SPRUTOL
SINKSEN
De Kalvarie
Ontwapening
ZONDAG 20 MEI 1934.
KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD.
31° JAAR. Nr 29.
POLITIEKE KRONIEK
de hernieuwing van het
wonder van den
h. januarius
^ïcoreiwyppelIER-TAFFIN
Minister JASPAR
aan hel woord
sproeten™,
1 Verkrijgbaar in alle Apotheken. B
Laatste Berichten
stort 11,70 frank
Donderdag morgen doet een nieuwe ontploffing
zich voor in zelfden mijnader
Reddingsploeg zwaar getroffen - Opnieuw 14 dooden en 7 gekwetsten
TE PATURAGES
42 Dooden. - 4 Gewonden.
Koning en Ministers op de plaats der ramp
DE POPERINGENAAR
Uitgever:
SANSEN-VANNESTE
POPERINGE
Telefoon N' 9. Postch. N' 15.57C
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binnenland 18,60 fr.
Belgisch Congo 1 35,fp.
Frankrijk 35,tr.
Alle andere landen 55,fr.
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel l.CO fr.
Kleine berichten (minimum) 4,00 fr.
2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur.
Berichten op 1* bl. per regel 2,50 fr.
Berichten op 2* bl. per regel 1,75 fr.
Berichten op 3" bl. per regel 1,50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7,00 fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aonraeg.
Annoncen zijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden worden. - Kleir.e
berichten tegen den Vrijdag noen.
WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN.
Over vijftig dagen is de Heer weer
levend geworden. Had de Vader moe
ten weten dat zijn Zoon niet meer
zou verrijzen, Hij ging Hem niet la
ten sterven ge kunt dat peinzen.
Hij ging Hem niet laten begraven
gij ziet dat van hier.
En werkelijk herleefde Hij op
Faasehmorgen.
Over tien dagen deed Hij zijn leer
lingen opzien een heelen tijd lang
naar zijn wonderbare hemelvaart.
En nu zijn ze in het cenakel ver
gaderd; plotseling begint het als voor
een donderweer. De hemel is blauw
nochtans gelijk altijd binst dit jaar
getijde in die streek.
Welke hevige wind steekt er op?
Hun verschijnen verspreide vurige
tongen, en allen worden vervuld van
den H. Geest en spreken verschillen
de talen. De menigte staat verbaasd.
ZE ZIJN ZAT
Als met een magnetische kracht
bezield, den fluide der liefde
spreken de eerstelingen der kerk; zi;
weten wat ze zeggen; een hoogere
geest beheerscht hun informatie
dienst. Er zijn sceptiekers die lachen
met hun geestdrift: «De zoete wijn
gaat naar hun hoofd, ze zijn zat.
Waarlijk zijn ze als dronken van den
spiritus, waarin ze smaak vonden,
den H. Spiritus.
Hun woorden zullen door spotters
als dwaasheid aanzien worden, maar
hun belanglooze liefde zal op den
duur ook voor hun vijanden sympa
thiek worden. Petrus spreekt zijn
volkstaal die op dien hoogdag litur
gisch klinkt en door alle volkeren
als een moedertaal verstaan wordt.
Nieuwsgierigheid, verrassing. Met één
slag is hij populair. Hij heeft kon-
takt genomen met de volksziel, hi;
wint het vertrouwen en vindt den
weg naar 't hert. Zijn vurige tong
improviseert hem predikant en paus,
hij spreekt en leest zijn eersten we-
reldbrief af.
Dat is een type zeggen de toe
hoorders, en bij duizenden bekeeren
ze zich.
Er zit daar een verborgen kracht
achter, een naamlooze, de geest van
God zelf.
VURIGE TONG
Een vurige tong is ernstig. Zij is
niet slaperig en wordt niet laf tien
maal per dag. Een vurige tong de-
klameert niet voor de galerij met
een schijn van zelf niet te gelooven
wat zè zegt. Een vurige tong galmt
uil, zoo klinkt het niet, zoo botst het,
met coups de languevoor al die
't hooren wil of ook niet hooren.
Een vurige tong kent geen koude
berekening of winstbejag, zij predikt
zich zelf niet, maar een Gekruiste.
Zij spreekt tot de massa over toe
komstig geluk en die volksmassa die
t geluk altijd zoekt en ook altijd
vlucht luistert gretig. Zij spreekt voor
den man-in-de-straat, die benauwd
is van 't Goddelijke en er toch naar
hunkert.
Een vurige tong verwacht niets van
haar welsprekendheid; aUes verwacht
ze van een eenvoudig gebed, alles van
een diepgevoelde vernedering, van
een schop in de broek; zij verwacht
het sukses van wege de openbare te
genspraak, van wege het gevang en
den pak geeselslagen. Een vurige tong
bedankt ervoor, want ze weet wel
van wien het komt. Zij weet zoo wel
dat de vervolging nog het best is van
alies, wat kan overkomen om nieuwe
aanhangers voor de goede zaak te
winnen.
REDETWIST
Gij voigt die twaalf, ieverig wer
kend, elk in zijn kring. En gij rede
neert:
Al goed en wel, maar die man
nen zijn raclikalen, bij hen is 't al
of nieis.
Ja.
Echte revolutionnairen, ze wer
pen alles omver en gaan voor niets
achteruit. Ze kennen de techniek der
propaganda en de kernmethode.
Ja, en ze noemen elkaar broe
der» in familiegeest.
Ze hebben volmacht, ze voeren
gezag tegen sterren en wind. Als fas
cisten van onzen tijd.
Hm!
Kommunisten ook, want ze ver-
deelen alles onder elkaar.
Ze zijn noch radikalen, noch re
volutionnairen, noch fascisten, noch
kommunisten, 't zijn apostelen, kort
weg. Hun werk is bovennatuurlijk of
't is niets. Hun arbeid is een hooger
ingrijpen... Vindt gij een beteren
uitleg met andere oorzaken, spreek.
Te voren gingen ze uit hun weg als
ze een Farizeër tegenkwamen of een
anderen vijand en nu kijken ze vlak
In hun wezen, ze hebben goesting
naar 't gevang of de marteldood.
Zeldzame liefhebberij.
Welk is hun programma?
Christus.
Ze zijn als bezetenen.
Van den H. Geest. Door dien
derden Persoon van allereerste ge
halte werden zij omschapen in echte
persoonlijkheden. Zij hebben alles
geleerd ineens en hebben er geen zeer
hoofd van. Ze zien ver, breed en diep.
De wereld zal niets kunnen tegen
hen, zij zuilen zelf de wereld ver
overen. A. B.
Ook dit jaar, op 6 Mei 1.1., heeft het
vloeibaar worden van het bloed van den
H. Januarius zich te Napels herhaald.
Het geschiedde te 7 u. 25 's avonds toen
de plechtige processie zich van de kathe
draal naar de basiliek van Santa Chiara
begaf. Een ontzaglijke menigte was ln de
basiliek samengedrumdhaar geestdrift
was overweldigend. Na twee minuten was
het bloed in volledig vloeibaren toestand,
en het wonder werd met klokkengelui
van alle kerken aan de bevolking bekend
gemaakt.
lUIBBBBBBBBBBBEIBBBBBSaBBBBE
BELGISCHE FABRIEK VAN
Er is geen flaganter tegenstelling
denkbaar dan deze titel. Tien jaar
geleden zou hij misschien een vrij
moedige publieke reaktie uitgelokt
hebben. Thans is er omtrent geen
sterveling die zich nog warm maakt
voor de ontwapeningsgedachteSchiet
ze op of blijft men erop zeuren, nie
mand die het zich aantrekt. Iedereen
is bij voorbaat overtuigd dat het resul
taat een negatieve beteekenis krijgt.
Ten andere weet iedereen pertinent
goed, dat er noch sprake is van ont
wapening, noch van vrede. Ten hoog
ste mag er eens schuchter beweerd
worden dat het misschien (de 100
zekerheid is -op verre na niet bereikt)
tot een zekere beperking der bewa
pening n komt. En zelfs hiervoor valt
op verre na geen geestdrift te be-
speure Ware 't niet van de wan
hopige pogingen van den labour-af-
gevaardigde sir Arthur Henderson,
dan ware de ontwapeningskonferen-
tie sedert lang roemloos uitgeteerd.
De vrees dat ze haar bestaan niet
lang meer rekken zal is verre van
ongegrond.
De katastroof van 1914-18 is reeds
veel te ver van ons af opdat ze nog
voldoende kracht zou uitstralen om
de eerste stap naar een nieuw kon-
flikt te verhoeden. De les is nochtans
hard genoeg geweest. Doch is er wel
een les hard genoeg voor de mensch-
heid? De jongste oorlog is op verre
na de eerste les niet geweest, en zal
jammer genoeg ook de laatste niet
zijn. Hoe scherp een konftikt ook in
het merg der betrokken generatie
dringt; de scherpte staat in omge
keerde evenredigheid met de komen
de geslachten. En voor de knapen-
schap van nu is de wereldoorlog ver
vallen tot een geschiedkundig feit,
dat ze te memoreeren krijgt, net als
zooveel andere. Juist diezelfde kna-
penschap staat morgen op de bres
voor het leven. Welke waarde behoudt
dan nog het verleden voor haar?
De Thomas-ongeloovigheid is zoo
algemeen-menschelijk dat zelfs de
gruwelijkste waarheden vervallen tot
fantazie- en sprookjesniveau. Binnen
enkele jaren wordt de laatste oorlog
nog een vruchtbaar veld voor groot
vaderlijke verhaaltjes. En daarmee
zal 't ook al zijn.
Het is de tragiek van de mensch-
heid. Noch verleden noch heden staan
borg voor de tqekomst. Noch de zond
vloed, noch Sodoma en Gomorrha
hebben de mensch geleerd. De mensch
is eenvoudig niet te leeren. Sedert
Ahasverus de vlam in Christus' oogen
opving en tot zwerven gedoemd werd,
is zijn lot het lot geworden van de
miljoenen die na hem gekomen zijn.
Wij verbranden wat onze voorouders
aanbeden hebben, en onze kinderen
zullen aanbidden wat wij verwerpen.
Clovis heeft geen navolgers gevonden
op leeken-terrein. En de tegenstelling
oud en jong is geen ijdel woord.
Doch niet enkel de opeenvolgende
generaties, die uit den tijd ontstaan,
zijn oorzaak dat de les van 1914 tot
een verouderde foto vervaagde.
Er is deze tijd zelf. Niemand zal
durven beweren dat we bij het cul
minatiepunt eener bloeiperiode staan.
Integendeel. We hebben zoo den in
druk dat ive feitelijk de nevel zijn
waardoor de zon poogt te boren.
Het erfdeel dat we enkele jaren
geleden meegekregen hebben, kun
nen we maar niet exploiteer en. Het
is een hopeloos trachten en zoeken
naar nieuwe vormen, nieuwe waar
den, nieuwe inzichten. Het legt er op
aan dat onze generatie eerst moet
geofferd, vooraleer er wat licht op de
aarde schijnt. Van een feit zijn we
echter zeker. Er wordt in deze tijd
van alles geëxperimenteerd voor en
tegen ons. Het ergste is dat alle ex
perimenten aanvaard worden, juist
omdat het experimenten zijn. Al wat
voorloopig en onstabel is gaat door
de zeef. Maar de groote, stabiele
waarheden schuiven ice eenvoudig
van ons af.
Volkerenbond, ontwapeningskonfe-
rentie, verdragen-furia, allemaal tee
kenen van dezen tijd, pogingen om
licht te scheppen in de duisternis.
En quasi-allemaal mislukkingen. Geen
enkele poging naar vast evenwicht
wordt met welslagen bekroond. Het
lijkt de kunstenaar die de vlam der
schepping in zich voelt branden,
maar vruchteloos zijn leven verslijt
om het erts van de diamant te schei
den.
Et in terra, pax hominibus, bonce
voluntatis Zoo klinkt toch de bood
schap!
Laat ons nu een oogenblik veron
derstellen dat er een solied ontwa
peningsverdrag tot stand komt, wie
zou op de duurzaamheid ervan dur
ven bouwen? Niemand! Omdat er geen
zier wederzijdsch vertrouwen meer
bestaat. In al het zoeken en pieke
ren naar nieuwe levensbronnen, werd
juist het elementairste aller gevoe
lens opgegeven: het vertrouwen. Zon
der vertrouwen geen deugdelijk re
sultaat.
Spreekt eens van vertrouwen tus-
schen Frankrijk en Duitschland.
Want terwijl de gruwel van den oor
log door den tijd uitgeveegd wordt,
terwijl de meestersvan heden,
zegge de menschen, icanhopig wor
stelen om uit den stikkenden chaos
te geraken om een beetje gezonde
lucht op te snuiven gaat het duel
Frankrijk-Duitschland zijn gang. In-
tusschen gebeurt het onvermijdelijke.
Het probleem is zeer elementair en
zeer klaar gesteld tusschen die twee.
Voor Frankrijk geldt het: hoe blij
ven wij gewapend en hoe beletten
we Duitschland van zich te herbe
wapenen zoodanig dat het voor ons
niet gevaarlijk wordt.
De Duitsche stem roept: Te Ver
sailles werd er beloofd te ontwape
nen. Die belofte is tot hiertoe niet
verwezenlijkt. Welnu wij eigenen ons
dan ook het recht toe groote mensch
te worden, ergo we wapenen ons.
Hoe die twee uitersten kunnen of
zullen verzoend worden is ons een
raadsel, of beter welk wordt het uit
eindelijk resultaat van die botsing?
Per slot van rekening zcordt dat
duel een uitgebreide strijd tusschen
twee kampen, want beide thesissen
hebben noodzakelijkerwijs hun aan
hangers.
Intusschen worden nieuwe genera
ties gebouzvd, nieuwe uitkijkposten
gemetseld en een nieuwe toekomst
voorbereid. Met dergelijk materiaal
is de uitkomst fataal.
De mizerie der ontzoapening is een
voudig een treffende illustratie van
deze waardelooze tijd. Het volslagen
gebrek aan vertrouwen heeft zich ge
concentreerd op dit bij uitstek inter
nationaal terrein. Wanneer deze we
reld de elementaire levenswaarden
zal herwonnen hebben, zal het oni-
wapeningsvraagstuk van de baan
zijn, juist als de krisis ten andere.
De mensch hoeft zich niet te bekla
gen. Hij krijgt waarop hij recht
heeft. Het ergste is dat hij in zoo
verre verdoofd is dat hij het niet
eens voelt.
Als de komende generatie' de be
teekenis van 1914-18 verliezen is het
hun schuld niet. Slechts zoat beleefd
wordt drukt betrekkelijk lang en diep
zijn stempel. Maar als de huidige ge
slachten hun tijd verliezen aan beu
zelarijen bij gebrek aan ernst en
diepte, dan valt er geen verontschul
diging in te brengen. Wie niet hoo
ren wil moet voelen.
Sir Arthur Henderson spanne zich
nog zoo prijzenswaardig in.
Het antagonisme tusschen twee
rassen wordt niet opgelost te Ge-
nève.
En de toekonzst van Europa, van
de geheele wereld berust noch in Go-
bineau's rassentheorie, noch in So-
delo's princiepen van geweld, noch
in Marx' klassenstrijd.
Ze is in verzekerde bewaring te
Rome.
En Rome wacht op een teeken.
Hopen we dat de meesters van
moregnnog een kans krijgen vóór
het ergste gebeurt.
(Verboden nadruk.) Herwig.
eSlSaSSBSSBBIBBlBBBBBBmBBBSBB
GEEN INFLATIE
MAAR DEFLATIE
Woensdag avond sprak Minister Jaspar
voor de radio. Hier zijn rede weergeven
is ons onmogelijk gezien dit veel te lang
zou loopen. Hier geven wij echter de
grootste lijnen:
Geen inflatie;
Politiek van deflatie-vermindering van
levensstandaard
Vermindering der uitgaven in de ver
scheidene Ministeries, in verhouding
met de daling van het Indexcijfer;
Vermindering van verscheidene belastin
gen of taksen;
Verlaging van den intrest;
Fiscale vereenvoudigingen;
Stevigheid van den frank;
Het in evenwicht houden der begrootin-
gen;
Verbetering bewerken van den eeonomi-
schen toestand.
Deze rede was uiterst belangrijk en be
wees nog eens te meer hoe moeilijk het
is in deze huidige tijden een Land te be
sturen en te beheeren, en hoe onze te
genwoordige Regeering wel degelijk op de
hoogte is en blijft van hare taak.
komen vroeg in het voorjaar.
1 Voorziet Udaarom tijdig van een pot 1
BE VROEGERE GROOTE RAMPEN
IN BORINAGE
Ten allen tijde is het Zwarte Land door
vreeselijke mijnrampen geteisterd gewor
den:
In 1819. in den put Grande-Veine, te-
Wasmes: 91 dooden.
In 1821, Escoulïiaux: 25 dooden.
In 1831, Grande Veine du Bois d'Espi-
nois, te Elouges: 36 dooden.
In 1836, Grand Buisson: 22 dooden.
In 1841, La Boule, te Paturages: 28
dooden.
In 1845, Nord du Bois de Boussu: 42
dooden.
In 1850, Ri-eu du Coeur: 76 dooden.
In 1852, Longterne-Ferrand66 dooden.
In 1852, Longterne-Trichère24 dooden.
In 1865, Midi de Dour: 57 dooden.
In 1868, Produits: 55 dooden.
In 1871, put 3 van Hornu et Wasmes:
35 dooden.
In 1875, l'Agrappe: 112 dooden.
In 1879, L'Agrappe: 121 dooden
In 1880 had een vreeselijke mijnramp
plaats in den put Gmnd-Buisson; in 1886
in den EscoufEiaux; in 1887 te La Boule;
in 1892, in den Agrappe; in 1894 in den
Sans Calotte; in 1901, in den Grand-Buis-
son; in 1827, Levant de Mons; in 1930, te
Elouges. waar overal talrijke slachtoffers
te betreuren waren.
«o»
Vrijdag, 13 uur.
De officieele cijfers zijn als volgt:
57 dooden
17 gekwetsten.
Alle reddingswerken zijn opgegeven; de
mijn is onder water gezet; 32 lijken zijn
er in gebleven. Alle hoop ze ooit terug te
vinden is opgegeven.
DE LIJKPLECKTIGHEDEN
zullen plaats hebben Zaterdag.
Z. EM. MGR VAN ROEX
Aartsbisschop van Mechelen, zal de rouw-
plechtigheden komen bijwonen.
IN DEELNEMING
zullen alle koolmijnen in 't Land Zaterdag
gesloten blijven.
lEBBSaaaSQ^BSBSSBBSSËSSSSSBEi
op postcheckrekening nummer 15.570 van
V. SANSEN-VANNESTE, Poperinge, en
ons blad wordt U wekelijks toegezonden
van nu tot Nieuwjaar.
Abonnementsprijs voor FRANKRIJK
van nu tot einde jaar: 25,50 fr.
EEN DER GEWONDEN OVERLEDEN
Een van de opgehaalde gewonden is
Woensdag namiddag aan de gevolgen der
vreeselijke brandwonden overleden
De Mijnbestuurder en twee ingenieurs omgekomen.
De lijkkisten der eerste ramp worden vermeerderd met die der tweede. Be zaal
voor de stortbaden werd tot voorloopige depot herschapen.
hij niettemin zich bij de reddersploeg
voegde en de dood vond in de mijn.
Later werden de lijken van de H.H.
Sottiaux, Van Molle en Delorgne boven
gehaald. Er bestaat bijna zekerheid dat
geen enkele man die nog vermist wordt
in de mijn levend zal teruggevonden wor
den zoodat men ze als dooden mag mee
tellen.
Om de reddingswerken voort te zetten
daalde later de reddersploeg van Char
leroi in de mijn. Aan den ingang der
mijn waren er tientallen mijnwerkers die
zich voorstelden om hun gevallen mak
kers ter hulp te komen.
De nieuwe ramp eischte 14 dooden, wat
het getal der slachtoffers der twee ont
ploffingen op 56 brengt.
DE KONING WEEROM TER PLAATS
Zoodra de Koning uit Beverloo terug
gekeerd was te Brussel, is hij alweer naar
Paturages afgereisd waar hij in der na
middag toekwam en naar de infirmerie
ging waar hij het Ridderkruis spelde op
de borst der ongelukkige verongelukte
ingenieurs. Hij begaf zich nogmaals aan
de sponde der gekwetsten om hun moed
in te spreken. De Koning was diep ge
troffen door de schrikkelijke gebeurte
nissen.
Z. EXC. MGR. RASNEUR, BISSCHOP
VAN DOORNIJK, TER PLAATS
Z. Exc. Mgr. Rasneur, Bisschop van
Doornijk, kwam ook ter plaatse de ge
kwetsten opbeuren en om een laatsten
zegen te geven aan de gruwelijk verminkte
lijken die reeds bovengehaald waren.
(Zie vervolg 3' kclomj
VERSCHEIDENE GEBROERS ONDER
DE SLACHTOFFERS
DEELNEMING IN BINNEN- EN
BUITENLAND
IN ANGSTIGE VERWACHTING STA/N DE BLOEDVERWANTEN, WERK MAKKERS EN KENNISSEN DER SLACHT-
OFFERS VOOR DE GES .OTKN POORT DER MIJN, VERDER NIEUWS TE VERBEIDEN.
Rond 8 uur in den avond van Dinsdag
laatstleden was op den koer van de kool
mijn van Fier van Lambrechies te Patu
rages de aflossingsploeg gereed om in de
mijn te dalen, toen almeteens een hui
zen hooge vlam uit de mijnschacht kwam
en zij een grooten schok voelden in den
grond.
De mijnwerkers wisten dadelijk wat
vreeseiijks zulks zeggen wilde: ergens in
de mijn, diep onder den grond, had een
vreeselijke grauwvuurontploffing plaats
gehad.
Onmiddellijk telefoneerde men naar de
koolader gelègen op 805 meter diepte
waar gewerkt werd door een pleeg van
46 mijnwerkers, maar men kreeg geen
antwoord. Hulpploegen vormden zich da
delijk. en vc&rzien yan helmen en gas
maskers trokken zij de ciepte in, om zoo
mogelijk nog de ongelukkige werklieden
in de mijn ter hulp te komen.
In den geteisterden mijngang gekomen
bestatigden zij vreeselijke verwoestingen.
Overal hadden zich instortingen gedaan,
zware steunbalken lagen versplinterd en
er heerschte een verstikkende hitte.
Met alle moeite kon men 5 gekwetsten
vinden die aanstonds naar boven werden
gebracht. Zij waren alle vijf erg verbrand
over gansch het lichaam.
Van de overige 41 zou men geen enkel
nog levend vinden. Ondertusschen was
brand ontstaan in de mijn waardoor de
reddingswerken nog fel bemoeilijkt wer
den. Steeds zocht men voort naar de lij
ken en in den middag van Woensdag had
men reeds 12 lijken geborgen. Sommige
lijken waren letterlijk doorzeefd van de
keien die diep in het vleesch gedrongen
waren, wat getuigt van de ontzettende
macht der ontploffing. Alle kleederen wa
ren afgerukt of verbrand.
Om het vuur te bemeesteren werden
steenen en cement aangebracht om zoo
noodig de in vlam zijnde gaanderijen
dicht te metselen. Het vuur kon later
evenwel beperkt gehouden worden tct ze-
Ten teeken van rouw hebben Donderdag
namiddag Kamer en Senaat besloten de
zitting te heffen en e-ep afvaardiging te
sturen naar de plaats des onheils.
Uit vele plaatsen en van wege veel
vreemde regeeringen zijn berichten van
deelneming toegekomen. De Duitsche red
dersploeg van Essen boden telegrafisch
hun diensten aan om de reddingswerken
voort te zetten.
Verscheidene giften kwamen reeds toe
om steun en hulp te verleenen aan de zoo
diep getroffen families.
kere punten, maar instortingen doen zich
gedurig weer voor, wat een nieuw gevaar
brengt van de reddingsploegen.
De opgehaalde lijken werden onderge
bracht in de badinrichting der mijn.
VREESELIJKE TOONEELEN
hebben zich aldaar afgespeeld bij de ake
lig misvormde en zwart geblakerde licha
men gehuld in hun spierwit doodslaken
in de met aller haast bijgehaald, doods
kisten werden bijgeze
Deze hartverscheurende tooneelen her
haalden zich telkens de lift met haar
droeven last uitgestrekt op eene draag
baar boven kwam.
Vrouwen wier de tranen het gezicht
verduisterden bogen zich over die zwart
blauwachtige doodenmaskers en trachtten
er te vergeefsch nog een trek in te her
kennen van deze welke haar zoo lief was.
Al wat men zien kon, waren akelig ver
trokken docdenmaskers die zwart vlek
ken uit de witte lakens.
Eu hun aantal groeide steeds aan.
DE KONING EN DE MINISTERS
VAN CAUWELAERT EN VAN ISACKER
TER PLAATS
Om 3 uur namiddag op Woensdag
kwam de Koning te Paturages toe en be
gaf zich onmiddellijk naar de geteisterde
mijn. Zijn Majesteit liet zich inlichten
over de vreeselijke ramp, deed zich de
reddingsploegen voorstellen. De mannen
kwamen voor, gansch beslijkt en door
drenkt. Voor allen wist hij een dankwoord
en hij drukte hun de hand.
Vervolgens ging hij een laatste groet
brengen aan de zoo deerlijk verminkte
lijken die reeds bovengehaald werden
waarna hij een bezoek ging brengen aan
de gekwetsten. Daarna is de vorst naar
de hoofdstad teruggekeerd.
In den morgen waren reeds Ministers
Van Cauwelaert en Van Isacker ter
plaatse geweest.
Reeds waren 18 lijken der ramp van
Dinsdag opgehaald, Donderdag morgen,
toen rond 10.20 uur een reddingsploeg in
de mijn daalde om de andere redders, die
reeds uren zwoegden om de lijken te be
vrijden, af te lossen. Pas was de aflos
singsploeg op een diepte van 400 meter
gekomen of zij werden een nieuwen
schok gewaar. Iets ergs vreezende beslo
ten zij toch maar verder de mijn in te
gaan. Op de hoogte gekomen van den
mijnader waar Dinsdag de vreeselijke
ramp zich voordeed, bemerkten zij groote
stofwolken en rook, allerlei steenen en
stukken hout die rondgeslingerd waren
en daar tusschenin menschelijke licha
men.
In allsrhaast, in een atmosfeer van
ontzetting, snelden de moedige redders
ter hulp der kameraden en 8 mijnwer
kers, gekwetst, konnen naar boven ge
bracht worden.
De nieuwe ramp, die spoedig dooi de
bevolking vernomen werd, vervulde ieder
een met ontzetting. Ook vernam men wel
dra dat van de gunsche reddersploeg, ge
troffen door de nieuwe grauwvuurontplof
fing, velen nooit meer levend zouden bo
ven kimen. Onder de ongelukkigen be
vonden zich de mijnbestuurder Allard, de
ingenieurs Sottiaux en Van Molle, de
toezichter der mijnen Delorgne, een chef-
porion, en de overige waren moedige
werklieden die hun getroffen kameraden
waren ter hulp gekomen.
De ontsnapten waren diep onder den
indruk van hetgeen voorgevallen was en
als met stomheid geslagen. Als tragische
bijzonderheid dient gemeld dat Ingenieur
Van Molle de nieuwe ramp vreesde, dat
Bijzonder tragisch heet het feit da. er
zich verscheidene gebroeders onder de
slachtoffers bevinden. Het zijn onder
meer: Zéphir en Gustave Garet, Louis en
Noël Cornet, Albert en Jules Huart, Alfred
en Louis Cousin, Adelson en Pierre
Aucquier, Achille en Aarthur Lermu-
nieux, Leon en Fernand Dehon.
DIEPEN ROUW
Gansch de koolmijnstreek Is door de
gruwelijke ramp in rouw gedompeld. Aan
de gevels der werkliedencentralen hangen
nu de vlaggen half-top. De tegenwoordige
ramp komt juist op een oogenblik van
moeilijkheden in de mijnstreek. De loo-
nen dienen verlaagd, volgens de bazen,
maar de mijnwerkers willen daarvan niet
hooren. Immers het gaat reeds zoo slecht
en hun loon schommelt wel eens maar
meer rond de 26-35 fr. alswanneer zij
troegper van de best betaalde werklieden
ter wereld waren
Donderdag 1.1. moest een referendum of
volksstemming onder de mijnwerkers
plaats hebben om te weten of men wel
of niet in staking zou gaan als protest te
gen de bedreigde loonsverlaging. Volgens
de laatste berichten is deze kwestie voor
een bepaalden tijd weerom uitgest -ld.
De aunplakbrieven die opriepen voor
het referendum dat Donderdag moest
plaats hebben, zijn alle beteekenis kwijt.
Wie kan er nog denken aan strijd nu dat
41 menschenlevens met een slag werden
vernietigd, nu dat er zooveel huishoudens
in ramp gedompeld werden.
De verslagenheid is algemeen en zwaar
de rouw die voor een oogenblik althans,
alle veeten doet vergeten.
De Koning op de plaats des onheils. Kening Leopold III, in gezelschap van
Ministers Van Cauwelaert en-Van Isat-i espreekt roet üe ingenieurs over de
oorzaak J.r ramp.
Be redders, niets vreezend, voorzien van hunne gasmaskers, snellen ter hulp der
verongetiktrn.