Se Voeding der melkgeit in d t hiMige omstandigheden laatst® Visschers POPERINGANA Het Kemmissarinat voor Prijzen en iconen Rechtbank van leper HET STEDELIJK KERKHOF van het Gerechterlijk Arrondissement leper Buitendienst voor Kontrole en Onderzoek BOEKBESPREKING E BERICHTEN IN ZAKE OORLOGSSCHADE AAN DE BURGERLIJKE OORLOGSSLACHTOFFERS EN WEDUWEN VAN 1840 27-JARIG MEISJE OP STRAAT GEVONDEN TE MOESKROEN Onder dezen titel zullen we nu en dan een s'uk geven uit de oude geschiedenis can Poperinge. Zeker zal dit onze Lezers aanstaan. Heden geven wij het eerste artikel AUTO IN BRAND TE DEURLE (GENT) iBSfgma Ik ben er diep van overtuigd, en gij voorzeker ook, dat het nu het gepast mo ment is om te wijzen op de groote voor- deelen, in deze tijdsomstandigheden een goede melkgeit te bezitten. Hetgeen waarover voor enkele maanden zoo dikwijls is gesproken geweest, is nu werkelijkheid geworden, namelijk de Volksrantsoeneering Daarom juist is net houden van een goede melkgeit in dezen tijd van zulk groot belang in ons huishouden, omdat deze. met uiterst geringe onkosten, zal blijven voorzien in een der bijzonderste voedsels, namelijk de melk. wellicht wan neer veel anderen dit kostbare goed zul len moeten missen. 1. Geitenmelk is een volledig voedsel. 2. Voegen we daarbij, dat verzorging en voeding niet kostelijk vallen; wie over een brokje land beschikt, kan het tegenwoor dig zoo aan boord leggen, dat hij, met behulp van den keukenafval, reeds een groot gedeelte van het rantsoen kan samenstellen. 1. De boeren moeten hun veestapel In krimpen. De zwijnenkweek gaat fel achteruit. Men zegt zelfs dat den kweek van hen nen zal moeten verminderen met 70-80, ja zelfs met 90 2. En gij geitenkweekers? Zult gij ook dien weg moeten inslaan, en een gedeel te van uw beestjes moeten wegmaken, bij gebrek aan eten voor den komenden Win ter. Ik antwoord hierop: heel zeker niet, wel integendeel, als - ge uw voorzorgen weet te nemen. Daarom zijn wij gelast u enkele richtlijnen desaangaande te ko men geven (want het spreekwoord zegt; een man die verwittigd is... Weliswaar meen ik, dat het nu den tijd niet meer is het getal dieren in een zelfde stal te vermeerderen, neen, er is te werken in de richting van de goede melk geit, 1.1. z. niet meer dieren, maar dieren die beter zijn, zoodat in 't algemeen ge sproken het getal pinten melk nog merke lijk vermeerderd wordt. Dit zal ten andere r.ü ook het geval zijn voor de boeren, die weinig maar goede melkdieren zullen moeten houden, en al leen nog zullen mogen voortdoen met stamboeken. En zoo komt het, dat we nu meer dan Ooit de 3 factoren zullen moeten in acht nemen, welke noodig zijn om veel en rijki melk te bekomen; 1. Vooraf komt nu in overweging te nemen dat geit en bok aan goede hoe danigheden zullen moeten bedeeld zijn; 't is de grondslag, het uitgangspunt, zou ik zeggen, om goede melkgeiten te be komen. 2. Moet de stalinrichting en de ver zorging proper en goed zijn, om hier in te winnen, wat we misschien, door ge forceerde voedselschaarschte zouden kun nen verliezen. 3. En ten slotte zullen we de voeding, zoo ver als 't gaat, zoo goed mogelijk trachten te verzorgen: door een gepaste keuze van beschikbare voeders te deen en vooral, in evenredigheid van 't getal dieren welke gij dezen Winter schikt voort te houden, een voorraad op te doen voor den Winter, en dit voedsel niet te kwis tig, maar op een oordeelkundige manier te gebruiken. Nu de zomervoeding stilaan ten einde loopt en de winterdagen op komst zijn, is het over dit laatste punt, de goede voe ding der melkgeit, dat ik in deze voor dracht enkele raadgevingen wil geven. De kweekers zien door den band hun Blijven we bij de praktijk en nemen we eens het voeder dat een kweeker uit mijn gemeente, gedurende de komende periode aan zijn geit zal geven: B. v.: Gewone geit van ongeveer 45 kgr.: 6 pinten melk. Daartoe noodig 45 gr. E. 150 gr. E. 195 gr. E. E. 9 gr. 45 gr. 38 gr. 50 gr. 18 gr. 25 gr. beestje gaarne, ja het spreekwoord zegt: ■■Mijn kind, schoon kina!...», maar spij tig genoeg, zijn er nog zooveel, die niet tegenstaande dat hun geiten slecht of beter onvoldoende voeden, omdat ze feite lijk geen rekening houden waarom het eten, het rantsoen, welke ze geven, zooal moet dienen. Ge zult gemakkelijk verstaan waarom? In de dagelijksche kost, moeten de gei ten veel kloekte vinden, o. a.: A. Voor hun eigen lichaamsonderhoud: B. Voor de melkgifte; C. En binnen 1 of 2 maand, voor de vorming der lammeren. Dikwijls is er geen stofte genoeg in het voedsel te vinden, zoodat ze die uit hun eigen lichaam moeten trekken om aan hun natuuurdrang van veel melk Seven te kunnen voldoen. Ge verstaat dat it gebruiken van eigen lichaamsreserve veel slechte gevolgen heeft: 1. De melkgifte is op haar minimum Ïiebracht en de geit staat te vroeg ea te ang droog; 2. De dieren worden flauwer, vandaar de zeer veel ongevallen tijdens het lam meren, omdat het weerstandsvermogen zeer verzwakt Is; 3. En wat gezegd van de lammeren,- welke in zulke omstandigheden moeten gevormd worden: ze groeien niet uit en zijn later alleszins niet geschikt om als goede kweekdieren gebruikt te worden. Laten we nu eens die 3 punten, een voudig maar klaar onderzoeken; A. Ik zeg dat onze geitjes, niettegen staande het geven van veel en vette melk, in voldoenden vleeschtoestand moeten blijven, 1.1. z. dat ze eerst en vooral ge noeg moeten hebben voor hun eigen levensonderhoud. De hoeveelheid voedsel zal afhangen van 't gewicht der dieren, de verteerbaarheid der voeders en het gemak der dieren om t voedsel te ver teren, Het zoogezegd gedacht dat een goede melkgeit mager moet zijn, is ver keerd en 't uitmergelen der dieren heeft veel slechte gevolgen, zooals ik daar straks heb gezegd. B. Het is eveneens den wensch van ledereen van u, veel en rijke melk te bekomen: de vetrijkheid en de hoeveel heid moet hoofdzakelijk van den kost komen die gij geeft, niet van elders. 1. Weet gij dat een geit in evenredig heid veel meer melk geeft dan een koe? (Een koe geeft 3.200 liter, dus 4 tot 5 maal haar gewicht; een geit geeft 600 liter, dus 15 maal haar gewicht). 2. En vergelijk dan eens de samenstel ling der melk: geit gemiddeld 4 tot 6 vet; koe 3,2 vet. Ze is dus kloeker dan die van de koe, er is min water in, meer vet en evenveel suiker. Ze verteert gemakkelijker, is gezonder. Geitenmelk is de beste, de rijkste en de voedzaamste. C. Verders nu, moet de geit achter waarts 't jaar, ook nog de stofte in 't eten vinden tot het vormen van I of meer lammeren; het dier moet de noodige mi neralen hebben: fosfoor, kalk en zout, tot het maken van een stevig geraamte en een kloek beendergestel. Samenvat tend gezegd: 1. De geit moet gezond en in goeden vleeschtoestand blijven, bijzonderlijk voor later; 2. Ze moet melk geven; 3. Ze moet, gebeurlijk, lammeren vor men. En alles wat daartoe noodig is, moet uitsluitend van de voeding komen. Ver staat ge aldus, beste kweekers, dat ge er alle belang bij hebt een goed rantsoen aan uw geit te geven. Daarom moet dit, om goed te zijn, aan zekere vereischten voldoen: 1. Eerstens moeten we zorgen voor de noodige kloekte of vroomte: dat wordt genoemd; E. en vet. a) Als we zeggen: gebruikt graanvoe- ders (haver, roggemaling en gerst) en krachtvoeders: gruis, koekepoer of iets anders, dan is dit hoofdzakelijk voor 't E. en 't vet; b) B. v. een geit van ongeveer 50 kgr., met 4 pinten melk, moet 150 gr. E. heb ben, grootendeels daarin te zoeken. 2. Vroeger moesten we een goede keus doen tusschen de verschillende voeders in den handel, omdat de geldprijs zeer ver schillend was: nu is net 't geval niet meer, omdat er bijna geen meer te krij- ~en zijn en we tevreden moeten zijn met letgeen we bemachtigen kunnen. 3. Om verders veel melk van onze geit te mogen verwachten, moet het rantsoen een voldoende hoop vormen en uit ver schillende voeders bestaan: a» Er moet genoeg voeder zijn en van soorten: om de maagklieren te doen wer ken en aldus de spijsvertering te be vorderen b) Er mag van den anderen kant geen te greoten noop zijn, bijzonderlijk niet te veel groen- en ruwvoeder. doordien de dieren dan een te ontwikkelde maag krijgen met als natuurlijk gevolg een grasbuik, die schoone geiten heelemaal misvormd maken. Daarom moet er zooveel mogelijk van 3 soorten in 't eten voorhanden zijn: een deel ruwe en groenvoeders: beeten, rapen, aardappelschillen, groen, enz een deel hooi en droge voeders in den Winter: zeer belangrijk voor jonge die ren; en een deel kracht voeders: graan en koekevoeder. Nu stel ik u de volgende belangrijke vraag: Kunt gij een geit, welke veel melk geeft, goed voeden met 't geen ge op uw stukje grond opdoet en de afval van de keuken? Ik antwoord, bij ondervinding van me nige kweeker: neen of althans zeer moei lijk. 2 H kgr. beeten 1 Vt kgr. hooi (nu nog groen) *4 kgr. haver 250 gr. koekepoer 150 gr. gruis Keukenafval (schillen, brood, enz.) Samen 185 gr. Dit rantsoen is natuurijk heel goed. omdat het den gepasten inhoud heeft, uit afwisselende voeders bestaat en den vol doenden hoop vormt. Andere voeders zijn natuurlijk ook goed. 't is maar een voorbeeld, elk moet zelf zien waaraan hij nog kan geraken. We zien dat moest het graan en koekevoeder wegvallen er feiteliik een groot tekort zou zijn: en ongelukkiglijk ondervinden we meer en meer dat veel voeders om zeggens niet meer te krijgen zijn, zoodat veel geitenhouders zich met anest afvraeen wat ze den komenden Winter zullen geven Menschen: 1. Tracht, binst het nog niet te laat ls. een voorraad on te doen. het koste wat het wil, ge zult die kosten ruimschoots vereoed worden door de kostbare melk, welke wellicht velen zullen moeten mis sen. 2. Maakt een kleine berekening voor uw stal: ongeveer 30 kgr. krachtvoeder, b. v. koekepoer of iets anders, volstaat om gedurende 5-6 maanden uw geit van 't noodige E. te helpen voorzien. Houdt niet meer geiten, dan ge voldoende zult kunnen voeden, maar houdt er goede, om 't getcl ninten melk zooveel mogelijk te behouden. 3. Wijdt vooral uw aandacht aan het kweeken van ri.ik groen eten op uw land. om desgevallend het tekort daardoor te kunnen vervan gen a) groenvo°der als rapen (met loof), mergkoolen. klaver, enz., gekweekt als na vrucht of als stoooelgewas: b) anderp als tusschen vrucht: snij- rogge, Engelsch gras, Engelsch gras "erst, gezaaid in September en afgemaaid in April, cm daarna nog een hoofdvrucht te kunnen kweeken als aardappelen, boo- nen, erwten, enz.: c) verder nog; bs-tkoonen en bladeren. Dit alles is betrekkelijk ri.ik aan voe dende bestanddeelen en zal desnoods la ter groote diensten bewijzen door 't geen te vervangen dat ge niet meer krijgt, als ge het maar goed tracht te bewaren in een gewone put (vorm van boltrft). Er zij nu menschen die goede kweekers zi.in en zeer veel en van alles geven aan hun geit, zonder nochtans beste uitslagen te bekomen, eenvoudigliik, omdat de ma nier van voeden -dikwijls niet goed is. De manier van eten geven is eveneens zeer belangrijk: 1. Bijzonderlijk dient er gelet op de zin delijkheid. Geiten zijn uit hun natuur vies; daarom moet het voeder zelf. en de gereedschappen welke we daartoe gebrui ken proper zijn. Is hun pannetje maar half uitgeëten. dan moeten we dat voeder wegnemen vooraleer er nieuw in te doen; doen we dat niet, dat oud voedsel zal daar in verzuren en de geit zei nog 't oude nog 't nieuwe verorberen, zoodat we daar door dagelijks een verkwisting van voed sel hebben, welke bij slot van rekening ten radeele van onze beurs uitvalt. 2. Tevens moeten we eraan houden de maaltijden te geven op geregelde uren. De maag van de geit is daarop gezet. Doen we dat nogmaals niet, dan zal ze ofwel te gulzig eten en haar voedsel niet genoegzaam verteren, ofwel heeft ze geen honger, en laat ze de hslft staan, wat nogmaals een verlies is. Beter 4 maal per dag, dan maar 2 maal. 3. Willen we nu het grootst mogelijke profijt trekken uit het voeder, dan mo gen we nooit eerst 't krachtvoeder geven, b. v. haver of li.inmeel, maar wel eerst 't grof voeder als beeten, rapen, hooi, enz. en daarna het andere ofwel, zooals veel kweekers dat doen: terzelfdertijd. Dat heeft zijn groote reden, want als we eerst het fijne, waardevolle voeder toedienen, is de maag nog ledig.'t dier is min of meer gulzig, een deel van 't voedsel pas seert de maag zonder verteerd ts worden en verlaat bijgevolg het lichaam gelijk het erin gekomen is. Integendeel geven we eerst het grof voeder, dan is de maag reeds gevuld en in volle werking, om 't kloek voeder te ontvangen en in melk öm ts zetten. 4. Water most er eveneens ter beschik king van de diereu staan; we mogen de geit daarin nochtans niet forceeren; laat ze drinken ais ze goesting heeft, meer niet en doe vooral geen overdreven water in 't rantsoen onder vorm van slobber. Sommige kweekers zeggen, dat de groot ste drinksters de beste melkgeefsters zijn; niets is zoo min waar dan dat; de melk wordt niet gemaakt van water, maar wel uit 't bloed, 't Is 't bloed bijgevolg dat de noodige stoffen moet bevatten om de melk te vormen en 't is 't voedsel dat die noodige stoffen in 't bloed brengt, 't water niet; watsr vult alleen de melk aan. 1.1. z. maakt den plas. maar levert de stoffen niet die erin zitten. Water is er doorgaans genoeg in de groen- en wa terrijke voeders welke in het rantsoen voorhanden zijn. Besluit: Ziedaar, beste Lezers, de enkele richt, lijnen welke ik u wilde mededeelen. Ik zal daarmede eindigen, denkende u een klein gdacht te hebben gegeven over wat de goede voeding der melkgeit zou moe ten zijn. Natuurliik zal het steeds een groote waarheid blijven dat de oorsprong der geit van groote beteekenis is en dat we tenslotte meest melk zullen bekomen met geiten die uit hun natuur veel melk kunnen geven. Vergeten wé echter niet. dat we door de goede en verzorgde voeding de melk- eifte kunnen doen stijgen tot 30 dat is een verhooging van 3 pinten op 10. Zulks alleen toont ons klaar en duideliik aan. dat we er alle stoffelijk belang bij hebben, in deze moeilijke tijden, de raad gevingen, welke ik kom uiteen te zetten, in de praktijk om te zetten. Bij besluit van 20 Oogst 1940 (Staats blad van 23 Oogst 1940) wordt bet Konv missariaat voor Prijzen en Loonen inge steld om het evenwicht tusschen prijzen en loonen na te streven door de besten dige tusschenkomst van het landbestuur, dit vereischt zijnde, én voor het ekono- misch leven van het land én voor de so ciale verhouding (arbeidsvoorwaarden) tusschen werkgevers en werknemers. Het Kommissariaat maakt aan de be volking bekend dat. in het belang van iedereen en inzonder van de behoeftigen en van de werkende klasse, een uiterst strenge kontrool zal uitgeoefend worden op de toegepaste verkoopsprijzen, en dit vanaf den voortbrenger tot en met den verbruiker. Drie groote stelregels worden in acht genomen bij bet instellen der onderzoe ken en bet uitoefenen van het toezicht. 1. - De prijzen van 10 Mei. Het is verboden alle waren, met uit zondering van deze voor dewelke een afzonderlijke afwijkingsmaatregel werd toegestaan, aan een prijs, hooger dan deze die vóór 10 Mei 1940 werd toege past, te koop te stellen of aan te bieden. 2. - Abnormale winsten. Woekerhandel en overdreven winsten zullen nauwkeurig opgespopord en on- verbiddellijk onderdrukt worden. Onze afeenten bezitten uitgebreide mach ten om de herkomst en de inkoopprij zen der waren na te gaan. 3. - Maxima prijzen. Voor een aantal produkten van dage- lijksch en onmisbaar gebruik worden door officieele besluiten de maxima prijzen vastgesteld. Dit is onder meer het geval voor boter, aardappelen, vleeschwaren, suiker, rijst, olie. enz. Deze prijzen dienen stipt nageleefd te worden en dulden geen enkele uitzonde ringen welke ook de omstandigheden of beweegredenen mogen zijn. Ook de verbruiker, die, hoogere dan de maxima vastgestelde prijzen betaalt, wordt vervolgd daar hij den woekerhandel mo gelijk maakt en bevordert. Het Kommissariaat geeft zich reken schap van de zware taak en de talrijke moeilijkheden, die haar te wachten staan. M. PRINSIE. Landbouwleeraar, Proven. II MAN DOOR MOTOR AANGE REDEN TE HARELBEKE Zekere Arthur I.oosveld, wonende Mol hoekstraat te Harelbeke, was aldaar langs den Stasegemweg, afval aan het verza melen. Plots werd hij aangereden door een motorfietser en zwaar ten gronde ge ploft. De man werd de beide beenen ge broken, gewond aan den schouder en liep diepe hoofdwonden op. Enkele uren na dien gaf hij den geest. I P. DE BACKER, «Het Hofje van den PlanterUitgave van den schrijver, Jette. Blz. 96. Prijs 6 fr. Dit handboekje, waarvan thans de 160 tot 170.000* exemplaren werden uitgege ven, is speciaal oestemd voor de massa liefnebbers die zelf in hun tuin of op een verloren hoekje grond wat groenten, ja zelfs aardappelen, willen verbouwen voor eigen gebruik. Ofscnoon zeer bondig, lijkt dit werkje ons toch bijzonder practisch, hoofdzake lijk om de weelderige en vooral zeer dui delijke illustratie. Inderdaad heel de stof van Het hofje der plantersalge- meene gegevens over tuinaanleg, over den grond en zijn bewerking, over Demesting, zaaien, verspenen en pianten, over alge- meene zorgen en gereedschap, en verder uiteenzettingen over de teelt van een 60- tal groentengewassen wordt opgeluis terd door een opeenvolging van niet min der dan 320 teekeningen. Nu elkeen die over een plekje grond kan beschikken, niet wil nalaten er wat groenten of aardappelen op te winnen, zal dit handboekje ongetwijfeld ten zeer ste welkom zijn. Van denzelfden schrijver verscheen eveneens De Teelt der Tabak en De Teelt van WitloofTwee boekjes, het eerste van 4,50 fr. en 't tweede van 4 fr. die evenzeer belangrijk zijn voor de beide planters. Beide zijn versierd met een 100- tal teekeningen en behelzen beknopt maar klaar alles wat een tabak- of witloof- planter van zijn stiel weten moet. Deze uitgaven zijn te bekomen in den Boekhandel V. Sansen-Vauneste, Gast huisstraat 15. Poperinge, evenals van de soms onsympathieke be oordeeling van haar optreden. Het doet evenwel beroep oo bet edel moedig begrijpen en de soldariteitsge- zindheid der bevolking om de spontane medewerking van iedereen te bekomen. Het gaat hier niet om de bestraffing te vervolgen van het al dan niet naleven der voorschriften van een of ander offi cieel besluit, maar wel om te voorkomen dat de betrekkelijke schaarschheid van zekere produkten. schaarschheid die bij zonder zwaar komt te wegen voor de minder begoede klasseh der bevolking, op schandelijke wijze wordt uitgebuit door gewetenlooze handelaars of smokkelaars. Het Kommissariaat staat ten dienste van de bevolking: het rekent er op dat deze haren plicht zal beseffen en in de mate van het mogelijke met ons mede werken. Het Kommissariaat van bet Gerechte lijk Arrondissement leper, heeft deze week hare werking ingezet; de bevolking heeft kunnen vaststellen dat de agenten in dienst van het Kommissariaat niet in de eerste plaats opgetreden zijn als een voudige opstellers van proces-verbaal, doch veeleer als raadgevers die vele ban delaars hebben aangeraden maatregelen te treffen die het verbaliseeren zullen voorkomen. Het Kommissariaat beeft, aldus hande lend, nog een gelegenheid willen geven aan vele handelaars, die soms bij onwe tendheid zouden hebben gehandeld, bun misstap te herstellen en bewijs te leveren dat zij de nooden van den tijd willen be grijpen en niet willen behooren tot die reeks van menschen die nu met den vin ger worden gewezen omdat zij op een onrechtmatige wijze, misbruik maken van de oorlogsomstandigheden: het Kommis sariaat heeft zijn goede wil getoond, dit weze een laatste maal herhaald. Plet Kommissariaat voor Prijzen en Loonen is dan ook beslist van af heden ko-daat op te treden tegenover de on- wi'ligcn; het heeft tot opdracht gekregen het ekonomisch leven te ordenen, het Kommissariaat kent geen politieke vriend jes. het za! zijn opdracht vervullen met goedheid als het kan, met hardheid ajs bet moet. De bevolking van liet arrondissement leper is dus gewaarschuwd. Alle klach ten dienen gericht: Korte Torhoutstr. 9, leper. Verkeersongeval. De rechtbank heeft uitspraak gedaan in het burgerlijk geding dat ingespannen werd tegen D. Emerik, van leper, die veroordeeld werd als ver antwoordelijke dader van een verkeers ongeval op 7 Juli 11. te Geluveld. Daar had hij met zijn auto de wielrijdster Pro voost Julienne, van Meenen, aangereden, die na korte stonden overleed. De schoon vader en de moeder van het slachtoffer hadden zich als burgerlijke partij aan gesteld. De rechtbank veroordeelt den be tichte tot het betalen van eene totale schadevergoeding ten bedrage van 46317,60 frank, met de rechterlijke intresten se dert den dag van het ongeval, alsook tot het betalen van de kosten der aanstelling. De rechtbank heeft de lijfsdwang, voor wat betreft de betaling der schadevergoe ding, op 3 maanden bepaald. Ledersmokkel. C. Marcel, van Grave- lines en D. Maurice, van St ïleurquin, werden op 6 September 11., op Belgisch grondgebied bevonden met eene camion- nette waarin de tolbeambten 648 kgr. leder aantroffen, die binnengesmokkeld waren geweest. Voertuig en smokkelwaar werden aangeslagen, cp vraag van het vervolgend beheer worden de 2 betiphten elk tot 4 maanden gevang veroordeeld, voorwaardelijk gedurende 5 jaar voor C. Marcel alleen. Zij woraen soliüairlijk ver oordeeld tot het betalen eener boete van 48.500 fr.; tot het oetalen eener boete wegens sluikhandel van 6406 lr. en van 1510 lr. voor rechten, of elk tot eene vervangende gevangenisstraf van 1 maand Onvrijwillige doodslag. Op 1 April 11. had D. Jerome, van Komen, met net stoofdeksel in eene heroerg te Meesen een zoo hevigen slag toegebracht op het hoofd van Gryson Julien, van Wijtscnate, dat ae beenderen tot in de nersenen ge drongen waren. Het slachtoffer overleed, na geaurende 3 dagen de grootste pijnen uitgestaan te hebben. D. werd tot 3 jaar gevang veroordeeld. Heden heeft ae recht- oank uitspraak geuaan over de vraag der burgerlijke partij, de ouders Lerümanü Gryson Deconinck. De betichte wordt veroordeeld om te betalen,t en titel van schadevergoeding aan het slachtoffer, de som van 22.953, 10 fr.; aan oe ouders de som van 33.421,10 fr., met de rechterlijke onkosten vanal aen dag van het ongeval. In geval van niet betaling worat de iljls- dwang bepaald op 3 maanden. Smokkel van alkool op groote schaal. M. René en D. Julien, beiden van Zonne- beke, zijn beticht van zich op 13 Oogst 11. aan smokkel op groote schaal, van alkool, te hebben plichtig gemaakt. De aange- stelden P. René en K. Albert, van Abeele, zagen aan De Leeneeen auto aan komen en gaven bevel tot stoppen. De auto reed echter door en de tolbeambten schoten hun geweer af in dezes richting. Korts nadien moest de auto stoppen en de ingezetenen wilden de bandbreuk her stellen die zij kwamen te ondergaan. De tolbeambten moesten zich verdedigen, daar de betichten Knudde wilden ont wapenen. De rijkswacht was ook spoedig ter plaats. Alsdan werd vastgesteld dat lading van den auto bestond uit 336 fles- schen Benedictinedie de betichten beweerden te Boeschepe te moeten af geven aan een onbekend persoon. De lading en den auto werden aangeslagen. De betichten verklaarden niet voor reke ning van anderen gesmokkeld te hebben. De rechtbank veroordeelt de 2 betichten elk tot 6 maanden gevang en solidairlijk tot het betalen eener boete van 107.406 fr., zijnde 10 maal het bedrag van de geslon ken rechten, plus dit recht, t zij 10740,60 fr. of tot eene vervangende ge vangenisstraf van 3 maanden; wegens dienstbelemmering werden de betichten elk tot 5000 fr. boete veroordeeld of tot eene vervangende gevangenisstraf van 15 dagen en tot de kosten, volgens taks. Wegens smaad worden de betichten elk tot 8 dagen gevang en 182 fr. boete of 8 dagen gevang veroordeeld en wegens be dreigingen en weerstand elk tot 15 dagen gevang. De aangeslagen flesschen en de auto, ter waarde van 5000 fr., worden verbeurd verklaard. De betichten, sedert den dag der feiten aangehouden, worden na de uitspraak gevankelijk weggevoerd. Openbreken van het Arrondinements- kommissariaat F. A. van leper is be- beticht van einde Mei de bureelen van liet arrondissementskommissariaat open gebroken te hebben. Volgens de verkla ringen van betichte zelf. werd hij door de 2 gebuursvrouwen weggejaagd. De rechtbank veroordeelt de betichte bij verstek tot 8 dagen gevang en 182 fr. boete of 8 dagen gevang en tot de kosten, zonder voorwaarde. Nog diefstal tijdens de luchtbombar dementen. D. Achiel, D. Agnes, D. Eugeen en H. Angele, allen van Pope- ringe, zijn beticht van zich aldaar rond 28 Mei 11. plichtig gemaakt te hebben aan diefstal ten nadeele van Skindies Hotel en den Heer Fache. De betichting ten laste van D. Eugeen wordt niet weer houden en hij bekomt vrijspraak. De rechtbank veroordeelt D. Achiel tot 1 maand gevang en 182 fr. boete of 8 da gen gevang, voorwaardelijk gedurende 5 jaar; voor het feit B. wordt D. Agnes veroordeeld tot 1 maand gevang en 182 fr. boete of 8 dagen gevang en H. Angele, voor het feit C„ tot 1 maand gevang en 182 fr. boete of 8 dagen gevang, zonder voorwaarde voor deze 2 betichten. Uitspraak in verkeersongeval. De i ISSiilbAttii teej.t uit^pra^k gedaan ge zaak ten laste van C. Robert, in dienst van V., die als burgerlijk verantwoorde lijk opgeroepen is. C. Robert, die terecht staat als verantwoordelijke dader van een verkeersongeval, wordt veroordeeld tot 700 fr. boete of 1 maand gevang, voorwaardelijk gedurende 5 jaar. Aan ce burgerlijke partij G. moet hij 21.321 fr. schadevergoeding betalen, met de rech terlijke intresten en de kosten van aan stelling. De rechtbank bepaalt de lijfs dwang tegen C. op 1 maand. Vcibod op den alkool. B. Jerome en B. Marie, van Poperinge, zijn beticht van alkool in hunne herberg te hebben ge had. deze was aangeslagen geweest. De rechtbank veroordeelt de betichten elk tot 350 fr. boete of 15 dagen gevang en tot de kosten volgens taks. De aangesla gen alkool wordt verbeurd verklaard. G. Justin, van Poperinge, werd op 3 Maart 11. in bezit gevonden van alkool, dit in zijne herberg. De alkool werd aan geslagen. De rechtbank veroordeelt den betichte tot 350 fr. boete of 15 dager, gevang en tot de kosten volgens taks. De aangeslagen drank wordt natuurlijk verbeurd verklaard. Aanrijding. Op 14 September 1939 had op de baan van Waasten naar leper, aan de Warnbekeeene aanrijaing plaats tusschen de autokamion gevoerd door Gerard V., van Komen, in dienst van Georges H., en de auto gemend door B. Emile, van leper. De botsing was heel geweldig. Omer D., schoonbroeder van V., die op de auto had plaats genomen, werd zoo erg gekwetst, dat hij in Maart 1940, na 24 weken bedlegerig te zijn ge weest, aan de gevolgen zijner wonaen bezweek. De Wed. D. stelde zich als bur gerlijke partij aan, ook in naam van haar eenig kind, eene totale som vragende van 228.552,76 fr. B. Emile werd doör recht- streeksche dagvaardiging in betichting gesteld. B„ wiens auto beschadigd werd, vraagt 3751,50 fr. schadevergoeding. V. en H. vragen 15.000 fr. schadevergoeding aan B. Emiel. De rechtbank verklaart dat B. geen schuld in het ongeval heeft en spreekt hem vrij zonder kosten. V. Gerard wordt veroordeeld tot 1 maand gevang en 350 fr. boete of 15 da- fen gevang, voorwaardelijk gedurende jaar. Aan de burgerlijke partij Wed. D. moet hij eene totale som van 200.505,71 lr. betalen met de rechterlijke intresten en de kosten van aanstelling. Aan de bur gerlijke partij B. moet hij 3331,50 fr. be talen en de kosten. De rechtbank ver klaart zich verder onbevoegd voor wat betreft de eisch der burgerlijke partij H. tegen B. Emile. NIEUWE REGELING VAN OORLOGSSCHADE Het Kollege der Sekretarissen-generaal heeft besloten den dienst der oorlogs schade te splitsen. Er zal voortaan een dienst zijn voor oorlogsschade aan goe deren en een dienst van burgerlijke oor logsschade. welke laatste de aan perso nen veroorzaakte schade omvat. De eer ste zal beheerd worden door het Kom missariaat voor Wederopbouw en reeds zijn de betreffende bundels aan dit orga nism overgemaakt. De tweede wordt zoo als tot dusver, beheerd door het Minis terie van Financies, dienst voor oorlogs schade. Zegestraat 43b. te Brussel. Eer lang zal de Kommissaris voor Wederop bouw. de Heer Verwilghen. een nieuw besluit uitvaardigen betreffende deze her vorming. Daarin zal o. a. aangeduid wor den wat de geteisterden hebben te doen en tot wie de aanvragen moeten gericht worden. VOOR DE GETEISTERDEN Geteisterden. welke leeningaanvragen bij den Provincialen Kommissaris voor 's Lands Wederopbouw indienen, verzuimen vaak: 1) de formulieren zelf te cmdertee- kenen2) het getuigschrift door den bur gemeester te laten onderteekenen. Ten einde tijdroovend briefgeschrijf te vermij den, worden de belanghebbenden aange raden deze formaliteiten niet uit het oog te verliezen. Het Nationaal Verbond van Oorlogs- invalieden deelt ons mede Wij raden de burgerlijke oorlogsslacht offers. de weduwen en rechthebbenden van 1940 aan niet te wachten met bet in dienen met hun aanvraag om pensioen. De uiterste datum is wel 31 Maart 1941, doch bet bijeenbrengen van de documen ten voor het dossier gaat soms niet vlug en gepaard met moeilijkbeden. Dit laatste geldt in 't bijzonder voor dezen die slachtoffer werd op bun uit- wiiking naar Frankrijk. Al de brieven om inlichtingen en papieren moet langs het Ronde Kruis om naar bet bezette gebied in Frankrijk. Zulks vergt nog wat tijd. te meer daar zulks moet gepaard gaan met opzoekingen. BELANGRIJK. We komen te ver nemen dat de groot-invalicden die de melding: «Is bemachtigd zich van één geleider te laten vergezellenop hun ijzerwegkaart hebben, deze melding mo gen laten gelden, ook op de spoorwegen. In andere woorden, de invalied neemt een reisbiljet voor twee personen. {BBSBSBaSMHBBBaBliSaaHEiaBBaS TWEE MEENENAARS LEVER DEN EEN LANDGENOOT AAN DE FRANSCHEN OVER Twee Mcencnaars, de genaamden Cas- teleyn en Soens hadden in April 1.1. de Rexist Leleux uit Moeskroen over de grens gelokt, zoogezegd om een goede zaak af te handelen, maar in feite om hem over te leveren aan de Fransche veiligheid. Voor dit feit staan thans beiden terecht voor de Rechtbank van Kortrijk. BRUGGELING AANGEHOUDEN Dinsdag- morgen j.l., te 4 uur in den ochtend, werd op de Statiepiaats te Moes kroen het lijk aangetroffen van de 2/-ja- rige Marguerite Vanderibérghe, woon achtig te Herseeuw maar afkomstig van Marke. Het lichaam lag deels op het voetpad en deels in de greppel. Het hoofd vertoonde een gapende wonde aan de hersenpan, wijl de beide knieën waren gekwetst. Het eerste onderzoek dat onmiddellijk door de Rijkswacht werd ingesteld, wees uit dat het meisje den Maandag in ge zelschap was geweest van den Bruggeling Deboot Georges, handelsreiziger, 40 jaar, en dat beiden den Maandag avond hun intrek hadden genomen in het Hotel de la Gare Deboot werd nog op zijn kamer bevon den, nog onder den invloed van den drank. Hij verklaarde niet te weten hoe het meisje verdwenen was. Toch blijkt het dat 's nachts een hoogopgaande ruzie moet ontstaan zijn tusschen Deboot en het meisje en vermoedt men dat Deboot het meisje door het raam op de straat- steenen heeft geworpen waar zij dood te pletter viel. Deboot werd dan ook aan gehouden. Dit boek van Gaston Duribreux (door zijn vader afkomstig uit Fransch-Vlaan deren) was het eerste nummer van het Davidsfonds voor 1940. Het werd in het laatste nummer van Boekengids gerecen seerd door Paul HardyDuribreux heeft veel in zijn mars; het is hem heilige ernst met zijn kunst, zijn boeken ademen een atmosfeer die nieuw Is in onze Vlaamsche letteren en met Bruun en David Bui- teel riep hij twee figuren in het leven die wij bezwaarlijk uit onze herinnering zouden kunnen wisschen Dank aan M. Paul Hardy voor den wel verdienden lof en zijn gulden wierookvat. Maar met den besten wil van de wereld vind ik toch in zijn beoordeeling graten, die ik niet slikken kan en erop spontaan reageer en mijn hert uitspuw, zonder gal, daar waar hij meent, dat het boek oudei is in datum en zwakker dan het voor gaande. Ik kan het niet helpen, als ik meer in genomen ben met De laatste Visschers die naar de getuigenisse van den schrij ver zelf vier jaar later geschreven werden dan Bruun Als grootvader interesseer ik mij aan den geboorte-akt. De laatste visschers staan steviger en evenwichtiger op hun voeten, zijn flinker opgewassen, sterker gebouwd, meer ge stoffeerd en gespierd, geweldiger en toch meer beheerscht dan Bruun Over Bruun stak Hardy de loftrom pet en bazuinde het 'uit dat Duribreux schrijft uit bewuste bezonkenheid van zijn rijk gemoed... en teekent met een dieps analyseerende kijk op het leven der vlaamsche visseherszieï. enz. Ni eet excès d'honneur voor Bruun ni cette indignité voor de jongere broers a.u.b.: «De laatste Visschers», die een beetje jaloersch zouden worden, en met reden. De vooruitgang dien ik bij den talent vollen schrijver vaststel is deze. welken ik zelf bestatigde in de stijlwerken van dien begaafden leerling tusschen de 3* en de 1* klasse der Moderne Humaniora. Reeds toen ontdekten we eene bron, zooals op den Boeschepeberg zijner groot ouders; sedert werd het een beek, een stroom en mogelijks wordt het een oceaan voor den romancier der zee. De laatste Visschers zal zijn laatste boek niet zijn. Die laatste visschers zijn typen die niet haperen aan détails en hard strijden voor het leven. Jammer dat er in dit boek eenige ne venfiguren komen die de hoofdfiguur wat uit het oog doen verliezen. Sedert Almavan Streuvels heb ik aan geen enkel boek van 't Davidsfonds zulk een genot beleefd. Beide boeken, westvlaamsch getint, maken betere men schen. Hier geen woordkramerlj over ma- fteren inhoud zooals in vele dure Hol- andsche boeken, door liefhebbers geschre ven, voor amateurs. Gaston, uw Werk ls knap geschreven, in zwierigen verhaaltrant, natuurlijk en niet geforceerd. Maar ge weet dat ik QSOAt £o,rn;kt i svJujef pp de werken. Ued^n tegen Niet elke bladzijde is meesterlijk, dat be staat niet. Gaston, ga maar je gang. Kritiekers, laat hem maar los, rompez les amarres, hij zal wel varen, alleen op zijn boot, recht door zee, en er op sleep touw nemen. In de vele faits diversvan dit werk is de toon niet volksvreemd, voor wien het volk kent, iDit boek is voor volwassenen, met ze delijke voorlichting en vorming). Er is veel levenswijsheid en spanning in dit boek. Het ware moeilijk den korten inhoud te geven in dertig reken. Het boek vind ik niet monotoon of langdradig maar zeer afwisselend. Er gebeurt veel in den strijd der laat- sche visschers, de film is soms moeilijk om volgen. De auteur gaat rapper dan de lezer in die treffende bladzijden. David Bulteel is niet de hoofdperson- nage, daar hij halfwege verdwijnt. Die den schrijver daarin zou tegenspreken zou vermetel handelen en jammerlijk fa len. De episode van David Bulteel met Pastoor Messeleyn is ook niet het hoofd moment. Ik heb Bulteel altijd als een bijperson- nage beschouwd en die biecht bijkomstig. Daar ligt niet de beteekenis van mijn boekZoo schrijft mij de auteur zelf. Als priester was ik diep ontroerd door de bekeering van dien ruwen visscher met een moord op zijn geweten, en mijn ooren zijn nochtans vertind. In dien le- vendigen dialoog met tragisch einde is er hooge dramatische bezieling, het is geen tempeest in een glas water, maar een echte zielstorm, die vrede baart. C'est du vécu Ik peins op Pastor Pype zaliger, den legendairen Paster der Visscners te Oostende. Ik herinner me hier de passage van L. Veuillot: Is het de zee, is net de ziel? Tot verontschuldiging breng ik aan dat het voor een regent van Antwerpen moei lijk is de westvlaamsche spreuken en doe- mnge onzer visschers goed te verstaan. De schrijver zal zich niet laten af schrikken door deze kritiek, hij zal een voudig zijn best doen om te toonen dat hij in de gradatie nog hooger kan, door boeiend verhaal en zielkundige karakter- teekening. Hij is de eerste om te bekennen dat zijn boek niet plus que parfaitis. Hij zal ook genoegen beleven aan het feit dat zijn boek in de smaak viel der talrijke lezers van Davidsfonds. deugd deed aan zijn volk, en dat het weldra in 't Duitsch vertaald wordt. Mijnheer Hardy, verschooning voor de kritiek uwer kritiek; in dit duel tusschen twee penneridders waar ik u niet wilde kwetsen, eindig ik, hopend dat gij u cok zelf zult mogen verheugen bij ae lezing van een volgend werk vanwege denzelfden auteur. Ik houd op uit vrees dat het woord van Dr Bellemans (Boekengids 1938) op mij worde toegepast: Men moet strenger op- Ai l||RIIKHHniltimffiilttll)hHintilllt!>:HlliljliUHI!lillflilllllf1lllll!IIIIIIH!IIH!lllllllllllll!llIlllll[;!ll!!!ll!llli::il!!iil[illllIiU!I Vroeger waren de kerkhoven waarlijk hovingen rond de kerken. Onder het groene grastapijt, in den gewijden grond, rustten rond het HuisGods, het huis waar de Verlosser waarlijk en wezenlijk tegenwoordig is, de lichamen der afge storvenen. die eenmaal temnels waren van don H. Geest en werktuigen van goede 'ken en die, zooals we op een ouden 'steen lazen, wachtten op de Verri des Vleesch en het Algemeen Oordeel. De kerkhoven herinnerden den voorbijeaneer aan Cs zekerheid en aan het onzekere van den dood: Niemand die geboren is. kan den dood ontgaan, want alles wat stoffelijk is, is ook vergankelijk. Daarom luidde een oud grafschrift: Alle vleesch is hooi: Houdt dit in memorie; Als een blomme des velds, Zoo vergaat zijne glorie. Daarenboven kan de dood ons over komen als wij het minst vreezen. Heden mij. morgen gij stond er op sommige kruisjes te lezen. De begraafplaatsen riepen de uitersten in het geheugen. Zoo zagen we een grai- steen die op iederen heek de zinnebeelden droeg der uitersten: doodshoofd (dood), weegschaal (oordeel), drakenmuil (hel), onstaande zon (hemel), met daarbij de rijmpjes Gedenkt den dood, Gods oordeel ducht, Vlucht de helle groot. Zoekt de hemelsche lucht. Het was tevens een smeeken om de gebeden der kerkbezoekers, geliik we nu nog lezen op kerkhofkruisjss: Bidt voor d? ziel... Hoeveel passender dan het op schrift dat we nu dikwijls vinden: Ge dachtenis van... Begraafplaats van... en zoo meer. Alwie ter kerke ging werd gewezen op de gemeenschap der heiligen. Immers rond de kerk en ender den kerkvloer rust ten de stoffelijke overblijfselen van de genen die misschien nog behoorden tot de lijdende kerk en gebeden behoefden. En aan de pijlers, langs de muren, in frescos, in brandvensters prijkten de af beeldingen van degenen die reeds op genomen waren in de zegepralende kerk. Dit alles toonde aan de geloovigen, de leden der strijdende kerk. dat ze in gemeenschap stonden van geestelijke goederen, dat ze ééne familie uitmaakten, waarvan Christus het hoofd was en zij allen de ledematen. Zooals blijkt uit de oude kerkrekenin gen van Pcoeringe, wisten onze voor ouders dat dé kerkhoven het uitzicht van een hof behoorden te hebben, en tevens gewijde plaatsen waren. Ze plantten er boomen in groot getal <op St Janskerk hof stenden er meer dan veertig!): lin den, abeelen. iepen, eiken, wilgen, enz. maar geen treurboomen, daar ze vast hoopten dat de scheiding niet eeuwig duren zou. Ze zorgden jaarlijks voor 't scheren en 't vullen der hagen uit door nen of Spaansch hout en voor 't kuischen van den kerkedijk. Ze plaatsten er een Calvarieberg met een lantaarn waarin licht brandde, en met Allerzielen bezoch ten ze niet enkel het kerkhof, maar ook en vooral de kerk. woonden er het Officie der Overledenen bij en de H. Mis, gingen den kruisweg en luisterden niet alleen naar de klacht der luidende klokken, maar naar 't sermoen in 't lof voor de zielen Zoo was het dus te Poperinge tot in 1784: elke kerk had haar kerkhof rond de kerk, en binnen het gebouw werd eok begraven. De priesters lagen meestal in het micidenkoor of in een der zijkoren, zoo dicht mogeiijk bij een altaar. De oppervlakte der kerkhoven staat ge boekt: St Janskerkhof: 182 roeden, 8 U. St Bertinuskerkhof134 roeden, 3. O. L. Vrouwkerkhof: 122 roeden, 5 li. Samen: 439 roeden. Men neme hier in acht dat de bevolking van Foperinge toen ter tijde maar 8060 inwoners bedroeg, verdeeld als volgt: St Bertinus: 3190 (waarvan 2400 in stad). O. L. Vrouw: 2635 (waarvan 927 in stad). St Jans: 2235 (waarvan 892 in stad). Den 26 Juni 1784 gaf keizer Jozef II, toenmalige Vorst van ons Land, een edikt waarbij in het toekomende niemand, van welken staat, conditie, rang of waardig heid het mocht wezen, 't zij wereldlijke of geestelijke persoon, van het een of het ander gesiacht, nog mocht begraven wor den in eene kerk, kape!, bidplaats of ander bedekt gebouw, 't zij in de steden of daar buiten. Bovendien was het na den eersten November van hetzelfde jaar ver boden iemand ter aarde te bestellen op de kerkhoven of andere plaatsen, gelegen in de steden of dorpen. Er moesten buiten den omtrek der ste den of dorpen nieuwe doodenakkers ge maakt worden, in dewelke het alleen ge oorloofd was te begraven. Één kerkhof kon volstaan voor verschillende parochiën in stad; plaats en grootte diende door het Magistraat bepaald volgens ligging en bevolking der gemeente. Bevolen werd den doodenakker te ommuren, een kruis erop te plaatsen en een huis voor den grafmaker. Er moest gezorgd voor een overdekten wagen om de lijken te ver voeren i. 's avonds of 's morgens vroeg en voor eene kapelle, bidplaats of lijk- kamer om de dooden te bewaren tot zij naar het kerkhof gebracht werden. De oude kerkhoven moesten verkocht wor den om met de opbrengst den nieuwen Godsakker te betalen. Het Poperingsch Magistraat poogde eerst aan het edikt te ontkomen en vroeg inlichtingen aan de stadsbesturen van Nieuwpoort, Waasten, Wervik en Meesen. Nieuwpoort antwoordde dat de stad het edikt moest ten uitvoer brengen. De drie andere steden lieten weten dat ze de toe lating hadden bekomen om hun oud kerkhof voort te gebruiken, daar het om muurd was en niet binnen het beluik der stad lag. Het magistraat van Poperinge koos dan voor den nieuwen doodenakker een stuk land toebehoorende aan Duran te Steenvoorde, en gebruikt door Jan Baptiste de Cherf. 't Was een hommelhof; vandaar de oude Poperingsche spreuk wanneer iemand stervensziek is: «Ze gaan hem allichte dragen naar Cherf's nommelhof! EEN PERSOON UIT DE PANNE LOOPT ERGE BRANDWONDEN OP Vrijdag avond, 22 November, bad een niet alledaagsch auto-ongeval plaats op de baan Kortrijk-Gent in de omgeving van Deurle. Een wagen, waarin hadden plaats genomen de HH. Camille Rijck- mans, eigenaar der bioskopen Vieux Bruxelles» en «Casino» te De Panne, Van Hove, eigenaar van de bioskoop Palacete Veume, en Acoe Maurice, bestuurder. De wagen, die met vrij groote snelheid reed en talrijke filmen naar Kortrijk ver voerde, vatte plots vuur. De vlammen, die in de filmen een gre tig voedsel vonden, grepen zoo bliksem snel om zich heen, dat de bestuurder de tijd niet had te remmen. De wagen kwam in een gracht bezijden den weg terecht. De bestuurder en den H. Van Hovc kon den bijtijds uit den wagen springen, Rijck- mans echter bleef met zijn been tusschen de filmrollen bekneld zitten. Ka enkele minuten slaagde men er in hein uit den vuurpoel te redden, doch hij was reeds ernstig verbrand over heel het lichaam. Een militaire auto bracht den gewonde naar het ziekenhuis te Kortrijk waar zijn toestand als ernstig wordt beschouwd. Door een eigenaardig toeval kwam een wagen met een dertigtal Belgische jour nalisten, die een uitstap deden in het Kortrijksche, voorbij de plaats van liet ongeluk. Onder hen bevond zich ook een cineast, die tevens eigenaar is van de bioskoop Minerva te De Panne. On machtig tegenover het tragisch schouw spel, vond hij er niets beter op, dan het ongeval te filmen. Gansch de wagen en drie rolprenten braadsjen vviKd;^ cp. Slecht» cemge hlm- De stad verlangde enkel een stuk met het huis erop staande, zijnde ongeveer 250 roeden groot en geschat op 323 pot- den groot vlaamsch, maar de eigenaar teekende verzet aan tegen den prijs, zeg gende dat de overblijvende grond door zijne kleine uitgstrektheid steri in waar de zou dalen. Wellicht werd toen geheel de akker gekocht, want wij weten u.t het stadsarchief dat het nieuw kerkhof 329 roeden groot was. Bertin Vylet bouwde de muren. Kruis en ijzeren barrieren werden geleverd door Frans Parsys en de lanteern voor het kruis door Pieter de Grave. Het huis, da; reeds op den akker stond en nu voor den putmaker zou dienen, werd hersteld door Frans de Soutter. Het maken van een lijkwaden werd door Matthey Bauden geschat op 16 ponden groot vlaamsch, er. het doodenhuisje door Frans De Puyct op 521 pond 19 schellingen parisis. De uitvoering dezer twee ontwerpen (lijk wagen en doodenhuisje) bleef achterwege als onnocdig en het landsbestuur drong niet verder aan. Docr de heeren Kerkmeesters, onder toezicht en met de goedkeuring van het stedelijk Magistraat, werd overgegaan tot de verkooping van de drie parochiale kerkhoven, door tusschenkomst van den beëedigden landmeter en deelsman Joan- nes-Baotista Berten. De verkoop ge schiedde ten gemeer.en profijte der drie kerker, omdat elke kerk een derde te betalen hr.d der onkosten van het nieuw k-rkhof: aankoop van den grond, om muren ervan, plaatsen van e:n kruis en van de ijzeren barrieren. inrichten van het huis voor den grafmaker. Het Stads bestuur kwam voor niets tusschen in de onkosten. De drie kerkhoven waren sa- man geschat op C58 pond 19 schellingen groot- vlaamsch, zonder de boomen: da boomen op 150 pond groot vlaamsch. De berekeningen vielen mjs uit: de on kosten van het nieuw kerkhof overtroffen de opbrengst van den verkoop. Uit de kerkrekeningen weten we dat de verkoo ping van St Janskerkhof gebeurde op Allerzielendag 1784. De grond werd over geslagen voor 383 ponden en 10 schellin- §en parisis. De beomen erop staande rachten op 1293 ponden en 15 schellin gen, zijnde al te samen 1637 ponc'«n, 5 schellingen parisis. Maar "net derdo deel dat door de St Janskerk voor het nieuw kerkhof te betalen viel, beliep 2090 ponden, 4 schellingen, 6 deniers pa risis, zoodat er een tekort was van 402 ponden, 19 schellingen, 6 deniers pa risis, welke som door de Kerk moest bij gelegd worden. In overeenkomst met artikel 20 van bovenvermeld edikt en om te voorzien in 't gonne noodig zal wezen tot onderhoud van hst nieuwe gemesns ksrxhofwerd door het toenmalig Stadsbestuur goed gevonden dat msn de begraafplaatsen zou taxeeren: voor den groocen uitvaart: 2 ponden parisis; voer dsn middeldisnst: 1 pond, 10 schellingen; en voor den klei nen uitvaart 1 pond. Dit samenwerken van Kerk en Magistraat in dergelijke sa- ken most niemand verwonderen. Doe weten we uit eene oorkends van 11 Juli 1483 dat eene overeenkomst noosns ceu prijs der uitvaarten gesloten werd tus schen het Schependom en ds tosmnaiiga Pastors der stad: Ghileia Jansscne, van St Bertens; Joris ae Zwarts, van O. L. Vrouw; en Steven Dsmslenare, van St Jans. Esne dergelijks verordening werd uitgeveerdigd op 19 C'ttobcr 1562 door het Schependom en de oris Pas toors: Jakob Merschaerd, van St sertsns; Pieter ae Buckere, van O. L. Vrouw en Mattheus de Gay, van St Jar:.. Joannes Baptista van Luyihuys. teen ter tijde koster der St Jansparochle. liet ons in een dagbosk, door hem bijgehou den, de beschrijving der wijaing van het nieuw kerkhof. Den 28 Octcbsr (1734) is door den Deken van Proven (van oio Dekenij hingen toen de drie parochiën van Poperinge af) bij commissie van ce heeren Vicarissen van leper, de Bisschop (Felix de Wavrans) te Brussel ziek lig gende, het nieuw kerxhof gewijd op da maniere als volgt. De Dsken met een witte koorxappe, en de aria Pastors met een witte stole en de Clergie (geestelijk heid) in surplis (wit koorgewaad), zijn vergaderd tot St Bertinus 's morgens ten 9 ure, en van daar te samen gegaan naar het gemeene kerkhof, de Pts-ors aragsn- de eik een wassen keerse, die op 't kerk hof gesteld zijn geweest cp een triangel (drienoek), en daarna op het kruis aat geplant was in 't midden van 't kerkhof, alwaar men nesft gezongen de groote litanie (van alle heiligen), Asperges me hyssopoen den Miserere En &e era- tién wierden gezongen dcor den Deken, 't Welk een half ure geduurd heeft zen der dat er in een kerke geluid is ge weest. In hetzelfde dagboek van J. B. van Duyfhuys lezen we neg volgende can- teekeningen: 1784... Den 3 November begraven J. Bapt. Wallyn (wonende op St Jans, geboren te Caester, overleden op Allerheiligen)... Dit is den eersten van geheel Poperinge die op 't nieuw kerkhof begraven is... Denzelven dito een poos vliegende geluid om 't lof van de zielen, feluid door 6 personen en een poos ge- lopt om 't sermoen... Den 27 December begraven France (Franciscus) Kieken, houthandelaar en hovenier, 79 jaar oud, overleden op Kerstdag en convooi gedaan naar 't kerkhof... zijnde 't eerste ccnvcoi van geheel Poperinge... Uit hetzelfde dagboek vernemen we nog dat de eerste Priester die op het nieuw kerkhof begraven werd, Eenvaarde Heer Petrus van de Goesteene was, 25 jaar oud, wonende op St Bertinus en overleden den 23 Oogst 1785, zoon van Heer ende Meester Jacobus en Jw Maria Clara van de Goesteene. We lezen er nog dat er iederen Maandag lof was in de St Jans kerk tot lafenis van de zielen des vage- vuurs, gefondeerd door Mevrouwe Rec- trude Barbara de Belver, (dochter van den heer van Elverdinghe en Woesten), den 30 April 1761, waarvoor zij aan de stad heeft gegeven eene rente van 125 ponden groot vlaamsch. Het inrichten van den nieuwen Gods akker schijnt niet welgekomen te zijn geweest bij de inwoners der stad. Het bedroefde er velen door zujn nieuwigheid teekende E. Pastor Venin van St Jans aan in het register der overledenen van dim tijd. Een der Kerkmeesters kocht bijna geheel het oud kerkhof van St Jans om net te vrijwaren voor schennis, zoodat er in 1790 nog maar 4 huizeltens op stonden. Nu nog is het grootendeels onbebouwd gebleven. In een brief aan den Bisschop van leper. Graaf d'Arberg, poogde E. H. Venin nog in 1790, hierin gesteund door E. H. Fruyt, Deken van O. L. Vrouw, de toelating te bekomen om terug op St Janskerkhof te begraven. De paro chianen wenschten dit zoo vurig, dat ze bereid waren den voorgeschreven taas toch te betalen voor het nieuw kerkhof, als ze maar op het oude mochten ter aar de besteld worden. Voor ds nieuwe be graafplaats scheen men weinig eerbiet te hebben. Zelfs de bloedverwanten der overledenen weigerden het lijk te bege leiden naar die plaats, dit niettegenstaan de de smeekingen en vermaningen der Priesters. In 1788 werden de ijzeren hek kens afgenomen en reed men binnen op den doodenakker met de hooiwagens om er het hooi te drogen. Men plantte er groensels en tabak en lachte alle protes ten uit... De smeekbrief van E. H. Venin werd gelezen door den Secretaris des Bisdoms van leper, E. H. Vermeesch. en om advies werd gevraagd aan het Stads bestuur van Poperinge en aan den Abt van St Bertinus. Er schijnt niets ven terechtgekomen te zijn, wellicht aoor de troebele tijden en intusschen gewenden de Poperingenaren aan de nieuwigheid. Naderhand werd neg een percsci tij- §ekocht door de Stad, zoodanig dat er an vier eigenaars waren van hst kerk hof. De Stad bezat 22 aren. en iedere Kerk een derde van 48 aren 3 centiaren! De stad besliste alles over te nemen aan 7C00 fr. de hektare. Dit geschiedde den 27 Juli 1889. Iedere Kerk kreeg 1600 Jr.; som die vereffend werd in tien jaren! Latere vergrootingen waren: het inlijven van het huis van den putmaker; in 1905 de aankoop van een stuk grond aan Mr Boucquey-Decanter, en in 1925 een dergelijke aankoop aan Mr R. Devloo- if. Deze twee aankoopen betaald door Mr VandeCasteele-Valcke Louf werden die den grond aan de stad schonk. Mochten de Poperingenaren die met Allerzielen het Kerkhof in groot getal en met eerbied, zocals 't zijn moet. gingen bezoeken, zich ook bij het betreden der pleinen of straten rond hunne kerken herinneren dat zij op een Godsakker gaan, waar wellicht velen hunner voorouden begraven werden! B* U in O, X

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 4