SNUIF Waarom en SPAARZAAMSTE Haard blijft de RECORD Ze zijn daar WIE ST MAARTEN en ST NIKLAAS De BESTE DER FONDERIES BRUXELLOSSES WEKEL1JKSCH LITURGISCH BULLETIN VROUWENHOEKJE MISSIENIEUWS 'T IS AL SMEDENDE 795 fr. 995 fr. ALBERT BENYS, Poperinge Tel. 61. het manneke AANBESTEDINGEN Koffies en Chicoreiën VaJ iVi hunnen goeden smaak, uitmuntende verterende eigen schappen, beste hoedanigheid en voordeelige prijzen. welke zij voor de brave kinderen hebben medege- bracht TER FIRMA De Man van Nergenshuizen VAN G. GEZELLE, Kom hier, mijn Rozenkrans, het is mij al ontvlogen waaraan ik troost weleer en lavenis vragen dorst; het is mij al ontgaan, het heeft mij al bedrogen, 't iis ijdel, en het gloeit in mijn gepijnde borst. Gen bronne meer c,ie spruit, geen dmiwdrop's helpend leken, geen bladergn aan den boom, geen water in de beken; niets dan een bittre traan die langs mijn kaken glijdt, En gijmijn Rozenkrans, die mij gebleven zijtl o begeeren des gebeds... Uit een brief der Witte Zusters van O. L. Vrouw van Afrika, om de bevol king van Poperinge te bedanken voor dc processie-kleederen en draaghemel. Sedert een paar weken hangt het zoo blijde nieuws in de luchtde H. Sakra- mentsprocessie Daar worden kleederen gepast, prach tige gewaden 1 Dit jaar immers wordt de processie verrijkt met verscheidene nieu we groepen, de geheimen van onzen Hei ligen Godsdienst voorstellend. Die aanwinst danken wij aan de edel moedigheid van de inwoners van Pope ringe. «Allen naar de missie op PI. Sakra- ments-Zondagis het wachtwoord. Of ze talrijk opkomen, die brave lieden \an te lande 1 De vooravond van den grooten dag, lijkt wel een kermisavond ten on- zent. Geen inwoner van Kalemye (Albert- stad) of hij heeft bloedverwanten en vrienden te herbergen, en diegenen welke geen onderkomen vinden bij familieleden, kennen den weg naar de missiede schoollokalen en aanhoorigheden zijn let terlijk overrompeld door het volk dat steeds toestroomt uit de naburige school- kapellen. Zondag morgen! Ons nederig missie klokje bimbant vandaag zoo feestelijk als de groote feestklok onzer kathedralen en de voorloopige kerk is te klein voor die menigte. Te 2 uur opnieuw klokkengeluid. Ge- loovigen en katechumcr.cn worden uit- genoodigd tot den grooten optocht! Vooraan de verschillende groepeerin gen van den hoofdmissirnostKristus Koning», Xaverianen, Sint Aloysiusver- eeniging en Kruistochtersgrcep. Vervol gens de mannen en jongelingen, kristenen, katechumenen en postulanten, schoolkna pen. De Kristene Moeders» onder de be scherming van Sint Anna, de Congrega- nisten van O. L. Vrouw, meisjes, kruis- tochters, schoolmeisjes. Elk zingt op eigen manier den lof des Heeren. Gezangen in 't Latijn en in hun moedertaal wisselen malkander af. Eindelijk! de menigvuldige gekostu meerde groepen: meisjes in 't wit gekleed en bloemen dragend, dan 't Kindje Jezus en Sint Janneken, meisjes met wuivende palmen, O. L. Vrouw van Lourdes met Bernadetje, St Jan Berchman's groep, de martelaren van Uganda, H. Theresia van 't Kind Jezus, enz. Dan komt de prachtige draaghemel, ge dragen door de vooraanstaande Europea nen. De priester schrijdt nu eerbiedig voort, dragend in de gouden monstrans den Koning der koningen, maar die tevens is de goede Herder, de Barmhartige Sa maritaan en die nu, evenals vóór twintig eeuwen al goed doende door de straten trekt. Een aangrijpende stilte valt nu in. De groepen naderen het prachtig openlucht altaar Thans heft de eerbiedwaardige bisschop de IJ. Hostie boven de gebogen hoofden der honderde kristenen en katechumenen. Met God's vrede in 't harte, spoedt eenieder zich huiswaartsrond het open vuur, vóór de hut, spreken onze brave lieden stiller dezen avond, ook langer dan de andere... over de grootsche gebeurte nis van dezen dag. Albertstad 1934. •J 4- 2>v\w<tV' ZONDAG 14 OCTOBER 21e Zondag na Pinksteren (in voluti- tate tua). Groen. 2' Gebed van den H. Callistus, Paus cn Martelaar. «Vergeef ons or.ze schulden gelijk wij vergeven onze schuldenaren We bidden dit dagelijks in hel Onze Vader; docli we mogen dit niet alleen doen met den mondde gevoelens van ons hart moeten met onze woorden over eenstemmen. Hoe noodzakelijk het is voor onze eeuwige zaligheid dat we onzen evennaaste met liefde vergiffenis schcn- i ken toont Onze Lieve Heer ons in don i parabel van den hardvochtigen knecht, welke vandaag wordt gelezen. Allen zijn we zondig en moeten we vergiffenis afsmeeken van Gods barm hartigheid. Als wij zelf met een groot hart en onvoorwaardelijk kunnen verge ven de beleedigingen welke ons zijn aan gedaan dan zal ook de Opperste Rechter goed zijn voor ons. Doen we dit echter niet dan zullen we het lot ondergaan van den ondankbaren knecht wantZoo ook zal mijn hemelsche Vader met u hande len, als niet ieder zijn broeder van harte vergeeft. OKTOBER - ZAAIMAAND 14 Z 21c Zondag na Sinksen. PI. Callistus I. Evangelie. De ongenadige schuld- eischer. 15 M H. Theresia van Avila. J 16 D H. Mummolinus. 17 W H. Hedwigis van Polen. 18 D H. Lucas. 19 V H. Petrus van Alcantara. 20 Z H. Joannes van Kenty. H. JOANNES VAN KENTÏ (28 October) Joannes van Kenti wordt zoo genoemd naar den naam van het dorpje in Polen, waar hij in 1403 geboren werd. Zijn ouders gaven bent een verzorgde opvoe ding. Hij maakte grooten voortgang in de deugd en dc wetenschap, zoodat hij hoogleeraar werd aan de Universiteit vau Cracow. Hij had een groote liefde voor de zie len, welke nog aangroeide toen hij de priesterwijding had ontvangen. Toen hij pastoor was benoemd te Slkusi, werkte hij met een bewonderens waardige n ijver zoo voor het tijdelijk al.i het geestelijk welzijn zijner kudde. Zijn liefde tot de armen was zoo groot dat hij zicli op een zeer lcoudeu morgen, In de open straat, van zijn toog ontdeed om er een arme mede te bedekken Na verscheidene jaren als Herder op zijn parochie te hebben doorgebracht, nam Joannes weer zijn plaats in van hoogleeraar. Maar ook dar. bleef bij, voor zooveel zijn werkzaamheden liet hem tot- lieten, werken aan het heil der zielen door predikatie en gebed Om beter het Bittere Lijden van. den Zaligmaker te overwegen ondernam hij een reis naar Jeruzalem. Onderweg stelde hij zich bloot aan den martelaarsdood door het Evangelie te prediker, aan de Turken. God echter nam zijn offer niet aan. Na zijn bedevaart naar liet Pk Land ging hij nog vier maal naar Rome. Op een dier reizen ga-f hij een treffend be wijs van zijn liefde voor de Waarheid. Overvallen door struikroovers, namen deze hem zijn reiszak af en vroegen of hij nog iets bij zich had. Op zijn ont kennend antwoord lieten deze hem ver der gaan. Na enkelen tij^ vond hij en kele goudstukken welke in zijn kleeren waren genaaid en waaraan hij niet meer had gedacht. Aanstonds keerde hij terug en bood ze de roovers "aan, deze warea zoo zeer door zijn oprechtheid getrof fen dat ze hem zelfs zijn reiszak terug gaven. Ook zijn liefde tot de armen en zijn onthechting voor de aar.dsche goederen namen steeds toe zooda't hij, vóór zijn dood al zijne goederen aan de arn.cn deed uitdeelen. Hij ontsliep in den Heer den. 24 De cember 1473. Paus Clemens. hem de êcr der altaren oen 15 Juli 17tif'. ssssaaasasnaEsaaasaasaaBsaB d3t men smid wordt 'T IS AL INSCHRIJVENDE dat men een miljoen v.-int KOLONIALE LOTERIJ. 120 MILJOEN IN 222.440 LOTEN. Postcheck 71.60 100 Frank het biljet Banken, Wisselagenten en Postkantoren. TREKKING DEN 18 OKTOBER. VOORZIEN VAN PUNKTAL ZEISS GLAZEN IS EEN HEUR- SEL'S BRIL HET BEST AAN GEDUID MIDDEL OM UWE OOGEN TE BESCHERMEN. BROCIPUREN EN INLICPITIN- GEN GRATIS EN FRANCO OP AANVRAAG TE BEKOMEN BIJ 41, BOTERSTRAAT, IEPER. IETS LEKKERS: SpaanscP.e rijst. r 1 Liter melk, 100 gr. rijst, 2 eieren, 100 gr. suiker, een scheutje rhuni. Berèiding: De rijst zachtjes laten gaar koeken in de melk. De suiker, de eier dooiers en de rhum er door roeren. Al les in een vuurvasten schotel doen, het stijfgeklopte eiwit in een dikke laag er over uitspreiden en het schoteltje in een warmen oven laten soufïleeren. A OM GOED TE SLAPEN. Talrijk zijn de personen die 's avonds na het eten nog een tas warmen thee drinken om een rustigeu en herstellen den slaap te genieten. Deze thee, welke soort dan ook, moet goed gesuikerd zijn, wil men den ge- wenschten uitslag er van bekomen. Deze drank bestaat namelijk uit 3 verschillen de zaken die elk haar weldoende rol te vervullen hebbeneerst de plant zelf wier aftreksel, volgens de soort, zijn bij zondere eigenschappen heeft; ten tweede, de warmte, die de spijsvertering bevor dert; en ten derde, de suiker die aan de spieren de krachten weder moet geven die zij tijdens de dagtaak hebben moe ten aanwenden. Zooals men ziet is zulke warme thee dus alleszins aan te raden. WEET GE... Dat zilver en koper spoedig aan slaan wanneer ze in de nabijheid van fruit staan? Voornamelijk bij appelen en meloenen. Dat het aan te raden is appelen met schil en al op te eten? Door een appel te schillen verliest hij veel van zijn voe dingskracht. Dat men vergulde lijsten van spie- ge,.; of schilderijen schoon maakt met oud brood? Als de vlekken er dan niet uit zijn, wrijft men met spiritus. OPEN 'S ZONDAGS ONDERZOEK DER OOGEN. Record Nr 1376 Record N' 386 Verwarmingsvtrmogen 100 m' Verwarmingsvernrgen 125 m3 En bij alle goede Stovenmakers. jugepee die zich zelf veroordeelt, geen de coratie... Hola! w'hebben weêr ne keer te rap gesproken, want 't einde van 't von nis hebben we nog niet gelezen en... het luidt alzoo: «Edoch, rekening houdende inet uwe gewetenswroeging, pas ik op U de wet van... uitstel toe! Hebt ge 't gehoord! We dachten nen Engel gevonden te hebben en 't is verdo rie nog slechter dan nen duvel, want hij wil zich zelf wit wasschen van iets, dat hij zelf heel goed weet, misdaan te heb ben. En da's nog 't grootste gebrek. JONGEN, zei de vader, 'k heb voor den eersten keer uw lief gezien, en ze doet me denken aan witte suiker. Zoo blank en goed en zoet zeker, va der? Neen... zoo «geraffineerd! ARM! ARM! ENGELAND 't Is ambetant D'ongelukken ofte de malheuren Die d'r op uw... land gebeuren Want als t' zoo nog enk'le jaren voort [blijft gaan Blijft er van U niks meer bestaan. Hebt ge den noodkreet nog niet ge hoord... Engeland is aan 't verdwijnen... Daar is pen beer gekomen, onder den vorm van de zee, die stillekens aan, maar zeker, dag aan dag, een stuksken van 't Engelsch grondgebied in zijn botten slaat. De statistiekopmakers hebben er zich nog ne keer meê gemoeid en hebben aan den Engelschen Minister van Landbouw laten weten dat er, op minder dan een eeuw tijd, 74.000 hectaren door de zee werden ingezwolgen. Om van een keelgat te spre ken! De meest getroffen provincies zijn Sus sex, York-Shire en Essex, die alle jaren drie meters van hun kusten verliezenl MET VEEL VREES En schrik In hun blik Zagen d'Engelsehe dominees T Volk uit hun tempels'verdwijnen Ze leden alle kwalen en pijnen Want, zeiden ze, als 't zoo voort blijft gaan Is 't over kort met 't protestantisme gedaan. En z'hebben allemaal hun koppen bij 'een gestoken en zijn aan 't redeneeren en aan 't nadenken gegaan dat z'er bijna van barstten... maar z'hebben d'ideale op lossing van 't vraagstuk gevonden, dat moeten we bekennen. In Engeland meet ge weten is de wet op de Zondagrust in voege en zijn al de winkels, de cinema's en de theaters op dien dag gesloten! Het volk heeft dus om zoo te zeggen geen an der tijdverdrijf dan met de kaart te spe len en dat was ne fameuzen troef in d'handen van die dominee's. Nu hebben ze van hun tempels cinema's gemaakt, en dan nog wel sprekende, cm de sermoenen en preeken te vervangen. Cp 't doek ko men beelden voor en episoden uit den Bijbel. Ge kunt denken hoe 't volk daar- meê opgezet is, en de tempels zijn nooit zoo vol niet geweest als thans... want 't is ailemaal kosteloos... gratis voor niets, en da's ook al iets. EEN DACTYLO kwam zich presentee ren bij een fabrikant. Waarom hebt g'uw laatste plaats verlaten? vroeg de man, Ha! Omdat madam gezien had dat ik mijnheer een kusken gaf! antwoordde 't meisje. Ha zoo... ge mcogt morgen begin nen! zei de likkebaarder. Ne gceien truk dus voor mijn alderlief- ste Lezereskens-masjienschrijfsters die zonder plaats zouden zijn! 'K ZEG 'T U STIL, Met veel fatsoen, Als 't noodlot wil Ts er niks aan te doen. Dit wordt ons eens te meer bewezen Door 't feit dat g'hier gaat lezen. Miroslar Korduje, nen timmerman van Zagreb, was zoo ongelukkig, dat hij een einde aan zijn leven wilde stellen. Maar ■als ne mensch voor 't ongeluk geboren is, mag hij doen wat hij wil, 't zal hem al tijd en overal vervolgen. Eerst probeerde hij zich op te hangen, maar zijn handen beefden zoo fel, dat hij er niet toe kwam een knoop in 't zeel te leggen. Die man moest zeker den bibber hebben want 'n paar dagen daarna wilde hij 'n vergift innemen, maar hij beefde weer zoo zeer dat de esch en 't glas uit zijn handen vielen. Gij en ik zouden al lang den moed hebben opgegeven hé! ISBBHSSBaBEFSaaBSSaSBSaE&HaHS Ik aarzelde eenige oogenblikken, niet wetende, of ik naar boven zou gaan of mijn onderzoek in de lagere regionen in stellen. Ik besloot tot de laatste en daar om liep ik naar de deur, waardoor wij waren binnengekomen en ging de gang in, waar wij kort te voren zoo behoed zaam waren doorgeslopen. De eerste deur rechts, waar wij een klok hadden hooren tikken, bleek de keu ken te zijn. Er was niemand behalve een kat. die met gekromden rug in de ven sterbank stond en tegen mij begon te bla zen. Ik keek nog eens vluchtig rond en ging weer de gang in. Mercia! riep ik, Mercia! Van uit het einde der gang kwam een zwak, gedempt geluid naar mij toe; het kwam mij voor, dat zoo de angstkreet moest klinken van iemand, die levend be graven was. Als een razende vloog lk op het geluid af, en kwam voor een vermolmde trap deur, die met een houten sluitboom werd gesloten gehouden. In mijn driftige haast, rukte ik het ding er af, greep daarna het handvatsel en rukte het zoo woest terug dat de geheele oude deur, met hengsels en al met een slag op den vloer in de gang terecht kwam. Mijn blik ontwaarde nu een kleine stee- nen trap. Met twee wilde sprongen was ik boven en het volgende oogenblik sloot lk, om huld door een benauwende duisternis, Mercia in mijn armen. Oh», riep zij. «Is U het, is U het! en ik voelde haar lieve hand op mijn mouw heen en weer gaan, als streelde zij mij van vreugde. Hoe het kwam, weet ik niet. maar onze lippen vonden elkaar en ik drukte in zalige dankbaarheid eerbie dig mijn eerste kus op haar reine lippen. Ik leidde haar de trap af naar de gang en keek toen nieuwsgierig verlangend naar haar bleek gelaat. Zij beefde hevig en mijn eigen handen trilden als popu lierenbladeren. Ze hebben je toch geen letsel toege Om eerlijk man te zijn Geeft iedereen het zijn, Recht is recht, en krom Is krom Al die 't loochent, liegt erom. De goederen dezer wereld zouden wei- big weerde hebben, moesten er geen Vrienden bestaan waarmede men ze dee- len kan. UaiBBSBEiBRSaSBESgHBEBSBBBEa MAAN ALS GE 'S MORGENS uit uw bedde komt Staat ge soms zelf heel verstomd Pijzonder als ge met uw linker been zijt [opgestaan En rond loopt in uw vliegende vaan, Hoe ge tot uw eigen spijt Slecht gezind dan zijt. Om dat te vermijden is 't dan goed dat gU keer voor uwen spiegel plaatst, direct als ge zijt opgestaan, om U rekenschap te geven, van de uitdrukking, dus. van 't hu meur met hetwelk ge den dag begint. Bekijkt U ne keer goed. Dcet de plooi Verdwijnen tusschen uwe wenkbrauwen, g'hebt nen zuren trek rond uwen mond, vaagt hem weg. Uw oog is dof, vol zor gen... steekt er nen gloed in... En tot uw eigen verbaasdheid komt een kleine glim lach op uw lippen, die zich over gansch uw gelaat zal uitspreiden... en als ge dees lijnen leest alleen, zijt g'al aan 't glimla chen. Doet dat alle dagen... 't zal U maar tien seconden kosten, en uw man, die ook een plooi heeft tusschen zijn wenkbrau wen zal U vragen: Waarom glimlacht ge zoo gedurig aan? En ge zult antwoorden; Ik ben welgezind, 't kost niets. G'hebt al opgemerkt dat 'n uitdrukking van ons wezen, ze mag zelfs artificieel Zijn, na 'n zekeren tijd natuurlijk wordt, Want ze doet in onzen geest het overeen- Btemmend gevoelen ontstaan. Tracht dus in uwen spiegel te lachen... en 't geluk ligt voor U. Allemaal zeever in pakskens van het Manneken uit de Maan, zult ge zeggen. Maar dezen keer zijt ge mis, want 't is *t systeem aangeprezen door den grooten zielkundige T. Gombo... die geenen ezel Is, zulle! Enfin, ge kunt 't ne keer probeeren, en laat mij 't nieuws weten, hoor... tegen 't toekomend jaar. PEE STOFFELS stond aan zijn deur als Nantje Kwak voorbij kwam geloopen. Waar loopt ge naartoe? vroeg Pee. Zwijg jongen, riep Nant, 'k loop naar den dokter, mijn vrouw staat me niet aan. Als 't alzoo is, zei Pee, dan loop ik meê, want de mijne staat mij ook. niet aan. Toe rapper, loopt rapper, zei Nant, of heel de straat loopt meê. T STAAT GESCHREVEN en 't is gebleken Elke mensch die heeft gebreken D'eene meer en d'and're miu Allen in een anderen zin. En T is geen nieuws da 'k hier verkond 't Staat bekend van mond tot mond Dat, hoe zeer w'er ook aan wennen Geen een de zijne zal bekennen' *t Is daarom dat we menschen zijn ook! Maar d'r is toch eenen die den moed ge had heeft zijn gebreken te erkennen... en dan nog in 't publiek, vóór ne ganschen hoop volk. 't Is rechter Courts van den Winnipeg-staat, die op zekeren dag zoo diep in 't glas had gekeken, dat hij zoo zat als 'n musch naar huis moest worden gedragen, 's Anderendaags nu moest hij op 't Paleis van de justicie een proces voorzitten. De zaal was vol volk. Toen Stond onze rechter op en verklaarde eens klaps: Courts, gij zijt rechter te Winnipeg en gisteren heeft men U stomdronken op den openbaren weg opgeraapt. De wet is gelijk voor iedereen, en ik veroordeel U tot de gewoontelijke geldboete. Hawel! wat zegt g'ervan, verdient dien IBBBBBBBBBBBBBBBBaHBBHBHBBBB Mengelwerk van 14 Oktober 1934. Nr 33. Trees stond te Gent in de tentoonstel ling voor eene schilderij waar een Zon neschijn was op verbeeld. Karei, zegt ze, aan haren mankom toch langs hier, en staat daar ook alzoo in die zonne niet, of ge krijgt er nog sproeten vanA. Alle giften worden met veel dankbaar heid aanvaard en kunnen gestort worden Jan te Poperinge (Postcheckrek. 41771). bij E. H. D'HOORE, Onderpastoor op St Beste Engclsche PEPERMINT voor Hoofdpijn Neusverstopping Kortademing Zenuwverzwakking enz. enz. Te verkrijgen enkel in de BESTE WINKELS Vraagt het doosje met het haantje. BELGISCHE FABRIEK VAN CHICQREIWYPPELIER-TAFFIN worden onze m mm overal gevraagd Te koop bij alle winkeliers Bewondert de Prachtige GESCHENKEN Ben je klaar, Mercia? vroeg ik. Zij knikte en wij gingen naar buiten, waarna wij de deur achter ons sloten. De auto stond, waar wij ha-ar gelaten hadden. Billy schakelde de lantarens in en er schoten twee breede lichtbundels over den eenzamen weg. Ik voelde, dat Mercia, die aan mijn arm liep, plotseling wankelde. Als ik haar niet met beide armen had omsloten, geloof ik, dat zij zou gevallen zijn. «Ik... ik geloof, dat ik een beetje flauw benstamelde zij. Ik heb sinds giste renavond niets te eten gehad. Ik vloekte onhoorbaar. Toen nam ik haar voorzichtig in mijn armen, droeg haar in de auto en zette haar op de ach terbank. Dat zullen wij onmiddellijk verhel pen, zei ik. Dom. dat ik daar niet eer der aan heb gedacht. Ik nam mijn handtaschje en haalde er de sandwiches en de whisky uit, die mijn onvergetelijke tante Mary zoo zorgzaam voor mij had laten inpakken. Merc» gaf mij een dankbaar glimlachje en het eer ste teugje van den drank bracht al da delijk een licht blosje op haar bleek ge laat. Billy, die bij het portier stond, keek met gefronst gelaat in de richting van het huis, dat wij zooevsn verlaten haddetn Die schurk is er eigenlijk veel te ge makkelijk afgekomen bromde hij. Ik zou nog wel even terug willen gaan en hem nog een beetje geven. «Neen, neen», zei Mercia. «Ik ben nu al weer veel beter. Ik ben er van over tuigd, dat U hem tamelijk heeft toegeta keld. Ik hoorde hem schreeuwen en ik had er geen verdriet van, maar nu moet U hem niet meer pijnigen. Laten wij zoo spoedig mogelijk hier vandaan gaan; dat is het eenige waarnaar ik verlang. Zooals U verkiestzei Billy, of schoon ik hem er nog graag een paar voor toegift had gegeven. te gaan liggen. Ik gaf een proefslag door de lucht. Dit, mijn vriendzei ik in Spaansch, zal je leeren, vrouwen niet te mishande len. Of mijn optimistische voorspelling in vervulling is gegaan, kan ik niet zeggen, maar zeker is dat Senor Rojas geen type was, om zijn gevoelens te onderdrukken. Hij jankte en gilde zoo doordringend, dat mijn hart er door vervarmd en mijn arm tot grootere werkzaamheid werd aange spoord. Eerst toen zijn stem schor en het onderhoud minder aanmoedigend werd, liet ik den stok omlaag zakken. Billy liet hem los en hij gleed, snikkend en jankend als een gestrafte jongen op den vloer. «Hier eindigt het tweede epistel», zei Billy oneerbiedig. Dan boog hij zich over de van pijn kronkelende gestalte en voeg de er met vriendelijke stem aan toe: Neem mijn waarschuwing ter harte, ventje; als je er de volgende maal op uit gaat, om Prado dood te schieten, vul dan je broekspijpen goed op. Ik wierp lachend den stok in een hoek. Wij zullen dien knuppel maar -als sou venir hier latenzei ik. Kom, Billy, ik denk, dat Mercia wel reisvaardig zal zijn. Wij gingen in de hal en sloten de deur achter ons, teneinde het onsamenhan gend gevloek buiten te sluiten. Mercia kwam juist met haar koffertje de trap af. Aan den glans in haar oogen bemerk te ik, dat de echo van onze feestvreugde in zekere mate haar ooren had bereikt. «Mercia», zei ik, terwijl ik het koffer tje van haar overnam. Mag ik Billy voor stellen? Wij hebben alles aan hem te danken. Zij gaf hem op haar eigen bevallige hartelijke manier de hand. Hoe zal lk het U ooit kunnen vergel den! sprak zij zacht. Billy maakte een buiging en kuste haar vingertoppen. «Geen dank, geen dank», zei hij vroolijk, terwijl hij haar met een glimlach van oprechte bewondering aan keek. Ik ben altijd op zulke karreweitjes belust. woordde ik. Onderweg zal ik je alles wel uitleggen, maar ik moet eerst nog een hartig wcc-dje met Rojas spreken. Gaat I hem dooden? Ik schudde glimlachend mijn hoofd. Neen Mercia zei ik, beslist niet. Hij maakt het leven zóó interessant, dat ik hem niet zou kunnen missen. Ik nam haar hand en geleidde haai in de hal. Aan den voet van de trap sloot ik haar in mijn armen en kuste haar, alvorens lk haar naar boven liet gaan. Zal je nu geen Umeer tegen mij zeggen, Mercia? Je weet toch wel hoe ik heet niet waar? «Ja, Stuartzei ze met zoo'n betoo- verend glimlachje, dat ik nog eens even afscheid van haar moest nemen. Kom je gauw terug, lieveling? Maar zij was al boven en ik haastte mij naar de kamer. Billy had zijn gevangenen naar 't mid den van het vertrek gesleept en zat nu op 'n hoek van de tafel kalm zijn pijp te rooken. De zaak is in orde zei ik. De oude vrouw is naar Londen en Mercia heb ik gevonden. Zij is aanstonds klaar, om met ons mee te gaan. Hij knikte. Ik heb jelui gehoord. Hoe gaat het met Guarez? vroeg ik, terwijl ik naar mijn gehavenden tegen stander keek. O, is dat Guarez? zei Billy en hij gleed van den tafelhoek af. Nu, hij maakt het vrij goed; je hebt alleen zijn bakkes een beetje hard geraakt, maar ernstig letsel heeft hij niet; ik heb hem al terloops geïnspecteerd. Het moet erkend, dat mijn tegenstander geen vriendelijken aanblik opleverde. Hij lag op den vloer en zei niets, maar staar de ons met één oog zoo woest aan, als twee stuks met aanwending van allen be schikbaren haat bezwaarlijk konden ont wikkelen. Het andere kijkorgaan had tij delijk zijn werk gestaakt en lag onder een plas geronnen bloed verborgen. Hij heeft in ieder geval genoeg ge bracht, Mercia? fluisterde lk. Toen viel mijn blik op haar pols, waar omheen vier blauwe plekken, als het ware, een armband vormden. Mijn God! riep ik woest. Wie heeft dat gedaan? Zij trok haastig haar mouw over de plek. 't Is niets, heusch niets snikte zij. O, ik ben zoo blij, dat U gekomen is. Ik nam haar arm en stroopte haar mouw op, zoodat ik de plekken kon zien. 't Was duidelijk, dat het knepen van mannenvingers waren; er was geen kwes tie van of het moest een woeste, valsche kneep geweest zijn, die gemakkelijk haar pols hadden kunnen breken. Wie heeft het gedaan, Mercia? her haalde ik. «Rojas», bekende zij, «maar het hin dert niet. Hij zou mij gisterenavond ge dood hebben, indien Guarez hem niet had tegengehouden. O, laten wij weggaan, voor hij weet, dat U hier is. Daar is het te laat voor, Merciazei ik koeltjes. Zij weten maar al te goed, dat ik hier ben. Billy zit gewapend met een ijzeren schroefsleutel bij hen. Zij keek mij half ongeloovig aan en toen opeens, brak haar heerlijk glim lachje door, als de zon door den zomer- mist. Zij zeiden gisterenavond, dat U de duivel was. Het lijkt er wel iets op, of zij gelijk hadden. Ik lachte gelukkig. Zij zullen er nu wel zeker van zijnzei ik. Waar is de oude vrouw? Juanita? Die is naar Londen. Guarez heeft haar van morgen daarheen gezon den, om Da Costa op te zoeken. Zij komt vanavond met den laatsten trein terug. Dan zullen wij het genoegen niet heb ben, haar te zien. Wij moeten hier binnen tien minuten vandaan. Kan je dan gereed zijn, Mercia? Ja, ja, ik ben reisvaardig. Ik heb al leen maar een paar kleinigheden in mijn koffertje te pakken. Maar hoe moeten wij wegkomen en waar brengt U mij heen? «Mijn auto. staat buiten klaar», ant- door VICTOR BRIDGES. Tertaling van F. VAN VELSEN, De kalme vriendelijke stem van Billy klonk mij van den anderen kant als mu llet in mijn ooren. Goed zoo, Jack, kom nu eens even een handje helpen met dit zoodje. Hij aat heel kalm schrijlings tusschen een wervelstroom van armen en beenen, waaruit een fontein van onverkwikkelijke Bpaansche en Engelsche vloeken gespuwd werd. Hij keek glimlachend naar mij op. Houd dat been eens vast, oude Jon gen vervolgde hij. Pas op, dat hij Je niet bijt, hij is nog al heet gebakerd. Na eenig wringen en schuifelen, was onze tweede gevangene even solied gekne veld en hulpeloos als de andere. Met een luidklinkenden lach sprong Billy op de been. Dat is goed werk, drommels goed zei hij. Toen liep hij dwars door de kamer naar de plaats, waar ik mijn gevangene had la ten liggen. Ik moet zeggen, dat je onzen huisknechtvergiftiger tamelijk zijn portie hebt gegeven. Je zult er het mooi niet afkijken. Ik raapte mijn weggeworpen schroef- Bleutel op. Ik zal je even met je vrienden alleen laten, Billy. Ik moet nu Mercia gaan zoe ken zei ik. Hij knikte. Je hebt gelijk. Vergeet niet dat er nog een vrouwelijke Dago ergens in huis is. 't Kon wel eens gebeuren, dat ze leelijk deed. Hij plaatste zich tusschen de gevange nen in en ik begaf mij zonder uitstel paar de hal. •-

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1934 | | pagina 6