Ds Verloren Ring KOENTGES Ons KINDERHOEKJE LANDBOUWKRONUK Ons Vrouwenhoekje MEJ. domicent VOOR ONZE KLEUTERS .8, GEDACHTEN uit de HET WELBEKEND HUIS ven BRUGGE DE MANDENMAKER Ons Wekelijksch Raadsel God Is waarheid. God beminnen en de «raarheid liefhebben zijn een en dezelfde jrieieuiting. Verstandig is hij die altijd op den tuisten tijd komt. maar nog verstandiger bij. die het juiste tijdstip kiest van heen te gaan. Verstand geeft niet altijd geluk, maar t leert toch vaak. hoe gij uit den druk u op kunt heffen tot geluk. Slechts weinig menschen worden door hunne ondergeschikten oprecht bewon derd. hét manneke Alderliefste Lezeressen, Vrienden Lezers, 'k vraag in 't kort: Wat begint ge, nu dat de avond Stillekens aan steeds langer wordt? kousen stoppen, kousen breien. Boeken lezenGoed en wel! Maar. mag 't Manneken U leeren, Een plezierig, geestig spel? Wel dan. luistert, 'k ga TJ zeggen Hoe ee de verveling keert. En gij. onbemerkt bii 't stielen, Nog wat Vlaamsche woorden leert. Dat is. gelijk de geleerde koppen zeggen. UTILE DULCÏwat beduidt: «het nuttige met het aangename Zeker, roept Knulleken uit! Als 11c een telloor riistepao eet. goed gesuikerd, dan zeg ik ook Utile Dulci Pap is nuttig voor mijn gezondheid en aangenaam om eten. We hebben 't hi»r echter niet over nap, maar over een snel. dat ge met tw-e. drie. v'er en meer personen kunt spelen, als die nersonen tenminste kunnen lezen en schrijven. Iedereen neemt en blad panier en een potlood. Er wordt lrtie getrokken om te weten wie begint. Hij of rii, die beeiot. maakt 'n zin en schrijft dien zin op 't papier. Bijvoorbeeld: Ik lees De Poperingenaar Nu moet nummer 2 daar dadelijk een rijm op vinden. Die zal daarop, bijvoor beeld, zeggen: Ik doe dat al menig jaar. Nummer drie moet nu ook met iets klaar staan en zal voor den dag komen met iets in dezen trant: 't Manneken en Knulleken, die passen bij [mekaar. En zoo gaat dat voort. Iedereen heeft viiftien seconden, cm 'n rijm te vinden... Wie op vijftien second:n niets gevonden heeft, moet 'n stuiver of 'n biljet van honderd frank in den pot leggen... En die mag dan opnieuw beginnen met 'n andier woord, bijvoorbeeld: In den Winter is het koud. Nummer twee: 'k Ben kontent da 'k ben getrouwd. En zoo voort... Als er dan, op die manier, wat bladzij den staan volgeschreven, worden al die rijmkens voorgelezen. De uren zijn voor bij zonder dat ge 't weet en de inhoud van den pot wordt verdeeld. En daarbij: Tot besluit, hieel kort: 'k Weet vast dat er gelachen wordt. GELACHEN WORDT ER GEWOON LIJK NIET, als de dokter moet komen. Knulleken was overtijd zoo 'n beetje aan den sukkel met z'n hart. Ge moet kalm blijven en u over niets ongerust maken en de aergsn uit uw kop zetten, en geen peper of zcut gebruiken. Goed, zei Knulleken. 'k Zal het doen, meneer de dokteur. 'n Tijdeken later kreeg Knulleken de rekening... Twee dagen daarna kwam hij den dokteur tegen, in 't veld. He wel, hoe is 't met 't hart? vroeg de mm van de wetenschap. Slecht! zei Knulleken. Hebt ge mijn raad niet gevolgd? Jawel, meneer de dokteur, maar lk heb uw rekening gekregen... en die is te fel gezouten en gepeperd. 'N GEPEPERDE HAAS HEET MEN HAZEPEPER. 't Is 'n schotel cm er dui men en vingers van af te likken. In - ->i heet dat civet de lièvre Ja, zegt Knulleken. zwrg daar maar over... Een haasje Geprepareerd in den wijn. Dat zal \ycl Voor later zijn. Ik had. zoo gaat Knulleken voort. nei. nonkel, die heette Pancratius. cn dat was een gezworen jag:r en een gezworen jonkman cn die zei altijd: Alle Razen moesten meiskens zijn en alle meiskens hczEnHij bedoelde «üanrmeê: h.'.zen zijn er veel te weinig en meiskens veel te veel... Met dien nonkel Pe->Tt'".s v«n "- r*"*"- dnn eens op jacht geweest. De brouwer van 't dorp was zijn vriend cn die ging dan ook 's Avonds, bij 't naar huis gaan, heb ik dan me Er dan eens gezegd, gelijk de Apostelen op den berg: Heer, net is hier goed. laat ons hier drie ten ten bouwen Dat was. els we in De Bloeiende Rozelaaraankwamen, waai er altijd 't een of 't ander gestoofd of gebraden wild te kri.igen was en er een wijntje geschonken werd, waarvan ge bij 't drinken gerust mocht uw lipkens af likken. Op nen goeien Septemberdag hadden nonkel Pancratius, o brouwer en ik uren en uren door de hel geloopen. Onze knapzak was allang leeg en we kregen honger. Ja maar, zoo 'n hei. dat was in diai tijd nog 'n echte wildernis... Ner gens geen hut of huizeken... Als we nu nog 'n half uur geloopen hadden, zei nonkel Pancratius: Halt! Ik heb het gevonden. Links van dat bosch daar vóór ons, woont Nardje de turfsteker. In z'n hut zullen csifcBa&iaBaaBEsaaassasasBEai ZOEKT G'IETS t'huren of te koopen, Zoekt g' een meid, 'n plaats of wat? Zoekt niet langer... plaatst nog heden 'n Kleine ZOEKER in ons blad. Mengelwerk v. 13 Oktober 1540. Nr 13. ROMAN van H. COURTHS-MAHLER. we wel 'n stuk brood vinden, met wat geitenkaas en 'n scheut geitenmelk. Als we liem 'n frank geven, zal de man heel blij zijn. Dat was in dien tijd zoo. Voor één frank moest 'n werkman een ganschen dag werkenWij dus naar de hut van Nardje den turfsteker. Toen we daar aan kwamen stond de scheef gezakte deur half open. We klopten: geen antwoord. We gingen binnen: niemand te zien. Maar wat er te zien was, en waarnaar we met gretige oogen keken... dat was naar 'n lcetelken pap. dat daar boven 'n open vuur hing te koken. Pap! riepen we alle drie te gelijk uit. Pap! en we voelden alle drie tegelijk nog 'n beetje feller, den beer in onzen buik. Nonkel Pancratius pakte opééns het ketelken vast en zette het op tafel. Aan den muur hingen, in "n soort rek, houten lepels, die Nardje indertijd zelf gesneden had. Ieder van ons nam zoo 'n lepel en we begonnen te lepelen dat t 'n lust was. Die slokop van nen brouwer vond geen tijd om te blazen en verbrandde z'n tong... en nonkel Pancratius verslikte z'n eigen, zoodanig dat hij er in dreigde te stikken. Enfin, einde goed. alles goed... na 'n minuut of vijf was 't ketelken leeg. Nonkel legden frank oo tafelde brou wer deed er 'n frank bij en ik gaf alles wat ik in m'n bezit had: nen klopper, 't is te zeggen 'n stuk van tien centie men. Hebt ge veel, geef rijkelijk. hebt go weinig, wees zoo goed van dat weinige op een milde manier mede te de cl en -. Zoo staat er ook ergens geschreven... Ik deelde mild mede en verliet de hut met een gerust geweten. We waren echter nog geen twee hon derd meter ver weg en de brouwer was nog niet uitgepraat over die pap van gei tenmelk. die toch zoo 'n speciaal smaak- sken had. ge kost onmogelijk zeggen welk smaaksken en wat er eigenlijk in was we waren nog gten twee honderd meter ver weg. of daar zagen we Nelle aanko men, Nelle. de vrouw van Nardje. Vier van heur kinderen waren bij haar en droegpn evenals zii, bussels hout. Maar alle vier de kinderen liepen met 'n ver- bondon kop. Doeken, die misschien eens proper waren geweest, maar nu vuil en smerig... Nonkel Pancratius nam het woord en vertelde wat er gebeurd was: dat we 't ketelken pap hadden leeg ees'abberd en wat. e-eld on tafel hadden gelegd... Maar. meneeren toch. rei Nelle. Da was nie noodie. daar geld voor te ceven... Die pao... hewel. dat is oap die ik Kook voor de konnen van m'n kinders. Ze heb ben hnn kon vol ranpen en zweren Zie maar ne keer, boe ze dear «taan. De pap d'e er nu on ligt... kook ik morgen op nieuw... en de pap die daar hink te ko ken. dat is de nan, die ik er dezen mor gen heb afgenomen... Daar moest ge geen geld voor geven... Nonkel Pancratius stond el met z'n kon tegen 'n boom van 't bosch en de brouwer werd bleek, groen en geel... En gij. Knulleken? Ik? Ik peisde: Is de nap er In Dan komt de pap er uit.- Dus wachten maar Zoo was m'n besluit... En ik troostte me met de gedachte: vieze varkens worden niet vet Hewel. Knulleken, ge kunt er aan met uw histories... Straks hebben de al derliefste Lezeressen geen goesting meer om nog iets te eten. ETEN RIJMT MET WETEN en nu heb ik het genoegen U te laten weten dat de wijnoogst in Frankrijk goed is gelukt. Goede wijn, vooral Bordeaux-wijn. zegt Knulleken, dat is de zon in flesschen. Van jenever! Jong en oud Wordt daarvan vast driest en stout. Woedend als 'n doüe stier... Goede raad helpt dan :en zier... De jenever bracht er veel In 't gevang of wel te Geel. (M 5 un ster, hu Jee. testa Gun land ter. nier Warmeckzoon van een rijken industrieel, te Zen zijn veders goesting getrouwd met een maar heel mooie tn vriendelijke tooncclspccl- tori Le.xner. Zijn vader had hem graag zien a met Kale, een jiitüt meisje, dat hij in huis Opgenomen. Maar zeujs een onterving van zijn had hem daarin niet genolpen. Hij had zijn nnni cpgcmcaf.t en gaj ai zijn goed aan Kate, ir t n L*ori waren op huteedjksri is in Zwitser- en reden per sire naar ccn oud versterkt k.oos p-m at te (hz*ken. De bellen aan het tuig van de dam pt.u.e paarden rinkelden heider in den s.Uicn murgen. Nu reed men langs de ke.u waarin neg de kaarsen van de mis brandden. De conkEre gestalten van de geloo-.igen liepen voorbij of bleven staan om den optocht van sleden na te zien. Dut beviel de bewoners van Partenkir- cljen wel, dat bracht geld in het landje tn de vreemdelingen, die malle stads lui -, konden betalen. Uit alle sleden klonk gelach en gepraat, plagende uitroepen doorkruisten de lucht. Gunter kwam telkens weer ond.r den indruk van de prachtige, reine natuur. Zijn oogen keken in stille bewondering rond. Daarginds breidde zich het berg landschap uit, hoog achter de andere de Zugspitae, daarvoor de groote en de kleine Waxensteïn en daarnaast de Alp- spitz en de Dreitorspitz. Toen de sleden een hoek omsloegen bleef dit bergpano- rama achter en een nieuw ontrolde zich. Men kwam langs een paar gthuch.tsn en rte zon ging in stralende schoonheid op. Het was een heerlijke, windstille morgen en het uitzicht merkwaardig helder. Men was nu tot aan den beroemden Eitaier straatweg gekomen, die gedeelte- ÏHk uit de rotsen gehouwen een wondrr- £Jerk van menschenliand en menschehjk ^T,.U is Langzaam kropen de sleden de breei *'onkgehngEn van den weg op. 't Bierken maakt U dik en vet, Met een buik, vooruitgezst, Wie veel bier drinkt, voelt met smart Dat hij alles ziet in 't zwart. En een waarheid is 't beslist: Zóó een, wordt dan pessimist Maar de wijn. de goede wijn Is voorzeker een festijn Voor het lichaam, voor den geest.- Drink dus wiin. gii die dit leest, G? ondervindt weldra, voorwaar, 't Leven schijnt U schoon en klaar. Knulleken, zeg ik. 'n beetie eksplikatie, astemblief want als gij daar zegt: 't Leven schijnt U schoon en klaar dan most ik U toch zeggen dat uw ver zen verre van schoon en klaar zijn... Hewel, Manneken, luister: Ik wil enkel dit zeggen: Zat van jenever: woest an wild. Zat van bier: triestige gedach ten. Zat van wijn: blij en vroolijk. Ds ondervinding heeft t bewezen: Met jenever, bien en wijn Kunt ge maar de proef eens hemen Zonder daarom zat te zijn. BETER ZAT DAN ZOT. zegt een spreekwoord en t is waar, want 'n zattig- heid is rap voorbij, maar zot zijn duurt soms lang, heel lang. Janneken was pre cies ni:t zot toen hij aan z'n tante Fien 'n gepast antwoord gaf. Janneken. zei tante Fien, lk weet niet wet. ik u voor uw feestdag moet koo- nenIk zal u tien frank geven of is er iets waarmee ik u meer plezier kan doen? Ja. tante, antwoordde Janneken... met twintig frank... TWINTIG FRANK kostte de flesch die Karbonkel bij den aootheker had ge haald voor z'n vrouwe die ziek was. Goed schudden vóór het gebruik stond er op 't etiket van de flesch te lezen. Triep. riep Karbonkel uit, toen hij thuis kwam... Nu zult ge raD genezen zijn. De apotheker heeft het gezeid. Maar daar moet stipt gedaan worden wat er op 't etiket staat: - Goed schudden vóór liet gebruik en Karbonkel begon z'n vrouw als een kafzak te schudden en wel zoodanig te schudden dat ze geen lepel van de flesch meer vandoen had... Ze was dood... Zoo wordt er verteld en naar 't schijnt is 't echt gebeurd. ECHT GEBEURD IS T OOK W-at er in dezen ekspres-roman verteld wordt. DE BLOEDDORSTIGE TIJGER of HET MEISJE MET DE BLAUWE OOGEN door KnuHeken. HOOFDSTUK I. Dit is een stuk van mijn leven, toen Ik twintig jaar oud was. Ik heb toen een tooneeistuk geschreven en dat stuk heet te De Bloeddorstige Tijger 't Was een stuk in vijf bedrijven en zeven tafereelen. IBBSBBZBBBBBBBBBBBSB9BBBBBES Boven een diepen afgrond met bevroren watervallen verhief zich de Koningstand met zijn met sneeuw bedekte dennen, het heerlijke prikje aarde, waarop koning Ludwig zoo vaak zijn paard stil had ge houden om over zijn land uit te kijken. Hooger, steeds hooger, gleden de sleden en dieper en steiler werden de kloven, soms zóó dicht langs den weg, dat deze met ijzeren stangen daarvan gescheiden moest worden. Eindelijk had men het hoogste punt bereikt en opeens werd het achter de bergen liggende dal zichtbaar. Een nieuw, prachtig landschap breidde zich uit en beneden in het dal lag in al zijn edele, imponeerende schoonheid het klooster Ettal. De heerlijke basilika verhief zich bo ven den langgerekten zijvleugel en werd geflankeerd door hoektorens van ver schillenden vorm. Als een beeld van vrede en rust, ver van alle wereldsche drukte, lag het klooster aan den voet van den Mandl. De monniken van dit klooster mogen het Ettal niet verlaten. Het kloos ter is omgeven door vriendelijke boeren huisjes en iets verder op ligt het loge ment. Daarheen suisden de sieden nu in snelle vaart naar beneden. Kijk toch eens, Lori. is het niet prachtig, dat vredige klooster in zijn eenvoudige schoonheid te midden van die geweldige bergwereld! riep Gunter, meegesleept door wat hij zag. Lori liet haar oogen onverschillig rond dwalen. Heel aardig! zei ze weer achteloos. Het was Gunter of hij lichamelijk pijn leed. Dat domme, banale: heel aardig rukte hem uit zijn verrukte stemming. Weer moest hij aan Kate denken. Hij herinnerde zich een zomermorgen aan zee. Hij was met zijn vader en Kate een paar weken naar de Oostzee gegaan en dien morgen was hij vroeger dan anders opgestaan. Een eenzame, slanke vrouwengestalte had dicht bij het water gestaan en toen hij dichter bij kwam had hij Kate lier- kend. Ze keek met groote, droomerige In dien tijd kregen de menschen als ze naar een avondfeest gingen, mars jandies voor him g-ld. Punt. HOOFDSTUK II. Ik had een vriend. Beroardus. de school meester. Een akteu: van eerste klas. Hij zou de hoofdrol spelen in De Bloeddor stige Tijger Ik had voor mil slechts een klein rolleken gereserveerd. Ik btn altijd zoo geweest: ik kan verdragen dat iemand suksss heeft. Suks:s zouden we tt nan- dere alle twee hebben: ik. Knulleken, als schrijver: hij. Bernardus. als speler. We waren twee goede vrienden; we hadden nooit geen ruzie gehad en we mochten zingen: wil zijn gezworen kameraden. Maarnu kregen we ruzie. Om 'n meisje. Dingen die gebeuren. Punt. HOOFDSTUK III. Dat meisje heette: Columbia. Lief. als 'n jong begijntje; zacht als 'n lammeken; vriendelijk ais n lentezonneken. 21e kwam van de stad Antwerpen en was nu op logist bij haar tante. Voor haai- gezond heid. Ze had de buitenlucht noodig. Toen lk Columbia voor t' eerst zag. was ik cp staanden voet verliefd. Toen Beroerd us. Columbia voor 't eerst zag, was hij ook op staanden voet verliefd. Punt. HOOFDSTUK IV. Bernardus stuurde alle weken, vier, vijf. zes gedichtekens naar Columbia. Ik kocht alle weken, vier, vijf, zes pakskens muntebollen voor Columbia. Columbia las de gedichtekens: Columbia slikte de mun tebollen, lijk 'n kanarievogel z'n graan tjes. maar voor de rest, zweeg Columbia! Punt. HOOFDSTUK V. Wie zou 't winnen: Bernardus of ik, Knulleken. Ik. de schrijver van De Bloeddorstige Tijgerof Bernardus, die de hoofdrol zou spelen? Waarom had ik die hoofdrol niet voor mij behouden? Columbia zou daar zitten op de eerste rit. En. Bernardus zou gaan loopen met het sukses... Gedurende de viif bedrilven zou hij, om zoo te zeggen, altijd op 't tooneel staan, terwijl ik. na de helft van 't twee de bedriif, me niet meer moest laten zien. Bernardus had. door miin eigen stomme schuld, alle troeven in handen. Punt. HOOFDSTUK VI. Groot nieuws, 'n Paar uur voor de ver tooning heb ik Columbia ontmoet. Ze heeft me gezegd dat ze riet naar de voorstelling kan komen. Met 't tramme- ken van halver zeven zei ze vertrekken. En ik ben blil! Bli1 dat ze naar mijn stuk niet komt zien. En. waarom ben ik zoo blij? Ge zult het hooren. Punt. HOOFDSTUK VII. In t tweede bedrijf, moest Bernardus. De Bloeddorstige Tijgermij met 'n dolk doorsteken, terwijl ik in 'n zetel zat. Dan moest hij zeggen tot de lakeien: Neemt op dat lijk, met spoed. En gooit het in de gracht daarbuiten Tot voedsel dient er dan zijn bloed Van palingen en puiten. 't Was 'n stuk in verzen en 't speelde in de middeleeuwen. Columbia zou met het trammeken van halver zeven ver trekken. Bernardus zou mij rond de zes sen vermoorden. Ik had dus al den tijd, als de lakeien mijn lijk hadden wegge dragen. al erin tijd om de verfrommel van m'n gezicht te wrijven, m'n middel- eeuwsch kostuum uit te doen en m'n nieuw Paaschkostuum aan te trekken en naar het trammekien te loopen en met Columbia tot Brussel te reizen en haar misschien wel tot Antwerpen uitgeleide te doen... Bernardus, met z'n hoofdrol kon me r.iet volgen en Alleluia! Colum bia zou de mijne worden. Punt. HOOFDSTUK VIII. Van die reis is niets gekomen. Bernar dus had hst spel in de gatenToen hij mij. in 't tweede bedrijf laffelijk had ver moord en de lakeien op 't tooneel kwa men cm mijn lijk weg te sleuren, toen zei hit, in plaats van te zeggen wat in z'n rol stond, toen zei hij: Laat 't lijk maar rustig liggen, want Die dooie is een rare klant. Hi.i ligt daar mist z'n oogen toe Maar 'denkt: ik heb een rendez-vous Aan een tortelduif gegeven In 't trammeken van halver zéven. Punt. HOOFDSTUK IX. Ik heb Columbia nooit meer terugge zien. Miin vriend Bernardus evenmin. Dat is mijn troost geweest. Maar in 't dorp heb ik nog dikwijls moeten hooren, als 't trammeken schuifelde: Knulleken, 't trammeken van halver zeven! Punt. Wie is er nu potdorie Bij 't lezen van dees droevige historie Van Knulleken zijn lot, vol me.êlij, niet Dat vraagt U [begaan? 't Manneken uit de Maan. fOvername, zelfs gedeeltelijk, verboden). Ml MISSIEBOEKEN IN OPENBARE SCHOOLBIBLIOTHEKEN Dezen Winter zal er in Jfen familie kring veel gelezen worden. Uit volks- en schoolbibliotheek zullen de boeken hun stille zending vervullen. Vergeten wij niet, nu de missies onze belangstelling niet mogen ontberen, de bibliotheken ruim van het missiebock te voorzien; zij zullen van jong en oud uit gevochten worden en het zaad der missie liefde in de harten zaaien. De boeiende missieboekeu zijn van 1 25 fr. af, te bekomen, bij onze boekhande laars, katholieke uitgevers, of bij de al- gemeene missieboekhandel, 7 Beenhou wersstraat, Brugge. Vraag Prospektus. -co»- NUTTIGE WENKEN VOOR HET BEWAREN VAN EETWAREN Vroeger was het aanleggen van voor raden niet zeer in gebruik, doch sedert ecnigen tijd wordt het door velen als een voordeel beschouwd en heeft menig par ticulier het geraadzaam geacht een be hoorlijken voorraad voedingswaren en andere artikelen op te scheren. Ten ge rieve van deze personen is het wellicht nuttig eenige aanduidingen te geven no pens de wijze en den duur van het be waren der levensmiddelen. Wat de in blik gesteriliseerde waar betreft, hiervan mag de duurzaamheid als onbeperkt beschouwd worden, doch het is geraadzaam het blik niet in een-warme plaats te bewaren. Vermits er zich onder deze voorwaarde gemakkelijk bacteriën kunnen ontwikkelen en de inhoud van het blik gevaarlijk kan worden. Verder is het noodig te zorgen dat de blikken goed droog staan en dat er geen deuken in voorkomen. Het bewaren van niet gesteriliseerde voedingswaren is een moeilijker kwestie. Daar zijn vooreerst de vethoudende pro ducten vetten en oliën. Het is algemeen heleend, dat boter en margarine niet lang kunnen worden bewaard, zonder sterk te worden. Nu beveelt de Zwitserscne re geering aan gesmolten boter op te doen; Men zal ze best bewaren in goed af sluitbare flesschen of blikken en ze in een donkere plaats bergen. Dit nieuwe, na de smelting bekomen product is ech ter geen boter meer. Het kenmerk van boter en margarine is n.l. dat het vet zeer fijn verdeeld is en omgeven met in water opgelosteamleFe bestanddeelen vandaar de gemakkelijke smeerbaarheid van boter en ook de gemakkelijke ver teerbaarheid tegelijk veroorzaakt de fijne verdeeling echter ook de sterke aan tastbaarheid van boter, die voert tot het sterk worden. Wil men uit de gesmolten boter weer boter maken, dan is dit wel mogelijk, door ze te smelten en lang te schudden in warm gemaakte melk. Men krijgt dan misschien niet meer de allerfijnste na tuurboter, maar zeer zeker een goed voedzaam en smakelijk vervangproduct. Wat de cacao betreft, deze kan langen lijd bewaard worden in goed sluitende bussen. Ongebrande koffie is, afgesloten van insecten, vrijwel onbeperkt houdbaar en wordt zelfs beter bij het bewaren. De gebrande daarentegen verliest zeer snel het aroma: hiervan moet worden uitge zonderd een Amerikaansche soort, die in blik en onder koolzuurvulling is verpakt; deze is echter extra duurl Verder zijn er de granen en graanpro ducten. Zij bevatten olie en loopen daar om gevaar te bederven, vooral wanneer ze fijn gebroken of vermalen zijn. Deze producten bevatten dikwijls insecten of hun eitjes, die bij normale temperatuur zich kunnen ontwikkelen. Dergelijke pro ducten dienen daarom bij zoo laag mo gelijke temperatuur te worden bewaard en men doet het best b. v. om de paar weken alles even na te zien en te zeeven, zoodat de larven, die klompjes om zich heen verzamelen, afgezeefd kunnen wor den. Het bewaren in blik of glas is hier bij niet afdoende, daar die eitjes er reeds in de silo's of molens inkomen. Bij war mer weer is er steeds kans, dat ook van buiten insecten in komen, als ze in zak ken bewaard wordpnkleine zakjes, be waard in goed afsluitende blikken, zijn dus aan te bevelen. Artikelen, zooals maïzena of andere zetmeelsoorten (sago, topioca, enz.) be vatten geen vetten en kan men dus lang bewaren, mits door insecten geen schade kan worden toegebracht. Puddingpoeders dient men niet te lang te bewaren, ook niet als ze in origineele verpakking zijn. Voor peulvruchten geldt ongeveer het zelfde als voor graneilveel bevatten ze «aangestoken» korrels, die met de hand uitgezocht dienen te worden. Zeer koel bewaard, blijven ze zeer lang goed. Rijst wordt veel minder snel ranzig (wat het vet erin betreft) dan andere granen. De smaak wordt echter wel snel slechter, als er gebroken korrels in zijn men kan die er uit zoeken, als is dit bij mindere soorten onbegonnen werk. Artikelen als vermicelli en macaroni zijn bereid uit harde tarwe (of dienen eruit bereid te zijn) en belmoren dus tot de rauwe graanproducten, wat de houd baarheid betreft; ook hier is het insec tengevaar vrij groot, zoodat controle noo dig is. Verpakte thee blijft in blik of glas zeer lang goed. Wil men eieren een tijdlang bewaren, dan valt het aan te raden ze gedurende 30 seconden in kokend water te leggen en daarna snel af te koelen en koel te bewarenhierdoor kunnen geen bacte riën meer naar binnen treden; was het ei reeds aangetast, dan bederft het ech- gelast zich zooals vroeger met het Verven Nieuwwasschen Droogkuischen Kuisch, Verven en hervormen van Heerenhoeden Stoppage. De goederen afgegeven Maandags, worden den Vrijdag terugbezorgd BIJHUIS BIJ 21, Korte Torhoutstraat 21, IEP ER Open van 8 tot 12 u, IS en van 13 u. 30 tot 19 u, Den Zondag gesloten. ter toch zoodat men bij aankoop zeker moet zijn van versehe waar. Wat zout betreft moet opgemerkt worden dat vele soorten vrij sterk water aantrekken zoodat we aanraden ze te bewaren in glas of goed sluitend blik en onder goed dichtplakken van de sluiting. VERRASSENDE PAPJES Ee zijn geltoren pap-eters; die eten pap uit gewoonte. Er zijn ook gedwon gen pap-etersdie eten pap met tegen zin en later vaak ook uit gewoonte. Hoe men dit ook bekijkt eten uit ge woonte of eten niet tegenzin het zijn beiden ongunstige verschijnselen. Daar om is eenige attractie aan te bevelen, speciaal bij pap, welk gerecht tegen woordig bij veten vaker ter tafel komt dan vroeger. Eenige voorbeelden U laat karnemelkfiche pap met wat sui ker of met een weinig van een zoetings- middel in de vla-schaal koud worden. Hierop legt U bij voorbeeld bessen, die afgehaald, fijngemaakt en met wat suiker gemengd zijn of U roert de bessen er doorheen. Of U gebruikt pruimen, die gehalveerd, gepit en daarna ongeveer 5 minuten wor den gekookt m een weinig water met suiker. De kooktijd is afhankelijk van de soort pruimen. Met een schuimspaan haalt men de zacht geworden pruimen uit het vocht en schikt ze op de pap. Het sap wordt met aangemengde aardappel meel gebonden en over de vruchten ge goten. In don appeltijd bedekt men de pap met appelmoes of men kookt stukjes appel in de pap mee. Ook kan men alle soorten jam met iets water verdunnen, binden met aardappelmeel en zoo noo dig geurig maken met citroensap of ci troenzuur en in de pap verwerken. Zet uw huisgenooten eens een kom havermout voor. Maar vertel er niet bij. dat onder de weinig geliefde havermout een flinke laag hessen- en frambozen- jam schuil gaat. Dit zal een smakelijke en leerzame verrassing zijn. In ons hoofdartikel van verleden week heeft onze correspondent geschreven dat we nu ln de verloren uren van de lange avonden terug, zooals onze voorouders het deden, plezier en vermaak moe ten zoeken in onzen eigen thuis, en er 's avonds, in gezelligen familiekring rond den haard onzen tijd moeten doorbren gen. 't zij met het vertellen van kinder en andere vertelseltjes of met het oplos sen van raadsels. De Poperingenaar wil de menschen van goeien wil daarin meehelpen en voor de kleinere, opkomen de kategorie onzer Lezers, de kleuters van heden de mannen van morgen, geven we vanaf deze week een reeks vertelsel tjes, gedichtjes en raadseltjes, waarmee onze jonge kleuters... en ook grootere menschen... zullen pleziervolle avonden doorbrengen. Onze eerste bijdrage begint met een vertelseltje over: VI. Manten, de mandenmaker van het dorp. zit op droog stroo. Wat wilt ge; hij was altijd eerlijk geweest, veel te eerlijk in zijn werk: scboone. stevige manden voor een kleine winst. En hij was altijd goed geweest, veel te goed in zijn leven: geen enkele arme dompelaar is ooit bij hem weggegaan zonder een kleine aal moes: in den Winter kon zelfs het kleinste vogeltje bij dien armen manden maker nog een kruimeltje krijgen. Zoo komt ge er moeilijk in deze wereld. Manten wist dat zelf ook zeer goed, maai bij betrouwde immer op de Goddelijke Voorzienigheid. En win ik daar geen geld mee, ik verdien misschien mijn h-- mel», zei de brave man altijd. Doch wat is er nu gebeurd? Heeft de Voorzienig heid die goede ziel in den steek gelaten? ISRSBBBSÏ9BBBBH!! door Jo«. Ghysefen, Land- en Tuinbouwteeraar OOGSTEN EN BEWAREN VAN GROENTEN (Vervolg) Bij 't uewaren van groenten kunnen we onze toevlucht nemen tot verschillen de methoden. Natuurlijke bewaring ter plaats in der, grond waar de planten groeiden, is verre de gemakkelijkste. Veldsla is winterhard, doch om ze bij vorstperiode te kunnen oogsten, dekt men ze af juist vóór de vorst. Spinazie is eveneens tamelijk winter- vast, doch bast afgedekt met erwtrijze.i of stroo. Indien de savooikool niet tot volle ont wikkeling gekomen is, is ze wintervast. Enkele groenten als prei en selder, be waart men ter plaats door hoog aan te aarden voor den Winter en bij vorst af te dekken met droge bladeren, mest, stroo, enz. Men neme goed in acht de toppen van 't blad bloot te laten en dadelijk na de vorstperiode het dekmateriaal (niet de aarde) weg te nemen. In serren en warenhuiren bewaart men groenten die men goed kan verplanten met wortelkluit en die goed licht ver dragen (dus nog verder doorgroeien). Dit is 't geval voor late sla, andijvie, bleek- selder. De kelder past er ook voor, op voorwaarde dat die luchtig en klaar is. Kelders die wat donker rijn, passen uiterst goed voor bewaring van rijpe wortelgewassen als raap, wortel, schor seneer, raapselder, enz. Deze bewaart men in assche of zand. De kelder weze vorstvrij, goed ver- luchtbaar en de warmtegraad regelbaar. Groenten kunnen goed bewaard wor den in groeven in den grond. Ze worden best aangelegd op het hoogstliggende deel van den tuin en liefst tegen een Noordenmuur. Zoo'n groeve delft men 40-60 cm. diep, naargelang den water stand de breedte is 1,50 m., met langs weerskanten een berm van 1 m. breedte, voortkomende van den uitgedolven grond. M?n verplant er selder, kooien, andijvie, enz. in. Bij vorstweer kan men over de groef rietmatten of takjes en stroo leggen. Groentenkuilen passen best voor wor tel- en knolgewassen. Ze behouden er best hun snaak en bewaren er goed op voorwaarde dat er steeds versehe lucht aankan en de planten er droog en vorstvrij rijn. Lengte en breedte hangen af van den omvang der in te kuilen partij. Gewoon lijk neemt men 1,25 m. breedte, 40 cm. diepte en een veranderlijke lengte. Op den bodem van den kuil legt men stroo en de wortels of knollen erop. Vooraf wringt men de blaren af. Men legge de laag niet te dik en stapelt de lagen pyramidaal op. Daarop legt men een laag je stroo, dat 'n 40 cm. boven den hoop uitsteekt. Men legt op het stroo 'n laag van 40 cm. aarde, doch niet tot boven toe. Men wacht tot de vorst invalt en dekt dan volledig af met aaide. Men laat het stroo uitsteken of steekt eenige drai- neerbuizen door de aarde tot op de groen ten. Men graaft een greppel rondom den kuil cm 't water af te leiden. De op het stroo liggende aarde wordt goed effen- geplakt om 't water goed af te leiden. Als de vorstperiode voorbij is, maakt men het bovenste bloot. Aldus kan men groenten bewaren tot de Lente. De zolder schikt best voor ajuin, sjalot, boon, erwt en zelfs kooien. Ze bewaren best in het half duister. De erwten en boonen houden 't langst in de peulen. Kooien hangt men aan een draad op. in een koele vorstvrij midden. Men merke op, dat om de week een nauwkeurig on derzoek aan de bewaarde groenten wordt uitgevoerd. Uit dit alles blijkt dat het bewaren en overwinteren van groenten een aantal nauwkeurige zorgen vergen, die echter steeds ruimschoots beloond worden. Blijven nog te behandelen de verschil lende methoden van kunstmatige bewa ring in volgende bijdrage. ('t Vervolgt) J. GHYSELEN. IB «BBBBBEBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBIBRBBBBBBU DE BEVOLKING VAN HET REICH oogen naar de licht bewogen zee. Toen hij haar riep had ze zich verschrikt om gedraaid., Je bent al vroeg aan het strand, Kate, had hij gezegd, en rij had geant woord Als je echt van de natuur genieten wilt en haar. wilt begrijpen moet je al leen met haar zijn, Gunter. Dan stoor ik je zeker. Neen, je bent geen vreemde en ik weet, dat je veel van de natuur houdt. Kijk toch eens hoe prachtig die blauwe hemel zich boven de zee welft, je krijgt behoefte om je handen te vouwen en God te danken, dat Hij de wereld zoo mooi geschapen heeft. Die woorden van Kate klonken in hem na en iets ais verlangen ontwaakte in hem. verlangen, dat Kate nu bij hem mocht zijn en van dit schouwspel genie ten. Wat zouden haar oogen stralen bij het zien van dit berglandschap, waarin het klooster zoo prachtig paste. De vrouw echter, die hij aan zijn zijde geplaatst had en die alles met hem zou deelen, zei niets dan een banaal: «heel aardig terwijl zijn hart overvloeide van bewondering. Ze voelde niets bij dit schouwspel, dat hem zoo verrukte. Heel aardig! Hij kon die woorden maar niet kwijt, ze ontnuchterden hem. Toen ze even later uit de sleden stapten en in het goed verwarmde logement het ontbijt gebruikten, voelde hij zich gren zeloos eenzaam. Hij nam weinig deci aan de vroolijke gesprekken. Die banale toon voelde hij als een dissonant en toen men het klooster ging bezichtigen, bleef hij met opzet wat ter rijde. Hij liet zijn vrouw achter in het gezelschap van een dame waarmee ze juist de geheimen van de nieuwste mode behandelde tn wachtte, tot hij alleen was. De stille monniken liepen geluidloos door de ruime vertrekken. Een van hen stond in een der gangen bij een tafel en waschte in e:n schotel zorgvuldig kost bare, kleine altaar kleed; es uit, die door de handen van vrome vrouwen vervaar digd waren. Een lefkebroeder leidde het gezelschap door het klooster. Gunter echter ging naar een der monniken toe en vroeg hem inlichtingen over eenig houtsnijwerk. Broeder Martin bemerkte wel, dat Gun ter een der weinige kloosterl «zoekers was die met diepere belangstelling en be grip de heer li] tee schoonheden van het klooster bekeek en het was hem een ge noegen, den jongen man alleen rond te leiden en op aiie schoonheden opmerk zaam te maken. Ze betraden ook de basilika toen de anderen die reeds verlaten hadden. Broe der Martin toonde Gunter het hoogaltaar met de slanke marmeren zuilen, het heer lijke altaarbeeld en het prachtige beeld houwwerk. Hij legde hem de beteekenis uit van de geweldige plafondschilderin gen in het presbyterium en de nog veel imposantere schilderijen in de basiüka. Met een fijn, stil lachje bracht hij hem langs de prachtige zijaltaren waar zich kostbare reliquiënkastjes tivonden en naar de glazen kisten met de in brokaat, met edelsteenen versierde gjwaden ge hulde mummies der heiligen, die men uit de catacomben hierheen gebracht had. Gunter verbaasde zich over de enorme schatten van het klooster en genoot van de prachtige, zuivere ornamentatie, die vooral aan het orgel en de omlijsting daarvan zoo tot haar recht kwam. Klj zou graag het koepelbeeld van de basilika met zijn talrijke figuren, die om de i oor stelling van de Goddelijke Drieëenheid gegroepeerd waren, meer in alle b.izon- drrheden hebben bestudeerd als lnj daar tijd voor had gehad. Broeder Martin bracht hern nu naar de sacristie, waar Gunter de kostbare, reus achtige kasten met inlegwerk en de bij zonder mooie altaarkleeden bewonderde en broeder Martin vertelde hem daarbij een en ander uit de geschiedenis van het klooster en zei, dat de Ettaler monniken indertijd hun half afgebrand klooster zelf weer hadden opgebouwd en al het In c Wirtschaft und Statistik worden de definitieve cijfers bekend gemaakt omtrent de bevolking van het Reich en van zijn afzonderlijke bestuursomschrij- ving naar de volkstelling van 17 Mei 1939. In Duitscheland leefde toen een bevol king van 79.375.281 inwoners. De bevol king van het Memelgcbied is hier niet inbegrepen, daar het juist voor de telling bij het Reich werd gevoegd en men de telling niet tot het nieune gebied kon uitbrengen. Het vroegere Duitschland, zonder het Saargebied bij de machts overname van het nationaal-socialism in 1933 telde 68.474.000 inwoners. Na de her- eeniging van de Ostmark en het Sude- tenland met het Reich, de herinschake ling van het Memelgebied, Danzig, de nieuwe Oostgebieden en Eupen-Malmedy, bedraagt het aantal inwoners van het Duitsche Rijk 89.634.000. Met het Protek- toraat dat ongeveer 7 millioen inwoners telt en tot het Groot-Duitsche Rijk be hoort, bedraagt de bevolking bijna 97 mil lioen zielen. Het Duitsche Rijk is daar door. na de Sovjet-Unie, de meest be volkte Staat in Europa. Op verren af stand volgenEngeland met N'oord-Ier- land (47.5 millioen), Italië (44.4 millioen), Frankrijk (42 millioen) en Spanje (25 millioen). STREEKGENOOTEN VERBLIJ VENDE IN ZWITSERLAND SOLDATEN: Terryn Robert, Deerlijk. Versiyppe Gerardus, Oostnieuwkerke. Lemenu R., Komen. Gerard Algert, Torhout. Lardenoit Maurice, Nieuwkerke. BURGERS: Bailleul Georges, leper. Carrein Albert, Wervik. Carrein Frans, Wervik. Lampaert Albert, Watou. Al deze personen blijken geïnterneerd te rijn in Zwitserland. JONGELING VAN 1$V2 JAAR DOODT VROUW IN FRAHSCH-VLAANDEREN Te St-Martm-sur-EcailIon, bij Kame- rijk, heeft een 15 ji-jarige jongen een vrouw aangevallen, heeft deze op den grond geworpen en haar dan met een mes doodgestoken, om haar daarna een som van 800 fr. te ontstelen. De dader, die reeds voorheen een aan slag op een meisje pleegde, werd aan gehouden. Alle werk ls stil gevallen, niemand heel het dorp komt nog één enke.e r.^Ld halen en Manten kan tsven van c*a dauw des hemels. Niet dat rijn handen verkeerd oorden; hij kon de beste manden vlechter, tan heel het land. En niet alleen manden, doch alle andere vlechtwerk maikf hij heel knap en smaakvol: rieten zittingen voor stoelen, wiegjes, zeteltjes, toriy*. Nu was dat uit, gedaan met alle werk en de mandenmaker wist niet meer tan welk hout pijlen maken. Ja, het ls verschrikkelijk erg, wanneet ge in uw eetkast niets andn meer liggen lrebt dan een korst brood. Zijn boterpetjs was ledig, rijn komnietje voor eieren wrj ledig, het plaatsje voor da hesp was ledig, het mandje voor de patatten was ledig, het geldbakje was ledig. Alles ledig en weg. De armoe kroop in het huisje d» muren op. Daartusschen vat een msn; de handen rustten op de kmeén, de oogen tuurden door het raampje naar niets, de maag begon te krimpen en te knepen van den honger. Wat zal Manten doen? Zullen zijn blik en rijn ziel donker worden en «al hij een verwijt sturen naar God? Wanhoper.7 Neen, de goede man betrouwt en blijft betrouwen op de Voorzienigheid Hij staat op. Een man met reiden k roe zei- baard en een goedig gezicht, als ten heiiige Jozef uit den hernel. Zijn oogen zijn klaar als kristal en rijn ziel is vel vrede. Ja, mompelt hij, fcior ls toch niets meer aan te vangen: ik zal elders mltn geluk eens beuroeven Zoo, hij maakt rijn knapzak klaar. Dat U vlug gedaan, want er moet anders niits ln dar. die korst broed. Hij doet zitn Zondagse he schoenen aan. laat het kanarievogeltje uit het kooitje vrij naar bulten vliegen, neemt zijn misoelaren gaenstok, kijkt nog eens goed rond. doet de voordeur op slot en... adieu! mijn huisje. Daar stapt Manten de baan op. zon der één enkelen cent op jak, zond eten, alleen maar wat droog brood. Wier heer,? Hij weet bet zelf niet. 31ders«, dat ls alles wat hij gezegd heelt. Hij gaat tot aan den Vierweg waar de wegen elkander kruisen. Manten gaat op het kruirpunt steen, clraait ri;n stok door de lucht en laat hem dan op den grond vallen. De koperen punt wijst d« richting van het Zuiden aan. Goed. dan zullen we tiaar het Zuiden gaan En hij stapt een smeulen grint weg op, ende-r hcoge kanadr.-bocmen. Het is nog vroeg in den voormiddag. De morgen zon doet de bedauwde velden doemen. Op ds hoeven kakelen ce hoenders. Ten allen kante scheren vogeltjes langs de struiken en op de hagen ritten ze te kweelen en vroolijk te doen. En dat «ekt den mandenmaker op. Manten, met rijn ledige maag, wordt vroolijk en begint warempel een liedje te brommen. Èen boer stapt over tien weg en roept hem den morgengroet toe: Goeden morgen, Manten. Ge trekt er op uit? Ja, we paan eens een reisje doen De boer is al weg naar rijn werk en Manten stapt verder naar... Hij is nog flink en kan goed stappen. Reeds is hij buiten het dorp gekomen en altijd tikt do gaanstok nog even vlug tegen den grond en zetten de Zondagsche schoenen groots* passen op het grint van den weg. Dat blijft zoo voortduren tct tegen den mid dag. Dan houdt de maag het niet meer uit en ze moet eten hebben. Maiiter. geeft haar de helft van de broodkorst. Hij rust een uurtje en trekt dan v.oderom verder. En 't was tegen den avond dat hij aan een bosch kwam, een geweldig bosch, hetwelk hij nog nooit had gezien. De donkerte hing reeds volop tusschen de stammen der sparren. Maar toon rtapl Man ten erin. Ct Vervolgüb PIETEB KNOR Pieter Knor dat ls een zwijn Met een aai'dig kronkelstaartje, Op zijn lijf geen enkel haartje; Korte pe.otjes om te stappen, Ooren als twee vette lappen; Met een raren, ronden sr.uit En een buikje ais een schuit. Maar zoo mest dat alles rijn: Pieter Knor is toch een zwijn. Knor die wil dat niet ge!ooren. 'k Ben een varken, dat is waar; Doch waarom heb ik geen haar? Waarom ooren als een bord; Waarom pooten, dik en kort? En een snuit, een vieze snuit. 'k Bon dat mos, dat is nu uit. En hij kroop, wil mij gelooven. Op den tooverberg daar boven. Hoe ze daar aan 't tooveren waren: Varkenssnuiten dat is gek. Beter staat een vogelbek. Op uw lijf," mijn beste zwij-, Krijgt ge het haar van een konijn. Ooren recht, als bij de muis, Ilooge pooten als een struis. Nog wat woorden, wat gebaren En knor was gesteld, voor jaren. Maar wat trok hij groot? oogen: Met een bek kunt ge niec wroeten Lijk de zwijntjes dat toch moeten. Hij kon niet eens den grond ger.at.M% Op die hooge vogelstaker.. Stampen op rijn muizensoren. Haar vol slijk, dat moet we! storen. En zijn portret, wat trok hij groots oogenl Ach neen! ik heb mijzelf bedrogen. Het is een cijfer, t is maar klein; Een kop er voor, 't zit aan av voet. En nog een kop en t zal daar zijn Waar men een huisje bouwen moet. werk zelf hadden verricht. Een eigenaardig vredig gevoel vervulde Gunter bij deze kloosterwandeiing en hij bedankte den monnik hartelijk. Diep ademhalend kwam hij weer buiben en liet rijn blik over het landschap glijden. Het gezelschap kocht intusschen van de monniken kleine heiligsnbeeldjes, brief kaarten en albums met fotografieën van al de schoonheden van het klooster. Ook Gunter kocht zoo 'n album hij zou het bij gelegenheid aan Kate zenden. Ze zou er blij meê rijn. Daar waren zijn gedach ten alweer bij Kate hij had ook aldoor het gevoel gehad of ze daarbinnen in het kloosbsr met hem en broeder Martin meê had geloopen. Juist, toen het gezelschap weer naar het logement wilde gaan, ging in een zij vleugel de kloosterschool uit en de leer lingen stroomden naar buiten voor het vrije kwartier. Nu werd er op het ruime kloosterplein tusschen de jongens een echt sneeuwballengevecht geleverd. La chend bleven de bezoekers staan en ook de monniken keken met hun stil lachje naar de overmoedige jeugd en zetten niet met strenge woorden een domper op de jubelende levensvreugde van hun leer lingen. Gunter kreeg onverwacht een sneeuw bal tegen zich aan. Hij bukte lachend, maakte een sneeuwbal, gooide terug en raakte den kleinen boosdoener. Jubelend begonnen de anderen terug te gooien en al spoedig nam het heele gezelschap aan het sneeuwballengevecht deel. De bel, die de kinderen naar de klas terug riep, maakte een einde aan de pret en het ge zelschap begaf zich in vroolijke stemming naar de sleden. Gunter tilde Lori in d? slee en legde zorgvuldig een plaid over haar heen, toen stapte ook hij in. Zijn wat sombere stem ming was verdwenen, het sneiuwballen- gevecht had hem opgevroolijkt, zijn ocgen straalden van levenslust en toen Lori haar arm door den zijnen stak en vroolijk babbelde, keek hij verrukt ln haar blo zend gezichtje. Hij was weer geheel on der de bekoring van zijn mooie vrouw. Een uur later had men het slot Linden- hof bereikt. De sleden werden bij het slot-restaurant uitgespannen en het ge zelschap ging te voet over de smalle paadjes door de sneeuw naar het slot. Het lag als een sprookjespaias te midden van het sneeuwlandschap, deze zomer droom van een ongelukkigen koning, die zoo 'n hartstochtelijk zoeker naar schoon heid was geweest. Men bezichtigde de statievertrekken met de opgehoopt? kost baarheden van het slot en Lori was ver rukt over al die pracht. Gunter echter had het gevoel, dat hier overdreven was. De vertrekken maakten een overladen in druk en hij vond, dat er in dit heele slot geen enkel plekje was waar een dwalende geest rust zou kunnen vinden. Meer bedrukt dan gesticht kwam hij met de anderen weer buiten en liet zijn blik glijden over de waterwerken en het '.-assin met de met ijs en sneeuw bedekte tritons, zeemerminnen en nimfen naar den vriendschapstempel. Anne Koning, waar had je arme zieke geest beter rust kunnen vinden dan in de heerlijke na tuur van je gezegende land, dacht hij. Babbelend en lachend liep het gezel schap weer naar het restaurant, waar in opgewekte stemming het middagmaal ge bruikt werd. Om twee uur vertrok men weer om naar Ettal terug te keeren. Toen Gunter alleen met Lori in de slede zat, zakte rijn opgewekte stemming weer. Voor het eerst verveelde hij zich met haar. Het viel hem op, dat ze nooit eens eigen gedachten uitte. Wat ze zei. waren phrases die ze anderen had hooren zeggen, gemeenplaatsen. En voor het eerst werd hij zich bewust, hoe weinig aaji- knoopingspur.ten zij samen hadden. De roes die zijn zinnen bevangen had. begon te vervliegen. Hij had nu oogenblikken. dat hij zich merkwaardig ontnuchterd voelde. Guntertje wat zet je een nijdig igezicht zoo vind ik je niets lief, zei Lori schalksch pruilend. Hij schrok uit rijn gepeins op en keek in haar mooi gezicht. Ik moet probeeren haar ziel wakker t« maken, ik moet haai' naar me toe halen. Het zal prettig rijn, haar dmgsn te iee- ren kennen, die haar tot nu toe vreemd gebleven zijn, dacht hij. Hij glimlachte en trachtte een interes sant eesprek met haar w beginnen, ze luisterde met een kinderlijk lachje, gooi de er af en toe ten phrase tusschen en toen hij ernstig bleef praten, noemae hem plagendschoolmeestertje Hij wilde zich verdedigen, maar toen haslde ze allerlsi malligheid uit en maakte r.em aan t lachen. Ze vond ernstige gesprekken saaien zei hem dat ook. Het bleef dus bij den lushtigen, opper- vlakkigen toon, dien Gunter vanoaag eerst opgemerkt had. Het werd hem ein delijk, dat ze nooit anders dan op oien luchtigen toon met elkaar gespreken had den, als ze niet verliefd hadden gedaan. Ze waren intusschen wser ia Ettal aan gekomen en nadat men hier ware kcöi« en thee en de heerta groc of punch ge bruikt hadden, reed men bij fiiAc:ver lichting door de schemering naar huis. Het was een onvergetelijke tocht efl dat schenen de meeste der deeigenortf» te voelen. Het oarermoetiige lachen praten verstomde, alleen het gerinkel oer bellen klonk door de koude lucht Df maan zeilde langzaam langs den hemd en stond als een ronde kogel boven de» Zugspitse. Gunter genoot. Lori was zachtjes in* gedut. Ze werd pas met een verlegen iseh* wakker toen de slede voor het hotel f-11 hitld. doch toen was ze ook ineens *eet vroolijk en bedrijvig. Dien avond zou f nog een bal plaats vinden en men U'1! naar rijn kamers om zich te verkleed01 Na dien toent beschouwd Gunter rij» jonge vrouw met veel krrttocher oogen en ontdekte veel in haai', wat hetn niet W* viel, (Wordt vervo'guif.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 8