Eene Fran$aise DE TWEE VREDESFRONTEN De Hervorming van het Departement van Openhaar Onder wijs in de Senaatsbesprehingen Hoe werd er vroeger gevast? vt Hangt allemaal aaneen ra 37' JAAR. N' I Il KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. VERSCHIJNT WEKELIJKS INTERNATIONAAL OVERXICHT VREESELIJKE KOOLMIJNRAMP te Marchienne-au-Pont Vlaanderen verwacht een rechtvaardige oplossing die vrede in het Land brengt Joarlijkscfte Geldinzamelingen voor de Katholieke Universiteit van Leuven aww Hf WEEKBLAD: 50 CENTIEMEN Een Vlaamsch-Nationalist pleit voor verzoening I 25 Mijnwerkers door verstik king van den rook omgekomen «DE POPERINGENAAR lil ECONOMISCHE WEERBAARHEID. AMERIKAANSCHE ROOD-KRU IS-AUTO’S VOOR FRANKRIJK IBBBBBBBSBBBBBBEBBBBEBBBBBKB <BBBBBaBB33DQBBBBBBaBBBaBBLiaBflBBBBBB£3BBBBBBB3’J3BaS3BBBa STEEDS VRIJWILLIGERS VOOR FINLAND F Bk' S Ba Jr ZONDAG 11 FEBRUARI 1940. IE POPERINBENAAR TARIEF VOOR BERICHTEN, En ziet, In den nacht van 17 tot 18, DECEMBER ’39. ROSKAM. -• Zweedsche vrijwilligers hebben in Finland dienst genomen. We zien re hier pas in Finsch uniform geschouwd worden door een Finsch general Uitgever Sansen-Vanneste, Poperintre. Telefoon Nr 9. Postch. Nr 155.70. 1,25 fr. S,fr. Zondag 11 Februari, zal In alle ker ken van het land de jaarlijksche geld inzameling worden gehouden voor de ka tholieke universiteit van Leuven. IBBBBBSBBBaEM3BS33H3H3EBnBBB welijks voldoende zijn om ons onaf hankelijk voortbestaan te verzekeren. Het wordt de tijd van grootmoedig heid en offerzin. Niemand blijve te kort aan zijn plicht. A. VERBIST, Voorzitter der K.V. V. t"? i HEER GOFENCU de Roemeensche Minister van Buitenlandsche Zaken, even eens op de Balkanconferentie aanwezig. In December 11. hoorde zij den brief van Kardinaal Ver dier aflezen: Allen voelen dat ons land een bij zondere bescherming van den hemel noodig heeft. In de haardsteden welke de solda ten verlieten weenen vrouwen en kin- ders. Wij willen hun tranen drogen. God in zijn goedheid aanvaardt dat enkelingen en volkeren zich met Hem verbinden door toewijdingen waardoor ze Hem op bijzondere wijze toebehooren. Wij maken akkoord: «O mijn God, indien Gij ons geeft wat wij vragen, onze dankbaarheid zal zich betuigen door een daad die uwe goedheid en onze erkentelijkheid zal bestendigen de eeuwen door. s>. Parijs heeft Montmartre gebouwd na den oorlog van ’70 en ’14. In de Mariale hoofdstad Lourdes zullen wij een kerk oprichten bij de grot. Zij zond haar milde gifte. KERSTDAG. Na de Hoogmis op Kerstdag bad zij mee den akt van toewijding die in al de kerken op dien dag voorgelezen werd. «Onbevlekte Maagd, onze Moeder, nederig nedergeknield voor uwe voe ten vertrouwen wij aan uwe moeder lijke teederheid en aan uwe almacht op het Hart van Jezus, onze perso nen, onze familiën, onze parochiën, onze bisdommen, onze legers... geheel Frankrijk. Wij plaatsen al onze hoop op U. In naam der priesters, paters en religieuzen die U zoo beminnen. In naam der soldaten die een groot betrouwen in U hebben. In naam van alle geloovigen, ouder lingen, vrouwen, kinders, zonder onze zieken te vergeten die overal zoo vu rig bidden. In naam van Frankrijk vertrouwen wij door dezen akt van toewijding geheel het land toe. En na de zegepraal om voor de toe komende geslachten de gedachtenis uwer bijzondere bescherming te be stendigen, beloven wij plechtig in onze stad Lourdes een kerk op te richten toegewijd aan de Onbevlekte Maagd, de Koningin van de Vrede.». Vurig bad de Fransche oorlogswe- duwe mee, de weduwe van ’14-18, de moeder der officieren voor ’39-40, voor diegene die niet meer zullen weerekeeren en voor de dooden die men niet vinden zal. 25,frank. 13,50 frank. 7,frank. Alle Medewet her s lijn veranlwoofdeliih voor hun artikels later naar de Maginot-lijn. De doode wenkte. Vader, hier zijn wijwas hun antwoord. En zoo werd de fakkel voortgezet van den eenen oorlog naar den an deren. JANUARI 1940. Liefde acht geen moeite. Den 17 Januari ging zij In bede vaart naar Pontmain. Zij ontmoette er vrouwen, moeders of echtgenooten van soldaten. Op dien datum in 1871, 17 Januari, toen Parijs belegerd was en de slag geleverd te Le Mans de baan opende naar de Mayenne in Bretagne, ver scheen O. L. Vrouw aan de kinders. Zij loech en droeg een opschrift in gouden letters: «Mijne kinders, bidt, God zal u verhooren na weinig tijd. Mijn Zoon laat zich ontroeren. Maria toonde een bloedig kruis beeld. EEN POSTABONNEMENT 1940 IN BELGIE KOST: 1 Jaar 6 Maanden 3 Maanden In den nacht van Woensdag op Don derdag 1.1., in den mijnput Parent werd op een diepte van 1220 meter brand ver wekt in een der schachten doordat een elektrische kabel vuur vatte. In bedoelde schacht waren 30 mijnwer kers aan het werk, die korten tijd nadien moesten afgelost worden. (Zie vervolg 2“ blad.) Dobroedsja. Weliswaar liet Hongarije zich niet hooren maar dit zwijgen beteekent allerminst iets noodlottigs. De verklaring naar aanleiding van de bijeenkomst Csaky - Ciano, waarbij Hongarije eveneens zijn territoriale eischen uitstelde waren duidelijk ge noeg. DE BEPERKING VAN DEN OORLOG. Het bisonderste besluit van de Bal kanconferentie is zeker wel dit, waar door uitdrukkelijk de politiek van neutraliteit der Balkanlanden beves tigd wordt. Dit gebeurde op zeer plechtige wijze, zoodat de ernst van ds formuleering ontroerend aandoet. We zijn weer de Vasten Ingetreden. En Ik denk onwillekeurig aan het Vastenverhaal van de oude men- schen: hoe de vetpotjes scrupuleus werden uitgeschreept, den vleesch- tand uitgetrokken en deemoedig het hoofd gebogen voor ’t Aschkrulsje, in 't volwaardige besef van den deemoed van al de boete van dien volzaligen tijd: Van stof zijt gij, o mensch, gemaakt, van ’t stof, waar voor uw voeten, de wind mee speelt; en weer in stof verkeeren zult gij moeten. Guido Gezette. Hoe heeft dit taaie Vlaamsche ge slacht toch steeds met vromen en Woeden zin zijn Vasten onderhouden. Volk met een harte, met wilskracht, met een ziele! Een blik in ’t verleden van de Vas tenviering moge ons, moderne men- schen, leeren hoe luttel er van ons wordt gevraagd! De Middeleeuwen hebben ons zoo veel staaltjes van volksche wijsheid en aanschouwelijke voorstelling van tijd en zeden nagelaten in de zoo koleurige als treffende abele spelen, sotternijen, spelen in ’t vroede of in ’t amoureuze. Op Aschwoensdag en die spelen werden meest op kerkelijke plechtig heden vóór, ja soms wat de mysterie spelen betreft, in de kerk opgevoerd ging in tal van steden het spel door: Het Geding van Heer Karna val». De inhoud is te mooi om dien over te slaan: Pekelharing, die de advokaat is van den Heer Vasten, komt aan het hof verklaren dat het volgens de kerke lijke geplogendheden plicht is de Vas ten te middernacht aan te vangen. gen. Het Züid-Oosten zal hoogstwaar- Daarbij ontspint zich dan een heel schijnlijk buiten den oorlog blijven, vinnige doch zeer leuke twist tus- Het vormt een vredesfront. Maar ook schen Pekelharing, advokaat van den Heer Vasten, Prins Karnaval, die om hangen is met hespen en worsten; Dikbuik, raadsman van Karnaval; Klaagzak, advokaat der Vrouwen; Dubbelpint, advokaat der Drinke broers; Valschgewicht, advokaat der Beenhouwers en anderen, waarin Pe kelharing het wint en Karnaval maar één dag krijgt en daarna op den troon de plaats moet ruimen voor de Vas ten. Zoo verstonden het onze voorouders, en zoo volbrachten zij het: eerst een dag volle Karnavalplezier om daarna Frederik-Karel zette het vooruitgaan de leger stop. en den 28« was het wapenstil stand! De vrouwen bidden. Niets te melden. La guerre des femmes. Het gebed houdt den oorlog tegen. FEBRUARI. Den 2 Februari, O. L. Vrouw Licht mis, gaat zij naar St-Loup in 't bis dom Poitiers. Daar in de kerk wordt een Annamiet priester gewijd. In deze kerk werd gedoopt de Ge lukzalige Theophane Vénard die de marteldood stierf en voor wien het H. Treesje een bijzonder devotie had en ook een bijzonder gedicht. Toen hij gefolterd werd zei hij: Hoe langer het duurt hoe beter. De wijdeling, een andere Theo- phaan (Buu-Duong), is afstammeling van den keizer die den heldhaftigen missionaris vervolgde en bloedver want van den huldigen keizer. Op dien dag werd de Zalige Vénard gemarteld en ’t is in geest van een eerherstel vanwege zijn familie en zijn land dat die datum gekozen werd en die plaats. De doode wenkte, de nieuwe apos tel roept: «Hier ben ik.». De Frangaise wil deze ceremonie bijwonen en zij hoopt dat God die zoo wonderbaar is in zijn werken, dat het bloed van den martelaar zaad werd van een nieuwen missionaris, ,ook het bloed van haren gesneuvel den man en desnoods van hare zo nen zaad zal zijn voor een nieuwe christenheid. A. B. HEER METAXAS de Grieksche Minister van Buitenlandsche Zaken, die zijn land op de Balkanconfe- CIRCAR-MARKOWITSCH de Yougo-Slavische Minister van Buitenlandsche Zaken, die de Balkanconferentie bijwoon de als afgevaardigde van zijn land. het Noord-Westen moet een vredes front blijven, waar de beschaving van Europa gehandhaafd wordt. Het is trouwens in het algemeen be lang van de- menschheid dat de oorlog beperkt blijve tot de huidige belli- gerenten. Hoe meer strijders hoe in gewikkelder de strijd wordt en hoe langer de oorlog zal duren. Als Duitschland, Engeland en Frankrijk alleen blijven tegenover mekaar, kan een vergelijk gemakkelijker mogelijk worden. (Nadruk verboden.) A 5,— fr. 2.50 fr. 1.50 fr. 7,- fr. echte solidariteit bestaat. Het eene houdt het andere recht. Stuikt het eene ineen, dan valt ook het andere. Overweeg maar eens goed; de mo bilisatie kost stukken van menschen, meer dan 10 millioen per dag! De Staat kan dat wel een tijdje vol hou den, maar ’t is een kinderlijke naïeve opvatting te meenen, dat de regee- ring in onuitputtelijke koffers geld kan blijven halen. De Staat heeft geen andere geldmiddelen, dan die welke de inwoners van het land hem ter beschikking stellen. Het bewijs ligt toch voor de hand: deze week heeft de regeering de «Onafhankelijkheids- leening» uitgeschreven. Ze zou dit toch niet doen, indien ze 't geld maar voor ’t grijpen had. EDELE BURGERZIN. ’t Is een bewijs van goeden burger zin, zijn geld ter beschikking te stel len van den Staat, door in te schrij ven op die leening. Om het echter mogelijk te maken, dat de bevolking in zeer ruime mate zou deel nemen aan de Onafhankelijkheidsleening moet de economie van ons land bloei end blijven. Begint die te kwijnen, dan verschrompelt het bezit der bur gers en de leening zal er den ongun- stigen weerslag van ondervinden. Bo vendien verminderen bij een verlam de economie de belastingsinkomsten en de Staat geraakt zonder voldoende geldmiddelen. De leefbaarheid en de bloei van onze economie hangen niet uitsluitend af van den goeden wil der regeering en van de binnenlandsche verhoudingen. Een transformatieland als Belgie, dat voor een merkelijk deel zijn huishou den meet beredderen met de inkom sten van den arbeid aan het verwer ken van grondstoffen, als ruwe wol en erts, moet kunnen handel drijven met het buitenland. Gaat dit niet meer, dan vallen onze textielfabrie ken stil en de hoogovens dooven uit. En zelfs wanneer we grondstoffen krijgen, mogen werken en veel bui- tenlandschc kliënteel hebben, dan moeten nog de noedige bedrijfsleiders en techniekers vrij zijn, om de fa- brikatie te kunnen aan den gang zet ten en aan den gang houden. De le gerleiding zal wel moeten sommige industrieleiders en arbeiders uit de koolmijnen en het landbouwbedrijf demobiliseeren. Doet de militaire over heid dit niet, dan ondermijnt ze haar eigen krachten, want de landsverde diging kan maar sterk blijven, indien zij geldelijk wordt recht gehouden door staatsinkomsten, en die zijn op hun beurt afhankelijk van den eco- nomischen bloei. Werkelijk 't hangt allemaal aaneen. We moeten dit leeren inzien en er rekenschap mee houden als we oor- deelen over de toestanden. Deze groo- te les kunnen ons de huidige lastige omstandigheden leeren: ’t is allemaal niet zoo eenvoudig als velen het wel denken. Het leven van een volk en een staat is veel ingewikkelder dan men doorgaans denkt. Niet door kri tiek, maar door opbouwende samen werking geraken we door de zware moeilijkheden heen. De echte solida riteit tusschen leger en burgerbevol king, tusschen arbeiders, landbouwers, industrieelen en middenstanders, tus schen regeering en volk, het zal nau- Zie vervolg hierneven». Wanneer een mensch gezond is voelt hij niet eens dat hij een lever heeft. Komt echter een ontreddering in de galwerking, dan klagen we van onze maag; we voelen onregelmatige hartkloppingen; ’t hoofd is niet meer frisch en de beenen worden loom. Niet alleen weten we dan de juiste ligging der organen, maar we besef fen tevens dat er tusschen die orga nen een geheime solidariteit bestaat. Is het een geraakt, dan wordt ook het andere getroffen. ONDERLINGE SOLIDARITEIT. Die samenhang bestaat nu niet slechts in het lichamelijk organisme, zoo is het ook gesteld met de zede lijke organen, met de menschelijke gemeenschappen als: familie, gemeen te, volk, staat. Van de onderlinge so lidariteit der menschen zijn we ons ook niet klaar bewust, wanneer het allemaal goed gaat. Maar, wanneer een ongeluk de familie treft, bij een sterfgeval b. v., dan voelen al de aan verwanten hun onderlinge verbonden heid. Ze voelen zich meer zuster en broeder in het lijden dan in de vreug de. Nog meer verweven en inniger is die samenhang in de materieele orde. Tusschen economie, finantie en lands verdediging ligt zoo’n stevige band, dat het eene het andere niet missen kan. Hier kan de oorlog ons veel leeren. Die internationale bandiet want dat is de oorlog onsteelt al zooveel aan de menschheid, dat we de kans niet mogen verkijken om datgene te leeren waartoe hij ons de gelegenheid biedt. VOORAL IN TIJD VAN OORLOG. In vredestijd, wanneer de zaken goed gaan, wanneer handel en nij verheid bloeien, dan meenen we dat de economie van het land een sector op zich zelf is. Dan peinst men dat de finanties van het land een onaf hankelijk leven hebben en dat de mi litaire organisatie een luxe is. Komt evenwel de oorlog dreigen, dan leeren de feiten ons dat we een verkeerde opvatting hadden, dat ook hier een IBBB8BSSaKSSBBBBBB3BBBBBBBBEBBIBBBBBBBBBBBBBB3BBaBBi9BBDBiG De bange gebeurtenissen rondom ons mogen ons niet beletten ons bezig te houden met wat er gebeurt binnen ons land. Thans wordt een hevige strijd gevoerd opi de hervorming van het Departement ,an Openbaar Onderwijs. Vlaanderen betracht de splitsing in een Vlaamsche afdeeling en een Fransche afdeeling. Deze stelling wordt hevig bekampt meest door La Libre Belgiquedie steeds met misvormde Brusselsche gedachten blijft zitten. In de Senaatszitting van Donderdag voerde de heer Albert D’Haese, Vlaamsch- Nationalist, het wooed en zijne redevoe ring werd herhaaldelijk door handgeklap onderbroken, zoo van de zijde der Vlaamsch-Nationallsten, als van deze der Katholieken. We geven hier tekst van die aanspraak overgenomen uit het «Beknopt Verslag der zitting van den Senaat van Donder dag 1 Februari 1940. De heer D’Haese. Als eerste Vlaam sche nationalist die in dit debat tus- schenkomt, zal ik mij bezig houden met de hervoi-ming van het departement van onderwijs, die de patriotische haren, in deze vergadering doet ten berge rijzen. Ik zou deze patriotische onrust willen stillen. (Handgeklap op vele Vlaamsche banken.) Ik zal zoo vrij zijn te beginnen met een persoonlijke anecdote. In 1922 liep iedere week een kleine jongen van nog geen twee jaar aan de hand van zijne moeder naar de gevangenis aan de Nieu we Wandeling te Gent, om er zijn vader te bezoeken, die daar opgesloten zat als verdacht van activisme. De kleine dreumes van toen Js intus- schen een stammige jonge man geworden, en verleden Zaterdag stond hij op het eereplein van de militaire school met in de linkerhand den zoom van de Belgi sche driekleur, en met de rechterhand op geheven om een eed van trouw af te leg gen als officier. (Zeer wel! zeer wel! en handgeklap op talrijke katholieke ban ken.) Indien deze ontwikkeling in Vlaande ren mogelijk was, aan wie was het te danken? Was het aan de patriotten die telkens protesteerden toen de Vlamingen rechtmatige eischen naar voren brachten? Of is het niet aan dezen die voortdurend voor activisten of simili-activisten wer den gescholden? Een tweede vraag. Hier zitten een aan tal menschen, ik bedoel de Vlaamsche na tionalisten, die een steen des aanstoots zijn voor sommige leden van deze verga dering. Maar wie heeft schuld aan het bestaan van een Vlaamsch nationalistische partij? Waarom heeft men in 1919 de universi teit van Gent niet vervlaamscht in plaats van een hervorming te blijven weigeren die gij later toch als Nolf-barak moest toekennen? De heer J. De Clercq. Een veel radi- kaler oplossing zou beter geweest zijn. De heer D’Haese. Wie heeft het Vlaamsche nationalisme verwekt in Vlaanderen? De Belgische patriotards. De heer Orban. Zeer juist! De heer D’Haese. Zoo dat alles zeer juist is, zouden wij dan met den ouden boeman van de eenheid en van het pa- triotisme niet eens opruimen en den wer kelijker toestand in Vlaanderen en in De Balkanconferentie is de beves tiging van de algemeene tendens om de oorlog te beperken, in tegenstelling tot de vorige oorlog, waar ieder land, ongeduldig de gelegenheid verbeidde om in den dans te springen. DE OSLOGROEP. De Balkangroep, die de kleine lan den van Zuid-Oost Europa vereenigt, vormt de tegenhanger van de Oslo- groep, die de kleine landen van Noord west Europa verbindt. Het zijn onge veer eendere belangen die beide groe pen kenmerken, alleen zijn de landen van de Oslobond, veel dichter bij het oorlogsterrein gelegen. Door dat er zich eigenlijk twee afgescheiden oor logen afspelen. zijn de Oslolanden, volgens hunne ligging in twee klei nere groepen gesplitst, die voor het oogenblik afzonderlijk werken. Er is eerst en vooral de groep Belgie-Neder- land, die zich gekneld gevoelt tus schen Duitschland en Engeland- Frankrijk, alle aandacht aan het ver loop van deze oorlog wijdt en duide lijk samenwerking toont in zekere gevallen. België onder oogen zien? Ik heb den indruk dat wij In optimale voorwaarden verkeeren om een verzoening tot stand te brengen tusschen Vlaande ren en België. Baron Nothomb. Zeer goed! De heer D’Haese. Maar geloof niet dat men bereid is in Vlaanderen een stel ling bij te treden volgens dewelke de Staat hoofdzaak is en de volksgemeen schap slechts bijzaak. Zoolang gij niet Vlaanderen erkent als een substantieele volksgemeenschap zal alles ongedaan werk blijven. Aanvaardt gij dat niet, dan blijft ver zoening onmogelijk; dan blijft deze Staat de vijand. Moesten morgen Internationa le verwikkelingen ontstaan, dan zou het land door uw schuld moeilijkheden ont moeten. Wij weten wat het activisme aan ons en onze kinderen, aan ons geheele volk heeft gekost. Maar gij zult ons geen twee de maal in het vuur jagen, wij die ons laten beheerschen door onzen hartstocht als leden van een volk. Op dit oogenblik, ik herhaal het, ver keeren wij in optimale voorwaarden om een verzoening tot stand te brengen. Want wat wij in 1914 niet zagen, zien wij thans. Aan onze Oostgrens vormt zich een macht die voor de gansche Neder landen een gevaar kan worden. In Duitschland werden 1,400,000 kin deren geboren, 300,000 meer dan in Frank rijk en Engeland samen. Verwijt ons geen Duitschgezindheid, want niemand van ons zou bereid zijn zijn Vlamingschap op te geven om onder de vleugels te gaan zitten van den grooten Germaanschen broer. (Handgeklap op de banken van de Vlaamsche nationalisten en de katholie ken.) Er is een tweede feit. Ook wij zien de historische ontwikkeling. Frankrijk, de erfvijand van de Nederlanden tijdens zoo vele jaren, heeft veel van zijn gevaar- Vervolg op 2' b.aa) I Gewone berichten per regel Kleine berichten (minimum) 2 fr. toe!, v. ber. m. adr. t hor. Berichten op 1® bl. per regel I Berichten op 2® bl. per regel Berichten op 3® bl. per regel 1 Rouwber. en Bedank, (min.) Tc herhalen aankondigingen prijs op aanvraag I Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond I ingezonden worden. Kleine be- richten tegen den Donderdag noen. De Amerikaansche ambulance-autos, door Amerikaansche-vrijwilligers gwoerd, zijn deze wéék te Parijs aangekomen. We zien ze hier in défilé door de Triomfboog rijden, nadat de voerders een kroon hadden neergelegd op het graf van den Onbekenden Soldaat Iri ’17 ontving een Fransche dame dit laconisch bericht: «Colonel X... een bevel van den Duitschen Prins porté disparu. Zij deed opzoekingen om het lijk van haren dierbaren echtgenoot te ontdekken, maar alle opzoekingen om den caveau in klijte te vinden ble ven vruchteloos. Twee en twintig jaar later, in Oogst 11., ontving zij een briefje met een officieele nota: «Het lijk van den kolonel werd ontgraven uit een veld in Artois.Men kon de eenzelvigheid vaststellen door een ring waarop zijn naam gegraveerd was, en een medalie van O. L. Vrouw. Met hare twee zonen officieren zoekt ze de plaats op. Ondertusschen, geruchten van nieu wen oorlog en mobilisatie. Zij ondernam de moeilijke reis en ging in bedevaart naar het graf van haren man. Niet te beschrijven schouwspel. Zij gaf den ring aan haren oudsten zoon, kapitein, en de medalie aan den anderen, luitenant-vlieger. Mijn kinders, zegde ze, ik geef U dit van zijnentwege, als zijn laatsten wensch. De zonen weenden en verstonden. De oorlop riep hen op enkele uren Een bladzij uit het boek van schoon volksgeloof^ rentie vertegenwoordigde. Voor het behoud van den vrede In dat deel van Europa, zullen de be trokken landen, bestendig overleg plegen en mekaar helpen en raad plegen. De hernieuwing van de Bal kanentente voor den duur van zeven jaar, moet als het bewijs gelden, dat geen enkel der leden, speculeert op de evolutie van de vijandelijkheden om partij te kiezen aan eene of an dere zijde. Ook de bepaling betrekkelijk het bevorderen van S^wederzijdsche han del door ruilovereenkomsten is niet van belang ontbloot. De Balkanlan den behooren tot de deviezenarme landen, en kunnen moeilijk inkoopen doen bij de deviezenrijke landen, zoo- als Frankrijk en Engeland, tenzij ze aan die landen evenwaardige hoeveel heden kunnen uitvoeren. Tengevolge van de oorlog en de leveringseischen van Italië en Duitschland, die even min over deviezen beschikken, zijn ze aangewezen op ruil- en clearingover- eenkomsten en zijn de betrekkingen met Engeland en Frankrijk zooniet onmogelijk geworden, dan toch her leid tot een zeer miniem gedeelte van de gewezen verhoudingen. De tweede kleinere groep is deze van de Skandinaafsclfe landen met Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland. Maar een van die landen, het laatste is in den oorlog gewikkeld met Rusland. Ook hier is de evenwij dige actie van Noorwegen, Zweden en Denemarken opvattend, waarbij ech ter de vrees voor Rusland de hoofd bekommernis vormt. EEN NOODZAKELIJKHEID. In het begin van den oorlog noch tans zijn al de Oslostaten herhaal delijk bijeengekomen om overleg te plegen en hunne houding tegenover de oorlogvoerenden te bepalen. Ach teraf moesten we een splitsing van de actie, zoodls hierboven aangetoond, waarnemen. Het wordt tijd dat dl de Oslolanden eens opnieuw, naar het voorbeeld van de Balkan landen, bij eenkomen om weer gezamenlijk de wil tot vrede door neutraliteit tegen over de oorlogvoerenden te bevesti- met even vollen deemoed de Veertig- sche Vasten aan te vatten. Veertig dagen! Hebben de Jodenj geen veertig jaren In onthouding ge« leefd, in spannende verwachting op de vreugde van het Beloofde Land? Mozes vastte 40 dagen eer hij op dep, berg Sinal Gods Wet kreeg. Ellas vastte eveneens veertig dagen op deij berg Horeb... En de Zaligmaker op zijn beurt vastte veertig dagen in de woestijn. Het Vasten is derhalve reeds vroeg in zwang geweest in het Christendom, De eerste monniken onderhielden eeii strenge, zeer strenge Vasten. We kun-; nen een staaltje ervan aanbeden uii het leven van Sint Antoon, den Eres mijt, die maar één keer daags, n$ zonsondergang, een droge korste brood verorberde met wat zout of assche op, Sint Bernardus getuigt dat in de ja ren 1100 niet alleen de kloosterlingen doch ook de gewone geloovigen tot ’s avonds vastten en enkel wat brood en water gebruikten met den avond? Reeds vroeger, ten tijde van Kare^ den Groote, die stierf in 814, was het Vasten hoog in eere. Lezen we daar geen besluit in zijn beroemde capitu- lariën: «De doodstraf aan alwie in' de Vasten durft vleesch eten, tenzij uit noodzakelijkheid. Naar gelang tijd en streke was het Vastengebruik al zeer verschillend, «De eenen onthielden zich van allé dierenvleesch, anderen va» eieren, zelfs van brood en fruit, terwijl men elders visch en gevogelte gebruiken mocht.» Daar het scheppingsverhaal vermeldt dat de vogels in de lucht en de visch in het water op denzelf- den scheppingsdag werden geschapen* aanzag men ze dus als zeer nauw sa«j men hoorend, zoodat men gevogelte at, waar vleesch verboden was. De haring, dit smakelijke biefsteak van den arme, is de eeuwen door een zeer geliefde Vastenspijs gebleven. In oudq kronijken staan kolossale getallen vermeld over de verbruikte haringen in de hospitalen in de 13® eeuw. On« der meer lezen we ergens; De H. Lo« dewijk schonk leder Jaar een aalmoes van 68.000 haringen aan de godshui zen van zijn rijk.». En... dat zullen onze piotten van heden niet gemakkelijk gelooven.,, ook de legers onthielden streng de wet van het vleeschderven. In den tijd der groote Hervorming, den Protestantentijd, worden de voor schriften nog strenger toegepast. On ze groote schrijver Erasmus, getuigt in die 16® eeuw: «Men sleurt naar de strafplaats alwie in plaats van visch Vafkensvleesch had gegeten. Heeft iemand zich verstout vleesch te proe ven dan roept iedereen: Och hemel, och wee, de Kerk is in gevaar, de we reld krioelt van ketters! Ik zit te denken: wat zouden ze nu zeggen als ze eens moesten weerkeeren en het jammerlijke gesol met onze huidige Vastenvoorschriften moesten aanschouwen! Ook de Zaterdag was langen tijd een vrijwillige Vastendag onder het volk. Eerst in Keizer Karel’s tijd werd deze dag ook een verplichtende Vas tendag, bij beslissing van een Con cilie. Gij allen die hunkert naar vrede eh rust in ons moegemarteld Europa moogt met aandacht den reden lezen van deze verplichting om God t4 bedanken, omdat Hij na lange jaren van oorlog en rampspoed, welvaarty overvloed en vrede aan Frankrijk had teruggeschonken En zeggen dat er thans nog zoovele menschen gevonden worden die dur« ven hun neus opsteken omdat ze dat beetje moeten Vasten: ’s morgens een licht ontbijt, !s noens een groot maal buik sta bij, en ’s avonds een sober maal!... Daartegen kan de modern® mensch niet meer. En ik hoor nog steeds mijn Grootmoederke zeggen! D’r zijn meer menschen dood van t® veel te eten, dan van te weinig. Slemppartijen, nachthuilen, oven» daad in alles wat voor onze voorvac deren als een heilige wet van schoon®1 soberheid gold, daartegen kan hi} niet... En nochthans de veertigdaagA, sche Vasten zou er wellicht veel vari de operatietafel weghouden, veJJ schoone besparing in ’t land brengeif? en onze arme toch zoo schamele ziele tjes zoo veel, och zoo veel deugd doen,’ Kom, geen sermoen, we moesten^ nog een woordje zeggen over den duur" van de Vasten. In het Oosten begon de Vasten zeven weken vóór PascheniJ In heel Afrika en Palestina slecht®^ zes weken. De oud Latijnsche monni ken onderhielden drie Vastentij deif van 40 dagen ieder. En tot besluit een zeer persoonlij]^ vraagje: Hoe onderhoudt gij uw Vas* ten? I Want voor ieder van ons is 't Vas ten toch, tijd van rouw en boete. L. J. NOG DE BALKANCONFERENTIE. Onze vorige bijdrage hebben we reeds gewijd aan de verhoudingen op den Balkan met het oog op de con ferentie, die intusschen gehouden werd te Belgrado. De uitslagen van deze bijeenkomst zijn geworden, wat we verwacht hadden: een bevestiging van de vrede en de neutraliteit in Zuid-Oost Europa. We hebben het reeds meer dan eens geschreven te gen de bij ons gangbare meening in: op den Balkan zal voorloopig niet ge vochten worden, en dat omdat Italië het niet wil en omdat Duitschland er alle belang bij heeft dat zijn voor raadschuren niet in brand opgaan. De Italiaansche pers heeft luide ge jubeld: Het is de bekroning van de diplomatieke arbeid van Italië!En dat is het inderdaad. We moeten maar even denken aan de bestendige zorg, die Italië sedert het uitbreken van den oorlog dan den dag gelegd heeft öm alle mogelijke conflikten te rege len of op te schorsen. Denken we maar eens terug aan de bijeenkomst van de Hongaarsche Minister van Buitenlandsche Zaken Csaky met Graaf Ciano! Op de conferentie waren slechts de leden van de Balkanentente vertegen woordigd: Turkije, Roemenie, Grie kenland en Yougo-Slavie. Bulgarije en Hongarije maken geen deel uit van de Balkanentente. Nochtans heeft Bulgarije aan de conferentie de ver zekering gegeven, dat het voor den duur van de vijandelijkheden zijn territoriale eischen zou laten rusten. Dat beteekent dat het Roemenie voor loopig niet zal lastig vallen om de HEER SARADSCHOGLU de Turksche Minister van Buitenlandsche Zaken, die eveneens als Turksch afge vaardigde de Balkanconferentie bijwoonde mó. -_..s F B i I -

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 1