IN ENKELE REGELS D E E OKU EISHIJ HEES door ECREVISSE Ons Vrouwenhoekje (Ons KINDERHOEKJE I VOOR ONZE KLEUTERS MAAN I AANBESTEDINGEN DOE ZAKEN HETMANNEKE UfT DE X' ZATERDAG 1 FEBRUARI 1941 TE BRUSSEL 22695 95816 55179 55165 ONZE STADSMUSCHKENS NAAR DEN BUITEN -<0>- ONS WEKELUKSCH RAADSEL UITSLAG VAN DE EERSTE TREKKING VAN DE LOTERIJ VAN WINTERHULP lZEaaaaaSBBH3B33323S£33B33E9!S NATIONALE LANDBOUW EN VOEDINGSCORPORATIE dBSEsaffiasiHSBafflMHSisasEiB.'sasaai MEDEDEELINGEN VAN DE NATIONALE LANDBOUW- EN VOEDINGSCORPORATIE NUTTIGE WENKEN VOOR HET BESPAREN VAN ZEEP 8-2-41. 8* DE VERDUISTERING ZON op I 9.09 9.07 9.05 9.03 9.02 9.00 8.58 MMiUUBBHnMBBnnHIBanHHIBB TELLING DER HANDELSONDERNEMINGEN DE MANDENMAKER GEMEENTEKREDIET 4% 193S TREKKING VAN 4 FEBRUARI 1941 A («DE POPERINGENAAR» van CS3aSBBSBS3SBBBBflBBlBaflBSB»ISBEflBBEanBBBBaSlflB3BBSBaB&BBB 2. 43. 432 335. 3872 69964 76220 37022 51506 55998 29129 242872 197547 190283 299225 279802 EEUWELINGE OVERLEDEN TE OOSTENDE TREKKINGEN HET DROGEN EN ROOKEN VAN VLEESCH ook wij hebben zes kinderen. ®en’ ,^oc^ ,z’?n v -» rtne Ha trarbacn en krijgt een ranzigen smaak. En GESPROKEN: VAN (VERVOLG) al al al ONS KALEN- geheel mijn -w. met kleine aankondigingen Twijfel niet aan de waarde DIT STOND TE LEZEN op ’n blaadje van ’n scheurkalender en ik schrijf het over omdat het een groote waarheid is: I Wie ’t miljoen won heeft ’t te danken Aan het nieuwe werk in ’t land Winterhulp En miljoenair zijn Is voorzeker heel plezant. Alderliefste Lezeressen, Vrienden Lezers, zwart of wit, ’k Weet dat sinds verleden weke Iemand een miljoen bezit. FRANK: DOOR B!J HET ZEEPSOP WAT SODA TE VOEGEN TER VERVANGING VAN ZEEP KUNNEN WE AANGEVEN: DOOR ZOO WEINIG MOGELIJK ZEEPSOP TE GEBRUIKEN 8 Februari: 9 Februari: 10 Februari: 11 Februari: 12 Februari: 13 Februari: 14 Februari: Het steekt zijn neus in 't kleinste gaatje Maar om te kijken is dat niet. ’t Heeft wel een oog. mijn beste maatje, Waaruit het toch geen steek en ziet. ’t Gaat mee met u naar ieder straatje En raakt g’het kwijt, dan is er veel ver. [driet Dinsdag 11: SS. Desideer. Adolf. Ceci- liaan. Jong bij jong en oud bij oud Zeker als er wordt getrouwd. Woensdag 12: SS. Eulalia. Melitius. Clau- diaan. Wilt gij dat men goed van u zegt, Spreek nooit kwaad van anderen. Donderdag 13: SS. Julianus. Gregorius. Gijsbrecht. Lucijn. Catharina. Vrijen en verkeeren is Stil klappen en hard liegen... Een jood doet ’t eigenste gewis Wil hij iemand bedriegen. Vrijdag 14: SS. Valentinus. Paliaan. Clau- dlaan. Er zijn er meer verdronken In het glas Dan in de wereldzee Of groote waterplas. Zaterdag 15: SS Faustijn. Jovlta. Melis. Ziet niet na den kwaden zang gang lezer dezer zucht klucht. Weet dit, ’t is de moeite weerd, Drie dingen hebben een langen oreert. Trouwen, bouwen, procedeeren. We zeggen dus tot vrouw en man Wie het niet geloovex kan Moet het dan maar eens probeeren. haalde een hoofdschedel, een kruisbeeld, twee kaarsen, twee zwaarden, een henne pen koord met een glijknoop te voor schijn... Hij ontstak de "kaarsen en plaatste al deze voorwerpen op de tafel voor mijn oogen. Wie het is kan ik niet zeggen Doch ’t kan heel goed zijn voorwaar Dat het is een Lezeresse Van De Poperingenaar ’t Gesprek van alle Weken Is daarmeê weer gedaan Veel groeten van ons Knulleken ’t Manneke uit de Maan. (Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden). onder 18.46 18.48 18.49 18.51 18.53 18.55 18.57 •n MBBBBBBI1EBBBBSBSB3QBBBBBBBI1 op te nemen. Ik ben gevoelig aan dien oproep en niettegenstaande wij zelf met 11 perso nen zijn, ware het ons aangenaam een stadskind onder onze bescherming te krijgen. Waar eten is voor elf, is eten voor twaalf. Ik heb nochtans eenige voorwaarden te stellen: Het moet een meisje zijn tus- schen 4 en 10 jaar. Het moet den katho lieken godsdienst belijden. In die voorwaarden moogt ge ons een stadskind geven voor een tijd of voor gansch den duur van den oorlog, volgens keus van de ouders van het kind Heerlijke brief! Een huishouden van elf man en toch nog een telloor bij zet ten. Wij zijn er zeker van dat de kleine stadsmuschkens juist in zoo ’n gezinnen de beste verzorging zulien ontvangen. Wat de voorwaarden betreft, door den schrijver van dezen brief gesteld, mogen wij natuurlijk wel zeggen dat er stipt aan beantwoord zal worden. Men gebruikt hiervoor 20 gr. per em mer. Soda verhoogt de reinigende wer king van de zeep, zoodat men minder zeep heeft te gebruiken. (Voor wollen stoffen geen soda gebruiken, soda tast de wolvezel aan.) N. B. Het tweede zeepwater kan ook nog gebezigd worden bij het kuischen. Is dat brood niet los te krijgen? ’t Heeft reeds lang genoeg geduurd En de knaap is moe getuurd. Is hij nu in ’t land der droomen? Mogen al de vischjes komen? Hap! nu hapt de groote visch. Hap! nu weet hij wat het is. Waarom gaat hij zoo aan ’t zwemmen; Waarom is hij niet te remmen? En de vischlijn schiet van kant En de stok glijdt uit de hand. Moet dat alles onderduiken? Wil die visch dat nu gebruiken? Te Brugge bood zich een persoon slagen en beroofd van zijn brieventasch aan in liet St-Leogesticht, zeggende er iemand te moeten spreken. De kerel ver dween echter spoorloos maar had twee schrijfmachines medegenomen. Te Oudenaarde werden twee perso nen zwaar ongesteld tengevolge gasuit wasemingen. Bij nader onderzoek bleek dat verder de gasleiding was gebroken en dat het gas, na een langen weg te- hebben afgelegd door den grond, een uit weg had gevonden in het huis dier per sonen. Drie inwoners van een nabijgele gen klooster werden er eveneens onpas selijk door. Allen zijn intusschen hersteld. Te Grevehngen, Noord-Frankrijk, konden de visschers hun bedrijf hervat ten; 12 booten konden reeds uitvaren op haringvangst, onder begeleiding van een Duitsche patroeljeboot. De gevangen visch moet echter verkocht worden aan de bevolking der kust zelf, en dit aan volgende prijzen6 fr. voor de haring per kgr. De prijzen van de garnaal werd van 17 tot 32 fr. vastgesteld. Slechts met bijzondere toelating kan visch worden gestuurd naar Rijsel en Haezebrouck. Te Gent stortte een zwaarbeladen voernianswagen in de Schelde. De twee paarden van het gespan verdronken. Te Waregem werd bij avond een wielrijder door twee onbekenden neerge- van de aarde wordt hetzelve weggevaagd zonder genade. Hoe diep ik reeds gezonken was, trof mij deze afschuwelijke taal als een don derslag. Mijn haren rezen ten berge. Mijn bloed stolde in de aderen! Een koud zweet bedekte geheel mijn lichaam! Kortom, ik was eerder een lijk dan nog een mensch. De cinstaanders bemerkten mijn on passelijkheid en om deze te verbannen, schonken zij oogenblikkelijk de glazen vol. Ik dronk om mij te bedwelmen; de wijnen werden gedurig sterker en stem den het gezelschap, hoe langer hoe meer, tot zinlooze uitspattingen!... Spotten met al wat eerbiedwaardig is; zingen, tieren, zweren, vloeken, ziedaar het gewone tijd verdrijf! Aan sommige tafels was het PROBEEREN EN PROBEEREN IS TWEE! Maar lukken is wat anders. Dat heeft dien smokkelaar Joris Lauw tot z’n schade ondervonden. Hij probeerde bo ter, bloem, spsk en hesn naar Brussel te brengen. Dat lukte ham verschillende keeren, maar ’t kruikske gaat zoo lang te water tot het breekt en 't is gebroken. De duizenden gewonnen Met ’t smok’len weken lang... Zij nu helaas verzwonnen En hij zit in ’t gevang. Alderliefste Lezeressen, laat Knulleken maar zuchten. Ik, ’t Manneken uit de Maan, zeg op mijn beurt: Kon hij maar een vrouwtje vinden, Ach! die suklaar van een vent ■Ware als een kind tevreden Met zijn dikke kermiscent. VAN KERMISCENTEN GESPROKEN. Toen ik klein was, zegt ïxntilieken, kreeg ik ne keer van m’n nonkel Tisten ’n stuk van vijf en twintig centiemen. Ik had de slechte gewoonte allerhande dingen in den mond te steken: marbels, knoppen, kleine beentjes en dergelijke dingen meer. Ook dat vijf en twintig centiemenstuk van nonkel Tisten, stak ik in mijnen mond en liep zoo naar de marktplaats waar dat er schommels of touters en kra men en pesrdekensmolens stonden. Maar al hard te loopen viel ik en door dat val len slikte ik dat geldstuksken in. ’t Zat in m’n mage. Ik, terug naar huis en zei tegen m’n moeder wat er gebeurd was. M’n moeder schrok zich half dood en zei ’t tegen m’n vader en zei ook nog dat hij seffens om den dokter moest loopen. Dat ziet ge van hier, zei m’n vader... ’k Zal daar vijf frank gaan uitgeven om ’n stuksken van vijf en twintig centie men terug van kleine aankondigingen. Groote ondernemingen kwamen tot stand met kleine aankondigingen. Er zijn handelaars, waarvan geheel de zaak bestaat, dank zij de kleine aankondigingen. Ga het zelf na. Probeer het zelf. Wat velen deden, kunt gij ook doen. kaartspel begonnen... Ik bezat geen cortje op zak en moest staan zien op de zilver en goudstukken die van den eenen hoop naar den anderen rolden. Zij schenen er zelfs vermaak in te scheppen dat ik met ijdele beurs zat; zij beeldden zich in, dat déze omstandigheid een middel was om mijn gouddorst te prikkelen. Te 4 uur ’s morgens stoven wij uiteen. Ik keerde met mijn baas huiswaarts, wierp mij op mijn schamele legerstede, sliep weldra in en kwelde mijn hoofd met aanhoudende en afgrijselijke droomen! Ziedaar, hoe en op wat wijze ik kapitein werd over de Bokkenrijders. Het ware overtollig, u bekend te maken met dat gene, wat deze benden waren. Doch, te vergeefs ook vraag ik mij zelvcn, waar ligt het plekje grond, in het land van Valkenburg dat zij niet met bloed be sproeid hebben? Waar ligt er een huis van eenig aanzien dat niet door hen werd geplunderd of verbrand, indien men niet met zeer zware sommen zich vrij kocht? Geen schatten ontsnapten aan hun heb zucht! Zij strekten wijd en breed hunne takken uit van Aken tot nabij Maastricht! Zooverre was het gekomen, dat de mees ter geen vertrouwen meer stelde in zijne knechten; noch de vader in zijn zoon... noch zelfs de vrouw in haar man... Al degenen, die iets te verliezen hadden, beefden; immers waren er nog nooit zoo ’n gruwelijke misdaden gepleegd, als sedert mijn hoofdmanschap. De samenleving had mijn schandelijk gedrag met welver diende verachting betaald; nochtans alsof mij het grootste ongelijk ware aan gedaan geworden wilde ik over deze verachting mij wreken. Daarenboven pleegde ik zelf, of deed door mijn onder- hoorigen, euveldaad op euveldaad plegen, omdat ik mijn geweten als in een gedu rige bedwelming moest onderhouden. De lessen indachtig, welke mij, bij mijn uitroeping tot kapitein, waren voorgesteld, begaf ik mij, reeds den ecrstvolgenden Zondag, ter hoogmis; ik zette er een zoo rouwmoedig gelaat, maakte er zoo ’n neer slachtige gebaren, dat de lieden, welke mij NOG EEN BRIEF VAN EEN HUIS HOUDEN MET NEGEN KINDEREN Deze brief moet gelezen worden door degenen die tot op heden nog wat ge wacht hebben met hun aanvraag. Na het lezen van dit epistel zullen ze allen te gelijk naar hun pen grijpen. Heer Corporatieleider, Daar ik in de dagbladen gelezen heb dat uwe Corporatie het schoone initiatief genomen heeft enkele bleekneusjes van de stad over te plaatsen naar den buiten bij brave boerenmenschen, durf ik mij tot U richten met het verzoek of de mo gelijkheid bestaat een mijner kinderen, ik heb er NEGEN, aan dat geluk te doen deelnemen. Ik heb nooit om een aalmoes moeten vragen, maar sinds zes maanden ben ik zonder werk. Mijn huisgezin bestaat uit elf personen: vader, moeder en negen kinderen, waarvan de oudste zestien en de jongste een jaar. Ik heb daartusschen twee jongens, een van elf en een van twaalf jaar, die hoog noodig goede lucht en sterk voedsel vandoen hebben. Zouden die goede bultenmenschen niet als enge len willen dienen om onze jongens, de toekomst van het land, te redden van verzwakking. Hoe groot de ontberingen zijn in een zoo kroostrijk gezin moet ik u niét zeggen. Ik durf verhopen, enz. Mogen wij hier nog aan toevoegen dat bij navraag de vader een oudstrijder 1914- 1918 bleek te zijn, die geheel de campagne aan het front meemaakte. Wij vertrouwen dat deze brief veel twij felaars kordaat maakt, dat er weer veel pennen in de inktpotten gedoopt worden en er binnen enkele dagen weer veel brie ven toekomen op de Pers- en Propagan- dadienst van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, Koninklijke straat 230, Brussel, zeggend: mij ook een stads- muschje. EBD9RBBBBBBBEBBBBBBBBB3BBBBB DOOR HET GEBRUIK VAN REGENWATER VOOR HET WASSCHEN EN HET SPOELEN De eerste maal spoelt men in regen water, de tweede en zoo noodig een derde maal in putwater. Putwater is hard water, t.t.z. het bevat een min of meer groote hoeveelheid kalk. Deze kalk verbindt zich met een gedeelte van de zeep die men aan het water toevoegt en er vormt zich een onoplosbare kalkzeep. We hebben dus hier een verlies van zeep dat we kunnen te keer gaan door het gebruik van kalk- arm water. We gebruiken dus alleen put water om het linnen een tweede en een derde maal te spoelen. Indien we over geen regenwater be schikken, dan maken we het water zacht door er 10 gr. soda per emmer water aan toe te voegen (10 gr. 1 soeplepel). En, is het geen Lezeresse Wel, dan kan ’t een Lezer zijn Die nu zit met ’t kapitaaltje Van een Rothschild in het klein. waarin 150 fr. stak. De wielrijder werd noga! zwaar gewond. Te Assche-Terheide zijn bandieten een woning binnengedrongen. Een meisje van 19 jaar dat alleen thuiswachtte werd op haar stoel gebonden waarna de schur ken een zak meel buit maakten. Te Meteren-bij-B.elle, aan de Ha- gedoorn», werd de 28 jarige Mevr. Cam pagne, woonachtig te Godewaersvelde. die per fiets reed, door een auto doodgereden. De zeep is een van de producten, die, gezien dc tijdsomstandigheden zeer moei lijk te verkrijgen zijn. Hierom dient er dus nu nog zuiniger mee te werk gegaan dan voorheen. Bij het wasschen kunnen we zeker zeep uitsparen. DOOR HET LINNEN DEN NOODIGEN TIJD TE LATEN WEEKEN (12-24 U.) Hierdoor gaat veel vuil over in het weckwater dat anders in het zeepwater zou terecht komen waardoor dit zijn rei nigende werking grootendeels verliest. Wij zijn dus verplicht van meer zeep te gebruiken willen we een frisschen wasch bekomen, wanneer het linnen niet vooraf geweekt is. 11 Febr. Te 11 uur, ten Gemeente- huize te AARSELE, bouwen der nieuwe schoollokalen. Bestek 449.425,95 fr. Stuk ken ter inzage ten gemcentesekrctariaat. bij bouwm. V. Lievens te Tielt en bij H. De Meyere, ingenieur. Commissaris voor West-Vlaanderen bij ’s Lands Wederop bouw. Aanget. inschrijv. 10 Febr. Inlicht, ook bij «Bouw- en Studiebureau», Sint- Niklaas. 14 Febr. Te 2 uur, voor den Heer Ladon, ing.-arch. van Bruggen cn Wegen, Hooistraat 27, Brugge, herstellingswerken aan ramen, deuren en dakgoot der Rijks wachtkazerne te ÓÓSTKAMP. Bestek zonder Nr (Ncd.) ter inzage bij voorm. ambtenaar en op het Aanbestedingskan- toor, 16 Loxumstraat, Brussel. 15 Febr. Te 10.30 uur, ten Gemeen- tehuize te ARDOOIE, verbeterings- en rioolwerken aan de Eeckhóut- cn Lichter- veldestraten. Bestek 249.178.96 25.345 fr. Stukken ter inzage bij arr.-ing. Den l)on- cker, of ten Gemeentesecretariaat. Aan get. inschrijv. 13 Februari. 15 Febr. Te 11 uur, voor Heer M. Dc Zeine, afdeelingshooid bij het Pro vinciebestuur, kamer 10, Burgplaats 4, te Brugge, leveren van de rijwielpiaten voor het jaar 1942. Stukken toegezonden op aanvraag. in geen jaar ter kerke hadden gezien, elkander in de ooren fluisterden: Hebt ge den godloochenaar Hein ziet zitten? De duivel, een ledige maag en holle ka ken hebbend, hangt de monnikskap op en begint den heilige te spelen. Dit gevoelen heerschte een tijd lang; doch weldra werd ik bij zieken en ge kwetsten geroepen; ik kon mij behoorlijk spijzen en kleiden; ik oefende al mijne godsdienstplichten uit, oogenschijnlijk. goddelooze die ik was, en dan begon de openbare denkwijze min ongunstig voor mij gestemd te zijn. Door mijn bestudeerd leedwezen, bewoog ik vooreerst den goeden herder. Met zijn gelukwensch, schonk hij mij tevens zijn vertrouwen. Dan ver murwde ik het hart mijfls vaders, door belofte op den weg der beternis te vol harden! Hij ontving mij na eenige maan den proefneming, met tranen van vreug de terug! Grietje, welke voor mij slechts zoolang onverschillig bleef als ik op den dwaalweg voortging, ontving den berouw- vollen vriend met een jubelend gemoed. Mijn praktijk nam van dag tot dag toe, dank zij mijne afgrijselijke veinzerij en schijnheiligheid. Nog slechts een stap bleef mij te doen, om de oogen van het volk geheel te verblindendezen stap deed ik. Ik moest het brave en alcm- geachte meisje ten huwelijk nemen... Ik speelde mijn rol zoowel, dat Grietje mij haar hand en hart schonk, vooraleer twee jaren verstreken waren sedert den gruwelijker! nacht, welke mij kapitein der roevers worden zagZoo sleurde ik koelbloedig het deugdzaamste meisje van den aardbodem met mij in het verderf, in den afgrond. Thans kan ik met eenige kalmte over deze schrikkelijke aaneenschakeling van gruweldaden spreken, maar u zeggen wat ik gedurende de negen, eerste maanden mijns huwelijks aan inwendige wroegin gen en martelingen geleden heb, daar voor heeft de taal geen woorden. Ik leer de dan eerst de grenzelooze deugden van Grietje kennen, toen zij aan mij door de banden van het huwelijk gebonden was... 1 Het zijn maar puinen meer en ’t is ha, niet te denken, dat daar nog iemand i? wonen. De mandenmaker sukkelt nog C verder over den moerassiger: grond. wordt hoe langer hoe lastiger. Hij soJJ soms opeens in het glibberig slijk, J onder het water verborgen ligt en p maar met groote moeite zijn voet er t rug uittrekken. Als hij na een zwaren tocht opte. ziet hij plots het kasteel wederom'' zijn rechterkant liggen en moet van richting veranderen. Manten bljj staan en droogt zijn zweet af. Zal kj nog ooit geraken? Wordt hij dan durig misleid en moet hij zoo ||j? ronddwalen op deze betooverde pleê;,.’ (Wordt vervote A HE VISSCHER Aan een grooten waterplas Zit een jongen in het gras. Waarom mag hij niet verroeren; Waarom moet hij immer loeren? Tusschen ’t koele ruischend lisch Zwemt een groote grauwe visch. Wat heeft die daar nu te maken; Wil hij bij den knaap geraken? Bij den knaap moet hij niet zijn, Maar bij ’t broodje aan de lijn. Waarom zou hij dat niet snappen; Waarom niet eens even happen? Zat dat koordje er niet aan, Ja, dan was ’t al lang gedaan. J Ten einde dc inschrijvingen in het Handelsregister na te gaan, zijn de Kan tonnale Secretarissen van den Sector Handel en Distributie van de Nationale Landbouw- en Voeilingscorporatic, over gegaan tot een onderzoek, bij de hande laars in voedingswaren van heel het land. Dit onderzoek zal ons ook toelaten met juiste gegevens de telling te doen der handelsinrichtingen. Het belang van over zulke inlichtingen verzameld door tech nici te beschikken, zullen de hande laars best begrijpenzij zullen er het meeste voordeel uit trekken. Die inlich tingen zijn absoluut noodzakelijk en la ter zullen ze zeer van pas komen bij de studie van alle problemen die den handel cn de distributie aanbelangen. De Nationale Landbouw- en Voedings corporatie trekt dc aandacht van het pu bliek op het feit dat slechts haar Kan tonnale Secretarissen, voorzien van een getuigschrift in regel, het recht hebben de onmisbare elementen van hun onder zoek in te zamelen en dat daarbij geen vergoeding zal mogen geïnd worden. tBBBHBBBBBBBBBBBBBBflBBBBBBBB Hoe meer ik haar leerde hoogschatten, des te grooter werden mijn wroegingen; iedere llefkoozing viel op mijn verdorven hart als een gloeiende kool 1 De dankge beden welke zij voor mijn bekeering tot God stuurde, waren als zoovele moord priemen, die mijn hart doorboorden. O wanneer de dorpsherder mij een goed kristen, een goed huisvader noemde, dan gevoelde ik in mijn binnenste al de pij nen der helIn den beginne wist ik aan deze inwendige kwellingen geen stel lige oorzaak te wijten; doch, na verloop van eenige maanden, begon ik te gelooven dat berouw en gewetensknaging mij fol terden. Ik begreejj dat, gelijk ik door den omgang der boozen was boosaardig ge worden, ik eveneens, door gedurig in aan raking te zijn met deugdzame wezens, wederom tot gevoelens van deugd werd opgewekt. Ik was evenwel nog’ te zeer aan de boosheid gehecht, dan dat ik zoo eensklaps mij van haar kon losscheuren; maar de folteringen groeiden dermate aan, dat zij mij de rust en de gezondheid begonnen te benemen. Maar, sprak het geweten tot mij, verlaat den schandelijken weg, waarop gij zoolang gedoold hebt! De booze geest daarentegen riep mij toe: Wat peinst gij op terugkeeren; voor u is geen hoop op redding meer! Wat, zoudt gij nog ooit in staat zijn uw rechtvaardigen rechter te ontwapenen? Durft gij wel hopen, dat gij óóit het honderdste gedeelte der gruwel daden zult uitwisschen, die gij begaan of bevolen hebt? O, geef de hoop op de sterke boeien te breken, waarop gij ge kluisterd ligt. Spreek een enkel woord van berouw uit, dat uw vrouw verneme, en zij zal u overladen met verachting! Daarenboven, weet gij aan wat wraak gij u en de uwen blootstelt, indien gij uw makkers ontrouw wordt? Ik ging nog altijd voort in de boes heid; maar ik verslapte hoe langer hoe meer. Werd er een strooptocht besloten, dan gaf ik nog wel de noodige bevelen aan al de hoofden der verschillende af delingen, maar kwam het er op aan, mij Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Volle maan: 12” Laatste kwartier: 18' voor mijn oogen. Het kruisbeeld werd tusschen de twee kaarsen gezet; de zwaar- u lief en dierbaar zijn! Uw vrienden, uw den lagen met hunne lemmers kruisge- naastöestaanden, uw vrouw en kinderen, wijze ovei- elkander. Nadat ik óp het ver- allen worden zonder genade vervolgd en lossingsbeeld gezworen had, mij als een omgebracht, zonder dat ooit de vernie- waardig Bokkenrijdershoofdman te ge- ling van hun huis en stal, van bosschen dragen tot mijn laatsten adem toch':, nam en oogst onze wraak kunne verzadigen! de gewone spreker het woord, zeggende: In een woord: het geslacht van den mein- Kapitein, gij ziet dezen hoofdsche- eedigen kapitein der Bokkenrijders wordt del! ik knikte ten te; ken van ja... geteekend met het merk: vogelvrij! en Het is die van een uwer voorgangers welke een oogenblik van den weg zijner plichten afweek. Een waardig Bokken rijder verbrijzelde met een slag het hoofd des meineedigen kapiteins! Wilt gij u overtuigen dat die slag met een bedreven arm werd bestuurd? Onderzoek den sche del, gij zijt een bevoegd rechter en moogt er over oordeelen! Ik wierp werktuigelijk mijn oog op den schedel, en zag dat deze met een ijzeren hamer was verbrijzeld. Het kruisbeeld, zoo ging hij voort en ik huiver nog, als ik op de afgrijselijke godslastering denk het kruisbeeld her innert u, dat Christus door de rijke joden werd veroordeeld ter dood; omdat hij in hun oogen plichtig was, en de rijken, op straf van eeuwige v.erdoemnis, den plicht Dus tot besluit: Wilt gij de kansen loopen Een lot te winnen dan Moet ge eerst een lotje koopen. KOOPEN RIJMT MET HOPEN, meneer Paulus hoopte met de schoone Elza te trouwen. Maar opeens was ’t uit met de liefde. Knulleken kwam Paulus tegen en zei hem: Ge hadt aan uw verloofde moeten zeggen dat uw nonkel Baziel wel vijf keer miljoenair is. Dat heb ik gezegd, antwoordde Pau lus... En nu gaat zij met m’n nonkel trouwen TUSSCHEN VERVOLGD en gevolgd zijn er maar 2 letterkens verschl. Rond 1 Nieuwjaar kwam ik in ’n dorpken van de Vlaanders en maakte ik van de gele genheid gebruik om daar ettelijke ken nissen nen goeden dag te gaan zeggen. Ik kwam langs het huisje van Peerken Stok, die jaren en jaren grafmaker was geweest. Dag Peerken, zei ik. Hoe is ’t met het leven? Goed, zei Peerken. En seffens vroeg hij: Gaat ge nie ne keer binnen, Tavle nen goeien dag zeggen? Zeker, Peerken, zei Ik. ’k Ben ne keer kurieus of ze u nog zal herkennen... want ze is ’n beetje weg in den kop. Ik ging binnen, terwijl Peerken voort ging met hout te kappen. Dag Tavie, zei ik. Dag Manneken, zei Tavie. Ze had me dus dadelijk erkend. Nu dat we zoo over ’t een en ’t ander gesproken hadden, vroeg ze: Hebt ge Peerken gezien? Ja, antwoordde ik. En heeft hij u herkend? Zeker, Tavie. Dat verwondert mij, ging Tavie voort, want hij is. ’n beetje weg in den kop... hij begint te missen. ’t Gebeurde rond Nieuwjaar. Vandaag ’n rouwbrief gekregen. Tavie iseergiste ren morgen gestorven. Peerken in den valavond. SCHAMPAVIE Jefken reed voor de eerste maal met papa in een trein. Jefken lag met het hoofd door de venster om rond te kijken. Opeens pakte papa Jefken zijn hoedje af en stak het weg. ’t Manneken meende, dat zijn hoedje weggevlogen was en grees vandeeg. Dat is niets, zoontje, zegde papa, ik moet maar eens fluiten, dan komo uw hoedje terug. Papa floot, en zette ongemerkt het hoedje terug op Jefken zijn hoofd. Eenige oogenblikken later lag Jefken weer door de venster te zien, en ditmaal wierp hij uit spel zijn hoedje weg... Papa, papa, riep hij toen, fluit nog eens! Panamaschorsch: Een aftreksel van pa- namaschorsch kan gebruikt worden voor het wasschen van donkergekleurde wol len kledingsstukkendekens. In het al gemeen voor alle donkere stoffen. Hoeveelheid: 30 gr. per emmer. Bereiding: Overgiet de panamaschorsch met kokend water. Laat 8-12 u. trekken. Giet door een zeef en leng aan zoo het noodig is. N. B. Panamaschorsch kan nog een tweede en een derde maal gebruikt wor den. Aftreksel van klimopbladeren en zemel- water kunnen gebruikt worden voor het wasschen van donkergekleurde stoffen. Komt. zeer.goed te nut bij onverwachts Zemelwater kan zeer goed gebezigd wor den voor het afwasschen van geverfde muren en van gevernischte meubels. ’t Is een stieltje dat ge seffens Zijt gewend. In elk geval ’k Hoop dat ik dooi- Winterhulp Miljoenair eens worden zal. MIJ SPRINGT NU OPEENS ’t gedacht te binnen aan dat oud-Vlaamsch spreek woord Hebben is hebben en krijgen is de kunst’k Peis nog ne keei- dat al de alderliefste Lezeressen en al de vrienden Lezers van mijn gedacht zijn. Maar, wie een doel wil bereiken moet de middelen gebruiken. Reeks 255380 wint 100.000 frank. I Reeks 270747 wint 100.000 frank. Volgende reeksen winnen elk 25.000 fr.: 168439 194047 312919 337638 De hiernavolgende reeksen winnen elk 10.000 frank 100133 102550 108956 114-O.h. 118850 120009 122960 128098 128793 131878. 143169 155168 157597 168215 180871 192908 194162 194812 196200 197950 202998 209886 221567 228978 278642 280032 319865 320763 324764 333021 IBBBBBBBBEBBBBBflflaflBBBflB&lM Ik kan mijn deugdzame vrouw niet lan- gex- bedriegen... mijn zoon esix naam na laten van dief... moordenaar... neen, neen!... Ik was dronken... door den nood gepraamd, toen ik mijn handteeken stel de... Ik verloochen mijn schrift... ik breek het verbond... Ik kan geen wandaden meer plegen... niet meer ziexx moorden en branden... Gij zijt vergramd? Welaan, verbrijzelt mijn hoofdschedel, gelijk dien van mijn voorgangers!... maar dwingt mij niet langer... Ik wilde mijn aangezicht met mijn han den bedekken; in het doen dezer bewe ging ontwaakte ik eensklaps... Ik blikt® rond de slaapkamer; ik zag dat mijn® gade haar zoon met haar aangezicht ver borg. Ik vroeg met verbazing: Grietje, mij duxxkt. ik was bezig met een akeligen droom... wat hsb ik toch gezegd?... Ik weet niet... ik heb niets gehoord, antwoordde zij, maar op een zoo neer- slachtigen toon dat ik aandrong op een rondborstige bekentenis; ik herinnerd^ nxij zeer wel luidkeels te hebben gedreomd- Zij sprak niet... Bij ’t schemeren van h«[ nachtlichtje zag ik, dat zij haar gelaat verborg... Ik sprong uii rnijnd bed, wierp: mij voor hare voeten, omvatte haaf' knieën... O ja. het was waar, al te waar! De tranen, welke ik over hare kaken zat' vloeien, zegden nxij genoeg, dat zij, eilaas!’ haar ongeluk kende,.. Deze tranen roer den mij tot in de ziel; ik riep uit: Grietje! Grietje!.Ik ben een ellen-i deling!... Een monster! O om Gods wil»! staar mij zoo meedoogend, zoo weemoedig' niet aan! Belaad mij met uw gramschap,I met uw verachting!... Uw vloek zij mij® loon; hij zal mijn hart min versclieureftl dan uw meedoegendheid. Ct Vervolgt.) «BHKlaeBSEaKnBaaEMBiaKgfiBaas*! ZOEKT G’IETS t’huren of te koope* Zoekt g’ een meid, ’n plaats of wat?? Zoekt niet langer... plaatst nog hedew 'n Kleine ZOEKERin one blasr Aan een greoten waterplas Zit een visscher in het gras. Zou hij zich soms niet vergissen? Zit hij zonder lijn te visschen? OPLOSSING VORIG RAADSEL Een kanon. bezoek en leent zich verder tot het ma ken van lekkere en voedzame bereidin gen. Deze hoeveelheid kunnen we bepalen volgens de hoeveelheid weekwater. We hebben b. v. 8 emmers weekwater ge bruikt. We gebruiken dan geen 9 of 10 emmers zeepwater, maar 8 emmers of zelfs nog minder, gezien er in het linnen nog ongeveer van de totale hoeveel heid weekwater bevat is. HIER DERKEN v-n i. Zondag 9 Februari: SS. Apollonia. Ans- bert. Nicephoor. Hippias. Als ge soms aan tandpijn lijdt Denkt aan Sinte Apollonia. En gaat ge de historie na: Veel heeft ze er van die kwaal bevrijd. Haar name zij gebenedijd. Maandag 10: SS. Scholastica. Willem. Paschaas. Stout gesproken, half gewonnen. In den huwelijken staat Ondervindt de vrouw heel dikwijls Dat ’t verdraaid daar ook zoo gaat. ^illIlllllllllliUIIIIWIliamilNIlffl van 8 Februari 1941. - Nr 7.i|||||||||||i!llilHIIII||||||||||||||||||||!ll^ s s fc I B óiiiiiiiiMiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiN Ik doopte de pen in den bloedstraal, stil- voorschreef van hun overvloed te geven de dan den vloed en schreef aan het aan hunne arme broeders! De beide Laar hoofd d<: lijst met een koortsachtige sen hebben uw eedaflegging beschenen! mamnoedigheid de namen: Henricus Zoudt gij ooit vergeten, wat gij aan u en Ruyter van Wittem. aan uwe makkers verschuldigd zijt, dan Een der makkers opeixde eene kas en moogt gij of het zwaard dex- wet gelijk de machtigen het noemen of den slag ontvluchten; doch de Bokkenrijders zul len u niet missen! Let wel op: niet alleen zult gij door den dolk of door een derge- lijke koord, als daar ligt, omkomen; maar onze wraak zal al diegenen treffen, welke De uitslagen van de trekking van dc loterij van Winterhulp luiden als volgt WINNEN 160 FRANK: de biljetten eindigende met cijfer WINNEN 253 FRANK: al de biljetten eindigende met cijf-r WINNEN 1090 FRANK: al de biljetten eindigende met cijfer WINNEN 5300 FRANK: al de biljetten eindigende met cijfer 7984 3897. WINNEN 10.030 FRANK: de biljetten eindigende met cijfer WINNEN 25.000 FRANK: de biljetten eindigende met cijfer WINNEN 50.003 al de biljetten eindigende met cijfer WINNEN 100.000 FRANK: al de biljetten eindigende met cijfer WINNEN 1 MILJOEN: het biljet eindigende met cijfer 204152. lEBBBBBEBBBflBBSBfilBKBBEBSBEBB In de afgeloopen week is de Oostend- sche honderdjarige, Celientje Vandcn- broele, zachtjes in den Heer ontslapen. Het Musselwuuvekezooals zij te Oostende bekend stond, werd geboren te Snaaskerke op 22 November 1840. In het Gesticht der Zusterkens der Armen, werd zij tot haar laatsten dag steeds liefderijk verzorgd. De teraarde bestelling had plaats op Dinsdag 4 Fe bruari 1941, om 10 uur, in de parochiale kerk van Slijkens-Breedene. Dat zij in vrede ruste! der. Wanneer het vleesch bijna droog is, mag men het omringen door een doek of I kroon: zakje. De stof moet uit breede mazen Langs de bladen vernemen wij de bestaan, om voldoende lucht door te la- groote nood in de stad en de aanbeveling ten. Het vleesch wordt in een zakje ge- om in nood zijnde kinderen bij de boeren stoken om tegen stof te vrijwaren en vooral in den zomer om bederf door de vleeschvlieg te voorkomen. Het vleesch wordt ook onttrokken aan den invloed van licht. Te veel licht veroozaakt het gerstig worden, het vleesch wordt geel en krijgt een ranzigen smaak. Te veel gezouten vleesch droogt niet, het blijft druipen, men zal dan goed doen het vleesch enkele uren in lauw water te leggen, en met een doekje daar na afdoppen en terug te drogen hangen. Na het drogen worden sommige vleesch- stukken zooals: hespen, mager spek, carré’s, tong, filet d’Anvers gerookt. Die bewerking heeft als- voordeel het vleesch langer te bewarenpunt van belang, vooral nu in tijden van nood aan voed selvoorziening. Gerookt vleesch is. beter bestand tegen bederf, omdat de rook een bederfwerende stof bevat, de creosoot, en verder het vleesch wordt meer en meer droogverder verhoogt het rooken de smakelijkheid en voedende waarde van het vleesch. Het rooken kan geschieden in de schouw vanserre, bakoven of in een ton met opening in den bodem. De ton plaatst men in den grond ofwel in een daartoe gemaakt rookhokje. Het vleesch wordt zoo hoog mogelijk boven den rook gehangen, om te belet ten dat het vet zou smelten. De stukken worden zoo gehangen dat ze elkander niet raken, zoo niet bekomt men deden die niet gerookt zijn en spoediger zullen onderhevig zijn aan bederf. Voor het roo ken gebruikt men vochtig houtschave lingen of zaagsel van eik of beuk. Men maakt het goed vochtig om veel rook te bekomen en weinig warmte. Het rooken duurt 3 a 6 dagen, de duurtijd hangt af van de rookconcentratie. Na het rooken wordt het vleesch in een neteldoek of zakje gewikkeld en op een droge en luchtige plaats gehangen. Vleesch op een degelijke manier ge droogd en gerookt vormt een niet te mis prijzen voedselreserve in het huishouden. 17. Wat verder vond hij toch een wegeltje, dat tusschen het hooge gras kronkelde en wel aan het kasteel zou uitkomen. Dat volgde Manten dan ook zonder dralen. Hij keek goed uit waar hij den voet zette. Er was daar geen gevaar, de grond lag hard en het wegeltje liep recht naar de donkergroene vlek. Het was zoo stil In deze vlakte. Hier huisde geen enkel levend wezen, niet het kleinste insektje. Hoe doodsch en akelig, doch de mandenmaker liet zich niet af schrikken. Hij wilde zoo spoedig mogelijK aan het kasteel zijn. Daarom stapte hij maar flink dooi- en keek af en toe eens naai- zijn doel: de grauwe kruinen dex- boomen. Maai’ hij naderde nochtans niet zoo snel, gelijk hij het zich had inge beeld. Nadat hij wederom een geheele tijd had gegaan, zag hij plets, tot zijn grootste verwondering', de boomen van het kasteel niet nxeex- vlak vóór zich lig- i rechterkant. Manten liep dus de verkeerde richting uit en kon zoo lang blijven gaan. Kijk, daar is een andere weg en die gaat toch wel pijlrecht naar het kasteel. Met nieuwen moed stapte Manten er op af. Ja, nu nadert hij werkelijk. Hij stapt en stapt en blijft dan staan om naar zijn doel te kijken. Hemel! wat beteekent dai, nu? Het is wederom ae goede richting niet. Daar ligt het kasteel nog meer op den rechterkant en hoe vrder hij gaat, zou die koord soms ’‘kunnen’ stlj'gw, hoe meei- hij- er zal van afdwalen. De - mandenmaker krijgt wantrouwen. Is hij hier in een doolhof terecht gekomen en zou de toovenaar daar soms de hand in hebben. Hij wil nu dwars door de gras vlakte trekken. Doch daar bemerkt hij plots een anderen weg die ook in de goe de richting loopt. Manten volgt hem nog eens en kijkt voortdurend naar de boo- men, daar midden in de vlakte. Zoo ver is hij er toch niet meer af. Reeds ziet hij eenige stammen der boomen en daar tusschen een stuk ouden muur. Maar als de mandenmaker vijf minu ten gegaan heeft langs den nieuwen weg, wordt hij opeens gewaar dat het kasteel wederom meer en meer op den rechter kant geraakt. Zoo moet hij bezig zijn met ex- stilaan rond te loopen. Wat heeft hij nu al tijd verloren. Het wordt tegen den middag en de zon begint te steken. Maai- dat geeft niet. Hij is hier gekomen om dien duiveischen toovenaar te vinden en hij zal hem vinden. Als de wegen niet meer te betrouwen zijn, dan maar recht op het doel af. On verschrokken verlaat Manten den weg en stapt dwars door het vuile, half-ver- rotte gras. De grond is nog week onder zijn voet en soms moet hij uitwijken voor geheime waterplassen, diep onder het groen verdoken. Manten zal zich niet zoo licht laten verleiden en zijn scherpe blik ken zoeken vlug den bodem af naar de droge plaatsen. Hij nadert het somber kasteel. Tus schen de boomen verschijnen afgebrok kelde muren en een half-vergane toren. 92ES:iI!!S3a3BaBBE3E!a£EE3aBlB3EBE3lBaBEEgBBaBBEBDflBB3EBE33HBSII Het Vraagstuk der Veurne-Ambachtsche Boomgaarden aan de Fransche grens in Veurnc-.\m< bacht als Leopoldisten patrouilleerden moet het laatste bloeitijdperk rond 1870- 1880 geweest zijn, ’t Waren beste appel- jaren en er was veel vraag uit Engelani aan ’n prijs van 5 fr. per 100 kgr. voor den boer. ’t Laatste goed appeljaar was in 1894. ’t Was geen zeldzaa nhèid van sommigt boeren 10.000 kgr. appels te -Aks. voeren naar schepen in de Bergeir- 0: <1® Loovaart. De oppervlakte der Veurne-Ambacht- sche boomgaarden was belangrijk. Blij kens statistieken uit het Ministerie vat Landbouw, Studiedienst, besloegen weideboonxgaarden in Betgie ten jare W: gemiddeld 2 der bebouwde oppervlakte hetzij 45.734 ha. De cijfers verschild» van streek tot streek. Volgens officieel! telling van 1895 bereikten ze 21 in ht: kanton Dalhem en slechts 0,5 in t kanton Hoogstraeten. 't Kanton Roes- brugge kwam voor 7.03 o in aanmerking. Tongeren 6 84% cn St-Truiden 5.13'd De opppervlakte boomgaarden in Veurat- Ambacht was toen ongeveer 1500 te. Welnu Veurne-Ambacht had toen 'n op pervlakte van 35.000 ha. of 350 km2. Al dus besloeg de Ixoomgaardkweek 4.2(« der bebouwde oppervlakte. Vergeleken met de boomgaardkweek in West-Vlaan deren (6526 ha.) kwam Veurne-Ambacht met 22% tusschen en voor heel Belgi® (47.591) met 3,1 (’t Vervolgt.) JOZ. GHYSELRN, Land- en Tuinbouwleeraat, Bulskamp. BSBBBBBBBEaiSSZIBXS^^^S&BBIMl Is het vleesch voldoende gezouten dan wordt het gedroogd. Het drogen heeft voor doel, het vleesch langer te kunnen bewaren. Het droger worden maakt het een van langs onx meer ongunstiger mid den voor de werking van de microben. Het vleesch wordt uit de kuip gehaald, gedurende 1 uur in een verlakte teems te druipen gelegd en omhoog gehangen. Dc plaats welke men kiest om het vleesch tc hangen is van belang. Men kieze een droge en vooral een goed verluchte plaats. Luchttocht bevordert de verdamping van het water, het vleesch avordt droog. Isl er geen verluchting dan zal het vleesch EEN HUISHOUDEN VAN ELF MAN! vochtig blijven en beschimmelen. Vroe- WIE KAN ER BETER? ger en nu nog op vele plaatsen gebeurt Bij het lezen van de aanvragen om een het drogen aan de zoldering van de keu- stadskindje kwamen we stilaan maar ze ken. Deze manier van bewaren is niet kei’ tot de overtuiging dat het spreek- de beste, het vleesch is voortdurend bloot- woord hoe meer zielen, hoe meer gesteld aan stof en damp van de spijzen, vreugd moet veranderd of liever aange- wat den smaak cn dc frischheid vermin- vuld moet worden. dert. Dat spreekwoord moet voortaan luiden: Men kan het vleesch te drogen hangen hoe meer zielen, hoe meer vreugd en in een kast waarvan de zijden in gaas- hoe meer naastenliefde draad zijndit met het oog op eén ge- Al klinkt het niet heel goed, dan is het dnrige verluchting. toch wel de zuivere waarheid. Beschikt menniet over een speciaal Er zijn tientallen brieven van boeren kastje, dan kan men het vleesch ook met die zeggen: „L 1 L.'1 haken aan de balken hangen op den zol-1 zeven kinderen, enz., doch zend er ons maar eentje Maar volgende brief spant toch de Na de oorlogen der 15® en 16® eeuw wordt de streek meer dan ooit bevolkt: landbouw, veet-eelt cn ooftbouw brachten weelde bij de Vlaanxsche boeren. Aldus is de fruit- en boomgaardkweek in Veurné-Ambracht heel vroeg ontstaan. Het bloeitijdperk in vorige eeuwen moet geweest zijn tusschen 1600 en 1700, waar de geschiedenis vermeldtDe boomgaarden, door knappe Vlamingen uitstekend verzorgd, brachten een over vloed voort van appels, peren, pruimen, kersen en noten. In de geschiedenis der Veurne-Am^ bachtsche Moeren lees ik dat er in 1625 (5 a 6 jaar na- ’t begin der droogmaking) boomen werden geplant en dreven speel hoven en boomgaarden werden aangelegd door de rijken van Veurne en St-Winox- bergen. Kaarten uit de 17® en 18® eeuw ver melden reeds voorname hoeken of wij ken in Veurne-Ambacht: Koksijde had toen reeds een Boomgaardhoekcn een «Kleine Boomgaardstraatte Pol- linkhove «De Groenen Boomgaardhoek». Dit bewijst dat de «boogaard» als een zekere vermaardheid bekend stond. Sommige namen van wijken in Veurne- Ambacht wijzen ook op een overvloed aan houtgewas, dit hoofdzakelijk in t Houtland van Veurne-Ambacht. In een oud handschrift, gejaarmerkt 1713, waarin de beschrijving der prochiën en leenen van de Cassclrie van Veurne staat duidelijk vermeld’t Eikenhout in Veurne-Ambachtsch Houtland is hout voor timmerwerk en oorlogsschepen (splintert niet lijk 't Engelsch hout) en is drie maal zoo sterk als ’t uithecmsch. Verder staat gesproken van olmen, iepen, esschen, abeelen (espen), populieren, wil gen. Dit alles wijst me op sterken, houtgroei in die streek in die tijden en is me een verzekering voor de waarheid bevat in andere gegevens (kaarten, enz.) nopens den kweek van fruitboomen. ’t Is dan ook niet te verwonderen dat Veurne-Ambacht mocht fier zijn op ver schillende beste appelvaricteiten, die haar naam dragen, n.l. Veurnsche grauwe Re netten, Veurnsche Zoete en Belle de Fur- nes (Ëd. Bieswal). Volgens anderen van dagen, die in 1870 IBBBBBSaBBBBflBBBBBBBBBBBBBBB aan het hoofd dex- bende te stellen, dan kon ik mij met moeite losrukken aan de liefkoozingen mijner gade. Ik durfde schier niet voorwenden, dat ik voor het eene of andere zware ongeval in den nacht moest vertrekken. De goede vrouw, bekommerd om zijn deerniswaardigen toestand, zag met tegenzin, dat ik mij aan te groote vermoeienissen blootstelde, en spoorde mij aan tot een rustiger leven. In dezen toestand van misnoegdheid cn wanhoop, van wroeging en verzuchting, van willen en niet kunnen, verkeerde ik, toen gij, mijn zcon Herman, het levens licht aanschouwdet. Ik kan u niet zeggen, hoe wel het mij ter harte was, toen ik dit pand onzer liefde in mijn armen ont ving. Het ongelukkig schepseltje scheen mij een verzoeningsoffer, dat zich tus schen den boosaardigen vader en de ver gramde Godheid plaatste. Toch kon ik mij niet weerhouden, somtijds een mede- lijdenden blik op het kind te werpen, als ik mij de vragen stelde Zal dit kind niet, van zijn geboorte af, tot vloekbaar bedrijf van zijn vader gedoemd zijn? Wat anders kan ik hem ten erfdeel achterlaten dan een met bloed bevlekten naam en den titel van kapitein eener dieven- en moordenaarsbenden? God alleen weet, hoe lang ik nog zou gedobberd hebben, tusschen het goede, dat ik wel zag en verkoos, en het kwade dat ik vloekte en toch bedreef. Maai’ er trad in het midden diet- dobberingen, een gebeurtenis voor welke over mijn lot be sliste en eensklaps aan alle twijfelingen een einde stelde... Herman was twee maanden oud, en dikwijls stond de moeder ’s nachts op om het te verzorgen; en dan was zij het meest bekommerd om mij niet wakker te maken. Zij wist, dat ik niet genoeg rust genoot, en vreesde, een oogenblik slechts, mij den slaap te beletten. Op zekeren nacht hoorde zij mij een gil uitstooten. Mijn tanden klapperden, mijn lippen be- wagen zich; eensklaps riep ik uit: Neen, ik ga niet met u! Ik wil geen kapitein der Bokkenrijdersmeer zijn...

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 6