Les Fonderies Bruxelloises
mem smm
lijj wint Piriis-Roubaais
Plechtige uitvaart te Staden van
Z.E.H. Arthur Mostaert, Pastoor
Huldefeest te Vormezeele
DE SNELTREIN ORAN-ALGIERS ONTSPOORT
NABIJ ORLÉANSVILLE
VLAGGEFEF.ST TE BESELARE
IN HET KRISTEN WERKERS VERBOND!
ALBERT DENYS
Poperinge (tel. 61)
leper (tel. 175)
EN ALLE GOEDE STOOFMAKERS
Groote keus van talrijke modellen KOOKTOESTELLEN voor Stadsgas en Butaangas.
essi pngen uit cSe streek*
stelt een groetsche daad
DE LIJKSTOET OP WEG NAAR HET KERKHOF
Van 's morgens vrceg heerschte er in
ie gemeente een ongewone drukte maar
aan alles was het te zien dat het geen
feestdrukte was. Doodsklokken zonden
hun sombere toonen over de gemeente.
De Stadenaren waren zeer teneergeslagen
en diep onder den indruk van hetgeen er
ging gebeuren. Het was alsof het weder
medevoelde in de rouw die op Staden
woog want de lucht was donker en be
trokken en het had wel tot regenvlagen
kunnen komen. Aan alle huizen wierden
de vlaggen halfstok geheschen en wie
men aansprak, allen waren diep betreurd
en vol lof over den aflijvige.
Rond half tien werd het een drukte van
belang. Autos gingen en kwamen, pries
ters begaven zich naar het sterfhuis in
de Eruggestraat en de parochianen be
stormden reeds de kerk. Daar er gevreesd
werd dat degenen die aan den rouwstoet
deelnamen geen plaats meer zouden vin
den in de kerk, moest deze vanaf 10 uur
tot bij de aankomst van den rouwstoet
gesloten worden. Vanaf 10 uur begaven
zich al de deelnemende maatschappijen
naar de Eruggestraat, alwaar het sterf
huis gelegen is. Het Pompierskorps en de
Katholieke Muziekmaatschappij De Ver-
eenigde Vriendende lievelingsmaat
schappij van onzen diepbetreurden pas
toor, namen plaats voor de pastorij. Om
10 !a uu: kwam de geestelijkheid gevolgd
van den kerkraad, gemeenteraad en ge
meen tepei-sone el en leden der commissie
van den openbaren onderstand, om het
lijk aan het sterfhuis af te halen.
De voorzitter van den Kerkraad. Heer
Cyriel Carette, sprak een rede uit in het
sterfhuis. Hij somde al de goede daden op
welke Z. E. H. Mostaert, eerst als onder
pastoor te Staden, later als aalmoezenier
der vluchtelingen te Lisieux onder den
oorlog', en na deze lange afwezigheid als
pastoor te Staden, gedaan heeft voor het
geestelijk en het stoffelijk welzijn van zij
ne parochianen. Menigeen pinkte een
traan weg wanneer spreker zegde: «En
nu zal onze betreurde Herder voor de
laatste maal de kerk binnen komen aan
dewelke hij zoo met hart en ziel verknocht
was, en voor welker schoonheid hij alles
over had
Na deze rede werd het lijk gelicht en
zette de stcet zich in beweging. Voorop
gingen de Congregatie der Jongelingen en
der Jongedochters, gevolgd van de jeugd
bonden voor Katholieke Actie. We be
merkten vele vlaggen waaronder deze van
de Boerenbond, van de B. J. B. en V. B.
J. B., deze der K. A. J. en der V. K. A. J.,
deze der Kroostrijke Gezinnen en Heilig
Hartebond, deze van de V. O. S. en B. V.
O. S. en vele kerkvlaggen. Dan volgde de
Muziekmaatschappij die treurmarschen
speelde. Daarna Pompisrskorps met vlag,
de geestelijkheid met Z. E. H. Deken van
Torhout als offisiant. Het lijk werd ge
dragen door leden van den Kerkraad en
omringd door de notabelen van de Ge
meente welke met fakkels de lijkbaar om
ringden.
Da pelder werd gehouden door Senator
Desmedt, Burgemeester; C. Carette, Voor
zitter van den Kerkraad en de Schepenen
H. Dejonckheei-e en J. Carlier. Daarna
kwamen da familie, een ontelbare schaar
pastoors en geestelijken en genoodigden
en ten slotte alle» die eraan gehouden
hadden ean laatste blijk van hulde en
erkentelijkheid aan hunnen diepbetreur
den Herder te geven. Om 10 uur 40 ving
den kerkdienst aan. Aan de offerande
kwam schier geen einde zoodat er veel
doodssanctjes te kort waren, alhoewel er
1500 in vooi'raad waren. Veel volk kon den
kerkdienst niet bijwonen bij gebrek aan
plaats. Na de Requiemmis besteeg Z. E. H.
Deken van Torhout de predikstoel en las
een diepgevoelde rouwrede af. De ver
dienstelijke Herder zegde hij, is geboren
te Wat ou op 14 Juli 1873, werd priester
gewijd op 12 Juni 1807, werd leeraar aan
bet college te Tielt op 26 Januari 1897,
Wérd tot onderpastoor te Staden benoemd
op 22 Mei 1909, en werd vervolgens pas
toor alhier den 8 Oktober 1919 en stierf
te Brugge den 14 April 1938...
Als onderpastoor te Staden vormde hij
er alle Jeugdbonden waaronder bijzonder
dient vermeld zijn «Jonge Wacht». Ver
volgens gaf Z. E. H. Deken een uitvoerige
beschrijving van het Aalmoezenierwerk
Van den diepbetreurden afgestorvene tij
dens den oorlog te Lisieux; hoe hij Vlaam-
sche scholen stichtte voor de kinderen,
deze te voet of per velo bezocht, hoe hij
biecht hoorde en de sacramenten toedien
de, aan de vluchtelingen werk verschafte
en bijstond in allerhande moeilijkheden
en gevaren. Daarna vermelde spreker hoe
de beti-eurde pastoor aan Stadens herop
bouw werkte en hoe hij kort achter den
oorlog als pastoor aangesteld werd. Daar
na kwam een overzicht van wat de afge
storven Herder als pastoor te Staden
daargesteld heeft in de naoorlogsche pe
riode tot nu aan den dag van zijn afster
ven.
Na de Liberawas de kerkelijke
plechtigheid afgeloopen en hervormde zich
de stoet in de hoogervermelde orde terwijl
de Schoolkinderen een haag vormden.
Onder het spelen van een doodmarsch
door de muziek kwam de stoet in bewe
ging, die nu naar het kerkhof trok om de
kist bij te zetten in de grafkelder van de
afgestorven pastoors. Bij het graf sprak
Senator Bui-gemeester R. Desmedt een
prachtige en roerende lijkrede uit, waar
bij menigeen een traan wegpinkte.
LIJKREDE
uitg: sproken door Senator Burgemeester
RENE DESMEDT, aan het graf van onzen
afgestorven Pastoor, E.H. A. MOSTAERT.
Ecnv. Heercn,
Geachte cn beproefde Familieleden,
Mevrouwen,
Mijne Heercn,
De bevolking van Staden is diep getrof
fen door het afsterven van hai-en zoo ver
dienstelijken Herder, Eerw. Heer Mostaert,
die zich door zijn onverpoosd en rusteloos
werken gedurende bijna dertig jaar, als
het ware met Staden vereenzelfdigd had.
Als onderpastoor, alhier benoemd in
1319, legde hij van 't begin een grooten
ijver aan den dag om alles wat hem toe
vertrouwd werd stipt te vervullen en met
bijzondere voorliefde hield hij zich bezig
2U:t de organisatie en de opleiding der
jeugd. Door huisbezoek, persoonlijke aan
moediging en het beleggen van aantrek
kelijke en-gezellige vergaderingen wist hij
de jongens tot z.ch te trekken en te be
geesteren. Zoo mocht hij er zich in ver
heugen velen op den goeden weg te hou
den of terug te brengen.
Die werking was in vollen bloei toen in
1914 onze gemeente wreed geteisterd, weid
door den inval der vijandelijke 'egfrs, en
de E. H. Mostaart samen met meer dan
4/5 van ome inwoners, de wijk moest ne
men maav Frankrijk. Het is U niet onbe
kend hoe velen onzer uitwijkelingen van
alles ontbloot rond verspreid werden over
ten groot gedeelte van Frankrijk alwaar
«i. de taal. n:.t kennende, met allerhande
hadden. Getuige van dien toestand stelde
E. H. Mostaert zich onmiddellijk aan
't werk om hulp en redding te zoeken en
gelukte daarin buiten verwachting.
Hij gelukte erin zich in verbinding te
stelten met eenige vooraanstaande in
vloedrijke Belgische Overheidspersonen,
waaronder Heer Baron Gilles de Pelichy,
door wiens bemiddeling en medewerking
hij den steun bekwam der plaatselijke en
gewestelijke Fransche gezagvoerders.
Eveneens kon hij het vertrouwen win
nen van eenige vooraanstaande werkge
vers, zoodat het hem weldra mogelijk
werd de rondverspreide land- en dorpsge-
nooten uit alle gewesten van Frankrijk
bijeen te trekken rond Lisieux en hun
aldaar werk en onderkomen te verschaf
fen.
Scholen voor Vlaamsche kinderen wer
den geopend, gewestelijke vergaderingen
voor uitwijkelingen werden belegd, die
overtalrijk werden bijgewoond en alwaar
Godsdienstig onderricht werd gegeven.
Ook allerlei nuttige inlichtingen werden
er verschaft. Het regelmatig bijwonen der
H. Mis door de uitgeweken Belgen was
een stichtend .voorbeeld voor de Fransche
bevolking en zeer spoedig ook mocht E. H
Mostaert er in gelukken het Zondagwerk
geheel of gedeeltelijk te doen afschaffen
daar waar zijne beschermelingen te werk
werden gesteld.
Als een echte missionaris was ds Bel
gische Aalmoezenier der Vlamingen van
den vroegen morgen tot den laten avond
op weg, te voet cf per velo, om zijn volk
volle maat te geven aan zijn werkkracht,
en zoo mocht hij erin gelukken zijn volk
op den goeden weg te houden, zelfs die-
te bezoeken, aan te spreken, te bedienen,
moeilijkheden op te lossen, allerhande
diensten te bewijzen en zoodoende ieder-
eens vertrouwen te winnen, om des te be
ter te kunnen wijzen op hun plichten, zoo
burgerlijke als godsdienstige. Zijn krach
tig gestel, zijn bloeiende gezondheid en
zijn aprostolischen ijver lieten hem toe de
genen die afgedwaald waren terug te
brengen bij de kudde en te doen her
worden.
Toen het eindelijk vrede werd en de in
woners naar hune grootendeels of totaal
verwoeste haardsteden mochten terugkee.
ren, verspeelde de aalmoezenier geen tijd
met nutteloos weeklagen, maar ving on
middellijk aan met het herstel. De ge
deeltelijk vernielde kapel van het ouder
lingengesticht werd onder dak gebracht
om voorloopig te kunnen dienst doen a
kerk. Op zijn initiatief werd een groote
barak wat in orde gebracht en diende als
lokaal voor de zoo talrijke vergaderingen
die aledan-.-werden gehouden.
Hij kon zich met des te meer gezag aan
't werk stellen daar hij intusschen, tot
groote voldoening der bevolking, benoemd
werd als pastoor der parochie.
Optimist zooals hij was en vol vertrou
wen in de toekomst, wilde hij dat al de
vroeger bestaande gilden en vereenigin-
gen, zoowel voor ontspanning en ontwik
keling als de zuiver Godsdienstige, terug
in gang -gestoken 'verden en regelmatig
zouden werken, wat dan ook geschiedde.
Bijzonder veel belang stelde hij aan de
Katholieke Muziekmaatschappij De Ver-
eenigde Vrienden waarvan hij eerevoor
zitter was en door zijn toedoen werden
de noodige instrumenten gauw bijeenge-
«bracht, zoodat onze gemeentem-uziek, de
eerste in de verwoeste streek, de processie
kon vergezellen in 1919. Onafgebroken
bleef hij de bezieler der maatschappij en
liet niets onverlet om den bloei ervan te
bevorderen.
Zoodra de dienst voor Oorlogsschade
vergoeding zijne werkzaamheden begon,
was hij erbij om de zaak der vernielde
pai-ochiekerk te doen afhandelen en zoo
als reeds door den Heer voorzitter der
kerkfabriek werd aangetoond, wist hij
door te drijven en de nieuwe kerk van
Staden was ook onder de eerste die in de
frontstreek herbouwd werden.
De ruime en prachtige gildezalen wer
den ook dank aan zijn ondernemingsgeest
zeer vroeg reeds opgetrokken.
Indien hij zooveel iever aan den dag
legde om de kerk en de lokalen rap en
schoon te doen her-bouwen, dan was het
evenwel niet om de gebouwen zelf maar
om des te beter en te rapper gelegenheid
te kunnen verschaffen aan iedereen om
met alle gemak zijne godsdienstige plich
ten te vervullen. Om dezelfde reden en de
menschen zooveel mogelijk op den goeden
weg te houden, trachtte hij dan ook hen
zooveel mogelijk hulp en bijstand te ver-
ieenen. Hij spaarde noch geld noch moeite
om iedereen behulpzaam te kunnen zijn
en iedereen was bij hem welkom.
Hij zelf kende geen vijanden en nooit
was hij meer tevreden en gelukkig dan
wanneer hij mocht dienst bewijzen of
hulp verleenen aan iemand die zich te
zijnen opzichte onverschillig of vijandig
had aangesteld.
Dienst bewijzen om de menschen tot
bete ie gevoelens te brengen en zoodoende
vrede te stichten en de zielen voor God
te winnen, dat was zijn hoogste betrach
ting.
Het geestelijk en stoffelijk welzijn van
Staden, en van al de Stadenaren in 't bij
zonder, düt wenschte hij, dè,t wilde hij,
ddar leefde en daar werkte hij voor.
Daar hebben velen wellicht vroeger niet
aan gedacht, maar allen hebben het
spontane begrepen en ingezien toen zij
vernomen hebben dat hun Eerw. Heer
Pastoor een zware heelkundige bewerking
had ondergaan en in gevaar verkeerde.
Nieaand kon zich voorstellen hos het mo
gelijk was dat die sterke, gezonde, kracht
dadige persoonlijkheid die nooit ziek was
en nooit rust kende, nu zoo maar opeens
uit hun midden zou gerukt worden.
Iedereen voelde nu welke ruime plaats
hij ingenomen had in 't leven van Staden
en ook in het hart.
De Eerw. Pastoor kon zich zelf niet in-
bseden dat het zoo erg ging worden; hij
wilde niet ziek zijn en bleef vol vertrou-
wen; hij wilde leven, naar Staden terug-
keeren, te Staden werken.
De goede God heeft er anders over be
schikt en aan onzen betreurden Herd-er
een nieuwe taak toevertrouwd. Zooals hij
in Frankrijk heeft gewerkt voor de rond
gestrooide uitgedrevenen, Sooals hij na
derhand heeft gewerkt aan Stade-n's her
opbouw en herwording, zal hij nu hier
boven werkzaam zijn om voor al zijne
parochianen een schoone plaats voor te
bs reiden in de woning jvaar wij ook eens
worden verwacht.
Eerw. Heer Mostaert, onze verdienste
lijke en betreurde Herder, in naam van
de Gilden waarvan gij de Proost of de
medewerker waart, in naam van het Ge
meentebestuur en in haam van onze
dankbare bevolking, zeggen wij U hoopvol
tot wedsrziens aldaar...
Een rouwmaaltijd werd door de familie
aan de genoodigden aangeboden in het
klooster der Zusters Maricólen.
Daarmede was de Plechtigheid afgeloo
pen en onze geliefde Heer Pastoor zorgt
van Uit den schoonen hemel voort voor
VIJF DOODEN EN TWAALF GEKWETSTEN.
DE RAMP ZOU VEROORZAAKT ZIJN DOOR EEN
AFGEDANKTE SPOORWEGARBEIDER.
BOVEN: Het wisselslot 'dat door een misdadige hand werd losgeschroefd, wat het
ongeluk veroorzaakte. ONDER: De reddingswerken aan de wagon waaruit vijf
dooden en talrijke zwaar gekwetsten werden geborgen.
moeU#-Wtedea en ontberingen te kampen zijne geliefde Stadenaars,
HULDIGING VAN DEN HEER PROSPER BARTIER, BURGE
MEESTER, OP MAANDAG 18 APRIL, TER GELEGENHEID
VAN HET OVERHANDIGEN VAN HET BURGERLIJK KRUIS
VAN EERSTE KLAS
DE H. POL. DEKNUDT BIJ ZIJN FEESTREDE AAN DEN H. BURGEMEESTER.
Zondagmorgen ontspoorde de sneltrein
Oran-Algi-ers, volgepropt met reizigers, cp
omtrent 2 km. van het station Attafs,
nabij Orléansville.
De lokemotief klonk om op de sporen,
terwijl het slaapwagenrijtuig te pletter
liep cp den fourgon die zich dwars over
de sporen had gezet. Men telt vijf dooden
en twaalf gewonden, waarvan drie er zeer
erg aan toe zijn.
DE MOED VAN DEN
GEKWETSTEN MACHINIST
Wanneer de lokomotlef omklonk, werd
de machinist Marchica, met den linker
arm onder het zware gevaarte gevat. De
voorarm was letterlijk vermorzeld en de
machinist had den mosd met zijn mes de
stukken vleereh door te snijden. Geholpen
door zijn stoker kon hij een verband leg
gen om het geweldig bloedverlies te stel
pen.
EEN AANHOUDING
Het onderzoek over het spcorwegonge-
val heeft reeds tot een aanhouding geleid.
Het betreft een oud-spoorwegbediende die
onlangs werd afgedankt, zekere Cavert,
die er van verdacht wordt de wisselnaald
te hebben los geschroefd.
HEDEN ZONDAG 24 APRIL 1938, TE 2.30 UUR J
WIJDING VAN DE NIEUWE VLAG I
Het Bestuur A. C. W. met zijn nieuwe vTag.
Gegroet! Gij nieuwe, mooie vaan,
Waarachter Kristen Werkers gaan!
Gij draagt in top de reine kroon
Van eigen-zijn en eigen schoon!
Uw -plooien klakken In den wind,
En vrij, want niemand die U bindt.
Het prijkt op bontgekleurden grond:
(Het A. C. W. Is onze Bond!
't Was bij blijde klokkengeluid dat op
Tweede Paasch-dagmorgen, Gemeenteraad,
Commissie van Openbaren Onderstand,
Kerkfabriek, den gevierde ten zijnen hui
ze afhaalden en hem midden een dichte
haag van schoolkinderen met wapperende
vlaggen, ter kerke geleidde.
Het zonneke zond bij tussehenpoozen
hare schrale stralen over het feestende
dorp om ze een poosje daama achter een
grijze sombere wolk te verbergen.
Een dichte menigte Inwoners had er
aan gehouden aanwezig te zijn in d-e Mis
van dankzegging te dier gelegenheid ge
offerd en werkelijk aan 't offeren gaan
scheen ge-en einde te komen. Eenieder
wilde aldus een blijk van genegenheid
jonnen aan onzen goeden burgervader en
den Heer een bede sturen om Hem nog
jaren lang in ons midden te bewaren.
Bij het verlaten der kerk reeds -kwamen
de scholen het hoofd der gemeente hun
huldeblijken aanbieden: een gevoelsvolle
gelegenheidsbrief, een prachtige bloemen
garve en een -dreunend vaderlandsch lied.
En nu in stoet, de flapperende wimpels
in den wind, naar het gemeentehuls, dat
te dezer gelegenheid feestelijk wf.s opge
smukt. De eerste schepen, He-er Polydoor
Deknudt hield er de feestrede, welke hier
onder volgt:
Geachte Medeburgers,
Het is voor mij eene eer onzen achtba
ren H-eer Burgemeester ter gelegenheid
van zijne huldiging in uw aller naam on
ze beste gelukwenschen te mogen aanbie
den en he-mi het burgerlijk -^retee-ken van
1" klas te mogen overhandigen.
Ik doe het volgaarne, omdat met U te
decoreeren, Waarde Heer Burgemeester,
de hoogere overheid de vele diensten er
kent welk-e gij gedurende ruim 27 jaren
de gemeente Voorm-szele hebt bewezen.
Geestelijke en wereldlijke overheid heb
ben tijdens uw bestuur steeds innig sa
mengewerkt tct eeneiders welzijn en vol
doening. Gedurende die vele jaren hebt
gij met voorzichtigheid en wijsheid onze
gemeente bestuurd niets anders inziende
dan het algemeen welzijn van onz-e ge
meente en zijne inwoners. Vooral onmid
dellijk na den oorlog was de taak die gij
te vervullen hadt, lastig en moeilijk. We
verlangden allen terug te keeren naar on
ze haardstede maar vonden hier niets dan
puinen en ellende. Velen hebt gij dan bij
gestaan met wijzen raad en daad en hun
ne belangen op de beste wijze behartigd.
Daarom ook zijn al uwe medewerkers, al
uw vrienden, ja al d-e inwoners' van V-oor-
mezele oprecht gelukkig U vandaag te
mogen vieren, daar allen U -als burgerva
der hoogschatten om uwe voorzichtigheid,
uwe gemaügheid en uwe wijsheid. En
waar er nog een moeilijkheid kwam, gij
trachtte die in der minne te regelen.
Ik stel mij dus aan als de tolk der be
volking. We bedanken U en wenschen U
hartelijk proficiat.
Moge de Heer van hierboven U nog vele
Jaren in ons midden bewaren, midden de
genegenheid van alle inwoners, 't Is het
geen ik U van harte wensch.
Daarna reikte hij den feesteling het
burgerlijk eereteeken over. Eten jongentje
bood hem bloemen aan en de oudste in
woner van het dorp wenschte aan den
eveneens ouden burgervader, nog lange en
vele jaren onder zijn bestuur te mogen
staan.
Onze gemoedelijke voorzitter der Boe-
rengllde stuurde op de hem eigen manier
ook nog een gezapig woordje tot de held
van het feest. Hierna volgt het:
zeggen we U op heden dank. GIJ zljt tea
allen tijde een voorzichtig man geweest»
Sommigen hebben misschien wel gezegd
te voorzichtig; en zagen liever uit naar
andere gemeenten, waar alles veel grooter
en beter scheen. Maar groot doen kost
geld en in onze krisisjaren weten de be
lastingsbetalers der gemeente het best.
Doe stil voort, dat was immers uwe leus.
Wijs en voorzichtig hel gij het geld van
allen bestuurd als uw eigen geld, als goe
de familievader en eerlijk burgervader.
Dat zij die uw beleid wisten te beknibbe
len, en er zijn er altijd en overal, de be
lastin gsbrieven der naburige gemeenten,
vergelijken met de onze, en ze zullen moe
ten, zoo ze rechtschapen zijn, uwen lof
uitspreken en U bedanken om al dat geld
dat gij voor hen gespaard hebt. Mr de
Burgemeester, onze Innige wensch is dat
gij nog lange jaren in gezondheid onder
ons moogt blijven. Uw leven is voor ons
een les en eene kostelijke hulp voor
gansch de bevolking. Doe stil voort, nog
lange jaren, en nog eens: Onze harte
lijke gelukwenschen
Voormeele, 18-4-1938. Rem! Dcsmyter.
Da feestwijn werd geschonken. Er werd
getikt e-n geklonken op de gezondheid
van den Heer Burgemeester tot dat etens
tijd was gekomen. Ja, het banket was
smakelijk en fijn en ging door in een op
recht gezellig samenzijn. Aan tafel wer
den nog menige vrome wenschen geuit en
werd ook grootvader in de bloemen ge
stoken.
Op 't einde van het feest stuurde do
Eerweerde Heer Pastoor zijn woordje van
lof en dank na al het vele hier vernomen.
Hij bevestigde dat tijdens het bestuur
van den Heer Burgemeester, steeds do
beste verstandhouding heeft geheerschti
hier ter plaatse tusscben geestelijke en
wereldlijke overheid. Mijne 3 voorgangers»
waarvan 2 reeds bij den Heer, en ik zelf,
mogen getuigen dat uwe werken, Heer
Burgemeester, uwe woorden steeds even
aarden, ja overtroffen. Ik zal de goede God
dagelijks voor U bidden,.opdat Hij U nog
lang in ons imddden beware, hier in dit
mooie en stille dorp, dat onder uw be
stuur uit zijn puinen en verwoesting is
opgestaan. Ook ik wensch: «Leve lang
onze Heer Burgemeester».
Ontroerd en aangedaan dankte de Heer
Burgemeester al de aanwezigen, de in
richters van dit feest, iets toen hij zulks
vernam, hij noch begeerde noch verlang
de, ook al dezen dankte hij die op eeiie
óf andere manier hunne deelneming heb
ben betuigd. Hij beloofde voort zijn best
te doen te aller heil en welzijn!
HEER BTTRGri*/rEFSTER,
We hopen. God U sparen zal
Nog lange en vele jaren
Gezond, gelukkig en tevreên
Midden uwe dorpsgenooten.
Mijnheer de Burgemeester,
Het weze mij toegelaten, als Voorzitter
van de plaatselijke Boerengilde, waarvan
Uedele getrouw lid zijt, hulde te brengen
aan den verdienstelijken man, die sedert
mee dan 25 jaren onze gemeente be
stuurt. 'k Weet het wel, liever zoudt gij
stil weg langs achter gebleven zijn, onop
gemerkt. Lof en eer, dat vraagt gij niet.
Groote ceremoniën en lange redevoerin
gen bevallen U niet. O! 'k weet het wel,
geheel uw leven is daar om ons daarvan
bewijs-te geven en te overtuigen. Wat gij
niet verlangt, wil Ik U ook niet aanbie
den!
Eenvoudig onder ons 'gelijk wij boeren-
bonders onder ons 'gewoon zijn te doen,
wil ik aan een plicht, een zo-te plicht
voorwaar, voldoen, en U in ons aller naam
hartelijk gelukwenschen om de welver
diende onderscheiding waarmede Z. M.
den Koning U komt te vereeren. Ik zeg U
welverdiende onderscheiding! Zoo er ie
mand is die eene decoratie heeft verdiend,
't is wel onze geachte Heer Burgemeester,
die de lastige jaren van den oorlog heeft
gekend. Gij, die na den oorlog spijts het
beheer van uw eigene goederen nog tijd
vondt om anderen daarin te helpen en de
goederen der gemeente en van de armen
te herstellen en te verbeteren. Dat hebt
■gij gedaan met eene werkzaamheid zon
der weerga. Werkzaamheid geleld door
■een helder verstand en een taalën wil. De
landbouwers in het bijzonder, hebt gij
door raad en daad geholpen en daarom
IZaKB!393SS3!3089B!SB?iZ8aSBS!BSa2!anaHB0BBBaiIHBHBHHBHBBa93
had omdat hij wist dat het de eerste klas
sieke koers van 't jaar was en dat er naam
in te maken was. Zijn kcersmateriaal
dat hem door zijn merk Leducq moest
afgezonden worden was nog niet bin
nen, hij moest vertrekken met zijn en-
trainementvelo. Van in de eerste kilome
ters kreeg hij reeds last met een defekt
wiel, op de koop toe brak hij zijn derall-
leur bij het overklauteren van den over
weg te Meenen, zijn ketting liep nu ge
durig af en te Kortrijk was hij verplicht
op te geven.
In Parijs-Roebaais zou hij echter weer
wraak nemen. De eerste koersen van het
jaar hadden hem, een zeker zelfbetj-ouweii
gegeven, hij wist dat hij iets kon en met
de vaste gedachte van zich te onderschei
den was hij naar Parijs vertrokken. Aan
winnen dacht hij niet, maar dat hij ft
oen hoofdrol zou in spelen als het noodlot
hem maar losliet, daarvan was hij zeker.
En nu laten wij b-m z~lf aar het
woord:
<i Wij kwamen te Arras toe; tot daar
had ik mij altijd rustig in de wielen ge
houden waar ik tegen den sterken nooder-
wind beschut was; van af Areas moet je
goed uit de oogen kijken wat er gebeurt,
had men mij gezegd, maar vanaf Wat-
tignies hebt je echter niet meer te kij
ken, daar hebt je te duwen omdat d«
brute macht het daar haalt tegen het
cijferen. In Arras zat ik gedurig' te wach
ten tot de slag zou ingezet worden maar
niemand die roerde; daarom besloot ik
het maar zelf eens te beproeven, ik nam
200 meters, ik voelde mij op mijn gemak
maar ik wist dat er nog 60 km. af te leg
gen waren met de wind die maar voort
op kop bleef blazen. Ik keek om en z:-.g
dat in de groep ieder zijn beurt kop deei
om mij te krijgen. Ik zag in dat ik mij
hier zou dood rijden en ik zette mij. recht,
at wat, en het mij inloopen. Te Seclin
sprong Lauwers weg met Oubron; ik stond
te kijken wie hen zou achterna zetten
maar weer niemand die roerde. Opeens
zag ik Hardiquest demarreeren en dan
Syiveer Maes. Die kunnen het uithouden,
dacht ik; ik haalde de wip uit en kwam
al over Syiveer Maes tot bij Hardiquest;
Syiveer vervoegde ons echter. Wij kwamen
op de slechte steenen voorbij Wattignies
en daar werd hij voor goed gelost.
«Nog 45 seconden van de eersten», riep
men ons toe, en elk op onze beurt kop
gaande vlogen wij over die slechte stee
nen. Wij kwamen op Oubron en gingen
er over; wat verder kregen wij Lauwers
te stekken die bandbreuk had geleden en
die een ander wiel kreeg. Wat verder zou
hij echter een tweede maal bandbreuk
lijden. Ik demarreerde een paar malen
maar Hardiquest bleef aan mijn wiel
plakken maar Ik zag toch dat hij zien-
deroogen verflauwde. De aankomst was
dicht en ik zette mij gereed om er alles
uit te halen om Hardiquest van mijn
wiel te schudden. Ik wist dat hij rap was
en dat ik het waarschijnlijk In den sprint
tegen hem niet zou gehaald hebben, en
daar opeens, op vier km,, der aankomst,
sta ik plat; Ik kreeg aanstonds een wiel
van mijn Sportbestuurder maar verloor
toch 300 meter. Dan heb ik het groot ver
zet opgezet en alles, alles gegeven wat er
nog in mij zat. In min dan twee km. vloog
ik er weer op en ging er over, maar Har
diquest verdedigde zich als een wanhopi
ge. Van dan af heb ik hard op kop ge-
loopen, hem aldus de tijd niet latende cm
zich te herzetten. Van toen af gevoelde
ik dat ik Parijs-Roebaais zou winnen.
Hardiquest zette den sprint in; op 219
mieters der meet ging ik er over en hij
was niet bekwaam mijn wiel te houden.
Daar hebt ge het breedvoerig verhaal
van den overwinnaar zelf.
ZIJN VOORUITZICHTEN?
Heden Zondag komt hij uit op den ve-
lodrom van Parijs. Op 1 Mei vertrekt
hij in de Waalsche Pijl. Den Zondag
daarop in Parijs-Tours indien... Ja, hij
kreeg een schoon aanbod om de Ronde
van Italië te gaan betwisten-. Hij zelf w.et
nog niet wat hij doen zal. Wanneer deze
regelen zullen verschijnen zal de bs-.is-
sing misschien reeds gevallen zijn, war.t
daarvoor moet hij de toelating verkrijgen
van zijn Sportbestuurder en er bc iaat
ook mogelijkheid dat hij aangeduid wcr-
de voor de Ronde van Frankrijk. De
eerste dagen brengen de oplossing.
Met een slag is Lucien Storme in het
miidden van de publieke 'belangstelling
gaan staan, bij zijn overwinning kan hij
even rusten maar dan moet hij weer de
handen aan het werk slaan en moet hij
verder, hooger de cportladder op, want
andere koersen wachten op hem.
Lucien Storme, drink je niet dood aan
de roem die uwe overwinning in Parijs-
Roebaais u schonk!
Wij zijn fier op u, maar je moet bewij
zen dat de sterke athletieke Storme evea
sterk is vam will
ALBERT BAFCOP.
LUCIEN STORME
Fott Leemverck, Poperinge.
STORME VERHAALT ONS HOE HIJ
REED EN WON
Hoeveel menschen zullen, Zondag laatst
hun hart niet hebben voelen trillen van
spanning en voldaanheid toen de radio
enkele minuten voor de aankomst van
Parij's-Roebaais het nieuws bracht dat
Hardiquest en Storme alleen voorop lagen
en toen later de twee renners In het zicht
kwamen en men de sublieme krachtin
spanning van Lucien Storme beschreef
die Hardiquest van zijn wiel smeet. Toen
werd er in zijn ouderlijk huis een kreet
geslaakt' die heel het gebouw deed dreu
nen en die kreet kwam van zijn moeder
die haar geluk in een woesten schreeuw
moest uitschruwelen!
Een jongen die opgegroeid was midden
dat volk van bachten de kuipe had met
de kracht van zijn sterke spieren de beste
renners van onzen tijd overwonnen in de
schoonste koers van 't jaar; Parijs-Roe
baais!
Daarom dat de bevolking zoo fier op
hem is!
Wij willen het niet hebben over wat Lu
cien Storme In zijn loopbaan reeds heeft
verricht, die kost is te droog en de lezing
van datums en cijfers te vervelend, ieder
een zal zich genoeg herinneren dat de
stelling Storme-Oapoen bij de beginnelin
gen in 1935 niet en door niemand In te
nemen was!
Storme, schreven wij deze week In
Sportwereld komt Parijs-Roebaais te
winnen en de dag dat Capoen zijn koer
sen wat meer zal overleggen en wat min
tegenslag hebben zal hij ook tot een der
beste krachten van 021s land uitgroeien;
de tijd zal wel uitwijzen dat wij gelijk
hebben. Wij nemen er Woets bij die over
meer eigenschappen beschikt aan hij tot
nu toe bij de beroepsrenners heeft be
toond. Van Storme, Oapoen en Woets
durven wij' gerust zeggen: drie jonge be-
roepsrenners waarop wij in de toekomst
fier zullen mogen zijn omdat ze de kwa
liteiten hebben waarvan men groote kam
pioenen maakt!
Nu wij dat klein zijsprongscheheb
ben gemaakt komen wij weer bij Storme
en zijn overwinning in Parijs-Roebaais.
Na zich drie maanden hing onverdro
ten geoefend te hebben met Rebry, De-
croix, Vlaemynck, Capoen, Bekaert en
Delchambre, kwarr. hij voor het eerst
tusschen de beroepsrenners uit in .Ant
werpen -Gent -Atitwerpe nHeel den dag
streed hij in de eerste lijnen, op enkele
kilometers van de aankomst bevond hij
zich nog in gezelschap van Kint en Ro-
main, Maes en was zeker van hl de vijf
eersten binnen te komen, toen hij last
kreeg met zijn versnellingsapparaat waar-
dooi- hij het niet verder kon brengen dan
oen 13" plaats. In den Omloop der
Vlaamsche Gewesten reed hij zonder ver-
snellingsaparaat maar met een verzet van
47 x 17, wat 5,89 im. is; het moest er nu
juist om doen dat de wind dien dag zoo
geweldig loeide; in die 135 km, met de
wind in de rug bleek zijn verzet te klein
te zijn en met de wind op kop te groot;
toch bevond hij zich nog op enkele kilo
meters van Stekene in de groep Kint.
Toen kreeg hij honger maar hij had geen
eten meer, en toen, op twee kilometer der
aankomst, Juul Lowie gedurig demarreer
de en hij den trein maar moeilijk meer
volgen kon, verkoos hij maar te lossen in
plaats van zich tot een bovenmenschelijke
krachtinspanning te nopen, Iets waarvan
hij later de gevolgen van zou kunnen
dragen; hij eindigde toch tiende.
Dan kwam de Ronde van Vlagtn deren
waarvoor hij zich zorgvuldig voorbereid i