Ons KINDERHOEKJE KOENTGES De Verioren Ring Officieel® Berichten en Besluiten Hatrëen si van Ooriogstalg LANDBOUWKRONIJK VOOR ONZE KLEUTERS MEJ. domicent GEDACHTEN DE MANDENMAKER Ons Wekelijksch Raadsel 'mm HET WELBEKEND HUIS van BRUGGE Beleefdheid en voorkomendheid zijn een kapitaal, dat men goedkoop kan ver krijgen en dikwijls den meesten intrest oplevert. Waarschijnlijk zal hij die nooit een fout maakte ook nimmer een ontdekken. Al te veel aandacht schenken aan een mogelijk gevaar is wel eens oorzaak dat men er niet aan ontkomt. HET MANNEKE UIT 0 Vrienden Lezers, I 'ssen, 'k Stuur TJ weer m'n 'ten groet Tc Wensch dat g"allen goed gezond nog Flink en vroolijk leven doet. Oeeft de lucht maar regen weer. Geeft de zon geen warmte weer, Och kom, ontimisten mogen 't Aan hun hart niet laten komen. WIE GEEFT VAN T GEEN HIJ HEEFT, is waard dat hij leeft; zegt een Vlaamsch spreekwoord. De nood Is groot In menig huisgezin. Treedt hij Geeft blij Een deel van uw gewin. Aan den arme geeeven Is aan God ge leend, staat er geschreven. ER STAAT OOK GESCHREVEN en gedrukt dat het verboden is eetwaren achter te houden om ze dan met groote winsten te verkoooen. Onder den vorigen oorlog werden de menschen die dat deden accaoareurs geheeten. Een goed Vlaamsch woord daarvoor is bloedzuigerszegt Knulleken, die vandaag met 'n gezicht loopt, precies of dat hii 'n pint aziin heeft gedronken... Als ik hem zeg dat hij zoo zuur kijkt, krijg ik te hooren waar dat het paard gebonden ligt: Is het niet triestig als Men durft op deze dagen Nog meer dan zestig frank Per kilo boter vragen? VRAGEN RIJMT MET WAGEN «1 verleden week hebben ze te Brussel een wagen tegengehouden, waarop dat er honderd zestig duizend eieren lagen. Die eieren waren bestemd om aan woeker prijzen te worden verkocht. Dan zijn de menschen verwonderd dat er bijna geen el te vinden is. TE VINDEN IS ER GELUKKIG weer versche visch... Maar die versche visch kost nener duur en als ge visch gereed maakt dan moet, er toch wat botersaus hit ziin... Daar is zelfs een spreekwoord dat 'eat: Visch m^et driemaal zwemro°n: eerst in 't water, dan in de boter en dan in den wijn... Maar dat was in den eoeden tijd Toen 't leven te allenkant Een leven zonder zoreren was In een Luilekkerland. Maar eenmaal k^mt de tüd weerom Als de oorlog is cedaen 7s ook de nieuwe orde daar Dan zal 't wel beter gaan. En wijl we 't nu toch hebben over visch, vertel ik U 'n kleine historie waar van miin heernonkel, de paster zaliger, de hoofdheld was; zegt Knulleken. Wel, Knulleken. we luisteren. Hewel, zegt Knulleken, mijn heer nonkel de paster, dat was ne paster van den ouden stempel: hij had 'n snuifdoos en altijd 'n koppel groots 100de zakdoe ken bij zich. De brave man ging, om zoo ts zeggen, nooit op reis, maar nu ge beurde 't dat hij toch ne keer voor de zaken van z'n kerk naar de stad moest. Toen hij z'n zaken had afgehandeld zou hij ergens gaan eten. Hij ging een spijs huis binnen en ze wezen hem een plaats aan, aan de table d'hötes wat zooveel wil zeggen als: gemeenschappelijke tafel voor Jan en alleman die komt eten. Mijn nonkel de paster zaliger ging dus aan die tafel zitten en bevond zich in 't ge zelschap van drie lustige klanten Commis-voyageurs 't Was onder de schoolwet van '79 en die drie Commis- voyageurs lieten al subiet hooren dat ze fel, fel liberaal waren... Daar werd 'n visch opgediend en ze zouden dien sim- pelen paster van den buiten ne keer foppen... Is 't waar meneer de paster, dat Christus gezegd heeft, sprekende over de Kerk: Ik ben het hoofd? vroeg nummer één van die mannen. Ja 't, zei m'n nonkel de paster. Hewel, sprak toen nummer één weer, dan neem ik den kop van den visch... Toen vroeg nummer twee, die tusschen de anderen zat en er uitzag als 'n dik gebuikte rentenier: Is 't v/aar dat Christus gezeid heeft: Waar er twee of meer vergaderd zijn in mijnen naam, zal ik in hun midden zijn? Ja 't, zei m'n nonkel de paster. Hewel, sprak toen nummer twee wéér: Dan neem ik het middenste van den visch. Toen vroeg nummer drie: Is 't waar, meneer de paster, dat Christus gezegd heeft: Ik zal met u zijn tot aan 't einde der tijden? Ja 't, zei mn nonkel de paster. Hewel, sprak toen nummer drie weêr: Dan neem ik het uiteinde van den visch en hij scheerde het staartstuk op zijn teljoor. En plezier dat ze hadden en lachen dat ze deden omdat er dien armen m'n non kel de paster niemendalle overbleef. Maar al was die m'n nonkel de paster ook maar 'n paster van 'n boerenparo- chie, was hij niettemin ne fijne kadee. Al meteen stond hij recht en zei, precies of dat hij op zijnen preekstoel stond: Christus heeft het Doopsel ingesteld Meteen pakte m'n nonkel de paster de sauskom vast en zwierde den inhoud over de kostumekens van de drie fratsenma kers, terwijl hij uitriep: Ik doop u, in naam des... enz. En 't was gedaan met eten. BOTERVAT EN SPINNEWIEL dat wa ren twee dingen die in den goeden, ouden tijd, in elk pachthof te vinden waren. In den goeden ouden tijd, toen 'n kope ren cent z'n waarde had en men zes of zeven frank betaalde voor honderd kilo patatten. Patatten! Welk woord rolt nu uit Ieders mond, Een woord zoo rijk aan schatten? Wel! moet het hier in 't luid verkond, Het is het woord: PATATTEN! IN DE PATATTEN LIGGEN, ls 'n I Vlaamsche spreuk, zegt Knulleken. Met- een trekt hij zijn portefeuille open en ziet dat er niemendalle Insteekt. En de sukkelaar zucht Met een droevig gezicht Dat hij weer ne keer In de patatten ligt. T LIGT NIET IN MIJN BEDOELING, alderliefste Lezeressen, hier zedepreeken te houden... Dat kan ik gelooven, zegt Knulleken. want de alderliefste Lezeressen zouden dan aan 't spreekwoord moeten denken: Als de vos de passie preekt, boerkens wacht uw ganzen... Alderliefste Lezeressen, we zullen Knulleken maar laten klappen. De kerel weet niet eens, dat ik hier het woord richt tct: De alderliefste Lezeressen Dik of dun en groot of klein Die een halve eeuw geleden Vliegt de tijd? geboren zijn! Hewel. alderliefste Lezeressen van rond de vijftig. Als ge moeder zijt. hebt ge mis schien al dikwijls gepeisd: Wat ga Ik van m'n jongens maken? Moet ik ze naar de hoogeschool zenden? Moeten ze notaris worden, of advokaat, of professer of dok- toor?... Als ge er doktoors van wilt ma ken. luistert, dan naar dezen raad: Ka- mieleken, de zeune van mijnen koziin Fransooi, ging ook naar de universiteit. En hii zei tot ziin vader: Iemand die specialist ls verdient meer geld dan nen simpelen dokteur. Zeg me nu ne keer poeDa, zou ik nu specia list worden voor de ooren of specialist voor de tanden? Jongen, antwoordde mijnen kozijn Fransooi, die precies niet van de domstén is: ge moet natuurliik specialist worden voor de tanden, want ten den heeft ieder mensch er twee en dertig en ooren slechts twee. TWEE NAMEN DAT IS HET MINSTE waarmee 'n mensch door de wereld kan gaan. Zoo staat Knulleken in de registers ingeschreven als beetende: Julius Knul. Op den buiten ls 't dikwijls de gewoonte dat de menschen steeds onder 'n biinaam worden genoemd. Zoo herinner ik mij nog goed, dat toen ik te Kukkelooregem aan de Zwarte Beek als schoolmeester kwam aangeland, dat Stientje van Kareis ln 't kinderbed was gekomen en dat er 'n dochterken was geboren. Dat dochter ken kreeg den naam van Netteken. Net teken groeide op in deugd en wijsheid en als Netteken zoo in de fleur was, zou nie mand gezegd hebben: Netteken Taps, naar de naam van heur vader, maar dan was 't steeds: Netteken van Stientje van Ko reis. Netteken trouwde. Netteken kocht ook 'n docMerken dat Martha werd ge- kerst. Martha heur vader heette: Dol fijn. Maar nu zou niemand gezegd heb ben: Mprtha Dolfijn, maar wel: Martha van Netteken van St.ientie van Kareis... Martha is 'n bellefleur geworden: ze heeft geoasseerd jaar r,p beur beurt 't zevende sacramentie omhelsd... En gepasseerde we°k is er 'n kindeken geboren, 't Heet -Tefken. Fn .Tefken's vader heet Van Mol. Maar ln 't, riorn zullen de menschen niet zee-eenJefken Van Mei. *Teen. .Tefken zal heeten: Jefken van Martha van Net teken van Stientje van Kareis... G» moet niet wegen wat, d"t. binnen honderd iaar zal ziin en wie niet eenoee asem heeft. do°t dan maar beter dat hij z'n mond houdt. MIELEKEN HOUDT V^N REIZEN. Lest kwam hii in een schoon doro, waar dat er oude kasteelen staan van barons en graven. Mieleken zag een boerken aan z'n deur zitten en vroeg: Ziin er hier in dit dorp ook groote mann°n aeboren? Voor zoovw ik weet niet. men ere. zet t. boerken. Hier worden alleen kleine kinderen eeboren. En Mieleken stapte verder. VERDER I EEST GE DE ROMAN- EKSRFES of de ekspres-roman van Knulleken. One f let en niet gelachen, want 't is potdorie een zeer triestige his torie EEN HUWELIJKSREIS of HOOG EN DROOG EN VER VAN HUN GELUK Onuitgegeven roman, door Knulleken. Mengelwerk v. 20 Oktober 1940. Nr 14. ROMAN van H. COURTHS-MAHLER. Guntrr Wameck, zoon van ern rijken industrieel, was tegen zijn vaders goesting getrouwd met een sluwe, maar heel mooie cn vriendelijke tooncelspecl- stcr, Lori Leixner. Zijn vader had hem graag zien huwen met Kate, een Jlink meisje, dat hij in huis had opgenomen. Maar zelfs een onterving van zijn zoon nad hem daarin niet geholpen. Hij had zijn testament opgemaakt en ga] al zijn goed aan Katc. Gunier en Lori waren op huwelijksreis in Zwitser land Op zekeren avond merkte hij, dat ze coquetteerde met een jongen Amerikaan, mr. Hamton, die den vorigen dag was aangekomen. Hij zag, dat ze hem oogjes gaf en verleidelijk tegen hem lachte. De aderen op zijn voorhoofd zwollen. Hij stond met een ruk op en zei tamelijk scherp: Verwissel als je blieft met mij van plaats. Lori, die mr. Hamton is een vle gel. Hij fixeert je voortdurend en denkt misschien dat Je lachen voor hem be stemd is. Lori schrok een beetje, doch lachte toen luchtig. Maar schat, je bent toch niet ja- loersch? Ze ruilde echter met hem van plaats, doch niet zonder tersluiks een veelzeg gend an blik naar de tafel vau mr. Ham ton te werpen. Neen, Lori, ik ben niet jaloersch. Als ik dat moest zijn, zou het den dood van mijn liefde beteekenen. Maar je bent nu mevTOUw Wameck en moet vergeten, dat je Lori Leixner bent geweest, die zich dergelijke onhebbelijkheden moest laten welgevallen. Ze trok een lipje. Poeh. schat, wat iet Je een boos ge licht. Die mijnheer Hamton is me totaal HOOFDSTUK I. Mariekcn diende bij een beenhouwer, vleeschhouwer of slachter. In de buurt was er 'n garage en daar werkte Pietje Pom. In de buurt was er ook 'n bakkerij en daar werkte Fonske Vlam. Pietje zag Marieken en Fonske zag Marieken. Punt. HOOFDSTUK H. Pietje was 'n kloeke beer... struisch en groot. En Marieken zag Pietje geerne. Want Pietje, al struisch en groot te zijn, was 'n knappe kadee. Fonske was eerder klein en fijn... Zoo 'n poppsventje. Maar, Marieke was in 't geheel niet kwaad als Fonske ne keer met haar klapte, 't Was altijd zoo beleefd, zoo gemanierd, zoo voorkomend, zoo zacht... En 's nachts droomde Marieken zoowel van Fonske als van Pietje. Punt. HOOFDSTUK III. Pietje had 'n groot gebrek: 'n volle pint kon hij niet vol zien en 'n lege pint niet leeg. Dus gebeurde 't dat Pietje door loopend dronken was en op slot van re kening door z'n baas werd weggezonden. Met 'n dronkelap trouw ik niet, zei Ma rieken en Pietie mocht het afstappen. Pietje riposteerde: 't is omdat ge dat bak kerken liever ziet; ik heb het allang ge merkt. Punt. HOOFDSTUK IV. Pietje is verdwenen. Niemand weet waar hij zit; waar hij werkt, als hij werkt... Fonske ondervindt de waarheid van de spreuk: de aanhouder wint. Hij heeft 'n jaar of drie met Marieken gevrijd. Nu gaan ze trouwen. Punt. HOOFDSTUK V. Ze zijn getrouwd. Ze gaan op speelreis. Op speelreis lijk de gewone mensch van den buiten dat in dien tijd deed. 's Mor gens weg en 's avonds terug, 'n Reisken naar Brussel. Punt. HOOFDSTUK VI. In 'n voorstad van Brussel is 't kermis. Ze zitten op oen molen... ze zitten in die kleine automobielekens... ze eten smoute- bollen en wafels... Nog 'n hall uur en dan is 't tijd om den tram te pakken, 't Leste trammeken... a vapeur. Ze zien op de foor n. Hij volgde en wegeltje dat door het bosch kronkelde. Langs weerszijden rezen hooge. donkere boomstammen op uit een wildernis van groote braamstruiken. Manten dacht aan geen gevaar of aan geen kwaad. Ik zal wel ergens uitkomen, zegde hij. En kom ik er niet uit vóór deft nacht, dan maak ik hier maar mijn bed onder de boom en Doch dat wegeltje kronkelde en bleef maar kronkelen en de mandenmaker na derde stilaan het hartje van het woud. Reeds hing de dusternis inktzwart vóór zijn oogen en kon hij de boomen niet meer zien. Toch zocht hij met den gaan- stok nog zijn weg tusschen de stammen. Is dat dan een bosch zonder einde, mompeld ehij. 'k Zou er toch best uit zijn om ergens een huisje op te zoeken Hij had het nog maar pas gezegd of de grond onder zijn voeten zakte weg en hij viel in een put van één meter diepte. Manten schreeuwde verschrikt en grab belde en scharrelde om wederom op het pad te geraken. Hij had zich erg bezeerd aan de voeten en hij moest een heelen tijd blijven zitten en de grootste pijn la ten voorbijgaan. Daarna wilde hij nog wat verder. Hii tastte met den stok naar andere bedrieglijke putten, die vóór zijn voeten konden ïiggen. Was ik maar terug onder den vrijen hemelzuchtte de ongelukkige man. Maar hij geraakte meer en meer ver dwaald in dat vervloekt bosch. 't Is daar nu zoo zwart als in de hel. Hii loopt niet meer op een harden wegel, maar op een glibberigen bodem. Manten peinst dat het toch maar best zal zijn hier te vernachten. Hij tast met de han den naar een boom. Daar voelt hij groote bladeren aan lage takken hangen. Zij dragen naaldscherpe stekels en prikken piinlijk-diep in zijn handen. «Ai! roept Manten ne hij trekt zich rap terug. Hij stoet lichtjes tegen den tak en plots slaat een slappe twijg rond zijn arm en kronkelt er zich stevig vast. Een verlam mende schrik bekruipt den man en hij gelooft dat de kwade hand van den dui vel hier in 't bosch in. Hij trekt en wringt om uit dien houten ring te ge raken. Het helpt niet. De tak begint meer en meer rond ziin vleesch te spannen en sluit reeds het bloed af. Help mii, o lieve Heer bidt de onge lukkige. Hij kan nog zijn mes grijpen en begint dan in hpt hout te kerven. Ein delijk ls de twijg doorgesneden en komt stilaan los. Manten is blij en hij denkt: 'k zsl nu wel voorzichtiger zijn. Hij wil op zij gaan, maar zie, daar heeft een an dere twijg zijn arm beet en wringt er zich rond als een slang. In wilde angst begint de man opnieuw te snijden en te kerven. Hij geraakt vrij en kan gelukkig van onder dien verraderlijken boom weg vluchten. Nu voelt hii opeens nevens zich reus achtige grashalmen. Ze snijden als mes sen en reeds heeft hii vreeselijke wonden in zijn handen, van er maar even tegen te wriiven. Ook van die plaats moet hij weg. De arme Manten weet niet meer naar welken kant hii gaan moet. Hij is hier in een verschrikkelijke donkere hel terecht gekomen en hoe zal hij er nog ooit uit geraken. Plots vallen smalle bladjes naar bene den. die in zijn kleederen blijven steken en met fijne punten in zijn vleesch bran den. Hij vlucht weg. Lange slingerplan ten wikkelen zich rond zijn voeten en doen hem neervallen. Manten zucht en bidt. Wederom ls hij los en kruipt over den grond. Maar daar zijn nijdige doornen die hem aanvallen. En opeens, zonder dat hij het zelf be grijpen kan, is het gedaan en staat hij op een plaats waar een zachte rust hangt. Het is daar zoo goed, het is daar zoo stil 'n nieuwigheid: Het Luchtwiel. Een wiel zoo hoog als de kerktoren van hun dorp. Aan dat wiel hangen bakskens. Plaats voor twee personen. Marieken wil zoo eens de lucht in. Ze gaan in 'n baksken zitten, 't Wiel begint te draaien... Ze rij zen hooger en hooger, maar opeens, juist als ze op 't hoogste punt hangen: dertig en meer meter boven den grond: een schok. Punt. HOOFDSTUK VII. 't Wiel hangt onbeweeglijk. Daar is be neden, in de machinekamer, iets gebeurd, 't Wiel wit niet vooruit, 't wiel wil niet achteruit... 't Wiel verroert zoo min als de toren van de Onze Lieve Vrouwe- kerk... Punt. HOOFDSTUK VII. Marieken roept en schreeuwt dat ze naar 't trammeken moet. Fonske tiert en sakkert, dat de fanfare van 't dorp, aan den tram zal staan, om hen af te halen, want hij is de piston-solo van de fan fare. Beneden staan er honderd, dan twee, drie, vierhonderd en straks duizend menschen te gapen! En weldra te lachen dat ze schokken en van alle gekheid te roepen, nu ze weten dat het koppel dat daar boven gevangen zit, op huwelijks reis is. Punt. HOOFDSTUK IX. Eerst den volgenden morgen kwam er weer beweging in 't wiel. Maar toen was een van de knechten verdwenen. Die knecht was ge hebt het misschien ge raden niemand anders dan Pietje Pom, die het wiel had stilgelegd en kapot ge werkt, zoodat de eerste huwelijksnacht van Marieken en Fonske voorbijging in 'n baksken, hoog in de lucht. Punt. Alderliefste Lezeressen Luistert naar mijn raad, heel wijs, In zoo 'n wiel gaat nimmer zitten Als ge zijt op huwlijksreis. 't Manneken uit de Maan. (Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden). en de vermoeide mandenmaker valt daar neer en. slaapt op een heerlijk bed van mos. Ct Vervolgt). m nm a DE SNOEPER Ferdinandje, Suikertandje, Waar gaat ge nog eens heen? Daar op 't hoekske Om een koekske, Bij Sofietje Zoetebeen. Zoetebaardje, Suikertaartje, Waar komt dat geld vandaan? 't Is een overschotje Uit mijn potje En 'k weet niet wat er mee gedr—r. Altijd loopen Om te koopen, Naar 't hoekske bij Sofie. Alle uurtjes Zoetjes, zuurtjes. Koekjes, latjes, die ik zie. Voor uw tandje, Ferdinandje, Is 't slecht en ongezond. En uw buikske. Suikerkruikske 'k Zag liever vruchten ln uw mond. VRIJDAG 1 NOVEMBER TELLING DER VAARTUIGEN Zij die in zulk geval verkeeren, dienen een inventaris van de verloren voorwer pen op te maken, met een verklaring erbij hoe en waar ze deze verloren. Dit alles moet worden opgeschreven op twee exemplaren, samen met hun volledigen burgerlijken stand. Het eerste ls bestemd voor het Ministerie van FInancisn, Dienst voor Oorlogsschade, Zegestr., 43b, te Brussel, terwijl het tweede voorgelegd Op Vrijdag 1 November 1940 zal er overgegaan worden tot het tellen der vaartuigen op de waterwegen van het land. Gansch dien dag ls de scheepvaart verboden. De schippers zijn gehouden: zich te voegen naar de voorschriften van de met de telling belaste agenten en aan dient te worden op het gemeentehuis. 1 dezen alle gemak te verleenen om aan boord te komen; aan boord te hebben en de tellers vóór te leggen: 1) een stuk waaruit blijkt wie eigenaar van het schip ls, met opgave van zijn woonplaats en zijn nationaliteit; 2) het proces-ver baal der tonnemaat. OPLOSSING VAN EEN TEEN - 'T VORIG RAADSEL - STEEN Ik woon niet verre van uw mond, En met een kop sta lk op 't vuur; En nog een kop 'k ben ongezond, En 'k hang daar liefst in 't morgenuur. gBHBBESHEBBIHSHKBIBBÏBaaSIBIB Kind door granaat gedood te Eekloo. Twee kinderen van foorreizigers die hun kamp even te Eekloo hadden opge slagen, namelijk de 14-jarige Louis La- fertin en de 9-jarige Leimberger Edward, hadden een granaat gevonden. Niettegen staande de vermaningen van een der foorreizigers gingen de jongens de gra naat halen. Wijl een der kleinen de gra naat in de handen hield ontplofte deze met het gevolg dat Louis Lafentin de volle lading in de borstkas kreeg en en kele uren radien overleed. De kleine Leimberger liep lichte verwondingen op. Knaapje ernstig verbrand te Kales. Een jongentje van 13 jaar, Alfred Adriaens, was te Kales op de forten gaan spelen waar hij kanonpoeder had gevon den. De jongen beging de onvoorzichtig heid dit goedje in de hand te nemen tot het plots vuur vatte en de knaap zwaar verbrand .werd aan het aangezicht. Knaapje gedood te Kaggevinne. Twee knaapjes, de 5-jarige Saevels Fr. en de 7-jarige Vervoort Gilbert, van Kaggevinne, hadden aldaar een stuk ijzer gevonden waarmede zij aan het spelen gingen. Op zeker oogenblik werd het tuig tegen een huisgevel geworpen met het gevolg dat het ontplofte. De kleine Saevels bekwam verwondin gen aan buik en hoofd en werd een vin gertje afgerukt. Enkele stonden nadien gaf het den geest. De kleine Vervoort liep een diepe buikwonde op moest naar een kliniek worden gevoerd. Een paar dagen n* het ongeluk gaf ook de tweede knaap den geest. Man gewond bij het verbranden van afval te Ninove. Na zijn dagtaak had te Ninove zekere Timmermans, voddenkoopman, afval van oude autobanden samengebracht en deze in brand gestoken. Wij de man het vuur aan het aanwakkeren was deed zich een ontploffing voor, die zich vijfmaal her haalde. Door scherven werd de ongeluk kige gewond aan de knie. Door een ge neesheer werden nadien twee stukken in koper uit de wonden verwijderd. Een klein oorlogstuig moet zich tusschen af val hebben bevonden en ontplofte door het vuur. Duur bekochte nieuwsgierigheid te Wakken. De genaamde M. Verstaan, uit Wak ken, had ook een soort granaat gevon den, die tot springen moest gebracht wor- Zie vervolg hiernevens RIJVERBCD VOOR SOMMIGE PERSONENAUTO'S Bij besluit van 7 Oktober: Artikel 1. Wordt verboden het ver keer: a) Van personenauto's gedreven door een motor van 19 paardekracht en meer: b) Van automobielen, sporttype, met twee plaatsen, gedreven door een motor van 14 paardenkracht en meer. Art. 2. Vallen niet onder toepassing van deze bepalingen, de autobussen en autocars dienende tot gezamenlijk ver voer. Art. 3. De machtigingen tot verkeer die thans gebruikt worden voor de voer tuigen vermeld onder aritkel 1, moeten vóór 20 Oktober 1940, aan de overheid die ze heeft afgeleverd, overhandigd worden. PARTICULIEREN DIE ZELF GEEN GRAANPRODUCENTEN ZIJN KRIJGEN GEEN MACH TIGING TOT HET MALEN VAN BROODGRAAN Het Ministerie van Landbouw en Voed selvoorziening deelt mede: Sommige particulieren hebben gemeend slim te zijn, in zekere gevallen vrij aan zienlijke hoeveelheden tarwe of andere broodgranen op te koopen, met het doel de reglementeering te omzeilen. Zij gaan er prat op dit graan zonder hinder te laten malen, al moesten zij daartoe zelfs afstand doen van hun rantsoenzegels, om aldus aan hun handelwijze een schijn van wettelijkheid te geven. Wij hebben gevraagd of deze lieden dat mochten doen, indien zij een machtiging tot ma len hebben verkregen? Ons werd ontkennend geantwoord. Zelfs indien de rantsoenzegels over eenstemmen met de quantiteit van 400 gr. graan? Het antwoord lijdt geen twijfel: Overeenkomstig de thans van kracht zijnde besluiten, mogen de gemeente besturen geen machtiging tot malen af leveren aan particulieren die graan bezitten, maar zelf geen graanproducen ten zijn VERLOREN REISGOED VAN MILITAIREN Tijdens de oorlogsdagen hebben vele militairen hun persoonlijke bagage, zoo als reiskoöers, enz. verloren. 436.440 SIGARETTEN IN BESLAG GENOMEN TE LUIK De brigade tct bestrijding van den woekerhandel heeft in verschillende win kels van de stad Luik beslag gelegd op 436.440 sigaretten Guards Parade daar de tabak waaruit deze vervaardigd waren, bedorven en voor het verbruik ongeschikt was bevonden. E3BQBBSBHBBBSBGBB8EBBBGaaBSSI den door middel van electriciteit. Hij zou zulks eens probecren en legde een ver binding er naartoe met stroom van een acu. Plots ontplofte het gevaarlijk tuig en hij werd tamelijk erg gekwetst in het aangezicht en aan de handen. Naderhand bleek de inhoud dynamiet te zijn. Mijn ontploft te Rijsel. Werkman op ijselijke wijze gedood. De H. Jéröme Dumérie, 40 jaar oud en landbouwer te St-Jans-Cappel, hield zich van tijd tot tijd bezig, auto-onder- deelen te vervangen. Plotseling had er een ontploffing plaats. Zijn vrouw kwam aangeloopeu en vond het lichaam van haar echtgenoot, dat op een afschuwe lijke wijze aan stukken gescheurd was. Men vermoedt, dat de werkman een mijn tegen pantserwagens gebruikte om den wagen te lichten. Wanneer zullen soortgelijke gevaarlijke tuigen toch met rust kunnen gelaten wor den? onverschillig maar het is toch leuk om te merken, dat je nog aantrekkelijk bent. Ben jij niet blij, als ze je vrouw bewonderen? Zoolang het op behoorlijke manier gebeurt, vind ik het ten minst niet on aangenaam. Maar dat was hier niet het geval. Pruilend, maar schalksch keek ze hem aan: Booze schat, je begrijpt toch wel, dat voor een mooie vrouw bewondering hetzelfde is als de zon voor een bloem. Ik zou het liefst vergeten, Lori, dat je vroeger weerloos bloot stond aan der gelijke bewondering. Je zei toch altijd, dat die je zoo gemarkteld had. Nu ja, als je alleen staat is het niet prettig, maar nu ben jij toch bij me om me te beschermen. Zoo is het Lori en daarom heb ik dien Amerikaan aan zijn verstand ge bracht, dat hij zijn attenties aan iemand anders moet bewijzen. Ik hoop, dat hij het begrijpt, anders zal ik duidelijker moeten worden. Maar nu we het toch over dit onderwerp hebben, zou ik je graag een vraag doen. Acht Jij er een van je vroegere aanbidders toe in staat, om je, waarschijnlijk uit ergernis dat je hem afgewezen hebt, te belasteren? Ze keek hem onrustig aan. Wat bedoel je? Hij keek eerst eens in de zaal rond om zeker te zijn, dat ze ver genoeg van de andere tafeltjes verwijderd waren om niet gehoord te worden. Was mijn vraag niet duidelijk? Ik zou graag van je willen weten, of er on der de mannen, die om je heen draaien, er een was. dien je ln staat acht om je te belasteren. Ik heb deze vraag al veel te lang uitgesteld, maar nu moet ik het weten. Ze keek hem ontsteld aan. Wat wil je toch. Gun ter? 1 Hij streek over zijn voorhoofd. Neen, het is hier ook niet de plaats om daarover te spreken. Kom, we zullen naar onze kamer gaan. Ze stonden op en verlieten de zaal. Op hun kamer gekomen leit Lori zich vrij ontstemd ln een stoel vallen. Geef me alsjeblieft een sigaret. Hij stak een sigaret voor haar aan. Zoo schat, en vertel nu eens wat je op je hart hebt. Je doet geweldig tragisch vanavond. Wat mankeert je? Hij ging bij haar zitten en greep haar hand. Ik wilde je de eerste dagen van ons huwelijk niet zeggen, hoe ernstig de breuk met mijn vader is geweest. Men moet je belasterd hebben. Hij was woe dend, toen hij hoorde, dat je mijn vrouw was geworden en sprak op een zoodanige manier over je, dat ik alleen maar kan aannemen, dat een van je aanbidders te belasterd he:ft. Ik moet te weten komen, wie de brutaliteit heeft gehad, kwaad van je te spreken en dan zal ik hem re kenschap vragen. Lori keek onrustig in zijn bleek, ernstig gezicht. Toen gooide ze nijdig haar siga ret in een aschbakje en zei ontstemd: Hé, Je bederft mijn heele stemming met zulke dingen, Gunter. Afgewezen aanbidders zijn altijd boos en praten dan allerlei nonsens, daar moet je niet op let ten. Ik heb zooveel van die ergernissen gehad en zou nu wel eindelijk eens rust willen hebben. Je weet niet, wat ze al niet van me gekletst hebben uit nijd en afgunst over mijn terughoudendheid. Daar moet je je overheen zetten. Hij schudde het hoofd. Neen, Lori, daar kan ik me niet over heen zetten. Ik mag niet toelaten dat er zoo minachtend over mijn vrouw gespro ken wordt En het geval is hier nog ern stiger. Ik moet dien lasteraar vinden en hem dwingen zijn woorden te herroepen. Noem me als je blieft namen. Ze haalde verveeld de schouders op. Al die mannen zijn me zoo onver schillig geweest, dat ik me hun namen nauwelijks meer herinner. Toe Gunter, je moet toch boven dergelijk wraakzuch tig gebabbel staan- gelast zich zooals vroeger met het Verven Nieuwwasschen Droogkuischen Kuisch, Verven en hervormen van HeerenhoedenStoppage. De goederen afgegeven Maandags, worden den Vrijdag terugbezorgd 21, Korte Torhoutstraat 21, IEP ER Open van 8 tot 12 u. 15 en van 13 u. 39 tot 19 u. Den Zondag gesloten. Je weet niet, wat er op het spel staat. Ik moet mijn vader bewijzen, dat je den naam, dien je nu draagt, waard bent. Ze richtte zich, nu toch wat nerveus, op. Moet ik me tegenover je vader ver dedigen? Neen, jij niet, maar ik moet het doen. Ik heb daar overwegende redenen voor en ik moet je ronduit zeggen, wat ik tot nu toe voor je verzwegen heb om je geen verdriet te doen. Mijn vader heeft me verstooten en gezworen me te ont erven, omdat ik een vrouw getrouwd heb, die volgens mijn meening, den naam Wameck niet waard is. Lori had verschrikt opgekeken. Wil hij je onterven? Kan hij dat dan doen? Je bent toch zij eenige zoon? Ja, dat ben ik, maar mijn vader kan me alleen mijn wettelijk deel geven als ik hem daar aanleiding toe geef. Hij ziet die aanleiding in mijn huwelijk met jou, omdat hij beweert, dat jij me niet waard bent. Waarschijnlijk alleen, omdat ik too- neelspeelster ben geweest. Neen, daarom niet... maar... omdat... neen... Ik kan je niet zeggen wat Iemand mijn vader over je verteld heeft. Ik moet dien lasteraar dwingen, je ln de oogen van mijn vader te rehabiliteeren en gron dig met hem afrekenen. Mijn vader wilde me den naam van dien man niet noemen en daarom moet Jij ras helpen dien uit te vinden. Intusschen hadden de gedachten in Lori's hoofd elkaar verdrongen. Ze voelde zich niets op haar gemak bij dit verhoor, maar zóó gemakkelijk liet ze zich niet bang maken. Ze wist, dat ze zich nu al leen door handig comediespelelen redden kon. Ze sprong dus op. ging op Gunter's schoot zitten en sloeg angstig haar ar men om zijn hals. Neen, ik zeg je die namen nooit, zelfs niet al wist lk ze, lk ben veel te bang voor Je. Je zoudt zoo 'n lasteraar uitda gen en hij zou je misschien neerschieten. J4e«n, Gunter. ik sterf liever, dan dat ik jouw leven in gevaar breng en ze vlijde zich, alsof ze doodsbang was, tegen hem aan. Zacht, doch beslist, maakte hij haar armen van zijn hals los en keek haar ernstig aan. Bedaar, Lori, wind je niet zoo op zeg me gerust alles wat me op het spoor van dien man kan brengen. Ik mag hem niet ongestraft rond laten loopen en moet vooral mijn vader en het bewijs le veren, dat je belasterd bent. Ze snikte het uit. Ze werd nu toch heel ongerust, maar niet, omdat ze bezorgd was voor haar man, doch omdat ze bang was, dat Gunter haar verleden zou leereu kennen. Krampachtig sloeg ze weer haar armen om zijn hals. Je moet me niet plagen, je m&g je niet in gevaar brengen... ik sterf van angst voor je... ik weet niet wat ik doen moet, als ik jou moet verliezen. En ze huilde en snikte zoo wanhopig, dat Gunter niets anders kon doen dan haar kalmeeren. Haar angst trof hem. Hij kan nu niet verder aandringen en ze snikte nog, toen ze eindelijk doodmoe naar bed ging. Gunt» praatte sussend tegen haar, tot ze in slaap viel. Ze deed althans of ze sliep, want ze wilde vóór alles tijd winnen om te bedenken, hoe ze zich uit deze situatie redden kon. Want zoo ze ook ten slotte Gunter's verwijten getrotseerd zou hebben, als ze hem had moeten bekennen, dat haar ver houding tot haar aanbidders niet zoo on schuldig was geweest, als ze het had doen voorkomen, er was er haar nu veel meer aan gelegen om da woede van haar schoonvader te doen bedaren. Het was er haar immers veel meer om te doen geweest om de schoondochter van den rijken fabrikant te worden, dan de vrouw- van diens zoon. Want waar bleef de ge droomde schitterende positie, de rijkdom en het gemakkelijke leventje als Gunter onterfd werd? Ze wist niet, hoeveel dat wettelijk aandeel bedragen zou, maar wel, dat ze in ieder geval haar eiscben OOSTENDE VLAAMSCHE STAD Een schrijven van den Gouverneur van West-Vlaanderen aan het Stadsbestuur In een schrijven aan het stadsbestuur van Oostende heeft de Gouverneur van West-Vlaanderen erop gewezen, dat voor taan alle belichten bestemd voor de be volking en uitgaande van het Stadsbe stuur, uitsluitend in het Vlaamsch moe ten gesteld zijn. Ook de straatnaambor den moeten ééntalig Vlaamsch zijn. DE PRIVATE SLACHTHUIZEN Het slachten van dieren voor den groothandel en den half-groothandel mag voortaan enkel in de openbare slacht huizen geschieden. Wat de private slachthuizen betreft, deze kunnen enkel toelating bekomen, indien zij ten minste 15 km. van een openbaar slachthuis gelegen zijn, indien de keuring geschiedt door veeartsen aan gewezen door het Ministerie van Land bouw en Voedselvoorziening en indien het slachthuis aan geen woonhuis paalt en omheind ls. Het besluit verschenen in het Staats blad van 13 Oktober, bepaalt verder over welke lokalen zij moeten beschikken, welk stempelmerk moet gebruikt worden en hoe de boekhouding moet gebeuren. Het vleesch voortkomend van dieren, geslacht in niet overeenkomstig boven staande bepalingen gemachtigde slachte rijen bij partikulieren, mag niet worden vervoerd buiten de gemeente waar de slachting plaats had. Uitzondering hierop wordt, in bepaalde omstandigheden, ge maakt voor in nood geslacht groot vee. DE FABRICATIE VAN VERDUURZAAMDE GEROOKTE VLEESCHWAREN VLEESCH- CONSERVEN VERBODEN In het Staatsblad van 11-12 Oktober 11. is een Besluit verschenen betreffende de fabricatie van vleeschconserven en ver duurzaamde gerookte vleeschwaren, even als van droge worsten van allen aard. Bij dit Besluit wordt voortaan deze fabricatie verboden. Bepaalde vrijstellingen worden even wel verleend aan personen en vereenigin- gen die reeds vóór 1 Januari 194slr der gelijke fabricatie pleegden te doen. die betrouwbaar zijn en over deze fabricatie een boekhouding hielden en zich verbin den volledig de gegevens over den ver koop dezer vleeschwaren te voegen. De aanvragen tot vrijstelling moesten binnen de vijf dagen reeds ingediend zijn. VASTSTELLING DER MAXIMA- PRIJZEN VAN HUIDEN EN VELLEN In het Staastblad van 13 Oktober ver scheen een Besluit waarin de maxima- prijzen der huiden en vellen werden vast gesteld. Wie de kwestie aanbelangt bedoeld Staatsblad. COMMISSARIAAT VOCR PRIJZEN EN L00NEN Benoemingen Bij Besluit verschenen in het Sin blad, worden de benoemingen brti-y maakt in den Controle en On^-2>r*i dienst bij het Kommissariaat voor p- zen cn Loonen. Voor West-Vlaanderen werden volg:- benoemingen gedaan: Als provinciehoofd mans Lodewijk, licentiaa De Heer K, in de handtiü wetenschappen. Als districthoofden: 1* district- d, Heer Lootens Wilfried. doctor in c» r* ten. 2' district: De Heer V*rr,or> Noël. 3* district: De Heer Bc-cts r.a ger, doctor, in de rechten. kand!<J«.'t taris. 4" district: De Heer Quir>:.s Ferdinand, doctor in de rechten. DE TUCHTSTRAFFEN TEGEN GEVLUCHTE AMBTENAARS Het Staatsblad van 15 Oktober deelt mede: Eenig artikel. De tekst van artikel 6 van het besluit van 18 Juli 1940 wore; vervangen door den volgenden: Afgezien van de toepassing der tuc •- straffen, ontvangt de ambtenaar, i» zonder toelating afwezig is geweest ere- nerlei bezoldiging voor den duur z:<wr onwettige afwezigheid. De disciolintire schorsing en de daaraan verbonden in houding van wedde, komen evenwel mindering op bedoelde tijdruimte. BEWERKING EN VERKOOP VAN SCHROOT EN GIETIJZER In het Staatsblad van 16 Oktober i', is een besluit, verschenen, waarin de be werking en den verkoop van schroot eg gietijzer geregeld wordt. DIPLOMA VAN ARCHITECT Het Staatsblad van 16 Oktcber maakt een besluit bekend inzake de Inrichtii:-; van een centrale examencommissie tct het begeven van het diploma van archi tect. ZEGELS VOOR DUITSCHE MILITAIREN EN BURGERS Gedurende het rantsoeneerinsstijdwrlt gaande van 9 October tot 7 November 1940, zullen de roode zegels, die door de Duitsche militairen en burgers werden gebruikt, in dezelfde voorwaarden worden aangenomen als de zegels ten "cbruike der Belgische bevolking, behoudens óe volgende uitzonderingen: Zegels 3/1 en 3/2: Margarine, 375 grant per zegel Zegels 3/3 en 3/4: Boter, 50 gram per zecel; Zegels 3/5 en 3/6: Reuzel, vet, 25 gram per zegel; Zegel 8/1: Huishoudzeep, 100 gram per zevel; Zegels 8/2 en 8'3: Poederzeep en zachts zeep, 125 gram p>er zegel. DE AKADEMISCHE EXAMENS Het Staatsblad publiceert een besluit van het departement voor het Openteer Onderwijs betreffende de wet van 6 April 1940, houdende toekenning van zekere faciliteiten aan de gemobiliseerde Jonre lieden voor de Akadem-schs examens tn de Universitaire wedstrijden. VERLATEN VOERTUIGEN IN FRANKRIJK Alle voorwerpen en pakjes die tusschen 10 Mei en 31 Juli 1940 achtergelaten wer den, zonder den eigenaar ervan te kun nen vaststellen, worden overgemaakt aan de Domeinen cm nadien te worden ver kocht. Hetzelfde zal geschieden met te verlaten voertuigen in Frankrijk. De ver koop zal geschieden op 15 December e.k. Degenen echter die in het bezit hunner voertuigen wenschen te kernen, worden dringend verzocht hun adres bekend Ie maken bij de O. L. L., Koninklijkestraat 1, Brussel. casa8aaBaaaECKa:aBSBSBaaBaaBsaEBSS3£iiscaBrT>gBi2aasEaas33U2:i door Jos. Ghyseten, Land- en Tuinbotmleeracr OOGSTEN EN BEWAREN VAN GROENTEN (SLOT) Bij het bewaren van groenten kan men ook zijn toevlucht nemen tot de methodes van kunstmatige bewaring. De voornaamste zijn: pekelen of zou ten, steriliseeren, in azijn leggen, lang koken (puree), onder vet. en aoor drogen. De eerste vermelden we slechts omdat ze meer passen in een afzonderlijke bij drage over huishoudkunde. Het drogen schijnt ons belangrijker om behandelen. Aan het drogen van groenten zijn heel wat voordeelen verbonden: 1. Op sommige tijdstippen van het jaar (Zomer en Herfst; hebben we overschot aan groenten in eigen tuin of ze zijn goedkoop te verkrijgen in de winkels. Welnu we beschikken dan over zonne warmte gratis om te drogen. 2. Bij 't drogen zijn er weinig onkosten van stook- en inlegmateriaal. 3. Gedroogde groenten verliezen weinig of niets van hun voedselwaarde, hoeda nigheid of vitamienen, aaar de tempera tuur voor het drogen niet hooger moet gaan dan 60 graden Celsius. Dat is niet 't geval bij koken. 4. Gedroogde groenten vragen weinig plaats na 't drogen, daar, door 't ver dampen van 't water er slechts een tien de van 't oorspronkelijk gewicht over blijft. b. 't Bewaren in linnen zakjes of lucht dichte doozen is zeer gemakkelijk en practised. Alle groenten kunnen gedroogd wor den, doch de voorkeur gaat naar de blad planten: selder, kervel, peterselie, zurkel en spinazie. Ook erwten en boontjes luk ken opperbest; zelfs tomaten en ajuinen kunnen tot meel gedroogd worden en zijn zeer practisch om gebruiken. Er wordt soms opgeworpen dat ge droogde groenten een soort hooireuk of -smaak hebben. Dat kan, doch 't is ge makkelijk te voorkomen door de te dro gen groenten vóór 't drogen 5 a 10 minu ten te stoomen ln damp van kokend water. Alvorens aan 't drogen van groenten te beginnen, dienen ze er op voorbereid te worden. Vooreerst moeten alle groenten van alle vuil ontdaan worden. Na het wasschen laat men ze goed uitdruipen. Vervolgens worden ze gevierendeeld of in schijven gesneden, 't Is goed ze vooraf in zout water te dompelen. Bat werkt de bewa ring in de hand. Voor groenten, all spruitjes, is een toevoeging van soda- carbonaat, met het oog op een goede vertering, noodzakelijk. Anderen warea uitstekend, door vooraf ae groenten te stoomen, zonder echter de temperatuur te hoog te laten gaan, wat c» goede smaak doet verminderen. We kunnen drogen in de zon. Dit li goedkoop en levert een bast gedroogd product, rijk aan vitamienen door de ultraviolettestralen der zon. Oe greenten worden aan araden geregen of op bladen papier geiegd en in voile zon en wind genangen of gelegd. Bij regenachtig we der of bewolkte lucht vervolgt men het arogen bij de keukenstoof. We kunnen eveneens drogen cp de kachel in de keuken. We kunnen aiweer draden spannen, t Beste lijkt ons bak jes van 4ux 30x10 cm., met metalen door boorden bodem. Daarin worden ae groen ten gelegd. Men plaatst het onderste op 2 baxsteenen en zoo 4 a 6 bakjes op el kaar. Men neme de voorzorg aikwijis de bakjes van plaats te verwisselen. In den oven van de kachel kan ook gedroogd worden, doch de ovendeur dient opengelaten te worden cm luchtcocht te hebban (verdamping). De bakkersoven is een uitstekende warmtebron, vooral voor princes- en snij- boonen. De groenten worden, na het uit nemen van rt brood, op zeefdraadbedems in den oven gebracht tot ze goed droog zijn. Men late de ovendeur open voor de verluchting en de verdamping. Hedendaags bestaan speciale droog» toestellen, verdampers geheeten. Ze lij ken op kleine hop- of suikerijasten. Het bewaren van gedroogde groenten is heel goed mogelijk in luchtdichte doozen of zelfs in papieren zakken 't Voornaamste: is een droog lokaal. Vooraleer gedroogde groenten in de keuken te gebruiken moeten deze vocraf te weeken gezet worden gedurende 2 3 uur. Voor 100 gr. groenten neme men 1 liter water. Bij 't koken voege men er 1 Vx liter bij en doe de bereiding als voor versche groenten. Het goed oogsten en bewaren der groen ten is op deze dagen een levenskwestie. Het drogen van groenten is belangrijk en gemakkelijk. Een lekkere pot soep 1 nen en zelf gedroogde van eigen gewon- gêdroogde groenten ls niet te versmaden. Mochten we dat niet moe ten missen. B3S veel lager zou moeten stellen. Ze moest een uitweg vinden. Het liefst zou ze da delijk naar Berlijn zijn teruggekeerd om Heinrich Warneck op te zoeken. Ze ver trouwde op de macht van haar persoon lijkheid en zulke oude heeren waren meestal nog veel vatbaarder voor de be- toovering van een mooie vrouw dan jonge mannen. Maar waarom zou ze een eind maken aan de heerlijke dagen hier? Die mijnheer Hamton scheen een dollarko ning te zijn en ze mocht nu geen en kele kans over het hoofd zien. Dus eerst maar eens afwachten en voorloopig vast houden aan de comedie, dat ze bang was voor Gunter's leven. Dat maakte hem week en belette hem aan te dringen. Tijd gewonnen, alles gewonnen. En bij die gedachte sliep ze werkelijk in. Gunter had zachtjes de kamer verlaten en was den donkeren winternacht inge- loopen. Hij wist niet, waarom hij zich zoo beklemd voelde, doch alleen, dat een vage angst in hem*'was ontwaakt, die hij niet van zich af kon zetten. Hij had een korte pels aangetrokken en wandelde langzaam over de met sneeuw bedekte wegen en zijn ziel vloog verlangend naar het Noorden, naar zijn vaderhuis. Het was eigenaardig, maar nu, nu hij zoo ver van zijn vader was, voelde hij pas, hoeveel hij van hem hield. Kate's woorden klonken in zijn ooren, haar lieve woorden, waarmee ze gewezen had op de gelijkheid in karakter van hem en zijn vader. Hij had zich koppig verzet tegen den wil van zijn vader, toen die hem wilde voorschrijven, welke vrouw hij moest trouwen. En nu, na nauwelijks veertien dagen getrouwd te zijn, vroeg hij zich reeds af, of hij met de blonde Kate niet gelukkiger zou zijn geworden. Want, met Lori was hij niet zoo ge lukkig geworden als hij gehoopt had. Ze had hem reeds in dezen korten tijd vaak teleurgesteld. En, er was nog geen uur geweest, waarin hij volmaakt gelukkig was. Altijd had «dg een loodzware last op zijn ziel gelegen, dat er een mensch in de wereld rondliep, die van zijn vrouw had gezegdMaar met «ooiets trouw je toch niet! Hij had het geen seconde kunnen ver geten en het hinderde hem nog ir.eer dat zijn vader vijandig stond tegenover de vrouw, die hij lief had, en dat hij haar, wat erger was, verachtte. En toen hij nu alleen door deze geweldig? natuur liep, greep hem plotseling een waanzinnige angst aan. Als zijn vader eens ggelijk had met zijn minachting? Hij schrok van zichzelf en zette die ge dachte van zich af, doch de schrik had hem te pakken. Hij liep zoolang rond tot hij weer gekalmeerd was. Hij leunde te gen een boom en sloot de oogen en inccr-S verscheen voor zijn geestesoog een vredig visioen. Hij zag Kate Harland in de huis kamer zitten aan de groote, ronde tafel, waar ze altijd 's avonds zak W3t v.xrd zijn hart ineens warm! En plotseling kreeg hij een ingeving. Kate moest hem helpen den naam te we ten te komen van den man die zijn vrouw belasterd had. Hij richtte zich op. De gedachte a3h Kate te schrijven wekte heia op, hij sou haar vragen hoe het met zijn vader ging. Haastig liep hij over de krakende sneeuw naar het hotel terug. Zachtjes ging hij de slaapkamer binnen. Lori sliep vast. Ze had de blanke armen achter het hoofd gevouwen en de fijne kanten van haar nachtjapon beefden zachtjes cscer haar ademhaling. Het was een mooi ge zicht. doch voor het eerst viel het hem op, dat er om haar mond een bijna or dinaire trek lag. Die trek was hem vreemd, hij had dien in wakenden toe stand nog nooit om haar mond gezien en het was hem, alsof hij dien met de hand moest wegwisschen. Hij verliet onhoorbaar het vertrek en ging naar de leeskamer, waar hij gebed alleen was en rustig aan Kate koa schrijven. 4Wordt vervolgd).

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 6