KAREL DE GOEDE
i
Neutraliteit en Oorlogsrecht
Mi
©aar ergens...
9e Duitsche vrachtboot MAKnrarkM geënterd in
Noorsche wateren door de Engelsche destroyer
"Cossack,,
De Engelschen bevrijden een 300-tal gevangenen
van
Goedgekeurd niettegen
staande Liberaal verzet
KATHOLIEK NIEUWS., NOTARIEEL. EN AANKOND1G1NCSBLAD. - VERSCHIJNT WEKELIJKS
INTERNATIONAAL OVERZICHT
ZONDAG 25 FEBRUARI 1940.
WEEKBLAD 50 CENTIEMEN.
EEN HEILIGE PRINS VAN VLAANDEREN...
de
f
MM
s
1
t I
PROTEST VAN BERLIJN TE OSLO, VAN OSLO TE LONDENEN VAN LONDEN TE OSLO.
-EEN SCHERPE POLEMIEKROND DE AL OF NIET SCHENDING VAN DE NOORSCHE
NEUTRALITEIT.
De hervorming van
het Ministerie van
Openbaar Onder
wijs voor den Senaat
1.
VOOR EEN VROOM EN VREEDZAAM VLAANDEREN
62» JAAR. N
DE ENTERING
DE NOORSCHE VERSIE
DE ENGELSCHE VERSIE
4
Dezen nacht begint de Zomertijd
Li VwwigtJ t» 4
Het einde van de “Courageous
tot» hun crtihtls.
j
ROSKAM.
X
MM» mu»
J ïs
1,25 fr.
5,— fr.
■JRWWWITOFIJ
«DE POPERINGENAAR
Uitgever
Sansen-Vanneste, Poperinge.
Telefoon Nr 9. Postch. N« 155.70.
HET GEVAL
VAN DE
ALTMARK
25,frank.
13,50 frank.
7,— frank.
DE rOrEBDIGENUs
I
5,fr.
2.50 fr.
1.50 fr.
7,— fr.
Tc herhalen aankandigingen t
prijs op aanvraag.
Annoncen zijn vöoraf te betalen en
moeten tegen den Woensdag avond
ingezonden worden. Kleine be
richten tegen den Donderdag noen.
iiiiiffiiiiiiiiiiiiiiiiiium in Vlaanderen!
TARIEF VOOR EERrCHTENt
tot de 4’ zee
varende Staat
van Europa ge
maakt heeft
met een tonne-
maat van meer
dan 4 millioen,
mat twintig
maal deze van
Belgie verte
genwoordigt.
Als Noorwegen
in zijn pers en
zijn regeering,
zoo roerend
eensgezind is
om de Engel-
sche daad te la
ken en protest
aan te teelte
nen, dan is het
die hier spreekt,
geen aanleiding
uit te maken wie gelijk of ongelijk
heeft. Het voorstel van scheidsgerecht
mocht het vrij en vrank voorstellen.
Het is op zich zelf een bewijs van, zijn
neutraliteitswïl. Feitelijk, zou het toch
moeilijk de twee partijen tegelijk kun
nen bewegen om zich hieraan te on
derwerpen.
Maar eigenlijk bevindt zich Noor
wegen voor een zeer kiesche zaak. Het
is bevreesd. Het heeft zich niet te be
loven vanwege Duitschland, dat reeds
heel wat kostbare Noorsche schepen
in den grond boorde en zich ook hier
allerminst bekommert om internatio
naal recht. En toch beschuldigt het
hoofdzakelijk Engeland. In den grond
heeft het gelijk. Zelfs dl had Duitsch
land misbruik gemaakt van de Noor
sche neutraliteit, toch was dit geen
reden opdat ook Engeland het inter
nationaal recht moest schenden. Het
is een algemeen rechtsbeginsel, dat
onrecht niet door een nieuw onrecht
kan te niet gedaan worden.
De vrees is vooral ingegeven door
de mogelijkheid dat het incident zou
gebruikt worden door een van de par
tijen om in te grijpen. En zooals we
vroeger reeds schreven zou vooral
Duitschland uit deze toestand kun
nen munt slaan. Dit land tracht de
meesterschap in den Noord-Atlanti-
schen Oceaan te veroveren om langs
daar een gedeelte van zijn zeevervoer
te organiseeren en om van daar uit
beter de oorlog op zee te kunnen or
ganiseeren.
Voor wie de kaart van Noorwegen
raadpleegt, moet het opvallen, dat de
kust buitengewoon lang is, meer dan
2.500 km., met zeer vele fjorden en
veilige aanlegplaatsen, die tot diep in
het land dringen. In het Noorden
wendt deze kust zich haar het Oosten
om zich bijna te verbinden met Rus
land. Alleen een smalle kuststrook
van Finland met de fjord van Pet-
samo, scheidt het van de Sovjet-
Republiek en zoo Finland bezwijkt is
de verbinding gebeurd.
Het is deze geografische omstandig
heid die van het kleine Noorwegen
met zijn amper 3 millioen inwoners
Een incident, of beter gezegd een oor
logst ei t, dat groote opspraak heeft ver
wekt, is op Vrijdag avond 16 Februari 11.,
voorgevallen in de Noorsche territoriale
wateren.
Dit feit kan bondig worden medege
deeld als volgt
Een Duitsche vrachtboot, de «Altmark»,
van 17.000 ton, die dienst had gedaan
als bevoorradingsschip van de in den
grond geboorden Graf von Speeen
die de bemanningen van de door deze
kruiser tot zinken gebrachte Britsche
schepen aan boord had, trachtte terug
Duitschland te bereiken. Dit schip vaar
de, onder de hoede van twee kleine Noor
sche schepen, langs de Noorsche kust, in
de Noorsche territoriale wateren. Het
werd in de oogen gehouden door Engel-
sche oorlogsbodems die in volle zee volg
den.
Gekomen over Egersund, vaarde de
Altmark de Joesingfjord in om te ont-
vooral de vrees
Duitschland mag
krijgen.
MOEILIJKE POSITIE VOOR ALLE
OSLOSTATEN.
Niet alleen tegenover Engeland en
Duitschland is de positie van Noor
wegen moeilijk, ook tegenover Rus
land toont het zich zeer voorzichtig.
Het heeft reeds uitdrukkelijk ver
klaard, dat het geen hulp kan bieden
aan Finland, waarvoor het nochtans
zeer veel sympathie gevoelt, en even
min kan het doortocht van vreemde
troepen toelaten. Dat zou bijna on
vermijdelijk de oorlog met Rusland
meebrengen. Op dezelfde wijze han
delt Zweden. Nog deze week, heeft dit
land bij monde van zijn koning, mo
gelijke verwachtingen van Finland in
dien zin volledig moeten teleurstellen.
De schending van de neutraliteit,
waarvan het incident met de Alt
mark» een gevaarlijk precedent vormt,
is zeer gevaarlijk. Wij weten maar al
te goed dat b.v. de schending van
onze neutraliteit door een van de par
tijen, onmiddellijk de tusschenkomst
van de andere zou uitlokken. In dien
zin is onze positie nog kiescher dan
deze van Noorwegen.
Er bestaan internationaal aangega
ne verbintenissen, doch eens dat de
oorlog woedt, worden die meestal niet
meer nageleefd. De duikbootenoorlog
van Duitschland illustreert zulks heel
duidelijk. Daar gelden alleen de be
langen en vooral de vernietiging van
den tegenstander. Als Duitschland
zoovele booten van neutralen in den
grond boort, de torpedeering van
de Burgerdijk heeft zulks nadruk
kelijk bewezen, dan is dit om te
beletten dat aan Engeland zou gele
verd worden, of zelfs omdat de ver
voerde goederen, bij het onderzoek in
de Duins, niet als contrabande door
de Engelschen zouden aangeslagen
worden, om dan toch weer te dienen
tot de Engelsche bevoorrading. De
toestand van de neutralen blijft steeds
moeilijk.
(Nadruk verboden.)
-- 1 «o»
snappen aan de Engelschen. Een der En
gelsche destroyers, de Cossack achter
volgde het, drong tusschen de twee Noor
sche booten heen, en enterde de Alt
mark». Engelsche officieren en matro
zen sprongen aan boord van de Alt
mark een kort gevecht volgde wijl de
Altmark strandde. De Duitschers wer
den overmeesterd, de Engelschen bevrijd
den de aan boord gehouden gevangenen,
en trokken er dan van door, om de ver
loste mannen te gaan ontschepen te Leith,
in Schotland, waar zij geestdriftig ont
haald werden.
Hoe dit alles gebeurde wordt op zeer
verschillende wijze uiteengezet, naar ge
lang de bron dier inlichtingen.
Laten wij dan ook eerst de neutrale
versie, t.t.z. deze uit Oslo, volgen
De Altmarkvaarde in convooi In
de Noorsche territoriale wateren met twee
Noorsche torpedobootjagers. In den na
middag daagden Engelsche oorlogsbodems
op, en gaven bevel aan de Altmarkte
stoppen. De Noorsche bevelhebber teeken-
de hiertegen protest aan en de Engelsche
kruiser Intrepiden vijf destroyers,
vertrokken uit de Noorsche wateren.
De Altmarktrok zich dan terug in
de Joesingfjord. Te 21 uur kwam de
Cossackterug en meldde aan den
Noorschen bevelhebber dat de Engelsche
oorlogsbodem bevel had gekregen van de
Britsche admiraliteit de 300 Engelschen
die gevangen werden gehouden aan boord
van de Duitsche boot te bevrijden. De
Noorsche officier weigerde met de Brit
ten aan boord van de Altmark te gaan
om een onderzoek in te stellen. Daarop
trok de Cossack de fjord in en enterde
de AltmarkEen gevecht ontspon zich
aan boord van de AltmarkNadat de
Cossack de Engelsche gevangenen had
bevrijd verliet die boot de Noorsche wa
teren evenals de andere Britsche schepen.
De Duitschers zouden 5 dooden en 5 ge
wonden hebben geteld.
DE GEVANGENEN WAREN UITERST
SLECHT BEHANDELD.
Aan boord van de Altmark waren
de bemanningen van 7 tot zinken ge
brachte Britsche schepen gevangen ge
houden, Die lieden waren er op onduld
bare wijze beha’ndeld. Op 15 Februari
werd de Altmark opgemerkt door Brit
sche vliegtuigen toen hij poogde langs
de Noorsche wateren Duitschland te be
reiken. Er werd dan ook besloten hande
lend op te treden, hem in de Noorsche
wateren te dringen, en een onderzoek te
Een der treffendste figuren uit de
geschiedenis van Vlaanderen blijft
Karei de Goede, die op 2 Maart 1127
in de St-Donaaskerk te Brugge werd
vermoord, en als martelaar, als ge
lukzalige Carolus bonus wordt ge
vierd in de kerk op dezen datum 2
Maart.
Hij was een Deensch kind van zijn
vaders kant, doch vanwege zijn moe
der Adela, een kleinzoon van den
grootsten graaf van Vlaanderen, Ro
brecht den Fries.
Als tweejarig kind kwam hij met
zijn moeder naar Vlaanderen gevlucht
op het oude Noorsche schip van den
Fries. De Denen hadden zijn vader,
de heilige Kanutus, in de hoofdkerk
van Odense, vermoord wijl hij aan ’t
bidden was. Het kind vluchtte met
zijn moeder naar Vlaanderen om hier
later hetzelfde lot te ondergaan... En
heel het leven door heeft Karei, als
prins en graaf dit noodlot over zijn
zwaard voelen hangen, zoodat hij
antwoordde aan degenen die hem
gingen verwittigen, daags vóór den
moord: «Ik ben bereid, ik verwacht
het al zoo lang!
Het vreemde prinsje werd alhier
met alle zorg opgevoed aan het hof
van onzen graaf. Er groeide een ste
vige doch ernstige ridder uit, die over
zee meetrok met de honderden sche
pen van den Fries om den Turk te
gaan bevechten. In oude kronljken en
opschriften staat immers nog steeds
den roem en de durf van Karei den
Deen vermeld.
Een grooter eer stond hem te wach
ten. De strenge graaf Boudewijn Hap-
ken, die in de geschiedenis en de
legende in 't hartje van West-Vlaan-
deren nog steeds staat bekends te
Wijnendale, Roeselare, Torhout, enz.,
stierf kinderloos. Kort vóór zijn
dood riep hij alle Vlaamsche ridders
en machthebbers samen te Roeselare.
En eer hij zich naar ’t klooster begaf,
duidde hij Karei den Goede als zijn
opvolger aan.
Het was werkelijk geen buiten
kansje noch liefhebberij om graaf van
Vlaanderen te worden in dezen tijd.
Het toenmalige graafschap was één
iHaaaasBBBaaBBaBBBMaaaiaaaa
zoo bij jouw moeder toe, dan zou zij
net hetzelfde doen!
«Ha zeker», bevestigde hij met
klem.
Met een licht hoofdschokje beduid
de ze de kaarters:
«Ze kregen ook hun beurt. Men
went zich gauw, je zult het zien. En
daarbij zie-je, Ik heb daar een handje
van! ’t Is nu 25 jaar geleden, maar
ik heb ’t nog niet verleerd. Dan woon
den we te Bulskamp. Hier dichtbij. Ze
waren allen nog jong zooals gij...
Maar dan was ik ook geen ouwe
vrouw... Soms waren er dertig, dan
eens veertig op de hoeve. We leefden
dan zoowat als haringen in een ton,
maar we vonden toch immer een
plaatsje voor iedereen.
Wacht eens. Kijk! Hier heb ik nog
hun portret. Dat was mijn peleton. Ik
heb ze vertroeteld allemaal, zonder
uitzondering.
Deze heb ik zien vallen in de straat,
rechtover ons huis, getroffen door een
granaatscherf. Men noemde hem Ce
sar. Hij was bestookt met de gedachte
dat het eens zoo zou gaan met hem...
Hij was altijd somber en droef. En
deze! Pas negentien jaar. Een echt
eekhoorntje! Een jonge springer. De
loopgraven vond hij zoo wreed en hij
had er geen lucht genoeg... Hij kreeg
zijn wensch. Men gaf hem de lucht
en ruimte en... een viiegmachien.
Daar hoog is hij gestorven nadat hij
er een andere had neergeschoten. Zijn
moeder komt nog ieder jaar naar het
plaatsje waar hij viel en begraven
werd...
De boerin was vergeten dat iemand
bij haar zat... Haar blik leefde in een
ver en vreemd land... zag beelden van
oorlog en dood... van menschenhaat
en groote liefde.
Garnier dronk leder woord en ze
sleepte hem mee naar das verre... en
toch nog zoo dichtbije verleden van
simpele plichtsvervulling die met den
dood betaald werd... en waarvan den
Vlaamschen bodem zelfs geen leven
dige herinnering meer draagt...
En het gezicht van die eenvoudige
goede vrouw versmolt tot één beeld
met het heilig lief gezicht van zijn
eigen moederken. Hij dacht aan die
grenzelooze liefde van vrouwenhar
ten.
«En die andere...! Zoo ’n in-goed
mensch. Zoo ’n hartelijke jongen...
Boer als wij, die zijn land en zijn wei
den beminde en die zijn zoontje zoo
innig lief had nog vóór het geboren
werd... Hij heeft het nooit gezien...
hij las het alleen maar in den brief
van zijn vrouwtje... We hebben het
altijd zoo vreemd gevonden nooit iets
meer over hem te vernemen. Noch
tans... we hielden zooveel van hem
en we zijn hem nog immer dankbaar.
Vreemd... als ik U zoo zie zitten vóór
mij, met je helm achterover... dan
is ’t of ik hem weer zie. Hij sprak zeer
weinig... Op een avond redde hij ons
klein meisje uit den regenput. Zonder
hem ware het verdronken. Zoo iets
vergeet een moeder nooit!
Garnier luisterde ademloos. Zijn ge
zicht was vertrokken en hij vergat te
bijten in den boterham die hij gehe
ven hield in zijn kloeke boerenvuist.
Hij had zoo danig willen vragen...
willen spreken... willen hooren... wil
len weten! Hij durfde niet onderbre
ken.
Hij voelde het aan door merg en
been dat dit oogenblik iets heiligs
voor hem zou worden.
Ze reikte hem een klein vergeeld
portretje, met afgesneden hoeken. Het
schachtje beefde van ontroering. Hij
kende dat portretje!
«Maar wat hebt gij? Wat is er?
Waarom...
Hij antwoordde niet.
Met bevende handen zocht hij in
een klein zwart boekje, tusschen an
dere, een klein vergeeld portretje...
Hetzelfde...
«Mijn moeder ontving het tij
dens den oorlog... Vader! Zijn
stem was tranen-zwaar.
Hij maakte een wijdsch gebaar:
«Hij is gevallen... daar ergens... We
weten niet waar. Hij werd daar be
graven... Misschien heel dichtbij...
Een zware stilte kwam wegen in die
keuken... De boerenvrouw had spra
keloos de jonge, bevende hand gevat
en streelde ze moederlijk rustig, be
grijpend.
Het verleden ontmoette het heden
na vijf-en-twintig jaren. En de oude
vrouw en den jongen man zagen één
en zelfde beeld: een klein verloren
kruisje... zonder naam... op een ak
ker... daar «ergens in Vlaanderen».
tflBBBaBaBBBBSBflBaBBBBBSIBaaaSBBlHBBBËBSlSBBBEBBBBBBBBHaBaBfl
Gewone berichten per regel
Klei„e berichten (minimuT»)
2 fr. toel. v. ber. nj adr. t. bar.
Berichten op Is bl. per regel
Berichten op 2’ bl, ptr regel
Berichten op 3» bLper regti
roovershol geworden. De gedurige
strijd tusschen Noord en Zuid, het
doorslechte voorbeeld der roofridders,
de stijgende koorts van nijd en veete,
hadden alle vuisten gebald en den
vrede verbannen. Strooptochten, pu3
blleke moordpartijen, manslag eh
brandstichting waren niet van de
lucht.
Boudewijn Hapken was er zeer
hardhandig tegen in *t krijt getre
den: oog voor oog en tand voor tand,
Hij droeg altoos een bijl of hapke
aan zijn gordel waarmee hij de boo-<
men teekende, die eenmaal tot gal»
gen zouden worden opgericht. Had hij.
te Brugge zelfs geen berechten roof»
ridder in de kokende olie gegooid?,
Doch op ’t laatst van zijn leven werd
hij gekwetst, werd ziek en week, dë
harde hand was er af... en ’t rumoert
ren begon opnieuw. Voeg daarbij de
afgunst op den troon... Het was nief
alleman naar den zin dat Boudewijn.
dien «vreemden Deen» had aangé*
duid als troonopvolger. Wie het da^jf
nog wel minst mee één bleek te zijnl
was het Kerelsvolk van zeekust eil
Veurne Ambacht.
Dit vrije onbekookte kerelsvolk leefi
de nog barbaarsch en wild langs de
kust en In de geheele zeestreek to?
leper toe. In hun klpeke polsen klopjT
te het dolle Friezenbloed. Door huw
onweerstaanbare kracht, taaiheid en
volharding hun eigen, bij *t eeuwig^
worstelen tegen zee en storm, haddeQ'
zij reeds een eereplaats veroverd ii)
’t graafschap. Berthulf, proost van
St-Donaas en kanselier van Vlaande
ren, was één van hen. Tusschen hen
en den alouden ridderlijken adel be
stonden bloedige veeten. Uit dit nog
ruwe volk zal eenmaal de ziel en de
kruim groeien der Vlaamsche weer
kracht!
Gravin dementia, de weduwe van
Boudewijn Hapken, steunde Willem
van Loo. Doch Graaf Karei Het er'
geen gras over groeien en wist gauw,,
en goed Willem van Loo te bedwingen.
Alsof dit alles nog geen ramp en
ruzie genoeg gebracht had, beuken in
dit kwade jaar 1125 onbedaarlijke
zeestormen de dijken in, een winter
waarbij deze van 1940 nog een scha
duw is, jaagt een poolkoude over
West-Europa, van April tot November,
zoodat alle gewas, zelfs ’t wintergraan,
er aan is!
Op het «Zand» te Brugge laat de
wijze Graaf Karei nieuwe bevelen af
kondigen, dat het verboden wordt bier
te brouwen, om ’t graan te sparen, dat
alle honden moeten doodgeslagen wor
den, dat rap overal vroeg gewas moet
worden gekweekt, dat alle woekeraar
in graangewassen zullen galgenaas
worden.
Karei doorreist het graafschap met
een karavaan brood en graan. Eén
voorbeeld maar: Te leper waar de
nood het grootst blijkt, deelt liij op
één dag 7800 brooden uit. Zijn arme
pachters scheldt hij hun pacht kwijt,
en zijn naam klinkt als een benedictie
in de simpele monden van hoorlgen
en kleine lui.
Zijn roem overschrijdt de grenzen.
Brugge ziet tweemaal in hetzelfde
jaar een vreemde zending binnen zijn
muren, om den Graaf de keizerskroon
van Duitschland en later de konings
kroon van Jerusalem aan te bieden.
Karei weigert beslist. Hij weet hoe
noodig hij is in dit wilde doch arm
land van Vlaanderen.
Berthulf en zijn broer Lambert had
den een heelen voorraad graan in
schuren opgeborgen om dan aan woe
kerprijs te verkoopen. Karei zendt er
Tancmar Van Straeten heen om de
schuren open te breken en aanstonds
het koren aan prijs van den dag te
verkoopen.
Voeg daarbij dat Karei als vonnis
In een zonderling gericht moest ver
klaren dat Berthulf noch Lambert
Erembald niet tot den adel behoor
den, en ge zult begrijpen dat stilaan
de haat tegen Graaf Karei smeulde
en groeide.
Een poos was het stil in Vlaande
ren. Karei trekt naar Frankrijk om
zijn leenheer in den krijg bij te staan.
Dit is het uur der wraak voor de
Erembald’s. Ze schenden Tancmar’s
eigendom, die zich op zijn beurt even
wreed wreekte, bestormen daarna
Tancmar’s burcht om dien plat te
branden, en vermoorden twee familie
leden der Van Straeten’s te Brugge...
En er wordt gebrast, geslempt en...
nieuwe plannen gesmeed.
Bij zijn terugkomst, in Februari
1127, rijzen den graaf de haren ten
berge. Twee honderd verschopte en
uitgeplunderde boeren staan aan dé
lepersche poorten om hun beklag te
doen. Het is slechts een begin.
Karei roept zijn ridders bijeen 1
Burchard moet het kasteel der Van
Straeten’s herbouwen en den gesto
len grondeigendom terugschenken.
Zijn eigen burcht wordt in asch ge
legd.
Denzelfden avond vergaderen de
Erembald’s te leper en beslissen korti
Karei zal sterven!
Langs verlaten wegen waar Fallen
kante nog sporen van oorlog en puin
hem toegrijnzen, rijdt Graaf Karei
naar zijn geliefde stad Brugge.
Treurig, moedeloos, met een krop
in de keel, en in zijn ziel de naarste
voorgevoelens, rijdt hij vooruit en laat
de teugels van zijn trouwen schimmel
los hangen.
Hij teekent zich met het teeken van
het Heilig Kruis. Alles heeft hij ge
daan wat mogelijk was om dit land
te redden. Ten allen prijze wil hij
rust en vrede in dit dierbare land,
waaraan hem alle vezels van lijf
ziele binden.
Zelfs zijn leven!
Hij denkt aan zijn vader Kanutu%
en bidt.
En rijdt naar zijn grafelijke hoofd
stad, om er te sterven als zijn vader.
In de nacht van Zaterdag 24 op Zondag 25 Februari komt de Zomertijd weer
in voege. Vergeet dus niet vooraleer slapen te gaan uw uurwerk een uur
VOORUIT te zetten. Doe gelijk dit jongentje op onze foto. Neem de groote
wijzer en draait er een toertje mee. Als het 20 over 2 uur is, dan moet ge, om
het juist te doen, er 20 minuten over 3 van maken. Zoo is ’t in orde.
zou zijn en zich hier thuis zou voelen
bij de kameraden.
De chocolade dampte geurig en twee i
hooge pijlers versch brood waar de
boter glanzend dóórschemerde scherp-
ten plots zijn honger.
Ge zijt te goed Mevrouw!...
Ds boerin straalde. Ze plaatste zich I
vóór hem om mee te genieten van zijn I
jonge eetlust.
«Nee maar... ge zijt waarlijk te
goed... Beter nog dan uw eiger gebak
ken heerlijk brood.
In al haar eenvoud weerde ze zijn
lof dapper af: «Toe, eet nu maar.
Moest ik een zoon hebben en hij viel
De lederen geweerriem begon pijn
lijk te branden in de okselholte van
soldaat Garnier. Daaraan wist hij dat
zijn wachtuur ten einde liep.
Bijna twee uren was het dat hij
gedurig heen en weer stapte over die
kleine honderd meter, tusschen het
houten brugje en de groote baan.
In die koude winteravond hing over
Vlaanderen’s vlakten een wondere
stilte. Sinds het schemeruurtje was
zelfs de wind gaan vallen en de heele
omtrek scheen teruggetrokken in een
haast geheimvolle ingetogenheid.
Twee uren reeds hield Garnier de
wacht... en heel die twee uren droom
de hij... Wat zou hij ook anders ge
daan hebben dan zijn vele herinne
ringen stilletjes te laten drijven op
den ongezienen stroom van mijme
ring en gepeins...
Hij was pas gisteren in ’t avond
donker aangekomen. Toen hij vernam
dat hij was aangeduid voor het verre
Vlaamsche land had een geheime
vreugde hem doen sidderen. Hij had
haastig zijn oud moedertje tot weer
ziens» gekust en had zich toen los
getrokken om het ontroerend afscheid
voor haar in te korten. Hij was weg
gegaan zonder nog te durven omzien...
Zijn moedertje... Ze had vrijuit ge
zucht... hopeloos bijna...
Dit afscheid leek zoo pijnend-scherp
op dat andere vaarwel... vijf en twin
tig jaar vroeger.
Toen was haar man dit eigenste
wegeltje neergeloopen... en hij was
nimmer meer teruggekeerd... Nimmer
meer...
Nu was het donker... Alleen hier en
daar knipoogden de gele lichtschijn
tjes achter de lage raampjes van de
kleine boerenhoeven in het ronde. Nu
deed zijn moedertje stellig de avond-
ronde op de hoeve... Van de schuur
naar den stal, den lantaarn hoog op
lichtend om zich te vergewissen dat
de koeien wel goed gebonden waren
en hun leger wel zacht gestrooid...
En dan zou ze weerkeeren... zwaar
slepend over de bonkige steenen van
het voorhof... naar haar oude plaatsje
tusschen de tafel en den haard. Dan
zou uit haar diepen zak een oud pa
ternoster bovenkomen, en in het duis
ter, stille huis, zou zijn eenzaam moe
derken, als al die avonden sedert 25
jaar, weer bidden voor den vader dien
hij nooit gekend had, en die gevallen
was tijdens het groot offensief in
1918... daar ergens in Vlaanderen.
En nu zou zijn moeder ook bidden
Voor hem...
Garnier droomde... Zijn blik dwaal
de over de naakte velden die hij nu
meteens meer onderscheiden kon, en
hij murmelde: ’t Is misschien daar
trgens... daar dichtbij...». En ’t
was alsof hij zich in de onzichtbare
tegenwoordigheid van iemand die hem
liefhad, veilig voelde.
Sn nochtans, na een kwart eeuws
toonde dezen grand niet eens meer de
«poren van het drama dat hem had
omwoeld... Langzaam, maar met kop
pig geduld hadden de boeren hem op
nieuw doorploegd en stilaan had dien
grond weer een vreedzaam uitzicht
gekregen.
«Ho! Zijt gij het schachtje?
Het schachtje, dat was hij, Gar
nier. Den laatst aangekomene in het
kantonnement werd immer zoo be
titeld. Een smalle lichtstreep gloeide
uit een electrisch zaklampje. Dat was
de verlangde aflossing, de nieuwe
wacht.
Zeg, kerel, je bent er bij. hoor!».
Zijn stem klonk warm, blij-opge-
toogen. «De boerin heeft cacao
voor je klaar gemaakt. Geloof maar
dat je een voetje voor heb, jij!
De getrokken bajonnet werd op ’t
geweer gestoken.
«Niet te koud gehad? Heeremij!
Zou je niet zeggen dat de anderen
hier nog vlak voor ons liggen na al
die jaren? En wij die hier nu de
wacht moeten optrekken! Je weet
toch dat ’t er hier in ’18 vreeselijk
aan toeging? We staan hier midden
’t slagveld... Je zou ’t niet zeggen he?!
Maar zoo is ’t toch... en t geeft me
zoo’n vreemden indruk hier gewapend
de wacht te houden, wijl wellicht on
der ons voeten nog velen slapen die
sneuvalden in den anderen oorlog...».
«Ja... misschien wel hier... er
gens, murmelde Garnier die dacht
aan iemand Doch gauw schud
de hij die weemoedige bedenkingen
van zich af.
Goeie wacht, kameraad, en
wees op uw hoede voor dat duivelsch
kreupelboschje daar bij de brug.
De andere .begon een deuntje te flui
ten om er in te komen en wijl het
galmde als een verre- klank, hoorde
Garnier de jonge volle stemmen open
spatten van de mannen in het kan
tonnement.
De gulle glimlach van de boerin
verwelkomde hem op den drempel...
net zijn moedert
Zijn oogen k-.jparde.i teg-a het
plotse felle lamp-cht. In den hoek
van de ru.me keuken, aan de lange
pootige boerentafel werd verwoed ge- I
kaart. De boer zat voor!
De moederlijke boerin troonde het
schachtjemee naar den anderen I
kant van de groote keuken, in een j
stemmig schemerhoekje. Ze had op
zettelijk naar hem staan uitzien om
hem een beetje te vertroetelen... een
beetje meer dan de anderen, opdat
hij spoediger over de scheiding heen
EEN
POSTABONNEMENT 1940
IN BELGIE KOST:
1 Jaar
6 Maanden
3 Maanden
Allt Medewerkers tijn vwanivocrdeüjk
de kleine neu
tralen in dezen
oorlog, is een
taak van be
stendige waak
zaamheid en
vooral van voor
zichtigheid. Het
incident met de
^Altmark», het
Duitsche schip
dat in Noorsche
territoriale wa
teren door een
Engelsche tor
pedojager aan
gevallen werd, heeft dit op overtui
gende wijze belicht. Noorwegen dat
angstvallig waakt om getuigenis af te
leggen van zijn neutraliteit en even
angstvallig vermijdt om sympathieën
te laten blijken, werd hierdoor in een
zeer lastig parket geplaatst.
Het gaat hier om een probleem van
internationaal recht, of beter oorlogs
recht. Het moet thans nog uitgemaakt
worden, wie van de twee oorlogsvoe
rende partijen dit recht geschonden
heeft. Engeland beweert dat Duitsch
land misbruik heeft gemaakt van de
Noorsche neutraliteit om Engelsche
gevangen matrozen, langs de territo
riale wateren, naar Duitschland over
te brengen, waar ze in concentratie
kampen zouden opgesloten geworden
zijn.
Duitschland daarentegen beweert
dat Engeland op een brutale en flag
rante wijze met oorlogsschepen bin
nen de territoriale wateren van een
neutraal land gedrongen is, een on
bewapend schip aangevallen heeft en
daarenboven op onbewapende, vluch
tende matrozen geschoten heeft.
Noorwegen staat tusschen de twee
oorlogsvoerenden, die wellicht allebei
zijn neutraliteit geschonden hebben.
Het wordt beschuldigd door Engeland,
de «Altmark» niet voldoende onder
zocht te hebben en daardoor de wet
ten van de neutraliteit niet geëerbie
digd te hebben. Maar ook tegenover
Duitschland heeft het zich te verant
woorden, om de onvoldoende bescher
ming van zijn kusten.
Noorwegen zelf beweert, dat volgens
het internationaal recht de «Altmark»
het recht had, gewapend of niet, met
of zonder krijgsgevangenen, in de
Noorsche territoriale wateren te va
ren. Engeland heeft aldus alleen de
neutraliteit geschonden.
DE VREES.
Dat Noorwegen zoo spreekt is nog
geen bewijs, dat Engeland alleen zou
ongelijk hebben, of dat het zich zou
laten leiden door sympathie voor
Duitschland. Het stelt zelfs voor een
scheidsgerecht te laten inrichten om
IBBBBBBBBMBBBUBBBBBBBBBBBBBMBBBBBBBBBBMHBBBBBBEBBEBBBBBBIBBBBBBBBBBEBBBBBEBBBBBBNB
De Liberale Senaatsgroep kwam meer
maals bijeen om te onderzoeken welke
houding zij zou aamnemen bij de stem
ming van de Begroeting voor Openbaar
Onderwijs, di« ingevolge de doer de Re
geering voorgehouden hervorming van be
doeld departement.
De Liberale Senatoren bleven echter
halsstarrig elke hervorming en voldoe
ning aan de Vlamingen van de hand
wijzen. Zij vonden dat het «oogenblik
niet geschiktis. Door de Liberalen werd
evenwel nog nimmer een geschikt oogen
blik gevonden om ietwat toe te geven
aan de rechtmatige eischen van de Vla
mingen.
De Liberale Senaatsgroep besloot dan
ook, in een laatste vergadering Donder
dag 11., zich te onthouden zoo de Regee
ring de hervorming wil doorhalen.
Het blijkt ook dat de H. Pierlot die
Liberale Vlaamschhaters wandelen heeft
gezonden. Op de Liberale Ministers oefen
den zij eveneens drukking uit om met
ontslag te dreigen ten einde de hervor
ming te kunnen vermijden, maar dit was
tevergeefs.
Dat is weeral eens echt Liberaal gedoe.
Voor de Vlamingen hebben zij niets over.
Dat de Regeering zelf door hun houding
in gevaar kan worden gebracht, treft hen
niet, als zij aan de Vlamingen maar hun
recht kunnen onthouden, zelfs al wordt
dit maar op gebrekkige wijze voorgescho
teld.
In de Senaatszitting van Dinsdag 1.1.
werd intusschen de bespreking over de
begroeting van Openbaar Onderwijs ge
ëindigd. Het amendement Debruyne
waarvan de Katholieken hadden afgezien
maar dat werd overgenomen door den
Heer Van Dieren, werd met een over-
groote meerderheid verworpen.
Zie vervolg 2° bl. onderaan 7« kolom.
»BaEEflBBSBBEflBBBBBBBflflBBBBS3E«BBBBBBBflBBBSBEfiflEEEEESBBBB
'«/if
Hierboven geven we twee interessante fotos Van het vergaan van de «Courageous»
het Engelsche moederschip dat door een Duitsche U-boot getorpedeerd werd.
Alhoewel dit torpedeeren op 17 September 1939 gebeurde werden eerst nu deze
fotos door de Britsche Censuur vrijgelaten. Boven: De torpedo heeft doel ge
troffen. Onder: De manschappen springen over de reeding om zich het leven
te redden. Langzaam belt de kolos over om kort daarop te zinken. 578 Man von»
doB den dood in de golven.
doen aan Woord om de gevangenen te
bevrijden. De «Altmark» had intusschen
een schuilplaats gezocht in de Joesing
fjord.
Twee Noorsche kanonneerbooten ver
schenen bij den ingang van de fjord. De
kapitein van de Cossack kreeg bevel
voor te stellen een bemanning aan boord
te laten van de «Altmark». Een Brit
sche en Noorsche Wacht zou het schip
dan naar Bergen brengen tot verder on
derzoek. Dit voorstel werd door de Noren
verworpen, die verklaarden dat de Alt
mark» de toelating had verkregen in de
Noorsche wateren te varen. Zij verklaar
den niet te weten dat Britsche gevange
nen aan boord waren. Toen verlieten de
Britsche booten de Noorsche wateren.
(Zie vervolg 2* blad.)
De Engelsche oorlogstoet Cossak die de Duitsche hande’sstoomboot Altmark
in de Jössingf jord overviel om de 270 Engelsche krijgsgevangenen, die de Alt
mark naar Duitschland meevoerde, te redden.