door Gravin CLO
Dez° roman wordt in OE HAARDVAIEND van 13 Oktober
EERSTE DEEL
De rozentuin van Bagatelle spreidde zijn wonderen ten
toon Onder haar warmste streelingen deed Juni, de
mooie rozenmaand, ze met duizenden ontluiken. De wan
delaars in dit welbekende Parijzer hoekje slenterden
traagjes voorbij.
Allen, alleen of in groepjes, gingen en kwamen steeds
teruggewandeld onder de bogen met hun afhangende
bloemtrossen en langsheen de geurende perken, een wa
ren lust voor het oog.
Hier belichaamt de koningin der bloemen op ideale
wijze den geur, de zwierigheid, de kleurschakeeringen in
het fluweel van haar kelken. En van het geheel gaat een
verrukkelijke indruk, een bedwelmende bekoring uit.
Natuur en tuinmanskunst werken hier samen op de
meest harmonische wijze. Het is het Eden, waarin men
eeuwig zou willen droomen.
Na lang ronddwalen door de geurende slingerpaden,
was Pierrette Nozières ten slotte terecht gekomen in een
van de lommerrijke lanen, die den rozentuin omsluiten
en liet zich, eenigszins vermoeid, op een bank neer.
Langs deze zijde strekt zich het bosch verder uit. Ze
trok zich zooveel mogelijk in zijn schaduw terug, om, on
gestoord door de voorbijgangers, van de schoonheid van
het ocgenblik te kunnen genieten.
Jong meisje, of jonge vrouw De voorbijkomenden
konden het zich terecht afvragen. Van eerstgenoemde
had ze den reinen blik van de laatste, de kordaatheid
van dezen die het leven kennen.
Zij was alleen, en liet haar blik dwalen van de over-
en-weer trekkende wandelaars naar den prachtigen bloe-
mentooi, welke zich voor haar voeten ontvouwde.
Een lange mantel van zachte, donkerblauwe zijde,
nauwsluitend naar de voorschriften van de mode. deed
haar gestalte voordeelig uitkomen fijn en slank, als
een jonge, fiere populier. Het kleine, diep in de oogen ge
drukte hoedje, verborg gedeeltelijk haar werkelijk mooi
gelaat, dat verlevendigd werd door den lichtenden glans
van haar schranderen blik, vroolijk en toch ernstig.
Plots bleef een der voorbijgangers voor haar staan,
den hoed in de hand, en deed ze uit haar droomerij op
schrikken
Juffrouw Pierrette Wat 'n gelukkig toeval U hier
te ontmoeten. Ik wilde me juist tot bij mevrouw Nozières
begeven, om afscheid van U te nemen. Krijg ik daar
straks, na de wandeling, nog gelegenheid toe, of moet ik
het nu maar doen
De nieuwgekomene was een slanke, mannelijke ver
schijning. welgebouwd, de dertig al voorbij. Glimlachend
stak Pierrette hem de hand toe
Afscheid nemen Je gaat dus vertrekken Vast,
ditmaal
Ja, mijn contract met die New-Yorksche firma is
geteekend. Overmorgen ga ik scheep, want ik word drin
gend gevraagd.
Vertel me daai wat meer over, zei ze, hem wijzend
naast haar plaats te nemen
Staat U me toe Is 't niet onbehoorlijk, dat onder
onsje op deze drukke plaats
I-Iet jonge meisje haalde even de schouders op.
Beste kerel wij tweeën, en dan onbehoorlijk
Ten andere, dit is de openbare weg, het is klaarlichte
dag, en dus kan men er wel een toevallig treffen en zelfs
een afspraakje op wagen zonder zich in opspraak te
brengen. Daarbij is 't je bekend, dat ik me aan al die
domme en kleinzielige gebruiken niet wensch gelegen
te laten.
Ja, ik weet het modern en geëmancipeerd, en toch
vol trotsche terughoudendheid. U vertoont wèl een zon
derlinge mengeling van karaktertrekken, mejuffrouw.
Och, noem me toch Pierrette, net als vroeger, al
vast als we onder ons zijn. En vermits je toch gaat ver
trekken, zal niemand gelegenheid hebben er iets van te
merken.
Is 't werkelijk toegelaten Ik moet bekennen, dat
het deftige Juffrouw me niet best uit den mond wou.
Maar zooals ik je teruggevonden heb, 'n volwassen dame
en bovendien doctor, waagde ik toch den familiairen toon
van vroeger niet.
Dat zijn geen geldige redenen, weersprak ze op stel-
ligen toon. Jij was m'n groote broer toen ik klein was,
wij hebben samen geloopen en gespeeld als echte kame
raadjes. En nu plots, omwille van verouderde gebruiken,
waar trouwens niemand zich nog aan houdt en omdat we
geen kinderen meer zijn, zouden we mekaar mijnheer
en juffrouw moeten noemen 't Zou è,l te gek we
zen
Zonder overgang ging ze verder
Zeg eens, Daniël, hoe kom je er toe me vlak in m'n
gezicht te bevestigen, dat ik een zonderling mengsel ben
van uiteenloopende moreele bestanddeelen Voor den dag
met je verk'aring, toekomstig burger van Amerika
Vriendinnetje van vroeger en van altijd, de man op
rijpen leeftijd zooals ik, helaas doorgrondt gaarne
de personen, van wie hij houdt. Jij bent een vat vol
tegenstrijdigheden. O, dat is geen ongunstig oordeel,
hoor En die tegenstellingen zijn er niet van vandaag. Ik
herinner me, hoe vroeger lachen en schreien bij jou in
één beursje zat hoe je uren lang kon zitten droomen,
zonder op iets te letten, om onmiddellijk daarop allerlei
kattekwaad uit te halen. Mijn kleine vriendinnetje was
een wispelturig persoontje, en koppig ook
Ja, ik heb je dikwijls genoeg doen opstuiven, lachte
Pierrette. Maar welke tegenstellingen ontdek je nu aan
me Zeker wel niet dezelfde... Biecht op, ik vind 't wel
lollig
Nou dan, jij houdt van de roode rozen van Baga-
7
ging om de lijdenden te helpen en te genezen. M'n zwager
heeft me daarbij geholpen en den weg gewezen. En daar-
rnêe, besloot ze, ken je net zoo goed m'n beweegreden als
ikzelf. Heb ik alles goed uiteengezet en ben ik nu nog
een raadsel voor je Het verveelde me te moeten denken,
dat m'n oude vriend kon meenen dat ik ondoordacht ge
handeld had. Wat anderen er over denken, dat lap ik
aan m'n laars, voegde ze er kwajongensachtig aan toe.
Daniël lachte
Dank je, Pierrette, dat je aan mijn meening belang
hecht, terwijl dat van andere stervelingen je zoo weinig
kan schelen.
En wat je vertrouwen betreft, ging hij bewogen voort,
dat treft me diep. Uw heerlijke wilskracht is geschapen
ora de zwakheid van anderen te steunen zal mij een
spoorslag zijn om me te verzetten, telkens nc mij, in den
vreemde, het hart of den geest voel verflauwen. Wanneer
het leven er mij hard of eenzaam voorkomt, zal ik tel
kens aan je denken. Men moet, inderdaad, aan het be
staan een reden geven men moet z'n weg klaar en
duidelijk afbakenen en hem bestralen met moed dat is
de beste manier om alle nevels te doen optrekken. Ik
vertrek met frisschen moed na dit opwekkend gesprek.
De eenige schaduw op mijn weg is jouw afwezigheid.
Pierrette, ik heb je maar zoo weinig gezien... Maar
weet, dat. ik doordrongen ben van je laatste raadgeving
te Bagatelle heb je me gezegd Men moet het doel niet
verwaarloozen men moet het scheppen, wanneer het
niet bestaat. Maak van het uwe, welk het ook is, de ver
wezenlijking van ie inspanningen.
Die verwezenlijking, in uw gedachte, behelst niet al
leen het tegenwoordige, maar ook de toekomst, niet
waar Ik zal dus 'n doel hebben.
En dat zal zijn onderbrak zij, vol belangstelling.
Hij keek haar aandachtig onderzoekend aan, als wilde
hij de beteekenis van haar vraag doorgronden.
Ik wil miliennair worden, antwoordde hij, na een
korte aarzeling.
Bravo Dat is ten minste een ernstig doel Ik
merk, dat je met een goede dosis durf vertrekt.
Hij stond op.
Helaas ja, ik vertrek.
Bij deze beweging wendde mevrouw Nozières zich tot
hem, met de verontschuldiging
Mijn arme Daniël, ik heb u wèi verwaarloosd. Josée
houdt heel mijn aandacht gevangen, maar het is ook
zoo'n vertroosting voor mij, er me te kunnen aan wij
den. Gij verlaat ons dus Ik wensch u een goede reis
en een voorspoedig verblijf ginder ver. Gij weet, dat ik
altijd graag iets over uw welslagen zal vernemen.
Ik dank u om deze woorden, mevrouw, zei hij, on
danks alles, door haar vriendelijke woorden heen, de
alledaagschheid voelend van de dame uit de groote we
reld.
Tot weerziens dus, mijn beste jongen.
Hij keerde zich tot Pierrette, na het kleine blondkopje
omhelsd en mevrouw Nozières de hand gekust te hebben.
Zijn onberispelijke houding verborg de afdwaling van
zijn geest, gespannen op één enkele gedachte, die hij
wilde verbergen.
Vaarwel, Daniël, maar ik ga je uitgeleide doen.
Een hartelijke, maar kalme glimlach verlichtte zijn
oogen. Zij ging hem tot bij de trap. Daar vonden
hun handen elkaar .„evigen, vriendschappeliiken
handdruk. Vlug liep o .^r beneden. Het jonge me je
volgde hem met de oogen zij bewonderde zijn natuurlij
ken zwier, de losheid van zijn bewegingen, de mannelijke
houding van dien sportman, in volle ontwikkeling van
zijn krachten.
Beneden aangekomen, hief hij instinctmatig het hoofd
op. Hij lichtte zijn hoed op en beschouwde haai een laat
ste maal, meer met zijn ziel dan met zijn oogen, als
wilde hij haar beeld vastleggen.
Over de trap geleund, riep zij hem vroolijk plagend
toe
Goedc-n nacht, mijnheer Dollar
Hij lachtte een beetje zenuwachtig, en antwoordde ge
vat
Goeden nacht, doorluchtige doctor
De deur viel achter hem dicht, hen opnieuw scheidend
voor lang, misschien wel voor altijd.
In zijn ruime werkkamer wachtte Paul Mudry het
bezoekuur af. Hier was het dat, van tien tot twaalf, de
onrust en het lijden voorbij trokken, hunkerend naar een
geruststellend woord, naar zijn weldoende tusschenkornst.
Nog jong, was de chirurg in de volle ontplooiing van
zijn talent. Wondervolle behandelingen, gepaard aan een
haast opfeilbare diagnose, hadden hem tct meester onder
zijn kollega's gekroond.
Een bediende verscheen. Hij bood op een schaal enkele
kaartjes en een brief aan.
Zijn er veel menschen in de wachtzaal vroeg Mu
dry. terwijl hij vlug het gesloten omslag opende.
Nog slechts weinig, mijnheer.
Met een oogopslag had hij het telegram gelezen.
Laat mejuffrouw Nozières binnc-n, zoodra ze komt,
beval hij.
Goed. mijnheer.
Tien minuten verliepen de chirurg had zich weer ver
diept in zijn werk. Hij sloeg een zakboekje na, maakte
met zijn onleesbaar geschrift aantoeken.'ngen op blaad
jes, die zijn handteekening droegen.
Er werd geklopt.
Het was Pierrette, in de uniform van verpleegster
welke haar zoo wel stond. Haar gestalte leek grocter in
de lange jas het gelaat buitengewoon jong in het smet-
telooze linnen van het streng omlijnd kapje-met-voor
hoofdband en met den !os-fladderenden sluier achteraan.
Dag Paul, zei ze, haar schoonbroeder vriendschappe
lijk de slanke, fijne vingers toestekend.
Hij was opgestaan en kwam haar enkele stappen te
gemoet.
Ik verwachtte je, zusje. Je boodschap is je maar heel
kort voorop gekomen.
Hij toonde haar het telegram.
Toch niets spijtigs, thuis of in de kliniek
Gebroken Vleugels