HET BETALEN VAN NAVETTEN KOMITEIT DER IJZERBEDEVAART UIT DE PERS DE FELSTE KRISIS HET JUBILEUM DER MISSIE DER E. E. P.P. JEZUITEN IN INDIE BELGISCHE OUDSTRIJDERS TE PARIJS DE KANSELIER VAN OOSTENRIJK TE ROME ROND DEN EIFELTOREN UIT LEUTEGEM EENE ONAANGENAME VERLOSSING DE OBER-AMMERGAU-SPELEN WAREN EEN GROOT SUKSES HET CIRCUSKIND EN DE CIRCUSPAARDEN DE WOESTIJN TUSSCHEN IEPER EN POPERINGE EN DE KEURE VAN 1161, ZGZ. VOOR DE ACHT PAROCHIËN KAPITEIN LINDBERGH GETUIGE DE GROOTE NATIONALE CROSS-WEDSTRIJD TE BRUSSEL EEN EINDELOOZE CHINEEZENMARSCH BEROEMD STAATSMAN OP WANDEL MARTHA EGGERT GAS-OORLOG Naar het schijnt wordt de pacht wet van 20 Maart 1929, nog al eens verkeerd uitgelegd en toegepast bij het veranderen van pachten op de hofsteden gelegen in de streek waar er geene navetten te betalen zijn. Velen denken dat de hooger aange haalde wet de verplichting navetten te vergoeden algemeen heeft gemaakt zonder meer, doch weten niet dat er een uitzonderingsartikel bestaat dat zegt: «De bepalingen van deze wet worden niet toegepast op de pachten van landbouweigendommen gesloten vóór hare in werkingtreding, enz. Deze beperking draagt op de kwestie van het betalen van navetten. Iemand die eene hofstede verlaat welke hij in pacht had vóór 20 Maart 1929, heeft, indien die hofstede gele gen is in de streek waar 't gebruik niet bestond navetten te betalen, geen recht ervoor vergoeding te vragen. Die streek is gelegen ten Westen eener lijn loopende van Dranputer langs Kemmel, Dikkebusch, een deel van Vlamertinge, Brielen, Boezinge, Bikschote, een deel van Woumen over Klerken, enz. Indien de aftredende landbouwer bewijs levert dat hij zelf navette be taalde bij zijn optreden, dan is er natuurlijk ook bij het aftreden te vergoeden. Het komt dan hier op neer dat er bij gebrek aan bewijs, in gemeenten als Poperinge, Elverdinge, Oostvlete- ren, Pollinkkove, enz. geen navetten te vergoeden zijn, op hofsteden die vóór 20 Maart 1929 in pacht waren gehouden. De wet voorziet dat er overal na vetten te vergoeden zijn, ook daar waar het niet gebruikelijk was. Al leen wordt gezegd dat in dit laatste geval er uitzondering bestaat voor de hofsteden die verlaten worden, na een pacht gesloten vóór het in voege treden der wet. Wordt de hofstede verlaten na een pacht gesloten na het in voege tre den der wet, dan is er overal navette te vergoeden, zonder uitzondering, tenware de eigenaar bewijst dat de hofstede begaan werd zonder navet ten te betalen. PRIJSKAMP VOOR DRIE PLAKETTEN VOOR HET IJZERMONUMENT Met deze herinneren wij dat door het werk Ijzerbedevaart, sekretariaat, Wil- fordkaai, 16, Temsche, een prijskamp uit geschreven wordt voor het vervaardigen van drie bronzen plaketten die in volledig profiel de beeltenis (portret) geven van: a) Z. E. H. C. Verschaeve; b) wijlen Dr Oscar de Gruyter; c) wijlen Dr Alfons van de Perre. Alle Vlaamsche beeldhouwers worden uitgenoodigd. De duur van den prijskamp blijft vastgesteld op uiterlijk 10 Januari 1935. Alle inlichtingen, reglement van den prijskamp, fotomateriaal, enz. te bevra gen aan het sekretariaat van de Ijzer bedevaarten, Wilfordkaai,, 16, Temsche, waar reeds talrijke aanvragen zijn inge komen. PRIJSKAMP VOOR DEN PLAKBRIEF XVI9 IJZERBEDEVAART Wij herinneren tevens dat een prijs kamp uitgeschreven is voor het vervaar digen van een plakbrief voor de XVI" Ijzerbedevaart, uitvoerbaar op steen met maximum drie kleuren. Alle Vlaamsche kunstenaars worden uitgenoodigd. De ontwerpen zullen ge maakt worden op uitvoerbare grootte: 0,62 x 1 m. De duur van den prijskamp is vastgesteld op uiterlijk 10 Januari 1935. Reeds talrijke deelnemers zijn inge schreven. Voor alle inlichtingen, reglement, enz. Sekretariaat der IJzerbevaarten, Wil fordkaai, 16, Temsche. DE 4 GROOTE IJZERBEELDEN GE MAAKT een prachtige leerrijke film. Verder ook deze over de twee gehuldig de helden van d-en laatsten Bedevaart, nl. L. De Boninge en Fr. Vander Lin den, 400 m. Voor speciale muziekaanpassing kan ge zorgd worden. Waa.r geen kinema is, be schikt het sekretariaat voordeelig over toestel met operateur. Waar reeds een filmavond gegeven werd, kan men een gansch nieuw pro gramma bezorgen, aangevuld met Vlaam sche gebeurtenissen, b. v. de laatste Ijzer bedevaart, enz... Talrijke aanvragen kwamen reeds bin nen. Vraagt inlichtingen op het Sekreta riaat; bijzondere krisis-voorwaarden. BBBaakiS38SXBKSBS2aBEIBSSSi2CX' CATASTROFALE TOESTAND DER EUROPEESCHE BEWAPENINGEN Hier volgt de aanhef van een ar tikel in De Maasbode Een Engelsche schrijver maakte de zer dagen een aardige vergelijking, wel ke den toestand, zooals die door het ont wapeningsprobleem geschapen is, zeer goed belicht. Op economisch gebied zijn er, meende hij, op het oogenblik nog slechts twee klassen van menschenzij die meer eten dan honger hebben en de andere klasse, die meer honger dan eten heeft. De normale gang van zaken is dan een revolutie, welke de ellende van allen vergroot, en slechts één klasse doet over blijven van menschen, die allen meer honger dan eten hebben. Zoo zijn er momenteel ook twee klas sen van natiesde eene, welke meer wa penen dan menschen om ze te dragen en te bedienen heeft; en de andere, die meer menschen heeft dan wapenen. Deze toestand moet vroeg of laat tot een ge welddadige uitbarsting leiden als de partij met de meer menschen gewelddadig naar een evenwicht gaat zoeken, en dan ook in de situatie van meer wapenen dan menschen is gekomenwant een derge lijke toestand is catastrofaal zoowel voor het economisch leven als voor de lands- financiën en legt zulke ondraaglijke las ten op, dat elk land er naar zal streven door overweldiging van de tegenpartij op later termijn zijn onhoudbare zorgen te verlichten. »Tot dusverre is deze opzet nog nooit gelukt, uit den eenen oorlog is altijd weer een nieuwe oorlog voortgekomen, nog gruwelijker in afmetingen en offers dan de voorafgaande. En zoo is de menschheid, welke steeds dieper beseft, dat een nieuwe volkerenstrijd de laatste resten der beschaving zou vernietigen, op de heilzame idefe gekomen om te pogen door een vrijwillige, in verdragen vast gelegde overeenstemming de bewapening en de daaruit voortkomende lasten te beperken en te verminderen. Er is geen keuze. Of wel men beperkt en vermindert de bewapeningen door overeenkomst. Of wel men gaat een verdragsloozen tijd tegemoet, welke door een onbegrensden bewapeningswedren zal gekenmerkt worden, en, welke hetzij in een verschrikkelijke financieele en eco nomische catastrofe, hetzij in een oorlog tot de volkomen vernietiging moet en zal eindigen. O? 28 November l.l. vierde de Indische Missie c3er BeJarische Paters Jezuiten de 75-jarige stichting hunner Missie oo grondgebied van Engelscli-Indie. Tijdens de jubelfeesten werden volgende Zendelingen bijzonder gevierd of herdacht 1. - Mgr Ferdinand Perser, S. J., Aartsbisschop van Calcutta sinds 1924. 2. - Mgr Louis Van Hoeck, eerste Bisschop van Ranchi, 1927-1933. 3. - Mgr Oscar Sevrin, Bisschop van Ranchi, welk bisdom deel uitmaakt van de Missie der Paters Jezuiten. 4. - E. P. Jos. Fallon, Overste der Missie van de Paters Jezuiten in BritscK-Indië. 5. - Mgr Brice Meuleman, Aartsbisschop van Calcutta, 1902-1924. 6. - Z. Exc. Mgr Paul Goethals, S. J., eerste Aartsbisschop van Calcutta, na de inrichting van de Hiërarchie in Indië, in 1886. 7. - E. P. Depelchin, Stichter der Missie van de Paters Jezuiten in Bengalen, die te Calcutta ontscheepte op 28 November 1859. iBBBBfiuSBflBflBflBBBBBSB&BBflBjiunflflBBMBflBBBBflBBEBBBBBaHB Een groep Belgische Oudstrijders bracht deze laatste dagen een bezoek aan de stad Parijs. De Belgische Gezant te Parijs, Heer Gaiffier D'Hestroy, stelde de groep voor aan den Heer Lebrun, Voorzitter der Fransche Republiek. Men ziet op onze foto de Oudstrijders geschaard rondom den H. Gaiffier D'Hestroy, aan den ingang van het Palais de L'EIysée Hier ziet men M. Schuschnigg (in het midden), buigend voor het Graf van den Italiaanschen Onbekenden Soldaat. Ter gelegenheid van de 25° verjaring vvan het overvliegen van den Eifeltoren te Parijs werd de Heer De Lambert op het Stadhuis te Parijs ontvangen. Hier ziet men hem wijl hij het Gulden Boek onderteekeet. laBEsaoBSBBaflBEaiBsaaaaBaoaBos laasisBaBaaBBBOB^'"' - .^aaaasgai Verdwaalde visschers hadden 's avonds, hij hoog water, hun boot verlaten in zee. Oordeel hoe ze verrast waren bij hun terugkeer 's anderendaags morgens bij laag water hun boot te zien staan boven op eene rots. DE KOLONIALE LOTERIJ Jantje moest naar de brouwerij eenB tonne bier gaan vragen. Hij wierd binnen geroepen en beschonken met eene pintö van 's brouwers beste bier. Hij zat in den keuken en Wantje, het meisen, was bezig aan haar werk. Terwijl hij daar zat sloeg hij zijn oogen rond en zag achter heb beeld van den H. Antonius een lotje van de Koloniale Loterij zitten. Wantje, zei hij alzoo, is dat uw lotje daar bachten St Antonius? Ja 't, Jantje, zei Wantje, ik zou geer- ne rijke worden; 't en moeten niet altijd dezelfden zijn. Eh wel, Wantje, ik weet een middel omdat uw lot zeker zou uitkomen. Oh, kluchtigaard, loech Wantje, wat zoudt gij gaan weten, da en kan niemand. Ik kan dat, zei Jantje en hij sloeg op zijne borst, en ik zal het U uiteendoen; maar... op twee voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat gij het aan niemand moogt voortvertellen. Belooft gij dat? Ja, ja, ik zal sluiten gelijk een graf, antwoordde Wantje die begon belang te stellen in Jantjes kunste. Da tweede voorwaarde en de belang rijkste is dat gij moet trouwen met mij als uw lot uitkomt. Wat antwoordt gij daarop. Wantje? Als mijn lot uitkomt, zegt gij, an derszins niet, is 't geen waar? Ja, zoo is 't Wantje, als uw lot uit komt, gij hebt het goed verstaan? Eh wel, zei Wantje, word ik rijk, heb ware toch aan U te danken, Jantje. Uit dankbaarheid zou ik dat om wel te zijn moeten doen. Ik sla toe, Jantje, zei Wantje. Ja maar, is 't gemeend? zei Jantje, Gemeend Jantje, antwoordde Wantje. En wel, luistert goed Wantje. Pakt uw lot en eet het op en morgen nuchtend komt het zeker uit, en morgen avond gaan wij naar Mijnheer de Pastoor om ondertrouw te doen. En weg was Jantje, en 't was tijd ook. IS DAT TOCH VERSCHIETEN! Te Roeselare over eenige jaren aan de kaaie, al een schip lossen, viel er een zakkendrager van de planke met een zak terwe op zijn hoofd en verdronk. Dokter H... moeste komen om het lijk te schouwen en bleef nog wat klappen met de andere zakkendragers en daar was een die zei tot vrouwe van den verongelukt* nog van niets en wiste. En wel, zei de dokter, een van ulie- den zou de goedheid moeten hebben het te gaan zeggen. Die vrouwe, zei een ander, is in geze- genden staat en dat zal moeten met veel voorzichtigheid gedaan worden; ik en zal alleszins niet gaan. En ik ook niet, zeiden al de anderen, zoodat de Dokter wel gedwongen was ziel- ve te gaan. Ze woonde op Spanje en hij kende we] die menschen. Hij ging dus en al gaan miek hij hem gereed om dat schrikkelijk nieuws te gaan melden. Al peinzen en gaan gerocht aan het huis en hij trok binnen. De vrouwe zat papatben schillen en een jongentje van iets meer als een jaar oud, speelde in den vloer. Wat geluk van U te zien, riep de vrouwe hem tegen, als hij de deur open- stak. Geluk, geluk, zei de doktor, wij en zijn bijna altijd maar ongeluksvogels, als wij ievers binnengaan, 't is altijd voor ziekte of... Gij zijt dan gemist van deure, heer Dokter. Hier en is niemand ziek: vier mijner kinders zijn naar schole en hei vijfde zit daar te spelen en ik, God zij gedankt, ben ook niet ziek en 'k zit hier patatten te schillen tegen te noene. En uw man, zei de dokter, gij en spreekt van uwen man niet. Mijn man, dat is een ijzeren vent. Van al den tijd dat wij getrouwd zijn, hel» ik hem nooit ziek of onpasselijk geweten, Ja maar, vrouwe, uw vent kan vallen, hem bezeeren en ja... een ongeluk tegen komen en... Wat is er gebeurd, doktor, gij schijnt lijk moeilijk uwe woorden te vinden. Een beetje geduld, vrouwe, gij zult alles weten, een beetje geduld... Uw man is zakkendrager, niet waar? En hij was bezig met zakken terwe van honderd kiloe van het schip te lossen, hij deed een on- gelukkigen stap, glots van de planke en viel in 't water met dien zak op zijn hoofd. De zakkendragers kwamen hem seffens ter hulpe, maar... Ja, ik hoor het al, doktor, hij is dood... verdronken in de kaale, zuchtte de vrouw. En wel ja, hij, zei hij bijna onhoor baar. De vrouwe boog al met eens over de seule waarin de geschelde patatten waren, roerde ze wat met haar mes en sprak: Als het alzoo is, ik heb er al ge noeg... en 't was al. De dokter miek hst kort en als hij bui ten was en kon hij hem niet meer inhou den en onder zijnen zwaren knevel grol de hij: Is dat toch verschieten!!! EEN LEUTEGEMNAAR. ÏBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB Naar verluidt waren de Ober-Ammergau spelen in 1934 een groot sukses. De winst zou ongeveer 11 millioen bedragen. Met deze som zal o. m. een school en een badinrichting gebouwd worden. IBBHflflBBHBBBBflBBBBBflBEBBaiBB» Een eigenaardig geval heeft zich voor gedaan te Amiens, waar de bekende Fran- sche dresseur Rancy, bijgenaamd de Ko ning der Chambrièremet rijn vrij heidspaarden gewerkt had. De paarden stonden buiten gereed om na afloop van de voorstelling naar den trein gebracht te worden, op transport naar een volgende stad, waar Rancy we derom zou optreden. Twee der vurige paarden schrokken plotseling voor een kat, die tusschen hun beenen doorliep: rij rukten zich los en wierpen den paarden knecht tegen den grond. Een aantal an dere paarden voegden zich bij hen en hol den in woeste vaart door de straten. Het gelukte niet de dieren op te vangen. Madame Rancy en haar dochtertje, die juist van het hotel kwamen, zagen de die ren in wilden ren naderen, toen plotseling het kleine meisje, tot groote ontzetting van de moeder, midden op straat ging staan. Zonder eenige vrees stond ze daar, en riep de paarden bij hun naam: Maes toso», Tankred «Don Juan», klonk het uit den kleinen kindermond en ziet, de paarden hielden halt bij haar, staken hun kleine meesteresje snuivend de hoof den toe en maakten rechtsomkeer met het kind. Gedwee, zonder hoofdstel of halster om, volgden zij haar naar de an dere paarden terug. IBBBBBBBBBB^BBBBaBBBBBBaBBBB HET HERRINGEN VAN POSTDUIVEN De Rechtbank te Luik heeft personen vrijgesproken, die zich schuldig hadden gemaakt aan het herringen van duiven. Dit vonnis heeft tot gevolg dat het eigendomsrecht van de duif in het ge drang komt, dat de zwendel met de post duiven in de hand wordt gewerkt, dat het middel aan de hand wordt gedaan om de forfaitaire taks te ontduiken, dat ten slotte de spionnage met de duiven begun stigd wordt. In deze omstandigheden rijst de vraag of de regeering het herringen van post duiven volkomen onmogelijk zal maken door, bij voorbeeld, de invoering van on schendbare aluminium-ringen. De Minister van Financiën verklaarde dat de bestuursdiensten bedoeld vennia zullen onderzoeken en desgevallend de vereischte maatregelen treffen. Een kijkje tijdens de groote leger- oefeningen in Japan. Vliegeniers had den de stad Osaka met «giftige» gassen beschotensoldaten van het stadsgarni- zoen zijn hier aan 't werk om de ge volgen der gas te neutraliseeren, 't is te zeggen, om deze met ander gas onscha delijk te maken. ÏBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB Een geschiedkundig tijdschrift van Brugge komt eene studie uit te geven van een inboorling dezer streek, waarin de thesis of bever de leugen van veel his- torieboeken, zoo het schijnt, zegenpralend weerlegd wordt. Over 800 jaar was de streek tusschen Poperinge cn leper geen woestenij meer. Omdat zooveel dorpen, waar De Pope- ringenaargelezen wordt, hierin met hun geboorteakt en datumverschijnen, drukken wij deze verhandeling over, maar zonder aanduiding der bronnen. Deze zijn wel 't bijzonderste in zulke studiën, maar in een weekblad zijn ze minder passend. A DE WOESTIJN TUSSCHEN IEPER EN POPERINGE EN DE KEURE VAN 1161 ZGZ. VOOR DE ACHT PAROCHIËN Was de streek tusschen leper en Po peringe midden de twaalfde eeuw nog eer.e onbewoonde, eenzame, eindelooze woeste nij? Zoo beweren de meeste geschied schrijvers, o.a. Edmond Poullet en Victor Brants. Dat die bewering echter niet al leen onwaarschijnlijk, maar onwaar is, zullen we in deze korte verhandeling trachten dietsch te maken. Als bewijs van zijn gezegde haalt Edm. Poullet den vermaarden bevrijdiimgsakt aan, de keurs van 1161, door Dirk en Philips van den Elzas verleend aan de solitudo Reningensis. In dien belangrijken akt ziet hij, zooals Sanderus, Gilllcdts-van St veren en veel anderen, den wettelijken oorsprong van den beroemden groep der Acht Parochiën van Veume Ambacht, gelegen in de streek Popsringe-Ieper. Die dorpengroep miek samen een zeker onafhankelijk bestuur uit tot aan de Fransche Omwenteling. De Graven, zegt die keure, ontslaan van dienstbaarheden, lasten en verplichtingen, buiten het geval van 's lands verdediging, al deze die zich zouden komen vestigen op de woestenij van Rentage: solitudinem Reningensem victui nostro specialiter de- putatam. Zij zullen aan geen andere pa rochie behooren cn daar zullen de Graven eene kerk do:n bouwen en zelf een pries ter onderhouden. Uit dat woord solitudinem Reningensem komt de vergissing. Meest al de laatste uitleggers van den akt van 1161, later in 1260, in 1312 en in 1367 vernieuwd, willen er den oorsprong van Reningelst in zien. Maar het is zoo goed als zeker dat er hier spraak is van de woestine, die tot dan deel had uitge maakt van Reninge, en die alzoo op haar eigen ingericht, van Reninge afgesneden, eene der Acht Parochiën wierd van Veur- ne-Ambacbt, te weten, het dorp Woesten. Hier en daar lagen dan nog uitgestrekte woestenijen, moerassen en wouden, die de Graven aan een bepaald doel toewezen: Victui nostro specialiter deputatum, of milde uitdeelden. Maar voor 1161, lang voor 't midden der twaalfde eeuw, zijn al de dorpen van de Generaliteit der Acht Parochiën vermeld, buiten Woesten, dat volgens Gilliodts nooit noch foncier, noch achterleen-en, noch heerlijke renten heeft gehad bewijs van lateren oorsprong. Woesten, als 't later aan Keizer Karei erkenning en bevestiging vraagt en be komt van zijn voorrechten, rteunt zich op deze oorkonde van Dirk en Philips van den Elzas nopens de solitudo Reningen sis Daartegen werpt Gilliodts op dat Re ninge van de kasselrij van Veurne nooit afgescheiden geweest is. Zeker, Reninge bleef afhangen van de kasselrij van Veur ne maar de woeste brok er van, voortaan Woest on genoemd, wierd, zooals nog met andere deelen van Rentage gebeurde, er méér onafhankelijk van, wierd eene van de Acht Parochiën van Veurne-Ambacht, maar niet meer met Veurne kasselrij als hoofdbank. Dit komt gansch overeen met den tekst van de oorkonde: legibus sive jusUtiis... communie Furnensis... nullatenus subja- cebunt... de nulla usquam querela... in causum ducentur nisi in nostra presentia. Welnu Gilliodts haalt een staat aan van 1694 waarin de rechterlijke inrichting der Acht Parochiën uiteengedaan wordt, en waarin van Woesten gezeid wordt: sei- gneurie relevant de la Chambrc légale de F'andre. Welnu, zegt Gilliodtj zelf, cctte Chambre jugeait au premier degré les Cours du prince et les hautes seigneuries qui avaient été affranchies de ces cours, et au second degré ou d'appel les justices subalternes. Woesten, de laatst gekemene, was on getwijfeld de minst belangrijke der Acht Parochiën, en hing nochtans rechtstreeks af van Graven's Wetachtige Kamer, zoo als nog alleen Elverdinge, die de eerste vassaai en de belangrijkste was onder de Acht, maar géénszins Reningelst. Wat ons beslu't nog versterkt is, dat er Uit de solitudo Reningensis, uit Reninge reeds 100 jaar vroeger heerlijkheid van Hoflandt tot stand gebracht wierd, in 1065, door graaf Baudewijn net den schoo- nen baard, met 't oogwit van betere uit bating der landerijen, alsook het vrije Laatschap, dat ook eene Brank wierd der Generaliteit der Acht Parochiën. Al de andere dorpen en heerlijkheden dier streek waren in volle leven midden de twaalfe eeuw. Woesten was het laatst om in 1161 in leven te komen. Men zou kun nen zeggen: de elfde eeuw bracht zeven maal hongersnood mede in Vlaanderen, de twaalfde wel elfmaal; voeg daarbij de nog al belangrijke uitwijkingen van Vla mingen naar het Oosten: Naar Oostland willen wij rijden Naar Oostland willen wij meê!... Daaruit ja, is te verstaan dat onze Gra ven in de elfde en twaalfde eeuwen alle middels inspannen om den grond meer te doen opbrengen tegen dien nood, en om nieuw volk te trekken op sommige der slechtste hoeken, maar daarmede is niet bewezen dat heel de streek tusschen Po peringe en leper dan ontvolkt en nog eene eenzame woestenij was. De jaarboekschrijvers der streek daar gelaten, pastor Jacobus de Meyer Ballio- lanus, van Vleteren-bij-Bel!e, en zijn voortzetter Nicoiaas Despars, kunnen we verder ons gezegde uit wel aanvaarde bronnen staven en bewijzen dat we hon derd jaar vcor het midden der twaalfde eeuw reeds vcor eene levende streek staan, die al lang uit de wieg is. Laat ons de jaren eens volgen en de verschillige dor pen der streek. In 961, giften van tierden en land te Dikkebusch, Kemmel, Wij'tschate en Vcor- mezele. Lang voor 1161 bestond het woud van Dikkebusch, Thiggabusca, waarop ont- 3SEESï2S!a2&3S233SStaiaBBBHSQB!3! OF ER CHINEEZEN OP DEZE AARDE WONEtf"? (1) Maar in 1072, 't jaar van de eerste oorkonde van bisschop Dragon, bestond reeds een O. L. Vr.-kerk in de villa nomi- nata Sinnebecche aan dewelke de stichter Fulpold 24 gemeten land gaf en andere inkomsten tot onderhoud vas- drie kano- nikken waaronder één pastor was. C. Cal- lewaert, Chartes anciennes de l'abbayc de Zonnebeke, 1925, p. 3. Dus drie ka- nonikksn en een kerk 100 jaar voor de op richting der Acht Parochiën. J. Warichez, Les engines de l'églïse de Tournai, Louvain, 1902, bl. 125. (2) Heerlijk verbeeld in de brandven- sters van Loker kerk sedert 1931. Wanneer ze vier aan vier voorbij een gegeven punt moesten marcheeren, dan zou er aan hun marsch nimmer een einde komen! De 600 millioen Chineezen met hun dames en kinderen zouten 22 jaar en 32 dagen noodig hebben om dat punt achter zich te laten, 24 km. per dag afleg gend. Intusschen zouden jaarlijks nage noeg 30 millioen nieuw-geborenen de rijen komen versterken. Per jaar kwamen er ruim 26.000.000 het gegeven punt voor bij. Aan het marcheeren zou dus geen einde komenl stonden leper, Zonnebeke, Voormezele, Passchendaie en een verdwenen dorp Ru- metra. De Meyer stelt 't begin van 't Klooster van Zonnebeke in 1072. In 1066 dus 100 jaar nog voor de keure van 1161, werden reeds giften en tienden toegestaan te Elverdinge en te Vlamer tinge, aan het kapittel van St Pieters te Rijsel en vijf hoeven te Kemmel, in ter- ritorio Iprensi in villa Quemble (var. Kembles) quinque mansos terrae. De mansa was verschillige hectaren groot, min of meer, volgens de verschillige streken (1). In 1089, nieuwe giften: de kerken van Kemmel en Wijtschate met tienden en meegaande land, alsook nog gronden te Dikkebusch, Voormezele en leper aan het kapittel of den Proost van St Donaas te Brugge, den Kanselier van Vlaanderen. In 1107, geeft Jan I, bisschop van Teren burg, het altare, de kapel van Elverdinge aan de kerk van Voormezele, en in 1117, nog een prebende. Daarenboven, voor wat Elverdinge betreft, de akt zelf door Edm. Poullet ingeroepen om te bewijzen dat geheel deze streek midden de twaalfde eeuw nog eene woestenij was, draagt het handteeken van Drogo de Elverdinghem. In 1110 wordt aan het kapittel van Sint Donaas te Brugge door Paus Pascal II 't bezit toegekend van Kemmelkerk, ge kregen in 1089, en in 1145 zegt Paus Eugenius II erover: Kemmel met al de tienden die ervan afhangen, alsook twee deelen van de tienden van Voormezele en Dikkebusch, et de novalibus ejusdem terra;. In 1119, den 14 December, worden de kerk van Reningelst 42 jaar vóór dat de Graven eene kerk beloven te bouwen op de solitudo Reningensis! zöoals ook de kapel van Zuidschote en de kerk van Boezinge gegeven aan de reguliere ka- nonnikken van St Maartens te leper. Be merkt wel daar in dien akt, dat Re- ninhels reeds zoo geschreven staat in 1119 dus geenszins zooals in solitudi nem ReningeNsem. Zuidschote was in 1119 genomen ge weest uit Boezinge door tusschenkomst van Jan van Theenburg en deze gift werd in 1120 (we zijn nog een geheel einde voor 1161) bevestigd door den aartsbisschop van Reims, Raoul. In 1127 had te Reningelst een tweege vecht plaats ten gevolge der marteldood van Karei den Goede, waarin Wido van Steenvoorde, een der moordenaars van Karei den Goede, gedood wordt door Herman den Isersn. In 1147 bevestigt Paus Eugenius III de giften die vroeger aan de Abdij van Mee- sen gedaan waren geweest door gravin Adela, de gemalin van Baudewijn met den schoonen baard. Onder deze komt de Villa de Seotis: Noord- en Zuidschote. Watou, in 1159, volgens Haigneré en O. BiedWatawa waardoor een ro- meinsche verbindingsweg liep, is ontstaan, zegt Rubbrecht in den eersten tijd van het leenroerig tijdvak. Vlamertinge, Flambertenges. villa de Flamertingha in 1055, had reeds eene ka pel, een altare, in de negende eeuw. Daar ligt nog Dikkebusch wiens naam meest van al aan eenzame woestenij den ken doet. In 961 (juist 200 jaar voor de keure van 1161), geeft graaf Arnold aan 't kapittel van St Donaas van Brugge, tienden en goederen gelegen te Thicabus- ca. Tusschen 1072 en 1080 bezit de Abdjj van Watten reeds een eigendom van 20 gemeenten in Villa Thiggabusc en Thig- gabusch staat vermeld op de kaart van Olivier de Vrée zegt De Baecker. Als de gelukzalige Idesbaldus in 1167 sterft 't is een Dikkebuschnaar die hem als 4® Abt van den Duine opvolgt en hij was het die den 1" Abt aanstelde van Ter Doest In 't cartularium der Abdij van Watten, dat loopt van 1060 tot 1090, en berust in de stadsbibliotheek van St Omaars, wor den vermeld als getuigen Hugo, Renier en Roger van Loker. In 1119 teekenen als getuigen: Gualterus de Lochra en Lam- bertus de Reninchels. In 1127 sterft te Brugge met zijn mees ter Karei den Goede in de St Donaas kerk. Wouter van Loker, 's Gravens se- neschalk (2). Zijn broeder ontsnapte met moeite, 's Gravens kapelaan was Staas van Loker, en twee andere hofridders worden daar nog bij vermeld in 't verhaal van Galbertus van Brugge, Hendrik en Walter van Loker. Naderhand werden een ontelbaar getal akten onderteekend door mannen van dit heerlijk geslacht van Loker. de Locris, dat van groot gezag bleef bij Dirk en Philips van den Elzas en zeer waarschijn lijk zijn middeleeuwsch kasteel, domus defensabilis, had te Loker op de Galoye. Wij hebben dus uit zekere bronnen lang voor 't midden der twaalfde eeuw, eene levende streek met al de dornen die er nog staan, in leven zien verschijnen. We rijn in deze streek, niet langs de Leie of de Schelde of langs bijzondere romeinsche heirbanen, waar dan de bij zonderste verzamelingen van woonsten lagen, maar vóór de twaalfde eeuw was deze Ieper-Poperinge streek reeds in vil la's verdeeld of landbouwdomeinen. Daarnevens, daartusschen, daarrond, kleinere ontginningen, ook nog wouden en moerassen die zeer langzaam na hon derden jaren zullen verdwijnen. Meestal die dorpen daar, die in de twaalfde eeuw reeds bestonden, waren ontstaan en voortgekomen uit de villa's of dorphoven met een keten van landen en personen die ervan afhangende bleven. Nevens Edm. Poullet, Victor Brants en Gilliodts van Severen hebben meest al de schrijvers over boerenstand en landont- ginning die dwaling opgenomen zooals b. v. Fr. De Potter en Jan Broeckaert, maar we meenen bewezen te hebben dat het eene historische ketterij is en dat die streek midden de twaalfde eeuw bij ver na geen onbewoonde, eenzame, eindelooze woestenij was. Eén enkel dorp is dan slechts ontstaan: Woesten. Wlngene. Ach. SIX. Steeds zweeft een duistere sluier over de pijnlijke verdwijning van liet eerste kindje van kapitein Lindbergh. Zooals we reeds meldden, komt nu in de Ver- eenigde Staten een kerel aangehouden te worden die een groot deel der bank briefjes, destijds door kapitein Lindbergh als «losgeld» betaald, op hem droeg. Het is zekere Hauptmann rei Duitscher. Daarmede is liet o: :k weer ge opend en hier ziet men kapitein Lind bergh die zich naar de onderzoekszaal begeeft om als getuige op te treden. Ne vens hem stapt de politie-opziener van New-Jersey. Intusschen is liet onderzoek gevorderd en werd Hauptman.i door het gerecht beschuldigd van moord. Mocht die zaak opgeklaard worden en de vuige kindermoordenaar naar verdien ste gestraft. (BBBSEDBBBBBBBBHBBBBBBBBBBBB Sir Austen Chamberlin, de beroemde Engelsche Staatsman, maakt deel van het Engelsch parlement sedert 42 jaar. Hier ziet men hem op zijn dagelijksche morgen-wandeling, op zijn' 71° verjaardag. IBBUBBaSDBBBiaiaiSBffiBSIBflaaBBBSB de mooie Hongaarsche Operetten-zange- res die met haar prachtige stem thans evenveel bijval in de zingende film dan eertijds op het tooneel in Duitschland, Oostenrijk en Hongarie, verwerft. Onlangs werd de Groote N.-.tionale Cross-Wedstriid gewonnen door Hono- rez, uit Doornik, vóór Vincent R., uit Mechelen. Hier geven wij beiden na den wedstrijd, op de schouders gedragen door hun bewonderaars.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1935 | | pagina 11