De Verloren Ring
Ons Vrouwenhoekje
Ons KINDERHOEKJE
2ooal$ wafer fc££ vuur.
den hossl
0&S&S& VOOR ONZE KLEUTERS
GEDACHTEN
FRANSCHE KRIJGSGEVAN
GENEN REBBEN KINDEREN
WIJ MAKEN ZUURKOOL
ERGE ZAAK TE HERZEEUW
IN ENKELE REGELS
DE MANDENMAKER
ONS WEKEUJKSCH
RAADSEL
Het bewustzijn, zijn das wel besteed te
hebben, doet de sötis op onzen disch
kruidig en. smakelijk zijn.
Wie van den rechten weg raakt is
slechts dan verloren als hij hem niet
terugvindt.
Eerst in tegenwoordigheid van een
hardunorende bemerkt men. haeve-1 men
spreekt, dat de moeite niet wat is her
haald te worden.
tilTMêNNEKE
UIT DE MAAAI
Aiderliefste Lezeressen.
Vriend sn Lezers, hoort eens goed
Kaar hetgeen het Manemaniiekeil
U vandaag vertellen moet.
Allen hebt ge al hooren spreken
Over Winterhulp Welnu,
Voor dat werk. tot baat van de armen
Richt ik hier het woord tot U.
Hebt ge veel. wil veel van geven.
Hebt ge weinig, doe uw best...
Door de huloe van ons allen
Doet dan Winterhulp de rest.
Koning Leopold m gaf een miljoen;
Koningin Elisabeth twee honderd dui
zend frank; Kardinaal Van Roey vijf en.
twintig duizend frank. En veel, veel an
dere manschen met een goed hart zullen
ook geven: zijn 't geen miljoenen, geen
honderdduizenden, geen tienduizenden,
dan zullen ze toch aan 't spreekwoord
peizen: «alle beetjes helpen en aan dit
ander spreekwoord:
Wie geeft van 't geen hij heeft
la waard dat hij leeft.
Maar zoudt ge 't gelooven dat er nu in
Brussel alweer van die franskiljons zijn,
die stokken in de wielen willen steken...
Denken die misschien
Dat de wind zal draaien
En 't Franskiljons gedoe
Nog zal victorie kraaien?
Al meteens vliegt Knulleken recht en hij
declameert:
God met ons!
En dan zonder franskiljons
Zullen wij de armen helpen...
Met een deel van ons gewin
En zoo menig huisgezin
Armoe en ellende stelpen.
STELPEN BETEEKENT EIGENLIJK
DOEN OPHOUDEN... Als kleine kindei-
loens in de wieg liggen ta huilen, te
schreeuwen, te janken en te kermen en
te klagen, dan zoeken cl? moeders alle
trukken uit, om die kinderkens tot zwij
gen te brengen. Dan wordt er geklaagu:
't Kind heeft krampen in; den buik
En kolieken in de darmen
Moeder zucht en weent en klaagt:
Kindje lief, oGh arme...
Te Blnchie, bij Madame Laronde, lag
fr zoo ook een kindje te lamenteer en en
'n gedienstige buurvrouw zou ne keer rap
'n. remedie bezorgen. Ze bracht 'n dranks
ken uit 'n. fltschje en ze gaven daar het
kindje 'n lepeltje van ta slikken... En
potdorie, 't kindeken zweeg na twee, drie
minuutjes... 't Viel in slaap:.. Maar, 't
slaapt nog... en 't zal blijven slapen en
de grafmaker heeft al 'n klein grafje ge
maakt en 't parket heeft er zijn neus
ingestoken. Niet in dat graf maar in
die duistere historie, want 't is 'n duis-
tere historie. Ge moet weten die Madame
Laronde was h weduwe. Kaai- man was
'n maand of drie geleden gestorven. Als
dat kindje nu ook ne keer moest sterven,
dan zou d& familie van den man recht
Enfin, ge be-
wordt er gin-
ii aan de ooren
gekomen van 't Parket. Ja, 't geld.
Geld, dat stom is
Maakt recht wat krom is.
Maar, zegt Knulleken: Geld maakt
niet slim, wat dom is... Daar heeft Knul
leken nu ne keer den nagel op den kop
geslagen! 't IS de waarheid.
WAARHEID IS 'T OOK wat m'n vriend
Zander zei. Zander was naar 'n voor
dracht gaan luisteren die gegeven v.erd
door een jongedochter van rond de vijf
tig jaar. En, in 't vuur. vau haren dis
koers, riep dia ouwe jonge dochter uit:
Gij, mannen, heeren van. de schep
ping; gij, die zoo dikwijls het ongeluk zijt
van de vrouwen, wat zou het leven zijn
zander de. vrouw?
Veel goedkooper! riep Zander uit.
maar nij moest rap zien dat hij weg
kwam of 't vrouwvolk daar in de zaal had
hem de oogen uit den kop gehaald.
GEHAALD, KOMT VAN HET WERK
WOORD HALEN en dat rijmt met ta
len. Daar zijn zoo wat zeven duizend ta
len in. de wereld. Enkele weken geleden
hebben we geschreven dat de taal der
oogen, de taal is die 't meest wordt ge
sproken en ik weet zeker dat veel vati
onze aiderliefste Lezeressen heel straf zijn
in 't spreken van die taal:
Maar van al de taien die t moeilijkst
aan te leeren zijn, is BE-TALEN nog al
tijd. de lastigste.
'T LASTIGSTE IN T HUWELIJKS
LEVEN dat is mekaar verstaan en be
grijpen. Dat gaat allegaar- goed, zoolang
de speelman op 't dak zit, maar later,
o-h ia. dan met de zergen en de Tasten
van 't leven, kemt al ne keer een haar-
ken In de boter.
Daarom, aiderliefste Lezeressen, zegt
Knulleken. heb ik de eer en'het genoegen
U hier 'n rijmken voor te leggen:
Meer dan eens heb ik gelezen,
't Huwiiik is geen kindersDei.
Gaat het goed. dan is 't ren hemel,
Gaat het slecht, dan is 't een heL..
Zijt ge soms van zins te trouwen,
Doe het met geen licht gedacht,
t Minnevooisken, bij Int vrijen.
Werd zoo vaak een droeve klacht.
Droeve klacht! In t Huwlijksleven,
Menig meisje ondervindt
Dat veel zoets woordjes waren
Niets dan woordjes in den wind.
Waarom zijn er thans zoove'.en
Die gaan. loopen. van mekaar
Nu, dat zij elkander vlagen
Koppekrabbend in het haai-.
't omdat ze allen meenden
't Kuv.lijk is maar kinderspel
't Tegendeel is klaar bewezen
Die dit leest, onthoudt het weL
ONTHOUDT HET WEL. wat ge in de
schole leert, zegt de meester. Zoo vroeg
meester Pennewip aan. de jangans van
z'n klas een zin te maken met het woordje
suikerii. Jefken ctak z'n vinger op en zei:
Ik drink 's morgens twee tassen
koffie.
En waar is het woordje sulkerij?
vroeg de meester.
De suikerii is in de koffie, meester,
antwoordde Jefken. En Jefken had
gelijk.
GELIJK IS 'T TEGENOVERGESTEL-
gister ls gebeurd, al is 't dan ook al lang
geleden, aagt Knulleken. Ik was *n jon
gen van achttien, negentien jaar en ik
ging voor den eersten keer van m'n leven
on i
ren gedaan werden met leeuwen, tijgers,
beren en olifanten. Daar was een made-
mezrl die heette Anita en die dresseerde
die wilde beestan...
Die Anita stond daar in 'n schoon kort
rood kleedje dat schitterde en ik vond die
Anita een lief kind. Ze had 'n zweapken
in d» hard en leeuwen en tijgers deden
gewillig alles wat Anit» kommandeerde.
Ik zat m:t den harteklop. vooral toen er
'n vent. ik peis dat 't de directeur van
dat spel was. kwam roepen: Dames en
Heeren, opgelet voor het volgend num
mer. Het volgend nummer Begon. Anita
nam een broksken suiker tusschen haar
liopen en Brutus, de grootste leeuw. die
er uitzag als een rare sinjeur, moest dat
stuksken suiker met zti mull van Anita's
ÜODen wegnemen... M'n hart stond stil
van schrik! Maar 't spel liep goed van
stapel Brutus deed hst beleefd en wel
gemanierd, bi.ina zacht als 'n lammeken
Daar klonk handesklan en Anita boog
vriendelijk. Toen riep de directeur v:een:
Dam» en Heeren, honderd frank
voor dengene die durft nadoen hetgeen
ge hebt gezien
Opeens stond ik recht, ik Knulleken.
De vrienden en kennissen die met mij
wei wo-en riepen: Knul. worde gij zot:..
Bliif zitten!... Ziide ouw leven moei?
Ik Knulleken. liet die menschen zon
der kosragie roepen en schreeuwen en
staote naar 't verhoog, waar de kooi stond
opgesteld! Toen Ik daar kwam, zei de
directeur:
Ha! gij zijt een dappere kerel...
Altijd gew-esrt, ze' ik zoo.
Ge wilt dus honderd frank verdienen?
Ja 'k, maneer de directeur.
Qe wilt dus aan den gevaarlijken
leeuw Brustus een k'ontje suiker presen
teeren. tusschen uw lippen en aldus ma
demoiselle Anita nadoen?
Ne", meneer, zei ik toen zoo... Mo -
demoiselle Anita wil ik nie nadoen... da.
durf ik nie... Maar Brutus, ja, dien wil
ik nadoen met veel plezier...
PLEZIER EN" GENOEGEN
Wensch 'k U aan den haard
Den Zondag namiddag
Als ge speelt met de kaart.
Spelen met de kaart! Vooral in den
tijd als wind en. regen, hoogtij vieren en
't beter binnen is dan buiten...
Aiderliefste Lezeressen,
Vrienden Lezers, speelt ge. om. geld
Zorgt clan dht voor Winterhnlpe
Gij iets ter beschikking stelt.
't Manneken uit de Maan.
(Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden).
HIERBIJ T KALENDEREEN:
Zondag 24 November: SS. Johannes. Flo
ra, Firmiha.
Maandag 25: SS. Catharina. Erasmus. Ju-
conda.
Dinsdag 26: SS. Petrus (van Alexandria;.
Koenraad.
Woensdag 27: S. Leonard.
Donderdag 28: SS. Sosthenes, Mansue-
tus. Amedeus. Josaphafe
Vrijdag 29: SS. Saturnius. Radbond. Phi-
lomeen. Brando.
Zaterdag 39: SS. Andreas. Zoziem. Gastul.
Troiarm.
En daarmeê is November
November wear gedaan...
Da tijd vliBgtï snel
Gebruikt hem wel
Zegt
't Manneken uit de Maan.
lïaHsasaBsacsassaaassEaaaaüüia
PAS OP VOOR PADDESTOELEN
DE van ongelijk, precies lijk schoon 't te
genovergestelde is van lrelijk; recht van
:rom. slim van dom, enzoovoort.
Hewel! zegt Knulleken, ons Klazina,
m'n zuster, had ook ongeluk en handelde
stom en dom, toen ze gepasseerde weel:
aan de deur, van nen leurder een bael-
deken kocht in marmer. Als ge wilt. Man
neken uit de Maan, zaï ik u hier die his
torie vertallen.
Knulleken vertel maar op,
En vertel me zonder dralen
Die historie iader kan
Er zijn voordeel dan. uit halen.
Hewel, zegt Knulleken; daar werd aan
de voordeur geklopt en Klazina ging. open
doen. Stond daar 'n. vent en die vent
droeg in 'n valies allerhande beeldekens
meê. In marmer... Klazina kocht 'n pes
tuurken dat 'n meisjeskop voorstelde. Pre
cies de kop van 'n engelken. 't Was 'n
borstbeeld, dat vast en zeker zes a, zeven
kilo woog... En die vent zei nog:
't Ia marmer uit Italië. In de mu
seums ginder staan er zoo niet veel. 't Is
een echt kunstwerk. Als 't gesn oorlog
was zou dit koppeken minstens vijfhon-
.derd frank kosten.... Zie ne keer, echt
marmer.
Hij duwde het marmeren beeldje In
Klacina's handen. Klazina vond het
schoon, zeer schoon... maar vijfhonderd
frank vond ze te veel... Na loven en bie
den kwamen zc toch t'akkoord... en m'n
zuster kocht het borstbeeld' voor hon
derd: frank. Toen ik 's avonds thuis
kwam stond het postuurken op de
schouw.
Wat zegt ge er van, Knulleken?
vroeg Klazina.
Schoon, zei ik; maar me dunkt dat
het zoo 'n grauwe marmer is...
Ja, antwoordde Klazina. m'n zuster,
maar dat komt omdat er veel. stof op ligt.
't Postuurken heeft in. 'n ekspoziesie ge
staan, gepasseerde week. 'k Zal het mor
gen eens goed afkuischen met duvel en
zsep en warm water.
Den volgenden morgen, toen lfc bezig
was in m'n drukkerij, hoorde ik almeteens
een schreeuw, 't Was Klazina die
schreeuwde.lit vloog de kamer in. En
daar stond Klazina, naast 'n bak warm
water en in dat warm water lag dat
schoon koppeken, dat geen schoon kop
peken meer was... Dat schoon koppeken
was onkennelijk geworden en in 'n dikke,
stijve pap veranderd... Dat marmer was
zooveel marmer als een koperen cent een
goudstuk is...
Eh wat was dat marmer dan, Knul
leken, dat geen mar-^er was?
Gewone rijst... Rijst gekookt tot *n
papperige massa en dan bewerkt met 'n
scort ltjm. En. dan wordt dat in een
vorm gegoten en zoo maakt men dan al
lerhande postuurkens en ge zoudt zwe
ren dat 't echte marmer ls.
Enfin, Klazina was geaen...
Met zich iets op te laten, plakken
Maar 't is Klazina's: eigen schuld
Ze kocht pertang geen kat in zakken.
Knulleken, ge hebt gelijk.
GELIJK HAD POLLEKEN OOK. Pol
leken speelde in huis en daar zaten z'n
moeder, z'n grootmoeder en z'n tante
Fien. Hij lieeft precies de oogen van
zijn vader, zei de moeder... En de neus
van z'n moeder, zei de grootmoeder... En
de kin van z'n nonkel Sus, zei tante
Fien... En de brock van m'n broer Flip,
zei Polleken,, met 't serjeusts gezicht van
de wereld.
IN DE WERELD GEBEUREN er toch.
soms rare dingen, Zoo heeft er verleden
week te Brussel in 'n leeuwenkooi een
doopsel plaats gehad. Ge zult zeggen
daar zat. misschien geen leeuw in. Toch
wel: 'n leeuw en 'n leeuwin. De dieren
temmer, meneer Glux. stapte eerst bin
nen. Hij was de papa van den jongge-
boorne. Dan de vroedvrouw met het kin
deken op den arm. Dan peter en meter
en even later kwam de priester, 'n Rus
sische priester. Alles is goed verloopen en
de leeuwen zijn zoo braaf gebleven als
thuis onzen hond, die in 'n mandeken on
der de stoof ligt.
DIT LIGT NOG GOED IN MIJN GE
HEUGEN, precies of dat het nog maai'
lil een pensionnaat bij. Toulouse (Fr.)
zijp ongeveer twintig meisjes ernstig ziek;
géwordén door het eten vau giftige pad
destoelen: Twee meisjes zijn reeds over
leden, twaalf verk-eeren in levensgevaar.
iBESaSSSBSBBllSaEBlSBSSSgSBSB
BOTERVERBRUIK IN DENE
MARKEN GERANTSOENEERD
Van heden af werd het boterverbruik
in Denemarken gerantsoeneerd.
Volgens een officiesle meüeaëeling is
het rantsoen op 350 gram boter per week
vastgesteld.
ZIJ WERDEN
IN VRIJHEID GESTELD
Deze week. word medegedeeld dat
drie Fransche krijgsgevangenen, die in
Duitschland bij levensgevaar verdrinken
de. kindoren hadden, gered; uit belooning
voor deze moedige daad vrijgelaten cn
naar buis gestuurd werden: Het zijn de
genaamde André Rouge, André Clamens
en Marcel Bultot.
aSBVBaBBBBaBBBBBaca
BEWAREN VAN^SOEFGROEN-
TEN. INMAAKGLAZEN, DIE
NIET SLUITEN
Ern belangrijke kwe*iie in beft
huishouden is altijd, en meer in Hei
bijzonder in dezen tijd, boe wij ver
schillende groenten, die nu rijkelijk
te koop zijn, maar niet in den Win
ter, zullen conserveer en. Stcmppat
van zuurkool is een heerlijk eten,
maar als we die dezen Winter willen
eten, moeten we nu zorgen, dat we
ds witte en savoyekool tot zuurkool
maken.
Ook soepgroenten en dergelijke
kunnen we gemakkelijk bewaren op
een allereenvoudigste manier, name*'
lijk in... zand. Met een beetje zorg
kunnen we hiervoor best een hoekje
van den kelder rendabel maken.
Te Herzeeuw werd de ontvanger der
belastingen aangehouden daar hij aan
Fransche inwoners van het Noorden die
gcviucht waren valsclie bescheiden afle
verde om. hun terugkeer toe te laten en
vervolgens met hun vervoer groote be
dragen had verdiend. Elke tocht die hij
ondernam bracht hem ongeveer 8.-003 fr.
op. Hij werd te Kortrijk aangehouden.
Zout. is een prachtig hulpmiddel, ora
groote hoeveelheden groenten voor den
Winter te bewaren. Er zijn weinig ge
reedschappen voor noodig en het kan
gebeuren met dingen, die in elke keuken
aanwezig zijn.
Voor vandaag wil ik eens de aandacht
vestigen op de wenschelijkheid, am zuur
kool in te maken. Zuurkool, op de juiste
wijze klaargemaakt; is niet alleen weinig
kostbaar en lekker, maar bevat, altlians
in ongekooktv:i toestand veel vitaminen,
en wordt dan ook dikwijls als genees
middel gebruikt. Wanneer men de zuur
kool zelf heeft ingemaakt, kan men haar
gerust ongewasschen in rauwen toestand
eten.
Wil men de kool wasschen, dan doe
men dat zoo kort mogelijk, omdat anders
het zoo belangrijke melkzuur verloren
gaat.
Om zuurkool te maken, neme men
liefst, een gc'iike hoeveelheid witte en
savoye kool. Men kieze natuurlijk mooie
vaste hooien uit waaraan niets mankeert.
Ze worden met een groote koolscliaaf
'fijn gesneden. De steetien pot of het hou
ten vaatje wordt te voren goed gereinigd,
met heet water omgespoeld en in de lucht!
gedroogd. Men legt in dit vafc een Band-
dikte kool, strooit daarop zout en stampt
de kool dan met de vuisten of een goed
gereinigde houten stamper zoo vast mo
gelijk aan. Pas als dat gebeurd is, komt
de tweede laag erop, weer zout, enz.
Wanneer alle kool is ingemaakt, moeti
men opnieuw zoo lang stampen, tot er
genoeg pekel op staat. Nu legt men er
een, schoon doekje over, daarop de metl
kokend' water gewassclien plank en daar
op de eveneens zeer goed gereinigde
steen..
Men laat liet vat nu acht af tien da
gen op een warme plaats staan om te
gisten, en daarna brengt men het in den
kelder. Men moet erop letten, dat de
vloeistof: steeds boven de kool moet staan.
De zuurkool is na drie weken gereedl
voor het gebruik. Telkens wanneer men
wat kool uit bet vat neemt, maar in ieder
geval am dé tien of veertien dagen, moe
ten het doek, de plank en de steen met
heet water worden gewassclien. De op
deze wijze zelfgemaakte zuurkool is heer
lijk van smaak en zeer gezond, zoowell
als groente als bij wijze vau stamppot.
GROENTEN IN HET ZAND
BEWAREN
Een buitengewoon handige en eenvou
dige manier, oin groenten tot in den Win
ter te bewaren, bestaat hierin, dat. men
ze in den kelder in zand inmaakt. Dit
gaat inct peen en selderie, maar ook met
witte kool. In een koele en droge hoek
,van den kelder brengt men een hoop
wit zand, de hoeveelheid hangt natuur
lijk af van den voorraad, dien men wil
bewaren. De groente wordt nu laag voor
laag in zand gelegdeen laag peen, een
laag zand, enz. Van groot belang is daar
bij, dat de peentjes elkaar niet raken,
maar aan alle kanten door zand zijn om
ringd. Precies zoo doet men met de sel-
d'erie-knollén en de kool. Op dergelijke
wijze ingemaakte groenten blijven tot
diep in den Winter versch.
SOEPGROENTE
Slechts weinig huisvrouwen weten, dat
men ook soepgroenten zooals peterselie
en dille kan conserveeren. Ze worden
daartoe liet. best in zout ingemaakt. Een
flinke hoeveelheid peterselie wordt bij
voorbeeld, zonder vooraf gcwasschen te
zijn, fijn gehakt, dan met droog zout ver
mengd en zoo stevig mogelijk in een
schrocfplas of een steenen pot vastge
drukt. WeJ' moet men eraan deuken, dat
men later, als men de peterselie gaat' ge
bruiken, deze eerst, een uur in water legt,
om het zout er te laten uittrekken. Bo
vendien doe men bij de spijzen, waarin
de peterselie wordt gebruikt, pas op het
laatste oogenblik het benaodigde zout:
omdat liet zoutgehalte van. de peterselie
dikwijls reeds voldoende is> Ook dille
kan men op precies dezelfde wijze behan
delen.
Het is eveneens weinig bekend, dat
men soep groente, die des Winters zoo-
als men weet, veel gebruikt wordt, niet
alleen kan drogen, maar ook evenals elke
andere groente gekookt kan inmaken. De
soepgroente wordt eerst met weinig war
ter tot een stevige brei gekookt. Men
neme daartoe l kilo rijpe tomaten. 2 sel-
derieknollen en het groen daarvan. 2 of
3 stengels look, 1 pond peen. peterselie cn
een eetlepel zout. De goed gcwasschen
en fijn gesneden groente wordt gaar ge
kookt en dan door een molen gedraaid!
Dan kookt men alles samen tot een dikke
brei en doet die in glazen of: flesschen,
die dichtgebonden of gekurkt worden.
Ook kan men de soepgroenten evenals
boven vermeld is voor peterselie, in zout
fnieggeu, waarbij men op 1 pond groente
ongeveer 125 gram zout ne-mt. en alles
weer goed in een pot of pi~s drukt.
WAAROM INIVte 'ZEN
OPEN G
Een lezeres beklaagt zich. dat een paar
van de weckglazen, waarin ze onlangs
vruchten heeft ingemaakt, bij een inspec
tie open bleken ta zijn gegaan. Ze vraagt
me, waaraan dat kan liggen. Het ant
woord is eenvoudighet ligt aan de slui
ting. die niet volkomen i» geweest. En
dat kan op zijn beurt weer verschillende
oorzaken hebben. Pn de eerste plaats
kunnen er- splinters of andere foutjes
aan de geslepen rand van het glas off
van het deksel. Verder kan het zijn,
dat de deksels en. de glazen van verschil
lend fabrikaat zijn, en daardoor niet pre
cies op elkaar passen. Dan is het moge
lijk, dat het aan den gummi-ring ligt.
Die kan al te oud en niet meer veer
krachtig zijn, stuk zijn. of niet goed
schoongemaakt zijn voor het gebruik. Het
kan ook zijn, dat bij het vullen van de
glazen er iets van den inhoud op den
rand is gekomen en niet goed weer :s
verwijderd. Ook moet U oppassen, dat
U den ring en den geslepen rand mett
een doek liebi schoongemaakt,, die een
paar vezels heeft achtergelaten.
Het loskomen berust hierop, dat er
boven de vruchten of groenten een lucht
ledig ontstaat. Wanneer er dus om wel
ke oorzaak ook, lucht kan toetreden, gaat
'het deksel los. Wanneer U dit maar
steeds voor oogen houdt bij alles wat U
doet, zult U geen last meer. hebben van
het genoemde euvel.
iM£iiK3iSBB3g9!2Hr£SeB3B!S3EBaS3
Nabij Nimy lcwam. een vrachtauto,
beiaden met een 2ü»tal vaten benzine, in
een gracht terecht, kantelde om wijl de
benzine in brand schoot. De vaten ont
ploften de eene- na de andere. De vlam
men sloegen een. 20-tal meter hoog. Een
'der vaten werd zelfs tot or een 200-tal
meter verder weggeworpen. Het vuur
deelde zich ook mede aan twee aldaar
dichtbij gelegen woonhuizen die geheel
afbrandden: Het was onmogelijk de vuur
gloed te naderen. De voerder die van zijn
zitplaats had kunnen springen liep slechts
brandwonden op. Een andere mederij-
deude werd verkoold onder den auto.
Bij Milaan is een vrachtauto in een
100-meter diepe ravijn gestort. De vier
inzittenden kwamen hierbij om het leven.
Te Brugge kwam zekere Jozef Pau-
wePs, 42 j.aar, wonende Moerstraat te
Brugge, bij avond langs- het water der
Spcëlniansrei gestapt. De man moet door
de duisternis misleid zijn geweest en in
dit, water, terecht zijn gekomen want bij
dage werd zijn lijk gevonden in het slijk,
waarin hii was versmacht.
Te Schaarbeek speelde zich een gru
welijk familiedrama af.. Zekere Schewarts
ging er namelijk zijn vader en moeder
te lijf met een mes, na een hoogoploo-
pendè ruzie. Vader en moeder werden
zwaar gewond. De moeder overleed en
kele uren nadien aan de opgeloopen ver
wondingen.
In de V. S. kwamen in 1939, 93.000
menschen om het leven door ongevallen.
Hieronder kwamen er 32.000 om bij auto-
ongevallen; 8.8 millioen werden gewond.
In het Engelsch Graafschap Somer
set ontspoorde een trein met het gevolg
dat 20 personen werden gedood en meer
dan 50 gewond.
Te Montricher, in Zwitserland, is
over enkele dagen een herder gestorven
dié zoo maar 274 kgr. woog. Deze man,
die «het levend vat» werd genaamd, was
ongetwijfeld de zwaarlijvigste van de
heele wereld.
Te Leuven stootte een werkman aan
tegen een vreemd voorwerp. Toen de man
zich bukte om dit op te rapeu kwam het
tot ontploffing zoodat hij gewond werd
aan handbn en gezicht.
Te Boutersem kwam zekere L. Buvé,
die men reeds sedert lang dood waande,
terug. Bij zijn thuiskomst vernam hij
eerst dat zijn vrouw en kind omgekomen
waren toen zijn huis te Leuven vernield
werd.
Bij Saltlake-City, V. S. van Ame
rika, verongelukte een passagiersvliegtuig.
Er waren 10 man aan boord. Men lieeft
'nog geen zekerheid om hun lot.
VI.
Zij waren zeer dankbaar. De manden
maker werd daar gediend als een koning.
De vrouw maakte een buitengewonen
maaltijd gereed voor hem. 's Avonds
kreeg hij hun zachtste bed om te slapen.
Allemaal niet noodig voor een armen
landlooper als ik zei Manten.
Maar niet te doen, hij moest het aan
nemen, al was het om die menschen te
vreden te stellen.
Zoo sliep hij in een propere kamer ne
vens de keuken. De wonaertwijg lag op
een stoel, niet ver van zijn bei Mantel!
wist wel hoe kostbaar ze was, maar hier
in dat vreedzaam huisje verwachtte hij
geen kwaad van niemand. Hij was neg
vermoeid van den langen tocht door heb
woud en sliep weldra in. 't Was een war
me zomernacht en hij had het venster
open gelaten. De geur van de bloemen
en van het zeem der bijen waaide zoet
naar binnen, 't Was als in een paradijs
en daar konden toch geen booze dingen
gebeuren. Maar te midden van den nacht,
teen het huisje en de heide in diepe rust
lagen, hing daar opeens een groote, zwar
te vogel te zweven. Met zwaren vleugel
slag streek hij neer op het dak en bleef
er een poos onrustig rondturen. Dan liet
hij zich ais een steen naar beneden vallen
en kwam vóór het raam van de slaap
kamer terecht. Hij wipte op de venster
bank. Hij stak zijn wreedan vogelkop
naar binnen. Manten sliep, gansch. het
huisje rustte. Opeens sprong de zware
vogel in de kamer, pikte van de stoel de
wondertwijg weg en vloog ermee door het
raam naar buiten.
Hij verdween in den diepen nacht bo
ven het woud.
Toen Manten wakker werd, gingen zijn
eerste gedachten en zijn eerste blikken
naar de toovertwijg. Zij lag daar niet
meer op den stoel. Zij was ook nergens
in de kamer te vinden.
Gestolen, bromde hij spijtig. Hoe kon
ik ook zoo dom zijn van het venster open
te Ihten
De houthakker en zijn vrouw waren
zeer verwonderd toen ze dat slecht nieuws
hoorden. De brave menschan begrepen
maar niet hoe dat kon gebeurd zijn. Huu
huisje stond zoo verlaten in de heide en
niemand woonde in de nabijheid. Zij had
den' nag nooit geweien dat een dief iets
bij hen was komen stelen.
't Is bijna niet te gelooven,zei de
houthakker. Hoe kan een mensch dat ge
daan hebben?
In heel het bosch heb ik. niemand
gezien,antwoordde Manten. En ik denk
ook niet dat er iemand zou kunnen zijn
dié mij gezien heeft
Terwijl ze zoo aan 't dubben, en 't pein
zen waren, en de diefstal hoe langer hce
geheimzinniger vonden, werden ze opeens
door het knaapje naar buiten, geroepen:
Komt eens zien, welke groote vogei-
pooten er op den grond staan
In 't mulle zand, tegen het huisje, za
gen ze waarlijk eenige wonderbare spo
ren van een. vogel. Met verbaasde blikken
staarden ze naar die geheimzinnige tee-
kens en begrepen zeer goed wat dat be-
teekende. Ben vreemde vogel was bij het
huisje neergestreken en zijn spoor liep
naar het raam van de slaapkamer.
Dat most er een. geweest zijn uit het
tooverbosch,zei Manten. Een vogel, die
medewerkt met die betooverde boomen en
planten. Ik moest die kostbare twijg toch
veel beter bewaard hebben
Maar hoe spijtig het ook was en hoe
die menschen dat betreurden, er viel niets
meer aan te veranderen.
T3n ware ik het nog eens beproefde
om bij dien taoverstruik te gerakenzei
de mandenmaker opeens.
Dat gaat niet, dat' is onmogelijk, be
weerde de houthakker. Daar komt gs
niet levend meer uit.
Ik ben er eens geraakt, waarom zou
het geen- tweeden keer lukken. En als ik
goed oplet, gaat het misschien wel zon
der ongelukken.
Zs wilden hem nog tegenhouden: het:
was toch zulk. een gevaarlijk bosch, zoo-
velen hadden er reeds den dood gevonden.
't Was al verloren, Manten zou nog één
keer gaan. Toen besloot de houthakker
met hem meê te gaan. cm te helpen waar
het noodig was. En zij gingen. De vrouw-
stond hen weenend na te kijken. Zij gin
gen naar het bosch en verdwenen tus
schen ds boomen.
Manten en de houthakker volgden een
wegel, die naar het tcoverboseh leidde.
Het was frisch onder da hooge sparren
en de scherpe harsgeur wekte hen cp. De
mandenmaker voelde een groeten meed
opkomen om door de betooverde planten
te dringen, naar de zoete, plaats waar
het wondervogeltje woonde. Hij wilde ook
zijn makker dienzelfden moed inspreken:
Ik ben er verleden keer gekomen, mid
den in den nacht, toen het helle-donker
was. Nu zal het veel beter gaan. Ge zult
niet lang moeten wachten, mijn goede
man. En dézen keer breng ik meer dan
'één twijg mede.
Dft houthakker bleef ongeloovig. Hij
kanda dat gruwelijk bcsch veel. te goed.
Hij had zijn scherpste bijltje meegebracht,
maar wist wel dat het allemaal niets zou
gekort zijn.
Ge zult toch voorzichitg moeten zijn.
mijnheer zei hij. Ik zou het liever niet
doen. Dat bosch zal u dooden.
doan. Dat bosch zal u dooden
Maar Manten stapte moedig voort en
wilde zoo spoedig mogelijk de gevaar
lijke plaats bereiken.
Na een paar uren hield de houthakker
hem plots staande- en wees gehrimzainij
naar een donkere plaats.
Daar is het, fluisterde hii angstig,
Afanten ging- traag vooruit, de clitüe»
scherp cp die plaats gericht.
Voorzichtig, voorzichtig, mijnheer
herhaalde de houthakker gedurig Hij
volgde den mandenmaker op den .otten
hield het bijltje- gereed in de hand
Zoo kwamn ze aan de grens van het
tooverbosch Er was niets ongewoo;.-- te
zien aan die bcomen en planten: «lieta
maar wat donkerder gekleurd en rnet gri
iiger vormen: En verder groeiden braaien,
doornen en allerlei laag gewas tusschen
de boomstammen.
Manten bleef staart en boorde zijn tak
ken zoo diep mogelijk in het boscj. Er
hing een groote stilte over die beteer.era»
plaats. Er was niet het minste gevaar t*
bespeuren.
Gij blijft hier wachten.zei de man
denmaker. Ik zal nu wei alleen vereer
gaan. God zal mij bewaren. Hij nam
zijn zakmes gereed in de vuist. Hij maak
te een kruis.
Doe het nietsmeekte zijn vriend nog.
Maar hij deed het toch. Stoutm eclig
ging hij op den eersten verraderlijken
boom af. De verwrongen takken met don
kere bladeren hingen roerlocs boven den
grond. Maar het is. alsof dit vreeseüjk
bosch voorbereid is op de komst van ten
mensch. Want plots, wanneer de man
denmaker onder de eerste takken komt,
begint gansch den boom ta bewegen. Tien
dreigende takken tegelijk kronkelen naar
beneden en willen dien man in hun akeligs
grijpklauwen sluiten.
De houthakker schreeuwt verschuilt:
«Vlucht weg!». Manten heeft cok het
gevaar gezien en wil nog. wegspringen, H4
springt in de deadends armen van Ct n
betooverden boom. Als giftige sier.ptn
wringen ze zich rond 'iin polsen, zijn-
hals, rond gansch zijn; lichaam. De man
geraakt verward in een net van takken.
Zijn vuist, die het mes omklemt in
een houten ring- vastgewrongen en kan
onmogelijk neg verroeren.
Die groote, sterke man staat daar wel.
dra als een beeld met den boom ver
groeid; een boom, die hem wil dcoden
Boven zijn hoofd tomen veie groote,
gruwelijke vogels cirkelen. Ze zijn zwart
als de hel en maken niet het minste ge
luid. Btreiden ze zich voor om straks zijn
lijk in stukken: te pikken? Met een doods
angst in. de oogen ziet Ge mandenmaker
die vreeselijto dingen gebeuren cn hij
kan er niets meer tegen doen.
('t Vervolgt)
DE DIERENPLAGEN
Een hart van steen, e-.n dierer.plager,
Hij heette de witte Klaas.
Hij speurt naar dieren als; een jager
En vindt zijn stieltje niet zoo dwaas.
Want altijd steenigt Klaas verdwaaMe
[honden;
En in een bakje sluit hij vinkjes cp,
De beul brandt in hun oogstens zwarte
[wonden.
Op koeienpooten geeft hij grar.g een
[schop.
Vermoeide paarden zou [rij immer slar.cn,
Verdwaalde vliegjes doopt hij in den inkt;
En: booze Klaas kan r.og niet eens v?r-
[dragen,
Dat niemand anders daar plezier in vindt
Hii steekt een speld dwars door een vlin-
Hij pluimt een levend musohje kaa'. [der,
Wat nagelt en wat Idopt hij ginder?
Een vledermuisje aan een paal.
Ha! witte beul' Ha! wreede Klaas!
Nu is 't genoeg. Ha! gekke dwaas.
Nu komt uw nacht, nu. komt uw loon.
Dé dieren sluinen naar zijn woon.
Een vogel houdt een glceiend ijzer in den
[poot;
En kisss! daar brandt hij plots twee heldre
[oogen dood.
Ai! Klaas ziet: niet meer.. Daar komen
[honden aan
Om ook met steenen oo den beuL ta slaan.
De koeien beuken: paarden stampen.
O! wreede piin. O! wreede krampen.
De vlinders met eert speld zijn liêf door-
Uttiuot
De musschen plakken aan zijn haran, zon-
[der spreken.
Een reuzavlaêrrnuis spijkert hem nu wreed
Aan een paal, zooals hij 't zelf eens deed.
En 's morgens vroeg, ontwaakt de wreede
[martelaar.
Ik plaag geen dieren meer, die droom
[was veel te naar».
A
OPLOSSING VORIG RAADSIX
AARWAARZWAA3 - ZWAARQ
Het eerste is een Ietter,
Het tweede is een stad,
't Gsheel is een champetter.
Wie zoekt en raadt er dat?
Het eerste deel is. paar
Vl aag 't tweede deef aan 't koren:'
Het derde helpt den mensch voorwaar,
't Geheel zit dikwijls op den toren.
ïSBBnsasiBeBasssa'ssisBBEaaHBn
Vraag aan uw Briefdrager
EEN POSTABONNEMENT
OP «DE POPERINGENAAR
Mferrg^lwerk v. 2# Oktober 1040. P4r 19.
ROMAN van H. COURTHS-MAHLER.
Gunlrr Iomrei. :^un- ra». ri/Ac»' indtuirit-d,
tftis dis ,:;jf k< iir'rir grschtiitcn van zijn sliintc
vrount cn taancdspeaUterLort- Lcixncr. Hij -jms mei
haar grhuxd, alhorxel zijn vaürr hm onterjd' had
m alias oüergfscJtrcvcn had aan Kale llarlandeen
Jlinke vrouv die HeinritJt H'iirnecM als kind', had op-
geiW'Hcn. GuuSer lead zijn jout ingezien en vroeg
vergijfntisdeze. heijgt hij, dbch Brilden avond, sicr.it
zijn vader. Hetnrich had even voor zijn dood tietoojd
aan Kate, kri testament, waarin, hij alles aan Kate,
gaf, te scheuren. .Vu was hij gestorven, maar Kots
had het testament torh kannen inden, Gantes werd
omtertmschcn telegrafisch venrittiga.
Getroost stond ze op en legde de sleu
tels weer op de nachttafel. Toen de dok
ter terugkwam keek ze hem rustig en be-
heerscht aan. Ze kon nu alles wat noo
dig was met hem bespreken.
Ze telefoneerde aan de procuratiehou
ders der fabriek en zei hen wat er ge
beurd was. De beide Heeren kwamen on-
middeliijk en namen Kate de zorg voor
de nooöige formaliteiten uit de handen.
Kate overhandigde een der heeren, die
al jaren lang tot de firma Warneck be
hoorde. de sleutels van haar voogd.
Wilt u die bewaren voor mijnheer
Gun ter Warneck?
Doch ze vertelde niet dat ze de sleutels
reeds g:bruikt had. Het was een instinc
tieve inval van haar om de sleutels af te
geven. Niemand mocht wetea. dat zij de
schrijftafel na oom Heinrich's dood ge
opend had. Den dokter had ze terloops
gezegd, dat ze het adres van Gun ter op
een: couvert in de papiermand gevonden
had.
Kate vertelde de procuratiehouders, dat
er naar Gunter getelegrafeerd was, doch
ze zei niet, wat aanleiding tct zijn afwe
zigheid was geweest. Niemand mocht we
ten, dat Gunter op de huwelijksreis was
gegaan en in de fabriek meende men. dat
de jonge Warneck een pieizierreis deed.
Kate bleef dien dag zeer nerveus, zoo
veel stormde op haar af en pas laat in
den, avond kon ze esn poosje naar haar
kamer gaan.
Toen ze eindelijk alleen was haalde ze
het lange, smalle couvert met het testa
ment uit haar japon. Ze keek naar het
ongeschonden iak en haalde verlicht
adem. Wat zou ze nu met dit document
beginnen? Verbranden?
Ze keek radeloos rond, In het heele huis
was electeisch licht en centrale verwar
ming en geen enkele kachel of haard,
waarin ze dit» dikke papier zou kunnen
verbranden. Ze mo£3t de gelegenheid af
wachten om het in de keukenkachel te
vernietigen. Voorloopig was het bij haar
veilig geborgen. Ze d:cd haar schrijftafel
open en legde het testament in een cas
sette waarin ze haar sieraden en souve
nirs bewaarde. Ze sloot die cassette in
haar schrijftafel en hing den sleutel aan
een ketting onder haar kisederen om den
hals. Daarna ging ze weer naar beneden
j om aan het bed van oom Heinricli de
doodenwake te houden..
Gunter Warneck had na zijn' scheiding
van Lori- moeilijke dagen gehad. Het was
niet zoo gemakkelijk om te scheiden van
iemand, voor wie je alles had willen zijn.
Allss kwam hem leeg en. somber voor en
hij bracht zijn dagen in dof niets-doen
door, vóór hij besluiten kon zijn vader
te schrijven. En nu wachtte hij op diens
antwoord. Zoodra hij dat. ontvangen had,
zcru hij naar Zwitserland' gaan. Eij voel
de, dat alleen hard werken h:m over zijn
innerlijke onrust heen zou kunnen helpen
en daar het hem nu niet mogelijk was
naar hui» te- gaan, moest hij een ander
arbeidsveld zoeken.
Hii had ook aan Kate willen schrijven,
want hij begreep dat hij haar ten min
ste voor haar brief moest bedanken, doch
hij staarde besluiteloos op het leegs pa
pier en kon de rechte woorden niet vin
den. Het was hem, of de gebeurtenissen
van den laatsten tijd ook een schaduw
op Kate's beeld hadden geworpen. Ze
was immers ook een vrouw en in zijn
tegenwoordige stamming zag hij in. elke
vrouw een bedriegster. Met moeite zette
hij een kort, stijf briefje in elkaar waar
in hij haar bedankte, dbch hij ver
scheurde clien brief.' weer, omdat die hem
absoluut niet beviel.
Hij liet het dus maar achterwege en
schreef haar niet, zondes' te vermoeden,
hoezeer, hij haar daarmee kwetste.
Het antwoord van zijn vader zon lüj
op zijn vroïgst den volgenden morgen
kunnen krijgen en om wat afleiding te
zoeken, ging hij de» avonds naar de opera,
doch hij walgde van de geschminkte
zangeressen die ovtr een liefde zangen,
die ze niet voelden. Hij kon niet tot het
einde blijven. Na de tweede acte ging hij
weg en dwaalde doelloos door de straten.
De honger dreef hem eindelijk een res
taurant binnen, waar hij in een stil
hoekje somber voer zich uit zat te kij
ken. Plotseling kreeg hij een schok
een heer en een dame waren binnen ge
komen en hij meende in hen Lori en mr.
Hamton te herkennen. De dame had ook
kort, uitstaand, donker haar, doch toen
ze zich omwendde staarde een vreemd
gezicht hem aan.
Het paartje ram plaats aan een tafel
tje naast hem en Gunter, die de dame
nog stesdfe aankeek, omdat hij nog niet
over den schrik heen was, merkte, dat
deze hem. coquet toelonkte. Een hevige
woede tegen de vrouwen kwam in hem
op. Ze waren toch allemaal hetzelfde
allemaal zonder uitzondering!
Overweldigd van walging schoof hij
zijn bord weg, betaalde en verliet het lo
kaal. Langzaam keerde hij naar zijn ho
tel terug, dat hij te middernacht bereikte.
Daar vond hij een telegram: Onmid
dellijke thuiskomst ncodzakeiijk. Vader
ernstig ziek. Dokter Albers.
Da dakter had hem het doodsbericht
niet direct willen zenden, het was tijd
genoeg, als de zoon dat bij zijn thuis
komst hoorde.
Doch ook dit bericht vervulde Gunter
met verlammenden schrik. Vader ziek:
En hij moest ernstig ziek zijn, zeer ern
stig, anders zou dokter Albers, die een
bedaard en bezonken mensch was, hem
niet getelegrafeerd hebben. Hij voelde in
stinctmatig, dat dit telegram hem op het
ergste voorbereidde.
Een hevige angst greep hem aan. Nog
nooit was zijn vader hem dierbaarder ge
weest dan nu. Hij dacht aan de kwaal
van zijn vader, die weliswaar nooit be
angstigend was geweest, doch die bij zijn
leeftijd allicht complicaties kon veroor
zaken. Als zijn vader eens stierf zonder
zich met hem verzoend te hebben?
Hij viel in de hall van. het hotel in een
stoel neer en staarde voor zich uit, doch
toen sprong hij op en ging naar den
nachtportier.
Wanneer gaat de nachttrein naar
Berlijn?
Die is al lang weg, mijnheer, van
daag gaat er geen trcih meer. U kunt den
vroegtrein nemen.
Gunter gaf bevel, dat men hem vroeg
moest roepen, en. ging naar zijn kamer.
Den volgenden morgen, juist toen hij
in den hall op den auto wachtte, die hem
naar het station zou brengen, ontving hij
den brief van zijn vader. Hij had nu geen
tijd hem te lezen, doch deed dit in den
trein.
Een diepe zucht van verlichting ont
snapte hem. Gelukkig, hij had de vergif
fenis van zijn vader in handen, zijn va
der moest dus gisteren nog gezond en wel
zijn geweest. Zijn ongerustheid bedaarde
wat, doch hij. las telkens en telkens weer
het korte schrijven door. Diepe ontroe
ring greap hem aan en hij voelde weer,
hoe hecht, ondanks alles, toch de banden
waren, die hem. aan. zijn vader verbonden.
Hij nam zich vast" voor cm voortaan te
genover zijn vader minder eigenzinnig te
zijn en het eenige goede, dat uit deze el
lende voortkwam zou. althans zijn, dat. er
oen betere verstandhouding tusschen hem
en zijn vader, uit ontstond. Hij begreep
Wu. zelf niet meer, dat het mogelijk was
geweest dat een vrouw als Lori tusschen
hem en zijn vader gestaan had. Ze was
het" niet waard geweest geen enkele
vrouw was dat waard.
Laat dien avond kwam hij thuis. Alles
was stil en donker, alleen in de huiska
mer brandde nog licht. Het bescheen een
blond meisjeshoofd. Kate was dus nog op
en verwachtte hem.
Even voelde hij zich getroffen, doch hij
verzette zich ertegen. Als Kata Hariand
op hem wachtte, deed ze dat natuurlijk
ook uit berskening.
Zijn ocgen vlogen naar boven, naar de
slaapkamer van zijn vader en hij
schrok hevig. De vensters van die kamer
stond: n wijd open. de kamer was donker.
Doodelijk verschrikt sprong hij uit de
taxi en belde aan.
Tegelijkertijd schoot het licht in de
hall aan. Kate had dén auto hooren stil
houden en was de gang ih gesneld: De
deur ging open en nu stond Gunter blssk
en ontsteld voor Kate. Hij zag, dat ze in
het zwart was, waartegen haar blonde
haar stralend afstak. Haar gezicht stond
droevig.
Kate!
Er lag een angstige vraag in dat eene
woord.
Kate kwam op hem toe en haar oogen
kregen een vochtigen glans.
Gunter ik moet je iets vreeselijks
meedeelen, zei ze haperend.
Mijn vader, Kate? Wat is er met
vader? vroeg hij heesch.
Hij zag dikke tranen over haar wangen
rollen en dat geluidlooze schreien werkte
zoo ontroerend, dat hij beefde.
Zeg ten minste dat vader nog leeft,
zei hij verschrikt!
Ze greep zijn hand.
Je moet fiink zijn Gunter, het doet
me zoo 'n verdriet dat ik je moet zeggen
wat er gebeurd is. Allés wat jou pijn dest,
moet IK je zeggen het is mijn nood
lot. Je vader is niét meer in leven.
Hij staarde haar als verdoofd aan.
Dood? kwam het over zijn lippen.
Zc knikte en hij zag hoe zij zelf beefde.
Ze had veel van zijn, vader gehouden.
Even bleven beiden stil. Toen vroeg
Gunter haperend:
Waar is hij?
Ga mee, ik zal je bij hem brengen.
Kate liep naar de deur van Heinrich
Warneck's kamer. Hier had Kate den va
ngen nacht met den ouden procuratie
houder van de firma gewaakt. Ze liet
Gunter binnen gaan en draaide het elec-
U'ische licht op.
Ik laat je alleen met je vader, GUa-
ter. Als je me noodig hebt, laat me dan
roepen.
Hij knikte.
Dank je, Kate.
Ze sloot zachtjes dé deur achter hem
en bleef toen een poos onbeweeglijk met
gevouwen handen voor de gesloten deur
staan. Wat was Gunter bleek en smal ge
worden en wat lag er een bittere trek
om zijn mond, dien had ze er vroeger
nooit' gezien.
Ze zuchtte en wendde zich om. De
huisknecht stond in de hall.
Fram, blijf jij op tot de jonge mijn
heer je naar bed zandt. Keir is mogelijk,
dat je dan heeLm nacht zult moeten wa
ken, maar dan kun je morgen uitslapen.
Als mijnheer naai' ine mocht vragen,
klop dan aan as deur van mijn kamer,
lit ga alleen maar op den divan liggen
en als iï noodig mociu zijn kom ik direct.
Goed juffrouw, ik blijf hier, ant
woordde Frans.
Gunter bleef den geheelen nacht bij
zijn döodeii vader, met wien hij in dan
geest e:n gesprek hield. Nooit had hij zoo
innig en hartelijk met den levenden va
der gesproken, als nu mat den aoode. Het
was of de dood alias uit den weg had ge
ruimd wat ooit scheidend tusschen. hen
in had gestaan.
Earst bij het aanbreken van den dag
kwam Gunter, bleek doch beheerscht. de
kamer uit. Hij vond Frans, op den stoel
ingeslapen en wekte hem.
Ga naar bed, ik heb je niet meer
noodig, zei hij,
Caarna zocht hij zijn eigen kamer op
en. ging naar bed. Hij kon nog een paar
uur slapen om zich voor de komende da
gen te sterken.
A
Kate wachtte den volgenden morgen
aan de ontbijttafel op Gunter. Ze bad.
hoewel ze doodmoe was geweest, niet veel
kunnen slapen, steeds weer was za wak
ker geschrikt. Ze- had zich niet uitgekleed,
opdat ze gereed zou zijn om naar Gunter
ta? te gaan. wanneer die haar noodig
mocht hebben.
Tegen den morgen hoorde ze hem naar
zijn kamer gaan. Toen sliep za eindelijk
vast in. En nu wachtte ze onrustig op
zijn komst. Er was zooveel te bespreken.
Toen hij verscheen, begroetten ze el
kaar met een zwijgenden handdruk. Kate
schonk Gunter in en schoof lv:m de
broodschaal toe, net zooals ze vroeger al
tijd gedaan had. Ailes was net als vroe
ger alleen zijn vader ontbrak en Gun-
ter's groote, bittere ontgoocheling stond
als een scheidsmuur tusschen ban. Za
keck met bedroefde oogen in zijn. somber
gezicht, dat haar zoo vresrnd voorkwam.
Ze bleven langen tijd zwijgend tegen
over elkaar zitten, toen. richtte Gunter
zich met asn zucht op en keek Kate awn
Ze was bleek en zag er moe uit, maar het
kwam Gunter voor of hij haar nog noeit
zoo mooi gevonden had. Weer wilde iets
warms en hartelijks in ham ontwaken,
doch hij verzette er zich tegen. Niet weer
zwak worden tegenover can vrouw het
lisp toch maar op groot? teleurstellingen
uit.
Hij zei kalm en beheerscht:
Wil je me vertellen Kate, hoe vader
gestorven is en wat de oorzaak van cja
dood is geweest?
Ze vertelde hem, dat zijn vader al we
ken niet heel wel was geweest en den
laatsten tijd vaak geklaagd had over zi.u
oude kwaal. Ze vertelde hem ook, dat lui
altijd, gewenscht had om, evenais alls
Warneck's, een snellen dood te sterven.
Ze beschreef hem, weikan indruk nfa
brief op hem gemaakt had en hoe bij
over Gunter gesproken had.
(Wordt vervolgd).