SNUIF
Waarom
en SPAARZAAMSTE Haard
blijft de RECORD
Ze zijn daar WIE
ST MAARTEN en ST NIKLAAS
De BESTE
DER FONDERIES BRUXELLOSSES
WEKEL1JKSCH
LITURGISCH BULLETIN
VROUWENHOEKJE
MISSIENIEUWS
'T IS AL SMEDENDE
795 fr. 995 fr.
ALBERT BENYS, Poperinge Tel. 61.
het manneke
AANBESTEDINGEN
Koffies en Chicoreiën
VaJ iVi hunnen goeden smaak, uitmuntende verterende eigen
schappen, beste hoedanigheid en voordeelige prijzen.
welke zij voor de brave kinderen hebben medege-
bracht TER FIRMA
De Man
van Nergenshuizen
VAN G. GEZELLE,
Kom hier, mijn Rozenkrans,
het is mij al ontvlogen
waaraan ik troost weleer
en lavenis vragen dorst;
het is mij al ontgaan,
het heeft mij al bedrogen,
't iis ijdel, en het gloeit
in mijn gepijnde borst.
Gen bronne meer c,ie spruit,
geen dmiwdrop's helpend leken,
geen bladergn aan den boom,
geen water in de beken;
niets dan een bittre traan
die langs mijn kaken glijdt,
En gijmijn Rozenkrans,
die mij gebleven zijtl
o begeeren des gebeds...
Uit een brief der Witte Zusters van
O. L. Vrouw van Afrika, om de bevol
king van Poperinge te bedanken voor dc
processie-kleederen en draaghemel.
Sedert een paar weken hangt het zoo
blijde nieuws in de luchtde H. Sakra-
mentsprocessie
Daar worden kleederen gepast, prach
tige gewaden 1 Dit jaar immers wordt de
processie verrijkt met verscheidene nieu
we groepen, de geheimen van onzen Hei
ligen Godsdienst voorstellend.
Die aanwinst danken wij aan de edel
moedigheid van de inwoners van Pope
ringe.
«Allen naar de missie op PI. Sakra-
ments-Zondagis het wachtwoord. Of
ze talrijk opkomen, die brave lieden \an
te lande 1 De vooravond van den grooten
dag, lijkt wel een kermisavond ten on-
zent.
Geen inwoner van Kalemye (Albert-
stad) of hij heeft bloedverwanten en
vrienden te herbergen, en diegenen welke
geen onderkomen vinden bij familieleden,
kennen den weg naar de missiede
schoollokalen en aanhoorigheden zijn let
terlijk overrompeld door het volk dat
steeds toestroomt uit de naburige school-
kapellen.
Zondag morgen! Ons nederig missie
klokje bimbant vandaag zoo feestelijk als
de groote feestklok onzer kathedralen en
de voorloopige kerk is te klein voor die
menigte.
Te 2 uur opnieuw klokkengeluid. Ge-
loovigen en katechumcr.cn worden uit-
genoodigd tot den grooten optocht!
Vooraan de verschillende groepeerin
gen van den hoofdmissirnostKristus
Koning», Xaverianen, Sint Aloysiusver-
eeniging en Kruistochtersgrcep. Vervol
gens de mannen en jongelingen, kristenen,
katechumenen en postulanten, schoolkna
pen.
De Kristene Moeders» onder de be
scherming van Sint Anna, de Congrega-
nisten van O. L. Vrouw, meisjes, kruis-
tochters, schoolmeisjes. Elk zingt op eigen
manier den lof des Heeren. Gezangen in
't Latijn en in hun moedertaal wisselen
malkander af.
Eindelijk! de menigvuldige gekostu
meerde groepen: meisjes in 't wit gekleed
en bloemen dragend, dan 't Kindje Jezus
en Sint Janneken, meisjes met wuivende
palmen, O. L. Vrouw van Lourdes met
Bernadetje, St Jan Berchman's groep, de
martelaren van Uganda, H. Theresia van
't Kind Jezus, enz.
Dan komt de prachtige draaghemel, ge
dragen door de vooraanstaande Europea
nen.
De priester schrijdt nu eerbiedig voort,
dragend in de gouden monstrans den
Koning der koningen, maar die tevens
is de goede Herder, de Barmhartige Sa
maritaan en die nu, evenals vóór twintig
eeuwen al goed doende door de straten
trekt.
Een aangrijpende stilte valt nu in. De
groepen naderen het prachtig openlucht
altaar
Thans heft de eerbiedwaardige bisschop
de IJ. Hostie boven de gebogen hoofden
der honderde kristenen en katechumenen.
Met God's vrede in 't harte, spoedt
eenieder zich huiswaartsrond het open
vuur, vóór de hut, spreken onze brave
lieden stiller dezen avond, ook langer dan
de andere... over de grootsche gebeurte
nis van dezen dag.
Albertstad 1934.
•J 4- 2>v\w<tV'
ZONDAG 14 OCTOBER
21e Zondag na Pinksteren (in voluti-
tate tua). Groen. 2' Gebed van den H.
Callistus, Paus cn Martelaar.
«Vergeef ons or.ze schulden gelijk wij
vergeven onze schuldenaren
We bidden dit dagelijks in hel Onze
Vader; docli we mogen dit niet alleen
doen met den mondde gevoelens van
ons hart moeten met onze woorden over
eenstemmen. Hoe noodzakelijk het is voor
onze eeuwige zaligheid dat we onzen
evennaaste met liefde vergiffenis schcn-
i ken toont Onze Lieve Heer ons in don
i parabel van den hardvochtigen knecht,
welke vandaag wordt gelezen.
Allen zijn we zondig en moeten we
vergiffenis afsmeeken van Gods barm
hartigheid. Als wij zelf met een groot
hart en onvoorwaardelijk kunnen verge
ven de beleedigingen welke ons zijn aan
gedaan dan zal ook de Opperste Rechter
goed zijn voor ons. Doen we dit echter
niet dan zullen we het lot ondergaan van
den ondankbaren knecht wantZoo ook
zal mijn hemelsche Vader met u hande
len, als niet ieder zijn broeder van harte
vergeeft.
OKTOBER - ZAAIMAAND
14 Z 21c Zondag na Sinksen. PI. Callistus I.
Evangelie. De ongenadige schuld-
eischer.
15 M H. Theresia van Avila. J
16 D H. Mummolinus.
17 W H. Hedwigis van Polen.
18 D H. Lucas.
19 V H. Petrus van Alcantara.
20 Z H. Joannes van Kenty.
H. JOANNES VAN KENTÏ
(28 October)
Joannes van Kenti wordt zoo genoemd
naar den naam van het dorpje in Polen,
waar hij in 1403 geboren werd. Zijn
ouders gaven bent een verzorgde opvoe
ding. Hij maakte grooten voortgang in
de deugd en dc wetenschap, zoodat hij
hoogleeraar werd aan de Universiteit vau
Cracow.
Hij had een groote liefde voor de zie
len, welke nog aangroeide toen hij de
priesterwijding had ontvangen.
Toen hij pastoor was benoemd te
Slkusi, werkte hij met een bewonderens
waardige n ijver zoo voor het tijdelijk al.i
het geestelijk welzijn zijner kudde. Zijn
liefde tot de armen was zoo groot dat
hij zicli op een zeer lcoudeu morgen, In
de open straat, van zijn toog ontdeed
om er een arme mede te bedekken
Na verscheidene jaren als Herder op
zijn parochie te hebben doorgebracht,
nam Joannes weer zijn plaats in van
hoogleeraar. Maar ook dar. bleef bij, voor
zooveel zijn werkzaamheden liet hem tot-
lieten, werken aan het heil der zielen
door predikatie en gebed
Om beter het Bittere Lijden van. den
Zaligmaker te overwegen ondernam hij
een reis naar Jeruzalem. Onderweg stelde
hij zich bloot aan den martelaarsdood
door het Evangelie te prediker, aan de
Turken. God echter nam zijn offer niet
aan. Na zijn bedevaart naar liet Pk Land
ging hij nog vier maal naar Rome. Op
een dier reizen ga-f hij een treffend be
wijs van zijn liefde voor de Waarheid.
Overvallen door struikroovers, namen
deze hem zijn reiszak af en vroegen of
hij nog iets bij zich had. Op zijn ont
kennend antwoord lieten deze hem ver
der gaan. Na enkelen tij^ vond hij en
kele goudstukken welke in zijn kleeren
waren genaaid en waaraan hij niet meer
had gedacht. Aanstonds keerde hij terug
en bood ze de roovers "aan, deze warea
zoo zeer door zijn oprechtheid getrof
fen dat ze hem zelfs zijn reiszak terug
gaven.
Ook zijn liefde tot de armen en zijn
onthechting voor de aar.dsche goederen
namen steeds toe zooda't hij, vóór zijn
dood al zijne goederen aan de arn.cn
deed uitdeelen.
Hij ontsliep in den Heer den. 24 De
cember 1473. Paus Clemens.
hem de êcr der altaren oen 15 Juli 17tif'.
ssssaaasasnaEsaaasaasaaBsaB
d3t men smid wordt
'T IS AL INSCHRIJVENDE
dat men een miljoen v.-int
KOLONIALE LOTERIJ.
120 MILJOEN IN 222.440 LOTEN.
Postcheck 71.60 100 Frank het biljet
Banken, Wisselagenten en Postkantoren.
TREKKING DEN 18 OKTOBER.
VOORZIEN VAN PUNKTAL
ZEISS GLAZEN IS EEN HEUR-
SEL'S BRIL HET BEST AAN
GEDUID MIDDEL OM UWE
OOGEN TE BESCHERMEN.
BROCIPUREN EN INLICPITIN-
GEN GRATIS EN FRANCO OP
AANVRAAG TE BEKOMEN BIJ
41, BOTERSTRAAT, IEPER.
IETS LEKKERS: SpaanscP.e rijst. r
1 Liter melk, 100 gr. rijst, 2 eieren,
100 gr. suiker, een scheutje rhuni.
Berèiding: De rijst zachtjes laten gaar
koeken in de melk. De suiker, de eier
dooiers en de rhum er door roeren. Al
les in een vuurvasten schotel doen, het
stijfgeklopte eiwit in een dikke laag er
over uitspreiden en het schoteltje in een
warmen oven laten soufïleeren.
A
OM GOED TE SLAPEN.
Talrijk zijn de personen die 's avonds
na het eten nog een tas warmen thee
drinken om een rustigeu en herstellen
den slaap te genieten.
Deze thee, welke soort dan ook, moet
goed gesuikerd zijn, wil men den ge-
wenschten uitslag er van bekomen. Deze
drank bestaat namelijk uit 3 verschillen
de zaken die elk haar weldoende rol te
vervullen hebbeneerst de plant zelf
wier aftreksel, volgens de soort, zijn bij
zondere eigenschappen heeft; ten tweede,
de warmte, die de spijsvertering bevor
dert; en ten derde, de suiker die aan de
spieren de krachten weder moet geven
die zij tijdens de dagtaak hebben moe
ten aanwenden.
Zooals men ziet is zulke warme thee
dus alleszins aan te raden.
WEET GE...
Dat zilver en koper spoedig aan
slaan wanneer ze in de nabijheid van
fruit staan? Voornamelijk bij appelen
en meloenen.
Dat het aan te raden is appelen met
schil en al op te eten? Door een appel
te schillen verliest hij veel van zijn voe
dingskracht.
Dat men vergulde lijsten van spie-
ge,.; of schilderijen schoon maakt met
oud brood? Als de vlekken er dan niet
uit zijn, wrijft men met spiritus.
OPEN 'S ZONDAGS
ONDERZOEK DER OOGEN.
Record Nr 1376 Record N' 386
Verwarmingsvtrmogen 100 m' Verwarmingsvernrgen 125 m3
En bij alle goede Stovenmakers.
jugepee die zich zelf veroordeelt, geen de
coratie... Hola! w'hebben weêr ne keer te
rap gesproken, want 't einde van 't von
nis hebben we nog niet gelezen en... het
luidt alzoo: «Edoch, rekening houdende
inet uwe gewetenswroeging, pas ik op U
de wet van... uitstel toe!
Hebt ge 't gehoord! We dachten nen
Engel gevonden te hebben en 't is verdo
rie nog slechter dan nen duvel, want hij
wil zich zelf wit wasschen van iets, dat
hij zelf heel goed weet, misdaan te heb
ben.
En da's nog 't grootste gebrek.
JONGEN, zei de vader, 'k heb voor
den eersten keer uw lief gezien, en ze
doet me denken aan witte suiker.
Zoo blank en goed en zoet zeker, va
der?
Neen... zoo «geraffineerd!
ARM! ARM! ENGELAND
't Is ambetant
D'ongelukken ofte de malheuren
Die d'r op uw... land gebeuren
Want als t' zoo nog enk'le jaren voort
[blijft gaan
Blijft er van U niks meer bestaan.
Hebt ge den noodkreet nog niet ge
hoord... Engeland is aan 't verdwijnen...
Daar is pen beer gekomen, onder den
vorm van de zee, die stillekens aan, maar
zeker, dag aan dag, een stuksken van 't
Engelsch grondgebied in zijn botten slaat.
De statistiekopmakers hebben er zich nog
ne keer meê gemoeid en hebben aan den
Engelschen Minister van Landbouw laten
weten dat er, op minder dan een eeuw
tijd, 74.000 hectaren door de zee werden
ingezwolgen. Om van een keelgat te spre
ken!
De meest getroffen provincies zijn Sus
sex, York-Shire en Essex, die alle jaren
drie meters van hun kusten verliezenl
MET VEEL VREES
En schrik
In hun blik
Zagen d'Engelsehe dominees
T Volk uit hun tempels'verdwijnen
Ze leden alle kwalen en pijnen
Want, zeiden ze, als 't zoo voort blijft gaan
Is 't over kort met 't protestantisme gedaan.
En z'hebben allemaal hun koppen bij
'een gestoken en zijn aan 't redeneeren en
aan 't nadenken gegaan dat z'er bijna
van barstten... maar z'hebben d'ideale op
lossing van 't vraagstuk gevonden, dat
moeten we bekennen. In Engeland meet
ge weten is de wet op de Zondagrust in
voege en zijn al de winkels, de cinema's
en de theaters op dien dag gesloten! Het
volk heeft dus om zoo te zeggen geen an
der tijdverdrijf dan met de kaart te spe
len en dat was ne fameuzen troef in
d'handen van die dominee's. Nu hebben
ze van hun tempels cinema's gemaakt, en
dan nog wel sprekende, cm de sermoenen
en preeken te vervangen. Cp 't doek ko
men beelden voor en episoden uit den
Bijbel. Ge kunt denken hoe 't volk daar-
meê opgezet is, en de tempels zijn nooit
zoo vol niet geweest als thans... want 't is
ailemaal kosteloos... gratis voor niets, en
da's ook al iets.
EEN DACTYLO kwam zich presentee
ren bij een fabrikant.
Waarom hebt g'uw laatste plaats
verlaten? vroeg de man,
Ha! Omdat madam gezien had dat
ik mijnheer een kusken gaf! antwoordde
't meisje.
Ha zoo... ge mcogt morgen begin
nen! zei de likkebaarder.
Ne gceien truk dus voor mijn alderlief-
ste Lezereskens-masjienschrijfsters die
zonder plaats zouden zijn!
'K ZEG 'T U STIL,
Met veel fatsoen,
Als 't noodlot wil
Ts er niks aan te doen.
Dit wordt ons eens te meer bewezen
Door 't feit dat g'hier gaat lezen.
Miroslar Korduje, nen timmerman van
Zagreb, was zoo ongelukkig, dat hij een
einde aan zijn leven wilde stellen. Maar
■als ne mensch voor 't ongeluk geboren is,
mag hij doen wat hij wil, 't zal hem al
tijd en overal vervolgen.
Eerst probeerde hij zich op te hangen,
maar zijn handen beefden zoo fel, dat hij
er niet toe kwam een knoop in 't zeel te
leggen. Die man moest zeker den bibber
hebben want 'n paar dagen daarna wilde
hij 'n vergift innemen, maar hij beefde
weer zoo zeer dat de esch en 't glas uit
zijn handen vielen. Gij en ik zouden al
lang den moed hebben opgegeven hé!
ISBBHSSBaBEFSaaBSSaSBSaE&HaHS
Ik aarzelde eenige oogenblikken, niet
wetende, of ik naar boven zou gaan of
mijn onderzoek in de lagere regionen in
stellen. Ik besloot tot de laatste en daar
om liep ik naar de deur, waardoor wij
waren binnengekomen en ging de gang
in, waar wij kort te voren zoo behoed
zaam waren doorgeslopen.
De eerste deur rechts, waar wij een
klok hadden hooren tikken, bleek de keu
ken te zijn. Er was niemand behalve een
kat. die met gekromden rug in de ven
sterbank stond en tegen mij begon te bla
zen.
Ik keek nog eens vluchtig rond en ging
weer de gang in.
Mercia! riep ik, Mercia!
Van uit het einde der gang kwam een
zwak, gedempt geluid naar mij toe; het
kwam mij voor, dat zoo de angstkreet
moest klinken van iemand, die levend be
graven was.
Als een razende vloog lk op het geluid
af, en kwam voor een vermolmde trap
deur, die met een houten sluitboom werd
gesloten gehouden. In mijn driftige haast,
rukte ik het ding er af, greep daarna het
handvatsel en rukte het zoo woest terug
dat de geheele oude deur, met hengsels
en al met een slag op den vloer in de
gang terecht kwam.
Mijn blik ontwaarde nu een kleine stee-
nen trap.
Met twee wilde sprongen was ik boven
en het volgende oogenblik sloot lk, om
huld door een benauwende duisternis,
Mercia in mijn armen.
Oh», riep zij. «Is U het, is U het!
en ik voelde haar lieve hand op mijn
mouw heen en weer gaan, als streelde zij
mij van vreugde. Hoe het kwam, weet ik
niet. maar onze lippen vonden elkaar en
ik drukte in zalige dankbaarheid eerbie
dig mijn eerste kus op haar reine lippen.
Ik leidde haar de trap af naar de gang
en keek toen nieuwsgierig verlangend
naar haar bleek gelaat. Zij beefde hevig
en mijn eigen handen trilden als popu
lierenbladeren.
Ze hebben je toch geen letsel toege
Om eerlijk man te zijn
Geeft iedereen het zijn,
Recht is recht, en krom Is krom
Al die 't loochent, liegt erom.
De goederen dezer wereld zouden wei-
big weerde hebben, moesten er geen
Vrienden bestaan waarmede men ze dee-
len kan.
UaiBBSBEiBRSaSBESgHBEBSBBBEa
MAAN
ALS GE 'S MORGENS uit uw bedde komt
Staat ge soms zelf heel verstomd
Pijzonder als ge met uw linker been zijt
[opgestaan
En rond loopt in uw vliegende vaan,
Hoe ge tot uw eigen spijt
Slecht gezind dan zijt.
Om dat te vermijden is 't dan goed dat
gU keer voor uwen spiegel plaatst, direct
als ge zijt opgestaan, om U rekenschap te
geven, van de uitdrukking, dus. van 't hu
meur met hetwelk ge den dag begint.
Bekijkt U ne keer goed. Dcet de plooi
Verdwijnen tusschen uwe wenkbrauwen,
g'hebt nen zuren trek rond uwen mond,
vaagt hem weg. Uw oog is dof, vol zor
gen... steekt er nen gloed in... En tot uw
eigen verbaasdheid komt een kleine glim
lach op uw lippen, die zich over gansch
uw gelaat zal uitspreiden... en als ge dees
lijnen leest alleen, zijt g'al aan 't glimla
chen. Doet dat alle dagen... 't zal U maar
tien seconden kosten, en uw man, die ook
een plooi heeft tusschen zijn wenkbrau
wen zal U vragen: Waarom glimlacht ge
zoo gedurig aan? En ge zult antwoorden;
Ik ben welgezind, 't kost niets.
G'hebt al opgemerkt dat 'n uitdrukking
van ons wezen, ze mag zelfs artificieel
Zijn, na 'n zekeren tijd natuurlijk wordt,
Want ze doet in onzen geest het overeen-
Btemmend gevoelen ontstaan.
Tracht dus in uwen spiegel te lachen...
en 't geluk ligt voor U.
Allemaal zeever in pakskens van het
Manneken uit de Maan, zult ge zeggen.
Maar dezen keer zijt ge mis, want 't is
*t systeem aangeprezen door den grooten
zielkundige T. Gombo... die geenen ezel
Is, zulle!
Enfin, ge kunt 't ne keer probeeren, en
laat mij 't nieuws weten, hoor... tegen
't toekomend jaar.
PEE STOFFELS stond aan zijn deur
als Nantje Kwak voorbij kwam geloopen.
Waar loopt ge naartoe? vroeg Pee.
Zwijg jongen, riep Nant, 'k loop naar
den dokter, mijn vrouw staat me niet aan.
Als 't alzoo is, zei Pee, dan loop ik
meê, want de mijne staat mij ook. niet
aan.
Toe rapper, loopt rapper, zei Nant,
of heel de straat loopt meê.
T STAAT GESCHREVEN en 't is gebleken
Elke mensch die heeft gebreken
D'eene meer en d'and're miu
Allen in een anderen zin.
En T is geen nieuws da 'k hier verkond
't Staat bekend van mond tot mond
Dat, hoe zeer w'er ook aan wennen
Geen een de zijne zal bekennen'
*t Is daarom dat we menschen zijn ook!
Maar d'r is toch eenen die den moed ge
had heeft zijn gebreken te erkennen... en
dan nog in 't publiek, vóór ne ganschen
hoop volk. 't Is rechter Courts van den
Winnipeg-staat, die op zekeren dag zoo
diep in 't glas had gekeken, dat hij zoo
zat als 'n musch naar huis moest worden
gedragen, 's Anderendaags nu moest hij
op 't Paleis van de justicie een proces
voorzitten. De zaal was vol volk. Toen
Stond onze rechter op en verklaarde eens
klaps: Courts, gij zijt rechter te Winnipeg
en gisteren heeft men U stomdronken op
den openbaren weg opgeraapt. De wet is
gelijk voor iedereen, en ik veroordeel U
tot de gewoontelijke geldboete.
Hawel! wat zegt g'ervan, verdient dien
IBBBBBBBBBBBBBBBBaHBBHBHBBBB
Mengelwerk van 14 Oktober 1934. Nr 33.
Trees stond te Gent in de tentoonstel
ling voor eene schilderij waar een Zon
neschijn was op verbeeld.
Karei, zegt ze, aan haren mankom
toch langs hier, en staat daar ook alzoo
in die zonne niet, of ge krijgt er nog
sproeten vanA.
Alle giften worden met veel dankbaar
heid aanvaard en kunnen gestort worden
Jan te Poperinge (Postcheckrek. 41771).
bij E. H. D'HOORE, Onderpastoor op St
Beste Engclsche
PEPERMINT
voor
Hoofdpijn
Neusverstopping
Kortademing
Zenuwverzwakking
enz. enz.
Te verkrijgen
enkel in de
BESTE WINKELS
Vraagt
het doosje met het
haantje.
BELGISCHE FABRIEK VAN
CHICQREIWYPPELIER-TAFFIN
worden onze
m mm overal gevraagd
Te koop bij alle winkeliers
Bewondert de Prachtige GESCHENKEN
Ben je klaar, Mercia? vroeg ik.
Zij knikte en wij gingen naar buiten,
waarna wij de deur achter ons sloten.
De auto stond, waar wij ha-ar gelaten
hadden.
Billy schakelde de lantarens in en er
schoten twee breede lichtbundels over den
eenzamen weg.
Ik voelde, dat Mercia, die aan mijn arm
liep, plotseling wankelde. Als ik haar niet
met beide armen had omsloten, geloof ik,
dat zij zou gevallen zijn.
«Ik... ik geloof, dat ik een beetje flauw
benstamelde zij. Ik heb sinds giste
renavond niets te eten gehad.
Ik vloekte onhoorbaar. Toen nam ik
haar voorzichtig in mijn armen, droeg
haar in de auto en zette haar op de ach
terbank.
Dat zullen wij onmiddellijk verhel
pen, zei ik. Dom. dat ik daar niet eer
der aan heb gedacht.
Ik nam mijn handtaschje en haalde er
de sandwiches en de whisky uit, die mijn
onvergetelijke tante Mary zoo zorgzaam
voor mij had laten inpakken. Merc» gaf
mij een dankbaar glimlachje en het eer
ste teugje van den drank bracht al da
delijk een licht blosje op haar bleek ge
laat.
Billy, die bij het portier stond, keek
met gefronst gelaat in de richting van het
huis, dat wij zooevsn verlaten haddetn
Die schurk is er eigenlijk veel te ge
makkelijk afgekomen bromde hij. Ik
zou nog wel even terug willen gaan en
hem nog een beetje geven.
«Neen, neen», zei Mercia. «Ik ben nu
al weer veel beter. Ik ben er van over
tuigd, dat U hem tamelijk heeft toegeta
keld. Ik hoorde hem schreeuwen en ik
had er geen verdriet van, maar nu moet
U hem niet meer pijnigen. Laten wij zoo
spoedig mogelijk hier vandaan gaan; dat
is het eenige waarnaar ik verlang.
Zooals U verkiestzei Billy, of
schoon ik hem er nog graag een paar
voor toegift had gegeven.
te gaan liggen. Ik gaf een proefslag door
de lucht.
Dit, mijn vriendzei ik in Spaansch,
zal je leeren, vrouwen niet te mishande
len.
Of mijn optimistische voorspelling in
vervulling is gegaan, kan ik niet zeggen,
maar zeker is dat Senor Rojas geen type
was, om zijn gevoelens te onderdrukken.
Hij jankte en gilde zoo doordringend, dat
mijn hart er door vervarmd en mijn arm
tot grootere werkzaamheid werd aange
spoord. Eerst toen zijn stem schor en het
onderhoud minder aanmoedigend werd,
liet ik den stok omlaag zakken. Billy liet
hem los en hij gleed, snikkend en jankend
als een gestrafte jongen op den vloer.
«Hier eindigt het tweede epistel», zei
Billy oneerbiedig. Dan boog hij zich over
de van pijn kronkelende gestalte en voeg
de er met vriendelijke stem aan toe:
Neem mijn waarschuwing ter harte,
ventje; als je er de volgende maal op uit
gaat, om Prado dood te schieten, vul dan
je broekspijpen goed op.
Ik wierp lachend den stok in een hoek.
Wij zullen dien knuppel maar -als sou
venir hier latenzei ik. Kom, Billy, ik
denk, dat Mercia wel reisvaardig zal zijn.
Wij gingen in de hal en sloten de deur
achter ons, teneinde het onsamenhan
gend gevloek buiten te sluiten. Mercia
kwam juist met haar koffertje de trap
af. Aan den glans in haar oogen bemerk
te ik, dat de echo van onze feestvreugde
in zekere mate haar ooren had bereikt.
«Mercia», zei ik, terwijl ik het koffer
tje van haar overnam. Mag ik Billy voor
stellen? Wij hebben alles aan hem te
danken.
Zij gaf hem op haar eigen bevallige
hartelijke manier de hand.
Hoe zal lk het U ooit kunnen vergel
den! sprak zij zacht.
Billy maakte een buiging en kuste haar
vingertoppen. «Geen dank, geen dank»,
zei hij vroolijk, terwijl hij haar met een
glimlach van oprechte bewondering aan
keek. Ik ben altijd op zulke karreweitjes
belust.
woordde ik. Onderweg zal ik je alles wel
uitleggen, maar ik moet eerst nog een
hartig wcc-dje met Rojas spreken.
Gaat I hem dooden?
Ik schudde glimlachend mijn hoofd.
Neen Mercia zei ik, beslist niet. Hij
maakt het leven zóó interessant, dat ik
hem niet zou kunnen missen.
Ik nam haar hand en geleidde haai in
de hal.
Aan den voet van de trap sloot ik haar
in mijn armen en kuste haar, alvorens lk
haar naar boven liet gaan.
Zal je nu geen Umeer tegen mij
zeggen, Mercia? Je weet toch wel hoe ik
heet niet waar?
«Ja, Stuartzei ze met zoo'n betoo-
verend glimlachje, dat ik nog eens even
afscheid van haar moest nemen.
Kom je gauw terug, lieveling?
Maar zij was al boven en ik haastte mij
naar de kamer.
Billy had zijn gevangenen naar 't mid
den van het vertrek gesleept en zat nu op
'n hoek van de tafel kalm zijn pijp te
rooken.
De zaak is in orde zei ik. De oude
vrouw is naar Londen en Mercia heb ik
gevonden. Zij is aanstonds klaar, om met
ons mee te gaan.
Hij knikte. Ik heb jelui gehoord.
Hoe gaat het met Guarez? vroeg ik,
terwijl ik naar mijn gehavenden tegen
stander keek.
O, is dat Guarez? zei Billy en hij
gleed van den tafelhoek af. Nu, hij
maakt het vrij goed; je hebt alleen zijn
bakkes een beetje hard geraakt, maar
ernstig letsel heeft hij niet; ik heb hem
al terloops geïnspecteerd.
Het moet erkend, dat mijn tegenstander
geen vriendelijken aanblik opleverde. Hij
lag op den vloer en zei niets, maar staar
de ons met één oog zoo woest aan, als
twee stuks met aanwending van allen be
schikbaren haat bezwaarlijk konden ont
wikkelen. Het andere kijkorgaan had tij
delijk zijn werk gestaakt en lag onder een
plas geronnen bloed verborgen.
Hij heeft in ieder geval genoeg ge
bracht, Mercia? fluisterde lk. Toen viel
mijn blik op haar pols, waar omheen
vier blauwe plekken, als het ware, een
armband vormden.
Mijn God! riep ik woest. Wie heeft
dat gedaan?
Zij trok haastig haar mouw over de plek.
't Is niets, heusch niets snikte zij.
O, ik ben zoo blij, dat U gekomen is.
Ik nam haar arm en stroopte haar
mouw op, zoodat ik de plekken kon zien.
't Was duidelijk, dat het knepen van
mannenvingers waren; er was geen kwes
tie van of het moest een woeste, valsche
kneep geweest zijn, die gemakkelijk haar
pols hadden kunnen breken.
Wie heeft het gedaan, Mercia? her
haalde ik.
«Rojas», bekende zij, «maar het hin
dert niet. Hij zou mij gisterenavond ge
dood hebben, indien Guarez hem niet had
tegengehouden. O, laten wij weggaan,
voor hij weet, dat U hier is.
Daar is het te laat voor, Merciazei
ik koeltjes. Zij weten maar al te goed,
dat ik hier ben. Billy zit gewapend met
een ijzeren schroefsleutel bij hen.
Zij keek mij half ongeloovig aan en
toen opeens, brak haar heerlijk glim
lachje door, als de zon door den zomer-
mist.
Zij zeiden gisterenavond, dat U de
duivel was. Het lijkt er wel iets op, of zij
gelijk hadden.
Ik lachte gelukkig. Zij zullen er nu
wel zeker van zijnzei ik. Waar is de
oude vrouw?
Juanita? Die is naar Londen. Guarez
heeft haar van morgen daarheen gezon
den, om Da Costa op te zoeken. Zij komt
vanavond met den laatsten trein terug.
Dan zullen wij het genoegen niet heb
ben, haar te zien. Wij moeten hier binnen
tien minuten vandaan. Kan je dan gereed
zijn, Mercia?
Ja, ja, ik ben reisvaardig. Ik heb al
leen maar een paar kleinigheden in mijn
koffertje te pakken. Maar hoe moeten wij
wegkomen en waar brengt U mij heen?
«Mijn auto. staat buiten klaar», ant-
door
VICTOR BRIDGES.
Tertaling van F. VAN VELSEN,
De kalme vriendelijke stem van Billy
klonk mij van den anderen kant als mu
llet in mijn ooren.
Goed zoo, Jack, kom nu eens even
een handje helpen met dit zoodje.
Hij aat heel kalm schrijlings tusschen
een wervelstroom van armen en beenen,
waaruit een fontein van onverkwikkelijke
Bpaansche en Engelsche vloeken gespuwd
werd. Hij keek glimlachend naar mij op.
Houd dat been eens vast, oude Jon
gen vervolgde hij. Pas op, dat hij Je
niet bijt, hij is nog al heet gebakerd.
Na eenig wringen en schuifelen, was
onze tweede gevangene even solied gekne
veld en hulpeloos als de andere.
Met een luidklinkenden lach sprong
Billy op de been.
Dat is goed werk, drommels goed
zei hij.
Toen liep hij dwars door de kamer naar
de plaats, waar ik mijn gevangene had la
ten liggen. Ik moet zeggen, dat je onzen
huisknechtvergiftiger tamelijk zijn portie
hebt gegeven. Je zult er het mooi niet
afkijken.
Ik raapte mijn weggeworpen schroef-
Bleutel op.
Ik zal je even met je vrienden alleen
laten, Billy. Ik moet nu Mercia gaan zoe
ken zei ik.
Hij knikte. Je hebt gelijk. Vergeet niet
dat er nog een vrouwelijke Dago ergens
in huis is. 't Kon wel eens gebeuren, dat
ze leelijk deed.
Hij plaatste zich tusschen de gevange
nen in en ik begaf mij zonder uitstel
paar de hal. •-