De Verloren Ring Officieele Berichten est Besluiten Ons Vrouwenhoekje Ons KINDERHOEKJE VOOR ONZE KLEUTERS GEDACHTEN POLITIEMAATREGELEN VOCR BEZETTE GEBIEDEN DE MANDENMAKER GNS WEKEL1JKSCH RAADSEL NIEUWE REGELING VAN DE AARDAPPELVERDEELING IN hWiCtLli REGELS Vóór rich heeft de mensch meer vrien den dan achter zich. Wl» zich blind In het leven stort, wordt er zoo snel mogelijk ziende door gemaakt. Niemand zal zoo goed dienen als wij bet zeil doen. HET manneke UIT DE ALDERLIEFSTE LEZERESSEN Vrienden Lezers, groot en klein Tc Hood dat het met uw gezondheid Nog steeds opperbest mag zijn. Alle Jaren rond dees tijden Hoort ge klagen te allen kant, Opgepast de griep rijdt weder, Klauwenskla&r door 't gansche land Ja, ja. zegt Knulleken. ziek zijn is ongezond, 't Js al eender of ge ziek zijt van lijf en leén of dat ge ziek zijt in uw portemenee. VAN 'N PORTEMENEE ZIEKTE ge sproken. Onze huismoeders... Ze waren op weg Om 't een of 't ander te gaan koopen Maar gauwdieven gingen Met dc zegeltjes loopen. Oppassen is dus de boodschap, alder- lif-'st Lezeressen, als ge met den pro- Viandzak de deur uitstapt. En wie niet oppast Zal 't zich beklagen En zit zonder eten. Vast vele dagen. DE DAGEN worden korter en korter. In een hoeksken Met een boeksken! goo luidt een oude Vlaamsche spreuk. En meteen peis ik t$rug aan de hulskamer, Jaren en jaren geleden... De stoof brandde zoo gezellig en de petrollamp verspreidde een getemperde klaarte... Niet zoo hel en scherp als de tegenwoordige lampen met electriciteit... We zaten rond de tafel... En moeder vertelde. Ze kon» zoo schoon vertellen. Ze kan het nog, al is ze dan ook acht en tachtig Jaar... Vader zaliger veel te vroeg gestorven kon ook vertellen... Maar, als die met zijn historiekes begon, legde hij er de leugens zoo dik op dat we uitriepen: nee, vader dat kan nie gebeurd ztlnHoe harder we dat riepen, hoe meer plezier hii had. En dan deed hij er nog 'n schen ken bij... Vader vertelde altiid over din gen die hij in z'n dagblad had gelezen: alzoo over den eersten otomobiel: over rijwielen waarvan de banden moesten on- gepempt worden; over nen toren die ze in Parijs aan 't bouwen waren én die tienmaal hooger zou zijn dan den toren van de kerk in ons doroken; over booten die onder 't water vaarden: over toove- raars in verre landen, die langs nen garendraad, die niet was vastgemaakt, naar boven klommen en zoo honderden dingen meer... Moeder, integendeel, vertelde sprookjes en legenden... of geschiedenissen, die ze gelezen had in de Levens der Heiligen 't V/as alle jaren 't zelfde en toch alle jaren anders. Zoo hoorden we de ver telsels over; Roodkapje; Klein Duimpje; Eisje Zevenschoon; rafeltje Dek-je; Be Gelaarsde Kat; Reus linhard; Thyl Uylenspiegel; Robinson Crusoë en neg veel andere vernaaltjes meer. En wilt ge nu weten, aiderliefste Leze ressen en vriendelijke vrienden Lezers, waarom ik u dit alles vandaag vertel? Luistert: Verleden week ontmoette ik *n kennis, dien ik in geen jaren meer had gezien. We gingen 'n potje pakken en terwijl we gezellig in 'n i_russeische ta veerne zaten, begon het te regenen... maar te regenen, zooais het ten tijde van den Zondvloed moet geregend hebben. Op 'n oogwenk waren ae straten leeg en vei', laten... Er stond nog enkel 'n politie agent, op 'n straatverhoog, om 't ver keer van de auto s te regelen. Alleen, zoo alleen als vader Adam in zijn tijd, toen hij moeder Eva neg niet kenue; zoo stond hij daar alleen in c.en gutsenden regen. Kijk! zei ik tot m'n vriend: die vent op z'n eilandje, dcet me denken aan Ro binson Crusoë. Robinson Crusoë, wie is dat? vroeg die vriend. Kcm! Kom! antwoordde ik... Je hebt toch al van Rcbinson Crusoë hooren spreken? Nooit! zei hij. En van Roodkapje? Blauwbaard? Elsje Zevenschoon? Klein Duimpje? De Gelaarsde Kat? Nooit! klonk het weer. Maar kerel! zei ik toen, ongeioovig. Dat zijn allemaal historiekes die ik als kind door m'n moeder honderd keer heb hooren vertellen, thuis in de huiskamer. Ik heb mijn moeder nooit gekend... klonk het toen dof. En 'n huiskamer even min. 'k Woonde van m'n derde jaar af bij 'n tante van m'n moeder. M'n vader licht bruine eieren, witte eieren, groote eieren, kleine eieren en middelsoort door mekaar in een korf. Pietje Paas kwam den winkel in en zei: Madammeken Taps lk zcu twaalf eieren moeten hebben, maar 't moeten eieren zijn, door 'n zwarte kiek gelegd. Hoe kan ik nu weten, welke eieren door 'n zwarte kiek zijn gelegd, vroeg madammeken Taps. O! Ik kan cat goed zien. zei Pietje Paas... laat mij maar ne keer begaan... En Pietje begon in de mand te zoeken en hij nam natuurlijk twaalf van de schoonste en dikste eieren... Hij betaalde en vertrok Daar zijn toch slimme mensehen ln de wereld, dacht madammeken Taps... Die kunnen zoo maai op 't eerste geacht aen welke eieren van 'n zwarte kiek komen. KOMEN EN GAAN dat is de gang van de wereld. Bij de familie Stuifkens te Hijzelbeeke staan er alzoo op 't trouw boeksken zeven zonen ingeschreven. Toen ajn er nog dochterkens bijgekomen en toen "t trouwboeksken vol was en er dus al vijf dochterkens waren geboren zijn er nog twee bügekomen. Dus zeven zonen en zeven dochters. Dat is een rareteit 't Gebeurt niet vaak in 't leven Dat er alzco een reke komt Van tweemaal zeven. ZEVEN, aiderliefste Lezeressen, is een heilig getal... In de Heilige Schriftuur speelt zeven alzoo een greote rol. Over de Schepping staat er eeschreven: «den zevenden dag rustte Hii Als een land was bezaaid en beplant geweest, moest het gedurende het zevende jaar braak blijven liggen. Tusschen Paschen en Sinksen verloopen er zeven weken. De Kerk spreekt van zeven kerken, zeven kandelaars, zeven armen van de zeven kandelaars, over zeven lampen, zeven sterren, zeven zegels, zeven engelen, zeven trompetten. De vrienden van Job offerden zeven kalvers en zeven schapenhokken. Er zijn zeven sacramenten, zeven nsalmen van boetvaardigheid, zeven hoofdzonden. Rome wordt geheeten de stad der zeven heuvelen. En lk, zegt Knulleken, ik heb nog zeven stuivers in mijnen zak. En hij voegt erbij; Ge hebt met het cijfer zeven toch nog 'n eksempel vergeten. Laet hooren, Knulleken. Wel, luister: Wanneer men van een meisje lief Een schoon gedacht wil geven... Dan zegt men vaak: dat aardig kind Is bijna: driemaal zeven. En, als ge driemaal zeven zijt Dan loopt ge vast te droomen Dat 't ventje, Janneken van Pas, Voor u weldra zal komen. Misschien komt Janneken van Pas, Dat gaat zoo in dees tiien Al zijt ge amoer achttien jaar Fideel, bi] u te... vrijen. dronk... en keek naar mij niet om... M'n groottante had het te druk met aller hande goede werken... Ze vond geen tijd om zich met mij bezig te houden... De straat was mijn huiskamer... Ja! Ja-! zegt Knulleken... dat zijn dingen die gebeuren.» En oaarom mag hier neergeschreven: Ggjukkig zij, die zich herin'ren De oagen vau hun gulden jeugd... Als moeder 's avonds bij 't vertellen Bracht 't kinderhart steeds nieuwe [vreugd VAN VREUGD GESPROKEN, daai zijn reeds verschillende tooneelbonden die laten weten, cat ze in aen loop van den Winter ééns of meer op ae planken zullen komen. Vooruit! want in het Vlaamsche land Heeft eeuwen lang t tooneei bestaan. Geen reden is er dat 't tooneei Nu plots zou hebben afgedaan. 't Is zoo, zegt Knulleken en hij voegt er bij: onze 1 ooneeimaatschappij "De Rare Apostelen speeit op ae Zondagen 8 en 1b December en de centen die we ontvangen gaan. na aitrek van de kosten, ln de kas van Winternulp. Dat is scnoon Knulleken, zeer schoon. ZEER bCltiOON waren ae eieren die te koop stonden bij mauammeaen Taps. Daar waren ook eieren bij aie mineer schoon waren. Zoo lagen er Drume eieren. Mengelwerk van 1 December 1940. - Nr 20. ROMAN van H. COURTHS-MAHLER. Gunt Warncck, toon ran ren rijken industrieel, was om zijn vatsi hc liefde gescheiden van zijn sluwe vrouw cu looueelspteisler, tori Leixner. Hij was met kaar gehuwd, a. hoewel zijn vader hem vnterjd had en alies overgeschreven had aan Kate Harlar.it, een Ilinke vrome, die Uesnrieh Warnece a s kind had op- genossen. Guntcr had zij» jout ingezien en vroeg vrrgijjenisj deze krijgt hij, doen setjatn avond sterjt tijn vacrr. Heinrick hart even voor zijn dood beloofd aan Kaie hel testament, waarin hij alles aan Kale gatIc scheuren. eist was hij gestorven, maar Kale had het testament toch kunnen vinden. Guntcr was onderlussehen telegrejhek verwittigd en thuisgekomen. Hij luisterde zwijgend en deed af en toe een vraag, doch Kate voelde zich hoe lan ger hoe bedrukter worden. Dat was niet meer de oude, gezellige Gunter en ook niet meer de Gunter, die luchthartig over haar heen had gekeken, zooais hij vroe ger deed, toen hij alleen maar onverschil lige woorden voor haar had gehad. Hij sprak met warme innigheid over zijn va der, maar voor haar had hij niets dan strakke beleefdheid en de bittere, min achtende trek om zijn mond martelde haar. Ze haaide verlicht adem, toen hij van tafel opstond. Ik ga nu naar de fabriek om een en ander te bespreken. Is er nog Iets voor vaders begiaurus te regelen? Ze stond eveneens op. De procuratiehouder Durlach heeft alles al geregeld. Morgenmiddag om drie uur is de begrafenis. Je hebt veel last en moeite gehad, Kate, sei hij beleefd. Frans zei, dat je den eersten nacht met mijnheer Durlach bij vaders lijk gewaakt hebt. Zs had het wel willen ultjammeren over dien kouden officieelen toon, doch ze keek hem alleen maar met moede oogen aan. Wat doet dat ertoe? Ik heb zoo wei nig voor mijn weldoener kunnen doen, toen hij nog leefde, dus zou ik hem dan Wel, Tc hoop dat gii nooit zeggen zult Na al die liefd.edrocmen Die Jan van Pas is honderd jaar Te vroeg gekomen. Ge zoudt de eerste niet zijn, aiderliefste Lezeres en ge zult de laatste ook niet zijn. En Knulleken voegt er bij: Meer aandacht wordt er vaak besteed Als 't meisje een mantel, hoed of kleed Of schoentjes wil gaan koopen. Het huwelijk! Och! 't zal wel gaan... Maar velen moesten met een traan Bekennen ik ben misloopen! Allee! Aiderliefste Lezeressen, ik hoop en wensch uit den grond van mijn hart, dat geen van u allen zal moeten zeggen als ge getrouwd zijt: ik ben misloopen! Ik wensch u integendeel 'n hemel cp aarde. ik wensch dat ook, zegt Knulleken... voor den t.genwooraigen tijd, den toe komenden tijd en den verleaen tijd. Vain VERjüEDEN TIJD GESPROKEN Fonsken, vroeg de meester, geef mij ne keer aen verleuen tijd van: ik word wakker. Zonder hakkelen antwoordde Fonsken: Ik heb geslapen. Dat was nog zoo dom niet geantwoord. En toen Fonsken'5 peter aan Fonsken vroeg: Leerde gij goed in de school? Toen zei Fonsken: Ja, peter. En toen Fonsken's peter verder vroeg: Hebt ge een goeae piaats in de school? Toen antwoordde Fonsken weer kordaat: o a peter, de beste. Toen gaf peter aan Fonsken vijf frank. En Fonsken zei beleefd: Beaankt peter. Maar peter wist nog niet genoeg en vroeg weerom: De Deste plaats? Dus zijt ge de eerste van de kias? Nee, aatte nie, peter, zei Fonsken even beieefo... Ge zegt pertang dat ge de beste plaats hebt! Ja 't, peter... ik zit het kortst bij de stoof... r,n weg was Fonsken! Loopen, wat hij :oa ioopen. EN, ZOO LOOPEN wij naar ons weke- lijksch kaïenaerken en stappen meteen de maand Decemoer binnen. Vroeger heette December: Wintermaand. En zoo krijgen we te vieren: Zouuag 1 December: SS. Elooi. Ageruis. Olympiades. Procuius. Maanuag 2: SS. Paulina. Bibiana. Latalia. Guldwald. Adria. Dinsdag a: Sb. Fransiscus Xaverius. Sa lerno. Hilario. Woensdag 4: SS. Barbera. Pieter. Hor tensia. Conaerdag 5: SS. Sabbas. Crispina. Dal- matius. Peiinus. Vrijdag 0: SS. Nieolaas. Petrus. Pascalis. Dyonisia. Leontina. Zaterdag 'J: SS. Amorosius. Phara. Eutra- pius. Geneboud. Aiderliefste Lezeressen Vrienden Lezers, net staat vast. Most ge meter, peter wezen Dat aliiier een name past. Bibiana of Peiinus, Sabbas, Phara, Geneboud Niemand heet zoo in uw streken Zorgt dat gij zoo'n naam ontnoudt, Immers het is lang geweten Dat alnier in 't Vlaamsche land Bij het geven van een name Dv/aasneid vaak de krone spant. Pieter, Mieken, Dora, Karei... Lijsje, Zander, Drika, Toon, Dat zijn eente Vlaamsche namen En die klinken even schoon. SCHOON BEDOELD, Manneke uit de Maan, maar niet schoon gezegd, be weert Knuueken, uie 't altijd Deter weet. dezen liefdesdienst niet bewijzen? Jij was er niet om bij je vader te waken, daarom wilde ik hem niet alleen laten. Mijnheer Duriach wilde mij niet alleen laten, hij had het gerust kunnen doen, ik zou niet bang zijn geweest, want oom Heinrich is altijd even goed en lief voor me geweest. Maar mijnheer Durlach heeft je vader ook veel te danken en daarom wilde ik hem niet weigeren om met me te waken. Het viel hem op, hoe eenvoudig ze dat zei en hij moest er aan denk:n, dat haar heele leven in zijns vaders huis eigenlijk niets anders was geweest dan één opoüe ring. Voor al haar moeite en werk had ze niets terug gekregen dan kost en inwo ning en daarvoor meende ze nog dank verschuldigd te zijn. Weer onderdrukte hij zijn warmere ge voelens met geweld en dacht verbitterd: Ze heeft het zeker allemaal uit bereke ning gedaan om vader te bewegen in haar zijn aanstaande schoondochter te zien. Met een korten hoofdknik zei hij afge meten Tot ziens. Tot ziens, antwoordde ze zachtjes. Ze keek hem met droevige oogen na en dacht: Gelukkig, dat hij dat testament niet te zien krijgt. Wat voor uitwerking zou dat in zijn tegenwoordige stemming op hem hebben gehad. Het hinderde haar onuitsprekelijk, dat Gunter zoo veranderd was. Zou dat altijd zoo blijven? Zou hij nooit meer de im pulsieve, hartelijke man van vroeger worden? Toen ze alleen in de gezellig ingerichte huiskamer zat. dacht ze voor het eerst aan zichzelf. Wat moest er nu van^haar worden? Dat ze hier in huis bleerT ook al zou Gunter het toestaan, was uitge sloten. Nog afgezien van het feit, dat ze alleen door de goedheid van haar voogd hier een tehuis had gevonden, was Gun ter nag te jong om alleen met hem in één huis te kunnen komen. Ze was er, ondanks de verandering die er in Gunter had plaats gevonden, van overtuigd, dat hij zeker in den geest van Beste Lezeressen, Wij hebben dagelijks recht op een ze kere hoeveelheid vleesch, aardappelen, vet. enz... Waarmede kunnen wij dit da- gelijksch rantsoen verder aanvullen? Deze vraag móeten velen ons zich nu reeds hebben gesteld. Hebt gij tevoren wel ge dacht aan de menigvuldige mogelijkheden die ons gebleven zijnworsten en afval allerlei, vaarzenlever, kalverhart, ossen- tong, enz., dat alles uitmuntend en_ zeer spaarzaam is? Vergeten we daarbij ook de verschillende soorten saucissen, wor sten en pensen niet. Er blijven ons verder zooveel verschil lende wijzen om huiskonijn te bereiden met roode kool. met kastanjemoes, met keizerskruid, enz.; of kip met ajuin, duif. enz. Ook de visch mag niet worden verge ten stokvisch en haring, die zeer voed zaam zijn, rog, mosselen en zooveel an dere soorten vissehen en schaaldieren. Terloops wil ik U cg>k maar even her inneren aan de voedzame waarde van eieren en kaas waarvan gij het belang even goed kent als ik. Vergeet boven al echter de ontelbare soorten groenten en fruit niet. Benuttigt de gelegenheid van het oogenblik nog om tweemaal daags groenten te bereiden, dit eer ze te duur geworden zijn. EN NU EEN RECEPT: GEMARINEERD KONIJN. Bereidt eerst de pekelsaus1 in ronde schiifjes gesneden wortel en 2.uien. 4 laurierbladeren. 3 takjes thvm. 6 gevilde en in twee gesneden sjalotten, 4 takjes neterselic. Het geheel laten gaar worden in twee soeplepels magarine of vet. Zoo dra uien en wortel kleur beginnen te krijgen er een glas azijn en een halven liter water over gieten. 4 greepjes zout en 2 greepjes pener bijvoegen. Zoodra het begint te koken van het vuur af schuiven. Nog een half uur lang heel zachtjes laten koken en dan afnemen. Neem een tamelijk vet koniin waarvan gij alleen het roggestuk behoudt. Het overige legt gij.van kant om er den vol genden dag een ragout van te maken. Leg het ruggestuk gedurende een nacht i*ï de pekelsaus en wrijft het 's ander daags zorgvuldig af. Leg het in een die pen schotel, waarbij enkele schijven ui en wortel worden gevoegddan hesproei en met een weinig gesmolten vet of mar garine. toedekken met ingevet papier en laten braden bij midde'matig vuur. O"- "eveer y. uur voor eiken halvni kilo laten braden. Met prikkelende pekelsaus opdienen. ENKELE RAADGEVINGEN Het kan gebeuren dat zekere voedings waren van dageüjksch gebruik ons ge heel ontbreken of niet meer in voldoen- iBBEasiHSRBBBBBgflBBHHBSBBBB VERBOD IN FRANKRIJK NAAR ENGF.LSCHE RADIO - UITZEN DINGEN TE LUISTEREN Volgens een bericht uit Vichy, ver scheen in het Staatsblad het verbod de uitzendingen van de Engelsche en de anti-Fransche buitenlandsche radiostati ons op den openbare weg én in publieke lokalen te beluisteren. Een decreet be paalt verder, dat deze verordening even eens van toepassing is in alle Fransche overzeesche bezittingen. aBssaasaanzsissssHs&EZRSHSBaB ONZE SUIKERNIJVERHEID Door de Belgische suikerfabrieken werd in de maand Oktober 41.039.733 kgr. ruwe suiker en 43.863.000 kgr. witte poedersui ker vervaardigd. Dzcszas!sssaaa!Esa3!Bi3saaEBa3D Daar zijn zoo van die menschen, die altijd 't leste woord mosten hebben... In menig huisgezin De vrede kwam te breken Hetzij dat man of vrouw Het laatste woord wou spreken. SPREKEN IS ZILVER en zwijgen ls goud», zegt het spreekwoord. Bij m'n nonkel Tist en m'n tante Trien, vertelt Knulleken, was 't ook alle dagen bal cp ae bootjes. Nonkel Tist wou niet zwijgen en Tante Trien wou altijd heur geaacht zeggen. Nu, gepasseerae week werd er in hun parochie 'n missie gesermoond en nonkel Tist was te bieenten geweest en had ai- zoo verteld aan oen eerwaaraen pater dat z'n vrouw 'n lastig schepsel was en dat ze altijd 't leste woord wou hebben en dat hij, nonkel Tist, dan in 'n koleire schoot en bekwaam was ongelukken te doen. Hewel, zei de eerwaarde pater, daar is 'n goei remedie voor... Als ge voeit dat die koleirfe u gaat overvallen, dan, in plaats van te antwoorden, begint ge te tellen: één, twee, drie, vier, vijf, enz. tot tien, tot twintig, tot dertig en meer als 't moet. Dan is die koleire over. En is 't er mee geoeterd, vroeg ik aan Knulleken. 'k Weet 't niet, antwoordde Knulle ken... want toen ik 's anderendaags bij m'n nonkei Tist kwam, noorde ik hem bezig: Zeven miljoen negen honderd acht en veertig auizend, anehonaeru vier en dertig... zeven miljoen negen honderd acnt en veertig duizend, drie honderd vijf en dertig... zeven miljoen... enzoovoort! Enzoovooïtl... Misschien is de sukkelaar tegenwoordig ai aan of omtrent ae hon derd miljoen! Ja, Knuileken! Ja, Knulleken! Ik zeg het stout en keen Dat voor ae vree van 't huisgezin De man moet alles doen. DAARMEE DOEN WE de boeken toe en zeggen we: Aiderliefste Lezeressen Vrienaen Lezers, 't is geaaan En de hartelijke groeten Van Het Manneke uit de Maan. ■■BasaaaasiHEafiHiBaaNBfiiiaaaa zijn vader verder voor haar zou zorgen, doch wat ze van den ouden vriend van haar vader hadkunnen aannemen mocht ze niet van diens zoon aeeepteeren. Oom Heinrich was haar voogd geweest, maar wat voor reden zou Gunter hebben om voor haar te zorgen? Als Oom Heinrich tijd had gehad een ander testament te maken, zou hij stellig voor haar gezorgd hebben, ook na zijn dood, daar was ze zeker van. Er speelde een fijn lachje om haar mond Dij die gedachte en haar oogen straalden even toen ze er aan dacht, dat Gunter alleen omdat ZIJ het wilde, de erfgenaam van zijn vader werd. Het kwam niet ln haar op om te bekinnen, dat ze Gunter en haar meisjestrots een geweldig offer had gebracht door het tes tament te latin verdwijnen. Als ze het had laten liggen op de piaats waar ze het gevonden had, zou ze nu meesteres van dit huis zijn en eigenares van oom Hein rich's vermogen. Ja ze was zelfs in staat zichzelf nu nog tot erfgename te maken ze behoefde daartoe slechts de lange, smalle enveloppe uit haar schrijf tafel de halen en ergens neer te leggen, waar men haar vinden moest. Maar dat zou ze natuurlijk niet doen, liever sterven dan dat Gunter ooit de woorden zou le zen die hem wilden bewegen haar tot vrouw te neipen. Ze zuchtte diep. Wat moest er nu van haar worden? Er was maar één uitweg ze moest een betrekking zoeken en zien op de een of andere manier haar brood te verdie nen. Gelukkig had ze een klein spaar potje. De opbrengst van de nalatenschap van haar ouders had oom Heinrich des tijds goed belegd. Ze ging dus niet met geheel leege handen hier uit huis en kon bescheiden leven, tot ze iets gevonden had. Ze was overtuigd dat Gunter altijd bereid zou zijn haar voor armoede te be hoeden, doch ze zou nooit ondersteuning van hem aannemen. Gelukkig had ze ook nog haar eenvou dige sieraden. Het waren grootendeels de mate voorhanden zijn. Door wat deze dan vervangen? In dit verband is het zeker niet zon der nut de gelijkwaardigheid te kennen van zekere voedingsstoffen. Zoo b. v. heeft 150 gr. vleesch dezelfde kalorieëiiwaarde als 2 eieren 100 gr. gerookte haring; 75agr. gezouten iiariiig; 50 gr. stockvisch 60 gr. kaas 55 gr. rijst, of 75 gr. snijboonen of linzetl. Deze gegevens nemen wij steeds In echt bij de samenstelling onzer eetmalen. De dagen waarnn wij b. v. geen vleesch hebben en moeilijk aan eieren of haring kunnen geraken zullen wij dus ons rant soen snijboonen of boonen bereiden op een der wijzen hieronder aangeduid. TWEE RECEPTEN Pastei zonder vleesch. 503 Craitl gedroogde snijboonen, linzen of boonen in koud water te koken zetten (na voor af te hebben laten weeken) met een ajuin, een bosje peterselie of thvm. enz. naar keuze, en een weinig look. Laten verzijpen zoo dit noodig blijkt. 2 leoels geperste tomaten bijvoegen en indien mogelijk ook twee geklutste eieren en 50 gr. geraspte kaas. In een rechthoekige pan gieten zoo mogelijk belegd met platte worst en gedurende 30 minuten in den oven plaatsen. Gebraad zonder vleesch. Den vori- gen dag reeds 250 gr. snijboonen in re genwater te weeken zetten. 125 Gram rijst herhaaldelijk snoeien. De snijboonen koken, laten verzijpen en in hetzelfde water de rijst gedurende 15 tot 20 mi nuten laten koken. Alles srmen doordoen, zout, peper, 1 lepel vet, sjalotten en pe terselie bijvoegen. Een brood vormen, in den oven laten bruinen op eene vooraf ingevette braad pan. opdienen met witte of tomatensaus. FIJNE VRUCHTENTAART Op de, deegplank doet men 200 gram bloem in een bergje. Hiermede vermengt men (het best van een kuiltje in het mid den uit en met behulp van een mes) tv.ee eidoorers, 100 gr. boter. 70 gr. suiker, een snuifje zout en wat geraspte citroenschil. Na het aanmengen kneed men dit deeg door, vormt er een bal van en laat deze ongeveer een kwartier onder een kom rusten. Hierna wordt een lage taartvorm ermede bekleed, evenals in bet voorgaan de recept en de taart, in een matig war men oven ongeveer een half uur gebak ken. Na bekoeling wordt de taart gevuld evenals in het voorgaande recept is. maakt men bet vulsel van comooote liefst niet te zoet. Een vulsel van gespelde, ver- rche druiven in gelei van vruchtensap doet het bijzonder goed op deze taart. VERORDENING Op grond van de mij door den Opper bevelhebber van het leger verleende vol macht, verorden ik voor de bezette gebie den van Belgie en Noord-Frankrijk, het hiernavolgende: 1. - GELDIGHE1DSGEB1ED. De voorschriften van deze verordening gelden voor de Belgische provincies Oost en West-Vlaanderen en voor het arron dissement Antwerpen. 2. - PERSOONLIJKE AANMEL DINGSVERPLICHTING EN VER PLICHTE IDENTITEITSKAART. Alle personen boven 15 jaar, die bun woon- of verblijfplaats in genoemde Bel gische provincies hebben, moeten in de bevolkingsregisters van hun gemeente in geschreven en in het bezit van een iden titeitskaart zijn. De voorschriften van bet koninklijk besluit van 6 Februari 1919, betreffende de aflevering van een identiteitskaart door de gemeentebesturen en de inschrij ving in de bevolkingsregisters, en de voor schriften van bet koninklijk besluit van 14 Augustus 1933 betreffende de vreem delingenpolitie, moeten stipt worden uit gevoerd. (2) Wie uit een gemeente verhu'st. moet zich binnen 24 uur afmelden. Wie zjcli in een gemeente komt vestigen moet zich aldaar binnen denzelfden termijn aanmelden. (3) De voorschriften betreffende de ver plichte inschrijving in inrichtingen van het hotelbedrijf en bet voor bepaalde ge meenten uitgevaardigd reglement, waarbij de inwoners verbod wordt opgelegd, z'eb in nm het even welke richting meer dan 5 Km. van hun woonnlaats te verwijde ren, moeten slipt worden nageleefd. 3. - VERBLIJFSBEPERKING. De Kommandanturen ziin bevoegd om zekere personen een verblijfsbenerking of de verplichting, zich op bepaalde tijdstip pen te komen melden, op te leggen. 4. - VENT- EN LEURVERBOD. Het is verboden te venten en te leuren. Onder venten en leuren dient te worde» verstaan iedere handelsbedrijvigheid, uit geoefend buiten de gemeente die den han- deldrijvenden persoon de identiteitskaart heeft afgeleverd, indien bedoelde handel, zonder ter plaatse te ziin gevestigd, van deur tot deur of, in bet openbaar, in rira- ten en op pleinen wordt gedreven. (Arti- VII. Maar opeens komt de houthakker ook onuer den boem. Razend siaat hij met de bijl de takken weg, ais naar hem toe- krcnkelen. Nog wilder kapt hij in de tak ken, die den mandenmaker gevangen houden. Zoo bevrijdt hij den reenterarm. Manten kan nu zijn mes gebruiken en begint met wild geweld te snijden en te kerven. En tegen oie twee woeste mannen kan de boom het niet meer houden. Hij heeft bijna al zijn onderste takken ver loren en kan. den grand niet meer be reiken. Man ten is van een vreeselijken dood gered. Diep gelukkig dankt hij zijn moe digen vriena. Maar nu moet ge van deze gevaar lijke boomen wegblijven;» zegt de hout hakker. Als het hier al zoo erg is, wat zal het ginder dieper in het bosch dan niet zijn O neen, de mandenmaker had geen lust meer om nog eens in den greep van zulk een gevaarlijken boom te zitten. Het was verschrikkelijk jammer, dat hij geen toovertwijg meer zou kunnen bemach tigen, doon hij meest zich daar wel bij neerleggen. En zij keerden terug naar het huisje. En neg dienzelfden aag wilde Manten verder reizen. Een laatste dankwoord, een laatste groet en daar stapt wederom de flinke man met den zaciiten baard, ae baan op. Die goede menschen hebben hem eten meegegeven voor één dag. Waarvan hij de volgende dagen leven zal, weet hij nu nog niet. Dat zullen we efi'enaan zien, zeg» hij. En waarheen de reis gaat, weet hij ook niet. hij zal wel ergens uitkomen. Manten volg» een smauen zanawegel, die loopt en blijft loopen door de einae- looze neide. De lucht is heet, het zand ligt warm en de eenzame reiziger krijgt dorst. Hij verlangt naar een bron, naai' een beek. Maar eerst moet hij nog langen tijd blijven gaan. Dan ouikt er aan uen horizont wat groen op. Een goed toe ken zegt de vermoerde man en hij be gint vluugger te stappen. Het is een goed teezen, want dat green wordt een kreupel boson. Tusschen de struiken ontdekt Manten een beekje. Haastig scnept hij het koele water in de handen en drinkt met gulzige teugen. Wat een zalvende verlichting. Nu krijgt hij honger en de knapzak wordt geopend. Het eten smaakt als suiker. Terwijl hij zoo bij het water zit is daar opeens een gerucht te hooren. Een tak kraakt. Er moet nog iemand in aat boschje zijn. Manlen vindt het niet zoo ongewoon. Er kunnen toch nog reizigers over de wereld ronddolen en hier wat komen rusten, 't Is nier toch zoo neerlijk; een uitgelezen piaatsje voor vermoeide menschen. De mandenmaker staat op, springt over het beekje en baant zich ten weg door de struiken. Hij wil weten wat voor een kluizenaar hier ook is beland. Plots komt hij aan een open plek en ziet daar een klein hutje staan, van IBBBB—■■■■BBBBBBBBBBBBBBBB erfstukken van haar moeder en verder geschenken van haar oom. Ze zou er wel met een zwaar hart afstand van doen, maar toch nog liever dat, dan geld van Gunter aannemen. Kleeren en ondergoed had ze gelukkig in overvloed, daar kon ze jaren mee toe, oom Heinrich had haar altijd zoo ruim van alles voorzien. Ze nam zich voor om onmiddellijk na de begrafenis met Gunter over deze kwes tie te spreken. Hij moest dan ook een huishoudster nemen. De gedachte dit huls te verlaten en den strijd om het bestaan op zich te nemen viel haar zwaar, maar er was niets aan te veranderen en Kate had tot nu tce altijd alles zonder klagen op haar schou ders genomen. Ze stond op, nadat ze het met zichzelf eens was geworden en ging naar de keu ken om nog eenige aanwijzingen voor het middagmaal te geven. Toen ging ze naar boven naar haar kamer en haalde haar cassette uit de schrijftafel. Het testa ment lag er nog altijd boven in. Ze had nog geen gelegenheid g:had het te ver nietigen. Met een vaag lachje legde ze het naast zich neer en nu bekeek ze een voor een bijouterieën en vroeg zich af, hoeveel waarde elk stuk vertegenwoordig de. Plotseling viel het haar op, dat de ring, dien ze bij haar aanneming van haar ouders gekregen had, verdwenen was. Het was maar een eenvoudig ringetje nut twee miniatuur saffiertjes en een nog kleiner pareltje. Ze had het dagelijks ge dragen, eerst aan haar ringvinger en la ter, toen het wat te nauw was geworden, aan haar pink. Daar was het echter iits te wijd voor en als ze koude handen had, gleed het er wel eens af. Ze bedacht zich, dat het ook op den sterfdag van oom Heinrich van haar vinger gegleden was en dat ze het toen weer achteloos had aangedaan. Nu was de ring verdwenen. Ze kon niet nagaan, waar hij gebleven was. Zeker was hij ongemerkt van haar vinger gegleden en in de onrustige, druk ke dagen na ooms dood had ze niets van het verlies bemerkt. takken en graszoden gemaakt. Er ver schijnt een stokoud mannetje in de deur opening. Dat is wel wat vreemd en Man ten is niet heelemaal gerust. Maar hij heeft eerder compassie met dien ouden sukkelaar. Met mij moet ge geen compassie heb ben zegt het oudje, alsof het geraden heeft wat de mandenmaker dacht. Ik ben hier gelukkiger dan de menschen in de wereld, 't Is alleen maar spijtig dat ik zoo oud word om mijn eten te gaan zoeken. Voor vandaag kan ik u misschien hel pen zegt de goeae Manten en hij reikt den ouden man heel zijn knapzak toe. Dat neemt deze gretig aan. Hij gaat er mee binnen en komt weldra terug met een ledigen knapzak. Zeer vriendelijk bedankt, mijn goede mensch, zegt hij. Daarvoor zal God u zogenen. Wil nu ook van mij dit houten fluitje aannemen, 't Is ailes wat ik u geven kan. De mandenmaker is blij met het kleine geschenkje. Weldra verlaat hij den stil len, eenzamen kluizenaar, en zet zijn reis voort naar onbekende streken. C't Vervolgt.) DE FIERE HAAN Ziet ge Roodpluim ginder staan? Dat is een dwaze nijdigaard. Hij zegt: Ik ben toen geen gewone haan, Met een gewonen hanestaart. Hij zegt: Ik woon hier veel te laag. Bij al dat mager kiekenvolk; Bij dat gekakel en gezaag. Ik houd van wind en wolk. En Roodpluim wilde hooger staan. Kijk naar dien torentop: Daar moet die leeiijk-demme haan Er af en ik er op. Hij leerde vliegen en hij vloog Toe bij dat koperen ding. Maak plaats, gij zit hier veel te hoog Beneden, of ik flink. Het haantje roerde pluim noch poot Voor al dat zotjesspeL' En Roodpluim in een woede schoot; Hij kapte in zijn vel. Maar 't was zoo taai dat koperen vel, En al die woede bleef verloren spel. Toen kwam een mensch, die met wat lood De gekke domkop naar beneden schoot. OPLOSSING VORIGE RAADSELS 1. A—GENT AGENT. 2. BEI—AAR—DIER BEIAARDIER. A Mijn eerste is niet droog; En twee verdeelt den nacht. 't Geheel ontrolt voor ieders oog Een rij van beelden, soms vol pracht. Ze zei echter tegen zichzelf, dat ze hem alleen hier in huis verloren kon hebben, want ze was niet meer uit geweest. De ring bezat geen groote waarde, doch hij was verbonden met vele lieve herinnerin gen. Ze zou het personeel zeggen, dat de ring hier in huis verloren was, opdat ze er naar konden zoeken. Ze legde al haar kleine schatten nu weer in de cassette. Schijnbaar had ze deze echter niet meer zoo goed ingericht als eerst, want er was nu geen plaats meer voor het testament. Ze legde het er dus boven op en sloot het met de cas sette weer in haar schrijftafel. Ze wilde wachten, tot ze het huis verlaten had met het testament te vernietigen, omdat ze het hier niet ongemerkt kon doen. Toen ze weer beneden kwam, waren er nieuwe bloemen en kransen voor den overledene gebracht. Ze legde ze op de baar. Een poos stond ze stil naast den dooden en keek treurig op hem neer. Ze zuchtte. Het was haar of ze voor de tweede maal haar vader verloren had, hij was haar even lief geweest. Toen ze zich weer afwendde dacht ze opeens aan den verloren ring. Ze keek zoekend rond, mogelijks was hij hier ge vallen, ze begon ijverig te zoeken, doch vond niets. Even later belde Gunter haar van de fabriek op. Kate, denk er als je blieft aan, dat van middag de beide procuratiehouders met ons mee eten. Ik heb nog zooveel met hen te bespreken en wij willen na tafel vaders schrijftafel samen nazien, mis schien zijn er nog belangrijke papieren in, zei hij. Het was goed, d*t Gunter niet kon zien, hoe Kate van kleur verschoot, doch ze antwoordde eenvoudig: Goed, Gunter, ik zal voor twee per sonen meer laten dekken. Er is zeker geen omslag noodig, of wensch je een bij zonder uitgebreid menu? Nee», neen, niets bijzonders. We ko men om twee uur, maak dat alles ge reed ia. kei 1. cijfer 1 en 2 van liet koninklijk besluit van 13 Januari 1935. houdende re geling van het, veiuerbedrijl.) (2) Het vent- en leurverbod is niet van toepassing op den handel van openbare markten. (Ariikel 1, ciifer 3 van het ko ninklijk besluit van 3 Januari 1935.) (3) De Feld- en Ortskommandanturcn kunnen, in afzonderlijke gevallen, wan neer daartoe ernstige redenen aanwezir zijn. uitzonderingen op bedoeld verbod toestaan. 5. FOTOGRAFEERVERBOD. Het is verboden te fotografeeren en fotografietoestellen mede te nemen in het onder par. 2 bedoeld gebied, evenals bin nen een daaraan grenzende zeestrook, ter breedte van 15 km. langs de kust. 6. - STRAFBEPALINGEN. (1) Alwie ontruimde woningen plundert wordt met de doodstraf gestraft. 2Alwie in strijd hande't met de be palingen van deze verordening, wordt met dwangarbeid gestraft. In minder ernstige gevallen kan een gevangenisstraf of een geldboete of slechts een dezer straffen worden opgelegd. 7. - SLOTBEPALINGEN. (1) Deze verordening treedt in werking op den dag van haar afkondiging. (2) De Oberfeldkommandant te Riisel zal de overeenkomstige bepalingen uit vaardigen voor de Fransche arrondisse menten Duinkerken, Bi'sel. Sint-Omacs, Boonen, Montreuil, Béthune en Atrecht. De Militaire Bevelhebber in Belgie en Noord-Frankrijk. «oj In het Staatsblad van 21 November Is volgend besluit, verschenen: Da aardannelen waarvan de producen ten rekenpli"htig verklaard werden tegen over d°n £t--t door bet besluit van 4 rantember 1940, betreffende d» b=nutti- glng van den oogst -worden in beslag ge nomen voor de bevoorrading van de be volking. Met hst ooo on de distribute der aarri- i.pD°le" wordt hH grondgebied ven bet land oud ""verdeeld in drie ketseorieëu van gewesten, overeenstemmend met de nrovieai"", en de gerechtelijke arrondis sementen: 1. Produktiecentra f waarvan de nroduk- tie h"t verbruik overt'-p't)2, Ve-brtu'-- e<"ot"" tv?"-van bet verbruik de produk- tie o-ertreft)3. Autonomeente iwaar- v.-" t e ru-oduktie bet, verbruik dektl. Ba ""tenomeentra uerze'es-t. d« b"- vco-radirg ven bun e'gen bevolking in ooneiapu'Mu'tend met hun eiven nroduktie. De in die cent'a verbouwde a.arctj.r;prieri mogen rij met veriat-n en "ii mogen er ook geen ontvangen uit an der? centra. De productiecentra verzekert de bevoor- ra.ding van hun bevolking en levert het overschot van hun produktie aan de v:r- hruikcentra. Da verbruikeentra verzekert in d.e mate van hun nrodu'rtie de bevoorrading en dekt bet d:fla:et bii middel van leverin gen die hun door de produktiecentra zul len gedaan worden. D.e in een vcrbrir'teentra verbouwde aardappelen mogen dit centra niet ver laten. De Aardappeleentree wcrc t ge machtigd de hoeveelheid te bepalen te leveren door de nroduktieeent"a aan de verbruikeentra d'a zij aamvfist, en dP ove"eerkomstig de modaliteiten die zij vaststelt. Bii gebreke aan vrijwillig" levering wordt onmiddellijk tot cpeisohing van c'e aardappelen, overgegaan. In gevel van verzet tegen de oneischir.g wordt de waar in beslag genomen. Voor de bevoorrading van de bevolking eener gemeente door de eigen produktie van do gemeente i? "e tussehenkomst van een door de Aardanoelcentrale a anger o- men grossier of verzender niet meer ver- eischt. Eet vervoer van den producent naar den detaillant binnen de gemeente wo-dt in dit seval gedekt door de bevoor radingsmachtiging A, afgeleverd door het gemeentebestuur en opnieuw overhandigd aan dit bestuur na het vp"vrer. om ge voegd te worden bi.i de individueele fiche van eiken producent. Voor de bevoorrading van de bevolking van een arrondissement door middel van de eigen produktie van dit arrondisse ment. kunnen de funkties van verzender en grossier gecumuleerd worden, mits maehtioing van de Af>rdam>?lcertwlo en op de voorwaarden welke dsze vaststelt. PROVINCIES Produktiecentra: Antwerpen; West- Vlaanderen Oost-VlaanderenLimburg; Luxemburg. Verbruikeentra: Brabant; Hensgouwen; Luik. Autonomecentra: Namen. GERECHTELIJKE ARRONDISSEMENTEN Produktiecentra: Turnhout; Mechelen; Leuven; Brugge; Kortrijk; leper; Veur- ne; Oudenaarde; Gent; D;nde"mor.de; Hasselt: Tongeren; Aarlen; Marche; Neufchateau Verbruikeentra! Antwerpen; Brussel; Charleroi; Luik; Verviers. Autonomecenira: Nijvel; Doornik; I-Icei- Borgworm; Dinant; Namen. DE DISTRIBUTIEREGELING Omtrent de verdeeling der aardappelen werden ook nog volgende bijzonoe. neem medegedeeld Onuer meer werd vastgesteld dat de Provincies welke voorzien m hun behoef ten en daarbij nog andere gewesten Kun nen bevoorraden, de Provincies West- Vlaanderen en Namen hun eigen behoef ten, alsmede deze der Provincie Hene gouwen moeten dekken. In de auionomecentra, t.t.z. deze welke kunnen voorzien in eigen behoeiten, mo gen noch aardappelen binnen- noch uit gaan. Aardappelen, gekweekt in verbruik eentra, mogen deze gewesten niet buiten gaan. Bij gebreke van vrijwillige levering i£BciBsaB3BBasEssssH2iiaza3aa Je kimt er op rekenen. Tot straks dan, Kate. Tot straks, Gunter. Kate hing den hoorn op den haak en er speelde een droevige trek om haar mond. Ook dit telefoongesprek was zoo ijzig en koel geweest en opeens voelde ze zich een beetje gebelgd. Wat had ze hem gedaan, dat hij zoo veranderd was tegen over haar? Kon zij het helpen dat een berekenende vrouw hem bedrogen had? Doch Kate onderdrukte die opwelling onmiddellijk weer. Hij leed en zij mocht het hem niet kwalijk nemen. En nu speelde er een stil, verrukt lachje om haai' bleeke lippen. Vandaag, na tafel, zou Gunter met de beide pro curatiehouders de schrijftafel van zijn vader nazien en hij zou het testament dat hem enterven zou niet vinden. Zij alleen maakte, dat hij zijn erfenis kreeg en dat vervulde haar ondanks alles met blijdschap. En die gedachte zou haar kracht geven om alles te dragen wat nog kern;n zou. Ze had Gunter een vorstelijk geschenk gegeven zonder dat hij het ver moedde en zonder dat hij het kon ver hinderen. Gunter kwam even voor twee uur thuis. De andere heeren zouden kort daarna volgen. Je kunt de soep wel vast laten op doen, Kate, zei hij. Kate knikte, belde en zei tegen den huisknecht: Zeg in de keuken, dat er opgedaan kan worden en, voor ik het vergeet, ik heb dezer dagen hier in huis een ring verloren. Het is een smalle gouden ring met twee kleine saffieren en een parel. Hij zat nogal los om mijn vinger en moet er afgegleden zijn zonder dat ik het merkte. Zeg aan de bedienden beneden, dat ze er bij het doen van de kamers eens naar zoeken. Heel goed, Juffrouw, antwoordde Frans en ging dc kamer uit. Gunter wendde zich vormelijk beleefd tot Kate; wordt overgegaan tot de o-)9isching tr. la geval van verzet wordt de waar in beia» genomen. Er werd ook besloten zond:r verwig 609.C00 ton aardappelen op te c-scuec, namelijk 459.000 ton tegen 15 December e.k. en de rest voor d? aanslaande Lente. Dc levering dient uitgevoerd op de alge heels verantwoordelijkheid van Bur gemeesters en tweemaal per week moe- ten dc Cemeentebestuieu aan de Provin- gouvemeurs laten kennen ln hoeverre de levering van ae aardappelen wordt uitgevoerd. AFSCHERMING VAN HET LICHT DER VOERTUIGEN Bij besluit van 18 November 1940, bt- treffinde de afscherming van hei licht der voertuigen, moeten dé straatdmiaai- nen. standlichten. de lichten der voer tuigen, derwijze ingericht wordin. dat ai zichtbaar zijn op een afstand die riet minder dan 10(1 meter noch meer dail 530 meter mag bedragen. HET GEVAAR VAN NI ET-ONTPLOFTE BOMMEN Er werd vastgesteld dat het publiek de gevaren van een blindganger volkomen onderschat en nalaat de noocizakti.jkïte voorzorgsmaatregelen te treffen. Dize blindgangers komen soms slechts na langen tijd tct ontploffing er. vormen dus een bestendig gevaar. Hun ligplaatsen worden dus op verren afstand afgespan nen en aan onbevoegden moet de toegang tot deze zone onvoorwaardelijk worden ontzegd. In zooverre gewone bommen in bewoonde huizen zijn gevallen worden deze door de bewoners ontruimd. Om deze maatregelen te kunnen door voeren is het noodzakaijk. dat het neer komen van een bom onmiddellijk wordt gemeld, met aangifte van u'.aats en tijd, waarop de bom 1s neergevallen. D:ze mededeeline is dadelijk aan het naastbijgelegen poUtiekemmisseriaat ot rechtstreeks bij de Or tak ommandan-jr te doen. De ondnrri"htingcn van miktaire- of politic-overheden moeten ten streng ste worden nageleefd. REISVERGUNNING VOOR VRACHTAUTO'S Do Ortskommandantur van Brussel deelt, mede: Bii het nazicht door dc Feldgendarme- rie van de aanvragen van een rrisver!»:n- nine voor vrachtauto's van burgers werd bevonden, dat de voorgeschreven ree boek jes (Fahrienbiicher) niet worden vertoond. De bepalingen hierover zijn verschenen in het Verordenungsblau.ven dc" Mi litairen Rcvelhïbb"" vo"r België en Noord- Frankrijk van 6 Juli 1949. Wanneer de reisbpe'rics (Fahrtentil- cher) niet wo"den ihg"diend. zoo wordt aangenomen, dat het Hit"*» tof rr,„.„n.._ 'eofde reizen en ve*'""er "'d aangewend, en dc a-nvraaan W-n dan ook in dien zin worden behandeld. -«o»- HET INGERRIHKKEMEV van ERAAKLÏGGENDE GRONDEN Ket Staatsblad van 27 November deelt mede: Artikel 1. Binnen de veertien dagen, volgende op den datum der bekendma king van dit besluit, roept de burgemees ter van elke gemeente de gemeentelijke landbouwtellingscommissie, ingesteld bij besluit van 11 Juni 1940. samen. Door de commissie wordt, op die ver gadering, de inventaris opgemaakt van de op het grondgebied der gemeente lig gende braakgronden welke voer de be bouwing geschikt zijn. De inventaris wordt opgemaakt volgens bijgaand mo del. Een afschrift ervan wordt aen den Rijkslandbouwkundige overgemaakt. Artikel 2. De aan de gemeente tc:-be- hoorende braakgronden worden onmiddel lijk verpacht, overeenkomstig de pleeg vormen der v/cu van 7 Mei 1929, bttrei- fende verhuring van landeigendommen toebehoorer.de aar. openbare besturen. Ds door artikel 76, 6"- der gemeentewet voor geschreven pleegvormen zijn niet ver- eischt. Artikel 3. De aan particulieren toe- fcehoorende gronden, welke op den inven taris voorkomen, worden verpacht met inachtneming van de volgende procedure: 1. De eigenaar wordt aangemaand tin nen ue maand zijn eigendom te verpach ten of zelf in bebouwing te némen. Die aanmaning worde hem, oij aangeieskend schrijven, door den burgemeester gegeven. 2. indien de eigsr.aa. v-or net vtnocp van aen termijn van een maand aan cicn burgemeester aen naam en het aares \an den pachter met hse.t laten kenr.en of zijn voornomen niet neett te kennen ge geven zijn grond zelf m bebouwing te ne men, gaat de burgemeester zonaer ver wijl zeif over, voor rekening van den e.g. - naar, tot de verpach.-.ig, overeenkomstig de bepalingen van art. 2 van dit besluit; 3. Naam en adres van den door d: ge meente aangenomen paenter alsook de door hem aangebedsn pachtprijs worden bij aangeteekend eehrijven aan aen eige naar medegedeeld. Deze laatste is ver plicht nem als zijn pachter te erkenmn. Artikel 6 bepaalt: De twee eerste pacht- jaren zijn kosteiocs. De, bij de inschrij ving door den pachter aangeboden pacht» prijs geidt van af ast ae:v.e jaar. 1«os ALLE VERBEURD VER- KLAAKDE LEVENSMIDDELEN EN GOEDEREN KdiVIEN iEN liOEDE AAW vVli\ i EKhULlr» In het Staatsblad van 25-2S-27 Novem ber is een DeSiUit versenenen waarDij wordt bepaald oa» alle lavensimddeien en goeaerei-, weike wegens ae reglementen op ae rantsoerieeruig of ae vaststelling van ae prijzen veroeurd woraen vermaard, tea goeae moeten somen van Winter hulp iv.oent de rechterlijke overheid terug gave aan de beiangneobenaen gelasten, uau zal 'winternuip aan oezen prijs oer waar betaien, uerekend volgens het tarisi' uer op u.u ctatiL-i aer overnanai- ging aan \v internuip opgelegde prijzen. Te Mechelen werden een vijftal kin deren, van 7 tot 14 jaar, waaronder tui meisje, aangehouden, wegens talrijke diefstallen in grootwarenhuizen en o. m. van drie rijwielen. De Jeugdige diever- bende werd ter "beschikking gesteld \un den kinderrechter. Heb je een ring verloren? Ja, een dezer aagsn. Ik weet zeker, dat ik hem nog aan nad, toéli oom He.n- rich dood tams werd gebracht. De ruig gleed toen van mijn vinger en ik stak nem toen weer aan. dat weet ik zeker, maar daarna heb ik er niet meer aan ge dacht, tot ik hern van morgen miste. Was het een kostbare ring? vroeg Guntsr. Ze schudde het hoofd. Neen, een heel eenvoudig ringetje, dat ik met mijn aanneming van mijn ouders gekregen heb. Ik hoop voor je, dat je het tsrul vindt. Het moet hier in huis zijn, wan; ik ben niet meer uit geweest. Ben je zoolang niet in de buiten lucht geweest? vroeg hij. Neen. il: had er geen tijd voor. Dan is het geen wondei' dat je zoo bleek ber.t. Een gloeiende blos logenstrafte zijn woorden. Het verwarde haar, dat hij zich om haar uiterlijk bekommerde. Gunter merkte dat blozen op, doch op dat mo ment kwamen de beide procuratiehouders binnen en men ging aa:i tafel. De heeren spraken ec.st over de zaken en toen zei Gunter in den loop van het gesprek: Daar we gezn testament van mijn vader gevonden hebben en er ook geen bij den notaris berust, moet het, als het er is, hier in huis zijn. Vader heeft een safe laten inbouwen waarin hij geld en gewichtige papieren bewaart. Kate was bij die woorden rood en bleek geworden en Gunter, die dat bemerkte dacht: arm kind, ze is zeker bang, dat vader niet voor haar toekomst gezorgd heeft. Hij wendde zich tot Kate: Weet jij misschien of vader een tes tament hee.t gemaakt? Heeft hij er som» met je over gesproken? p Ze schrok even. Ik herinner het me niet, antwoorddB ze met een stem, die licht beefde. (Wordt vervolgd)»

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1940 | | pagina 8