Se Voeding der melkgeit in
d t hiMige omstandigheden
laatst® Visschers
POPERINGANA
Het Kemmissarinat voor Prijzen
en iconen
Rechtbank van leper
HET STEDELIJK KERKHOF
van het Gerechterlijk Arrondissement leper
Buitendienst voor Kontrole en Onderzoek
BOEKBESPREKING
E
BERICHTEN
IN ZAKE OORLOGSSCHADE
AAN DE BURGERLIJKE
OORLOGSSLACHTOFFERS
EN WEDUWEN VAN 1840
27-JARIG MEISJE
OP STRAAT GEVONDEN
TE MOESKROEN
Onder dezen titel zullen we nu en dan een
s'uk geven uit de oude geschiedenis can
Poperinge. Zeker zal dit onze Lezers aanstaan.
Heden geven wij het eerste artikel
AUTO IN BRAND
TE DEURLE (GENT)
iBSfgma
Ik ben er diep van overtuigd, en gij
voorzeker ook, dat het nu het gepast mo
ment is om te wijzen op de groote voor-
deelen, in deze tijdsomstandigheden een
goede melkgeit te bezitten.
Hetgeen waarover voor enkele maanden
zoo dikwijls is gesproken geweest, is nu
werkelijkheid geworden, namelijk de
Volksrantsoeneering
Daarom juist is net houden van een
goede melkgeit in dezen tijd van zulk
groot belang in ons huishouden, omdat
deze. met uiterst geringe onkosten, zal
blijven voorzien in een der bijzonderste
voedsels, namelijk de melk. wellicht wan
neer veel anderen dit kostbare goed zul
len moeten missen.
1. Geitenmelk is een volledig voedsel.
2. Voegen we daarbij, dat verzorging en
voeding niet kostelijk vallen; wie over een
brokje land beschikt, kan het tegenwoor
dig zoo aan boord leggen, dat hij, met
behulp van den keukenafval, reeds een
groot gedeelte van het rantsoen kan
samenstellen.
1. De boeren moeten hun veestapel In
krimpen.
De zwijnenkweek gaat fel achteruit.
Men zegt zelfs dat den kweek van hen
nen zal moeten verminderen met 70-80,
ja zelfs met 90
2. En gij geitenkweekers? Zult gij ook
dien weg moeten inslaan, en een gedeel
te van uw beestjes moeten wegmaken, bij
gebrek aan eten voor den komenden Win
ter.
Ik antwoord hierop: heel zeker niet,
wel integendeel, als - ge uw voorzorgen
weet te nemen. Daarom zijn wij gelast
u enkele richtlijnen desaangaande te ko
men geven (want het spreekwoord zegt;
een man die verwittigd is...
Weliswaar meen ik, dat het nu den
tijd niet meer is het getal dieren in een
zelfde stal te vermeerderen, neen, er is te
werken in de richting van de goede melk
geit, 1.1. z. niet meer dieren, maar dieren
die beter zijn, zoodat in 't algemeen ge
sproken het getal pinten melk nog merke
lijk vermeerderd wordt.
Dit zal ten andere r.ü ook het geval zijn
voor de boeren, die weinig maar goede
melkdieren zullen moeten houden, en al
leen nog zullen mogen voortdoen met
stamboeken.
En zoo komt het, dat we nu meer dan
Ooit de 3 factoren zullen moeten in acht
nemen, welke noodig zijn om veel en rijki
melk te bekomen;
1. Vooraf komt nu in overweging te
nemen dat geit en bok aan goede hoe
danigheden zullen moeten bedeeld zijn;
't is de grondslag, het uitgangspunt, zou
ik zeggen, om goede melkgeiten te be
komen.
2. Moet de stalinrichting en de ver
zorging proper en goed zijn, om hier in
te winnen, wat we misschien, door ge
forceerde voedselschaarschte zouden kun
nen verliezen.
3. En ten slotte zullen we de voeding,
zoo ver als 't gaat, zoo goed mogelijk
trachten te verzorgen: door een gepaste
keuze van beschikbare voeders te deen
en vooral, in evenredigheid van 't getal
dieren welke gij dezen Winter schikt voort
te houden, een voorraad op te doen voor
den Winter, en dit voedsel niet te kwis
tig, maar op een oordeelkundige manier
te gebruiken.
Nu de zomervoeding stilaan ten einde
loopt en de winterdagen op komst zijn, is
het over dit laatste punt, de goede voe
ding der melkgeit, dat ik in deze voor
dracht enkele raadgevingen wil geven.
De kweekers zien door den band hun
Blijven we bij de praktijk en nemen
we eens het voeder dat een kweeker uit
mijn gemeente, gedurende de komende
periode aan zijn geit zal geven:
B. v.: Gewone geit van ongeveer 45 kgr.:
6 pinten melk. Daartoe noodig 45 gr. E.
150 gr. E. 195 gr. E.
E.
9 gr.
45 gr.
38 gr.
50 gr.
18 gr.
25 gr.
beestje gaarne, ja het spreekwoord zegt:
■■Mijn kind, schoon kina!...», maar spij
tig genoeg, zijn er nog zooveel, die niet
tegenstaande dat hun geiten slecht of
beter onvoldoende voeden, omdat ze feite
lijk geen rekening houden waarom het
eten, het rantsoen, welke ze geven, zooal
moet dienen.
Ge zult gemakkelijk verstaan waarom?
In de dagelijksche kost, moeten de gei
ten veel kloekte vinden, o. a.:
A. Voor hun eigen lichaamsonderhoud:
B. Voor de melkgifte;
C. En binnen 1 of 2 maand, voor de
vorming der lammeren.
Dikwijls is er geen stofte genoeg in
het voedsel te vinden, zoodat ze die uit
hun eigen lichaam moeten trekken om
aan hun natuuurdrang van veel melk
Seven te kunnen voldoen. Ge verstaat dat
it gebruiken van eigen lichaamsreserve
veel slechte gevolgen heeft:
1. De melkgifte is op haar minimum
Ïiebracht en de geit staat te vroeg ea te
ang droog;
2. De dieren worden flauwer, vandaar
de zeer veel ongevallen tijdens het lam
meren, omdat het weerstandsvermogen
zeer verzwakt Is;
3. En wat gezegd van de lammeren,-
welke in zulke omstandigheden moeten
gevormd worden: ze groeien niet uit en
zijn later alleszins niet geschikt om als
goede kweekdieren gebruikt te worden.
Laten we nu eens die 3 punten, een
voudig maar klaar onderzoeken;
A. Ik zeg dat onze geitjes, niettegen
staande het geven van veel en vette melk,
in voldoenden vleeschtoestand moeten
blijven, 1.1. z. dat ze eerst en vooral ge
noeg moeten hebben voor hun eigen
levensonderhoud. De hoeveelheid voedsel
zal afhangen van 't gewicht der dieren,
de verteerbaarheid der voeders en het
gemak der dieren om t voedsel te ver
teren, Het zoogezegd gedacht dat een
goede melkgeit mager moet zijn, is ver
keerd en 't uitmergelen der dieren heeft
veel slechte gevolgen, zooals ik daar
straks heb gezegd.
B. Het is eveneens den wensch van
ledereen van u, veel en rijke melk te
bekomen: de vetrijkheid en de hoeveel
heid moet hoofdzakelijk van den kost
komen die gij geeft, niet van elders.
1. Weet gij dat een geit in evenredig
heid veel meer melk geeft dan een koe?
(Een koe geeft 3.200 liter, dus 4 tot 5 maal
haar gewicht; een geit geeft 600 liter,
dus 15 maal haar gewicht).
2. En vergelijk dan eens de samenstel
ling der melk: geit gemiddeld 4 tot
6 vet; koe 3,2 vet. Ze is dus kloeker
dan die van de koe, er is min water in,
meer vet en evenveel suiker. Ze verteert
gemakkelijker, is gezonder. Geitenmelk
is de beste, de rijkste en de voedzaamste.
C. Verders nu, moet de geit achter
waarts 't jaar, ook nog de stofte in 't eten
vinden tot het vormen van I of meer
lammeren; het dier moet de noodige mi
neralen hebben: fosfoor, kalk en zout,
tot het maken van een stevig geraamte
en een kloek beendergestel. Samenvat
tend gezegd:
1. De geit moet gezond en in goeden
vleeschtoestand blijven, bijzonderlijk voor
later;
2. Ze moet melk geven;
3. Ze moet, gebeurlijk, lammeren vor
men.
En alles wat daartoe noodig is, moet
uitsluitend van de voeding komen. Ver
staat ge aldus, beste kweekers, dat ge er
alle belang bij hebt een goed rantsoen
aan uw geit te geven. Daarom moet dit,
om goed te zijn, aan zekere vereischten
voldoen:
1. Eerstens moeten we zorgen voor de
noodige kloekte of vroomte: dat wordt
genoemd; E. en vet.
a) Als we zeggen: gebruikt graanvoe-
ders (haver, roggemaling en gerst) en
krachtvoeders: gruis, koekepoer of iets
anders, dan is dit hoofdzakelijk voor
't E. en 't vet;
b) B. v. een geit van ongeveer 50 kgr.,
met 4 pinten melk, moet 150 gr. E. heb
ben, grootendeels daarin te zoeken.
2. Vroeger moesten we een goede keus
doen tusschen de verschillende voeders in
den handel, omdat de geldprijs zeer ver
schillend was: nu is net 't geval niet
meer, omdat er bijna geen meer te krij-
~en zijn en we tevreden moeten zijn met
letgeen we bemachtigen kunnen.
3. Om verders veel melk van onze geit
te mogen verwachten, moet het rantsoen
een voldoende hoop vormen en uit ver
schillende voeders bestaan:
a» Er moet genoeg voeder zijn en van
soorten: om de maagklieren te doen wer
ken en aldus de spijsvertering te be
vorderen
b) Er mag van den anderen kant geen
te greoten noop zijn, bijzonderlijk niet
te veel groen- en ruwvoeder. doordien
de dieren dan een te ontwikkelde maag
krijgen met als natuurlijk gevolg een
grasbuik, die schoone geiten heelemaal
misvormd maken.
Daarom moet er zooveel mogelijk van
3 soorten in 't eten voorhanden zijn:
een deel ruwe en groenvoeders: beeten,
rapen, aardappelschillen, groen, enz
een deel hooi en droge voeders in den
Winter: zeer belangrijk voor jonge die
ren;
en een deel kracht voeders: graan en
koekevoeder.
Nu stel ik u de volgende belangrijke
vraag:
Kunt gij een geit, welke veel melk geeft,
goed voeden met 't geen ge op uw stukje
grond opdoet en de afval van de keuken?
Ik antwoord, bij ondervinding van me
nige kweeker: neen of althans zeer moei
lijk.
2 H kgr. beeten
1 Vt kgr. hooi (nu nog groen)
*4 kgr. haver
250 gr. koekepoer
150 gr. gruis
Keukenafval (schillen, brood, enz.)
Samen 185 gr.
Dit rantsoen is natuurijk heel goed.
omdat het den gepasten inhoud heeft, uit
afwisselende voeders bestaat en den vol
doenden hoop vormt.
Andere voeders zijn natuurlijk ook goed.
't is maar een voorbeeld, elk moet zelf
zien waaraan hij nog kan geraken. We
zien dat moest het graan en koekevoeder
wegvallen er feiteliik een groot tekort zou
zijn: en ongelukkiglijk ondervinden we
meer en meer dat veel voeders om zeggens
niet meer te krijgen zijn, zoodat veel
geitenhouders zich met anest afvraeen
wat ze den komenden Winter zullen
geven
Menschen:
1. Tracht, binst het nog niet te laat ls.
een voorraad on te doen. het koste wat
het wil, ge zult die kosten ruimschoots
vereoed worden door de kostbare melk,
welke wellicht velen zullen moeten mis
sen.
2. Maakt een kleine berekening voor
uw stal: ongeveer 30 kgr. krachtvoeder,
b. v. koekepoer of iets anders, volstaat
om gedurende 5-6 maanden uw geit van
't noodige E. te helpen voorzien. Houdt
niet meer geiten, dan ge voldoende zult
kunnen voeden, maar houdt er goede, om
't getcl ninten melk zooveel mogelijk te
behouden.
3. Wijdt vooral uw aandacht aan het
kweeken van ri.ik groen eten op uw land.
om desgevallend het tekort daardoor te
kunnen vervan gen
a) groenvo°der als rapen (met loof),
mergkoolen. klaver, enz., gekweekt als
na vrucht of als stoooelgewas:
b) anderp als tusschen vrucht: snij-
rogge, Engelsch gras, Engelsch gras
"erst, gezaaid in September en afgemaaid
in April, cm daarna nog een hoofdvrucht
te kunnen kweeken als aardappelen, boo-
nen, erwten, enz.:
c) verder nog; bs-tkoonen en bladeren.
Dit alles is betrekkelijk ri.ik aan voe
dende bestanddeelen en zal desnoods la
ter groote diensten bewijzen door 't geen
te vervangen dat ge niet meer krijgt, als
ge het maar goed tracht te bewaren in
een gewone put (vorm van boltrft).
Er zij nu menschen die goede kweekers
zi.in en zeer veel en van alles geven aan
hun geit, zonder nochtans beste uitslagen
te bekomen, eenvoudigliik, omdat de ma
nier van voeden -dikwijls niet goed is.
De manier van eten geven is eveneens
zeer belangrijk:
1. Bijzonderlijk dient er gelet op de zin
delijkheid. Geiten zijn uit hun natuur
vies; daarom moet het voeder zelf. en de
gereedschappen welke we daartoe gebrui
ken proper zijn. Is hun pannetje maar
half uitgeëten. dan moeten we dat voeder
wegnemen vooraleer er nieuw in te doen;
doen we dat niet, dat oud voedsel zal daar
in verzuren en de geit zei nog 't oude
nog 't nieuwe verorberen, zoodat we daar
door dagelijks een verkwisting van voed
sel hebben, welke bij slot van rekening
ten radeele van onze beurs uitvalt.
2. Tevens moeten we eraan houden de
maaltijden te geven op geregelde uren.
De maag van de geit is daarop gezet.
Doen we dat nogmaals niet, dan zal ze
ofwel te gulzig eten en haar voedsel niet
genoegzaam verteren, ofwel heeft ze geen
honger, en laat ze de hslft staan, wat
nogmaals een verlies is. Beter 4 maal per
dag, dan maar 2 maal.
3. Willen we nu het grootst mogelijke
profijt trekken uit het voeder, dan mo
gen we nooit eerst 't krachtvoeder geven,
b. v. haver of li.inmeel, maar wel eerst
't grof voeder als beeten, rapen, hooi, enz.
en daarna het andere ofwel, zooals veel
kweekers dat doen: terzelfdertijd. Dat
heeft zijn groote reden, want als we eerst
het fijne, waardevolle voeder toedienen,
is de maag nog ledig.'t dier is min of
meer gulzig, een deel van 't voedsel pas
seert de maag zonder verteerd ts worden
en verlaat bijgevolg het lichaam gelijk
het erin gekomen is. Integendeel geven
we eerst het grof voeder, dan is de maag
reeds gevuld en in volle werking, om 't
kloek voeder te ontvangen en in melk
öm ts zetten.
4. Water most er eveneens ter beschik
king van de diereu staan; we mogen de
geit daarin nochtans niet forceeren; laat
ze drinken ais ze goesting heeft, meer
niet en doe vooral geen overdreven water
in 't rantsoen onder vorm van slobber.
Sommige kweekers zeggen, dat de groot
ste drinksters de beste melkgeefsters zijn;
niets is zoo min waar dan dat; de melk
wordt niet gemaakt van water, maar wel
uit 't bloed, 't Is 't bloed bijgevolg dat de
noodige stoffen moet bevatten om de
melk te vormen en 't is 't voedsel dat
die noodige stoffen in 't bloed brengt,
't water niet; watsr vult alleen de melk
aan. 1.1. z. maakt den plas. maar levert
de stoffen niet die erin zitten. Water is
er doorgaans genoeg in de groen- en wa
terrijke voeders welke in het rantsoen
voorhanden zijn.
Besluit:
Ziedaar, beste Lezers, de enkele richt,
lijnen welke ik u wilde mededeelen. Ik
zal daarmede eindigen, denkende u een
klein gdacht te hebben gegeven over wat
de goede voeding der melkgeit zou moe
ten zijn. Natuurliik zal het steeds een
groote waarheid blijven dat de oorsprong
der geit van groote beteekenis is en dat
we tenslotte meest melk zullen bekomen
met geiten die uit hun natuur veel melk
kunnen geven.
Vergeten wé echter niet. dat we door
de goede en verzorgde voeding de melk-
eifte kunnen doen stijgen tot 30 dat
is een verhooging van 3 pinten op 10.
Zulks alleen toont ons klaar en duideliik
aan. dat we er alle stoffelijk belang bij
hebben, in deze moeilijke tijden, de raad
gevingen, welke ik kom uiteen te zetten,
in de praktijk om te zetten.
Bij besluit van 20 Oogst 1940 (Staats
blad van 23 Oogst 1940) wordt bet Konv
missariaat voor Prijzen en Loonen inge
steld om het evenwicht tusschen prijzen
en loonen na te streven door de besten
dige tusschenkomst van het landbestuur,
dit vereischt zijnde, én voor het ekono-
misch leven van het land én voor de so
ciale verhouding (arbeidsvoorwaarden)
tusschen werkgevers en werknemers.
Het Kommissariaat maakt aan de be
volking bekend dat. in het belang van
iedereen en inzonder van de behoeftigen
en van de werkende klasse, een uiterst
strenge kontrool zal uitgeoefend worden
op de toegepaste verkoopsprijzen, en dit
vanaf den voortbrenger tot en met den
verbruiker.
Drie groote stelregels worden in acht
genomen bij bet instellen der onderzoe
ken en bet uitoefenen van het toezicht.
1. - De prijzen van 10 Mei.
Het is verboden alle waren, met uit
zondering van deze voor dewelke een
afzonderlijke afwijkingsmaatregel werd
toegestaan, aan een prijs, hooger dan
deze die vóór 10 Mei 1940 werd toege
past, te koop te stellen of aan te bieden.
2. - Abnormale winsten.
Woekerhandel en overdreven winsten
zullen nauwkeurig opgespopord en on-
verbiddellijk onderdrukt worden.
Onze afeenten bezitten uitgebreide mach
ten om de herkomst en de inkoopprij
zen der waren na te gaan.
3. - Maxima prijzen.
Voor een aantal produkten van dage-
lijksch en onmisbaar gebruik worden door
officieele besluiten de maxima prijzen
vastgesteld. Dit is onder meer het geval
voor boter, aardappelen, vleeschwaren,
suiker, rijst, olie. enz.
Deze prijzen dienen stipt nageleefd te
worden en dulden geen enkele uitzonde
ringen welke ook de omstandigheden of
beweegredenen mogen zijn.
Ook de verbruiker, die, hoogere dan de
maxima vastgestelde prijzen betaalt, wordt
vervolgd daar hij den woekerhandel mo
gelijk maakt en bevordert.
Het Kommissariaat geeft zich reken
schap van de zware taak en de talrijke
moeilijkheden, die haar te wachten staan.
M. PRINSIE.
Landbouwleeraar, Proven.
II
MAN DOOR MOTOR AANGE
REDEN TE HARELBEKE
Zekere Arthur I.oosveld, wonende Mol
hoekstraat te Harelbeke, was aldaar langs
den Stasegemweg, afval aan het verza
melen. Plots werd hij aangereden door
een motorfietser en zwaar ten gronde ge
ploft. De man werd de beide beenen ge
broken, gewond aan den schouder en liep
diepe hoofdwonden op. Enkele uren na
dien gaf hij den geest.
I P. DE BACKER, «Het Hofje van den
PlanterUitgave van den schrijver,
Jette. Blz. 96. Prijs 6 fr.
Dit handboekje, waarvan thans de 160
tot 170.000* exemplaren werden uitgege
ven, is speciaal oestemd voor de massa
liefnebbers die zelf in hun tuin of op een
verloren hoekje grond wat groenten, ja
zelfs aardappelen, willen verbouwen voor
eigen gebruik.
Ofscnoon zeer bondig, lijkt dit werkje
ons toch bijzonder practisch, hoofdzake
lijk om de weelderige en vooral zeer dui
delijke illustratie. Inderdaad heel de stof
van Het hofje der plantersalge-
meene gegevens over tuinaanleg, over den
grond en zijn bewerking, over Demesting,
zaaien, verspenen en pianten, over alge-
meene zorgen en gereedschap, en verder
uiteenzettingen over de teelt van een 60-
tal groentengewassen wordt opgeluis
terd door een opeenvolging van niet min
der dan 320 teekeningen.
Nu elkeen die over een plekje grond
kan beschikken, niet wil nalaten er wat
groenten of aardappelen op te winnen,
zal dit handboekje ongetwijfeld ten zeer
ste welkom zijn.
Van denzelfden schrijver verscheen
eveneens De Teelt der Tabak en De
Teelt van WitloofTwee boekjes, het
eerste van 4,50 fr. en 't tweede van 4 fr.
die evenzeer belangrijk zijn voor de beide
planters. Beide zijn versierd met een 100-
tal teekeningen en behelzen beknopt maar
klaar alles wat een tabak- of witloof-
planter van zijn stiel weten moet.
Deze uitgaven zijn te bekomen in den
Boekhandel V. Sansen-Vauneste, Gast
huisstraat 15. Poperinge,
evenals van de soms onsympathieke be
oordeeling van haar optreden.
Het doet evenwel beroep oo bet edel
moedig begrijpen en de soldariteitsge-
zindheid der bevolking om de spontane
medewerking van iedereen te bekomen.
Het gaat hier niet om de bestraffing
te vervolgen van het al dan niet naleven
der voorschriften van een of ander offi
cieel besluit, maar wel om te voorkomen
dat de betrekkelijke schaarschheid van
zekere produkten. schaarschheid die bij
zonder zwaar komt te wegen voor de
minder begoede klasseh der bevolking, op
schandelijke wijze wordt uitgebuit door
gewetenlooze handelaars of smokkelaars.
Het Kommissariaat staat ten dienste
van de bevolking: het rekent er op dat
deze haren plicht zal beseffen en in de
mate van het mogelijke met ons mede
werken.
Het Kommissariaat van bet Gerechte
lijk Arrondissement leper, heeft deze
week hare werking ingezet; de bevolking
heeft kunnen vaststellen dat de agenten
in dienst van het Kommissariaat niet in
de eerste plaats opgetreden zijn als een
voudige opstellers van proces-verbaal,
doch veeleer als raadgevers die vele ban
delaars hebben aangeraden maatregelen
te treffen die het verbaliseeren zullen
voorkomen.
Het Kommissariaat beeft, aldus hande
lend, nog een gelegenheid willen geven
aan vele handelaars, die soms bij onwe
tendheid zouden hebben gehandeld, bun
misstap te herstellen en bewijs te leveren
dat zij de nooden van den tijd willen be
grijpen en niet willen behooren tot die
reeks van menschen die nu met den vin
ger worden gewezen omdat zij op een
onrechtmatige wijze, misbruik maken van
de oorlogsomstandigheden: het Kommis
sariaat heeft zijn goede wil getoond, dit
weze een laatste maal herhaald.
Plet Kommissariaat voor Prijzen en
Loonen is dan ook beslist van af heden
ko-daat op te treden tegenover de on-
wi'ligcn; het heeft tot opdracht gekregen
het ekonomisch leven te ordenen, het
Kommissariaat kent geen politieke vriend
jes. het za! zijn opdracht vervullen
met goedheid als het kan, met hardheid
ajs bet moet.
De bevolking van liet arrondissement
leper is dus gewaarschuwd. Alle klach
ten dienen gericht: Korte Torhoutstr. 9,
leper.
Verkeersongeval. De rechtbank heeft
uitspraak gedaan in het burgerlijk geding
dat ingespannen werd tegen D. Emerik,
van leper, die veroordeeld werd als ver
antwoordelijke dader van een verkeers
ongeval op 7 Juli 11. te Geluveld. Daar
had hij met zijn auto de wielrijdster Pro
voost Julienne, van Meenen, aangereden,
die na korte stonden overleed. De schoon
vader en de moeder van het slachtoffer
hadden zich als burgerlijke partij aan
gesteld. De rechtbank veroordeelt den be
tichte tot het betalen van eene totale
schadevergoeding ten bedrage van 46317,60
frank, met de rechterlijke intresten se
dert den dag van het ongeval, alsook tot
het betalen van de kosten der aanstelling.
De rechtbank heeft de lijfsdwang, voor
wat betreft de betaling der schadevergoe
ding, op 3 maanden bepaald.
Ledersmokkel. C. Marcel, van Grave-
lines en D. Maurice, van St ïleurquin,
werden op 6 September 11., op Belgisch
grondgebied bevonden met eene camion-
nette waarin de tolbeambten 648 kgr.
leder aantroffen, die binnengesmokkeld
waren geweest. Voertuig en smokkelwaar
werden aangeslagen, cp vraag van het
vervolgend beheer worden de 2 betiphten
elk tot 4 maanden gevang veroordeeld,
voorwaardelijk gedurende 5 jaar voor C.
Marcel alleen. Zij woraen soliüairlijk ver
oordeeld tot het betalen eener boete van
48.500 fr.; tot het oetalen eener boete
wegens sluikhandel van 6406 lr. en van
1510 lr. voor rechten, of elk tot eene
vervangende gevangenisstraf van 1 maand
Onvrijwillige doodslag. Op 1 April 11.
had D. Jerome, van Komen, met net
stoofdeksel in eene heroerg te Meesen
een zoo hevigen slag toegebracht op het
hoofd van Gryson Julien, van Wijtscnate,
dat ae beenderen tot in de nersenen ge
drongen waren. Het slachtoffer overleed,
na geaurende 3 dagen de grootste pijnen
uitgestaan te hebben. D. werd tot 3 jaar
gevang veroordeeld. Heden heeft ae recht-
oank uitspraak geuaan over de vraag der
burgerlijke partij, de ouders Lerümanü
Gryson Deconinck. De betichte wordt
veroordeeld om te betalen,t en titel van
schadevergoeding aan het slachtoffer, de
som van 22.953, 10 fr.; aan oe ouders de
som van 33.421,10 fr., met de rechterlijke
onkosten vanal aen dag van het ongeval.
In geval van niet betaling worat de iljls-
dwang bepaald op 3 maanden.
Smokkel van alkool op groote schaal.
M. René en D. Julien, beiden van Zonne-
beke, zijn beticht van zich op 13 Oogst 11.
aan smokkel op groote schaal, van alkool,
te hebben plichtig gemaakt. De aange-
stelden P. René en K. Albert, van Abeele,
zagen aan De Leeneeen auto aan
komen en gaven bevel tot stoppen. De
auto reed echter door en de tolbeambten
schoten hun geweer af in dezes richting.
Korts nadien moest de auto stoppen en
de ingezetenen wilden de bandbreuk her
stellen die zij kwamen te ondergaan. De
tolbeambten moesten zich verdedigen,
daar de betichten Knudde wilden ont
wapenen. De rijkswacht was ook spoedig
ter plaats. Alsdan werd vastgesteld dat
lading van den auto bestond uit 336 fles-
schen Benedictinedie de betichten
beweerden te Boeschepe te moeten af
geven aan een onbekend persoon. De
lading en den auto werden aangeslagen.
De betichten verklaarden niet voor reke
ning van anderen gesmokkeld te hebben.
De rechtbank veroordeelt de 2 betichten
elk tot 6 maanden gevang en solidairlijk
tot het betalen eener boete van 107.406 fr.,
zijnde 10 maal het bedrag van de geslon
ken rechten, plus dit recht, t zij
10740,60 fr. of tot eene vervangende ge
vangenisstraf van 3 maanden; wegens
dienstbelemmering werden de betichten
elk tot 5000 fr. boete veroordeeld of tot
eene vervangende gevangenisstraf van
15 dagen en tot de kosten, volgens taks.
Wegens smaad worden de betichten elk
tot 8 dagen gevang en 182 fr. boete of
8 dagen gevang veroordeeld en wegens be
dreigingen en weerstand elk tot 15 dagen
gevang.
De aangeslagen flesschen en de auto,
ter waarde van 5000 fr., worden verbeurd
verklaard. De betichten, sedert den dag
der feiten aangehouden, worden na de
uitspraak gevankelijk weggevoerd.
Openbreken van het Arrondinements-
kommissariaat F. A. van leper is be-
beticht van einde Mei de bureelen van
liet arrondissementskommissariaat open
gebroken te hebben. Volgens de verkla
ringen van betichte zelf. werd hij door
de 2 gebuursvrouwen weggejaagd. De
rechtbank veroordeelt de betichte bij
verstek tot 8 dagen gevang en 182 fr.
boete of 8 dagen gevang en tot de kosten,
zonder voorwaarde.
Nog diefstal tijdens de luchtbombar
dementen. D. Achiel, D. Agnes, D.
Eugeen en H. Angele, allen van Pope-
ringe, zijn beticht van zich aldaar rond
28 Mei 11. plichtig gemaakt te hebben
aan diefstal ten nadeele van Skindies
Hotel en den Heer Fache. De betichting
ten laste van D. Eugeen wordt niet weer
houden en hij bekomt vrijspraak. De
rechtbank veroordeelt D. Achiel tot
1 maand gevang en 182 fr. boete of 8 da
gen gevang, voorwaardelijk gedurende
5 jaar; voor het feit B. wordt D. Agnes
veroordeeld tot 1 maand gevang en 182 fr.
boete of 8 dagen gevang en H. Angele,
voor het feit C„ tot 1 maand gevang en
182 fr. boete of 8 dagen gevang, zonder
voorwaarde voor deze 2 betichten.
Uitspraak in verkeersongeval. De
i ISSiilbAttii teej.t uit^pra^k gedaan ge
zaak ten laste van C. Robert, in dienst
van V., die als burgerlijk verantwoorde
lijk opgeroepen is. C. Robert, die terecht
staat als verantwoordelijke dader van
een verkeersongeval, wordt veroordeeld
tot 700 fr. boete of 1 maand gevang,
voorwaardelijk gedurende 5 jaar. Aan ce
burgerlijke partij G. moet hij 21.321 fr.
schadevergoeding betalen, met de rech
terlijke intresten en de kosten van aan
stelling. De rechtbank bepaalt de lijfs
dwang tegen C. op 1 maand.
Vcibod op den alkool. B. Jerome en
B. Marie, van Poperinge, zijn beticht van
alkool in hunne herberg te hebben ge
had. deze was aangeslagen geweest. De
rechtbank veroordeelt de betichten elk
tot 350 fr. boete of 15 dagen gevang en
tot de kosten volgens taks. De aangesla
gen alkool wordt verbeurd verklaard.
G. Justin, van Poperinge, werd op
3 Maart 11. in bezit gevonden van alkool,
dit in zijne herberg. De alkool werd aan
geslagen. De rechtbank veroordeelt den
betichte tot 350 fr. boete of 15 dager,
gevang en tot de kosten volgens taks.
De aangeslagen drank wordt natuurlijk
verbeurd verklaard.
Aanrijding. Op 14 September 1939
had op de baan van Waasten naar leper,
aan de Warnbekeeene aanrijaing
plaats tusschen de autokamion gevoerd
door Gerard V., van Komen, in dienst
van Georges H., en de auto gemend door
B. Emile, van leper. De botsing was heel
geweldig. Omer D., schoonbroeder van
V., die op de auto had plaats genomen,
werd zoo erg gekwetst, dat hij in Maart
1940, na 24 weken bedlegerig te zijn ge
weest, aan de gevolgen zijner wonaen
bezweek. De Wed. D. stelde zich als bur
gerlijke partij aan, ook in naam van haar
eenig kind, eene totale som vragende van
228.552,76 fr. B. Emile werd doör recht-
streeksche dagvaardiging in betichting
gesteld. B„ wiens auto beschadigd werd,
vraagt 3751,50 fr. schadevergoeding. V. en
H. vragen 15.000 fr. schadevergoeding aan
B. Emiel. De rechtbank verklaart dat
B. geen schuld in het ongeval heeft en
spreekt hem vrij zonder kosten.
V. Gerard wordt veroordeeld tot
1 maand gevang en 350 fr. boete of 15 da-
fen gevang, voorwaardelijk gedurende
jaar. Aan de burgerlijke partij Wed. D.
moet hij eene totale som van 200.505,71 lr.
betalen met de rechterlijke intresten en
de kosten van aanstelling. Aan de bur
gerlijke partij B. moet hij 3331,50 fr. be
talen en de kosten. De rechtbank ver
klaart zich verder onbevoegd voor wat
betreft de eisch der burgerlijke partij
H. tegen B. Emile.
NIEUWE REGELING VAN
OORLOGSSCHADE
Het Kollege der Sekretarissen-generaal
heeft besloten den dienst der oorlogs
schade te splitsen. Er zal voortaan een
dienst zijn voor oorlogsschade aan goe
deren en een dienst van burgerlijke oor
logsschade. welke laatste de aan perso
nen veroorzaakte schade omvat. De eer
ste zal beheerd worden door het Kom
missariaat voor Wederopbouw en reeds
zijn de betreffende bundels aan dit orga
nism overgemaakt. De tweede wordt zoo
als tot dusver, beheerd door het Minis
terie van Financies, dienst voor oorlogs
schade. Zegestraat 43b. te Brussel. Eer
lang zal de Kommissaris voor Wederop
bouw. de Heer Verwilghen. een nieuw
besluit uitvaardigen betreffende deze her
vorming. Daarin zal o. a. aangeduid wor
den wat de geteisterden hebben te doen
en tot wie de aanvragen moeten gericht
worden.
VOOR DE GETEISTERDEN
Geteisterden. welke leeningaanvragen
bij den Provincialen Kommissaris voor 's
Lands Wederopbouw indienen, verzuimen
vaak: 1) de formulieren zelf te cmdertee-
kenen2) het getuigschrift door den bur
gemeester te laten onderteekenen. Ten
einde tijdroovend briefgeschrijf te vermij
den, worden de belanghebbenden aange
raden deze formaliteiten niet uit het oog
te verliezen.
Het Nationaal Verbond van Oorlogs-
invalieden deelt ons mede
Wij raden de burgerlijke oorlogsslacht
offers. de weduwen en rechthebbenden
van 1940 aan niet te wachten met bet in
dienen met hun aanvraag om pensioen.
De uiterste datum is wel 31 Maart 1941,
doch bet bijeenbrengen van de documen
ten voor het dossier gaat soms niet vlug
en gepaard met moeilijkbeden.
Dit laatste geldt in 't bijzonder voor
dezen die slachtoffer werd op bun uit-
wiiking naar Frankrijk. Al de brieven om
inlichtingen en papieren moet langs het
Ronde Kruis om naar bet bezette gebied
in Frankrijk. Zulks vergt nog wat tijd. te
meer daar zulks moet gepaard gaan met
opzoekingen.
BELANGRIJK. We komen te ver
nemen dat de groot-invalicden die de
melding: «Is bemachtigd zich van één
geleider te laten vergezellenop hun
ijzerwegkaart hebben, deze melding mo
gen laten gelden, ook op de spoorwegen.
In andere woorden, de invalied neemt een
reisbiljet voor twee personen.
{BBSBSBaSMHBBBaBliSaaHEiaBBaS
TWEE MEENENAARS LEVER
DEN EEN LANDGENOOT AAN
DE FRANSCHEN OVER
Twee Mcencnaars, de genaamden Cas-
teleyn en Soens hadden in April 1.1. de
Rexist Leleux uit Moeskroen over de
grens gelokt, zoogezegd om een goede
zaak af te handelen, maar in feite om
hem over te leveren aan de Fransche
veiligheid.
Voor dit feit staan thans beiden terecht
voor de Rechtbank van Kortrijk.
BRUGGELING AANGEHOUDEN
Dinsdag- morgen j.l., te 4 uur in den
ochtend, werd op de Statiepiaats te Moes
kroen het lijk aangetroffen van de 2/-ja-
rige Marguerite Vanderibérghe, woon
achtig te Herseeuw maar afkomstig van
Marke. Het lichaam lag deels op het
voetpad en deels in de greppel. Het hoofd
vertoonde een gapende wonde aan de
hersenpan, wijl de beide knieën waren
gekwetst.
Het eerste onderzoek dat onmiddellijk
door de Rijkswacht werd ingesteld, wees
uit dat het meisje den Maandag in ge
zelschap was geweest van den Bruggeling
Deboot Georges, handelsreiziger, 40 jaar,
en dat beiden den Maandag avond hun
intrek hadden genomen in het Hotel de
la Gare
Deboot werd nog op zijn kamer bevon
den, nog onder den invloed van den
drank. Hij verklaarde niet te weten hoe
het meisje verdwenen was. Toch blijkt
het dat 's nachts een hoogopgaande ruzie
moet ontstaan zijn tusschen Deboot en
het meisje en vermoedt men dat Deboot
het meisje door het raam op de straat-
steenen heeft geworpen waar zij dood te
pletter viel. Deboot werd dan ook aan
gehouden.
Dit boek van Gaston Duribreux (door
zijn vader afkomstig uit Fransch-Vlaan
deren) was het eerste nummer van het
Davidsfonds voor 1940. Het werd in het
laatste nummer van Boekengids gerecen
seerd door Paul HardyDuribreux heeft
veel in zijn mars; het is hem heilige ernst
met zijn kunst, zijn boeken ademen een
atmosfeer die nieuw Is in onze Vlaamsche
letteren en met Bruun en David Bui-
teel riep hij twee figuren in het leven
die wij bezwaarlijk uit onze herinnering
zouden kunnen wisschen
Dank aan M. Paul Hardy voor den wel
verdienden lof en zijn gulden wierookvat.
Maar met den besten wil van de wereld
vind ik toch in zijn beoordeeling graten,
die ik niet slikken kan en erop spontaan
reageer en mijn hert uitspuw, zonder gal,
daar waar hij meent, dat het boek oudei
is in datum en zwakker dan het voor
gaande.
Ik kan het niet helpen, als ik meer in
genomen ben met De laatste Visschers
die naar de getuigenisse van den schrij
ver zelf vier jaar later geschreven werden
dan Bruun Als grootvader interesseer
ik mij aan den geboorte-akt.
De laatste visschers staan steviger en
evenwichtiger op hun voeten, zijn flinker
opgewassen, sterker gebouwd, meer ge
stoffeerd en gespierd, geweldiger en toch
meer beheerscht dan Bruun
Over Bruun stak Hardy de loftrom
pet en bazuinde het 'uit dat Duribreux
schrijft uit bewuste bezonkenheid van
zijn rijk gemoed... en teekent met een
dieps analyseerende kijk op het leven der
vlaamsche visseherszieï. enz.
Ni eet excès d'honneur voor Bruun
ni cette indignité voor de jongere broers
a.u.b.: «De laatste Visschers», die een
beetje jaloersch zouden worden, en met
reden.
De vooruitgang dien ik bij den talent
vollen schrijver vaststel is deze. welken
ik zelf bestatigde in de stijlwerken van
dien begaafden leerling tusschen de 3* en
de 1* klasse der Moderne Humaniora.
Reeds toen ontdekten we eene bron,
zooals op den Boeschepeberg zijner groot
ouders; sedert werd het een beek, een
stroom en mogelijks wordt het een oceaan
voor den romancier der zee. De laatste
Visschers zal zijn laatste boek niet zijn.
Die laatste visschers zijn typen die niet
haperen aan détails en hard strijden voor
het leven.
Jammer dat er in dit boek eenige ne
venfiguren komen die de hoofdfiguur wat
uit het oog doen verliezen.
Sedert Almavan Streuvels heb ik
aan geen enkel boek van 't Davidsfonds
zulk een genot beleefd. Beide boeken,
westvlaamsch getint, maken betere men
schen. Hier geen woordkramerlj over ma-
fteren inhoud zooals in vele dure Hol-
andsche boeken, door liefhebbers geschre
ven, voor amateurs.
Gaston, uw Werk ls knap geschreven,
in zwierigen verhaaltrant, natuurlijk en
niet geforceerd. Maar ge weet dat ik
QSOAt £o,rn;kt i svJujef pp de werken. Ued^n tegen
Niet elke bladzijde is meesterlijk, dat be
staat niet. Gaston, ga maar je gang.
Kritiekers, laat hem maar los, rompez
les amarres, hij zal wel varen, alleen op
zijn boot, recht door zee, en er op sleep
touw nemen.
In de vele faits diversvan dit werk
is de toon niet volksvreemd, voor wien
het volk kent,
iDit boek is voor volwassenen, met ze
delijke voorlichting en vorming).
Er is veel levenswijsheid en spanning in
dit boek. Het ware moeilijk den korten
inhoud te geven in dertig reken. Het boek
vind ik niet monotoon of langdradig maar
zeer afwisselend.
Er gebeurt veel in den strijd der laat-
sche visschers, de film is soms moeilijk
om volgen. De auteur gaat rapper dan
de lezer in die treffende bladzijden.
David Bulteel is niet de hoofdperson-
nage, daar hij halfwege verdwijnt. Die
den schrijver daarin zou tegenspreken
zou vermetel handelen en jammerlijk fa
len. De episode van David Bulteel met
Pastoor Messeleyn is ook niet het hoofd
moment.
Ik heb Bulteel altijd als een bijperson-
nage beschouwd en die biecht bijkomstig.
Daar ligt niet de beteekenis van mijn
boekZoo schrijft mij de auteur zelf.
Als priester was ik diep ontroerd door
de bekeering van dien ruwen visscher
met een moord op zijn geweten, en mijn
ooren zijn nochtans vertind. In dien le-
vendigen dialoog met tragisch einde is er
hooge dramatische bezieling, het is geen
tempeest in een glas water, maar een
echte zielstorm, die vrede baart. C'est
du vécu
Ik peins op Pastor Pype zaliger, den
legendairen Paster der Visscners te
Oostende. Ik herinner me hier de passage
van L. Veuillot: Is het de zee, is net de
ziel?
Tot verontschuldiging breng ik aan dat
het voor een regent van Antwerpen moei
lijk is de westvlaamsche spreuken en doe-
mnge onzer visschers goed te verstaan.
De schrijver zal zich niet laten af
schrikken door deze kritiek, hij zal een
voudig zijn best doen om te toonen dat
hij in de gradatie nog hooger kan, door
boeiend verhaal en zielkundige karakter-
teekening.
Hij is de eerste om te bekennen dat
zijn boek niet plus que parfaitis. Hij
zal ook genoegen beleven aan het feit dat
zijn boek in de smaak viel der talrijke
lezers van Davidsfonds. deugd deed aan
zijn volk, en dat het weldra in 't Duitsch
vertaald wordt.
Mijnheer Hardy, verschooning voor de
kritiek uwer kritiek; in dit duel tusschen
twee penneridders waar ik u niet wilde
kwetsen, eindig ik, hopend dat gij u cok
zelf zult mogen verheugen bij ae lezing
van een volgend werk vanwege denzelfden
auteur.
Ik houd op uit vrees dat het woord van
Dr Bellemans (Boekengids 1938) op mij
worde toegepast: Men moet strenger op-
Ai
l||RIIKHHniltimffiilttll)hHintilllt!>:HlliljliUHI!lillflilllllf1lllll!IIIIIIH!IIH!lllllllllllll!llIlllll[;!ll!!!ll!llli::il!!iil[illllIiU!I
Vroeger waren de kerkhoven waarlijk
hovingen rond de kerken. Onder het
groene grastapijt, in den gewijden grond,
rustten rond het HuisGods, het huis
waar de Verlosser waarlijk en wezenlijk
tegenwoordig is, de lichamen der afge
storvenen. die eenmaal temnels waren
van don H. Geest en werktuigen van
goede 'ken en die, zooals we op een
ouden 'steen lazen, wachtten op de
Verri des Vleesch en het Algemeen
Oordeel. De kerkhoven herinnerden den
voorbijeaneer aan Cs zekerheid en aan
het onzekere van den dood: Niemand die
geboren is. kan den dood ontgaan, want
alles wat stoffelijk is, is ook vergankelijk.
Daarom luidde een oud grafschrift:
Alle vleesch is hooi:
Houdt dit in memorie;
Als een blomme des velds,
Zoo vergaat zijne glorie.
Daarenboven kan de dood ons over
komen als wij het minst vreezen.
Heden mij. morgen gij stond er op
sommige kruisjes te lezen.
De begraafplaatsen riepen de uitersten
in het geheugen. Zoo zagen we een grai-
steen die op iederen heek de zinnebeelden
droeg der uitersten: doodshoofd (dood),
weegschaal (oordeel), drakenmuil (hel),
onstaande zon (hemel), met daarbij de
rijmpjes
Gedenkt den dood,
Gods oordeel ducht,
Vlucht de helle groot.
Zoekt de hemelsche lucht.
Het was tevens een smeeken om de
gebeden der kerkbezoekers, geliik we nu
nog lezen op kerkhofkruisjss: Bidt voor
d? ziel... Hoeveel passender dan het op
schrift dat we nu dikwijls vinden: Ge
dachtenis van... Begraafplaats van... en
zoo meer.
Alwie ter kerke ging werd gewezen op
de gemeenschap der heiligen. Immers
rond de kerk en ender den kerkvloer rust
ten de stoffelijke overblijfselen van de
genen die misschien nog behoorden tot
de lijdende kerk en gebeden behoefden.
En aan de pijlers, langs de muren, in
frescos, in brandvensters prijkten de af
beeldingen van degenen die reeds op
genomen waren in de zegepralende kerk.
Dit alles toonde aan de geloovigen, de
leden der strijdende kerk. dat ze in
gemeenschap stonden van geestelijke
goederen, dat ze ééne familie uitmaakten,
waarvan Christus het hoofd was en zij
allen de ledematen.
Zooals blijkt uit de oude kerkrekenin
gen van Pcoeringe, wisten onze voor
ouders dat dé kerkhoven het uitzicht van
een hof behoorden te hebben, en tevens
gewijde plaatsen waren. Ze plantten er
boomen in groot getal <op St Janskerk
hof stenden er meer dan veertig!): lin
den, abeelen. iepen, eiken, wilgen, enz.
maar geen treurboomen, daar ze vast
hoopten dat de scheiding niet eeuwig
duren zou. Ze zorgden jaarlijks voor 't
scheren en 't vullen der hagen uit door
nen of Spaansch hout en voor 't kuischen
van den kerkedijk. Ze plaatsten er een
Calvarieberg met een lantaarn waarin
licht brandde, en met Allerzielen bezoch
ten ze niet enkel het kerkhof, maar ook
en vooral de kerk. woonden er het Officie
der Overledenen bij en de H. Mis, gingen
den kruisweg en luisterden niet alleen
naar de klacht der luidende klokken,
maar naar 't sermoen in 't lof voor de
zielen
Zoo was het dus te Poperinge tot in
1784: elke kerk had haar kerkhof rond de
kerk, en binnen het gebouw werd eok
begraven. De priesters lagen meestal in
het micidenkoor of in een der zijkoren,
zoo dicht mogeiijk bij een altaar.
De oppervlakte der kerkhoven staat ge
boekt:
St Janskerkhof: 182 roeden, 8 U.
St Bertinuskerkhof134 roeden, 3.
O. L. Vrouwkerkhof: 122 roeden, 5 li.
Samen: 439 roeden.
Men neme hier in acht dat de bevolking
van Foperinge toen ter tijde maar
8060 inwoners bedroeg, verdeeld als volgt:
St Bertinus: 3190 (waarvan 2400 in stad).
O. L. Vrouw: 2635 (waarvan 927 in stad).
St Jans: 2235 (waarvan 892 in stad).
Den 26 Juni 1784 gaf keizer Jozef II,
toenmalige Vorst van ons Land, een edikt
waarbij in het toekomende niemand, van
welken staat, conditie, rang of waardig
heid het mocht wezen, 't zij wereldlijke
of geestelijke persoon, van het een of het
ander gesiacht, nog mocht begraven wor
den in eene kerk, kape!, bidplaats of
ander bedekt gebouw, 't zij in de steden
of daar buiten. Bovendien was het na den
eersten November van hetzelfde jaar ver
boden iemand ter aarde te bestellen op
de kerkhoven of andere plaatsen, gelegen
in de steden of dorpen.
Er moesten buiten den omtrek der ste
den of dorpen nieuwe doodenakkers ge
maakt worden, in dewelke het alleen ge
oorloofd was te begraven. Één kerkhof
kon volstaan voor verschillende parochiën
in stad; plaats en grootte diende door
het Magistraat bepaald volgens ligging
en bevolking der gemeente. Bevolen werd
den doodenakker te ommuren, een kruis
erop te plaatsen en een huis voor den
grafmaker. Er moest gezorgd voor een
overdekten wagen om de lijken te ver
voeren i. 's avonds of 's morgens vroeg
en voor eene kapelle, bidplaats of lijk-
kamer om de dooden te bewaren tot zij
naar het kerkhof gebracht werden. De
oude kerkhoven moesten verkocht wor
den om met de opbrengst den nieuwen
Godsakker te betalen.
Het Poperingsch Magistraat poogde
eerst aan het edikt te ontkomen en vroeg
inlichtingen aan de stadsbesturen van
Nieuwpoort, Waasten, Wervik en Meesen.
Nieuwpoort antwoordde dat de stad het
edikt moest ten uitvoer brengen. De drie
andere steden lieten weten dat ze de toe
lating hadden bekomen om hun oud
kerkhof voort te gebruiken, daar het om
muurd was en niet binnen het beluik der
stad lag. Het magistraat van Poperinge
koos dan voor den nieuwen doodenakker
een stuk land toebehoorende aan Duran
te Steenvoorde, en gebruikt door Jan
Baptiste de Cherf. 't Was een hommelhof;
vandaar de oude Poperingsche spreuk
wanneer iemand stervensziek is: «Ze
gaan hem allichte dragen naar Cherf's
nommelhof!
EEN PERSOON UIT DE PANNE
LOOPT ERGE BRANDWONDEN OP
Vrijdag avond, 22 November, bad een
niet alledaagsch auto-ongeval plaats op
de baan Kortrijk-Gent in de omgeving
van Deurle. Een wagen, waarin hadden
plaats genomen de HH. Camille Rijck-
mans, eigenaar der bioskopen Vieux
Bruxelles» en «Casino» te De Panne,
Van Hove, eigenaar van de bioskoop
Palacete Veume, en Acoe Maurice,
bestuurder.
De wagen, die met vrij groote snelheid
reed en talrijke filmen naar Kortrijk ver
voerde, vatte plots vuur.
De vlammen, die in de filmen een gre
tig voedsel vonden, grepen zoo bliksem
snel om zich heen, dat de bestuurder de
tijd niet had te remmen. De wagen kwam
in een gracht bezijden den weg terecht.
De bestuurder en den H. Van Hovc kon
den bijtijds uit den wagen springen, Rijck-
mans echter bleef met zijn been tusschen
de filmrollen bekneld zitten. Ka enkele
minuten slaagde men er in hein uit den
vuurpoel te redden, doch hij was reeds
ernstig verbrand over heel het lichaam.
Een militaire auto bracht den gewonde
naar het ziekenhuis te Kortrijk waar zijn
toestand als ernstig wordt beschouwd.
Door een eigenaardig toeval kwam een
wagen met een dertigtal Belgische jour
nalisten, die een uitstap deden in het
Kortrijksche, voorbij de plaats van liet
ongeluk. Onder hen bevond zich ook een
cineast, die tevens eigenaar is van de
bioskoop Minerva te De Panne. On
machtig tegenover het tragisch schouw
spel, vond hij er niets beter op, dan het
ongeval te filmen.
Gansch de wagen en drie rolprenten
braadsjen vviKd;^ cp. Slecht» cemge hlm-
De stad verlangde enkel een stuk met
het huis erop staande, zijnde ongeveer
250 roeden groot en geschat op 323 pot-
den groot vlaamsch, maar de eigenaar
teekende verzet aan tegen den prijs, zeg
gende dat de overblijvende grond door
zijne kleine uitgstrektheid steri in waar
de zou dalen. Wellicht werd toen geheel
de akker gekocht, want wij weten u.t
het stadsarchief dat het nieuw kerkhof
329 roeden groot was.
Bertin Vylet bouwde de muren. Kruis
en ijzeren barrieren werden geleverd door
Frans Parsys en de lanteern voor het
kruis door Pieter de Grave. Het huis, da;
reeds op den akker stond en nu voor den
putmaker zou dienen, werd hersteld door
Frans de Soutter. Het maken van een
lijkwaden werd door Matthey Bauden
geschat op 16 ponden groot vlaamsch, er.
het doodenhuisje door Frans De Puyct
op 521 pond 19 schellingen parisis. De
uitvoering dezer twee ontwerpen (lijk
wagen en doodenhuisje) bleef achterwege
als onnocdig en het landsbestuur drong
niet verder aan.
Docr de heeren Kerkmeesters, onder
toezicht en met de goedkeuring van het
stedelijk Magistraat, werd overgegaan tot
de verkooping van de drie parochiale
kerkhoven, door tusschenkomst van den
beëedigden landmeter en deelsman Joan-
nes-Baotista Berten. De verkoop ge
schiedde ten gemeer.en profijte der drie
kerker, omdat elke kerk een derde te
betalen hr.d der onkosten van het nieuw
k-rkhof: aankoop van den grond, om
muren ervan, plaatsen van e:n kruis en
van de ijzeren barrieren. inrichten van
het huis voor den grafmaker. Het Stads
bestuur kwam voor niets tusschen in de
onkosten. De drie kerkhoven waren sa-
man geschat op C58 pond 19 schellingen
groot- vlaamsch, zonder de boomen: da
boomen op 150 pond groot vlaamsch.
De berekeningen vielen mjs uit: de on
kosten van het nieuw kerkhof overtroffen
de opbrengst van den verkoop. Uit de
kerkrekeningen weten we dat de verkoo
ping van St Janskerkhof gebeurde op
Allerzielendag 1784. De grond werd over
geslagen voor 383 ponden en 10 schellin-
§en parisis. De beomen erop staande
rachten op 1293 ponden en 15 schellin
gen, zijnde al te samen 1637 ponc'«n,
5 schellingen parisis. Maar "net derdo
deel dat door de St Janskerk voor het
nieuw kerkhof te betalen viel, beliep
2090 ponden, 4 schellingen, 6 deniers pa
risis, zoodat er een tekort was van
402 ponden, 19 schellingen, 6 deniers pa
risis, welke som door de Kerk moest bij
gelegd worden.
In overeenkomst met artikel 20 van
bovenvermeld edikt en om te voorzien in
't gonne noodig zal wezen tot onderhoud
van hst nieuwe gemesns ksrxhofwerd
door het toenmalig Stadsbestuur goed
gevonden dat msn de begraafplaatsen
zou taxeeren: voor den groocen uitvaart:
2 ponden parisis; voer dsn middeldisnst:
1 pond, 10 schellingen; en voor den klei
nen uitvaart 1 pond. Dit samenwerken
van Kerk en Magistraat in dergelijke sa-
ken most niemand verwonderen. Doe
weten we uit eene oorkends van 11 Juli
1483 dat eene overeenkomst noosns ceu
prijs der uitvaarten gesloten werd tus
schen het Schependom en ds tosmnaiiga
Pastors der stad: Ghileia Jansscne,
van St Bertens; Joris ae Zwarts, van
O. L. Vrouw; en Steven Dsmslenare, van
St Jans. Esne dergelijks verordening
werd uitgeveerdigd op 19 C'ttobcr 1562
door het Schependom en de oris Pas
toors: Jakob Merschaerd, van St sertsns;
Pieter ae Buckere, van O. L. Vrouw en
Mattheus de Gay, van St Jar:..
Joannes Baptista van Luyihuys. teen
ter tijde koster der St Jansparochle. liet
ons in een dagbosk, door hem bijgehou
den, de beschrijving der wijaing van het
nieuw kerkhof. Den 28 Octcbsr (1734)
is door den Deken van Proven (van oio
Dekenij hingen toen de drie parochiën
van Poperinge af) bij commissie van ce
heeren Vicarissen van leper, de Bisschop
(Felix de Wavrans) te Brussel ziek lig
gende, het nieuw kerxhof gewijd op da
maniere als volgt. De Dsken met een
witte koorxappe, en de aria Pastors met
een witte stole en de Clergie (geestelijk
heid) in surplis (wit koorgewaad), zijn
vergaderd tot St Bertinus 's morgens ten
9 ure, en van daar te samen gegaan naar
het gemeene kerkhof, de Pts-ors aragsn-
de eik een wassen keerse, die op 't kerk
hof gesteld zijn geweest cp een triangel
(drienoek), en daarna op het kruis aat
geplant was in 't midden van 't kerkhof,
alwaar men nesft gezongen de groote
litanie (van alle heiligen), Asperges me
hyssopoen den Miserere En &e era-
tién wierden gezongen dcor den Deken,
't Welk een half ure geduurd heeft zen
der dat er in een kerke geluid is ge
weest.
In hetzelfde dagboek van J. B. van
Duyfhuys lezen we neg volgende can-
teekeningen: 1784... Den 3 November
begraven J. Bapt. Wallyn (wonende op
St Jans, geboren te Caester, overleden
op Allerheiligen)... Dit is den eersten van
geheel Poperinge die op 't nieuw kerkhof
begraven is... Denzelven dito een poos
vliegende geluid om 't lof van de zielen,
feluid door 6 personen en een poos ge-
lopt om 't sermoen... Den 27 December
begraven France (Franciscus) Kieken,
houthandelaar en hovenier, 79 jaar oud,
overleden op Kerstdag en convooi gedaan
naar 't kerkhof... zijnde 't eerste ccnvcoi
van geheel Poperinge...
Uit hetzelfde dagboek vernemen we
nog dat de eerste Priester die op het
nieuw kerkhof begraven werd, Eenvaarde
Heer Petrus van de Goesteene was, 25 jaar
oud, wonende op St Bertinus en overleden
den 23 Oogst 1785, zoon van Heer ende
Meester Jacobus en Jw Maria Clara van
de Goesteene. We lezen er nog dat er
iederen Maandag lof was in de St Jans
kerk tot lafenis van de zielen des vage-
vuurs, gefondeerd door Mevrouwe Rec-
trude Barbara de Belver, (dochter van
den heer van Elverdinghe en Woesten),
den 30 April 1761, waarvoor zij aan de
stad heeft gegeven eene rente van 125
ponden groot vlaamsch.
Het inrichten van den nieuwen Gods
akker schijnt niet welgekomen te zijn
geweest bij de inwoners der stad. Het
bedroefde er velen door zujn nieuwigheid
teekende E. Pastor Venin van St Jans aan
in het register der overledenen van dim
tijd. Een der Kerkmeesters kocht bijna
geheel het oud kerkhof van St Jans om
net te vrijwaren voor schennis, zoodat er
in 1790 nog maar 4 huizeltens op stonden.
Nu nog is het grootendeels onbebouwd
gebleven.
In een brief aan den Bisschop van
leper. Graaf d'Arberg, poogde E. H. Venin
nog in 1790, hierin gesteund door
E. H. Fruyt, Deken van O. L. Vrouw, de
toelating te bekomen om terug op
St Janskerkhof te begraven. De paro
chianen wenschten dit zoo vurig, dat ze
bereid waren den voorgeschreven taas
toch te betalen voor het nieuw kerkhof,
als ze maar op het oude mochten ter aar
de besteld worden. Voor ds nieuwe be
graafplaats scheen men weinig eerbiet
te hebben. Zelfs de bloedverwanten der
overledenen weigerden het lijk te bege
leiden naar die plaats, dit niettegenstaan
de de smeekingen en vermaningen der
Priesters. In 1788 werden de ijzeren hek
kens afgenomen en reed men binnen op
den doodenakker met de hooiwagens om
er het hooi te drogen. Men plantte er
groensels en tabak en lachte alle protes
ten uit... De smeekbrief van E. H. Venin
werd gelezen door den Secretaris des
Bisdoms van leper, E. H. Vermeesch. en
om advies werd gevraagd aan het Stads
bestuur van Poperinge en aan den Abt
van St Bertinus. Er schijnt niets ven
terechtgekomen te zijn, wellicht aoor de
troebele tijden en intusschen gewenden
de Poperingenaren aan de nieuwigheid.
Naderhand werd neg een percsci tij-
§ekocht door de Stad, zoodanig dat er
an vier eigenaars waren van hst kerk
hof. De Stad bezat 22 aren. en iedere
Kerk een derde van 48 aren 3 centiaren!
De stad besliste alles over te nemen aan
7C00 fr. de hektare. Dit geschiedde den
27 Juli 1889. Iedere Kerk kreeg 1600 Jr.;
som die vereffend werd in tien jaren!
Latere vergrootingen waren: het inlijven
van het huis van den putmaker; in 1905
de aankoop van een stuk grond aan
Mr Boucquey-Decanter, en in 1925 een
dergelijke aankoop aan Mr R. Devloo-
if. Deze twee aankoopen
betaald door Mr VandeCasteele-Valcke
Louf
werden
die den grond aan de stad schonk.
Mochten de Poperingenaren die met
Allerzielen het Kerkhof in groot getal
en met eerbied, zocals 't zijn moet. gingen
bezoeken, zich ook bij het betreden der
pleinen of straten rond hunne kerken
herinneren dat zij op een Godsakker gaan,
waar wellicht velen hunner voorouden
begraven werden! B* U in O, X