tests toestel aan den laagsten prijs!
imen- en Blinden-
ijn Eeuwfeest
len stille moord
SPAARZAAM en GOED
I(*iopt geen Radiotoestel zonder
Oen Hing© beproefd te hebben
Het goede zaad
in goede aarde
lAR" - "DE HALLE,,
Als men Kruis
en Gekruisigde beleedigi
MOEDERS LES:
BALATUM
ÏSEL aan
;st 1936. Nr 32
BIBiaMMCnHBMBIIftBBHBBnilBH
HOEVEEL HERBERGEN
HEBBEN WIJ IN BELGIE?
ff ZIE VERVOLG HIERNEVENS.
bij SANSEN-VANNf.STE,
A
A
pari
1, El
uuri
1
56
86
103
158
178
230
243
304
319
348
466
502
511
557
671
709
748
777
826
861
870
907
916
925
934
1011
1051
1105
1272
1345
1413
1448
1478
1497
1522
1608
1639
1692
1706
1775
1803
1818
1830
1930
1948
2007
2042
2367
2148
2157
2222
2231
2365
2400
2433
2447
2482
2517
2528
2554
2577
2587
2597
2608
2S21
2662
2704
2714
2748
2768
2782
2825
2859
2904
2936
2984
3010
3064
3114
3147
3188
3236
3293
3308
3320
3356
3425
3449
3488
3502
3511
3539
3642
3654
37 OS
3758
3818
3890
3899
3929
3998
4056
4093
4119
4148
4157
4166
4173
4135
4226
4272
4311
4358
4409
4491
4519
4576
4595
4518
4705
4747
4792
4315
4337
4911
4920
4936
4948
4S67
5127
5163
5187
5478
5507
5550
5628
5652
5S79
5711
5729
5803
5846
5365
5881
5833
5909
5968
5995
Nui
Titó
Titel
len
zien
Ei
opei
M
bevi
de
M
vent
ten. De gebouwen werden vrijwel ge
spaard, maar de ifleeste meubels waren
gestolen of vernietigd. De kapel werd een
iepót Voor munitie en toen de Duitschers
op de vlucht gingen, lieten zij als schan-
dige herinnering een obus liggen in het
Tabernakel. Ook het wee zenhuis in Sinte
Kruis moest ontruimd worden, en het ge
schiedde zelfs op brutale wijze. De jon
gens werden eenvoudig buitengejaagd, en
men dreef zs naar het station in werkpak
en op hun klompen, zonder hen den tijd
te laten van kleederen te verwisselen.
NA DEN OORLOG
Met grooten luister werd Kan. Naeghels
gevierd ter gelegenheid van zijn jubileum
van 50 jaar bestuurder van het instituut.
In 1929 volgde hem op Kan. De Meester,
de huidige Bestuurder en waardige voort
zetter van het heerlijke werk zijner voor
gangers.
GROOTE ONTWIKKELING
Hij ook stichtte een bijhuis, dit van
St-Anna-ter-Muiden, bij Sluis in Holland,
voor opvoedbare en onopvoedbare abnor
male kinderen. Hij bracht merkwaardige
verbeteringen aan de inrichting en het
onderwijsmateriaal. Hij bouwde o.a. in 1931
de prachtige gezonde klassen voor doof
stomme en blinde meisjes, met muziekklas
en museum, en om de kroon op het werk
te plaatsen, bouwde hij verleden jaar de
heerlijke feestzaal, orgelzaal en gym
nastiekzaal, met er boven de nieuwe mo
dern ingerichte klassen voor de groote
doofstomme jongens, waar nu de laatste
uitgevonden apparaten gebruikt worden
om bij middel van machtige luidverster-
kers, de doove jongens weer te laten
hooren
HUIDIGE INRICHTING
Het jubileerend instituut telt thans
230 leerlingen en is verdeeld in drie groote
afdeelingen
1) de afdeeling der meisjes, met 52 doof
stomme en 27 blinde leerlingen, onder
wezen door bekwame Zusters en leeke
vakmeesteressen
2) de afdeeling der kleine jongens, w.o.
42 doofstomme en 30 blinde jongentjes,
die ook door de Zustérs worden opgeleid
en onderwezen;
3) de afdeeling der grootere jongens
(vanaf 13-14 jaar) w.o. 50 doofstommen
en 25 blinden, opgeleid door priesters eil
leeke onderwijzers en vakmeesters.
ONDERWIJS EN VAK ONDERRICHT
Wat het onderwijs betreft, zoowel dat
der doofstommen als dat der blinden, het
Instituut bezit alle moderne materiaal,
dat toelaat het onderwijs op zeer hoog
peil te brengen en de doofstomme en
blinde meisjes en jongens degelijk voor
te bereiden voor het later leven.
Eerst de Bewaarschool: immers het Ge
sticht heeft de Froebelklassen voor de
heele kleintjes vanaf den ouderdom van
drie jaar; daarna de volledige lagere
school tot en met den vierden graad;
eindelijk, het voortgezet lager onderwijs
en het volledig vakonderwijs.
Wat dit laatste betreft:
De BLINDE JONGENS worde» op
geleid 't zij voor het vlechtwerk en de
mandenmakerij, 't zij voor de telefonie en
telegrafie (het Instituut bezit een volle
dige centrale), 't zij voor de muziek: zang,
klavier, orgel, accordage, fanfare: de
schitterende diploma's te Brugge en te
Brussel' bekomen voor klavier en orgel
b.v, de succesvolle uitvoeringen van de
sangchoralen en de fanfare bewijzen ge
noeg hoe de muziek in het Gesticht de
gelijk en met vrucht onderwezen wordt
aan de jonge blinden.
De BLINDE MEISJES leeren naad-
sn handwerk, breiwerk, kunstbrei, weef
werk, tapijtwerk; verders fijn rietwerk en
muziek (klavier, orgel en snaarinstrumen
ten). -
De DOOFSTOMME JONGENS wor
den opgeleid tot bekwame schoenmakers
sn kleermakers, die goed hun weg weten
te maken in de wereld; eenigen ook wor
den opgeleid in rietwerk en mandenma
kerij sommigen ook tot een of ander ge
specialiseerd vak.
De DOOFSTOMME MEISJES leeren
de huishoudkunde, en worden meestal ge
diplomeerde kleermaaksters en modisten.
NAZORG
Vermelden wij ten slotte, en het is on
getwijfeld een der mooiste parels aan de
iroon van het jubileerend Gesticht, dat
door de leerkrachten van het Instituut
ai onder hun leiding de NAZORG ont
staan is voor blinden en doofstommen,
iie de school verlaten hebben en nu veelal
illeen staan in het werkelijk leven, dubbel
Jlootgesteld aan de gevaren, juist door
run gebrek dat hen zoo zeer handicapeert
n hun werk en levenswandel.
Zoo ontstond de nazorg voor de DOOF
STOMMEN der provincie, die thans ver
enigd zijn in drie maatschappijen: «De
lartonszonenvan Brugge (150 leden),
De getrouwe Vriendenvan Kortrijk
:i60 leden) en «Stil en Blij» van leper
:60 leden). Maandelijks hebben ze hun
vergadering, waar hun proost, de priester-
eeraar der doofstommen te Brugge, hen
len steun brengt van zijn geestelijk woord
in zijn raad, en waar zij gezellig onder
Jkaar bijeen zijn en hun belangen be
preken. Een maandblad, opgesteld en ge-
Irukt in het Gesticht, wordt kosteloos
'erzonden naar de 600 West-Vlaamsche
Loofstomme mannen en vrouwen.
Zoo ontstond ook de nazorg voor de
SLINDEN in het werk Licht en Liefde
lat zelfs Verscheidene jaren zijn zetel had
n het Instituut zelf, maar door uitbrei-
Lin-g thans een huls in stad heeft betrok-
en, waar het zijn braille-drukkerij (met
litgave van verscheidene blinden-tijd-
chriften), zijn braille-bibliotheek en zijn
erscheidene sociale werkingen ten dienste
telt van de blinde oudleerlingen van het
ïesticht, méér nog, ten dienste thans van
1 de Vlaamschsprekende blinden van het
ind. Ook hier wordt gezorgd voor den
eestelijken steun in de Gewestelijke Ver-
•aderingen, die voor de blinde mannen en
rouwen gehouden worden te Brugge voor
iet Noorden, te Kortrijk voor het Zuiden
ér provincie, en waar ook de priester-
;eraar der Blinden hen komt bijstaan
.oor raad en daad.
Ten slotte wordt jaarlijks, ook in het
ïesticht, een kostelooze Retraite gehou-,
en voor doofstomme en blinde mannen
n vrouwen, wat ongetwijfeld den broe-
erband tusschen Gesticht en oudleerlin
en nog hechter en levendiger houdt I
DE EEUWFEEST-VIERING
Honderd jaar lang hebben de Priesters
n Zusters en leerkrachten gearbeid en
eijverd tot welzijn van doofstommen en
linden, trouw aan het slaande woord van
,un Stichter: Zoo men na uw docd uw
art ontleedt, dan moet men er het beeld
inden van een blinde of doofstomme!
riet min dan 210 Zusters hebben elkaar
pgevolgd in hun schoone levenstaak, en
'Ie zal» zeggen wat al edelmoedigheid en
eduld er nocd-ig is om zulke kinderen op
voeden en de eerste begrippen van taal
n schrift aan te leeren! Ruim 2.500 leer-
pgen heeft het jubileerend Gesticht ge-
end: honderd jaar lang werd het LICHT
egeven aan de blinden, het WOORD aan
e doofstommen, aan -beide echter den
TEUN voor het later leven en de warme
IEFDE en 'genegenheid; en met hon-
erdtalten zullen de oudleerlingen hun
ankbaarheid komen betuigen ter gele
enheid van het eeuwfeest, dat thans op
listerrijke wijze gevierd zal worden van
ondag' 26 Juli tot 2 Oogst a.s.
Onder du hooge bescherming van Hare
lajesteit Koningin Elisabeth en het
Een moord in stilte! Ge rilt, als ge be
denkt wat dit paar woorden beteekent.
Ge denkt aan duisternis, nacht, dolk,
-bloed, doodsangst, vlucht, gekreun en dan
weer... stille nacht, duisternis, eeuwig ge
heim...
Maar ik denk aan iets anders: aan blij
heid, onschuld, vreugde, jeugd, schoon
heid, in ziel en lichaam; dan ineens de
satanische les van een valsche vriendin
of de verleidende hand van een wreeden
vriend, en dan... het gekreun der ziel;
wroeging, nacht, spijt, eeuwig geheim en
eeuwige strijd...
Dat is een stille moordMoord op
de eerste levensvreugde, die aan geen
sterven dacht; moord op de heerlijkste
tevens-reinheid, die geen strijd vermoed
de; moord op al het kinderlijke, schoone,
gelukkige, onschuldige, engelachtige, dat
er leefde in die jonge meisjesziel.
Die moord: is zoo akelig in zijn stilte.
Niemand heeft hem gezien, want 't was
duisternis en nacht. Niemand heeft de
sporen ontdekt, want er vloeide geen
bloed. Niemand zal ook een onderzoek in
stellen, want de biechtvader, die in naam
van God het slachtoffer leert kennen, zal
nooit mogen spieken. Zelfs niet mogen
vragen naar den naam van den dader.
Alles zal stil blijven, altijd. Het slacht
offer en de wreedaard, die den aanslag
pleegde, zij zullen elkander nog ontmoe
ten en zij zullen... zwijgen. Zwijgen zelf
MET de oogen, die zich niet meer zoo
vrij op elkaar zullen richten.
Er zal buiten de -ziel van het slachtoffer
zelf, ook geen rouw zijn of ontsteltenis.
De ouders zullen doorgaan met in hun
kind te gelooven als in een engel. De moe
der zal ieder verdenking uit haar hoofd
verdrijven als een onrecht en een belee-
diging tegen haar kind. En wanneer ooit
een wijs en voorzichtig opvoeder mocht
wijzen op mogelijk gevaar, zij zal haar
kind met verontwaardiging verdedigen.
Tegen alles en trots alles. Wellicht zelfs
tegen de bittere en harde les, welke de
ervaring van eigen zwakheid haar vroeger
heeft gegeven.
Maar de moord is gebeurd!
De stilte is enkel een sluier, die het
lijk bedekt voor de oogen der menschen,
maar niet voor de oogen van God. De
stilte is een troost die het schrijnende
leed verbergt voor de belangstelling der
omgeving, maar die dat leed tevens die
per drijft in de ziel van het slachtoffer,
want zij is en blijft alleenmet haar
leed... Die stilte is een nacht, die het mis
drijf behoedt tegen het vonnis der wereld,
maar die het vonnis in eigen boezem des
te akeliger doet klinken.
Men weet dat zulke ziele-moorden ge
beuren.
Men weet, dat zij meer, veel meer, voor
komen dan men openlijk zegt.
Men weet dat misschien uit eigen er
varing.
Men weet, dat de gemaskerde moorde
naar rondgaat als een leeuw, zoekende
wien hij zal verslinden».
Men weet dat de duisternis, de nacht,
de eenzaamheid, de verborgenheid zijn
schuilplaats is.
Men weet, dat hij op alten belust is,
niemand uitgezonderd.
Kortom, men weet alles. Maar... men
gelooft het niet. Men zou het desnoods
van iedereen- willen gelooven, behalve van
zich zelf of van zijn eigen kind-.
Zoo is nu eenmaal de verblinde mensch.
Maar van den hemel luidt altijd-door
de waarschuwende noodklok haar klagend
lied: «Waakt en bidt».
En waar men niet naar haar luistert
zal vroeg of laat de nacht het zwarte
rouwkleed worden, dat den «stilten moord»
bedekt gelijk 't dien reeds duizenden ma
ten hee-ft verborgen.
HBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
EEN AANGRIJPENDE BEKENDMAKING
VAN HET
MUNCHENER KIRCHENBLATT
Het weekblad van Z. Em. Kard. Faulha-
ber, Aartsbisschop van München, het
Münchener Kirchenblatt maakt gewag
-van een voorval, waarvoor het instaat, wijl
het nauwkeurig onderricht is over de
plaatsen en personen die er bij zijn be
trokken en op grond van onderzoekingen
ter plaatse de volkomen juistheid kan
waarborgen.
In den herfst van 1933 werd een Cruci
fix langs den weg bij O. E. door vier man
nen op vreeselijke wijze geschonden. Zij
probeerden de voeten van den Heiland af
te slaan en den Gekruisigde zeiven met
een mestvork van het kruis te trekken.
Kruis en Gekruisigde werden ten slotte
langs den weg gesmeten.
In 1935 waren alle vier de daders reeds
dor a
De eerste, de 21 jaar oude werktuig
kundige K. P. uit O. E., werkend in een
gieterij aldaar, kreeg op 14 Maart 1934
een ongeluk bij het verlaten van kam
wielen. Een zwaar wiel viel hem op het
scheenbeen. Hij kreeg een sepsis (verrot
ting, ontbinding)Zijn voet rotte af. Ten
gevolge daarvan stierf hij op 19 April in
het ziekenhuis te E. Bij de kruisschending
had hij tegen de voeten van den He."=nd
getrapt.
Nog vóór K. P. was gestorven, ver
ongelukte in W.-Steinbruck bij E. de
37-jarige N. K. Hij werd bij een instorting
bedolven. Dijen en bekken werden vol
komen verbrijzeld. Hij stierf een uu* i
daarna in het ziekenhuis te E. op 12 April-',
1934. i1
De derde, de boscharbeider J. S. uit A.
verongelukte op 30 Januari 1935 bij zijn
werk. Een vallende boom verbrijzelde z;jn
beide voeten. Zonder tot bewustzijn te zijn
gekomen stierf hij.
De vierde heiligschenner, de tuinman
M. W., verdronk op 31 Mei 1935 bij het
baden. Zijn 'lijk werd door middel van een
mestvork uit het water opgehaald. Hij
was degene, die geprobeerd had den Ge
kruisigde met een mestvork van het Kruis
te haten.
Louise was volop in de voorbereidings-
weken tot haar huwelijk. Ho, niet dat
haar uitzet zoo zwaar zou wegen, of het
bruiloftsfeest zoo schitterend zou zijn.
Louise was een werkmanskind, en haar
rijk hart en helder hoofd waren bijna
haar eenige have; maar deze was er te
waardiger om. Ze had een verstandige en
ervaringsrijke moeder, en nu, in de
voorbereidingsweken, verdubbelde die haar
raadgevingen, die bijna op voordrachten
geleken-. Hier halen wij er eene aan:
Ja, ziet ge, Louise, veel werkmans
vrouwen begrijpen het woordeken spa
ren totaal verkeerd. Zoo b. v. sparen
in de bereiding der spijzen Ze meenen
bijna dat sparen beduidt, gemeene, min
der smakelijke spijzen gereed te maken.
Wat dwaasheid! "Vergeet het nooit, Louise,
maar zeg het nooit luidop: de mannen
hebben hun hart in de maag, en doet ge
deze wel, ge houdt hun hart!
Neen, neen, goedkoope spijs moet niet
noodzakelijk smakeloos zijn, noch sma
kelijke spijs niet noozakelijk dure spijs.
In elke spijs ïnoet de huisvrouw iets
brengen dat haai- niets kost, maar dat
overal doorsmaakt: haar kookkunst, ja,
maar vooral HAAR ZORG. Deze laatste
smaakt het meest door. De eetmalen
samenschieten-, zoo van veraf aan, om zoo
weinig mogelijk op kantkussen of naald
te verliezen, mis, kind! Wat men op de
tevredenheid en de weibevinding der
eenen wint verliest men driedubbel op de
huisgenooten. Doe nooit zoo!
Smakelijke spijzen bereiden met weinig
kost niet de groote hoeveelheden boter
of vet, noch de hoopen vleesch, doch het
goed gebruikte vet, het goed bereide
vleesch, de aangename vorm van aan
bieden: dat alles kost niets, en maakt de
spijzen aangenaam, en 't samenzijn aan
de huistafel aantrekkelijk.
Of kost hst meer, dat men elk twee
tellooren geve: eene voor soep of pap,
eene voor het gerecht met aardappels?
Kost het meer, dat men de aardappels
in een speciale kom op tafel brenge, in
plaats van er den zwarten kookpot te
brengen, waar elk met eigen vorket de
aardappels uit o-pvischtKost het
meer, deze of geene spijs in een vormpje
te bereiden, dan zi ongetooid in pot of
kom op te dienen? De afwasch vraagt u
misschien een kv.'arti-ertje meer werk,
maar geloof me, 't zal u m-enigen dag
vrede en vreugde brengen, u en uw volk.
Ja, Louise, 't is juist om reden van de
spijsbereiding, dat ik wilde dat uw
Leuvensche stoof een oven kreeg.
Toen ik met uw vader zaliger trouwde,
vond die het in den beginne wel een
beetje grootdoenerij dat we uit twee tel
looren aten-, en dat ik nogal wat zorg aan
't eten besteedde; dat was goed, meende
hij, voor hen die er gced voor zaten. Maar
ik zei <i ons eten kost nitet meer dan dat
van andere w-erklui; en de zorg en 't
werk heb ik aan -mijn eigen Armer zijn
we er niet door geworden, integendeel
zelfs, en vader zou zijn disch niet tegen
een koningstafel hebben gewisseld.
En kijk, Louise, iets waar ik u vooral
moet op wijzen: werp niets weg, kind.
Houd enkele h-ennekens, een dozijn of
min, een geitje, een paar konijntjes, en
daarmede heb je reeds uitweg voor veler
lei afval: die diertjes zullen van dit alles
voedzame eiers, fijne melk en smakelijk
vleesch voor u fabriceeren. Kweek een
zwijntje na 't aardappelrooien: met de
kleine en de aangestoken aardappels en
wat toevoeg kweekt het gemakkelijk, en
rond Kerstdag of Nieuwjaar kunt ge het
inkuipen en er 't heele Jaar weelde aan
hebben! Maar als iets nog als menschen-
voedsel kan dienen, maak er geen dieren-
kost van! Die dieren kunnen met ge-
meener waar ook hun fabriek in werking
houden, en met 't goed -benuttigen der
overschotten is zooveel uit te sparen.
Afval is voor uiw beestjes; maar van
overschotten moet ge geen afval maken:
daar begaan menige werkmansvrouwen
groote flaters in... Uit onkunde gebeurt
het misschien, masr hi^mij zaagt- ge dat
nooit, en ge moet hierin uw moeder na
volgen, al zeg ik het zelf.
Goed gebruik van alle soorten van
kleine toevoegsels, azijn, ajuin, gepast
zout, wat peper, alles op de rechte plaats
en in gepaste maat, en men eet smakelijk,
staat welgezind van tafel op, en zou wel
aan 't fluiten gaan lijk 'n vogel: ziet ge,
de maag is de sleutel van de moraal, heel
dikwijls, Ja, ja! 't Klinkt wel nog zoo
gemeend na 't eetmaal: «We danken U,
heer om al uw weldaden, die leeft en
heerscht in alle eeuwen der eeuwen
'k Heb dan dikwijls gemonkeld en ge
dacht: Ja, ja, door mijn spijsbereiding
help ik Hem algelijk een beetje heer-
schen! 't Is echt hoor!
Kijk, ge hebt 's middags boonen op
gediend. Er blijven er nog wat over, niet
genoeg voor een maaltijd. Aan de hen
nen?... Neen, hoor! Wat koude aardappels
erbij, door mekaar geroerd, wat vet erop
zwijnsvet, ja maar eerst wat kokend
water erover, o-m 't vet dat ge erdoor zult
roeren, te gemakkelijker door 't hee-le te
verdeelen; wat azijn af proeven om
gepaste hoeveelheid te bepalen; zout, en
als ge wilt, een zeer fijn gekorven ajuintje
en zoo meer: deze aardappel- en boonen
salade met een ioterham smaakt heel
goed, dat weet ge.
Of ge hebt wat aarappels over. Aan de
hennen?... Neen! Wat ajuin, boter of vet
bruien, er de fijn gesneden aardappels
doorroeren-, water bij doen (of een restje
bouillon)goed troebellaten koken,
zout en peper: ge ziet, niet kostelijk, 't is
eenvoudig en smakelijk. Ook moogt ge
hier wat azijn bijvoegen. Vet en azijn
gaan goed samen, want azijn breekt
het vet (1). 't Is daarom dat men dikwijls
azijn ziet gebruiken waar vet aangewend
wordt. Denkt maar aan de mayonnaise-
saus.
En kijk die mayonnaisesaus kan zoo
dikwijls te pas komen bij 't bereiden van
overschotten. Zoo b. v. overschotten van
visch, van vleesch, van groenten, koud
met mayonnaisesaus, dat zal men wel
lusten. Dusdanige gehakte overschotten,
koud met mayonnaise, in uitgeholde
tomaten, is 's Zomers een verfrisschend
gerecht.
En azijn komt niet alleen bij mayon
naise te pas of bij vet. 'k Herinner me:
weet ge nog hoe we laatst overschot van
boonensoep weg fcr.dden gezet, was ze
's anderendaags lichtjes zuur geworden;
dat hadt gij voorgeproefd. En toch, wat
heeft men er smakelijk aan geëten, gij
even goed als ds anderen! Ik had ze
verbeterd met wat azijn, men smaakte
wel dat ze lichtjes zuur was, doch die
lichte zuurheid was juist de oorzaak harer
smakelijkheid. Zelfs kan men erwten- en
vooral boonensoep opzettelijk heel lichtjes
met azijn aanzuren zoo licht dat men
dsn azijn niet doorsmaakt, maar enkel
den smaak aanvoelt». Ze wint er mach
tig bij. Doch, en vooral 's Zomers, men
doet dit enkel met de hoeveelheid soep,
die men in dezelfde maaltijd zal ge
bruiken; wil men e-r een deel bewaren,
men neemt dit eerst weg om 't verzuren
te voorkomen.
En zoo kunt ge reeds veel overschotten
benuttigen. We zouden nog kunnen spre
ken over 't -gebruik hierbij van room
van melk, de kapvan de melk van
't geitje... Door gehakte overschotten van
vleesch of visch, gebonden met wat bloem,
als ge een restje savooien hebt, dan
kunt ge die groenten met de gehakte
vleeschresten laag om laag in een vuur
vasten schotel schikken met wat
paneermeel of brijzelbrood bestrooid, in
den oven wat laten bakken, 'n Goed ge
recht met gebruineerde aardappelen. Zie,
Louise, dat alles is toch niet kostelijk,
't is enkel kwestie van weten en zorgen.
Ja, koop een keukenboek, dat is goed.
Maar 't voornaamste is de zorg. Zorg, en
ge krijgt er ha-rt voor; en dan, dan zal
't waar zijn: al doende leert men; ge zult
ten slotte 't keukenboek kunnen ontberen:
ge zult uw eigen doenwijzen aangeworven
hebben... 't Is jammer dat in zooveel
werkmansgezinnen de vrouw zoo weinig
om 't bereiden van de spijzen bekommerd
is: ze voelt er ten slotte niets meer voor,
het voedsel is samengeschoten met een
kruisboogmaar meteen is een brok van
de huiselijke vreugde en huiselijke ge
moedelijkheid mêe geschoten... Dat is
goed voor Amerika: daar gaat men de
geheele maaltijd gereed gemaakt koopen,
maar... men leeft er ook op zijn
Amerikaansch!
Jonge meisjes, die u voorbereidt tot het
stichten van een gezin, volgt de raad
gevingen van Louise's moeder!
Maria Vanhoutte (Wevelgem),
Candidate Landbouwregentes,
O. L. Vrouw-Waver.
(i) Azijn versnelt en verhevigt de verzeeping van
het vet, daar azijnzuur zich met de glycerine van het
vet verbindt en 't vetzuur aidus vrij komt; die split
sing kan reeds door de warmte ingezet, en wordt door
de azijnzuurwerking in sterke mate bevorderd.
Er bestaan thans 116.000 drankhuizen
in ons land. De krisis heeft hun aantal
niet doen afnemen, integendeelde jong
ste twee jaar zijn er 15.000 nieuwe bijge
komen.
De meeste van de nieuwe inrichtingen
bevinden zich langsheen de groote we
gen. Buitendien is de uitbreiding ook toe
te schrijven aan het feit dat de_ private
klubs thans eveneens aan de openingstaks
onderworpen zijn en dus medegerekend
werden.
WAT EEN OUD SCHRIJVER ZEIDE:
«Dronkaards brengen dronkaards voort»
zei Plutarchus, en de geleerden komen
telkens en telkens weer met onderzoekin
gen voor den dag, die dat oude woord tot
waarheid maken.
Dr Legrain vond op 829 afstammelingen
uit dronkaardsgezinnen 21 doodgebo
ren; 18 krankzinnig; 4.5 lichamelijk
zwak; 6.5 teringachtig; terwijl op de
andere 50 nog voorkwamen de minder
waardigen, lijders aan toevallen, enz.
IBBBBBBBB
Gasthuisstraat, 18, POPERINGE.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBHHBESC3BBB
eerevoorzitterschap van Zijne Excellentie
Mgr Lamiroy, Bisschop van Brugge, van
den Weledelen Heer Baels, Gouverneur
der Provincie, en den Heer Senator Van
Hoestenberghe, Silrgemeester der stad
Brugge, zulten de feesten:
voor de OUDLEERLING-EN, dagen
zijn van dankbare vreugde en indrukwek
kende manifestatie, wanneer zij op Zon
dag 26 Juli, na de plechtige Dankmis in
de Kathedraal, blij en .fier zullen stappen
met de Blindsnfanfare aan het hoofd,
achter de wapperende vlaggen der oud-
leerlingenmaatschappijen, om broederlijk
samen te gaan vieren en aan te zitten aan
het Feestmaal, dat hun welwillend aan
geboden wordt door het jubileerend In
stituut;
voor de HUIDIGE LEERLINGEN,
zullen het dagen zijn van buitengewone
feestelijkheden, vermakelijkheden en uit
stappen, die den band nog hechter zulten
maken, waarmede zij thans aan hun
school verbonden zijn;
voor de PRIESTERS, ZUSTERS en
LEERKRACHTEN van het Gesticht, da
gen van opbeuring en troost, die hun
ijver en geestdrift voer hun edele taak
nog zulten vermeerderen;
voor de BRUGSOHE BEVOLKING,
e-en éénige gelegenheid, om eens de klas
sen van het Instituut en de werkplaatsen
in volle activiteit te komen bezichtigen,
om de leerlingen in hun feestjes en mu
ziekuitvoeringen te komen toejuichen, en
zoo hun blijk van sympathie en bewon
dering, te komen geven voor het jubilee
rend Gesticht der Doofstommen en Blin
den!
Ik sta voor een versperring, dik-
gele, slijkerige klei.
Daarachter hanteeren de vereelte
handen der stoere aardbewerkers in
regelmatige rythme, het ruwe mate
riaal.
Nu en dan richten zij hun naar
den grond gebogen lijven eventjes op,
en bezien de voorbijgangers.
Daar zijn stoere, krachtige man
nen bij, echte athleten! Eén echter,
die nu juist geen athleet is, trekt
mijn speciale aandacht op zich: een
pezig ventje met een grooten bos ste
kelhaar; zijn donkere oogen fixeer
den mij kwaadwillend.
Onachtzaam geleund op zijn schop
roept hij tot zijn buurman opzettelijk
luid genoeg om door mij gehoord te
worden:
Nog 'n luiaard die te veel is op
de wereld!
En uit vrees dat ik de eer van dat
«vleiend compliment» langs mij heen
voor een ander zou laten, wijst hij
me aan met vinger en hoofdgebaar.
Zijn werkmakker buigt beschaamd
het hoofd, neigt nog dieper naar de
aarde toe en hervat zijn werk.
Ik heb nog zooveel andere kinders
het brood te brokkelen dan dat ik mij
hier langer bij de hondjes uit het
Evangeliezou ophouden. Doch
gansch de werkploeg wacht in span
ning op het uitwerksel der beleedi-
ging. Juist daarom knoop ik een
praatje aan!
A
Zeg', waar komt ge vandaan.
En waar hebt ge gezien dat ik
lui ben?
Ik, ik werk ten minste!
En ik kreeg den indruk dat hij heel
zijn mond vol honing had toen hij
zelfbewust zegde: Ik, ik WERK ten
minste!
Ge verbeeldt U dus dat ik niets
uithaal omdat ik het gaanpad niet
omwoel? Ik maak ten minste de straat
niet zoo vuil als gij, met uw slijkerige
klei! En nog! Ziehier of ik niet werk!
Ik toon hem mijn handen, waarin
de vele brieven gerangschikt zijn als
genummerde boeken op de schab.
Kijk nog! Hier! Mijn zakboekje vol
gekrabbeld, met toegestane noodige
afspraken.
O! Ja... maar U hebt toch fijne
witte handen...
Zeer zeker! Moest ik nu naast
U beginnen spitten dan zoudt U me
indelven als een gaanpad!! Had ik
echter geleerd met spade en houweel
om te springen, dan moest ik voor U
niet onder doen!
Nog ik voor U, als ik school ge-
loopen had als gij!
Ah! Juist! Zeer juist, ouwe kerel!
Dat is het net wat ik zeggen wou!
Het werk van den eene moet het
werk van den andere aanvullen en
EERBIEDIGENHet lichaam, de
maatschappij heeft niet alleen han
den en voeten noodig, maar ook her
senen, geesten!
Nu was de kring rondom mij vsl-
ledig! Zelfs de ploegbaas was geïn
teresseerd bijgekomen.
Vereerd door de spanning van mijn
auditorium ga ik verder:
Niet alleen is de priester een
luiaard die te veel is op de wereld,
zooals U dat zoo lief komt te zeg
gen, maar de priester is er even on
misbaar als de zon aan de aarde.
Oh! zoo! zoo! Wat doet hij zoo-
al, dat gij hem onmisbaar noemt?
Ik ga wat nader bij mijn tegen
strever.
Wat hij doet? Luister zeer goed!
Hij zegt tot den aardewerker, den
timmerman, den paswerker, den met
ser, aan ALLEN: Gij werkt? Maar
uw mechanisch gebaar kunt ge ver
edelen indien gij het vereenigt met
het gebaar van Christus! DEN EER
STEN WERKER... Vóór Hem, en bui
ten Hem, tegen den wil in, bestaan
er niets dan slaven! Hoort ge goed!
SLAVEN!
Niets is er echter zoo schoon als
een werkman, en niets overtreft den
werkman die nu en dan eens in een
onopmerkzaam gebaar de oogen op
waarts heft... daar waar de Hemel
is... Ziedaar, in dat enkel feit, den
adel van het werk; daardoor alleen
wordt het gesublimeerd.
Foert!... Hoevelen doen dat!
schreeuwt de aardewerker, terwijl hij
in een wrokkigen zwaai zijn schop
wegwerpt...
De kring wordt Immer dichter!
Voorbijgangers houden stil... Traagjes
aarzelend komt een agent bij en luis
tert.
Er zijn er die dat doen! Er zijn
er die het zullen doen! Immer tal
rijker zullen zij worden. Want er is
enkel heil te vinden in het beleven
van zijn geloof.
Ik word er mij van bewust dat het
uur vordert.
Daarom Iaat ik nu mijn individu
op zij en richt mij tot gansch den
groep en met een donderend door
dringende stem roep ik:
Te veel op de wereld, de priester,
die over U gezegd heeft: «Ik doop U
in naam van de H. Drieëenheid.
te veel op de wereld, de priester,
die als een zorgzame moeder uw
kleintjes voorbereidt tot de eerste
ontroerende omhelzing van hun God
in de Communie;
te veel op de wereld, de priester,
die aan hun opkomende driften paal
en perk stelt in naam der tien gebo
den;
te veel op de wereld, de priester,
die uw duurbare zieken gaat opwek
ken door een tactvol bezoek en een
gezellig onderhoudje; die uw ouder
lingen bijstaat in het beslissend ster
vensuur.
U geeft toch toe dat het wat al te
ver gaat, niet?
A
En nu richt ik mij precies tot het
pezig ventje.
Te veel op de wereld, de priester,
die U zelf misschien eens zal bijstaan
in uw stervensnood. Want wellicht
zult ge doen zóóals anderen, die, na
dat zij den priester hun gansche le
ven door de goot hebben getrokken,
heel tevreden zijn een van die lui
aards bij zich te weten in die be
nauwde oogenblikken, en die gerust
en getroost den dood ingaan alleen
om reden dat ze gesteund worden door
vrienden- en vaderarmen, die ten
slotte toch priesterarmen zijn.
In afwachting, en niettegenstaan
de ik een luiaard ben, trek ik nu vlug
verder om aan te kloppen bij de ve-
B3F" ZIE VERVOLG HIERNEVENS.