3iii 3s Konings dooc
Ons Land in Rouw
Wereldhulde aan Koning ALBERT
ALBERT I
WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN.
31» JAAR. Nr 8.
DE POPERINGENAAR
SANSEN-VANNESTE
KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD
Onze geliefde Vorst is Zaterdag namid
dag 17 Februari 1934, te Marche-les-
Dames (bij Namen), gevallen bij het
beklimmen van een steile rots en op den
slag gedood. Na uren zoeken wordt
het lijk gevonden in een rotskloof.
Honderdduizenden brengen een laatsten
huldegroet aan het stoffelijk overblijfsel
van ónzen Vorst.
Triomfantelijke Begraving op Donderdag 22 Febr.
Koning ALBERT was een echte kristen Vorst
verklaart de Paus.
ALBERT I
vragen aan al onze Geachte Lezers een gebed tot
zietelafenis van onzen betreurden Vorst, tot troost der
Koninklijke Familie, tot steun onzer nieuwe Vorsten en tot
welzijn van het Land.
De Pans geeft uiting aan
zijn ontroering
KONING ALBERT WAS
EEN ECHTE CHRISTEN VORST,
VERKLAART DE PAUS
f KONING
ZONDAG 25 FEBRUARI 1934.
Uitgever:
POPERINGE
Telefoon N' 9. - Postch. N' 15.570
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binnenland
18,60 fr.
Belgisch Conga
35,— fr.
Frankrijk
35,— fr.
Alle andere landen
65,— fr.
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum) 4,00 Ir.
2 fr. teel. v. ber. met adr. t. bur.
Berichten op 1' bl. per regel 2,50 fr.
J Beriohten op 2' bl. per regel 1,75 fr.
Berichten op 3* bL per regel 1,50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7,00 fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanraag.
j Annoncen zijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden worden. - Kleine
berichten tegen den Vrijdag noen.
Hij is het werk van ons Vorsten
huis. Het Vorstenhuis wil dat hij
'onze lierheid weze.
De laatste daad, en hij moet aan
zien als het koninklijk testament wat
de Kolonie betreft, is de Ministerraad
den vooravond van zijn dood gehou
den.
Met deze klaarheid van oordeel en
duidelijkheid in de uiteenzetting die
de bewondering wekte van al zijn
vertrouwden, heeft hij daar richtlij
nen voorgehouden die orders worden.
Om groot te zijn, moet een volk
gezond zijn.
De Koning gaf zelf het voorbeeld
van een matig en bijna ascetisch
leven. Hij was kwistig met zijne aan
moedigingen voor de sport. Hij was
de bezieler van ons vliegwezen.
De volkssporten waren door hem
aanzien als een der eerste waarbor
gen der volksgezondheid. De tragi
sche gebeurtenis van Zaterdag is
maar het al te werkelijk bewijs dat
de Koning persoonlijk een volmaak
te sportman was.
Een gezonde, werkzame en rijke
Natie is geen groote Natie, zoolang
zij niet aan de kunsten en aan de
wetenschap het aandeel gebracht
heeft die de beschaving van haar
gerechtigd is te eischen.
Heeft Belgie thans een vooraan
staande plaats in de wereld van
Kunst en Letteren, dit is vooral te
wijten aan de scheppende wilskracht
van den Koning en de Koningin.
In deze wetenschappelijke en ar
tistieke werkzaamheid moeten de
namen onzer Vorsten in eenzelfden
adem uitgesproken.
Bekennen we het maar: nooit, zon
der den koninklijken steun, zouden
wij in Belgie de bezielers gevonden
hebben van de wetenschappelijke
beweging zooals ze is gesproten uit
het Nationaal Fonds voor Weten
schappelijk Onderzoek, noch van de
kunstbeweging die van Brussel het
rendez-vous maakt van de Europee-
sche Kunst.
Het volk begrijpt de inspanningen
niet in deze richting aangewend. Het
is de taak van een Koning, in de
strikste onbaatzuchtigheid van zijn
vorstelijk ambt, zulkdanige bewegin
gen te bevorderen.
Het heele werk van ons Vorstenhuis
komt ons voor den geest bij dit open
graf: Een in Europa geëerbiedigd, en
m de wereld bewonderd Belgie. Een
koloniaal Rijk dat iedereen verstomt.
Een volk dat herboren wordt in sport
en lichaamscultuur. Een élite open
voor elke gedachtenstroomingen, en
de bakermaat van beschavingscentra.
Werk van traditie, eeuwenwerk,
werk alleen door koningen verwezen
lijkbaar. De familie is de grondsteen
van de samenlevingde traditie is de
kracht van de familie.
Een land kan slechts groeien wan
neer het zich aan deze twee essen-
tieele waarheden vasthecht, en ze
in een Vorstenhuis tot uitdrukking
brengt.
Op Vlaamsch gebied heeft Albert I
de eischen van het Vlaamsche volk
begrepen. Politieke wonderen heeft
hij niet verricht. Maar telkens de ge
legenheid zich voordeed liet hij niet
na zijne vingerwijzingen te geven.
De Koning had vertrouwen in
Vlaanderen.
Wij mogen houden staan dat de
Vorst overtuigd was dat het Belgie
van morgen slechts groot zou worden
door de volle ontplooiing van een
stoute enthousiaste en geweldige
Vlaamsche kultureele beweging.
De ware Vlaamschgezindheid was
voor Koning Albert een levende vorm
van Belgische Vaderlandsliefde.
De Vlaamsche kunst en Vlaamsche
kuituur vonden bij onze Vorsten de
warmste aanmoedigingen, spijts het
blinde en moedwillig niet-begrijpen
van veel Vlamingen.
De traditionneele Middenstands-
families waren het voorwerp zijner,
belangstelling en ook wel zijner be
kommernis. Getuige de groote rede
door Zijne Majesteit uitgesproken op
het Congres van den Middenstand te
Gent.
De Koning begreep dat een land
waar den Middenstand wordt wegge
vaagd een land is waar de bescha
ving ten onder gaat. De Koning leed
onder den toestand waarin onze Mid
denstand thans verkeert. Hij zag hun
lot in gevaar, en was bewust dat de
dringendste bezigheid voor de Regee
ring was hen ter hulp te komen. De
nieuwe Vorst deelt ten andere de be
kommernis van zijn overleden Vader.
Eén laatst politiek woord van de
Koning, misschien het laatste, is dit
Vrijdag avond tot de Minister van
Justitie P. E. Janson gericht: Ik
reken op uwe waakzaamheid, mijn
waarde Minister, om het kleine spaar
wezen te beschermen.
Vader van zijn volk, waakte de Ko
ning over de belangen van allen.
Van stondenaari de geschiedenis
binnentredend behoort reeds Albert I
tot de legende; zijn dood opent hem
de onsterfelijkheid.
De wreede en onverbiddelijké wet
van den tijd verbiedt ons lang te
mijmeren over het verleden; zi%
dwingt ons het hoofd te richten naar,
de toekomst; herhalen we dus samen
met de wapenheraut: «De Koning is
gestorven. Leve de Koning!
Leopold III, het Belgische Volk ver
zamelt zich rondom Uwe Majesteit.
De edele gaven kennend door Uwe,
Majesteit in de Dynastie overgeërfdJ
en door studie, reizen, en een aan
houdende arbeid steeds verrijkt, ver
klaren we met fierheid en geestdrift
de toekomst met vertrouwen in te
zien na de groote diensten door de
drie eerste Vorsten aan het land be
wezen.
Weze Leopold III onze Vorst, die
naar van God en van Belgie, met
zijne geliefde Gemalin Koningin
Astrid, door allen warm toegejuicht.
Onmiddellijk nadat hij de treurige mare
vernomen had, heeft Z. H. de Paus een te
legram van christelijke deelneming gezon
den aan Hare Majesteit de Koningin.
Van zijn kant begaf de Kardinaal
Staatssecretaris zich naar de ambassade
van Belgie, om er het rouwbeklag van den
Heiligen Vader aan te bieden.
De Paus was diep ontroerd toen Hij de
mare vernam. De heilige Vader koesterde
ten opzichte van koning Albert een groote
genegenheid.
In alle kerkelijke kringen heeft de tij
ding verslagenheid gewekt en neemt men
deel in den zwaren rouw die Belgie treft.
EEN INDRUKWEKKEND TELEGRAM
VAN DEN PAUS AAN DE KONINGIN
Het telegram dat de Paus gezonden
heeft aan de Koningin van Belgie, luidt
als volgt:
Diep getroffen door het smartelijk
verlies dat U ondergaat en dat de ko
ninklijke familie in den rouw dompelt als
mede de regeering en al de burgers van
die edele natie betuigen wij U ons innig
rouwbeklag en bidden God dat Hij den
vrede der rechtvaardigen zou schenken
aan de ziel van den Vorst die zoo hart
grondig bemind werd en op zoo waardige
wijze Koning was. Wij bidden ook opdat
de Hemelsche genaden U versterken zou
den alsmede de koninklijke familie en de
Belgische natie die zoo zwaar beproefd
worden.
In de vergadering van de algemeene
congregatie der riten, heeft de Paus dem
dood van Koning Albert diep betreurd ei*
verklaard dat de Koning een echt chris
ten prins was, wien Hij een warme gene
genheid toedroeg.
De Paus voegde erbij dat hij reeds vu
rig gebeden heeft voor den overleden Vorst
en de Heilige Mis tot lafenis van zijn ziel
had opgedragen. De leden van het Heilig
College zijn eveneens den Vorst in hui*
gebeden indachtig geweest.
Woensdag werd in de Sixtijnsche kapel
een lijkdienst gecelebreerd.
De Hjkgebeden werden gezongen door
den Paus zelf, terwijl Mgr Bacci de lijk
rede uitsprak.
Donderdag werd een lijkdienst gecele
breerd door de zorgen van de Belgische
ambassade bij het Vatikaan. De aibsoutei*
werden gezongen door Kardinaal Paoelli.
Albert 1 was in den oorlog als in
den vrede een groot Koning. Aan
hem danken we het aan ons kleine
volk het weréldprestige eener groote
natie te hebben geschonken. Onze
dynastie heeft de waardigheid van
ons land willen heffen tot boven de
verlangens van het volk zelf.
Sedert 1830, onder de voogdij onzer
Koningen, en dank zij hun scheppend
genie heeft Belgie in Europa en in
de wereld een plaats veroverd, die de
Belgen zelf nooit hadden gedurfd te
verhopen.
Leopold 1 heeft aan de jonge door
Europa misprezen Staat een plaats
van scheidsrechter gegeven in het
Europeesch politiek leven, en dit dank
zij zijn persoonlijk aanzien. Leopold
de Wijze was de raadsman van de
Koningin van Engeland. Aan alle ho
ven vond zijn woord gehoor, en zoo
narrrBelgie rang in hetgeen men dan
noemde het Europeesch Concert.
Leopold I levend, heeft het Belgi
sche volk niets begrepen van de rol
die de Koning door ons land deed
spelen. De Koning heeft bij zijn over
lijden aan Belgie een gedragsregel
overgelaten voor gansch zijne inter
nationale politiek, en sedert zijn wij
er niet van afgeweken dank zij de
wilskracht van Leopold II en Albert I.
Belgie moet onafhankelijk blijven
en zijne politiek aan deze van geen
enkele nabuur ondergeschikt maken.
A
Leopold II schonk ons het koloniale
Rijk.
De Belgen van zijn tijd hebben hem
niet begrepen. Leopold II heeft voet
bij stek gehouden gedurende gansch
zijne regeering, en met de scherpzin
nigheid waarmede dit politiek genie
begaafd was, heeft hij zijn man ge
staan in het Militaire Vraagstuk tot
op zijn doodsbed toe, aldus impopu
lariteit en misprijzen vanwege onbe
voegden trotseerend.
God alleen Is groot! Alleen de Voor
zienigheid is meester van onze be
stemming.
De plotse en tragische dood van
onzen Vorst, is een geweldige herin
nering aan deze eeuwige waarheden.
Eerbiedig en bedrukt buigt de gan-
sche wereld over het koninklijk over
blijfsel. In Belgie is de Koning het
levend zinnebeeld van het land. Voor
de wereld blijft A.lbert I het zinne
beeld van recht en eer.
De bevolking van het heele land
voelt mee met den wreeden rouw die
de Koninklijke Familie treft. Voor
alle Belgen is de Koninklijke Familie
het voorbeeld van het kristen huis
gezin. We staan met ons hart aan
de zijde van Hare Majesteit de Ko
ningin, en we bidden God haar den
troost zijner goddelijke barmhartig
heid te schenken.
Het volk heeft een Koning verlo
ren. De Prinsen hebben een Vader
verloren. Het volk begrijpt de droef
heid van 's Konings kinderen, daar
het de vertrouwelijke band kent die
Zijne Majesteit de Koning aan de
Prinsen bond.
Heel in 't bijzonder denken wij aan
de Prinses van Piemont, onze Prinses
Marie-José.
Bij de droefheid om de genegen
heid komt ook de droefheid om de
verwijdering. De herhaalde reizen van
den Koning naar Zwitserland waren
voor hem de gelegenheid de Prinses
terug te zien. Een diepe genegenheid
verbond hen, en indien een vader
hart een bijzondere voorliefde voor
een zijner kinderen kan koesteren,
dan is het gewis Prinses Marie-José
die het voorwerp dezer voorliefde was
in het hart van onzen Koning.
We begrijpen dan ook ten volle de
diepte van haar leed bij deze onver
wachte tragedie.
Zooals Leopold I Belgie een plaats
in Europa had geschonken, zoo
schonk haar Leopold II een plaats
in de wereld.
Het materieel recht tot het bestaan
had ons land, dank zij de richting
door onze twee Vorsten gegeven, ver
overd.
Wij verbaasden de wereld door ons
economisch materieel.
Op sociaal gebied werd ons land
beschouwd als een proefterrein, en
te midden het zelfzuchtige liberale
kapitalisme, trok Belgie stuk na stuk
het monument zijner sociale wetge
ving op.
Voor dit land hetwelk onze twee
eerste Vorsten het recht op het be
staan hadden geschonken, dwong Ko
ning Albert I het recht op eerbied af.
De naam Belg wordt de wereld
door met eerbied uitgesproken. Want
elk Belg deelt in den roem en het
prestige van Albert I. De houding die
de Koning aan het Land op 4 Oogst
1914 heeft voorgehouden blijft een
grootsch gebaar in de geschiedenis
van ons volk.
Het werd het leed van den oorlog,
de Calvarie van vier verschrikkelijke
jaren; het werd ook, ten aanschouwe
van de wereld, de veropenbaring dat
de grootheid van een volk ligt in de
grootheid van zijn ideaal.
Albert 1 heeft dit ideaal beli
chaamd. Ten toppunt van roem heeft
hij de naam van zijn land gebracht.
Eeuwen lang zullen de namen Bel
gie en Albert, nauio verbonden, syno
niem zijn van manmoedigheid, bere
deneerde dapperheid, taaie volhar
ding, nederige, eenvoudige ten volle
zich gevende heldenmoed.
Na den oorlog heeft de Koning zich
maar dadelijk voor de groote taak
gespannen: het herstel van ons land,
en dit spijts de teleurstellingen die
politiëlegeknoei hem bezorgde.
De Ministers, onverpoosd door den
Vorst bestoken en gepraamd, bewerk
ten het wonder der Verwoeste Ge
westen, en de wereld aanschouwde
met verstomming onze verrijzenis.
Maar er moest geleefd, uitgevoerd,
markten gevonden; onze buitenland-
sche handel moest uitgebreid. Het
zijn de groote reizen van den Ko
ning, reizen waarin hij van zijn po
pulariteit gebruik miek en de oriën
tatie van de vreemde markten op
Belgie bewerkte. Volgt zijn groote
werk in Latijnsch-Amerika; volgen
zijne betrekkingen met Egypte en
zooveel andere ontelbare en onge
kende initiatieven.
De Koning ivou dat onze Kolonie
een voorbeeld werd voor elk moeder
land. Hij voelde wel de zwakheden
van deze breede Afrikaansche streek
die zich veel te snel had omvormd.
Hij was er zeer om bekommerd, en
deze bekommernis was ook gedeeld
door zijn Zoon. De Kotigo is een ko
ninklijk stuk.