Ds Verloren Ring
KOENTGES
Ons KINDERHOEKJE
LANDBOUWKRONUK
Ons Vrouwenhoekje
MEJ. domicent
VOOR ONZE KLEUTERS
.8,
GEDACHTEN
uit de
HET WELBEKEND HUIS
ven BRUGGE
DE MANDENMAKER
Ons Wekelijksch Raadsel
God Is waarheid. God beminnen en de
«raarheid liefhebben zijn een en dezelfde
jrieieuiting.
Verstandig is hij die altijd op den
tuisten tijd komt. maar nog verstandiger
bij. die het juiste tijdstip kiest van heen
te gaan.
Verstand geeft niet altijd geluk, maar
t leert toch vaak. hoe gij uit den druk
u op kunt heffen tot geluk.
Slechts weinig menschen worden door
hunne ondergeschikten oprecht bewon
derd.
hét manneke
Alderliefste Lezeressen,
Vrienden Lezers, 'k vraag in 't kort:
Wat begint ge, nu dat de avond
Stillekens aan steeds langer wordt?
kousen stoppen, kousen breien.
Boeken lezenGoed en wel!
Maar. mag 't Manneken U leeren,
Een plezierig, geestig spel?
Wel dan. luistert, 'k ga TJ zeggen
Hoe ee de verveling keert.
En gij. onbemerkt bii 't stielen,
Nog wat Vlaamsche woorden leert.
Dat is. gelijk de geleerde koppen zeggen.
UTILE DULCÏwat beduidt: «het
nuttige met het aangename
Zeker, roept Knulleken uit! Als 11c een
telloor riistepao eet. goed gesuikerd, dan
zeg ik ook Utile Dulci Pap is nuttig
voor mijn gezondheid en aangenaam om
eten.
We hebben 't hi»r echter niet over nap,
maar over een snel. dat ge met tw-e. drie.
v'er en meer personen kunt spelen, als
die nersonen tenminste kunnen lezen en
schrijven. Iedereen neemt en blad panier
en een potlood. Er wordt lrtie getrokken
om te weten wie begint. Hij of rii, die
beeiot. maakt 'n zin en schrijft dien zin
op 't papier. Bijvoorbeeld:
Ik lees De Poperingenaar
Nu moet nummer 2 daar dadelijk een
rijm op vinden. Die zal daarop, bijvoor
beeld, zeggen:
Ik doe dat al menig jaar.
Nummer drie moet nu ook met iets
klaar staan en zal voor den dag komen
met iets in dezen trant:
't Manneken en Knulleken, die passen bij
[mekaar.
En zoo gaat dat voort. Iedereen heeft
viiftien seconden, cm 'n rijm te vinden...
Wie op vijftien second:n niets gevonden
heeft, moet 'n stuiver of 'n biljet van
honderd frank in den pot leggen... En
die mag dan opnieuw beginnen met 'n
andier woord, bijvoorbeeld:
In den Winter is het koud.
Nummer twee:
'k Ben kontent da 'k ben getrouwd.
En zoo voort...
Als er dan, op die manier, wat bladzij
den staan volgeschreven, worden al die
rijmkens voorgelezen. De uren zijn voor
bij zonder dat ge 't weet en de inhoud
van den pot wordt verdeeld. En daarbij:
Tot besluit, hieel kort:
'k Weet vast dat er gelachen wordt.
GELACHEN WORDT ER GEWOON
LIJK NIET, als de dokter moet komen.
Knulleken was overtijd zoo 'n beetje aan
den sukkel met z'n hart.
Ge moet kalm blijven en u over niets
ongerust maken en de aergsn uit uw kop
zetten, en geen peper of zcut gebruiken.
Goed, zei Knulleken. 'k Zal het doen,
meneer de dokteur.
'n Tijdeken later kreeg Knulleken de
rekening... Twee dagen daarna kwam hij
den dokteur tegen, in 't veld.
He wel, hoe is 't met 't hart? vroeg
de mm van de wetenschap.
Slecht! zei Knulleken.
Hebt ge mijn raad niet gevolgd?
Jawel, meneer de dokteur, maar lk
heb uw rekening gekregen... en die is te
fel gezouten en gepeperd.
'N GEPEPERDE HAAS HEET MEN
HAZEPEPER. 't Is 'n schotel cm er dui
men en vingers van af te likken. In
- ->i heet dat civet de lièvre Ja,
zegt Knulleken. zwrg daar maar over...
Een haasje
Geprepareerd in den wijn.
Dat zal \ycl
Voor later zijn.
Ik had. zoo gaat Knulleken voort. nei.
nonkel, die heette Pancratius. cn dat was
een gezworen jag:r en een gezworen
jonkman cn die zei altijd: Alle Razen
moesten meiskens zijn en alle meiskens
hczEnHij bedoelde «üanrmeê: h.'.zen
zijn er veel te weinig en meiskens veel
te veel...
Met dien nonkel Pe->Tt'".s v«n "- r*"*"-
dnn eens op jacht geweest. De brouwer
van 't dorp was zijn vriend cn die ging
dan ook 's Avonds, bij 't naar huis
gaan, heb ik dan me Er dan eens gezegd,
gelijk de Apostelen op den berg: Heer,
net is hier goed. laat ons hier drie ten
ten bouwen Dat was. els we in De
Bloeiende Rozelaaraankwamen, waai
er altijd 't een of 't ander gestoofd of
gebraden wild te kri.igen was en er een
wijntje geschonken werd, waarvan ge bij
't drinken gerust mocht uw lipkens af
likken.
Op nen goeien Septemberdag hadden
nonkel Pancratius, o brouwer en ik
uren en uren door de hel geloopen. Onze
knapzak was allang leeg en we kregen
honger. Ja maar, zoo 'n hei. dat was in
diai tijd nog 'n echte wildernis... Ner
gens geen hut of huizeken... Als we nu
nog 'n half uur geloopen hadden, zei
nonkel Pancratius:
Halt! Ik heb het gevonden. Links
van dat bosch daar vóór ons, woont
Nardje de turfsteker. In z'n hut zullen
csifcBa&iaBaaBEsaaassasasBEai
ZOEKT G'IETS t'huren of te koopen,
Zoekt g' een meid, 'n plaats of wat?
Zoekt niet langer... plaatst nog heden
'n Kleine ZOEKER in ons blad.
Mengelwerk v. 13 Oktober 1540. Nr 13.
ROMAN van H. COURTHS-MAHLER.
we wel 'n stuk brood vinden, met wat
geitenkaas en 'n scheut geitenmelk. Als
we liem 'n frank geven, zal de man heel
blij zijn.
Dat was in dien tijd zoo. Voor één
frank moest 'n werkman een ganschen
dag werkenWij dus naar de hut van
Nardje den turfsteker. Toen we daar aan
kwamen stond de scheef gezakte deur
half open. We klopten: geen antwoord.
We gingen binnen: niemand te zien.
Maar wat er te zien was, en waarnaar
we met gretige oogen keken... dat was
naar 'n lcetelken pap. dat daar boven
'n open vuur hing te koken.
Pap! riepen we alle drie te gelijk uit.
Pap! en we voelden alle drie tegelijk
nog 'n beetje feller, den beer in onzen
buik. Nonkel Pancratius pakte opééns het
ketelken vast en zette het op tafel. Aan
den muur hingen, in "n soort rek, houten
lepels, die Nardje indertijd zelf gesneden
had. Ieder van ons nam zoo 'n lepel en
we begonnen te lepelen dat t 'n lust
was. Die slokop van nen brouwer vond
geen tijd om te blazen en verbrandde z'n
tong... en nonkel Pancratius verslikte z'n
eigen, zoodanig dat hij er in dreigde te
stikken. Enfin, einde goed. alles goed...
na 'n minuut of vijf was 't ketelken leeg.
Nonkel legden frank oo tafelde brou
wer deed er 'n frank bij en ik gaf alles
wat ik in m'n bezit had: nen klopper,
't is te zeggen 'n stuk van tien centie
men. Hebt ge veel, geef rijkelijk. hebt
go weinig, wees zoo goed van dat weinige
op een milde manier mede te de cl en -.
Zoo staat er ook ergens geschreven... Ik
deelde mild mede en verliet de hut met
een gerust geweten.
We waren echter nog geen twee hon
derd meter ver weg en de brouwer was
nog niet uitgepraat over die pap van gei
tenmelk. die toch zoo 'n speciaal smaak-
sken had. ge kost onmogelijk zeggen welk
smaaksken en wat er eigenlijk in was
we waren nog gten twee honderd meter
ver weg. of daar zagen we Nelle aanko
men, Nelle. de vrouw van Nardje. Vier
van heur kinderen waren bij haar en
droegpn evenals zii, bussels hout. Maar
alle vier de kinderen liepen met 'n ver-
bondon kop. Doeken, die misschien eens
proper waren geweest, maar nu vuil en
smerig...
Nonkel Pancratius nam het woord en
vertelde wat er gebeurd was: dat we
't ketelken pap hadden leeg ees'abberd
en wat. e-eld on tafel hadden gelegd...
Maar. meneeren toch. rei Nelle. Da
was nie noodie. daar geld voor te ceven...
Die pao... hewel. dat is oap die ik Kook
voor de konnen van m'n kinders. Ze heb
ben hnn kon vol ranpen en zweren Zie
maar ne keer, boe ze dear «taan. De pap
d'e er nu on ligt... kook ik morgen op
nieuw... en de pap die daar hink te ko
ken. dat is de nan, die ik er dezen mor
gen heb afgenomen... Daar moest ge geen
geld voor geven...
Nonkel Pancratius stond el met z'n kon
tegen 'n boom van 't bosch en de brouwer
werd bleek, groen en geel...
En gij. Knulleken?
Ik? Ik peisde:
Is de nap er In
Dan komt de pap er uit.-
Dus wachten maar
Zoo was m'n besluit...
En ik troostte me met de gedachte:
vieze varkens worden niet vet
Hewel. Knulleken, ge kunt er aan
met uw histories... Straks hebben de al
derliefste Lezeressen geen goesting meer
om nog iets te eten.
ETEN RIJMT MET WETEN en nu heb
ik het genoegen U te laten weten dat de
wijnoogst in Frankrijk goed is gelukt.
Goede wijn, vooral Bordeaux-wijn. zegt
Knulleken, dat is de zon in flesschen.
Van jenever! Jong en oud
Wordt daarvan vast driest en stout.
Woedend als 'n doüe stier...
Goede raad helpt dan :en zier...
De jenever bracht er veel
In 't gevang of wel te Geel.
(M 5
un
ster,
hu Jee.
testa
Gun
land
ter.
nier Warmeckzoon van een rijken industrieel,
te Zen zijn veders goesting getrouwd met een
maar heel mooie tn vriendelijke tooncclspccl-
tori Le.xner. Zijn vader had hem graag zien
a met Kale, een jiitüt meisje, dat hij in huis
Opgenomen. Maar zeujs een onterving van zijn
had hem daarin niet genolpen. Hij had zijn
nnni cpgcmcaf.t en gaj ai zijn goed aan Kate,
ir t n L*ori waren op huteedjksri is in Zwitser-
en reden per sire naar ccn oud versterkt k.oos
p-m at te (hz*ken.
De bellen aan het tuig van de dam
pt.u.e paarden rinkelden heider in den
s.Uicn murgen. Nu reed men langs de
ke.u waarin neg de kaarsen van de mis
brandden. De conkEre gestalten van de
geloo-.igen liepen voorbij of bleven staan
om den optocht van sleden na te zien.
Dut beviel de bewoners van Partenkir-
cljen wel, dat bracht geld in het landje
tn de vreemdelingen, die malle stads
lui -, konden betalen.
Uit alle sleden klonk gelach en gepraat,
plagende uitroepen doorkruisten de lucht.
Gunter kwam telkens weer ond.r den
indruk van de prachtige, reine natuur.
Zijn oogen keken in stille bewondering
rond. Daarginds breidde zich het berg
landschap uit, hoog achter de andere
de Zugspitae, daarvoor de groote en de
kleine Waxensteïn en daarnaast de Alp-
spitz en de Dreitorspitz. Toen de sleden
een hoek omsloegen bleef dit bergpano-
rama achter en een nieuw ontrolde zich.
Men kwam langs een paar gthuch.tsn en
rte zon ging in stralende schoonheid op.
Het was een heerlijke, windstille morgen
en het uitzicht merkwaardig helder.
Men was nu tot aan den beroemden
Eitaier straatweg gekomen, die gedeelte-
ÏHk uit de rotsen gehouwen een wondrr-
£Jerk van menschenliand en menschehjk
^T,.U is Langzaam kropen de sleden
de breei *'onkgehngEn van den weg op.
't Bierken maakt U dik en vet,
Met een buik, vooruitgezst,
Wie veel bier drinkt, voelt met smart
Dat hij alles ziet in 't zwart.
En een waarheid is 't beslist:
Zóó een, wordt dan pessimist
Maar de wijn. de goede wijn
Is voorzeker een festijn
Voor het lichaam, voor den geest.-
Drink dus wiin. gii die dit leest,
G? ondervindt weldra, voorwaar,
't Leven schijnt U schoon en klaar.
Knulleken, zeg ik. 'n beetie eksplikatie,
astemblief want als gij daar zegt:
't Leven schijnt U schoon en klaar
dan most ik U toch zeggen dat uw ver
zen verre van schoon en klaar zijn...
Hewel, Manneken, luister: Ik wil
enkel dit zeggen: Zat van jenever: woest
an wild. Zat van bier: triestige gedach
ten. Zat van wijn: blij en vroolijk.
Ds ondervinding heeft t bewezen:
Met jenever, bien en wijn
Kunt ge maar de proef eens hemen
Zonder daarom zat te zijn.
BETER ZAT DAN ZOT. zegt een
spreekwoord en t is waar, want 'n zattig-
heid is rap voorbij, maar zot zijn duurt
soms lang, heel lang. Janneken was pre
cies ni:t zot toen hij aan z'n tante Fien
'n gepast antwoord gaf.
Janneken. zei tante Fien, lk weet
niet wet. ik u voor uw feestdag moet koo-
nenIk zal u tien frank geven of is er
iets waarmee ik u meer plezier kan doen?
Ja. tante, antwoordde Janneken...
met twintig frank...
TWINTIG FRANK kostte de flesch die
Karbonkel bij den aootheker had ge
haald voor z'n vrouwe die ziek was.
Goed schudden vóór het gebruik
stond er op 't etiket van de flesch te lezen.
Triep. riep Karbonkel uit, toen hij
thuis kwam... Nu zult ge raD genezen
zijn. De apotheker heeft het gezeid.
Maar daar moet stipt gedaan worden wat
er op 't etiket staat: - Goed schudden
vóór liet gebruik en Karbonkel begon
z'n vrouw als een kafzak te schudden en
wel zoodanig te schudden dat ze geen
lepel van de flesch meer vandoen had...
Ze was dood...
Zoo wordt er verteld en naar 't schijnt
is 't echt gebeurd.
ECHT GEBEURD IS T OOK W-at er
in dezen ekspres-roman verteld wordt.
DE BLOEDDORSTIGE TIJGER
of
HET MEISJE
MET DE BLAUWE OOGEN
door KnuHeken.
HOOFDSTUK I.
Dit is een stuk van mijn leven, toen Ik
twintig jaar oud was. Ik heb toen een
tooneeistuk geschreven en dat stuk heet
te De Bloeddorstige Tijger 't Was een
stuk in vijf bedrijven en zeven tafereelen.
IBBSBBZBBBBBBBBBBBSB9BBBBBES
Boven een diepen afgrond met bevroren
watervallen verhief zich de Koningstand
met zijn met sneeuw bedekte dennen, het
heerlijke prikje aarde, waarop koning
Ludwig zoo vaak zijn paard stil had ge
houden om over zijn land uit te kijken.
Hooger, steeds hooger, gleden de sleden
en dieper en steiler werden de kloven,
soms zóó dicht langs den weg, dat deze
met ijzeren stangen daarvan gescheiden
moest worden. Eindelijk had men het
hoogste punt bereikt en opeens werd het
achter de bergen liggende dal zichtbaar.
Een nieuw, prachtig landschap breidde
zich uit en beneden in het dal lag in al
zijn edele, imponeerende schoonheid het
klooster Ettal.
De heerlijke basilika verhief zich bo
ven den langgerekten zijvleugel en werd
geflankeerd door hoektorens van ver
schillenden vorm. Als een beeld van vrede
en rust, ver van alle wereldsche drukte,
lag het klooster aan den voet van den
Mandl. De monniken van dit klooster
mogen het Ettal niet verlaten. Het kloos
ter is omgeven door vriendelijke boeren
huisjes en iets verder op ligt het loge
ment. Daarheen suisden de sieden nu in
snelle vaart naar beneden.
Kijk toch eens, Lori. is het niet
prachtig, dat vredige klooster in zijn
eenvoudige schoonheid te midden van
die geweldige bergwereld! riep Gunter,
meegesleept door wat hij zag.
Lori liet haar oogen onverschillig rond
dwalen.
Heel aardig! zei ze weer achteloos.
Het was Gunter of hij lichamelijk pijn
leed. Dat domme, banale: heel aardig
rukte hem uit zijn verrukte stemming.
Weer moest hij aan Kate denken. Hij
herinnerde zich een zomermorgen aan
zee. Hij was met zijn vader en Kate een
paar weken naar de Oostzee gegaan en
dien morgen was hij vroeger dan anders
opgestaan.
Een eenzame, slanke vrouwengestalte
had dicht bij het water gestaan en toen
hij dichter bij kwam had hij Kate lier-
kend. Ze keek met groote, droomerige
In dien tijd kregen de menschen als ze
naar een avondfeest gingen, mars jandies
voor him g-ld. Punt.
HOOFDSTUK II.
Ik had een vriend. Beroardus. de school
meester. Een akteu: van eerste klas. Hij
zou de hoofdrol spelen in De Bloeddor
stige Tijger Ik had voor mil slechts een
klein rolleken gereserveerd. Ik btn altijd
zoo geweest: ik kan verdragen dat iemand
suksss heeft. Suks:s zouden we tt nan-
dere alle twee hebben: ik. Knulleken, als
schrijver: hij. Bernardus. als speler. We
waren twee goede vrienden; we hadden
nooit geen ruzie gehad en we mochten
zingen: wil zijn gezworen kameraden.
Maarnu kregen we ruzie. Om 'n meisje.
Dingen die gebeuren. Punt.
HOOFDSTUK III.
Dat meisje heette: Columbia. Lief. als
'n jong begijntje; zacht als 'n lammeken;
vriendelijk ais n lentezonneken. 21e kwam
van de stad Antwerpen en was nu op
logist bij haar tante. Voor haai- gezond
heid. Ze had de buitenlucht noodig. Toen
lk Columbia voor t' eerst zag. was ik cp
staanden voet verliefd. Toen Beroerd us.
Columbia voor 't eerst zag, was hij ook
op staanden voet verliefd. Punt.
HOOFDSTUK IV.
Bernardus stuurde alle weken, vier,
vijf. zes gedichtekens naar Columbia. Ik
kocht alle weken, vier, vijf, zes pakskens
muntebollen voor Columbia. Columbia las
de gedichtekens: Columbia slikte de mun
tebollen, lijk 'n kanarievogel z'n graan
tjes. maar voor de rest, zweeg Columbia!
Punt.
HOOFDSTUK V.
Wie zou 't winnen: Bernardus of ik,
Knulleken. Ik. de schrijver van De
Bloeddorstige Tijgerof Bernardus, die
de hoofdrol zou spelen? Waarom had ik
die hoofdrol niet voor mij behouden?
Columbia zou daar zitten op de eerste rit.
En. Bernardus zou gaan loopen met het
sukses... Gedurende de viif bedrilven zou
hij, om zoo te zeggen, altijd op 't tooneel
staan, terwijl ik. na de helft van 't twee
de bedriif, me niet meer moest laten zien.
Bernardus had. door miin eigen stomme
schuld, alle troeven in handen. Punt.
HOOFDSTUK VI.
Groot nieuws, 'n Paar uur voor de ver
tooning heb ik Columbia ontmoet. Ze
heeft me gezegd dat ze riet naar de
voorstelling kan komen. Met 't tramme-
ken van halver zeven zei ze vertrekken.
En ik ben blil! Bli1 dat ze naar mijn stuk
niet komt zien. En. waarom ben ik zoo
blij? Ge zult het hooren. Punt.
HOOFDSTUK VII.
In t tweede bedrijf, moest Bernardus.
De Bloeddorstige Tijgermij met 'n
dolk doorsteken, terwijl ik in 'n zetel zat.
Dan moest hij zeggen tot de lakeien:
Neemt op dat lijk, met spoed.
En gooit het in de gracht daarbuiten
Tot voedsel dient er dan zijn bloed
Van palingen en puiten.
't Was 'n stuk in verzen en 't speelde
in de middeleeuwen. Columbia zou met
het trammeken van halver zeven ver
trekken. Bernardus zou mij rond de zes
sen vermoorden. Ik had dus al den tijd,
als de lakeien mijn lijk hadden wegge
dragen. al erin tijd om de verfrommel
van m'n gezicht te wrijven, m'n middel-
eeuwsch kostuum uit te doen en m'n
nieuw Paaschkostuum aan te trekken en
naar het trammekien te loopen en met
Columbia tot Brussel te reizen en haar
misschien wel tot Antwerpen uitgeleide
te doen... Bernardus, met z'n hoofdrol
kon me r.iet volgen en Alleluia! Colum
bia zou de mijne worden. Punt.
HOOFDSTUK VIII.
Van die reis is niets gekomen. Bernar
dus had hst spel in de gatenToen hij
mij. in 't tweede bedrijf laffelijk had ver
moord en de lakeien op 't tooneel kwa
men cm mijn lijk weg te sleuren, toen
zei hit, in plaats van te zeggen wat in
z'n rol stond, toen zei hij:
Laat 't lijk maar rustig liggen, want
Die dooie is een rare klant.
Hi.i ligt daar mist z'n oogen toe
Maar 'denkt: ik heb een rendez-vous
Aan een tortelduif gegeven
In 't trammeken van halver zéven.
Punt.
HOOFDSTUK IX.
Ik heb Columbia nooit meer terugge
zien. Miin vriend Bernardus evenmin.
Dat is mijn troost geweest. Maar in 't
dorp heb ik nog dikwijls moeten hooren,
als 't trammeken schuifelde: Knulleken,
't trammeken van halver zeven! Punt.
Wie is er nu potdorie
Bij 't lezen van dees droevige historie
Van Knulleken zijn lot, vol me.êlij, niet
Dat vraagt U [begaan?
't Manneken uit de Maan.
fOvername, zelfs gedeeltelijk, verboden).
Ml
MISSIEBOEKEN IN OPENBARE
SCHOOLBIBLIOTHEKEN
Dezen Winter zal er in Jfen familie
kring veel gelezen worden. Uit volks- en
schoolbibliotheek zullen de boeken hun
stille zending vervullen.
Vergeten wij niet, nu de missies onze
belangstelling niet mogen ontberen, de
bibliotheken ruim van het missiebock te
voorzien; zij zullen van jong en oud uit
gevochten worden en het zaad der missie
liefde in de harten zaaien.
De boeiende missieboekeu zijn van 1 25
fr. af, te bekomen, bij onze boekhande
laars, katholieke uitgevers, of bij de al-
gemeene missieboekhandel, 7 Beenhou
wersstraat, Brugge. Vraag Prospektus.
-co»-
NUTTIGE WENKEN
VOOR HET BEWAREN
VAN EETWAREN
Vroeger was het aanleggen van voor
raden niet zeer in gebruik, doch sedert
ecnigen tijd wordt het door velen als een
voordeel beschouwd en heeft menig par
ticulier het geraadzaam geacht een be
hoorlijken voorraad voedingswaren en
andere artikelen op te scheren. Ten ge
rieve van deze personen is het wellicht
nuttig eenige aanduidingen te geven no
pens de wijze en den duur van het be
waren der levensmiddelen.
Wat de in blik gesteriliseerde waar
betreft, hiervan mag de duurzaamheid als
onbeperkt beschouwd worden, doch het
is geraadzaam het blik niet in een-warme
plaats te bewaren. Vermits er zich onder
deze voorwaarde gemakkelijk bacteriën
kunnen ontwikkelen en de inhoud van
het blik gevaarlijk kan worden. Verder
is het noodig te zorgen dat de blikken
goed droog staan en dat er geen deuken
in voorkomen.
Het bewaren van niet gesteriliseerde
voedingswaren is een moeilijker kwestie.
Daar zijn vooreerst de vethoudende pro
ducten vetten en oliën. Het is algemeen
heleend, dat boter en margarine niet lang
kunnen worden bewaard, zonder sterk te
worden. Nu beveelt de Zwitserscne re
geering aan gesmolten boter op te
doen;
Men zal ze best bewaren in goed af
sluitbare flesschen of blikken en ze in
een donkere plaats bergen. Dit nieuwe,
na de smelting bekomen product is ech
ter geen boter meer. Het kenmerk van
boter en margarine is n.l. dat het vet
zeer fijn verdeeld is en omgeven met in
water opgelosteamleFe bestanddeelen
vandaar de gemakkelijke smeerbaarheid
van boter en ook de gemakkelijke ver
teerbaarheid tegelijk veroorzaakt de
fijne verdeeling echter ook de sterke aan
tastbaarheid van boter, die voert tot het
sterk worden.
Wil men uit de gesmolten boter weer
boter maken, dan is dit wel mogelijk,
door ze te smelten en lang te schudden
in warm gemaakte melk. Men krijgt dan
misschien niet meer de allerfijnste na
tuurboter, maar zeer zeker een goed
voedzaam en smakelijk vervangproduct.
Wat de cacao betreft, deze kan langen
lijd bewaard worden in goed sluitende
bussen.
Ongebrande koffie is, afgesloten van
insecten, vrijwel onbeperkt houdbaar en
wordt zelfs beter bij het bewaren. De
gebrande daarentegen verliest zeer snel
het aroma: hiervan moet worden uitge
zonderd een Amerikaansche soort, die in
blik en onder koolzuurvulling is verpakt;
deze is echter extra duurl
Verder zijn er de granen en graanpro
ducten. Zij bevatten olie en loopen daar
om gevaar te bederven, vooral wanneer
ze fijn gebroken of vermalen zijn. Deze
producten bevatten dikwijls insecten of
hun eitjes, die bij normale temperatuur
zich kunnen ontwikkelen. Dergelijke pro
ducten dienen daarom bij zoo laag mo
gelijke temperatuur te worden bewaard
en men doet het best b. v. om de paar
weken alles even na te zien en te zeeven,
zoodat de larven, die klompjes om zich
heen verzamelen, afgezeefd kunnen wor
den. Het bewaren in blik of glas is hier
bij niet afdoende, daar die eitjes er reeds
in de silo's of molens inkomen. Bij war
mer weer is er steeds kans, dat ook van
buiten insecten in komen, als ze in zak
ken bewaard wordpnkleine zakjes, be
waard in goed afsluitende blikken, zijn
dus aan te bevelen.
Artikelen, zooals maïzena of andere
zetmeelsoorten (sago, topioca, enz.) be
vatten geen vetten en kan men dus lang
bewaren, mits door insecten geen schade
kan worden toegebracht. Puddingpoeders
dient men niet te lang te bewaren, ook
niet als ze in origineele verpakking zijn.
Voor peulvruchten geldt ongeveer het
zelfde als voor graneilveel bevatten ze
«aangestoken» korrels, die met de hand
uitgezocht dienen te worden. Zeer koel
bewaard, blijven ze zeer lang goed.
Rijst wordt veel minder snel ranzig
(wat het vet erin betreft) dan andere
granen. De smaak wordt echter wel snel
slechter, als er gebroken korrels in zijn
men kan die er uit zoeken, als is dit bij
mindere soorten onbegonnen werk.
Artikelen als vermicelli en macaroni
zijn bereid uit harde tarwe (of dienen
eruit bereid te zijn) en belmoren dus tot
de rauwe graanproducten, wat de houd
baarheid betreft; ook hier is het insec
tengevaar vrij groot, zoodat controle noo
dig is. Verpakte thee blijft in blik of glas
zeer lang goed.
Wil men eieren een tijdlang bewaren,
dan valt het aan te raden ze gedurende
30 seconden in kokend water te leggen
en daarna snel af te koelen en koel te
bewarenhierdoor kunnen geen bacte
riën meer naar binnen treden; was het
ei reeds aangetast, dan bederft het ech-
gelast zich zooals vroeger met het
Verven Nieuwwasschen Droogkuischen Kuisch,
Verven en hervormen van Heerenhoeden Stoppage.
De goederen afgegeven Maandags, worden den Vrijdag terugbezorgd
BIJHUIS BIJ
21, Korte Torhoutstraat 21, IEP ER
Open van 8 tot 12 u, IS en van 13 u. 30 tot 19 u, Den Zondag gesloten.
ter toch zoodat men bij aankoop zeker
moet zijn van versehe waar.
Wat zout betreft moet opgemerkt
worden dat vele soorten vrij sterk water
aantrekken zoodat we aanraden ze te
bewaren in glas of goed sluitend blik en
onder goed dichtplakken van de sluiting.
VERRASSENDE PAPJES
Ee zijn geltoren pap-eters; die eten
pap uit gewoonte. Er zijn ook gedwon
gen pap-etersdie eten pap met tegen
zin en later vaak ook uit gewoonte.
Hoe men dit ook bekijkt eten uit ge
woonte of eten niet tegenzin het zijn
beiden ongunstige verschijnselen. Daar
om is eenige attractie aan te bevelen,
speciaal bij pap, welk gerecht tegen
woordig bij veten vaker ter tafel komt
dan vroeger.
Eenige voorbeelden
U laat karnemelkfiche pap met wat sui
ker of met een weinig van een zoetings-
middel in de vla-schaal koud worden.
Hierop legt U bij voorbeeld bessen, die
afgehaald, fijngemaakt en met wat suiker
gemengd zijn of U roert de bessen er
doorheen.
Of U gebruikt pruimen, die gehalveerd,
gepit en daarna ongeveer 5 minuten wor
den gekookt m een weinig water met
suiker. De kooktijd is afhankelijk van de
soort pruimen. Met een schuimspaan
haalt men de zacht geworden pruimen
uit het vocht en schikt ze op de pap. Het
sap wordt met aangemengde aardappel
meel gebonden en over de vruchten ge
goten.
In don appeltijd bedekt men de pap
met appelmoes of men kookt stukjes
appel in de pap mee. Ook kan men alle
soorten jam met iets water verdunnen,
binden met aardappelmeel en zoo noo
dig geurig maken met citroensap of ci
troenzuur en in de pap verwerken.
Zet uw huisgenooten eens een kom
havermout voor. Maar vertel er niet bij.
dat onder de weinig geliefde havermout
een flinke laag hessen- en frambozen-
jam schuil gaat. Dit zal een smakelijke
en leerzame verrassing zijn.
In ons hoofdartikel van verleden week
heeft onze correspondent geschreven dat
we nu ln de verloren uren van de lange
avonden terug, zooals onze voorouders
het deden, plezier en vermaak moe
ten zoeken in onzen eigen thuis, en er
's avonds, in gezelligen familiekring rond
den haard onzen tijd moeten doorbren
gen. 't zij met het vertellen van kinder
en andere vertelseltjes of met het oplos
sen van raadsels. De Poperingenaar
wil de menschen van goeien wil daarin
meehelpen en voor de kleinere, opkomen
de kategorie onzer Lezers, de kleuters van
heden de mannen van morgen, geven
we vanaf deze week een reeks vertelsel
tjes, gedichtjes en raadseltjes, waarmee
onze jonge kleuters... en ook grootere
menschen... zullen pleziervolle avonden
doorbrengen.
Onze eerste bijdrage begint met een
vertelseltje over:
VI.
Manten, de mandenmaker van het
dorp. zit op droog stroo. Wat wilt ge; hij
was altijd eerlijk geweest, veel te eerlijk
in zijn werk: scboone. stevige manden
voor een kleine winst. En hij was altijd
goed geweest, veel te goed in zijn leven:
geen enkele arme dompelaar is ooit bij
hem weggegaan zonder een kleine aal
moes: in den Winter kon zelfs het
kleinste vogeltje bij dien armen manden
maker nog een kruimeltje krijgen.
Zoo komt ge er moeilijk in deze wereld.
Manten wist dat zelf ook zeer goed, maai
bij betrouwde immer op de Goddelijke
Voorzienigheid. En win ik daar geen
geld mee, ik verdien misschien mijn h--
mel», zei de brave man altijd. Doch wat
is er nu gebeurd? Heeft de Voorzienig
heid die goede ziel in den steek gelaten?
ISRSBBBSÏ9BBBBH!!
door Jo«. Ghysefen, Land- en Tuinbouwteeraar
OOGSTEN EN BEWAREN VAN GROENTEN
(Vervolg)
Bij 't uewaren van groenten kunnen
we onze toevlucht nemen tot verschillen
de methoden.
Natuurlijke bewaring ter plaats in der,
grond waar de planten groeiden, is verre
de gemakkelijkste.
Veldsla is winterhard, doch om ze bij
vorstperiode te kunnen oogsten, dekt men
ze af juist vóór de vorst.
Spinazie is eveneens tamelijk winter-
vast, doch bast afgedekt met erwtrijze.i
of stroo.
Indien de savooikool niet tot volle ont
wikkeling gekomen is, is ze wintervast.
Enkele groenten als prei en selder, be
waart men ter plaats door hoog aan te
aarden voor den Winter en bij vorst af
te dekken met droge bladeren, mest, stroo,
enz. Men neme goed in acht de toppen
van 't blad bloot te laten en dadelijk na
de vorstperiode het dekmateriaal (niet
de aarde) weg te nemen.
In serren en warenhuiren bewaart men
groenten die men goed kan verplanten
met wortelkluit en die goed licht ver
dragen (dus nog verder doorgroeien). Dit
is 't geval voor late sla, andijvie, bleek-
selder. De kelder past er ook voor, op
voorwaarde dat die luchtig en klaar is.
Kelders die wat donker rijn, passen
uiterst goed voor bewaring van rijpe
wortelgewassen als raap, wortel, schor
seneer, raapselder, enz. Deze bewaart men
in assche of zand.
De kelder weze vorstvrij, goed ver-
luchtbaar en de warmtegraad regelbaar.
Groenten kunnen goed bewaard wor
den in groeven in den grond. Ze worden
best aangelegd op het hoogstliggende
deel van den tuin en liefst tegen een
Noordenmuur. Zoo'n groeve delft men
40-60 cm. diep, naargelang den water
stand de breedte is 1,50 m., met langs
weerskanten een berm van 1 m. breedte,
voortkomende van den uitgedolven grond.
M?n verplant er selder, kooien, andijvie,
enz. in. Bij vorstweer kan men over de
groef rietmatten of takjes en stroo leggen.
Groentenkuilen passen best voor wor
tel- en knolgewassen. Ze behouden er
best hun snaak en bewaren er goed op
voorwaarde dat er steeds versehe lucht
aankan en de planten er droog en
vorstvrij rijn.
Lengte en breedte hangen af van den
omvang der in te kuilen partij. Gewoon
lijk neemt men 1,25 m. breedte, 40 cm.
diepte en een veranderlijke lengte. Op
den bodem van den kuil legt men stroo
en de wortels of knollen erop. Vooraf
wringt men de blaren af. Men legge de
laag niet te dik en stapelt de lagen
pyramidaal op. Daarop legt men een laag
je stroo, dat 'n 40 cm. boven den hoop
uitsteekt. Men legt op het stroo 'n laag
van 40 cm. aarde, doch niet tot boven
toe. Men wacht tot de vorst invalt en
dekt dan volledig af met aaide. Men laat
het stroo uitsteken of steekt eenige drai-
neerbuizen door de aarde tot op de groen
ten. Men graaft een greppel rondom den
kuil cm 't water af te leiden. De op het
stroo liggende aarde wordt goed effen-
geplakt om 't water goed af te leiden.
Als de vorstperiode voorbij is, maakt
men het bovenste bloot. Aldus kan men
groenten bewaren tot de Lente.
De zolder schikt best voor ajuin, sjalot,
boon, erwt en zelfs kooien. Ze bewaren
best in het half duister. De erwten en
boonen houden 't langst in de peulen.
Kooien hangt men aan een draad op. in
een koele vorstvrij midden. Men merke
op, dat om de week een nauwkeurig on
derzoek aan de bewaarde groenten wordt
uitgevoerd.
Uit dit alles blijkt dat het bewaren en
overwinteren van groenten een aantal
nauwkeurige zorgen vergen, die echter
steeds ruimschoots beloond worden.
Blijven nog te behandelen de verschil
lende methoden van kunstmatige bewa
ring in volgende bijdrage.
('t Vervolgt) J. GHYSELEN.
IB
«BBBBBEBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBIBRBBBBBBU
DE BEVOLKING VAN
HET REICH
oogen naar de licht bewogen zee. Toen
hij haar riep had ze zich verschrikt om
gedraaid.,
Je bent al vroeg aan het strand,
Kate, had hij gezegd, en rij had geant
woord
Als je echt van de natuur genieten
wilt en haar. wilt begrijpen moet je al
leen met haar zijn, Gunter.
Dan stoor ik je zeker.
Neen, je bent geen vreemde en ik
weet, dat je veel van de natuur houdt.
Kijk toch eens hoe prachtig die blauwe
hemel zich boven de zee welft, je krijgt
behoefte om je handen te vouwen en God
te danken, dat Hij de wereld zoo mooi
geschapen heeft.
Die woorden van Kate klonken in hem
na en iets ais verlangen ontwaakte in
hem. verlangen, dat Kate nu bij hem
mocht zijn en van dit schouwspel genie
ten. Wat zouden haar oogen stralen bij
het zien van dit berglandschap, waarin
het klooster zoo prachtig paste.
De vrouw echter, die hij aan zijn zijde
geplaatst had en die alles met hem zou
deelen, zei niets dan een banaal: «heel
aardig terwijl zijn hart overvloeide van
bewondering. Ze voelde niets bij dit
schouwspel, dat hem zoo verrukte.
Heel aardig!
Hij kon die woorden maar niet kwijt,
ze ontnuchterden hem.
Toen ze even later uit de sleden stapten
en in het goed verwarmde logement het
ontbijt gebruikten, voelde hij zich gren
zeloos eenzaam. Hij nam weinig deci aan
de vroolijke gesprekken. Die banale toon
voelde hij als een dissonant en toen men
het klooster ging bezichtigen, bleef hij
met opzet wat ter rijde. Hij liet zijn
vrouw achter in het gezelschap van een
dame waarmee ze juist de geheimen van
de nieuwste mode behandelde tn wachtte,
tot hij alleen was.
De stille monniken liepen geluidloos
door de ruime vertrekken. Een van hen
stond in een der gangen bij een tafel en
waschte in e:n schotel zorgvuldig kost
bare, kleine altaar kleed; es uit, die door
de handen van vrome vrouwen vervaar
digd waren.
Een lefkebroeder leidde het gezelschap
door het klooster. Gunter echter ging
naar een der monniken toe en vroeg hem
inlichtingen over eenig houtsnijwerk.
Broeder Martin bemerkte wel, dat Gun
ter een der weinige kloosterl «zoekers
was die met diepere belangstelling en be
grip de heer li] tee schoonheden van het
klooster bekeek en het was hem een ge
noegen, den jongen man alleen rond te
leiden en op aiie schoonheden opmerk
zaam te maken.
Ze betraden ook de basilika toen de
anderen die reeds verlaten hadden. Broe
der Martin toonde Gunter het hoogaltaar
met de slanke marmeren zuilen, het heer
lijke altaarbeeld en het prachtige beeld
houwwerk. Hij legde hem de beteekenis
uit van de geweldige plafondschilderin
gen in het presbyterium en de nog veel
imposantere schilderijen in de basiüka.
Met een fijn, stil lachje bracht hij hem
langs de prachtige zijaltaren waar zich
kostbare reliquiënkastjes tivonden en
naar de glazen kisten met de in brokaat,
met edelsteenen versierde gjwaden ge
hulde mummies der heiligen, die men uit
de catacomben hierheen gebracht had.
Gunter verbaasde zich over de enorme
schatten van het klooster en genoot van
de prachtige, zuivere ornamentatie, die
vooral aan het orgel en de omlijsting
daarvan zoo tot haar recht kwam. Klj
zou graag het koepelbeeld van de basilika
met zijn talrijke figuren, die om de i oor
stelling van de Goddelijke Drieëenheid
gegroepeerd waren, meer in alle b.izon-
drrheden hebben bestudeerd als lnj daar
tijd voor had gehad.
Broeder Martin bracht hern nu naar de
sacristie, waar Gunter de kostbare, reus
achtige kasten met inlegwerk en de bij
zonder mooie altaarkleeden bewonderde
en broeder Martin vertelde hem daarbij
een en ander uit de geschiedenis van het
klooster en zei, dat de Ettaler monniken
indertijd hun half afgebrand klooster
zelf weer hadden opgebouwd en al het
In c Wirtschaft und Statistik worden
de definitieve cijfers bekend gemaakt
omtrent de bevolking van het Reich en
van zijn afzonderlijke bestuursomschrij-
ving naar de volkstelling van 17 Mei 1939.
In Duitscheland leefde toen een bevol
king van 79.375.281 inwoners. De bevol
king van het Memelgcbied is hier niet
inbegrepen, daar het juist voor de telling
bij het Reich werd gevoegd en men de
telling niet tot het nieune gebied kon
uitbrengen. Het vroegere Duitschland,
zonder het Saargebied bij de machts
overname van het nationaal-socialism in
1933 telde 68.474.000 inwoners. Na de her-
eeniging van de Ostmark en het Sude-
tenland met het Reich, de herinschake
ling van het Memelgebied, Danzig, de
nieuwe Oostgebieden en Eupen-Malmedy,
bedraagt het aantal inwoners van het
Duitsche Rijk 89.634.000. Met het Protek-
toraat dat ongeveer 7 millioen inwoners
telt en tot het Groot-Duitsche Rijk be
hoort, bedraagt de bevolking bijna 97 mil
lioen zielen. Het Duitsche Rijk is daar
door. na de Sovjet-Unie, de meest be
volkte Staat in Europa. Op verren af
stand volgenEngeland met N'oord-Ier-
land (47.5 millioen), Italië (44.4 millioen),
Frankrijk (42 millioen) en Spanje (25
millioen).
STREEKGENOOTEN VERBLIJ
VENDE IN ZWITSERLAND
SOLDATEN:
Terryn Robert, Deerlijk.
Versiyppe Gerardus, Oostnieuwkerke.
Lemenu R., Komen.
Gerard Algert, Torhout.
Lardenoit Maurice, Nieuwkerke.
BURGERS:
Bailleul Georges, leper.
Carrein Albert, Wervik.
Carrein Frans, Wervik.
Lampaert Albert, Watou.
Al deze personen blijken geïnterneerd
te rijn in Zwitserland.
JONGELING VAN 1$V2 JAAR
DOODT VROUW
IN FRAHSCH-VLAANDEREN
Te St-Martm-sur-EcailIon, bij Kame-
rijk, heeft een 15 ji-jarige jongen een
vrouw aangevallen, heeft deze op den
grond geworpen en haar dan met een
mes doodgestoken, om haar daarna een
som van 800 fr. te ontstelen.
De dader, die reeds voorheen een aan
slag op een meisje pleegde, werd aan
gehouden.
Alle werk ls stil gevallen, niemand
heel het dorp komt nog één enke.e r.^Ld
halen en Manten kan tsven van c*a
dauw des hemels.
Niet dat rijn handen verkeerd oorden;
hij kon de beste manden vlechter, tan
heel het land. En niet alleen manden,
doch alle andere vlechtwerk maikf hij
heel knap en smaakvol: rieten zittingen
voor stoelen, wiegjes, zeteltjes, toriy*.
Nu was dat uit, gedaan met alle werk
en de mandenmaker wist niet meer tan
welk hout pijlen maken.
Ja, het ls verschrikkelijk erg, wanneet
ge in uw eetkast niets andn meer liggen
lrebt dan een korst brood. Zijn boterpetjs
was ledig, rijn komnietje voor eieren wrj
ledig, het plaatsje voor da hesp was ledig,
het mandje voor de patatten was ledig,
het geldbakje was ledig. Alles ledig en
weg. De armoe kroop in het huisje d»
muren op. Daartusschen vat een msn;
de handen rustten op de kmeén, de oogen
tuurden door het raampje naar niets,
de maag begon te krimpen en te knepen
van den honger.
Wat zal Manten doen? Zullen zijn blik
en rijn ziel donker worden en «al hij een
verwijt sturen naar God? Wanhoper.7
Neen, de goede man betrouwt en blijft
betrouwen op de Voorzienigheid Hij
staat op. Een man met reiden k roe zei-
baard en een goedig gezicht, als ten
heiiige Jozef uit den hernel. Zijn oogen
zijn klaar als kristal en rijn ziel is vel
vrede.
Ja, mompelt hij, fcior ls toch niets
meer aan te vangen: ik zal elders mltn
geluk eens beuroeven Zoo, hij maakt
rijn knapzak klaar. Dat U vlug gedaan,
want er moet anders niits ln dar. die
korst broed. Hij doet zitn Zondagse he
schoenen aan. laat het kanarievogeltje
uit het kooitje vrij naar bulten vliegen,
neemt zijn misoelaren gaenstok, kijkt nog
eens goed rond. doet de voordeur op slot
en... adieu! mijn huisje.
Daar stapt Manten de baan op. zon
der één enkelen cent op jak, zond eten,
alleen maar wat droog brood. Wier heer,?
Hij weet bet zelf niet. 31ders«, dat ls
alles wat hij gezegd heelt.
Hij gaat tot aan den Vierweg waar
de wegen elkander kruisen. Manten gaat
op het kruirpunt steen, clraait ri;n stok
door de lucht en laat hem dan op den
grond vallen. De koperen punt wijst d«
richting van het Zuiden aan.
Goed. dan zullen we tiaar het Zuiden
gaan En hij stapt een smeulen grint weg
op, ende-r hcoge kanadr.-bocmen. Het is
nog vroeg in den voormiddag. De morgen
zon doet de bedauwde velden doemen.
Op ds hoeven kakelen ce hoenders. Ten
allen kante scheren vogeltjes langs de
struiken en op de hagen ritten ze te
kweelen en vroolijk te doen. En dat «ekt
den mandenmaker op.
Manten, met rijn ledige maag, wordt
vroolijk en begint warempel een liedje
te brommen. Èen boer stapt over tien
weg en roept hem den morgengroet toe:
Goeden morgen, Manten. Ge trekt er
op uit?
Ja, we paan eens een reisje doen
De boer is al weg naar rijn werk en
Manten stapt verder naar... Hij is nog
flink en kan goed stappen. Reeds is hij
buiten het dorp gekomen en altijd tikt do
gaanstok nog even vlug tegen den grond
en zetten de Zondagsche schoenen groots*
passen op het grint van den weg. Dat
blijft zoo voortduren tct tegen den mid
dag. Dan houdt de maag het niet meer
uit en ze moet eten hebben. Maiiter. geeft
haar de helft van de broodkorst. Hij rust
een uurtje en trekt dan v.oderom verder.
En 't was tegen den avond dat hij aan
een bosch kwam, een geweldig bosch,
hetwelk hij nog nooit had gezien. De
donkerte hing reeds volop tusschen de
stammen der sparren. Maar toon rtapl
Man ten erin. Ct Vervolgüb
PIETEB KNOR
Pieter Knor dat ls een zwijn
Met een aai'dig kronkelstaartje,
Op zijn lijf geen enkel haartje;
Korte pe.otjes om te stappen,
Ooren als twee vette lappen;
Met een raren, ronden sr.uit
En een buikje ais een schuit.
Maar zoo mest dat alles rijn:
Pieter Knor is toch een zwijn.
Knor die wil dat niet ge!ooren.
'k Ben een varken, dat is waar;
Doch waarom heb ik geen haar?
Waarom ooren als een bord;
Waarom pooten, dik en kort?
En een snuit, een vieze snuit.
'k Bon dat mos, dat is nu uit.
En hij kroop, wil mij gelooven.
Op den tooverberg daar boven.
Hoe ze daar aan 't tooveren waren:
Varkenssnuiten dat is gek.
Beter staat een vogelbek.
Op uw lijf," mijn beste zwij-,
Krijgt ge het haar van een konijn.
Ooren recht, als bij de muis,
Ilooge pooten als een struis.
Nog wat woorden, wat gebaren
En knor was gesteld, voor jaren.
Maar wat trok hij groot? oogen:
Met een bek kunt ge niec wroeten
Lijk de zwijntjes dat toch moeten.
Hij kon niet eens den grond ger.at.M%
Op die hooge vogelstaker..
Stampen op rijn muizensoren.
Haar vol slijk, dat moet we! storen.
En zijn portret, wat trok hij groots oogenl
Ach neen! ik heb mijzelf bedrogen.
Het is een cijfer, t is maar klein;
Een kop er voor, 't zit aan av voet.
En nog een kop en t zal daar zijn
Waar men een huisje bouwen moet.
werk zelf hadden verricht.
Een eigenaardig vredig gevoel vervulde
Gunter bij deze kloosterwandeiing en hij
bedankte den monnik hartelijk. Diep
ademhalend kwam hij weer buiben en
liet rijn blik over het landschap glijden.
Het gezelschap kocht intusschen van de
monniken kleine heiligsnbeeldjes, brief
kaarten en albums met fotografieën van
al de schoonheden van het klooster. Ook
Gunter kocht zoo 'n album hij zou het
bij gelegenheid aan Kate zenden. Ze zou
er blij meê rijn. Daar waren zijn gedach
ten alweer bij Kate hij had ook aldoor
het gevoel gehad of ze daarbinnen in het
kloosbsr met hem en broeder Martin meê
had geloopen.
Juist, toen het gezelschap weer naar
het logement wilde gaan, ging in een zij
vleugel de kloosterschool uit en de leer
lingen stroomden naar buiten voor het
vrije kwartier. Nu werd er op het ruime
kloosterplein tusschen de jongens een
echt sneeuwballengevecht geleverd. La
chend bleven de bezoekers staan en ook
de monniken keken met hun stil lachje
naar de overmoedige jeugd en zetten niet
met strenge woorden een domper op de
jubelende levensvreugde van hun leer
lingen.
Gunter kreeg onverwacht een sneeuw
bal tegen zich aan. Hij bukte lachend,
maakte een sneeuwbal, gooide terug en
raakte den kleinen boosdoener. Jubelend
begonnen de anderen terug te gooien en
al spoedig nam het heele gezelschap aan
het sneeuwballengevecht deel. De bel, die
de kinderen naar de klas terug riep,
maakte een einde aan de pret en het ge
zelschap begaf zich in vroolijke stemming
naar de sleden.
Gunter tilde Lori in d? slee en legde
zorgvuldig een plaid over haar heen, toen
stapte ook hij in. Zijn wat sombere stem
ming was verdwenen, het sneiuwballen-
gevecht had hem opgevroolijkt, zijn ocgen
straalden van levenslust en toen Lori haar
arm door den zijnen stak en vroolijk
babbelde, keek hij verrukt ln haar blo
zend gezichtje. Hij was weer geheel on
der de bekoring van zijn mooie vrouw.
Een uur later had men het slot Linden-
hof bereikt. De sleden werden bij het
slot-restaurant uitgespannen en het ge
zelschap ging te voet over de smalle
paadjes door de sneeuw naar het slot.
Het lag als een sprookjespaias te midden
van het sneeuwlandschap, deze zomer
droom van een ongelukkigen koning, die
zoo 'n hartstochtelijk zoeker naar schoon
heid was geweest. Men bezichtigde de
statievertrekken met de opgehoopt? kost
baarheden van het slot en Lori was ver
rukt over al die pracht. Gunter echter
had het gevoel, dat hier overdreven was.
De vertrekken maakten een overladen in
druk en hij vond, dat er in dit heele slot
geen enkel plekje was waar een dwalende
geest rust zou kunnen vinden.
Meer bedrukt dan gesticht kwam hij
met de anderen weer buiten en liet zijn
blik glijden over de waterwerken en het
'.-assin met de met ijs en sneeuw bedekte
tritons, zeemerminnen en nimfen naar
den vriendschapstempel. Anne Koning,
waar had je arme zieke geest beter rust
kunnen vinden dan in de heerlijke na
tuur van je gezegende land, dacht hij.
Babbelend en lachend liep het gezel
schap weer naar het restaurant, waar in
opgewekte stemming het middagmaal ge
bruikt werd.
Om twee uur vertrok men weer om naar
Ettal terug te keeren.
Toen Gunter alleen met Lori in de
slede zat, zakte rijn opgewekte stemming
weer. Voor het eerst verveelde hij zich
met haar. Het viel hem op, dat ze nooit
eens eigen gedachten uitte. Wat ze zei.
waren phrases die ze anderen had hooren
zeggen, gemeenplaatsen. En voor het eerst
werd hij zich bewust, hoe weinig aaji-
knoopingspur.ten zij samen hadden. De
roes die zijn zinnen bevangen had. begon
te vervliegen. Hij had nu oogenblikken.
dat hij zich merkwaardig ontnuchterd
voelde.
Guntertje wat zet je een nijdig
igezicht zoo vind ik je niets lief, zei
Lori schalksch pruilend.
Hij schrok uit rijn gepeins op en keek
in haar mooi gezicht.
Ik moet probeeren haar ziel wakker t«
maken, ik moet haai' naar me toe halen.
Het zal prettig rijn, haar dmgsn te iee-
ren kennen, die haar tot nu toe vreemd
gebleven zijn, dacht hij.
Hij glimlachte en trachtte een interes
sant eesprek met haar w beginnen, ze
luisterde met een kinderlijk lachje, gooi
de er af en toe ten phrase tusschen en
toen hij ernstig bleef praten, noemae
hem plagendschoolmeestertje Hij
wilde zich verdedigen, maar toen haslde
ze allerlsi malligheid uit en maakte r.em
aan t lachen.
Ze vond ernstige gesprekken saaien
zei hem dat ook.
Het bleef dus bij den lushtigen, opper-
vlakkigen toon, dien Gunter vanoaag
eerst opgemerkt had. Het werd hem ein
delijk, dat ze nooit anders dan op oien
luchtigen toon met elkaar gespreken had
den, als ze niet verliefd hadden gedaan.
Ze waren intusschen wser ia Ettal aan
gekomen en nadat men hier ware kcöi«
en thee en de heerta groc of punch ge
bruikt hadden, reed men bij fiiAc:ver
lichting door de schemering naar huis.
Het was een onvergetelijke tocht efl
dat schenen de meeste der deeigenortf»
te voelen. Het oarermoetiige lachen
praten verstomde, alleen het gerinkel oer
bellen klonk door de koude lucht Df
maan zeilde langzaam langs den hemd
en stond als een ronde kogel boven de»
Zugspitse.
Gunter genoot. Lori was zachtjes in*
gedut.
Ze werd pas met een verlegen iseh*
wakker toen de slede voor het hotel f-11
hitld. doch toen was ze ook ineens *eet
vroolijk en bedrijvig. Dien avond zou f
nog een bal plaats vinden en men U'1!
naar rijn kamers om zich te verkleed01
Na dien toent beschouwd Gunter rij»
jonge vrouw met veel krrttocher oogen en
ontdekte veel in haai', wat hetn niet W*
viel,
(Wordt vervo'guif.