer zichtbaar is. Wie katholiek is, is het altijd en overal, tegenover zich zelf en tegen over anderen. En dat is de eerste behoefte van het jonge geslacht dat de bakens van het leven verplaatsen wil. Het zal ook zijn sterkte zijn. Tegenover de materie stelt het de geest. Aan de rijkdom opponeert het de armoe, en in de plaats van het gouden kalf komt de Nazarener. Dit zijn de bronnen waaraan de nieuwe wereld zich spijzen zal en moet, wil hij er komen. Dit is de heldhaftige taak waar voor het nieuwe geslacht zich aan spant en inspant. Dit is de nood van onze tijd. Of we gaan met het materialisme ten onder, of we redden ons zelf en het leven. Een andere keus is er niet, zelfs die niet van den gewezen revolution- nair Panaït Istrati, die na een ver leden van zware revolutionnaire ar beid, er prat op gaat een mensch te zijn die geen enkel princiep meer aankleeft. Of de materie, of de geest! Er is geen andere uitweg. De vermetelheid van den inzet weze een spoorslag en geen rem. Ook de toekomst is een schoone droom. Wien thans idealisme ontbreekt, en adem, bezieling van eeuwigheid, is niet rijp voor de nieuwe tijd. Ook zonder hem wordt het oogst maand! (Verboden nadruk.) Herwig. Etn 16 Maart zal Henri Poe-Yi van Mandchoekoeo gekroond worden. Poe-Yi werd geboren in 1906 en stamt uit de Chi- noesche dynastie Tsjdng, die sintds 1644 over China geregeerd heeft, tot het repu bliek werd. Hoewel velen in de stichting van dit nieuwe -keizerrijk een Jdpansch manceu- ver zien, heeft Poe-Yi aan de vertegen woordigers der buiteniandsche pers ver klaard. d-at het nieuwe keizerrijk heele- maal onafhanikelijik is en hij hoopt goede betrekkingen met de U. R. S. S, en met China aan te knoopen. Hij schijnt verder nog zin te hebben in groote sociale hervormingen in den staat Mandchoekoeo. Hij wil ook het zajne bij dragen voor het behoud van den wereld vrede en de toenadering tusschen de ver keren.. De vreemdelmigien zullen met open armen in Mandchoekoeo ontvangen wor den. Hij zegde ook dat er geen sprake was van de grenzen van zijn Rijk te vergxoo- tem, doch dat de Noord-Chineezien en- de Mongolen die zulks verlangden^ in zijn staat konden opgenomen worden. Nu reeds w-orden er voorbereidingen ge troffen om met groote plechtigheid de kroning te vieren. Deze ceremonie zal ge schieden zcoals het sinds 3000 jaren de gewoonte was. De keizer zal voor zijn pa leis een stier offeren en ook verschillende -edelgesteenten en weefsels zullen den he mel geofferd worden. Het eenige dat op de plechtigheden uitzondering zal ma ken, is die limousine waarmee de keizer zich naar de plechtigheid zal begeven. Ook do traditeonieele kleeding zal hij niet dragen. De zoon- des hemels zal uitge dost zijn met het uniform van veld maarschalk. Tot in Maart 1935 zal een voorloopige regsering den staat besturen. Eerst na «ken tijd zal de grondwet in voege komen. Laten we hopen dat de slachting van het keizerrijk Mandchoekoeo er zal toe bij dragen om den vrede ia het verre Oosten, te doen gedijen en dat Japan en China in het vervolg het wat beter met elkaar kun nen stellen. Maandag 11.. te Kortemark, onder aan doenlijke deelneming, hadden de lijk- plechtigheden plaats van E. H. Karei Blancke, oud-pastoor der gemeente. Een talrijke schaar vrienden, tekenden, Ver eerders en oud-parochianen hadden eraan gehouden op dien mooien winterdag een laatste hulde te brengen aan hem die over enkele weken nog de geliefde herder was dier dierbare West-Vlaamsche gemeente. Daar, te Kortemark, bracht E. H. Blancke een vurig priester, VLaamsch van aard en Vlaamsch van zeden, met onvermoeibaren Ijver, met klaarziend oog en stalen wil, een kwart eeuw door tot heil der zielen. E. H. Blancke, die sedert November 11. ontslag had genomen als pastoor te Kor temark en naar Handzame was gaan wo nen, had den wensch uitgedrukt te Kor temark begraven te worden. Zijn stoffelijk overschot werd dan uit Handzame over gebracht naar Kortemark, om plechtig aldaar ter aarde besteld te worden. DE LAATSTE TOCHT IN PARADISUM Kwart vóór tien kwam het stoffelijk overschot peT autowagen, uit Handzame toe. Het weTd op den hoek der Hospitaal en Handzamestraten opgewacht door de familie en de geestelijkheid. Na de gebrui kelijke gebeden, begaf de lijkstoet zich naar de naburige kerk. Voorop stapte he plaatselijke harmonie Kunst en Delicti die een treurmarsch uitvoerde. Knapen en meisjes uit de lokalescholen vormden de eere-haag. De kist werd gedragen dooi de gewezen geburen van den overledene. Dan volgden de familieleden, talrijke priesters en geestelijken, het volk. Opgemerkt werd ook een talrijke groep hoogstudenten uit Leuven en uit Gent. De lijkdienst werd gecelebreerd door de geestelijkheid der parochie: den Z. E. H. Dhaese, pastoor, aan het altaar bijgestaan d&x- de onderpastoors EE. HH. Pil en Ver- hamme. Gansch de kerk nam deel aan de Offerande, die vrij lang duurde. Na de Absouten en nadat het troostende In Paradisum onder de gewelven had weergalmd, ging de tocht naar het nabije kerkhof. Andermaal voerde de plaatselijke harmonie hierbij een treurmarsch uit. DE LIJKREDEN Bij het open graf, vlak naast de kerk, werd eerst het woord gevoerd door den Heer Tommelein, voorzitter van dëh Kerk raad. Heer Tommelein herinnerde de aan wezigen aan Z. E. H. Blancke, als een edelmoedige priester, een sympathiek figuur, door iedereen geacht en bemind. Na de rede van heer Tommelein nam Beer Edgard Boonen, voorzitter van het Algemeen Katholiek Vlaamch Studenten verbond, het woord, om de omstaanders er nogmaals op te wijzen hoe Z. E. H. Blancke een echte en trouwe Vlaming was. EEN GREEPJE AARDE IN DE GROEVK Nadat nog een laatste gebed werd ge preveld en het teeken des kruises met het gewijde water over de kist is gemaakt, schreden de aanwezigen één voor één voor hét open graf. om den dierbaren afge storvene een uitersten groet te brengen en, naar oud gebruik, met vrome hand een greepje aarde te storten in de groeve waar Z. E. H. Karei Blancke sluimerend, voor taan den dag der Heropstanding zal vei- bsiden. Hij ruste In vrede. Dr BRUWIEK'S LAATSTE VAARWEL. HEES TOMMELEIN, Voorzitter van den Kerkraad, spreekt zijn tijkrede uit. ■B£BSBBBIBaBfiBBBBBBBBaB«flB!E3aBBBUBBB«UaaaMnflSBEaBUfl) DE OPSTOOTJES TE PARIJS. Agenten drijven de bctoogers achteruit. Zooals gemeld werd eenige weken ge leden in het Keizerlijk Palcis te Tokio een zoontje geboren. De vroegere kin ders waren allen meisjes en er werd reeus gevreesd dat Japan geen troonopvolger zou hebben meisjes komen hiervoor niet in aanmerking in Japan. Deze geboorte bracht algemeene vreugde in 't land en de geboorte van den kleinen Akihito Tsugunomiva dat is zijn doop naam werd in heel het land aange kondigd met groote aanplakbrieven zoo als men hierboven er een ziet. «BBSSBBBBBBaSBaSSSiSSaBBHBaSSB Vet>zjcoc$ut -ew. c$jz*ue£s£. oos4en7'/afr. In olie Apotheken De zaak Stavisky schijnt van langs om meer beroering te brengen in het Fransch politiek leven. Talrijke aanhoudingen wer den doorgevoerd, maar toch wil men in Frankrijk niet gelooven dat de grootste medewerkers van Stavisky, die hoogge plaatste personen zijn, lastig worden gevallen; men gelooft dat de zaak, zooals zooveel andere, in den doofpot zal ein digen. Dokumenten en dossiers, ten ge talie van 1230, zijn verdwenen uit de bundels der zaak Stavisky. Al die stukken waren vroe ger in het bezit van de rechtbank die de zoolang- uitgestelde zaak Stavisky moest behandelen. Mén begrijpt dat al die feiten het volk ophitsten en meermalen geraakte het dan ook tot woelige betoogingen. Verscheidene malen trok het verbitterde volk, opgehitst dcor Camelots du Roien andere extre misten, naar de omgeving der Fransche Kamer, richtte barikaden op, trok de schutsels van rond de boom-en af en stak de ijzeren staven tusschen de riggels der tramhjnen om kortsluitingen te verwek ken, hakte de hoornen neer, wierp de ban ken en zelfs aufces omver te- midden der straten, enz. Geen avonden zonder dat de politie moest tusschen komen en het volk chargeeren. Dit ging natuurlijk niet zon der dat er telkens gekwetsten vielen. Op een avond werden niet min dan 811 per sonen aangehouden. In boogere kingen geraakte mm ook handgemeen. Ben geschil rees eerst tus schen kamerlid Henriot en minister de Monzie. Beiden zonden hunne getuigen die de oneenigheid beslechtten. De uitspraak viel ten voordeele van den Heer Henriot die den minister beschuldigd had van ze kere vroegere te trekkingen met den groo- ten aftruggelaar. Nog andere kamerleden en advckaten deelden oorvijgen en zonden elkander daa/na hun getuigen. In de Fransche Kamer ging bet er niet beter. De Heer Henriot, kamerlkj, interpel leerde de Fransche regeering, en wist me nigeen der linksche partijen in het ge drang Stavisky te brengen. Verscheidene ministers, kamerleden, en andere hoogge plaatste personen werden door den Heer Henriot beschuldigd betrekkingen onder houden te hebben met Stavisky. De be schuldiger staafde zijne gezegden met be wijsstukken ter hand. Men begrijpe dat zulks groote beroering bracht en de Regeering fel in het nauw gedreven werd. De Heer Henriot werd ge durig onderbroken, zijn tegenstrevers teer den en scholden, men geraakte wel een* handgemeen, enz. Daar de Heer Henriot zijn uiteenzetting niet op een, dag doen kon. gezien bet ge durig onderbreken, werden meerdere zit tingen besteed voor die zaak. In verscheidene zittingen was de Heer Chautemps, eerste minister, niet aanwe zig. Hij durfde riet, zegden zijn tegenstre vers. De laatste dag van de uiteenzetting van den Heer Henriot was de Heer Chautemps er toch. Maar de regeeringsgezinden maakten zulk ©en leven bij de rede van den Heer Henriet dat deze maar weinig meer kon uitbrengen. Vervolgens legde de Heer Chautemps een verklaring af maar werd ook maar steeds onderbroken. Het einde was dat de regeering opnieuw het vertrouwen kreeg met 367 stemmen tegen 201. De Kamerleden hadden gebuild, getierd, geroepen, elkander uitgedaagd en be dreigd, met hun lessenaars een helsch te ven gemaakt, enz. En zeggen «tot die Hoe ren dan het puik van het land zouden moeten vertegenwoordigen, in onze mo derne beschaving. Erg triestig. Gndertusschen zongen «3e Kommunósten «ie «Internationale». De voorzitter brak verscheidene papfersoijders om d« leden tot beharing te brengen, maar was er aa machtig voor. Er is tegenwoordig een rotte boel oodeg» de politicises» In Frankrijk. CS PCPZRINGENAAR Gitgever: POPERINGE Telefoon N' 9. - Postch. N' 15A7C ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binncn'aud Belgisch Congo Frankrijk Aile andere landen IS,60 fr. 35,fr. 35,— tf. 55,fr. mmmsm

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1934 | | pagina 1