INHULDIGING VAN HET BELFORT m IEPER IN FEEST PETER BEXOIT-FEESTEN TE HARELBEIE De vooravond van den grooten dag De groote dag Een paar zijkantjes c<v WERKELIJKE V00RDEELEN De aankomst van den Koning ter Statie. Aan *iin linkerkant Heer Baels, Gouverneur var West-Vlaanderen; rechts Heer .1. Van der Ghote, Burnemee«ter van leper. Op tweede rii Graaf de Brcqueville, F.erste Minister; Heer CHn- ckemaiüie, Arrondissementsfeommissaris. KEUS GOLIATH DOET ZIJN INTKEDE TE IEPER Zaterdagavond keerde reus Goliath te leper terug, na een raadselachtige ver dwijning van twintig jaar! Wie dacht er aan hem, bij de bange vlucht in 1914? Goliath moet ook onbarmhartig door het oorlogsvuur verbrand zijn. Maar hij is dan uit zijn asch herrezen en plechtig keert hij in de nieuwe en toch aloude stede terug, want zijn er steenen gevallen en stsenen weer samengemetst, de ziel van leper is nooit gestorven. Rond 7 uur, zooals aangekondigd, deed de reus Goliath, in zijn splinternieuw Turksch pak, zijn blijde intrede. Zijn naam heeft hij waarlijk niet gestolen, want hij meet 7 m. 50 en wordt door vier kloeke mannen gedragen. Op het stadhuis wordt hij opgewacht door den gemeenteraad, waarbij zich veel notabelen der stad hadden gevoegd. Be geleid door de Harmonie «Yprianade fraaie groep «Reuzinnetjes», zijn lijf wacht roode en blauwe kabouters, voerde hij er de mooiste zijner rondedansen uit. Naar oud gebruik kwam de Iepersche Reus langs de Torhoutstraat binnen, waar eertijds de Thorrepoort(Tor houtpoort) stond 'en waarnaar dan ook het Reuzsnliedje gemaakt werd. Het luidt als volgt: Reusje kom de Thorrepoort in, de LThorrepcort in, Al dansen in. Keer U eens om, Reusje, Reusje, Keer U eens om, Reusje kom. De stoet trekt dan van aan het Stad huis door de bijzonderste straten van de stad, om daarna stil te houden op de Van den Peereboomplaats. Na eenige oogenblikken valt het rumoer stil, daar zich de eerste klokkentonen van het Beiaardconcert laten hooren, dat prachtig over de stede weergalmde onder de kun stige handen van den Heer Victor Van Geyseghem, uit Mechelen, die met de Rubensmarsch van Peter Benoit, het concert inzet. Daarna kwam «'t Visscher- tjeen «Van twee Coninckskinderen van Van Duyze, dat veel bijval genoot en dat op vele plaatsen door de geest driftige menigte medegezongen werd. Volgden twee Engelsche liederen van Ste phen O. Foster, die de Engelsche Kolonie medezingt, om daarna te eindigen met de Eerste Sonatina van Ignace Pleyel. Om 21 uur vergastte ons de harmonie Ypriana op een puik en uitgelezen pro gramma. We kregen menige mooie stuk jes te hooren, waaronder we kunnen aan stippen Guillaume Teilopeningstuk, door Rossini; Droomerijvan Peter Be noit, en «Scènes Alsaciennesvan Mas senet. De heer Frans De Ridder, eerste prijs aan het Koninklijk Conservatorium van Gent, bestuurder der harmonie, heeft onder zijne leiding de harmonie reeds hoog opgevoerd. Het programma was fijn gekozen, wel verzorgd en ten volle in den smaak van het volk. Om 21.45 ure zien wij den grijzen bei aardier Jef Denijn, uit Mechelen, waar van het niet meer noodig is den lof te verkondigen, den wenteltrap van den sta- tigen Belforttoren bestijgen en menige menschen van zijne jaren herinneren zich nog zijne concerten van voor den graag terugkeeren, want ze weten dat hij kan en wat hij vermag. We moeten dan |ook niet lang wachten of daar vallen van uit de bronzen klokjes teere tonen naar I beneden, als diamanten paarlen over de hoofden uitgestrooid. Het is immers het 'gekende stuk «De liefde op 't IJs», door (F. Houbin, dat gespeeld wordt. We hooren 'dan nog 't Roosje uit de Dalen», van Volckerick, dat ons menige jaren doet te rugblikken op ons Jeugdig lenteleven, om daarna een mooien, aangenamen Hut sspot van oude Vlaamsche liederen ten gehoore krijgen. En het kunstig concert eindigt met het Fransche, Engelsche en Belgische volkslied Om 22.15 ure grijpt de taptoe van het jaar 1830 plaats, die bestaat uit mannen, gekleed als de soldaten van de omwente ling, met de blauwe blees en den rooden halsdoek, voorafgegaan door trompers en trommelaars. Intusschen is het maantje aan het pinkoogen gegaan en heeft de stad in duisternis gedompeld. In esns worden de ;22 schijnwerpers aangestoken en hunne verblindende stralen worden al over het Belfort uitgegoten. De prachtige gekant werkte toren baadt in een zee van licht, dat sterk afteekent tegen den donkeren hemel. Een onvergetelijk apotheose Menig glaasje werd daarna nog gedron ken op het goede verloop der feestelijk heden en in de hoop dat 's anderendaags de kroon op het werk zal gezet borden. EET VOLK STROOMT TOE Van 's morgens vroeg komen de treinen en trams de statie binnengestroomd met geheele zwermen volk, terwijl autobus sen en auto's niet ten achter blijven, om het hunne bij te brengen. Bij het binnen komen der stad staan palen opgericht, met de nationale driekleur, de Iepersche en de Leeuwenvlaggen versierd. De stra ten zijn algemeen bevlagd, hetgeen toch wel getuigt van de trouw der Iepersche bevolking voor haar vorstenhuis. IN ST MAARTENSKATHEDRAAL Oeroude tradities getrouw, wil de ka tholieke bevolking den zegen en de gun sten van den goeden God afsmeeken, op dat Hij ze overvloedig en kwistig zou mogen uitstrooien over onze duurbare Vorsten. Daarom wordt om 9.30 ure in St Maartenskathedraal eene Pontificale Mis opgedragen door Z. Exc. Mgr. Lami- roy, bisschop van Brugge, bijgestaan door den Z. E. H. Deken Vermaut en de andere geestelijkheid der stad. Het muzikale ge deelte wordt toevertrouwd aan het ge mengd koor der kathedraal, dat, begeleid door orgel en orkest, de vierstemmige Mis uitvoerde van Jos. Rheinberger. Het koor staat onder de leiding van den heer hj. Baert, die dient geluk gewenscht om de puike uitvoering, daar klank en dictie ten volle tot hunne waarde kwamen. Het orgel wordt gehouden door den vermaar den orgelist Mr Hanoulle. Veel volk was er aanwezig, .een 3QOO tal personen, waaronder we talrijke perso naliteiten bemerkten, o. a.: de heeren schepenen Van der Mersch, Delahave en Lemahieu, alsook de heer V. Seys, provin cie- en gemeenteraadslid; H. Biebuyck en juffrouw Cornellie, gemeenteraadsleden; alsook den kerkraad der kathedraal. De E. H. Deken beklom den predikstoel en stuurde een hartelijk dankwoord toe om de welwillendheid en de groote genegen heid, die Mgr Lamiroy ons betoont met deze Pontificale Hoogmis te celebreeren. Hij herinnerde ons aan de plechtige toe wijding van de stad aan het H. Hart en dost uitkomen welke groote ccr leper te beurt zal vallen, als Zijne Majesteit den Koning 's namiddags de kathedraal zal komen bezoeken, waar hij den Heerscher der heerschers zal komen aanbidden en stsrkte en steun vragen in den grooten plicht, die hem dit ambt oplegt. Gedurende het Offertorium werd het Praeludium van Bach in mi B uitgevoerd op het orgel. Om te eindigen wordt het Tuindaglied, de Patrones van leper ter eere, gezongen door het koor, waarna het orgel de Sortie Toccata in ut van Bach speelt, terwijl Mgr Lamiroy stoetsgewijs naar de dekenij geleid wordt. Om 12 ure krijgen we een mooi beiaard concert te hooren door heer Victor Van Geyseghem, Jef Denijn, zoon, enz. DE AANKOKIST VAN DEN KONING Verscheidene uren op voorhand is een dichte massa samengestroomd langsheen den doortocht van den vorstelijkcn stoet. De geestdriftige toeschouwers staan op een tot twaalf rijen. Alle ramen zijn ver sierd en overvol van kijklustigen. Op het Statieplein staan afvaardigingen van de plaatselijke oud-strijdersbonden met hun vaandels, de verminkten en afvaardigin gen van plaatselijke vereenigingen. Er is een goed verzorgde ordedienst van politie en gendarmen, zoodat de menigte gedul dig wacht. Omstreeks 3 uur 10 komt de konink lijke trein binnen. Kanonschoten daveren, paarden trappelen. Er komt beweging on der de duizendkoppige menigte. Een deurtje gaat open. De Koning in zijn ge wonen eenvoud, stapt buiten, begroet door het Vaderlandsch lied, gespeeld door een plaatselijke muziekvereeniging, donderend toegejuicht door de menigte. De Koning is onder meer vergezeld door graaf de Lannoy, groo.maarschalk van het Hof; gouverneur Baels, generaal Lsmercier, ko lonel de Henin de Boussu-Walcourt, eer ste minister de Broqueville, graaf de Lich- tervelde, baron Jacques de Dixmude, ka nunnik Cool, aalmoezenier van het Hof. Kinderen bieden den Koning bloemen aan ep dan begint de rondgang op het Statie- plein. De Koning onderhoudt zich minzaam in het Nederlandsch, met de zwaarver- minkten, en vertegenwoordgers van oud- strijdersvereenigingen, die hem voorge steld worden door burgemeester Vander Ghote. Nog verscheidene groepen van 1. M. ,71 Koning, Z. Exc. Mgr. Lamiroy en Z. E. H. Deken Vermaut in gebed in de Sint Maartenskerk, kinderen bieden den Koning bloemen aan De Vorst heeft voor elk een vriendelijk woord. DE KONINGIN KON NIET MEEGAAN MOEDERPLICHT GAAT VOOR Wegens de ongunstige weergesteldheid hebben de Koning en de Koningin er moeten aan verzaken, cp het laatste oogenblik, om zich per vliegtuig naar leper te begeven. Hierdoor heeft de Koningin haar ge maal ook niet kunnen vergezellen. Zij wordt door haar moederlijke plichten te Brussel weerhouden, bij het jongste prinsje. De Koning is dan ook, zonder door de Koningin vergezeld te zijn, om 12 uur per extra-trein ijaar leper vertrok ken. DE OPTOCHT Na zijn onderhoud met de oud-strijders en oorlogsverminkten stijgen de Koning en zijn gevolg in de auto's. In den auto van Koning Leopold neemt ook eerste minister de Broqueville plaats. Ds vors>e lijke stoet wordt geopend door een esta fette van de rijkswacht per motor. Dan volgt een afdeeling bereden gen darmen. Een andere afdeeling bereden gendarmen plaatst zich achter de offi- cieele auto's. Dan volgen de oud-strij- dersvereenigingen en de burgerlijke ge nootschappen van de stad. De stoet door de stad naar het Belfort werd voor den jongen vorst een ware triomftocht. Onafgebroken werd hij to; gejuicht. Van uit vensters en balkons werden bloemen in zijn open auto ge worpen. Herhaaldelijk werd hij opgehou den om bloemen in ontvangst te nemen Wanneer eindelijk de vorstelijke stoet het Belfort bereikt, weerklinkt op den Halle toren het Vaderlandsch Lied, neerpare- lend uit den beiaard. De ordedienst heeft zi.in handen vol want elkeen wil den vriendeliiken Koning van dichtbij zien. Alle kerkklokken luiden. REDEVOERING VAN DEN BURGEMEESTER De heer burgemeester sprak de volgende redevoering uit: SIRE, Het is voor leper eene groote eer Z. M. den Koning der Eelgen hier ten Stad- huize te ontvangen. Ik ben gelukkig, in naam van het Stadsbestuur en van de bevolking Z. M. welkom te heeten in onze goede stede en te bedanken voor de wel willendheid waarmede Hij, de belofte van onzen betreurden Vorst, Koning Al- bert, getrouw, aanvaard heeft, ter gele genheid van de Inhuldiging van ons Bel fort, zijn eerste officieel bezoek aan onze geteisterde martelaarstad te wijden. Dat de bevolking van leper ons geluk en onze vreugde deelt, bewijzen beter dan de meest welsprekende redevoering en het feesttooi onzer huizen en straten, en het geestdriftig feestrumoer onzer stede. He den zingen en kloppen blij onze harten, even blij, even geestdriftig als straks de blijde en heldere welkomgroet van onzen beiaard. Ik groet, Sire, in Uwe Majesteit, den waardigen opvolger van de heerlijke reeks groote Vorsten, die, in de tijdspanne van honderd jaar, Belgie hebben zelfstandig en groot gemaakt en onafhankelijk be houden. In deze bange tijden sluiten wij Sire, rondom uw Troon, hou en trouw, in heil en wee, de gelederen dicht. LEVE DE KONING! Na deze redevoering teekende de Ko- nipg het guldenboek en trekt daarna nog maals stoetsgewijze naar de tribuun waar volgende personen plaats nemen: Graaf de Broqueville, eerste minister Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge; M. Baels, gouwheer van West-Vlaanderen; M. Vinck, ondervoorzitter van den Se naat; Graaf de Lichtervelde, kabinets overste; Maarschalkin Lady Haig; graaf de Laubespin; M. Sobry, oud-burgemees ter van leper; Paul Claudel, gezant van Frankrijk te Brussel; luitenant-generaal William Putteney; M. Guillon, prefect du Nord van Frankrijk; M. Papinot, on der-prefect; M. Moulaers, alg. consul voor België te Rijsel; luitenant-colonel Hig- ginson, W. G. C. Engeland; Major Cret- te, W. G. C. Engeland; de heer burge meester Jan Varider Ghote; de magistra tuur van de rechtbank van leper, voor zitter Matton en de prokureur des Ko- nings van Thorenburg; M. Lommez, best. afgev.; M. Clinckemaillie, arrondisse- mentskommissaris; Z. E. H. Vermaut, de ken; Baron Ligy; MM. Bossuyt en Mullie, senators; De Man en Missiaan, volksver tegenwoordigers; de heeren gemeente raadsleden van leper; de heeren Alb. Biebuyck, R. Colaert, Coppieters, De Gib son, baron De Coninck de Merckem; MM. J. en Ch. de Hemptinne, de Pierpont, Surmont de Volsberghe, P. de Vinck, Mgr Dugardyn, burggraaf Alain du Pare, Iweins d'Eeckhoute, Iweins de Wavrans, Ridder Hynderich de Theulegoat, Robert Merghelynck, jonkheer F. Struyve, enz. INHULDIGING VAN HET BELFORT De heer burgemeester spreekt de vol gende rede uit: SIRE, Da bevoking van leper viert vandaag met blij gemoed de Inhuldiging van het Belfort, zinnebeeld van de verrijzenis van hare stede. In naam van de Iepersche gameenschap, ben ik gelukkig een woord van innigen dank te mogen richten tot onze beminde Vorsten die aanvaard hebben deze plech tigheid voor te zitten en zoodoende blijk geven van hunne belangstelling jegens onze dierbare martelaarstad. Indien wij ons met trotschheid de ko ninklijke bezoeken mogen herinneren van Z. M. Leopold I, in 1869 ter gelegenheid van de inhuldiging in de gevels van de Lakenhalle der beelden der Graven en Gravinnen van Vlaanderen; de blijde in trede van Z. M. Leopold II in 1868; de talrijke bezoeken welke onzen betreurden Vorst, Z. M. Koning Albert, in 1921, in 1925 en 1927 aan onze stad gebracht, dan is het ook met weemoed dat onze bevol- kng zich de bereidwilligheid herinnert waarmede Koning Albert aanvaard had op 20 Mei laatstleden de inhuldiging var. het Belfort van leper voor te zitten. Onze stad heeft in den persoon van Koning Albert een voornamen voorspreker en beschermer verloren tot wiens tusschen- komst zij nooit te vergeefs haar toe vlucht nam. Ook heeft leper, de traditie onzer voorvaderen getrouw, op het Bel fort het beeld getild van den Vorst, die zoowel voor de stad ais voor Belgie, steeds wa3 ie droicturier Seigneur du pays SIRE, Het weze mij hier toegelaten Uwe Ma jesteit de stellige verzekering te geven dat gansch de bevolking de pijnlijke rouw van het Vorstenhuis van Belgie heeft ge deeld; dat zij ook, met gerust gemoed, in Uwe Majesteit, She, zooals voorheen in Hem, hare blijde verwachtingen heeft gesteld. Het belang dat steeds de Dynastie van Belgie aan ons Belfort en Lakenhalle heeft gehecht is niet alleenlijk te wijten aan de merkwaardigheid van zijn bouw trant, aan de eigenaardigheid van zijne opvatting, aan de kunst van zijne uitvoe ring, die dit gebouw als het merkwaardig ste der burgerlijke praalgebouwen van Belgie en Europa kenmerken, maar voor al aan zijne grootsche beteekenis in de geschiedenis van onze stad en van ons Land. Zooals de Lakenhalle de prach tige bevestiging is van de macht van onze verdwenen Lakennijverheid, van hare ongeëvenaarde ontwikkeling, van den onmetelijken voorspoed van leper in de Middeleeuwen, zoo' is het Belfort met haren gulden draak de bevestiging van de burgerlijke fierheid onzer voorvaderen, van hunne gemeentelijke zelfstandig- heidsgeest, het heerlijk zinnebeeld van do vrijheden, keuren en voorrechten, waarvan leper door hare Vorsten zoo mild was begiftigd. Midden de Groote Markt, liet poppelend hart van het be drijvige leper, rees het Belfort, de in steen gebeitelde ziel van den hoogmoed en d§ yofs pnzer .vpprvs^gren^ Het begin van den Historischen Sloet: leper herrezen. Het Belfort heeft gansch de geschiede nis van leper medegemaakt. Na de jaren van weelde en van macht, van voorspoed en zegen, heeft het ock den ondergang van leper medegeleefd: de ondergang van leper gesproten uit broedertwist en burgeroorlog en vanaf de 15" eeuw door eene lange reeks van oorlog, plunderingen en veroveringen bestendigd. leper, die in de pracht van hare groot sche praalgebouwen en kerken rond haar statig Belfort als eene rijke schat, als eene aanlokkelijke prooi, in het weelde rig Vlaamsche landschap te prijken lag aan het kruispunt tfer strategische wegen, werd en bleef de eeuwen door, het weer loos slachtoffer der begeerigheid der heen en weer schommelende vijandelijke heir- scharen, het steeds bestormd en gefol terd bolwerk der naeenvolgende strijdlus tige regeeringen. Haar noodlot heeft dan ook gewild dat, in 1914, met haren gordel van water, steen en aarde, leper, als on- knakbaar bolwerk van Landsbestaan, als sleutelsteen van Landsverdediging, het weemoedig slachtoffer werd van den strijd voor Vrijheid, Recht en Beschaving, die onze haardstede in puinen sloeg en de be volking den ballingsweg opjaagde. Belgie heeft eene prachtige krachtin spanning gedaan om het uiterste offer te vergoeden dat leper voor het Gemeene- bsst gaf. En al prijken vandaag onze hui zen, winkels en praalgebouwen, met hun ne kunstige gevels, als juweelen in de zon, in een verrukkelijk feestgewaad, toch zijn onze oorlogswonden niet geheeld, leper blijft kwijnen onder den druk van economischen nood. De bronnen van voorspoed waarop zij eertijds als oude versterkte stad mocht bogen, zijn ver dwenen. Belgie die leper uit den naoorlogschen chaos herschiep, zal ongetwijfeld door eene degelijke uitbreiding van de econo mische uitrusting van ons gewest aan onze bevolking de middelen ter hand stellen om den voorspoed van vroeger in eene breede mate te herwinnen. De aanwezigheid op deze plechtigheid van Z. M. den Koning der Belgen, van Graaf de Broqueville, vertegenwoordiger van de Regeering, van talrijke gezag voerders van Provincie en Staat, van de Vertegenwoordigers van de Landen die ons in de bange uren van nationale ge schiedenis, hou en trouw ter zijde ston den, deze aanwezigheid bevestigt ons de waardeering waarin leper algemeen ge houden blijft. Deze waardeering is ons borg dat de rechtmatige verwachtingen van onze bevolking niet zullen teleurge steld worden. De plechtige iinhuldiging van ons Bel fort is dus niet alleenlijk de belijdenis van innig vertrouwen in eene betere toe komst, maar vooral de bevestiging van onzen hardnekkigen wil, leper in de toe komst waardig te maken van haar glans rijk verleden. SIRE, Ik heb de eer Uwe Majesteit te verzoe ken het Belfort van leper te willen in huldigen. TOESPRAAK VAN DEN KONING De Koning voert daarna het woord en zegt: MIJNHEER DE BURGEMEESTER, De wijze waarop leper mij onthaalt vervult mijn hart met een levendig ge voel van dankbaarheid. Als tolk van de stad, waart ge zoo goed mijne voorgan gers te herdenken en in het bijzonder hebt gij hulde gebracht aan mijn diep betreurden Vader die dees bezoek had toegezegd en dien ik hier met aandoening vervang. De Lakenhalle heeft door de eeuwen een getuigenis gebracht van vroegere macht en grootheid. Haar monumentaal belfort dat door geen ander in Europa werd geëvenaard rees boven de vlakten van Vlaanderen als de steenen belicha ming van het onsterfelijk vrijheidsideaal. Omdat zulk vrijheidsideaal thans weer onze grondwet bezielt verouderen onze to rens nooit. Zij verjongen in onze volks fierheid en in ons zelfbetrouwen. Uwe beproefde stad heeft in het verle den tijden van inzinking .en verval ge kend. Eens was zij een der sterkste burch ten van de ijverige gemeente. De laatste oorlog heeft haar met algeheele verwoes ting bedreigd. Maar zooals het Belgische Vaderland zegevierend zijn levensbestem ming heeft herwonnen, zoo is ook leper uit hare puinen opgestaan en nu herrijst uw Belfort in zijn nieuwe glorie, symbool van België's onverwoestbaarheid. Ik ben trots over de eer deze wedergeboorte in te wijden. Een taai en moedig volk dat op zijn rechten steunt zal niet ten ender gaan. Voortaan zal weer de bronzen stem van uwen beiaard dien levenswil doen luiden. Mijnheer de Burgemeester, Ik berust in de vaste hoop dat de nog drukkende moeilijkheden zullen worden bedwongen en dat leper eindelijk cp elk gebied den voorspoed zal heroveren die haar in een nieuwe wereld den ouden roem weerschen- ken zal. De rade van den Vorst werd langdurig en luide toegejuicht. Onder het spelen van oude Vlaamsche melodiën op den beiaard, gingen de Ko ning en de overheden nu naar het Belfort en woonde de onthulling bij der beelden, welke er zijn aangebracht van onzen be treurden Koning Albert en Koningin Eli sabeth, van Boudewijn van Constanti- nopel en Marie van Champagne, beelden welke den gevel van het herrezen Belfort versieren. De vaandels der oudstri jdersmaatschap- pijen cn vereenigingen groeten. De Ko ning begeeft zich dan naar de tribuun, waar hij zich met de plaatselijke oud strijders vriendelijk onderhoudt, om ver volgens den historischen stoet in oogen- schouw te nemen. DE HISTORISCHE STOET Op dit oogenblik weerklinken de The- baansche trompetten en de historische stoet, ingericht ter verkondiging van leper's roem, verschijnt voor het belfort. De stoet herinnert aan een der voor naamste tijdperken uit de geschiedenis van de stad, te weten het beleg van leper in 1383 door de Engelsche troepen van Henry Spencer en door de Gentsche mui ters. De Iepersche strijdkrachten waren geplaatst onder de bevelen van ridder Jan van Oultre, heer van Weldene, bij gestaan door zijn zoon Boudewijn en door Jan van Komen. Deze drie helden zijn in den stoet verpersoonlijkt door MM. J. Bruneel de la Warande, G. Petit en P. Wyseur. Het beleg werd na negen weken geheven en leper schreef zijn overwin ning toe aan O. L. Vrouw van Thuine. Aan den kop van den stoet stappen vaandrigs, omringend de maagd van leper, verpersoonlijkt door Mej. Berghman. Op deze groep volgt het eigenlijk historisch gedeelte, herinnerend aan den triomfan telijken terugkeer van de Iepersche mili tie, begroet door de juichende kinderen, de wethouders en de monnikken van St Augustinus. Men ziet de gilden en neerin- gen defileeren in kleurenrijke groepen, samengesteld door de maatschappijen van de stad. Het laatste deel is de verheerlijking van O. L. Vrouw der Halle, wier beeld tegen het Belfort geplaatst is tusschen de standbeelden van Boudewijn van Kon- stantinopel, Maria van Champagne, Al- bert en Elisabeth van België. Een praal wagen, gevolgd van de graven en gravin nen van Vlaanderen, verheerlijkt de Iepersche Maagd waaraan, in den stoet, de dames der konfrerie van O. L. Vrouw der Halle, een plechtige hulde brengen. poort Insgelijks eene bloemengarve neer leggen. Onder het gejuich der overtalrljke menigte, vertrekt de koninklijke auto. Om 11 uur grijpt dan op de Van den Peereboomplaats een prachtig concert plaats, uitgevoerd onder de kundige lei ding van M. Bernast. Het was Iets eenigs, iets dat ieders bewondering afdwong. Ook juichte de talrijke menigte geestdriftig toe. Verder kregen we nog een smaakvol beiaardconcert, uitgevoerd door den heer Staf Nees, stadsbeiaardier van Mechelen en de heer Ghyselinc van leper. Deze eenige dag voor leper blijft een onvergeetbaar iets voor de Ieperlingen, een dag die sloot met een Venetiaansch nachtfeest. HET GROOT NACHTFEEST 's Avonds te 9.30 uur, begon het Groote Nachtfeest op de Majoorgracht. Men zou zich oprecht in Venetië gewaand hebben. Schuitjes, zwanen verbeeldende, allen met elektrieke lampjes verlicht. Prachtige gondels, waarin mandolinisten speelden, dobberden zacht op het stille water. De oevers waren met elektrische lichten ver sierd die zich in het water kwamen spie gelen. Nu en dan kwam een schijnwerper zijn schitterend licht op de gondels en op de oevers werpen. Er was volk bij de vleet d;e dicht gedromd, de tribuun, de wandelingen en de oevers vulden. Al meteens zagen we Dolf's Eiland ver- 0„„ t licht en eene prachtige scène toóverde uitvoering te brengen zich voor onze oogen. Het was een pracht van kleurige teekenlngea eB i elektrisch verlicht. Een n?-. feërisch uitgevoerd door de t Reuzinnetjes vangt aan. Run* worden begeleid door Ypriana. Rythme en opvoerim, Dan kregen we M. Salès, barvtiL^-' Koninklijken Msntschouwhur-T Zijn Sole Mioliep over het h^; over het volk, men zag üCh verplaatst. Eene prachstem ni V, alle geruchten stil legde Dan 1- nieuw Balletaan. Allé damt!15! gen de Iepersche kleüren'en ér V kronkelen en dansen het Kolve» het Iepersche vaandel. Tets ton Dan^ kregen we wederom heer!Sar^ sfesi de beurt. Met zijne machtige H hij de stilzwijgendheid af te a Men is verplicht hem te aanW, de men het stille water eéTdT? geling van al die lichten niet «7'%- zou zich in een TheatergeS ben met het verlichte Beiw^:- fond Prachtig! Prachtigi als werk werd ontstoken door Mi vuurwerkmaker van den Koning iN oogwenk theater scèno s' «tj herschapen in een zee van licht 5es li Het eiland verdwijnt letterlijk n„? geknetter der vlammen, de g«kWr «t ten cn het geschot. Het was eene apotheose droom! Een woord van dank dw f!» gestuurd aan allen die het h«nn7i?'> gen om de feesten tot nüZ J''S 1e Phuhtij, GEMIS AAN VLAAMSCHE FIERHEID. Wie Zondag te leper was, zal bekennen dat onze jonge Vorst er hertelijk welkom is geweest. Maar waarom al die kreten Vive le Rolvan menschen die in hun gaan cn doen steeds Vlaamsch spreken? Waarom niet: Leve de Koning! te- lijk men wel tusschenin ook nu en dan uit een groep hoorde! Vlamingen, eerbiedigt U zelf! De Ko ning gaf U het voorbeeld: Invalieden sprak hij aan in 't Vlaamsch; zijne aan spraak was in het Vlaamsch; de rede van den Heer Burgemeester insgelijks! Volgt dit voorbeeld! In Vlaanderen Vlaamsch! «Leve de Koning! Leve de Koningin! ACHTER DE LEEUWENVLAG! H£™ef?P.ulk ftain demJ. paard j 36 Graven en Gravinnen té** rn vorenop eene groote leeuwenvlag 0(1 Hoe jammer dat al die „Graver Gravinnenen hun families over 15 jaar hun Volk hebben voren, gaan onder de plooien der VadertZ t en Vlaamsche Leeuwenvlag!* niet van Hoeveel leed ware vermeden. Hoeveel hadden België en Vlaai erbij gewonnen! iaaH®P Mocht de eerste stap van Zonda» to Inde gevolgen hebben, dit tot v-5 van ons Land, van ons Vorstenhui, van one T7,n. vur5'«MlUSe» van ons Vlaamsche Volk. God geve het! 0° jnot rtV°°' G*°' Het verlicht Belfort, HET GESCKE^A AAN DE VORSTEN Dadelijk na den doortocht van den stoet kwamen c.e kinderen der leden van den gemeenteraad den tafellooper in Iepersche kant aanbieden, geschenk van de stad aan de Vorsten. In het midden van den tafellooper is een afbeeldsel van het Belfort ingewerkt, en eromheen de wapenschilden van het oude en het nieu we leper, van West-Vla ander-en en Eelgië. Alles met valencienne afgeborduurd. De heer Coomans, bouwkundige van het Belfort, de heeren Van de Kerkhove vader en zoon, aannemers, Jef Denijn, beiaardier, de heer Michaux, klokkengie ter en de heer Sommers die de installa tie deed, worden dan aan den Koning voorgesteld. De Koning begeeft zich nadien naar het gedenkteeken der Iepersche gesneuvelden, waar hij eene bloemengarve neerlegt, om vervolgens naar de kathedraal zijn schre den te richten, waar hij ontvangen wordt door Mgr Lamiroy, de E. H. Deken Ver maut en de geestelijkheid der stad. Bij de intrede van den Koning wordt het gebed Salve Regina door het ge mengd koor aangeheven. De Koning neemt plaats op een bidbank in het hoog koor en Z. Exc. Mgr Lamiroy geeft den zegen met het Allerheiligste. De Koning begeeft zich vervolgens naar de gedenkplaat der Fransche gesneuvel den, waar hij een-e bloemengarve neder- legt. Hij verlaat de kerk langs den bij zonderen ingang en gaat dan naar de Engelsche school waar hij ontvangen wordt door den kapelaan, M. Millner. Na d-e gebouwen bezocht te hebben zal de hooge bezoeker aan het g-edenkteeken der Engelsche gesneuvelden aan de Meenen- De wagen van O. JL, Vrouw van de Hatio. In de geboortestad van onzen gr#» Vlaamschen Meester had Zondag li s puik feest plaats ter zijner herderin; 2*f en hulde. Rechtover het huis waar do genialen musikus Peter Benoit geborc werd, heeft men een standbeeld ter T' ner eere opgericht en Zondag LI. omtuin Machtig veel volk woonde de feestti bij. 's Morgens werd een H. Mis ter zajns" .nagedachtenis opgedragen en 's natie dags, voor de onthulling, had een vlaggen- stoet plaats. Hiernevens: het borstbeeld van i-J gxootcn Meester, pas onthuld door Maurits Sabbe. de Hieronder: Algemeen zicht op i massa rond het beeld van den 8-'" Meester, (BSR2hD2naEB2SBSS31338;rHEES3:3 De omstandig uitgedachte aan den Mélotte ontroomer aangebrachte ver beteringen zijn onbetwistbaar van groot nut voor de landbouwers. Zij zijn niet te vergelijken met de luid ruchtig uitgeblazen schijnvoordeelen zooals namelijk die der zoogenoem de onroestbare bollen die vervaardigd zijn met een vertind kopermengsel dat spoedig roest, zooals sommige landbouwers er de kostelijke ervaring van hebben gemaakt, E3SSaB3SS3S>!33aBI5BBBl9S'l,<' VALSCHE STUKKEN VAN 20 FRANK EN 25 Cl- IN HET BRUSSELSCHt Sedert enkelen tijd heeft i'-'™ yr tigd dat in het Brusselsche ftie i sceh stukken van 20 fr. f" omloop werden gebracht. i>e ters worden ijverig opgezocht ss^SHSssiaaasgaBasafliB3* BELGISCHE FABRIC v CHlCORtLWVPrEUiS-I^

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1934 | | pagina 2