SAMENHOORIGHEID De vrees is het begin van de wijsheid! Het Roode Leger ondergaat zijn vuurdoop In ons Land RÜROL' Een wachtwoord van K.V.V. INTERNATIONAAL OVERZICHT HEEFT «CHRISTMAS» TÈ LONDEN UITGEDIEND?? IHBESBlIHMHiaaiIHMMH iBflBflflflSBflBBBflBBBflflBBflflflBflfl&BI KINDERTOESLAGEN VOOR NIET-LOONTREKKENDEN AFDANKING VAN DE KLASSE 1915 EN OVERGANG VAN DE KLASSE 1925 NAAR DE LANDWEER, Bijna 2 Millioen man onder de wapenen Maar de leiders ontbreken, want het kader is uitgemoord CHAMBERLAIN AAN HET FRANSCHE FRONT Nieuwe uitzichten vun onze Internationale politiek De Militaire taks en deze van de uitzonderlijke winsten voor Kamer en Senaat H. SPAAK WEIDT UIT OVER ONZE INTERNATIONALE POLITIEK. HIJ WIJST OP DE BELANGEN. SOLIDARITEIT TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIE. DE KAMER KEURT ALLERLEI TAKSEN GOED. DE MILITIEKLAS 1940 WORDT BINNENGEROEPEN. SPECIALISTEN MOGEN GEEN DIENST NEMEN BIJ DE TER RITORIALE BURGERWACHT. DE STAD NIEUWPOORT T VEREERD i MET EEN GEDENKPENNING DE KONING TE OOSTENDE EN TE TIELT. HEER VAN GLABBEKE UITTE VERDACHTMAKINGEN TEN OVERSTAAN VAN MINISTER MARCK. MILITAIRE MOTORRIJDER DOET EEN ZWAREN VAL TE ZONNEBEKE NAAR HET HOSPITAAL OVERGEBRACHT D00DELIJK ONGEVAL TE ZILLEBEKE JACHTWACHTER DOOD OP DE BAAN AANGETROFFEN «■■■■■■■■■■■■■naBBanraann ONS WANDKALENDER van Januari 1940. mweimïé rai De redevoering die door Oud-Minister Dé Schrijver op de tribune van de Ka- iner van Volksvertegenwoordigers werd uitgesproken en welke hij, in andere be woordingen, op ds vergadering van den Partijraad der K. V. V. herhaalde, heeft in gansch het land een diepen indruk verwekt. Zijn pleidooi voor nationale so lidariteit is van dien aard dat de ver antwoordelijke leiders thans alle krach ten moeten inspannen om dit idee onmiddellijk in werkelijkheid om te zetten. Het is verheugend vast te stellen hoe de openbare opinie steeds meer en meer van de noodzakelijkheid bewust wordt om schouder aan schouder en hand in hand het gemeenschappelijk welzijn te verdedigen. In de Katholieke Partij voornamelijk is dit bewustz! diep doorgedrongen. Zij alleen was steeds de groote nationale partij waarin de belangen van boeren ra middenstanders, burgers en werk lieden gezamenlijk worden verdedigd. IViè herinnert zich niet de heerlijke con gressen die in 1937 en 1938 te Brussel door het Blok der Katholieken werden (iehouden en waarop het uitgebreid, prak tisch uitgestippeld programma van den middenstand en van de landbouwers- icringen bijna eenparig werd goedgekeurd. Vie kan vergeten dat de Katholieke Par tij, en zij alleen, een eigen keure heeft, een sociaal statuut, waarin een oplossing wordt aangenomen voor tal rijke, soms onoverkomelijke moeilijk heden welke de werkgevers van de werk nemers scheiden? Samenhoorigheid was geen ijdel woord ill vredestijd. Samenhoorigheid wordt een heerlijke werkelijkheid nu wij met ons acht millioen volksgenooten niet te tal rijk zijn om onze onafhankelijkheid, onze vrijheid en onze welvaart te verdedigen. Samenhoorigheid die eerst en vooral hioet gezocht worden in, zooals Professor Kan. Leclercq het noemde, de dage- lijksche, stille plichtsvervulling tegenover degenen vooral, die den zwaren last van de verdediging van het land dragen, de gemobiliseerden, eenerzijds, de verant woordelijke gezagvoerders, anderzijds. Bürgfei-lijkè tu'cht, moed om kalm te blij ven, oni normaal in spannende oogen- blikken voort te werken, om onberoerd de nervenprobe te doorstaan en alle paniek te vermijden. Tucht en moed in het dragen van de kleine ongemakken en van de kleine offers, die de mobilisa tie voor de burgerlijke bevolking mee brengt. De mensch is een sociaal wezen. Gansch zijn leven door heeft hij rekenschap te houden met de personen die hem omrin gen. Dit legt hem rechten maar ook plichten op. Thans zijn de plichten bui tengewoon zwaar omdat het er op aan komt de hoogste goederen te vrijwaren. Daarom 1) Samenhoorigheid tussehcn de open bare besturen en de staatsburgers. De Regeering en het Parlement staap voor ontzagwekkende verantwoordelijkheden. Zij hebben het hoofd te bieden aan ge weldige moeilijkheden. Hun taak is ver pletterend. Indien zij kunnen rekenen op den goeden wil en de medewerking van de gansche bevolking, wordt hun werking vruchtbaar en wordt hun inspanning om het vaderlandsch bezit te vrijwaren met succes bekroond. 2) Samenhoorigheid tusschen hei leger en de burgerbevolking. Onze jongens staan aan de grenzen paraat om 's lands onafhankelijkheid met hun wapens en hun leven te verdedigen. Zij moeten zich gerugsteund voelen door de gansche bur gerbevolking, welke, zooals zij. in een geest van welbegrepen vaderlandsliefde, bereid is om alle offers te drageh. 3) Samenhoorigheid tusschen dé wek gevers en de werknemers. De sociale vrede is steeds de betrachting geweest van de Katholieken. Patroons en arbei ders moeten thans, meer dan ooit, be reid zijn om het hunne bij te dragen om solidair te werken aan het omhoog voeren van onze nationale huishouding, voorwaarde van onze politieke onafhan kelijkheid. 4) Samenhoorigheid tusschen Vlamin gen en Walen. In vredestijd wordt er wel eens gaarne gekibbeld en getwist. Thans voelen wij allen wonderwel aan hoe weinig die twlstjes beduiden in het groote wereldrama dat zich afspeelt. Al len zijn wij thans op hetzelfde vlot mid den een ontketenden oceaan. Burgers met dezelfde plichten en dezelfde rechten, mekaar begrijpend en eerbiedigend, in nationale solidariteit, wachten wij kalm en vastberaden de gebeurtenissen af. Samenhoorigheid is thans het wacht woord! Wij kennen onzen plicht en vervullen hem. K. V. V. IIHHI ■■■■■■BUM Hierboven foto genomen in den Kerstnacht 1938 in vollen centrum van loonden. De duizenden bewoners die Christmas vierden maakten er het verkeer Veel drukker dan gedurende de warme Pinksterdagen. Deze foto werd te middernacht genomen op de Piccadilly plaats. We twijfelen er sterk aan of dit jaar zoo een Christmas »-vreugde onder Engelschen heerschen zou. Wij geven hieronder een korte samen vatting van een toespraak die op Zondag 17 December langs het N. L R. gehouden werd door den Heer Van Coillie, lid van het Bestuurscomité van de Nationale On- lerlinge Kas voor kindertoeslagen. Niemand zal durven betwisten dat de wet van 4-8-30 een groote weldaad is ge weest voor de arbeidersgezinnen en- voor de geheele gemeenschap. Van 1930 tot einde 1938 werd. er inderdaad door de compensatiekassen meer dan 2 milliard aan toeslagen uitgekeerd aan nagenoeg 550.000 gezinnen. De grootere weistand 'die hieruit voor de begunstigde gezinnen voortvloeide kwam ook onreentstreeks ten goede aan den middenstand, daar al deze (sommen gebruikt werden tot aankoop van allerhande levensmiddelen waardoor han- i del en nijverheid begunstigd werden, fc Bij de wet van 10 Juni 1937 werd het stelsel der kindertoeslagen uitgebreid tot ;de werkgevers eu de niet-loontrekkende [arbeiders. In deze eerste sociale wet ten bate van den landbouw en den midden- stand, wordt de verplichting om bijdra gen te betalen uitgebreid tot alle perso nen die een beroep uitoefenen. De aldus beschikbaar komende gelden zullen wor- I den verdeeld onder diegenen die gezins- lasten te dragen hebben, i Twee bezwaren zouden hier kunnen worden gemaakt In de eerste plaats het volgende Is i het wel rechtvaardig dat de eene burger I moet helpen bijdragen tot het onderhoud I en de opvoeding der kinderen van een an- I deren Ja, want de gemeenschap mag niet on- verschillig blijven tegenover do groote gezinnen. Zij immers stuiten de daling van« i het geboortecijfer zij zijn de grootste j verbruikers voor handel en nijverheid 'zij leiden een leven van rusteloozen ar beid en bestendige zorg soms van kom mer en gebrek om hun kinderen te (kuiinen opvoeden. In de tweede plaats zou men kunnen zeg gen Is het thans wel het geschikte oogenblik om van de burgers dergelijk gebaar te vragen Het antwoord op deze vraag is nogmaals bevestigend, want nu blijkt duidelijk, niet alleen het land, om zijn verdediging te verzekerem de groote gezinnen noodig heeft, maar ook dat, ingevolge de groote werkloosheid in sommige bedrijfstakken, de kindertoeslagen alleen redding kun nen brengen voor vele noodlijdende ge zinnen die nergens hulp kunnen vinden en geen werkloozensteun kunnen genie ten. De spreker besloot met een oproep op dat ledereen zijn verplichtingen zonder verwijl zou nakomen, om de wet, zoo spoe dig mogelijk, haar volle uitwerksel te la ten hebben. In twee volgende causeries, respectie velijk op Zateraag 23 en Zaterdag 3D Dec., telkens te 19.15 uur, zal het toepassings gebied van. de wet nauwer omschreven worden en zullen praktische mededee- lingen worden gedaan nopens de ver plichtingen die de personen die onder deze wet vallen te vervullen hebben. De militairen van alle categorieën, wier miiitictermijn in 1915 een aanvang heeft genomen, zullen op 31 dezer woraen af gedankt. Vanaf dien datum zullen zij dus geen enkele militaire verplichting meer nebben, zelfs in geval van algemeene mo bilisatie of van oorlog, ten ware inmid dels andere wettelijke maatregelen wer den getroffen, weike niemand op dit oogenoiik kan voorzien en welke trouwens gansch onwaarschijnlijk zijn. De Klas 1925 gaat ook over tot de Landweer, met uitzondering van 'n reeks zoogenaamde «specialisten». Eigenlijk moet bovenstaande spreuk, om volledig te zijn luiden: «de vrees Gods is het begin van de ivijsheid. Doch ook zonder God heeft men hier gemeend het te kunnen stellen. Zoo heeft de spreuk een ruimere toepas sing. We zouden echter evengoed kun nen zeggen: de vrees voor den dui vel is het begin van de icljsheid. Wijs kan allerminst de huidige oor log, tusschen de drie leidende en meest beschaafde volkeren van de wereld, genoemd worden. Als ze de zelfde onwijze houding lang blijven bewaren, dan kan wel eens hun on bezonnenheid, hun heersch- en ver nieling szucht. hen duur te staan ko men. En om een ander spreekwoord te gebruiken: Het zal te laat zijn om de put te dempen, eens dat het kalf zal verdronken zijn.Het kalf, waarvan hier sprake, is niet het gou den kalf, dat Mözös. bij zijn terug keer van den berg Slnaï, zulk kwaad bloed verioekte, maar wel. de Euro- peesche kuituur en beschaving, de macht en de leiding van ons continent over de wereld. Maar als vrees in 't algemeen of vrees voor den duivel dan wijsheid zou den brengen, wat kan de Duitsche, En- gelsche en Eransche regeeringen dan wel vrees inboezemen? Moest die vrees nu eens komen uit het Oosten, moest de communistische Sovjet-Republiek zich nu eens voor goed ontpoppen als de nieuwste incarnatie van den duivel, zouden ze dan toch niet ivij- zer gaan worden en trachten een vrede te sluiten, die de onzaligste rampspoed over Europa en de wereld zou vermijden? WATER EN VUUR. Als Hitier echter vrees mocht koes teren, ivaarom heeft hij dan het Duitsch-Russisch pact gesloten, zal men zich afvragen. Te oordeelen naar zijn eigen opvatting, uiteengezet in Mein Kampf is de Führer, vroe ger allesbehalve geestdriftig geweest voor een dergelijk verbond. De Sovjet regeering is een schurkenbende, waar mee niet te onderhandelen valt, schreef hij in 192G. Als er ooit een accoord met Rusland gesloten vsordt dan beteeltent zulks den ondergang van Duitschland, zegt hij nog kate- gorieker. Hitler is dus bij den duivel te biechte geweest. Wel zeker. We ave- ten goed dat hij er liever zou mee gevochten dan onderhandeld hebben, omdat hij Duitschland machtig ge noeg oordeelde om Rusland alleen te lijf te gaan. Maar toen ingevolge de Danzigkwestie, een oorlog met Enge land onvermijdelijk bleek, heeft hij dien duivel tot bondgenoot gemaakt, om Duitschland niet te plaatsen zoo als in 1914, voor een oorlog in het Westen en in het Oosten tegelijkertijd. Eaust verkocht ook eens zijn ziel aan den duivel, doch toen hij stierf spron gen de Engelen voor hem in de bres om hem uit de klauwen van den dui vel te redden. Zal Faust - Duitschland ook deze keer gered worden van den duivel (communisme) op het ultieme oogen blik? EEN VOORGAANDE. Het is nog maar een en twintig jaar geleden, in November 1918, dat Duitschland, gedurende een zeer kor te tijdsspanne, na de bloedige revo lutie, die de wereldoorlog besloot, on der communistisch bewind stond. Het is nog maar zes jaar geleden, dat Hitier het bewind in handen nam, na een verbitterde strijd tegen een mach tige communistische partij, die even eens naar de macht streefde. Een lange uitputtingsoorlog kan Duitschland weerloos maken tegen mogelijke bolsjeviseeringsplannen van zijn nieuwe Oosterbuur, ivaarbij in het Duitsche binnenland nog krach ten genoeg voorradig zijn uit de oude communistische partij om desgeval lend een handje toe te steken. Duitschland en Rusland samen één enkel communistisch blok, zou betee- kenen de doorspoeling van de roode vloed over de wereld. Duitschland was tot nu toe de dam, die deze vloed tegenhield. Zullen Engeland en Frank rijk na dezelfde uitputtingsoorlog, nog de kracht bezitten om zelf dam te vormen? Waarschijnlijk niet. Kan die vrees, Engeland niet in schikkelijker maken tot vredesonder handelingen? Is de bedreiging van zijn rijkste kolonie, Britsch-Indie, door de communistische opstand bin nen en het Russische gevaar buiten (hetzelfde tenslotte) niet evenzeer angstwekkend? De wees voor den duivel kan het begin van de wijsheid worden! IN HET HOUSE OF LORDS In het Hoogerhuis, zijn vorige week, door Lord Arnold en de Earl van Darnley, zeer ernstige interpellaties gevoerd geworden, die eigenlijk niets anders zijn dan vingerwijzingen op de hierboven aangehaalde mogelijkhe den, vooral op het Russische ge vaar, dat ook Engeland zou bedrei gen in geval ven een vernietiging van Duitschland. Klinkt het niet paradok saal: Engeland strijdt voor de ver nietiging van Duitschland, maar vreest tenslotte diezelfde vernietiging. Dezelfde Lords oordeelden dat En geland, niet voldoende de bemidde lingspogingen onderzocht had, en dat de iioodzakelijkheid zich opdrong voor rechtstreeksche onderhandelingen tus schen oorlogsvoerders! Lord Halifax, Minister van Buiten- landsche Zaken, noemde het debat zeer ongelukkig. Ja, dat verdoemde prestige alweer! Hoe kan Engeland onderhandelen, zonder zijn prestige erbijin. te schieten. Het leed tot nu toe schromelijke verliezen op zee! De kans schijnt echter te keeren. De Graf von Spee iverd glansrijk over wonnen. De kruiser Leipzig blijkt ook al getorpedeerd en er is sprake van nog andere Duitsche oorlogsbodems. Als Engeland daarmee getoo:id heeft de baas te blijven op zee, is dat niet reeds voldoende als bewijs voor zijn onaantastbaarheid? Is dat niet reeds een overwinning? DE REDE VAN CIANO. Als er ooit onderhandeld wordt, dan dringt de bemiddeling van Italië zich op. Te Rome wordt werkelijk po litiek van de bovenste plank gevoerd. We meenen dat de nabije toekomst hiervoor zal getuigen. De rede die Graaf Ciano in het Italiaansche par lement uitsprak, is veel belangrijker, dan onze pers ons heeft laten ver moeden. De gewone mensch begrijpt het niet. Italië heeft in den laatsten tijd uiting gegeven aan een scherpe anti-Russische gezindheid, vooral naar aanleiding van den aanval op Fin land. Het vreest natuurlijk vooral de Russische invloed in den Balkan. En toch verklaart het zich steeds weer solidair met Duitschland, de huidige bondgenoot van Rusland. Dat schijnt althans onbegrijpelijk. En toch moet deze houding verklaard, worden, door die andere zorg van Italië, waarop Ciano zoo zeer dé nadruk legde: de betrachting om de vrede te herstel len. Zal de vrees, het BEGIN van de wijsheid worden Verboden nadruk.) ROSKAM. 11(1 -<0>- Toen de onweerswolken, die zich thans boven Finland hebben ontladen, zich be gonnen samen te pakken, gaven wij een overzicht van de Finsche weermacht en bespraken wij de eigenaardige aardrijks kundige gesteldheid van dit land, die het mogelijk maakt, dat een volk van nog geen 4 millioen inwoners weerstand biedt aan een kolos met 170 millioen inwoners. Wij willen thans de aanvalskracht van dezen kolos wat nader bezien. DE AANVALSKRACHT VAN RUSLAND De Sowjet-Unie kent algemeenen dienst plicht van het 19* tot en met het 40' levensjaar en een eersten oefentijd van 2 tot 3 jaar. Het jaarlijksch contin gent is thans 1.300.000 man, waarvan uiteraard een gedeelte wordt afgekeurd en een ander deel vrijstelling geniet. Dit laatste geldt in het bijzonder voor ge schoolde arbeiders in wapenfabrieken, enz. Tot voor kort was het leger verdeeld in twee deelen, een staand leger en een zoogezegd territoriaal leger. Bij het staand leger werden de betrouwbaar ge achte dienstplichtigen ingelijfd, dat wa ren in het algemeen de politiek geschool de lieden uit den arbeidersstand. Dezen volbrachten hun eersten oefentijd vol ledig en bleven vervolgens nog tot het staande leger behóoren, om daarop naar de reserve over te gaan. Bij de territo riale eenheden werden de politiek minder betrouwbaar geachten ingedeeld; dat wa ren over het algemeen de boerenzonen. Dezen volbrachten slechts drie maanden werzeilj ken dienst. Tot voor enkele jaren was de verhou ding van de betrouwbaren tot de on- betrouwbarenals 1 tegen 3. Het is dui delijk, dat bij dit stelsel het leger in de eerste plaats werd beschouwd als een instrument tot handhaving van het re- geeringsstelsel en dat het voor gebruik in een grooten buitenlandschen oorlog de kiem van ontbinding in zich droeg, in laatstbedoeld geval zou men toch ge dwongen zijn groote massa's half ge oefende, politiek minder betrouwbaar geachte verlofgangers op te roepen. STALIN Hoofd van liet RussUche Rijk. Deze week is Engeland'» Eerste Minister, Sir Neville Chamberlain, de Engelscbe troepen in Frankrijk gaan bezoeken. We zien den Premier hier in tegenwoordig heid van Viscount Ccrt, legeroverste der Engelscbe troepen in Frankrijk, en v#a een Franscbe Generaal die hera kriigsverrichtingen uiteenzet WOROSCH1LOW Russisch legeraanvoerder. EEN STAAND LEGER VAN BIJNA 2 MILLIOEN MAN Toen de Sowjet-Unle zich meer en meer ging voorbereiden om weer een rol in de internationale politiek te spelen; werd dit stelsel verlaten. De sterkte van het staande leger in vredestijd werd dientengevolge van 1934 tot 1939 opge voerd van 562.000 man tot 1.800.000 man (in 1914: 1.420.000 man). De territoriale eenheden werden in snel tempo hervormd in staande eenheden en bij het Congres van de Communistische partij der Sow- jet-Uni, in Maart 1939, kon Maarschalk YVoroschilow, Volkscommissaris voor de verdediging (Minister van Defensie), en opperbevelhebber, mededeelen dat de territoriale eenheden volkomen waren omgezet in staande eenheden. Indien men bedenkt, dat in 1935 nog bijna der infanteriedivisiën tot het territoriale, leaer peiioorden, feegrjjgt (yen. dat deze organisatie, voor wat betreft uitrusting en encadreering, een gewel dige inspanning heeft gevraagd. Tevens is het aantal staande eenheden op zich zelf uitgebreid en de uitrusting verbeterd. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat de militaire budgetten van 1934 tot 1938 zijn opgeloopen van 5 milliard roe bel tot 20 milliard roebel. Het vredes- leger ls thans ingedeeld in 13 militaire af- deellngen, waarin zijn gelegerd 35 leger korpsen met omstreeks 100 divisiën, 7 ca- valeriekorpsen met 32 cavalerieaivisiën en 12 zelfstandige cavaleriedivisiën, 5 pantserkorpsen met 10 pantserbrigades en 1 gemotoriseerde divisie. Ter vergelij king diene dat het Duitsche vredesleger 18 legerkorpsen met in totaal 51 divisiën, waaronder 4 lichte divisiën en 5 pantser - divisiën, en 1 cavaleriebrigade telde, 6000 VECHT WAGENS EN EEN GEWELDIGE LUCHTMACHT Het Sowjet-leger is in hooge mate ge mechaniseerd. Behalve de 10 pantser brigades telt iedere divisie nog een batal jon vechtwagens en is ae cavalerie ruim voorzien van pantser- en van vecht wagens. Het totale aantal vechtwagens wordt geschat op 6.000, waarbij een bij zonder groot 'aantal amphibie-veent- wagens, d. z. vechtwagens die in staat zijn door een rivier te varen. De bewape ning van het Roode leger is de laatste jaren sterk verbeterd en voldoet thans alleszins aan de eischen die daaraan moeten worden gesteld. Om het leger te kunnen uitrusten is bij den Oeral een geheel nieuw industrie-centrum gescha pen, onttrokken aan elke vijaudelijke be dreiging door luchtstrijdkrachten. Naast liet leger staat een geweldige luchtmacht, bestaande uit 3 zelfstandige luchtlegers en voorts de luchtstrijdkracnten van leger en vloot. Midden 1938 schatte men In Duitschland het aantal Russische vlieg tuigen in eerste linie op 6.000, waarvan 4.000 izr Europa. De Ruysische vliegtuig industrie is ingericht voor massaproduc tie en kan, naar men aanneemt, thans 8.000 toestellen per jaar afleveren. Een bijzonderheid bij het Russische lucht- wapen vormen de luchtlandingstroepen en valschermtroepen. Beide worden in daartoe ingerichte transportvliegtuigen vervoerd. De valschermtroepen springen met parachutes uit het vliegtuig. De luchtlandingstroepen worden op nor male wijze aan land gezet, gewoonlijk nadat de valschermtroepen zich bij ver rassing van een landingsterrein hebben meester gemaakt. Deze beide soorten luchtinfanterie werden, in navolging van het Sowjet-leger, sedert ook in andere legers opgenomen, doch nergens op zoo groote schaal als in Rusland. Bij manoeu vres in 1936 sprongen 2.000 man af. waarna een landing volgde van een vol ledig uitgerust regiment. Voor Finland vormen deze troepen een uiterst gevaarlijke bedreiging, die dwingt steeds krachten in het achterland gereed te houden, welke aan het front moeten worden pifttrokken. LLOYD GEÖRGE DE GOEDE GENIUS VAN HET ROODE LEGER! Zooals uit het voorgaande blijkt, bezit de Sowjet-Unie het grootste leger ter wereld en een luchtmacht welke om streeks gelijk zal zijn aan de Duitsche. Deze Roode weermacht werd door de West-Europeesche volkeren en de Ver- eenigde Staten zelf mede opgebouwd. Lloyd George redde in 1920 het Roode leger van den ondergang en stelde Trotzky in staat dit leger op te bouwen. Na het verdrag van Rapallo (1922) ge noot deze hierbij den heimelijken steun van Duitschland. Tal van Duitsche Offi cieren hebben in de jaren 1922-1933 in Rusland gediend. Na 1933 veranderde dit en was het Frankrijk, dat den toen- maligen bondgenoot steunde. In het bij zonder het Roode luchtwapen heeft veel aan Frankrijk te danken. Thans is het weer Duitschland dat medehelpt den bondsbroeder sterk te maken! De Vereenigde Staten leverden steeds materiaal met bijbehoorende pa tenten. Zonder deze levering ware noch het Roode pantserwapen, noch het Roode luchtwapen geworden wat zij zijn. Zoo werkt een in zich zelf verdeeld West- Europa aan eigen ondergang! Nog ware dit gevaar voor het Westen waartoe ook Finland behoort echter niet acuut geworden, indien niet het wegvallen van het Duitsche tegenwicht uen Russischen kolos in beweging had gebraent. Deze kolos vertoont nog te veel innerlijke gebreken om, bij sterken weer stand, in staat te zijn tot een krachts ontwikkeling evenredig aan de geweldige massa. Hei samentrekken en verplegen van een miilioenenieger eischt een spoor wegnet met groote capaciteiten. Hieraan heeft in Rusiand steens veel ontbroken. Hoewel Frankrijk vóór 1914 miliioenen had uitgegeven om het Russiscne spoor wegnet ie verbeteren, bieek dit in 1914 toen niet in staat de Russiscne iegers behoorlijk te verzorgen. Thans is de toe stand zeker nog ongunstiger. Men mag aannemen, dat nu Duitschland, uit eco- LLOYD GEORGE waarvan spraak in dit artikel. nomische overwegingen, alles zal doen wat mogelijk is, om het transportwezen van de Sowjet-Unie te verbeteren. Het lijkt echter niet mogelijk hier snel een afdoende verbetering te bereiken. Voor den oorlog tegen Finland zal dit bezwaar echter minder tot uiting komen, daar op dit beperkte oorlogsterrein slechts een zeer klein deel van de Russische macht kan en behoeft te worden ingezet. DE LEGERLEIDING LAAT IN RUS LAND VEEL TE WENSCHEN OVER Een nog grooter reden van zwakte, die zich ongetwijfeld zal doen gevoelen, is de slechte aanvoering. Ook voor 1914 bleek het Russische volk wei in staat te zijn groote massa's lijdzame strijders te leveren, doch niet om de daarbij behoo- rende hoeveelheid aanvoerders voort te brengen. De Britsche Minister Lord Win- terton noemde in den herfst van 1938, 8 OTCSlS J S±_ In de Kamerzitting van Dinsdag 11. heeft de Hr Spaak, Minister van Buiten landsche Zaken, een rede gehouden waarin hij de Buitenlandsche politiek uiteenzette. Eerst wees hij op de eensgezindheid die in het land bereikt werd rond de buiten landsche politiek door de Regeering ge voerd. België is onzijdig, het wil het blij ven zoolang zijn onafhankelijkheid, de onschendbaarheid van zijn grondgebied of zijn levensbelangen niet zullen bedreigd zijn. Die onzijdigheid verplicht ons echter niet het onrecht goed te praten of te zwijgen over de oorlogsgruwelen. België moet ech ter loyaal blijven tegenover alle oorlog voerenden. De individueele vrijheid moet hieromtrent ingeschakeld worden in het kader van de nationale tucht. Hr Spaak bracht vervolgens hulde aan de krachtinspanningen van onzen Vorst om ons land uit den oorlog te houden en ook aan de jongste vredespogingen van de Vorsten van Nederland en België, po gingen aangewend tot welzijn van onze volken en van de geheele wereld. Die gemeenschappelijke poging, ver volgde spreker, heeft eens te meer de be- langensolidariteit die bestaat tusschen Nederland en België doen vaststellen. Die solidariteit is een der meest voor de hand liggende feiten van den huldigen tijd. Ik aarzel niet te verklaren, vervolgde Hr Spaak, dat militair, ekonomisch en moreel, een onafhankelijk en onzijdig Nederland een hoofdzakelijk belang is voor België. Elk automatisme dient evenwel geweerd- uit de Belgische Buitenlandsche poli tiek, ons land moet de handen volledig vrij houden. Het zou dus onvoorzichtig zijn van nu reeds de houding te bepalen die de Regeering zou aannemen in de onderstelling dat de toestand van Neder land zou gewijzigd zijn. Doch, ging spre ker verder, voeg ik hier vastberaden aan toe dat het onzinnig zou zijn te verkon digen dat dergelijke gebeurtenis ons on verschillig zóu laten. Nederland en België zijn diep aan elkaar gebonden. Ten slotte schandvlekte de Hr Spaak de Russische aanval op Finland. 5e rede van onzen Minister van Bui tenlandsche Zaken werd levendig toege juicht, bijzonderlijk toen hij de uiteen zetting gaf over de belangensolidarlteit tusschen de beide lage landen aan zee. Hr Spaak heeft dus op bijzondere wijze de belangensoiidariteit tusschen Neder land en België doen uitschijnen, ook dat België onder alle omstandigheden de han den wil vrij houden. Dit zijn twee punten die eenlgzins wijzen op nieuwe uitzichten van onze Internationale politiek. Ook hierop werd reeds enkele dagen voordien gewezen, eerst door Hr Van Cati- welaert. op de vergadering van de K. V. V. die verklaarde dat onze neutraliteitsver- klaring ons niet het recht ontzegt onze neutraliteitspositie prijs te geven in ge val 'wij zouden komen te staan tegenover gebeurtenissen die de levensbaarheid en het bestaan van ons land zouden bedrei gen. Hr Darton de Wiart zette ook zelfde standpunt uiteen maar onder een ande ren vorm, dit voor de Kamerkommissie voor Buitenlandsche Zaken. België blijft dus onzijdig maar houdt onder alle opzichten de handen vrij. In de Kamer werd op Vrijdag 15 De cember 11. de verschillende wetsontwer pen betreffende het heffen van nieuwe taksen en belastingen goedgekeurd. Onder deze nieuwe taksen dienen het meest aangestipt de taks van 70 op de uitzonderlijke winster*, de militaire belasting, de buitengewone opdeciemes, enz. De taks op de buitengewone winsten werd goedgekeurd met 150 stemmen te gen 6 en bij 17 onthoudingen. Ook de Vlaamsche-Nationalisten keur den deze taks goed. Stemden o.m. voor, de HH. De Man R., Goetghebeur, Butaye; stemden o.m. te gen, de HH. Porta en Van Ölabbeke; ont hielden zich o.m., de HH. Vanderghote, De Jaegere Maur. en Grammens. Stemden o.m. tegen de militaire taks, de HH. Goetghebeur, Butaye; wijl de HH, Afléwaert en Porta zich onthielden. Deze ontwerpen moeten nog besproken en gestemd worden door den Sena-at. Het blijkt wel dat er meer verzet er tegen zal oprijzen in den Senaat dan In de Kamer. In de Senaatskommissie voor Financiën werd de Regeering reeds in de minderheid gebracht en weigerde de Kommissie de ontweipen ongewijzigd te aanvaarden. Een twintigtal amendementen werden dan ook reeds ingediend. De Hr Gutt heeft dan ook reeds aan gekondigd dat de Regeering geen amen dementen kon aannemen en dat de ver trouwenskwestie zou worden gesteld. Mogelijks staan wij voor nieuwe poli tieke moeilijkheden. Met 2 Januari e.k. wordt een aanvang gemaakt met het binnenroepen der Jon gelingen der lichting 1940. Bij koninklijk besluit ls bepaald, dat sommige categorieën specialisten, welke nader door den Minister van Landsver dediging te bepalen zijn, geen dienst verbintenis mogen aangaan bij de terri toriale burgerwacht, indien hun diensten noodzakelijk zijn voor de landsverdedi ging in geval van mobilisatie. Uit erkentelijkheid voor de goede ont vangst welke de troepen genoten hebben te Nieuwpoort heeft de Minister v. Lands verdediging de stad vereerd met een ge denkpenning, die Vrijdag 15 Dec. 11. reeds overhandigd werd door Generaal Van Troyen. Wie daarover meer wil weten, leze De Toekomstter onzer drukkerij uitgegeven. Maandag 11. heeft Koning Leopold III een bezoek gebracht aan een regiment gelegerd in de omstreken van de stad. Nadien vertrok Zijne Majesteit naar Tielt waar Hij een langdurig bezoek bracht aan de militaire schoenenfabriek aldaar opgericht. Bij zijn vertrek werd de Vorst geest driftig toegejuicht door een talrijke me nigte. Hr Van Glabbeke heeft in de Kamer zitting van Dinsdag 11. een onzer Minis ters beschuldigd zijn rekening op de «Cré dit Anversols» te hebben doen afsluiten en vereffenen na de Kabinetsraad tijdens dewelke de kwestie van die Bank werd besproken en geweigerd werd die bank weer op te kalefateren. Heer Van Glabbeke wist te vertellen dat de rekening van bedoelden Minister 17.000 fr. bedroeg' en de laatste was die werd gelikwtdeerd door bedoelde Bank, voor de sluiting ervan. Het bleek alras dat Hr Van Glabbeke hier Minister Ma rek wilde treffen. Dit incident baarde dan ook groot op zien. Thans is echter duidelijk gebleken da* Hr Marck aangehaalde Kabinetsraad we gens ongesteldheid had verlaten voor dat de kwestie van de Crédit Anversols te berde werd gebracht en dus niet op da hoogte was van de bespreking door den Raad hierover gehouden. Op zijn rekening had hij ook niet 17.000 staan, inaar slechts circa 1.600 fr. dat reeds op rekening stond van in Au gustus II. Op den dag der sluiting van da Bank, maar voor het Parket optrad, had Hr Marck evenwel een check van 1350 fr. op de Crédit Anversolsafgeleverd aan zijn sekretaresse om haar loon en gedana kosten uit te keeren. Door de sekretaresse werd deze check ook ontvangen. Maar van een afsluiten van de rekening is geen spraak geweest. Er is dus veel geschreeuw geweest om weinig wol. Anderzijds bracht Hr Baillon zijn ge- lukwenschen aan een lid van de Regee ring omdat dit lid zijn geld op de Cré dit Anversolsgelaten heeft alhoewel hij op de hoogte was van de moeilijkheden van de bankinstelling. Dit lid bleek nie mand anders dan de Hr Pierlot te zijn. in een destijds opzienbare rede, het subalterne kader van het Roode leger nog slechter dan dat van het Czaren leger. Nog veel ongunstiger is de toestand echter in de hoogere rangen. Niet alleen zijn hiervoor uiteraard naar verhouding minder goede krachten beschikbaar dan voor de lagere rangen, doch buitendien is hieronder van Mei 1937 tot in den loop van dit jaar uit politieke overwegingen een slachting aangebracht (in den let terlijken zin van het woord!) waarbij juist de besten zijn afgemaakt. Tusschen Mei 1937 en einde 1938 zijn alle comman danten van militaire afdeelingen, 43 legerkorpscommandanten, 122 divisiecom- mandanten en duizenden lagere comman danten «verdwenen». Deze getallen spre ken voor zichzelf. Voegt men hierbij nog de aanwezigheid in de staven van 34.000 politieke commissarissen, die de troepen in communistischen geest moeten op voeden (de geestelijke verzorgers van het Roode leger!), doch tevens de comman danten moeten bespieden, dan wordt het duidelijk dat van een dergelijke leiding geen grootsche daden zijn te verwachten. Op Finland drukt niet het overwicht ontleend aan betere kwaliteit en hooger moreel, doch uitsluitend het overwicht van een verpletterende kwantiteit aan menschen en materieel. West-Europa betreurt, ziet toe en gaat vnrvt ideiiMif rta verscheuren Zaterdag avond kwam de 28 jarige mi- litalr Mannet Alfred, wonende te Luik, Ingelijfd tweede lichte regiment, seder* 3 weken gehuwd, per motor door Zonne- beke gereden. Hij kwam zoo juist me* correspondentie uit Roeselare naar leper. Ter hoogte De Mandenabij de melke- rij, waar de baan een gevaarlijke bocht heeft is de motorrijder die maar met ge ringe snelheid re^d met zijn motortuig. rechts naast de baan tegen een betonnen passerel gestuit. Van zijn voertuig ge worpen kwam de ongelukkige hals over kop tegen de tweede passerel terecht en viel in een twee meter diepen gracht. Ooggtuige E. Nuytten van den Frezen- berg sprong dadelijk toe en met behulp van een tweeden persoon, J. Declercq, werd het bewusteloos slachtoffer in dt> woning van C. Bataillie binnengebracht, waar de toegesnelden plaatselijken dok ter kneuzingen aan het hoofd en verstui kingen van het bovenlijf vaststelde. Het slachtoffer werd door de hulppost van leper naar het militair hospitaal van Brugge overgebracht. Zonder den helm en den ooggetuige gezien de duister nis zou het slachtoffer niet opgemerkt, geweest zijn ware wellicht een xnen- schenleven te betreuren geweest. Het mo tortuig, waarvan het voorste gansch in gedrukt is, werd Zondag voormiddag weg gehaald. Deze gevaarlijke bocht, welk heerlijk plan men eertijds had opgevat te doen verdwijnen, heelt reeds heel wat slachtoffers geëischt. De rijkswacht van Zonnebeke deed de noodige vaststellingen. Maandag avond, rond elf uur, kwam Hr Dokter V. Snick, wonende te leper, met zijn personenauto, langs de staats- baan Ieper-Meenen, in de richting van leper gereden. Gekomen tusschen het ge hucht Het Hooghe en de herberg De Boulevardzag hij door het licht van zijn voertuig een persoon ten gronde lig gen, met nevens hem zijn rijwiel. Hij oestatlgde dadelijk dat de man bezweken was, tengevolge der bekomene wonden aan het hoofd, veroorzaakt door aanrij ding, waarschijnlijk van een auto. De naast wonende geburen waar het onge luk zich had voorgedaan werden aan stonds verwittigd, alsook Hr Burgemees ter en veldwachter, kwamen ter plaats, en herkenden het ongelukkig slachtoffer als zijnde, Haelewijn Gaston, jachtwach ter, 46 jaar, in dienst der Heeren Baron, Pierre en Baron Yves de Vinck, grond eigenaars, te Zillebeke. 1 Hij was gehuwd en vader van twe» minderjarige kinderen. De rijkswacht van leper stelde een on derzoek in. Tot nu, zijn de daders onbe kend. Het lijk werd door de zorgen der plaatselijke politie naar het doodenhui# van Zillebeke overgebracht. t geven wij den eersten Zondag iBMiaaaaaaaaaaaaiiniiHaaaMa ochrale hppen\* 1 C Gesprongen handen

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1939 | | pagina 2