Met een niet ie aanschouwen pracht en een onbeschrijflijk beeld van
grootheid en Koninklijken triomf werd Donderdag 1.1. het stoffelijk overschot
an onzen betreurden Koning Albert I, naar de Crypte onder O. L. Vrouw-Laken gebrach{
Een ontzaglijke massa bijeen gepakt langs de straten waar den begrafenisstoet voorbijtrok. 1
DE GEESTELIJKHEID
DAN NADERT DE LIJKWAGEN
DE ROUWENDE FAMILIE
DE HOOGE PERSONALITEITEN
UIT VERSCHILLENDE LANDEN
vlaggendefilé der Belgische en Franscbe Oud-Strijders, Donderdagmorgen, vóór de lichting van het Hjk.
De Begrafenis van Koning ALBERT
Nog was de dag niet bangebroken of
duizenden en duizenden trokken reeds op
tiaar de straten en plaatsen waar de treu
rige stoet zou voorbijtrekken. Van in den
nacht al waren de eerste rijen reeds bezet
door dezen die het in ieder geval wilden
öen.
In alle winkels, in de uitstalramen, prijkt
een portret van den Koning, omfloersd
met rouw.
Te 7 uur 's morgens werd de lijkkist
door onderofficieren buiten gebracht. De
mahoniehouten schrijn, waarop een zilve
ren kruisbeeld prijkt, wordt voor het
plaatsen op de affuit van de vaandels ont
bloot. Daarna wordt de Nationale Vlag
terug op de doodenkist gelegd en een wand
van Belgische vaandels omkadert de lijk
kist. Ontelbare bloemenkransen werden
daar aangebracht. Officieren houden de
wacht bij de lijkkist.
Vijf minuten na zeven uur begon de
defilee, plechtig, indrukwekkend. Uren
gaan voorbij en steeds stappen de oud
strijders, Belgen, Franschen, en nog an
deren, in breede rijen voor de lijkkist van
Het opstellen van de katafalk in de Sinter Goedeleberk te Brussel.
den Ridder-Koning. Veertig duizend oud
strijders waren naar Brussel gekomen om
een laatsten groet te brengen, maar am
per twintig duizend konnen defileeren.
Langs de straten waar de stoet zou voor
bijtrekken is te 9 uur geen plaats meer
te vinden. Ladders, stoelen, tafels werden
aangebracht om beter te zien. De vensters
en balcons zijn volgepropt. De utstaira-
men werden van hun waren beroofd en
volk heeft erin plaats genomen. Tot op
de daken is het volk geklommen'. Geen
plekje blijft onbezet en duizenden die op
gepakt staan achter de talrijke rijen, zul
len wellicht niets gezien hebben.
Aan alle huizen hangt rouw en is de
vlag half-top geheschen. Gansch het volk
draagt den rouw.
De menigte wordt op afstand gehouden
door de troepen die plaats genomen heb
ben langs weerzijden der straten waar de
stoet zou voorbijtrekken.
Duizenden oud-strijders, zoo V. O. S.-
sen als N. S. B.-ers enz. zijn een laatste
maal komen groeten voor de schrijn. Ze
zijn één in den stoet, alleen oud-strijder.
Hun vlaggen, zoowel Nationale, Leeuwen
vlaggen, Vossenvlaggen, of andere, bogen
eerbiedig.
Wat na 10 uur wordt de lijkstoet
gevormd. De affuit waarop de lijkkist is
vastgemaakt wordt gekeerd en de zes git
zwarte paarden worden eraan gespannen.
De doodsklokken der omliggende kerken
beginnen hun droeve tonen over de stad
neer te galmen. Bijna geen ander geluid,
alles is doodsch en stil. In de verte klin
ken kanonschoten, die kort elkander tot
101 maal zullen volgen.
De stoet wordt gevormd. Voorop een pe
loton bereden gendarmen.
De muziekkapel, bereden, van het gid-
senregiment.
Luitenant-generaal van Emelen, bevel
hebber der. troepen eri zijn staf.
Een afdeeling Italiaansche troepen.
Een afdeeling Britsche troepen, bestaan
de uit 7 officieren en 100 onderofficieren
en soldaten. Dan honderd matrozen van
de Koninklijke Vloot.
Een afdeeling Pransche troepen, be
staande uit infanterie, marine en lucht
vaart.
Ësn afdeeling artillerie van het 6e le
gerkorps.
Een afdeeling ruiterij van het le gidsen.
Vier afdeelingen infanterie van het 9e
linie, met den korpsoverste, vaandel en
muziek.
Een afvaardiging van de federatie der
koloniale veteranen van de burgerlijke ge-
dokoreerden 1914-1918, van de weggevoer
den, van de politieke gevangenen, van de
vereenagingen van oud-strijders, van het
verbond van oorlogsweduwen en oorlogs-
moeders.
De afvaardigingen van de eenheden en
de diensten van het leger, omvattende den
korpsoverste, een officier van eiken rang,
een keuronderöfficier, een sergeant of
wachtmeester, een korporaal of brigadier
en een soldaat.
De algemsene legerstaf.
De vaandels van de regimenten, zoowel
van deze die ontbonden zijn als van de
andere, op rijen van acht: wimpels, stan
daarden en vaandels. De onderoffiéïeren
die de vaandels moeten begeleiden zullen
naast de groep marcheeren.
EEN STOET VAN BIDDENDE
BISSCHOPPEN
Pan volgt de geestelijikheld, Mgr Mari-
nus, pastoor van Sinte Goedele en de
geestelijkheid der parochies van Sinte
Goedele en Sint Jaak op Ooudenberg. De
handen gevouwen ini een roeiend smeek
gebed tot den Almachtige, treden voort de
bisschoppen van België: Mgr Coppiëters,
Mgr Heylen, Mgr Kerkhofs, Mgr Lamiroy,
Mgr Rasneur. Achter ben de bisschoppen
van Tarbes, Rijsel en kardinaal Vernier,
aartsbisschop van Parijs. Tenslotte Z. Ex.
Kardinaal Van Roey, aartsbisschop van
Meche'len, in row^ewaad.
De Kerk rouwt om het heengaan van
den Belgischen Vorste
De geestelijkheid wofdt opgevolgd door
een bereden officier van het eerste gidsen
die den bevelhebberswimpel van den Ko
ning tijdiens den oorlog draagt, met rouw
floers omhangen. Die wimpel werd op ver
zoek van Prins Leopold uit het Leger
museum gehaald. Naast den officier, dra
ger van den wimpel, rijden twee andere
officieren.
Dan nadert de lijkwagen gevormd door
een kanonaffuit van het 14® artillerie, be
spannen met zes zwarte paarden.
Een afdeeling van het eerste regiment
grenadiers vormt de haag links en rechts
van den lijkwagen. De manschappen dra
gen het geweer aan den riem. Het militair
huis van den Koning omringt de kanon
affuit met het stoffelijk overschot.
De rouwlinten worden gehouden door de
HH. Digneffe en Poncelet, onderscheiden
lijk voorzitters van Senaat en Kamer;
graaf de Broqueville, le minister; Janson,
minister van Rechtswegen; Pierlot, minis
ter van Binnemlandsehe Zaken; de gene-
ralen Groot Lint van de Leopoldsorde Bie-
buyck en De.Ceuninck.
Op den hcelen doortocht, als de kanon
affuit met de kist in de nationale vlag ge-
huid, voorbijrijdt, hoort men de menigte
herhaaldelijk snikken. Vrouwen wisschen
tranen weg.
Achter den lijkwagen wordt het paard,
dat de voorkeur had van den Koning, ge
leid. H-et dier stapt met ge-bogen kop.
Daarna stappen achter den lijkwagen de
beide treurende zonen van Koning Albert:
Prins Leopold in uniform van luitenant-
generaal. De prins draagt zijn smart op
waardige manier, doch uit zijn gelaat
spreekt de geweldige droefheid diie het ver
lies van zijn vader hem berokkent. Rechts
en links van hem stappen prins Karei en
prins Umberto van- Italië, schoonzoon van
den Koning, echtgenoot van Prinses Ma-
rie-José.
TALRIJKE PRINSEN W. O. DE PRINS
VAN WALES EN DE PRINS-GEMAAL
VAN NEDERLAND, DE KONING VAN
BULGARIJE, DE PRESIDENT DER
FRANSCHE REPUBLIEK
En de stoet trekt verder. De mist die
over de stad hangt, wordt diohter. Volgen
nu de leden van het burgerlijk huis van
den Koning, allen in diepe smart verslon-
den-, de Staatshoofden en de buitenland-
scbe afgevaardigden.
De H. Lebrun, Voorzitter van- de Repu
bliek; Barthou, Fransch minister van Bui-
benlandsche Zaken; maarschalk Pétain-;
Magré, secretaris van het voorzitterschap
van de Republiek; generaal Braconnler;
de H. De Pouguieres, hoofd van de pro-
tokool.
De prins van Wales; veldmaarschalk
lord Allenby, sir Roger Keyes, vlootadmi
raai; sir John Salmon, maarschalk van
het luchtwezen; een Zuid-Afrikaanse he
minister; sir Godfrey Thomas, privaatse-
kretaris van dien prins van Wales.
Prins Nikolaas van Roemenië, vergezeld
van een- talrijke afvaardiging; Prins Gus-
taaf-Adolf van Zweden; de prins-gemaal
van Nederland, prins Felix van Bourbon;
de koning van Bulgarije en prins Cyrillus;
prins Axel van Denemarken; de prins van-
Si am en de gevolmachtigde ministers uit
alle landen van de wereld.
Vervolgens de leden van het diplomatiek
korps geleid door Mgr Mkara, pauselijke
Nuntius; de voltallige ministerraad; de
ministers van Staat, de leden van Senaat
en Kamer, onderwie talrijke socialisten,
en de -burgerlijke en militaire overheden;
de luitenant-generaals, de hooge ambtena
ren, de gouverneurs der provincies, de be
stendige afgevaardigden, de konsuls, enz.
Ten slotte de vlaggen van oud-Strijders
en vaderlandsche vercenigingen en heel op
het eind, twee adfeelingen van het eerste
gldsenregiment, twee afdeelingen van het
6® en 14e artallerie-regiment en een peloton
bereden rijkswacht.
Op dit oogenblik galmen de doodsklok
ken van Sinte Goedele.
Daarna trekt de stoet, in zelfde volgorde
als hierboven, naar Laken, waar het stof
felijk overschot in de crypte van de kerk
van O. L. Vrouw van Laken zou geplaatst
worden.
Het gevolg stapt in rijtuigen om de
tocht aan te gaan.
Aan de laatste rustplaats gekomen,
wordt de affuit met het stoffelijk over
schot van Koning Albert op (het voorplein
geplaatst, waar hij een laatste maal de
troepen, In zijn doodenslaiap, in oogen-
schouw zal nemen. Officieren houden de
eerewacht rondom de affuit wijl de Prin-
sen en Personaliteiten plaats nemen qu
tribune.
Na de defilee der troepen werd het stw
felijk overschot van onzen Koning
naar zijn laatste rustplaats gedragen.
Onder de laatste kloppen der klokken
de salvo's der kanonnen gaat de
stilaan uiteen, met den rouw in het haX
om het groot verlies dat het lan-d komU
ondergaan, maar tevens met voldoenL
omdat het een laatste groet en hulde
gebracht aan onzen heldhaftigen Korte
Albert I. 1
Hij ruste in vrede.
IN SINTE GOEDELE
Onder het luiden der klokken wordt de
Hjkkist van de affuit genomen en in de
kerk gedragen, terwijl het eerste klaroen
geschal weerklinkt. Het is 11 u. 10.
Achter de lijkkist stappen de Prinsen
binnen, dan de regeering en de andere
personaliteiten.
Gansch de kerk is met rouwgewaad ge
drapeerd.
Onmiddellijk begint de doodsnüs. Z. Em.
Mgr. Van Roey draagt het H. Misoffer op.
De Paus-mis van Tinei werd uitgevoerd
door het St Romboutskoor van Mcchelen.
Na het H. Misoffer werden de absouten
gezongen en daarna door de muziekkapel
der gidsen wordt het Vaderiandsch Lied in
gedempten toon gespeeld.
DE LIJKBAAR WORDT VOOR IIET PALEIS OPGESTELD,
Vorming van den grootschen stoet op de Palelzenplaats. Titanic», het geliefkoosd paard van Z. M Kon ine- au,„„(
Volgen: Prins Leopold, Prins Karei en Prins Umberto. 'n° Albert In den stoft.