Les Fonderies Bruxelloises mem smm lijj wint Piriis-Roubaais Plechtige uitvaart te Staden van Z.E.H. Arthur Mostaert, Pastoor Huldefeest te Vormezeele DE SNELTREIN ORAN-ALGIERS ONTSPOORT NABIJ ORLÉANSVILLE VLAGGEFEF.ST TE BESELARE IN HET KRISTEN WERKERS VERBOND! ALBERT DENYS Poperinge (tel. 61) leper (tel. 175) EN ALLE GOEDE STOOFMAKERS Groote keus van talrijke modellen KOOKTOESTELLEN voor Stadsgas en Butaangas. essi pngen uit cSe streek* stelt een groetsche daad DE LIJKSTOET OP WEG NAAR HET KERKHOF Van 's morgens vrceg heerschte er in ie gemeente een ongewone drukte maar aan alles was het te zien dat het geen feestdrukte was. Doodsklokken zonden hun sombere toonen over de gemeente. De Stadenaren waren zeer teneergeslagen en diep onder den indruk van hetgeen er ging gebeuren. Het was alsof het weder medevoelde in de rouw die op Staden woog want de lucht was donker en be trokken en het had wel tot regenvlagen kunnen komen. Aan alle huizen wierden de vlaggen halfstok geheschen en wie men aansprak, allen waren diep betreurd en vol lof over den aflijvige. Rond half tien werd het een drukte van belang. Autos gingen en kwamen, pries ters begaven zich naar het sterfhuis in de Eruggestraat en de parochianen be stormden reeds de kerk. Daar er gevreesd werd dat degenen die aan den rouwstoet deelnamen geen plaats meer zouden vin den in de kerk, moest deze vanaf 10 uur tot bij de aankomst van den rouwstoet gesloten worden. Vanaf 10 uur begaven zich al de deelnemende maatschappijen naar de Eruggestraat, alwaar het sterf huis gelegen is. Het Pompierskorps en de Katholieke Muziekmaatschappij De Ver- eenigde Vriendende lievelingsmaat schappij van onzen diepbetreurden pas toor, namen plaats voor de pastorij. Om 10 !a uu: kwam de geestelijkheid gevolgd van den kerkraad, gemeenteraad en ge meen tepei-sone el en leden der commissie van den openbaren onderstand, om het lijk aan het sterfhuis af te halen. De voorzitter van den Kerkraad. Heer Cyriel Carette, sprak een rede uit in het sterfhuis. Hij somde al de goede daden op welke Z. E. H. Mostaert, eerst als onder pastoor te Staden, later als aalmoezenier der vluchtelingen te Lisieux onder den oorlog', en na deze lange afwezigheid als pastoor te Staden, gedaan heeft voor het geestelijk en het stoffelijk welzijn van zij ne parochianen. Menigeen pinkte een traan weg wanneer spreker zegde: «En nu zal onze betreurde Herder voor de laatste maal de kerk binnen komen aan dewelke hij zoo met hart en ziel verknocht was, en voor welker schoonheid hij alles over had Na deze rede werd het lijk gelicht en zette de stcet zich in beweging. Voorop gingen de Congregatie der Jongelingen en der Jongedochters, gevolgd van de jeugd bonden voor Katholieke Actie. We be merkten vele vlaggen waaronder deze van de Boerenbond, van de B. J. B. en V. B. J. B., deze der K. A. J. en der V. K. A. J., deze der Kroostrijke Gezinnen en Heilig Hartebond, deze van de V. O. S. en B. V. O. S. en vele kerkvlaggen. Dan volgde de Muziekmaatschappij die treurmarschen speelde. Daarna Pompisrskorps met vlag, de geestelijkheid met Z. E. H. Deken van Torhout als offisiant. Het lijk werd ge dragen door leden van den Kerkraad en omringd door de notabelen van de Ge meente welke met fakkels de lijkbaar om ringden. Da pelder werd gehouden door Senator Desmedt, Burgemeester; C. Carette, Voor zitter van den Kerkraad en de Schepenen H. Dejonckheei-e en J. Carlier. Daarna kwamen da familie, een ontelbare schaar pastoors en geestelijken en genoodigden en ten slotte alle» die eraan gehouden hadden ean laatste blijk van hulde en erkentelijkheid aan hunnen diepbetreur den Herder te geven. Om 10 uur 40 ving den kerkdienst aan. Aan de offerande kwam schier geen einde zoodat er veel doodssanctjes te kort waren, alhoewel er 1500 in vooi'raad waren. Veel volk kon den kerkdienst niet bijwonen bij gebrek aan plaats. Na de Requiemmis besteeg Z. E. H. Deken van Torhout de predikstoel en las een diepgevoelde rouwrede af. De ver dienstelijke Herder zegde hij, is geboren te Wat ou op 14 Juli 1873, werd priester gewijd op 12 Juni 1807, werd leeraar aan bet college te Tielt op 26 Januari 1897, Wérd tot onderpastoor te Staden benoemd op 22 Mei 1909, en werd vervolgens pas toor alhier den 8 Oktober 1919 en stierf te Brugge den 14 April 1938... Als onderpastoor te Staden vormde hij er alle Jeugdbonden waaronder bijzonder dient vermeld zijn «Jonge Wacht». Ver volgens gaf Z. E. H. Deken een uitvoerige beschrijving van het Aalmoezenierwerk Van den diepbetreurden afgestorvene tij dens den oorlog te Lisieux; hoe hij Vlaam- sche scholen stichtte voor de kinderen, deze te voet of per velo bezocht, hoe hij biecht hoorde en de sacramenten toedien de, aan de vluchtelingen werk verschafte en bijstond in allerhande moeilijkheden en gevaren. Daarna vermelde spreker hoe de beti-eurde pastoor aan Stadens herop bouw werkte en hoe hij kort achter den oorlog als pastoor aangesteld werd. Daar na kwam een overzicht van wat de afge storven Herder als pastoor te Staden daargesteld heeft in de naoorlogsche pe riode tot nu aan den dag van zijn afster ven. Na de Liberawas de kerkelijke plechtigheid afgeloopen en hervormde zich de stoet in de hoogervermelde orde terwijl de Schoolkinderen een haag vormden. Onder het spelen van een doodmarsch door de muziek kwam de stoet in bewe ging, die nu naar het kerkhof trok om de kist bij te zetten in de grafkelder van de afgestorven pastoors. Bij het graf sprak Senator Bui-gemeester R. Desmedt een prachtige en roerende lijkrede uit, waar bij menigeen een traan wegpinkte. LIJKREDE uitg: sproken door Senator Burgemeester RENE DESMEDT, aan het graf van onzen afgestorven Pastoor, E.H. A. MOSTAERT. Ecnv. Heercn, Geachte cn beproefde Familieleden, Mevrouwen, Mijne Heercn, De bevolking van Staden is diep getrof fen door het afsterven van hai-en zoo ver dienstelijken Herder, Eerw. Heer Mostaert, die zich door zijn onverpoosd en rusteloos werken gedurende bijna dertig jaar, als het ware met Staden vereenzelfdigd had. Als onderpastoor, alhier benoemd in 1319, legde hij van 't begin een grooten ijver aan den dag om alles wat hem toe vertrouwd werd stipt te vervullen en met bijzondere voorliefde hield hij zich bezig 2U:t de organisatie en de opleiding der jeugd. Door huisbezoek, persoonlijke aan moediging en het beleggen van aantrek kelijke en-gezellige vergaderingen wist hij de jongens tot z.ch te trekken en te be geesteren. Zoo mocht hij er zich in ver heugen velen op den goeden weg te hou den of terug te brengen. Die werking was in vollen bloei toen in 1914 onze gemeente wreed geteisterd, weid door den inval der vijandelijke 'egfrs, en de E. H. Mostaart samen met meer dan 4/5 van ome inwoners, de wijk moest ne men maav Frankrijk. Het is U niet onbe kend hoe velen onzer uitwijkelingen van alles ontbloot rond verspreid werden over ten groot gedeelte van Frankrijk alwaar «i. de taal. n:.t kennende, met allerhande hadden. Getuige van dien toestand stelde E. H. Mostaert zich onmiddellijk aan 't werk om hulp en redding te zoeken en gelukte daarin buiten verwachting. Hij gelukte erin zich in verbinding te stelten met eenige vooraanstaande in vloedrijke Belgische Overheidspersonen, waaronder Heer Baron Gilles de Pelichy, door wiens bemiddeling en medewerking hij den steun bekwam der plaatselijke en gewestelijke Fransche gezagvoerders. Eveneens kon hij het vertrouwen win nen van eenige vooraanstaande werkge vers, zoodat het hem weldra mogelijk werd de rondverspreide land- en dorpsge- nooten uit alle gewesten van Frankrijk bijeen te trekken rond Lisieux en hun aldaar werk en onderkomen te verschaf fen. Scholen voor Vlaamsche kinderen wer den geopend, gewestelijke vergaderingen voor uitwijkelingen werden belegd, die overtalrijk werden bijgewoond en alwaar Godsdienstig onderricht werd gegeven. Ook allerlei nuttige inlichtingen werden er verschaft. Het regelmatig bijwonen der H. Mis door de uitgeweken Belgen was een stichtend .voorbeeld voor de Fransche bevolking en zeer spoedig ook mocht E. H Mostaert er in gelukken het Zondagwerk geheel of gedeeltelijk te doen afschaffen daar waar zijne beschermelingen te werk werden gesteld. Als een echte missionaris was ds Bel gische Aalmoezenier der Vlamingen van den vroegen morgen tot den laten avond op weg, te voet cf per velo, om zijn volk volle maat te geven aan zijn werkkracht, en zoo mocht hij erin gelukken zijn volk op den goeden weg te houden, zelfs die- te bezoeken, aan te spreken, te bedienen, moeilijkheden op te lossen, allerhande diensten te bewijzen en zoodoende ieder- eens vertrouwen te winnen, om des te be ter te kunnen wijzen op hun plichten, zoo burgerlijke als godsdienstige. Zijn krach tig gestel, zijn bloeiende gezondheid en zijn aprostolischen ijver lieten hem toe de genen die afgedwaald waren terug te brengen bij de kudde en te doen her worden. Toen het eindelijk vrede werd en de in woners naar hune grootendeels of totaal verwoeste haardsteden mochten terugkee. ren, verspeelde de aalmoezenier geen tijd met nutteloos weeklagen, maar ving on middellijk aan met het herstel. De ge deeltelijk vernielde kapel van het ouder lingengesticht werd onder dak gebracht om voorloopig te kunnen dienst doen a kerk. Op zijn initiatief werd een groote barak wat in orde gebracht en diende als lokaal voor de zoo talrijke vergaderingen die aledan-.-werden gehouden. Hij kon zich met des te meer gezag aan 't werk stellen daar hij intusschen, tot groote voldoening der bevolking, benoemd werd als pastoor der parochie. Optimist zooals hij was en vol vertrou wen in de toekomst, wilde hij dat al de vroeger bestaande gilden en vereenigin- gen, zoowel voor ontspanning en ontwik keling als de zuiver Godsdienstige, terug in gang -gestoken 'verden en regelmatig zouden werken, wat dan ook geschiedde. Bijzonder veel belang stelde hij aan de Katholieke Muziekmaatschappij De Ver- eenigde Vrienden waarvan hij eerevoor zitter was en door zijn toedoen werden de noodige instrumenten gauw bijeenge- «bracht, zoodat onze gemeentem-uziek, de eerste in de verwoeste streek, de processie kon vergezellen in 1919. Onafgebroken bleef hij de bezieler der maatschappij en liet niets onverlet om den bloei ervan te bevorderen. Zoodra de dienst voor Oorlogsschade vergoeding zijne werkzaamheden begon, was hij erbij om de zaak der vernielde pai-ochiekerk te doen afhandelen en zoo als reeds door den Heer voorzitter der kerkfabriek werd aangetoond, wist hij door te drijven en de nieuwe kerk van Staden was ook onder de eerste die in de frontstreek herbouwd werden. De ruime en prachtige gildezalen wer den ook dank aan zijn ondernemingsgeest zeer vroeg reeds opgetrokken. Indien hij zooveel iever aan den dag legde om de kerk en de lokalen rap en schoon te doen her-bouwen, dan was het evenwel niet om de gebouwen zelf maar om des te beter en te rapper gelegenheid te kunnen verschaffen aan iedereen om met alle gemak zijne godsdienstige plich ten te vervullen. Om dezelfde reden en de menschen zooveel mogelijk op den goeden weg te houden, trachtte hij dan ook hen zooveel mogelijk hulp en bijstand te ver- ieenen. Hij spaarde noch geld noch moeite om iedereen behulpzaam te kunnen zijn en iedereen was bij hem welkom. Hij zelf kende geen vijanden en nooit was hij meer tevreden en gelukkig dan wanneer hij mocht dienst bewijzen of hulp verleenen aan iemand die zich te zijnen opzichte onverschillig of vijandig had aangesteld. Dienst bewijzen om de menschen tot bete ie gevoelens te brengen en zoodoende vrede te stichten en de zielen voor God te winnen, dat was zijn hoogste betrach ting. Het geestelijk en stoffelijk welzijn van Staden, en van al de Stadenaren in 't bij zonder, düt wenschte hij, dè,t wilde hij, ddar leefde en daar werkte hij voor. Daar hebben velen wellicht vroeger niet aan gedacht, maar allen hebben het spontane begrepen en ingezien toen zij vernomen hebben dat hun Eerw. Heer Pastoor een zware heelkundige bewerking had ondergaan en in gevaar verkeerde. Nieaand kon zich voorstellen hos het mo gelijk was dat die sterke, gezonde, kracht dadige persoonlijkheid die nooit ziek was en nooit rust kende, nu zoo maar opeens uit hun midden zou gerukt worden. Iedereen voelde nu welke ruime plaats hij ingenomen had in 't leven van Staden en ook in het hart. De Eerw. Pastoor kon zich zelf niet in- bseden dat het zoo erg ging worden; hij wilde niet ziek zijn en bleef vol vertrou- wen; hij wilde leven, naar Staden terug- keeren, te Staden werken. De goede God heeft er anders over be schikt en aan onzen betreurden Herd-er een nieuwe taak toevertrouwd. Zooals hij in Frankrijk heeft gewerkt voor de rond gestrooide uitgedrevenen, Sooals hij na derhand heeft gewerkt aan Stade-n's her opbouw en herwording, zal hij nu hier boven werkzaam zijn om voor al zijne parochianen een schoone plaats voor te bs reiden in de woning jvaar wij ook eens worden verwacht. Eerw. Heer Mostaert, onze verdienste lijke en betreurde Herder, in naam van de Gilden waarvan gij de Proost of de medewerker waart, in naam van het Ge meentebestuur en in haam van onze dankbare bevolking, zeggen wij U hoopvol tot wedsrziens aldaar... Een rouwmaaltijd werd door de familie aan de genoodigden aangeboden in het klooster der Zusters Maricólen. Daarmede was de Plechtigheid afgeloo pen en onze geliefde Heer Pastoor zorgt van Uit den schoonen hemel voort voor VIJF DOODEN EN TWAALF GEKWETSTEN. DE RAMP ZOU VEROORZAAKT ZIJN DOOR EEN AFGEDANKTE SPOORWEGARBEIDER. BOVEN: Het wisselslot 'dat door een misdadige hand werd losgeschroefd, wat het ongeluk veroorzaakte. ONDER: De reddingswerken aan de wagon waaruit vijf dooden en talrijke zwaar gekwetsten werden geborgen. moeU#-Wtedea en ontberingen te kampen zijne geliefde Stadenaars, HULDIGING VAN DEN HEER PROSPER BARTIER, BURGE MEESTER, OP MAANDAG 18 APRIL, TER GELEGENHEID VAN HET OVERHANDIGEN VAN HET BURGERLIJK KRUIS VAN EERSTE KLAS DE H. POL. DEKNUDT BIJ ZIJN FEESTREDE AAN DEN H. BURGEMEESTER. Zondagmorgen ontspoorde de sneltrein Oran-Algi-ers, volgepropt met reizigers, cp omtrent 2 km. van het station Attafs, nabij Orléansville. De lokemotief klonk om op de sporen, terwijl het slaapwagenrijtuig te pletter liep cp den fourgon die zich dwars over de sporen had gezet. Men telt vijf dooden en twaalf gewonden, waarvan drie er zeer erg aan toe zijn. DE MOED VAN DEN GEKWETSTEN MACHINIST Wanneer de lokomotlef omklonk, werd de machinist Marchica, met den linker arm onder het zware gevaarte gevat. De voorarm was letterlijk vermorzeld en de machinist had den mosd met zijn mes de stukken vleereh door te snijden. Geholpen door zijn stoker kon hij een verband leg gen om het geweldig bloedverlies te stel pen. EEN AANHOUDING Het onderzoek over het spcorwegonge- val heeft reeds tot een aanhouding geleid. Het betreft een oud-spoorwegbediende die onlangs werd afgedankt, zekere Cavert, die er van verdacht wordt de wisselnaald te hebben los geschroefd. HEDEN ZONDAG 24 APRIL 1938, TE 2.30 UUR J WIJDING VAN DE NIEUWE VLAG I Het Bestuur A. C. W. met zijn nieuwe vTag. Gegroet! Gij nieuwe, mooie vaan, Waarachter Kristen Werkers gaan! Gij draagt in top de reine kroon Van eigen-zijn en eigen schoon! Uw -plooien klakken In den wind, En vrij, want niemand die U bindt. Het prijkt op bontgekleurden grond: (Het A. C. W. Is onze Bond! 't Was bij blijde klokkengeluid dat op Tweede Paasch-dagmorgen, Gemeenteraad, Commissie van Openbaren Onderstand, Kerkfabriek, den gevierde ten zijnen hui ze afhaalden en hem midden een dichte haag van schoolkinderen met wapperende vlaggen, ter kerke geleidde. Het zonneke zond bij tussehenpoozen hare schrale stralen over het feestende dorp om ze een poosje daama achter een grijze sombere wolk te verbergen. Een dichte menigte Inwoners had er aan gehouden aanwezig te zijn in d-e Mis van dankzegging te dier gelegenheid ge offerd en werkelijk aan 't offeren gaan scheen ge-en einde te komen. Eenieder wilde aldus een blijk van genegenheid jonnen aan onzen goeden burgervader en den Heer een bede sturen om Hem nog jaren lang in ons midden te bewaren. Bij het verlaten der kerk reeds -kwamen de scholen het hoofd der gemeente hun huldeblijken aanbieden: een gevoelsvolle gelegenheidsbrief, een prachtige bloemen garve en een -dreunend vaderlandsch lied. En nu in stoet, de flapperende wimpels in den wind, naar het gemeentehuls, dat te dezer gelegenheid feestelijk wf.s opge smukt. De eerste schepen, He-er Polydoor Deknudt hield er de feestrede, welke hier onder volgt: Geachte Medeburgers, Het is voor mij eene eer onzen achtba ren H-eer Burgemeester ter gelegenheid van zijne huldiging in uw aller naam on ze beste gelukwenschen te mogen aanbie den en he-mi het burgerlijk -^retee-ken van 1" klas te mogen overhandigen. Ik doe het volgaarne, omdat met U te decoreeren, Waarde Heer Burgemeester, de hoogere overheid de vele diensten er kent welk-e gij gedurende ruim 27 jaren de gemeente Voorm-szele hebt bewezen. Geestelijke en wereldlijke overheid heb ben tijdens uw bestuur steeds innig sa mengewerkt tct eeneiders welzijn en vol doening. Gedurende die vele jaren hebt gij met voorzichtigheid en wijsheid onze gemeente bestuurd niets anders inziende dan het algemeen welzijn van onz-e ge meente en zijne inwoners. Vooral onmid dellijk na den oorlog was de taak die gij te vervullen hadt, lastig en moeilijk. We verlangden allen terug te keeren naar on ze haardstede maar vonden hier niets dan puinen en ellende. Velen hebt gij dan bij gestaan met wijzen raad en daad en hun ne belangen op de beste wijze behartigd. Daarom ook zijn al uwe medewerkers, al uw vrienden, ja al d-e inwoners' van V-oor- mezele oprecht gelukkig U vandaag te mogen vieren, daar allen U -als burgerva der hoogschatten om uwe voorzichtigheid, uwe gemaügheid en uwe wijsheid. En waar er nog een moeilijkheid kwam, gij trachtte die in der minne te regelen. Ik stel mij dus aan als de tolk der be volking. We bedanken U en wenschen U hartelijk proficiat. Moge de Heer van hierboven U nog vele Jaren in ons midden bewaren, midden de genegenheid van alle inwoners, 't Is het geen ik U van harte wensch. Daarna reikte hij den feesteling het burgerlijk eereteeken over. Eten jongentje bood hem bloemen aan en de oudste in woner van het dorp wenschte aan den eveneens ouden burgervader, nog lange en vele jaren onder zijn bestuur te mogen staan. Onze gemoedelijke voorzitter der Boe- rengllde stuurde op de hem eigen manier ook nog een gezapig woordje tot de held van het feest. Hierna volgt het: zeggen we U op heden dank. GIJ zljt tea allen tijde een voorzichtig man geweest» Sommigen hebben misschien wel gezegd te voorzichtig; en zagen liever uit naar andere gemeenten, waar alles veel grooter en beter scheen. Maar groot doen kost geld en in onze krisisjaren weten de be lastingsbetalers der gemeente het best. Doe stil voort, dat was immers uwe leus. Wijs en voorzichtig hel gij het geld van allen bestuurd als uw eigen geld, als goe de familievader en eerlijk burgervader. Dat zij die uw beleid wisten te beknibbe len, en er zijn er altijd en overal, de be lastin gsbrieven der naburige gemeenten, vergelijken met de onze, en ze zullen moe ten, zoo ze rechtschapen zijn, uwen lof uitspreken en U bedanken om al dat geld dat gij voor hen gespaard hebt. Mr de Burgemeester, onze Innige wensch is dat gij nog lange jaren in gezondheid onder ons moogt blijven. Uw leven is voor ons een les en eene kostelijke hulp voor gansch de bevolking. Doe stil voort, nog lange jaren, en nog eens: Onze harte lijke gelukwenschen Voormeele, 18-4-1938. Rem! Dcsmyter. Da feestwijn werd geschonken. Er werd getikt e-n geklonken op de gezondheid van den Heer Burgemeester tot dat etens tijd was gekomen. Ja, het banket was smakelijk en fijn en ging door in een op recht gezellig samenzijn. Aan tafel wer den nog menige vrome wenschen geuit en werd ook grootvader in de bloemen ge stoken. Op 't einde van het feest stuurde do Eerweerde Heer Pastoor zijn woordje van lof en dank na al het vele hier vernomen. Hij bevestigde dat tijdens het bestuur van den Heer Burgemeester, steeds do beste verstandhouding heeft geheerschti hier ter plaatse tusscben geestelijke en wereldlijke overheid. Mijne 3 voorgangers» waarvan 2 reeds bij den Heer, en ik zelf, mogen getuigen dat uwe werken, Heer Burgemeester, uwe woorden steeds even aarden, ja overtroffen. Ik zal de goede God dagelijks voor U bidden,.opdat Hij U nog lang in ons imddden beware, hier in dit mooie en stille dorp, dat onder uw be stuur uit zijn puinen en verwoesting is opgestaan. Ook ik wensch: «Leve lang onze Heer Burgemeester». Ontroerd en aangedaan dankte de Heer Burgemeester al de aanwezigen, de in richters van dit feest, iets toen hij zulks vernam, hij noch begeerde noch verlang de, ook al dezen dankte hij die op eeiie óf andere manier hunne deelneming heb ben betuigd. Hij beloofde voort zijn best te doen te aller heil en welzijn! HEER BTTRGri*/rEFSTER, We hopen. God U sparen zal Nog lange en vele jaren Gezond, gelukkig en tevreên Midden uwe dorpsgenooten. Mijnheer de Burgemeester, Het weze mij toegelaten, als Voorzitter van de plaatselijke Boerengilde, waarvan Uedele getrouw lid zijt, hulde te brengen aan den verdienstelijken man, die sedert mee dan 25 jaren onze gemeente be stuurt. 'k Weet het wel, liever zoudt gij stil weg langs achter gebleven zijn, onop gemerkt. Lof en eer, dat vraagt gij niet. Groote ceremoniën en lange redevoerin gen bevallen U niet. O! 'k weet het wel, geheel uw leven is daar om ons daarvan bewijs-te geven en te overtuigen. Wat gij niet verlangt, wil Ik U ook niet aanbie den! Eenvoudig onder ons 'gelijk wij boeren- bonders onder ons 'gewoon zijn te doen, wil ik aan een plicht, een zo-te plicht voorwaar, voldoen, en U in ons aller naam hartelijk gelukwenschen om de welver diende onderscheiding waarmede Z. M. den Koning U komt te vereeren. Ik zeg U welverdiende onderscheiding! Zoo er ie mand is die eene decoratie heeft verdiend, 't is wel onze geachte Heer Burgemeester, die de lastige jaren van den oorlog heeft gekend. Gij, die na den oorlog spijts het beheer van uw eigene goederen nog tijd vondt om anderen daarin te helpen en de goederen der gemeente en van de armen te herstellen en te verbeteren. Dat hebt ■gij gedaan met eene werkzaamheid zon der weerga. Werkzaamheid geleld door ■een helder verstand en een taalën wil. De landbouwers in het bijzonder, hebt gij door raad en daad geholpen en daarom IZaKB!393SS3!3089B!SB?iZ8aSBS!BSa2!anaHB0BBBaiIHBHBHHBHBBa93 had omdat hij wist dat het de eerste klas sieke koers van 't jaar was en dat er naam in te maken was. Zijn kcersmateriaal dat hem door zijn merk Leducq moest afgezonden worden was nog niet bin nen, hij moest vertrekken met zijn en- trainementvelo. Van in de eerste kilome ters kreeg hij reeds last met een defekt wiel, op de koop toe brak hij zijn derall- leur bij het overklauteren van den over weg te Meenen, zijn ketting liep nu ge durig af en te Kortrijk was hij verplicht op te geven. In Parijs-Roebaais zou hij echter weer wraak nemen. De eerste koersen van het jaar hadden hem, een zeker zelfbetj-ouweii gegeven, hij wist dat hij iets kon en met de vaste gedachte van zich te onderschei den was hij naar Parijs vertrokken. Aan winnen dacht hij niet, maar dat hij ft oen hoofdrol zou in spelen als het noodlot hem maar losliet, daarvan was hij zeker. En nu laten wij b-m z~lf aar het woord: <i Wij kwamen te Arras toe; tot daar had ik mij altijd rustig in de wielen ge houden waar ik tegen den sterken nooder- wind beschut was; van af Areas moet je goed uit de oogen kijken wat er gebeurt, had men mij gezegd, maar vanaf Wat- tignies hebt je echter niet meer te kij ken, daar hebt je te duwen omdat d« brute macht het daar haalt tegen het cijferen. In Arras zat ik gedurig' te wach ten tot de slag zou ingezet worden maar niemand die roerde; daarom besloot ik het maar zelf eens te beproeven, ik nam 200 meters, ik voelde mij op mijn gemak maar ik wist dat er nog 60 km. af te leg gen waren met de wind die maar voort op kop bleef blazen. Ik keek om en z:-.g dat in de groep ieder zijn beurt kop deei om mij te krijgen. Ik zag in dat ik mij hier zou dood rijden en ik zette mij. recht, at wat, en het mij inloopen. Te Seclin sprong Lauwers weg met Oubron; ik stond te kijken wie hen zou achterna zetten maar weer niemand die roerde. Opeens zag ik Hardiquest demarreeren en dan Syiveer Maes. Die kunnen het uithouden, dacht ik; ik haalde de wip uit en kwam al over Syiveer Maes tot bij Hardiquest; Syiveer vervoegde ons echter. Wij kwamen op de slechte steenen voorbij Wattignies en daar werd hij voor goed gelost. «Nog 45 seconden van de eersten», riep men ons toe, en elk op onze beurt kop gaande vlogen wij over die slechte stee nen. Wij kwamen op Oubron en gingen er over; wat verder kregen wij Lauwers te stekken die bandbreuk had geleden en die een ander wiel kreeg. Wat verder zou hij echter een tweede maal bandbreuk lijden. Ik demarreerde een paar malen maar Hardiquest bleef aan mijn wiel plakken maar Ik zag toch dat hij zien- deroogen verflauwde. De aankomst was dicht en ik zette mij gereed om er alles uit te halen om Hardiquest van mijn wiel te schudden. Ik wist dat hij rap was en dat ik het waarschijnlijk In den sprint tegen hem niet zou gehaald hebben, en daar opeens, op vier km,, der aankomst, sta ik plat; Ik kreeg aanstonds een wiel van mijn Sportbestuurder maar verloor toch 300 meter. Dan heb ik het groot ver zet opgezet en alles, alles gegeven wat er nog in mij zat. In min dan twee km. vloog ik er weer op en ging er over, maar Har diquest verdedigde zich als een wanhopi ge. Van dan af heb ik hard op kop ge- loopen, hem aldus de tijd niet latende cm zich te herzetten. Van toen af gevoelde ik dat ik Parijs-Roebaais zou winnen. Hardiquest zette den sprint in; op 219 mieters der meet ging ik er over en hij was niet bekwaam mijn wiel te houden. Daar hebt ge het breedvoerig verhaal van den overwinnaar zelf. ZIJN VOORUITZICHTEN? Heden Zondag komt hij uit op den ve- lodrom van Parijs. Op 1 Mei vertrekt hij in de Waalsche Pijl. Den Zondag daarop in Parijs-Tours indien... Ja, hij kreeg een schoon aanbod om de Ronde van Italië te gaan betwisten-. Hij zelf w.et nog niet wat hij doen zal. Wanneer deze regelen zullen verschijnen zal de bs-.is- sing misschien reeds gevallen zijn, war.t daarvoor moet hij de toelating verkrijgen van zijn Sportbestuurder en er bc iaat ook mogelijkheid dat hij aangeduid wcr- de voor de Ronde van Frankrijk. De eerste dagen brengen de oplossing. Met een slag is Lucien Storme in het miidden van de publieke 'belangstelling gaan staan, bij zijn overwinning kan hij even rusten maar dan moet hij weer de handen aan het werk slaan en moet hij verder, hooger de cportladder op, want andere koersen wachten op hem. Lucien Storme, drink je niet dood aan de roem die uwe overwinning in Parijs- Roebaais u schonk! Wij zijn fier op u, maar je moet bewij zen dat de sterke athletieke Storme evea sterk is vam will ALBERT BAFCOP. LUCIEN STORME Fott Leemverck, Poperinge. STORME VERHAALT ONS HOE HIJ REED EN WON Hoeveel menschen zullen, Zondag laatst hun hart niet hebben voelen trillen van spanning en voldaanheid toen de radio enkele minuten voor de aankomst van Parij's-Roebaais het nieuws bracht dat Hardiquest en Storme alleen voorop lagen en toen later de twee renners In het zicht kwamen en men de sublieme krachtin spanning van Lucien Storme beschreef die Hardiquest van zijn wiel smeet. Toen werd er in zijn ouderlijk huis een kreet geslaakt' die heel het gebouw deed dreu nen en die kreet kwam van zijn moeder die haar geluk in een woesten schreeuw moest uitschruwelen! Een jongen die opgegroeid was midden dat volk van bachten de kuipe had met de kracht van zijn sterke spieren de beste renners van onzen tijd overwonnen in de schoonste koers van 't jaar; Parijs-Roe baais! Daarom dat de bevolking zoo fier op hem is! Wij willen het niet hebben over wat Lu cien Storme In zijn loopbaan reeds heeft verricht, die kost is te droog en de lezing van datums en cijfers te vervelend, ieder een zal zich genoeg herinneren dat de stelling Storme-Oapoen bij de beginnelin gen in 1935 niet en door niemand In te nemen was! Storme, schreven wij deze week In Sportwereld komt Parijs-Roebaais te winnen en de dag dat Capoen zijn koer sen wat meer zal overleggen en wat min tegenslag hebben zal hij ook tot een der beste krachten van 021s land uitgroeien; de tijd zal wel uitwijzen dat wij gelijk hebben. Wij nemen er Woets bij die over meer eigenschappen beschikt aan hij tot nu toe bij de beroepsrenners heeft be toond. Van Storme, Oapoen en Woets durven wij' gerust zeggen: drie jonge be- roepsrenners waarop wij in de toekomst fier zullen mogen zijn omdat ze de kwa liteiten hebben waarvan men groote kam pioenen maakt! Nu wij dat klein zijsprongscheheb ben gemaakt komen wij weer bij Storme en zijn overwinning in Parijs-Roebaais. Na zich drie maanden hing onverdro ten geoefend te hebben met Rebry, De- croix, Vlaemynck, Capoen, Bekaert en Delchambre, kwarr. hij voor het eerst tusschen de beroepsrenners uit in .Ant werpen -Gent -Atitwerpe nHeel den dag streed hij in de eerste lijnen, op enkele kilometers van de aankomst bevond hij zich nog in gezelschap van Kint en Ro- main, Maes en was zeker van hl de vijf eersten binnen te komen, toen hij last kreeg met zijn versnellingsapparaat waar- dooi- hij het niet verder kon brengen dan oen 13" plaats. In den Omloop der Vlaamsche Gewesten reed hij zonder ver- snellingsaparaat maar met een verzet van 47 x 17, wat 5,89 im. is; het moest er nu juist om doen dat de wind dien dag zoo geweldig loeide; in die 135 km, met de wind in de rug bleek zijn verzet te klein te zijn en met de wind op kop te groot; toch bevond hij zich nog op enkele kilo meters van Stekene in de groep Kint. Toen kreeg hij honger maar hij had geen eten meer, en toen, op twee kilometer der aankomst, Juul Lowie gedurig demarreer de en hij den trein maar moeilijk meer volgen kon, verkoos hij maar te lossen in plaats van zich tot een bovenmenschelijke krachtinspanning te nopen, Iets waarvan hij later de gevolgen van zou kunnen dragen; hij eindigde toch tiende. Dan kwam de Ronde van Vlagtn deren waarvoor hij zich zorgvuldig voorbereid i

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1938 | | pagina 8