De Verloren Ring Ons Vrouwenhoekje Ons KINDERHOEKJE 2ooal$ wafer fc££ vuur. den hossl 0&S&S& VOOR ONZE KLEUTERS GEDACHTEN FRANSCHE KRIJGSGEVAN GENEN REBBEN KINDEREN WIJ MAKEN ZUURKOOL ERGE ZAAK TE HERZEEUW IN ENKELE REGELS DE MANDENMAKER ONS WEKEUJKSCH RAADSEL Het bewustzijn, zijn das wel besteed te hebben, doet de sötis op onzen disch kruidig en. smakelijk zijn. Wie van den rechten weg raakt is slechts dan verloren als hij hem niet terugvindt. Eerst in tegenwoordigheid van een hardunorende bemerkt men. haeve-1 men spreekt, dat de moeite niet wat is her haald te worden. tilTMêNNEKE UIT DE MAAAI Aiderliefste Lezeressen. Vriend sn Lezers, hoort eens goed Kaar hetgeen het Manemaniiekeil U vandaag vertellen moet. Allen hebt ge al hooren spreken Over Winterhulp Welnu, Voor dat werk. tot baat van de armen Richt ik hier het woord tot U. Hebt ge veel. wil veel van geven. Hebt ge weinig, doe uw best... Door de huloe van ons allen Doet dan Winterhulp de rest. Koning Leopold m gaf een miljoen; Koningin Elisabeth twee honderd dui zend frank; Kardinaal Van Roey vijf en. twintig duizend frank. En veel, veel an dere manschen met een goed hart zullen ook geven: zijn 't geen miljoenen, geen honderdduizenden, geen tienduizenden, dan zullen ze toch aan 't spreekwoord peizen: «alle beetjes helpen en aan dit ander spreekwoord: Wie geeft van 't geen hij heeft la waard dat hij leeft. Maar zoudt ge 't gelooven dat er nu in Brussel alweer van die franskiljons zijn, die stokken in de wielen willen steken... Denken die misschien Dat de wind zal draaien En 't Franskiljons gedoe Nog zal victorie kraaien? Al meteens vliegt Knulleken recht en hij declameert: God met ons! En dan zonder franskiljons Zullen wij de armen helpen... Met een deel van ons gewin En zoo menig huisgezin Armoe en ellende stelpen. STELPEN BETEEKENT EIGENLIJK DOEN OPHOUDEN... Als kleine kindei- loens in de wieg liggen ta huilen, te schreeuwen, te janken en te kermen en te klagen, dan zoeken cl? moeders alle trukken uit, om die kinderkens tot zwij gen te brengen. Dan wordt er geklaagu: 't Kind heeft krampen in; den buik En kolieken in de darmen Moeder zucht en weent en klaagt: Kindje lief, oGh arme... Te Blnchie, bij Madame Laronde, lag fr zoo ook een kindje te lamenteer en en 'n gedienstige buurvrouw zou ne keer rap 'n. remedie bezorgen. Ze bracht 'n dranks ken uit 'n. fltschje en ze gaven daar het kindje 'n lepeltje van ta slikken... En potdorie, 't kindeken zweeg na twee, drie minuutjes... 't Viel in slaap:.. Maar, 't slaapt nog... en 't zal blijven slapen en de grafmaker heeft al 'n klein grafje ge maakt en 't parket heeft er zijn neus ingestoken. Niet in dat graf maar in die duistere historie, want 't is 'n duis- tere historie. Ge moet weten die Madame Laronde was h weduwe. Kaai- man was 'n maand of drie geleden gestorven. Als dat kindje nu ook ne keer moest sterven, dan zou d& familie van den man recht Enfin, ge be- wordt er gin- ii aan de ooren gekomen van 't Parket. Ja, 't geld. Geld, dat stom is Maakt recht wat krom is. Maar, zegt Knulleken: Geld maakt niet slim, wat dom is... Daar heeft Knul leken nu ne keer den nagel op den kop geslagen! 't IS de waarheid. WAARHEID IS 'T OOK wat m'n vriend Zander zei. Zander was naar 'n voor dracht gaan luisteren die gegeven v.erd door een jongedochter van rond de vijf tig jaar. En, in 't vuur. vau haren dis koers, riep dia ouwe jonge dochter uit: Gij, mannen, heeren van. de schep ping; gij, die zoo dikwijls het ongeluk zijt van de vrouwen, wat zou het leven zijn zander de. vrouw? Veel goedkooper! riep Zander uit. maar nij moest rap zien dat hij weg kwam of 't vrouwvolk daar in de zaal had hem de oogen uit den kop gehaald. GEHAALD, KOMT VAN HET WERK WOORD HALEN en dat rijmt met ta len. Daar zijn zoo wat zeven duizend ta len in. de wereld. Enkele weken geleden hebben we geschreven dat de taal der oogen, de taal is die 't meest wordt ge sproken en ik weet zeker dat veel vati onze aiderliefste Lezeressen heel straf zijn in 't spreken van die taal: Maar van al de taien die t moeilijkst aan te leeren zijn, is BE-TALEN nog al tijd. de lastigste. 'T LASTIGSTE IN T HUWELIJKS LEVEN dat is mekaar verstaan en be grijpen. Dat gaat allegaar- goed, zoolang de speelman op 't dak zit, maar later, o-h ia. dan met de zergen en de Tasten van 't leven, kemt al ne keer een haar- ken In de boter. Daarom, aiderliefste Lezeressen, zegt Knulleken. heb ik de eer en'het genoegen U hier 'n rijmken voor te leggen: Meer dan eens heb ik gelezen, 't Huwiiik is geen kindersDei. Gaat het goed. dan is 't ren hemel, Gaat het slecht, dan is 't een heL.. Zijt ge soms van zins te trouwen, Doe het met geen licht gedacht, t Minnevooisken, bij Int vrijen. Werd zoo vaak een droeve klacht. Droeve klacht! In t Huwlijksleven, Menig meisje ondervindt Dat veel zoets woordjes waren Niets dan woordjes in den wind. Waarom zijn er thans zoove'.en Die gaan. loopen. van mekaar Nu, dat zij elkander vlagen Koppekrabbend in het haai-. 't omdat ze allen meenden 't Kuv.lijk is maar kinderspel 't Tegendeel is klaar bewezen Die dit leest, onthoudt het weL ONTHOUDT HET WEL. wat ge in de schole leert, zegt de meester. Zoo vroeg meester Pennewip aan. de jangans van z'n klas een zin te maken met het woordje suikerii. Jefken ctak z'n vinger op en zei: Ik drink 's morgens twee tassen koffie. En waar is het woordje sulkerij? vroeg de meester. De suikerii is in de koffie, meester, antwoordde Jefken. En Jefken had gelijk. GELIJK IS 'T TEGENOVERGESTEL- gister ls gebeurd, al is 't dan ook al lang geleden, aagt Knulleken. Ik was *n jon gen van achttien, negentien jaar en ik ging voor den eersten keer van m'n leven on i ren gedaan werden met leeuwen, tijgers, beren en olifanten. Daar was een made- mezrl die heette Anita en die dresseerde die wilde beestan... Die Anita stond daar in 'n schoon kort rood kleedje dat schitterde en ik vond die Anita een lief kind. Ze had 'n zweapken in d» hard en leeuwen en tijgers deden gewillig alles wat Anit» kommandeerde. Ik zat m:t den harteklop. vooral toen er 'n vent. ik peis dat 't de directeur van dat spel was. kwam roepen: Dames en Heeren, opgelet voor het volgend num mer. Het volgend nummer Begon. Anita nam een broksken suiker tusschen haar liopen en Brutus, de grootste leeuw. die er uitzag als een rare sinjeur, moest dat stuksken suiker met zti mull van Anita's ÜODen wegnemen... M'n hart stond stil van schrik! Maar 't spel liep goed van stapel Brutus deed hst beleefd en wel gemanierd, bi.ina zacht als 'n lammeken Daar klonk handesklan en Anita boog vriendelijk. Toen riep de directeur v:een: Dam» en Heeren, honderd frank voor dengene die durft nadoen hetgeen ge hebt gezien Opeens stond ik recht, ik Knulleken. De vrienden en kennissen die met mij wei wo-en riepen: Knul. worde gij zot:.. Bliif zitten!... Ziide ouw leven moei? Ik Knulleken. liet die menschen zon der kosragie roepen en schreeuwen en staote naar 't verhoog, waar de kooi stond opgesteld! Toen Ik daar kwam, zei de directeur: Ha! gij zijt een dappere kerel... Altijd gew-esrt, ze' ik zoo. Ge wilt dus honderd frank verdienen? Ja 'k, maneer de directeur. Qe wilt dus aan den gevaarlijken leeuw Brustus een k'ontje suiker presen teeren. tusschen uw lippen en aldus ma demoiselle Anita nadoen? Ne", meneer, zei ik toen zoo... Mo - demoiselle Anita wil ik nie nadoen... da. durf ik nie... Maar Brutus, ja, dien wil ik nadoen met veel plezier... PLEZIER EN" GENOEGEN Wensch 'k U aan den haard Den Zondag namiddag Als ge speelt met de kaart. Spelen met de kaart! Vooral in den tijd als wind en. regen, hoogtij vieren en 't beter binnen is dan buiten... Aiderliefste Lezeressen, Vrienden Lezers, speelt ge. om. geld Zorgt clan dht voor Winterhnlpe Gij iets ter beschikking stelt. 't Manneken uit de Maan. (Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden). HIERBIJ T KALENDEREEN: Zondag 24 November: SS. Johannes. Flo ra, Firmiha. Maandag 25: SS. Catharina. Erasmus. Ju- conda. Dinsdag 26: SS. Petrus (van Alexandria;. Koenraad. Woensdag 27: S. Leonard. Donderdag 28: SS. Sosthenes, Mansue- tus. Amedeus. Josaphafe Vrijdag 29: SS. Saturnius. Radbond. Phi- lomeen. Brando. Zaterdag 39: SS. Andreas. Zoziem. Gastul. Troiarm. En daarmeê is November November wear gedaan... Da tijd vliBgtï snel Gebruikt hem wel Zegt 't Manneken uit de Maan. lïaHsasaBsacsassaaassEaaaaüüia PAS OP VOOR PADDESTOELEN DE van ongelijk, precies lijk schoon 't te genovergestelde is van lrelijk; recht van :rom. slim van dom, enzoovoort. Hewel! zegt Knulleken, ons Klazina, m'n zuster, had ook ongeluk en handelde stom en dom, toen ze gepasseerde weel: aan de deur, van nen leurder een bael- deken kocht in marmer. Als ge wilt. Man neken uit de Maan, zaï ik u hier die his torie vertallen. Knulleken vertel maar op, En vertel me zonder dralen Die historie iader kan Er zijn voordeel dan. uit halen. Hewel, zegt Knulleken; daar werd aan de voordeur geklopt en Klazina ging. open doen. Stond daar 'n. vent en die vent droeg in 'n valies allerhande beeldekens meê. In marmer... Klazina kocht 'n pes tuurken dat 'n meisjeskop voorstelde. Pre cies de kop van 'n engelken. 't Was 'n borstbeeld, dat vast en zeker zes a, zeven kilo woog... En die vent zei nog: 't Ia marmer uit Italië. In de mu seums ginder staan er zoo niet veel. 't Is een echt kunstwerk. Als 't gesn oorlog was zou dit koppeken minstens vijfhon- .derd frank kosten.... Zie ne keer, echt marmer. Hij duwde het marmeren beeldje In Klacina's handen. Klazina vond het schoon, zeer schoon... maar vijfhonderd frank vond ze te veel... Na loven en bie den kwamen zc toch t'akkoord... en m'n zuster kocht het borstbeeld' voor hon derd: frank. Toen ik 's avonds thuis kwam stond het postuurken op de schouw. Wat zegt ge er van, Knulleken? vroeg Klazina. Schoon, zei ik; maar me dunkt dat het zoo 'n grauwe marmer is... Ja, antwoordde Klazina. m'n zuster, maar dat komt omdat er veel. stof op ligt. 't Postuurken heeft in. 'n ekspoziesie ge staan, gepasseerde week. 'k Zal het mor gen eens goed afkuischen met duvel en zsep en warm water. Den volgenden morgen, toen lfc bezig was in m'n drukkerij, hoorde ik almeteens een schreeuw, 't Was Klazina die schreeuwde.lit vloog de kamer in. En daar stond Klazina, naast 'n bak warm water en in dat warm water lag dat schoon koppeken, dat geen schoon kop peken meer was... Dat schoon koppeken was onkennelijk geworden en in 'n dikke, stijve pap veranderd... Dat marmer was zooveel marmer als een koperen cent een goudstuk is... Eh wat was dat marmer dan, Knul leken, dat geen mar-^er was? Gewone rijst... Rijst gekookt tot *n papperige massa en dan bewerkt met 'n scort ltjm. En. dan wordt dat in een vorm gegoten en zoo maakt men dan al lerhande postuurkens en ge zoudt zwe ren dat 't echte marmer ls. Enfin, Klazina was geaen... Met zich iets op te laten, plakken Maar 't is Klazina's: eigen schuld Ze kocht pertang geen kat in zakken. Knulleken, ge hebt gelijk. GELIJK HAD POLLEKEN OOK. Pol leken speelde in huis en daar zaten z'n moeder, z'n grootmoeder en z'n tante Fien. Hij lieeft precies de oogen van zijn vader, zei de moeder... En de neus van z'n moeder, zei de grootmoeder... En de kin van z'n nonkel Sus, zei tante Fien... En de brock van m'n broer Flip, zei Polleken,, met 't serjeusts gezicht van de wereld. IN DE WERELD GEBEUREN er toch. soms rare dingen, Zoo heeft er verleden week te Brussel in 'n leeuwenkooi een doopsel plaats gehad. Ge zult zeggen daar zat. misschien geen leeuw in. Toch wel: 'n leeuw en 'n leeuwin. De dieren temmer, meneer Glux. stapte eerst bin nen. Hij was de papa van den jongge- boorne. Dan de vroedvrouw met het kin deken op den arm. Dan peter en meter en even later kwam de priester, 'n Rus sische priester. Alles is goed verloopen en de leeuwen zijn zoo braaf gebleven als thuis onzen hond, die in 'n mandeken on der de stoof ligt. DIT LIGT NOG GOED IN MIJN GE HEUGEN, precies of dat het nog maai' lil een pensionnaat bij. Toulouse (Fr.) zijp ongeveer twintig meisjes ernstig ziek; géwordén door het eten vau giftige pad destoelen: Twee meisjes zijn reeds over leden, twaalf verk-eeren in levensgevaar. iBESaSSSBSBBllSaEBlSBSSSgSBSB BOTERVERBRUIK IN DENE MARKEN GERANTSOENEERD Van heden af werd het boterverbruik in Denemarken gerantsoeneerd. Volgens een officiesle meüeaëeling is het rantsoen op 350 gram boter per week vastgesteld. ZIJ WERDEN IN VRIJHEID GESTELD Deze week. word medegedeeld dat drie Fransche krijgsgevangenen, die in Duitschland bij levensgevaar verdrinken de. kindoren hadden, gered; uit belooning voor deze moedige daad vrijgelaten cn naar buis gestuurd werden: Het zijn de genaamde André Rouge, André Clamens en Marcel Bultot. aSBVBaBBBBaBBBBBaca BEWAREN VAN^SOEFGROEN- TEN. INMAAKGLAZEN, DIE NIET SLUITEN Ern belangrijke kwe*iie in beft huishouden is altijd, en meer in Hei bijzonder in dezen tijd, boe wij ver schillende groenten, die nu rijkelijk te koop zijn, maar niet in den Win ter, zullen conserveer en. Stcmppat van zuurkool is een heerlijk eten, maar als we die dezen Winter willen eten, moeten we nu zorgen, dat we ds witte en savoyekool tot zuurkool maken. Ook soepgroenten en dergelijke kunnen we gemakkelijk bewaren op een allereenvoudigste manier, name*' lijk in... zand. Met een beetje zorg kunnen we hiervoor best een hoekje van den kelder rendabel maken. Te Herzeeuw werd de ontvanger der belastingen aangehouden daar hij aan Fransche inwoners van het Noorden die gcviucht waren valsclie bescheiden afle verde om. hun terugkeer toe te laten en vervolgens met hun vervoer groote be dragen had verdiend. Elke tocht die hij ondernam bracht hem ongeveer 8.-003 fr. op. Hij werd te Kortrijk aangehouden. Zout. is een prachtig hulpmiddel, ora groote hoeveelheden groenten voor den Winter te bewaren. Er zijn weinig ge reedschappen voor noodig en het kan gebeuren met dingen, die in elke keuken aanwezig zijn. Voor vandaag wil ik eens de aandacht vestigen op de wenschelijkheid, am zuur kool in te maken. Zuurkool, op de juiste wijze klaargemaakt; is niet alleen weinig kostbaar en lekker, maar bevat, altlians in ongekooktv:i toestand veel vitaminen, en wordt dan ook dikwijls als genees middel gebruikt. Wanneer men de zuur kool zelf heeft ingemaakt, kan men haar gerust ongewasschen in rauwen toestand eten. Wil men de kool wasschen, dan doe men dat zoo kort mogelijk, omdat anders het zoo belangrijke melkzuur verloren gaat. Om zuurkool te maken, neme men liefst, een gc'iike hoeveelheid witte en savoye kool. Men kieze natuurlijk mooie vaste hooien uit waaraan niets mankeert. Ze worden met een groote koolscliaaf 'fijn gesneden. De steetien pot of het hou ten vaatje wordt te voren goed gereinigd, met heet water omgespoeld en in de lucht! gedroogd. Men legt in dit vafc een Band- dikte kool, strooit daarop zout en stampt de kool dan met de vuisten of een goed gereinigde houten stamper zoo vast mo gelijk aan. Pas als dat gebeurd is, komt de tweede laag erop, weer zout, enz. Wanneer alle kool is ingemaakt, moeti men opnieuw zoo lang stampen, tot er genoeg pekel op staat. Nu legt men er een, schoon doekje over, daarop de metl kokend' water gewassclien plank en daar op de eveneens zeer goed gereinigde steen.. Men laat liet vat nu acht af tien da gen op een warme plaats staan om te gisten, en daarna brengt men het in den kelder. Men moet erop letten, dat de vloeistof: steeds boven de kool moet staan. De zuurkool is na drie weken gereedl voor het gebruik. Telkens wanneer men wat kool uit bet vat neemt, maar in ieder geval am dé tien of veertien dagen, moe ten het doek, de plank en de steen met heet water worden gewassclien. De op deze wijze zelfgemaakte zuurkool is heer lijk van smaak en zeer gezond, zoowell als groente als bij wijze vau stamppot. GROENTEN IN HET ZAND BEWAREN Een buitengewoon handige en eenvou dige manier, oin groenten tot in den Win ter te bewaren, bestaat hierin, dat. men ze in den kelder in zand inmaakt. Dit gaat inct peen en selderie, maar ook met witte kool. In een koele en droge hoek ,van den kelder brengt men een hoop wit zand, de hoeveelheid hangt natuur lijk af van den voorraad, dien men wil bewaren. De groente wordt nu laag voor laag in zand gelegdeen laag peen, een laag zand, enz. Van groot belang is daar bij, dat de peentjes elkaar niet raken, maar aan alle kanten door zand zijn om ringd. Precies zoo doet men met de sel- d'erie-knollén en de kool. Op dergelijke wijze ingemaakte groenten blijven tot diep in den Winter versch. SOEPGROENTE Slechts weinig huisvrouwen weten, dat men ook soepgroenten zooals peterselie en dille kan conserveeren. Ze worden daartoe liet. best in zout ingemaakt. Een flinke hoeveelheid peterselie wordt bij voorbeeld, zonder vooraf gcwasschen te zijn, fijn gehakt, dan met droog zout ver mengd en zoo stevig mogelijk in een schrocfplas of een steenen pot vastge drukt. WeJ' moet men eraan deuken, dat men later, als men de peterselie gaat' ge bruiken, deze eerst, een uur in water legt, om het zout er te laten uittrekken. Bo vendien doe men bij de spijzen, waarin de peterselie wordt gebruikt, pas op het laatste oogenblik het benaodigde zout: omdat liet zoutgehalte van. de peterselie dikwijls reeds voldoende is> Ook dille kan men op precies dezelfde wijze behan delen. Het is eveneens weinig bekend, dat men soep groente, die des Winters zoo- als men weet, veel gebruikt wordt, niet alleen kan drogen, maar ook evenals elke andere groente gekookt kan inmaken. De soepgroente wordt eerst met weinig war ter tot een stevige brei gekookt. Men neme daartoe l kilo rijpe tomaten. 2 sel- derieknollen en het groen daarvan. 2 of 3 stengels look, 1 pond peen. peterselie cn een eetlepel zout. De goed gcwasschen en fijn gesneden groente wordt gaar ge kookt en dan door een molen gedraaid! Dan kookt men alles samen tot een dikke brei en doet die in glazen of: flesschen, die dichtgebonden of gekurkt worden. Ook kan men de soepgroenten evenals boven vermeld is voor peterselie, in zout fnieggeu, waarbij men op 1 pond groente ongeveer 125 gram zout ne-mt. en alles weer goed in een pot of pi~s drukt. WAAROM INIVte 'ZEN OPEN G Een lezeres beklaagt zich. dat een paar van de weckglazen, waarin ze onlangs vruchten heeft ingemaakt, bij een inspec tie open bleken ta zijn gegaan. Ze vraagt me, waaraan dat kan liggen. Het ant woord is eenvoudighet ligt aan de slui ting. die niet volkomen i» geweest. En dat kan op zijn beurt weer verschillende oorzaken hebben. Pn de eerste plaats kunnen er- splinters of andere foutjes aan de geslepen rand van het glas off van het deksel. Verder kan het zijn, dat de deksels en. de glazen van verschil lend fabrikaat zijn, en daardoor niet pre cies op elkaar passen. Dan is het moge lijk, dat het aan den gummi-ring ligt. Die kan al te oud en niet meer veer krachtig zijn, stuk zijn. of niet goed schoongemaakt zijn voor het gebruik. Het kan ook zijn, dat bij het vullen van de glazen er iets van den inhoud op den rand is gekomen en niet goed weer :s verwijderd. Ook moet U oppassen, dat U den ring en den geslepen rand mett een doek liebi schoongemaakt,, die een paar vezels heeft achtergelaten. Het loskomen berust hierop, dat er boven de vruchten of groenten een lucht ledig ontstaat. Wanneer er dus om wel ke oorzaak ook, lucht kan toetreden, gaat 'het deksel los. Wanneer U dit maar steeds voor oogen houdt bij alles wat U doet, zult U geen last meer. hebben van het genoemde euvel. iM£iiK3iSBB3g9!2Hr£SeB3B!S3EBaS3 Nabij Nimy lcwam. een vrachtauto, beiaden met een 2ü»tal vaten benzine, in een gracht terecht, kantelde om wijl de benzine in brand schoot. De vaten ont ploften de eene- na de andere. De vlam men sloegen een. 20-tal meter hoog. Een 'der vaten werd zelfs tot or een 200-tal meter verder weggeworpen. Het vuur deelde zich ook mede aan twee aldaar dichtbij gelegen woonhuizen die geheel afbrandden: Het was onmogelijk de vuur gloed te naderen. De voerder die van zijn zitplaats had kunnen springen liep slechts brandwonden op. Een andere mederij- deude werd verkoold onder den auto. Bij Milaan is een vrachtauto in een 100-meter diepe ravijn gestort. De vier inzittenden kwamen hierbij om het leven. Te Brugge kwam zekere Jozef Pau- wePs, 42 j.aar, wonende Moerstraat te Brugge, bij avond langs- het water der Spcëlniansrei gestapt. De man moet door de duisternis misleid zijn geweest en in dit, water, terecht zijn gekomen want bij dage werd zijn lijk gevonden in het slijk, waarin hii was versmacht. Te Schaarbeek speelde zich een gru welijk familiedrama af.. Zekere Schewarts ging er namelijk zijn vader en moeder te lijf met een mes, na een hoogoploo- pendè ruzie. Vader en moeder werden zwaar gewond. De moeder overleed en kele uren nadien aan de opgeloopen ver wondingen. In de V. S. kwamen in 1939, 93.000 menschen om het leven door ongevallen. Hieronder kwamen er 32.000 om bij auto- ongevallen; 8.8 millioen werden gewond. In het Engelsch Graafschap Somer set ontspoorde een trein met het gevolg dat 20 personen werden gedood en meer dan 50 gewond. Te Montricher, in Zwitserland, is over enkele dagen een herder gestorven dié zoo maar 274 kgr. woog. Deze man, die «het levend vat» werd genaamd, was ongetwijfeld de zwaarlijvigste van de heele wereld. Te Leuven stootte een werkman aan tegen een vreemd voorwerp. Toen de man zich bukte om dit op te rapeu kwam het tot ontploffing zoodat hij gewond werd aan handbn en gezicht. Te Boutersem kwam zekere L. Buvé, die men reeds sedert lang dood waande, terug. Bij zijn thuiskomst vernam hij eerst dat zijn vrouw en kind omgekomen waren toen zijn huis te Leuven vernield werd. Bij Saltlake-City, V. S. van Ame rika, verongelukte een passagiersvliegtuig. Er waren 10 man aan boord. Men lieeft 'nog geen zekerheid om hun lot. VI. Zij waren zeer dankbaar. De manden maker werd daar gediend als een koning. De vrouw maakte een buitengewonen maaltijd gereed voor hem. 's Avonds kreeg hij hun zachtste bed om te slapen. Allemaal niet noodig voor een armen landlooper als ik zei Manten. Maar niet te doen, hij moest het aan nemen, al was het om die menschen te vreden te stellen. Zoo sliep hij in een propere kamer ne vens de keuken. De wonaertwijg lag op een stoel, niet ver van zijn bei Mantel! wist wel hoe kostbaar ze was, maar hier in dat vreedzaam huisje verwachtte hij geen kwaad van niemand. Hij was neg vermoeid van den langen tocht door heb woud en sliep weldra in. 't Was een war me zomernacht en hij had het venster open gelaten. De geur van de bloemen en van het zeem der bijen waaide zoet naar binnen, 't Was als in een paradijs en daar konden toch geen booze dingen gebeuren. Maar te midden van den nacht, teen het huisje en de heide in diepe rust lagen, hing daar opeens een groote, zwar te vogel te zweven. Met zwaren vleugel slag streek hij neer op het dak en bleef er een poos onrustig rondturen. Dan liet hij zich ais een steen naar beneden vallen en kwam vóór het raam van de slaap kamer terecht. Hij wipte op de venster bank. Hij stak zijn wreedan vogelkop naar binnen. Manten sliep, gansch. het huisje rustte. Opeens sprong de zware vogel in de kamer, pikte van de stoel de wondertwijg weg en vloog ermee door het raam naar buiten. Hij verdween in den diepen nacht bo ven het woud. Toen Manten wakker werd, gingen zijn eerste gedachten en zijn eerste blikken naar de toovertwijg. Zij lag daar niet meer op den stoel. Zij was ook nergens in de kamer te vinden. Gestolen, bromde hij spijtig. Hoe kon ik ook zoo dom zijn van het venster open te Ihten De houthakker en zijn vrouw waren zeer verwonderd toen ze dat slecht nieuws hoorden. De brave menschan begrepen maar niet hoe dat kon gebeurd zijn. Huu huisje stond zoo verlaten in de heide en niemand woonde in de nabijheid. Zij had den' nag nooit geweien dat een dief iets bij hen was komen stelen. 't Is bijna niet te gelooven,zei de houthakker. Hoe kan een mensch dat ge daan hebben? In heel het bosch heb ik. niemand gezien,antwoordde Manten. En ik denk ook niet dat er iemand zou kunnen zijn dié mij gezien heeft Terwijl ze zoo aan 't dubben, en 't pein zen waren, en de diefstal hoe langer hce geheimzinniger vonden, werden ze opeens door het knaapje naar buiten, geroepen: Komt eens zien, welke groote vogei- pooten er op den grond staan In 't mulle zand, tegen het huisje, za gen ze waarlijk eenige wonderbare spo ren van een. vogel. Met verbaasde blikken staarden ze naar die geheimzinnige tee- kens en begrepen zeer goed wat dat be- teekende. Ben vreemde vogel was bij het huisje neergestreken en zijn spoor liep naar het raam van de slaapkamer. Dat most er een. geweest zijn uit het tooverbosch,zei Manten. Een vogel, die medewerkt met die betooverde boomen en planten. Ik moest die kostbare twijg toch veel beter bewaard hebben Maar hoe spijtig het ook was en hoe die menschen dat betreurden, er viel niets meer aan te veranderen. T3n ware ik het nog eens beproefde om bij dien taoverstruik te gerakenzei de mandenmaker opeens. Dat gaat niet, dat' is onmogelijk, be weerde de houthakker. Daar komt gs niet levend meer uit. Ik ben er eens geraakt, waarom zou het geen- tweeden keer lukken. En als ik goed oplet, gaat het misschien wel zon der ongelukken. Zs wilden hem nog tegenhouden: het: was toch zulk. een gevaarlijk bosch, zoo- velen hadden er reeds den dood gevonden. 't Was al verloren, Manten zou nog één keer gaan. Toen besloot de houthakker met hem meê te gaan. cm te helpen waar het noodig was. En zij gingen. De vrouw- stond hen weenend na te kijken. Zij gin gen naar het bosch en verdwenen tus schen ds boomen. Manten en de houthakker volgden een wegel, die naar het tcoverboseh leidde. Het was frisch onder da hooge sparren en de scherpe harsgeur wekte hen cp. De mandenmaker voelde een groeten meed opkomen om door de betooverde planten te dringen, naar de zoete, plaats waar het wondervogeltje woonde. Hij wilde ook zijn makker dienzelfden moed inspreken: Ik ben er verleden keer gekomen, mid den in den nacht, toen het helle-donker was. Nu zal het veel beter gaan. Ge zult niet lang moeten wachten, mijn goede man. En dézen keer breng ik meer dan 'één twijg mede. Dft houthakker bleef ongeloovig. Hij kanda dat gruwelijk bcsch veel. te goed. Hij had zijn scherpste bijltje meegebracht, maar wist wel dat het allemaal niets zou gekort zijn. Ge zult toch voorzichitg moeten zijn. mijnheer zei hij. Ik zou het liever niet doen. Dat bosch zal u dooden. doan. Dat bosch zal u dooden Maar Manten stapte moedig voort en wilde zoo spoedig mogelijk de gevaar lijke plaats bereiken. Na een paar uren hield de houthakker hem plots staande- en wees gehrimzainij naar een donkere plaats. Daar is het, fluisterde hii angstig, Afanten ging- traag vooruit, de clitüe» scherp cp die plaats gericht. Voorzichtig, voorzichtig, mijnheer herhaalde de houthakker gedurig Hij volgde den mandenmaker op den .otten hield het bijltje- gereed in de hand Zoo kwamn ze aan de grens van het tooverbosch Er was niets ongewoo;.-- te zien aan die bcomen en planten: «lieta maar wat donkerder gekleurd en rnet gri iiger vormen: En verder groeiden braaien, doornen en allerlei laag gewas tusschen de boomstammen. Manten bleef staart en boorde zijn tak ken zoo diep mogelijk in het boscj. Er hing een groote stilte over die beteer.era» plaats. Er was niet het minste gevaar t* bespeuren. Gij blijft hier wachten.zei de man denmaker. Ik zal nu wei alleen vereer gaan. God zal mij bewaren. Hij nam zijn zakmes gereed in de vuist. Hij maak te een kruis. Doe het nietsmeekte zijn vriend nog. Maar hij deed het toch. Stoutm eclig ging hij op den eersten verraderlijken boom af. De verwrongen takken met don kere bladeren hingen roerlocs boven den grond. Maar het is. alsof dit vreeseüjk bosch voorbereid is op de komst van ten mensch. Want plots, wanneer de man denmaker onder de eerste takken komt, begint gansch den boom ta bewegen. Tien dreigende takken tegelijk kronkelen naar beneden en willen dien man in hun akeligs grijpklauwen sluiten. De houthakker schreeuwt verschuilt: «Vlucht weg!». Manten heeft cok het gevaar gezien en wil nog. wegspringen, H4 springt in de deadends armen van Ct n betooverden boom. Als giftige sier.ptn wringen ze zich rond 'iin polsen, zijn- hals, rond gansch zijn; lichaam. De man geraakt verward in een net van takken. Zijn vuist, die het mes omklemt in een houten ring- vastgewrongen en kan onmogelijk neg verroeren. Die groote, sterke man staat daar wel. dra als een beeld met den boom ver groeid; een boom, die hem wil dcoden Boven zijn hoofd tomen veie groote, gruwelijke vogels cirkelen. Ze zijn zwart als de hel en maken niet het minste ge luid. Btreiden ze zich voor om straks zijn lijk in stukken: te pikken? Met een doods angst in. de oogen ziet Ge mandenmaker die vreeselijto dingen gebeuren cn hij kan er niets meer tegen doen. ('t Vervolgt) DE DIERENPLAGEN Een hart van steen, e-.n dierer.plager, Hij heette de witte Klaas. Hij speurt naar dieren als; een jager En vindt zijn stieltje niet zoo dwaas. Want altijd steenigt Klaas verdwaaMe [honden; En in een bakje sluit hij vinkjes cp, De beul brandt in hun oogstens zwarte [wonden. Op koeienpooten geeft hij grar.g een [schop. Vermoeide paarden zou [rij immer slar.cn, Verdwaalde vliegjes doopt hij in den inkt; En: booze Klaas kan r.og niet eens v?r- [dragen, Dat niemand anders daar plezier in vindt Hii steekt een speld dwars door een vlin- Hij pluimt een levend musohje kaa'. [der, Wat nagelt en wat Idopt hij ginder? Een vledermuisje aan een paal. Ha! witte beul' Ha! wreede Klaas! Nu is 't genoeg. Ha! gekke dwaas. Nu komt uw nacht, nu. komt uw loon. Dé dieren sluinen naar zijn woon. Een vogel houdt een glceiend ijzer in den [poot; En kisss! daar brandt hij plots twee heldre [oogen dood. Ai! Klaas ziet: niet meer.. Daar komen [honden aan Om ook met steenen oo den beuL ta slaan. De koeien beuken: paarden stampen. O! wreede piin. O! wreede krampen. De vlinders met eert speld zijn liêf door- Uttiuot De musschen plakken aan zijn haran, zon- [der spreken. Een reuzavlaêrrnuis spijkert hem nu wreed Aan een paal, zooals hij 't zelf eens deed. En 's morgens vroeg, ontwaakt de wreede [martelaar. Ik plaag geen dieren meer, die droom [was veel te naar». A OPLOSSING VORIG RAADSIX AARWAARZWAA3 - ZWAARQ Het eerste is een Ietter, Het tweede is een stad, 't Gsheel is een champetter. Wie zoekt en raadt er dat? Het eerste deel is. paar Vl aag 't tweede deef aan 't koren:' Het derde helpt den mensch voorwaar, 't Geheel zit dikwijls op den toren. ïSBBnsasiBeBasssa'ssisBBEaaHBn Vraag aan uw Briefdrager EEN POSTABONNEMENT OP «DE POPERINGENAAR Mferrg^lwerk v. 2# Oktober 1040. P4r 19. ROMAN van H. COURTHS-MAHLER. Gunlrr Iomrei. :^un- ra». ri/Ac»' indtuirit-d, tftis dis ,:;jf k< iir'rir grschtiitcn van zijn sliintc vrount cn taancdspeaUterLort- Lcixncr. Hij -jms mei haar grhuxd, alhorxel zijn vaürr hm onterjd' had m alias oüergfscJtrcvcn had aan Kale llarlandeen Jlinke vrouv die HeinritJt H'iirnecM als kind', had op- geiW'Hcn. GuuSer lead zijn jout ingezien en vroeg vergijfntisdeze. heijgt hij, dbch Brilden avond, sicr.it zijn vader. Hetnrich had even voor zijn dood tietoojd aan Kate, kri testament, waarin, hij alles aan Kate, gaf, te scheuren. .Vu was hij gestorven, maar Kots had het testament torh kannen inden, Gantes werd omtertmschcn telegrafisch venrittiga. Getroost stond ze op en legde de sleu tels weer op de nachttafel. Toen de dok ter terugkwam keek ze hem rustig en be- heerscht aan. Ze kon nu alles wat noo dig was met hem bespreken. Ze telefoneerde aan de procuratiehou ders der fabriek en zei hen wat er ge beurd was. De beide Heeren kwamen on- middeliijk en namen Kate de zorg voor de nooöige formaliteiten uit de handen. Kate overhandigde een der heeren, die al jaren lang tot de firma Warneck be hoorde. de sleutels van haar voogd. Wilt u die bewaren voor mijnheer Gun ter Warneck? Doch ze vertelde niet dat ze de sleutels reeds g:bruikt had. Het was een instinc tieve inval van haar om de sleutels af te geven. Niemand mocht wetea. dat zij de schrijftafel na oom Heinrich's dood ge opend had. Den dokter had ze terloops gezegd, dat ze het adres van Gun ter op een: couvert in de papiermand gevonden had. Kate vertelde de procuratiehouders, dat er naar Gunter getelegrafeerd was, doch ze zei niet, wat aanleiding tct zijn afwe zigheid was geweest. Niemand mocht we ten, dat Gunter op de huwelijksreis was gegaan en in de fabriek meende men. dat de jonge Warneck een pieizierreis deed. Kate bleef dien dag zeer nerveus, zoo veel stormde op haar af en pas laat in den, avond kon ze esn poosje naar haar kamer gaan. Toen ze eindelijk alleen was haalde ze het lange, smalle couvert met het testa ment uit haar japon. Ze keek naar het ongeschonden iak en haalde verlicht adem. Wat zou ze nu met dit document beginnen? Verbranden? Ze keek radeloos rond, In het heele huis was electeisch licht en centrale verwar ming en geen enkele kachel of haard, waarin ze dit» dikke papier zou kunnen verbranden. Ze mo£3t de gelegenheid af wachten om het in de keukenkachel te vernietigen. Voorloopig was het bij haar veilig geborgen. Ze d:cd haar schrijftafel open en legde het testament in een cas sette waarin ze haar sieraden en souve nirs bewaarde. Ze sloot die cassette in haar schrijftafel en hing den sleutel aan een ketting onder haar kisederen om den hals. Daarna ging ze weer naar beneden j om aan het bed van oom Heinricli de doodenwake te houden.. Gunter Warneck had na zijn' scheiding van Lori- moeilijke dagen gehad. Het was niet zoo gemakkelijk om te scheiden van iemand, voor wie je alles had willen zijn. Allss kwam hem leeg en. somber voor en hij bracht zijn dagen in dof niets-doen door, vóór hij besluiten kon zijn vader te schrijven. En nu wachtte hij op diens antwoord. Zoodra hij dat. ontvangen had, zcru hij naar Zwitserland' gaan. Eij voel de, dat alleen hard werken h:m over zijn innerlijke onrust heen zou kunnen helpen en daar het hem nu niet mogelijk was naar hui» te- gaan, moest hij een ander arbeidsveld zoeken. Hii had ook aan Kate willen schrijven, want hij begreep dat hij haar ten min ste voor haar brief moest bedanken, doch hij staarde besluiteloos op het leegs pa pier en kon de rechte woorden niet vin den. Het was hem, of de gebeurtenissen van den laatsten tijd ook een schaduw op Kate's beeld hadden geworpen. Ze was immers ook een vrouw en in zijn tegenwoordige stamming zag hij in. elke vrouw een bedriegster. Met moeite zette hij een kort, stijf briefje in elkaar waar in hij haar bedankte, dbch hij ver scheurde clien brief.' weer, omdat die hem absoluut niet beviel. Hij liet het dus maar achterwege en schreef haar niet, zondes' te vermoeden, hoezeer, hij haar daarmee kwetste. Het antwoord van zijn vader zon lüj op zijn vroïgst den volgenden morgen kunnen krijgen en om wat afleiding te zoeken, ging hij de» avonds naar de opera, doch hij walgde van de geschminkte zangeressen die ovtr een liefde zangen, die ze niet voelden. Hij kon niet tot het einde blijven. Na de tweede acte ging hij weg en dwaalde doelloos door de straten. De honger dreef hem eindelijk een res taurant binnen, waar hij in een stil hoekje somber voer zich uit zat te kij ken. Plotseling kreeg hij een schok een heer en een dame waren binnen ge komen en hij meende in hen Lori en mr. Hamton te herkennen. De dame had ook kort, uitstaand, donker haar, doch toen ze zich omwendde staarde een vreemd gezicht hem aan. Het paartje ram plaats aan een tafel tje naast hem en Gunter, die de dame nog stesdfe aankeek, omdat hij nog niet over den schrik heen was, merkte, dat deze hem. coquet toelonkte. Een hevige woede tegen de vrouwen kwam in hem op. Ze waren toch allemaal hetzelfde allemaal zonder uitzondering! Overweldigd van walging schoof hij zijn bord weg, betaalde en verliet het lo kaal. Langzaam keerde hij naar zijn ho tel terug, dat hij te middernacht bereikte. Daar vond hij een telegram: Onmid dellijke thuiskomst ncodzakeiijk. Vader ernstig ziek. Dokter Albers. Da dakter had hem het doodsbericht niet direct willen zenden, het was tijd genoeg, als de zoon dat bij zijn thuis komst hoorde. Doch ook dit bericht vervulde Gunter met verlammenden schrik. Vader ziek: En hij moest ernstig ziek zijn, zeer ern stig, anders zou dokter Albers, die een bedaard en bezonken mensch was, hem niet getelegrafeerd hebben. Hij voelde in stinctmatig, dat dit telegram hem op het ergste voorbereidde. Een hevige angst greep hem aan. Nog nooit was zijn vader hem dierbaarder ge weest dan nu. Hij dacht aan de kwaal van zijn vader, die weliswaar nooit be angstigend was geweest, doch die bij zijn leeftijd allicht complicaties kon veroor zaken. Als zijn vader eens stierf zonder zich met hem verzoend te hebben? Hij viel in de hall van. het hotel in een stoel neer en staarde voor zich uit, doch toen sprong hij op en ging naar den nachtportier. Wanneer gaat de nachttrein naar Berlijn? Die is al lang weg, mijnheer, van daag gaat er geen trcih meer. U kunt den vroegtrein nemen. Gunter gaf bevel, dat men hem vroeg moest roepen, en. ging naar zijn kamer. Den volgenden morgen, juist toen hij in den hall op den auto wachtte, die hem naar het station zou brengen, ontving hij den brief van zijn vader. Hij had nu geen tijd hem te lezen, doch deed dit in den trein. Een diepe zucht van verlichting ont snapte hem. Gelukkig, hij had de vergif fenis van zijn vader in handen, zijn va der moest dus gisteren nog gezond en wel zijn geweest. Zijn ongerustheid bedaarde wat, doch hij. las telkens en telkens weer het korte schrijven door. Diepe ontroe ring greap hem aan en hij voelde weer, hoe hecht, ondanks alles, toch de banden waren, die hem. aan. zijn vader verbonden. Hij nam zich vast" voor cm voortaan te genover zijn vader minder eigenzinnig te zijn en het eenige goede, dat uit deze el lende voortkwam zou. althans zijn, dat. er oen betere verstandhouding tusschen hem en zijn vader, uit ontstond. Hij begreep Wu. zelf niet meer, dat het mogelijk was geweest dat een vrouw als Lori tusschen hem en zijn vader gestaan had. Ze was het" niet waard geweest geen enkele vrouw was dat waard. Laat dien avond kwam hij thuis. Alles was stil en donker, alleen in de huiska mer brandde nog licht. Het bescheen een blond meisjeshoofd. Kate was dus nog op en verwachtte hem. Even voelde hij zich getroffen, doch hij verzette zich ertegen. Als Kata Hariand op hem wachtte, deed ze dat natuurlijk ook uit berskening. Zijn ocgen vlogen naar boven, naar de slaapkamer van zijn vader en hij schrok hevig. De vensters van die kamer stond: n wijd open. de kamer was donker. Doodelijk verschrikt sprong hij uit de taxi en belde aan. Tegelijkertijd schoot het licht in de hall aan. Kate had dén auto hooren stil houden en was de gang ih gesneld: De deur ging open en nu stond Gunter blssk en ontsteld voor Kate. Hij zag, dat ze in het zwart was, waartegen haar blonde haar stralend afstak. Haar gezicht stond droevig. Kate! Er lag een angstige vraag in dat eene woord. Kate kwam op hem toe en haar oogen kregen een vochtigen glans. Gunter ik moet je iets vreeselijks meedeelen, zei ze haperend. Mijn vader, Kate? Wat is er met vader? vroeg hij heesch. Hij zag dikke tranen over haar wangen rollen en dat geluidlooze schreien werkte zoo ontroerend, dat hij beefde. Zeg ten minste dat vader nog leeft, zei hij verschrikt! Ze greep zijn hand. Je moet fiink zijn Gunter, het doet me zoo 'n verdriet dat ik je moet zeggen wat er gebeurd is. Allés wat jou pijn dest, moet IK je zeggen het is mijn nood lot. Je vader is niét meer in leven. Hij staarde haar als verdoofd aan. Dood? kwam het over zijn lippen. Zc knikte en hij zag hoe zij zelf beefde. Ze had veel van zijn, vader gehouden. Even bleven beiden stil. Toen vroeg Gunter haperend: Waar is hij? Ga mee, ik zal je bij hem brengen. Kate liep naar de deur van Heinrich Warneck's kamer. Hier had Kate den va ngen nacht met den ouden procuratie houder van de firma gewaakt. Ze liet Gunter binnen gaan en draaide het elec- U'ische licht op. Ik laat je alleen met je vader, GUa- ter. Als je me noodig hebt, laat me dan roepen. Hij knikte. Dank je, Kate. Ze sloot zachtjes dé deur achter hem en bleef toen een poos onbeweeglijk met gevouwen handen voor de gesloten deur staan. Wat was Gunter bleek en smal ge worden en wat lag er een bittere trek om zijn mond, dien had ze er vroeger nooit' gezien. Ze zuchtte en wendde zich om. De huisknecht stond in de hall. Fram, blijf jij op tot de jonge mijn heer je naar bed zandt. Keir is mogelijk, dat je dan heeLm nacht zult moeten wa ken, maar dan kun je morgen uitslapen. Als mijnheer naai' ine mocht vragen, klop dan aan as deur van mijn kamer, lit ga alleen maar op den divan liggen en als iï noodig mociu zijn kom ik direct. Goed juffrouw, ik blijf hier, ant woordde Frans. Gunter bleef den geheelen nacht bij zijn döodeii vader, met wien hij in dan geest e:n gesprek hield. Nooit had hij zoo innig en hartelijk met den levenden va der gesproken, als nu mat den aoode. Het was of de dood alias uit den weg had ge ruimd wat ooit scheidend tusschen. hen in had gestaan. Earst bij het aanbreken van den dag kwam Gunter, bleek doch beheerscht. de kamer uit. Hij vond Frans, op den stoel ingeslapen en wekte hem. Ga naar bed, ik heb je niet meer noodig, zei hij, Caarna zocht hij zijn eigen kamer op en. ging naar bed. Hij kon nog een paar uur slapen om zich voor de komende da gen te sterken. A Kate wachtte den volgenden morgen aan de ontbijttafel op Gunter. Ze bad. hoewel ze doodmoe was geweest, niet veel kunnen slapen, steeds weer was za wak ker geschrikt. Ze- had zich niet uitgekleed, opdat ze gereed zou zijn om naar Gunter ta? te gaan. wanneer die haar noodig mocht hebben. Tegen den morgen hoorde ze hem naar zijn kamer gaan. Toen sliep za eindelijk vast in. En nu wachtte ze onrustig op zijn komst. Er was zooveel te bespreken. Toen hij verscheen, begroetten ze el kaar met een zwijgenden handdruk. Kate schonk Gunter in en schoof lv:m de broodschaal toe, net zooals ze vroeger al tijd gedaan had. Ailes was net als vroe ger alleen zijn vader ontbrak en Gun- ter's groote, bittere ontgoocheling stond als een scheidsmuur tusschen ban. Za keck met bedroefde oogen in zijn. somber gezicht, dat haar zoo vresrnd voorkwam. Ze bleven langen tijd zwijgend tegen over elkaar zitten, toen. richtte Gunter zich met asn zucht op en keek Kate awn Ze was bleek en zag er moe uit, maar het kwam Gunter voor of hij haar nog noeit zoo mooi gevonden had. Weer wilde iets warms en hartelijks in ham ontwaken, doch hij verzette er zich tegen. Niet weer zwak worden tegenover can vrouw het lisp toch maar op groot? teleurstellingen uit. Hij zei kalm en beheerscht: Wil je me vertellen Kate, hoe vader gestorven is en wat de oorzaak van cja dood is geweest? Ze vertelde hem, dat zijn vader al we ken niet heel wel was geweest en den laatsten tijd vaak geklaagd had over zi.u oude kwaal. Ze vertelde hem ook, dat lui altijd, gewenscht had om, evenais alls Warneck's, een snellen dood te sterven. Ze beschreef hem, weikan indruk nfa brief op hem gemaakt had en hoe bij over Gunter gesproken had. (Wordt vervolgd).

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 8