IN ENKELE REGELS
D E E OKU EISHIJ HEES
door ECREVISSE
Ons Vrouwenhoekje
(Ons KINDERHOEKJE
I
VOOR ONZE KLEUTERS
MAAN
I
AANBESTEDINGEN
DOE ZAKEN
HETMANNEKE
UfT DE
X'
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1941
TE BRUSSEL
22695
95816
55179
55165
ONZE STADSMUSCHKENS
NAAR DEN BUITEN
-<0>-
ONS WEKELUKSCH
RAADSEL
UITSLAG
VAN DE EERSTE TREKKING
VAN DE LOTERIJ VAN
WINTERHULP
lZEaaaaaSBBH3B33323S£33B33E9!S
NATIONALE LANDBOUW
EN VOEDINGSCORPORATIE
dBSEsaffiasiHSBafflMHSisasEiB.'sasaai
MEDEDEELINGEN VAN
DE NATIONALE LANDBOUW-
EN VOEDINGSCORPORATIE
NUTTIGE WENKEN VOOR
HET BESPAREN VAN ZEEP
8-2-41. 8*
DE VERDUISTERING
ZON
op I
9.09
9.07
9.05
9.03
9.02
9.00
8.58
MMiUUBBHnMBBnnHIBanHHIBB
TELLING DER
HANDELSONDERNEMINGEN
DE MANDENMAKER
GEMEENTEKREDIET 4% 193S
TREKKING VAN 4 FEBRUARI 1941
A
(«DE POPERINGENAAR» van
CS3aSBBSBS3SBBBBflBBlBaflBSB»ISBEflBBEanBBBBaSlflB3BBSBaB&BBB
2.
43.
432 335.
3872
69964
76220
37022 51506 55998 29129
242872 197547 190283
299225 279802
EEUWELINGE OVERLEDEN
TE OOSTENDE
TREKKINGEN
HET DROGEN EN ROOKEN
VAN VLEESCH
ook
wij hebben zes kinderen. ®en’ ,^oc^ ,z’?n
v -» rtne Ha trarbacn
en krijgt een ranzigen smaak.
En
GESPROKEN:
VAN
(VERVOLG)
al
al
al
ONS KALEN-
geheel mijn
-w.
met kleine aankondigingen
Twijfel niet aan de waarde
DIT STOND TE LEZEN op ’n blaadje
van ’n scheurkalender en ik schrijf het
over omdat het een groote waarheid is:
I
Wie ’t miljoen won heeft ’t te danken
Aan het nieuwe werk in ’t land
Winterhulp En miljoenair zijn
Is voorzeker heel plezant.
Alderliefste Lezeressen,
Vrienden Lezers, zwart of wit,
’k Weet dat sinds verleden weke
Iemand een miljoen bezit.
FRANK:
DOOR B!J HET ZEEPSOP WAT
SODA TE VOEGEN
TER VERVANGING VAN ZEEP
KUNNEN WE AANGEVEN:
DOOR ZOO WEINIG MOGELIJK
ZEEPSOP TE GEBRUIKEN
8 Februari:
9 Februari:
10 Februari:
11 Februari:
12 Februari:
13 Februari:
14 Februari:
Het steekt zijn neus in 't kleinste gaatje
Maar om te kijken is dat niet.
’t Heeft wel een oog. mijn beste maatje,
Waaruit het toch geen steek en ziet.
’t Gaat mee met u naar ieder straatje
En raakt g’het kwijt, dan is er veel ver.
[driet
Dinsdag 11: SS. Desideer. Adolf. Ceci-
liaan.
Jong bij jong en oud bij oud
Zeker als er wordt getrouwd.
Woensdag 12: SS. Eulalia. Melitius. Clau-
diaan.
Wilt gij dat men goed van u zegt,
Spreek nooit kwaad van anderen.
Donderdag 13: SS. Julianus. Gregorius.
Gijsbrecht. Lucijn. Catharina.
Vrijen en verkeeren is
Stil klappen en hard liegen...
Een jood doet ’t eigenste gewis
Wil hij iemand bedriegen.
Vrijdag 14: SS. Valentinus. Paliaan. Clau-
dlaan.
Er zijn er meer verdronken
In het glas
Dan in de wereldzee
Of groote waterplas.
Zaterdag 15: SS Faustijn. Jovlta. Melis.
Ziet
niet
na den
kwaden
zang
gang
lezer
dezer
zucht
klucht.
Weet dit, ’t is de moeite weerd,
Drie dingen hebben een langen oreert.
Trouwen, bouwen, procedeeren.
We zeggen dus tot vrouw en man
Wie het niet geloovex kan
Moet het dan maar eens probeeren.
haalde een hoofdschedel, een kruisbeeld,
twee kaarsen, twee zwaarden, een henne
pen koord met een glijknoop te voor
schijn... Hij ontstak de "kaarsen en
plaatste al deze voorwerpen op de tafel
voor mijn oogen.
Wie het is kan ik niet zeggen
Doch ’t kan heel goed zijn voorwaar
Dat het is een Lezeresse
Van De Poperingenaar
’t Gesprek van alle Weken
Is daarmeê weer gedaan
Veel groeten van ons Knulleken
’t Manneke uit de Maan.
(Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden).
onder
18.46
18.48
18.49
18.51
18.53
18.55
18.57
•n
MBBBBBBI1EBBBBSBSB3QBBBBBBBI1
op te nemen.
Ik ben gevoelig aan dien oproep en
niettegenstaande wij zelf met 11 perso
nen zijn, ware het ons aangenaam een
stadskind onder onze bescherming te
krijgen.
Waar eten is voor elf, is eten voor
twaalf.
Ik heb nochtans eenige voorwaarden te
stellen: Het moet een meisje zijn tus-
schen 4 en 10 jaar. Het moet den katho
lieken godsdienst belijden.
In die voorwaarden moogt ge ons een
stadskind geven voor een tijd of voor
gansch den duur van den oorlog, volgens
keus van de ouders van het kind
Heerlijke brief! Een huishouden van
elf man en toch nog een telloor bij zet
ten. Wij zijn er zeker van dat de kleine
stadsmuschkens juist in zoo ’n gezinnen
de beste verzorging zulien ontvangen.
Wat de voorwaarden betreft, door den
schrijver van dezen brief gesteld, mogen
wij natuurlijk wel zeggen dat er stipt aan
beantwoord zal worden.
Men gebruikt hiervoor 20 gr. per em
mer. Soda verhoogt de reinigende wer
king van de zeep, zoodat men minder
zeep heeft te gebruiken. (Voor wollen
stoffen geen soda gebruiken, soda tast
de wolvezel aan.)
N. B. Het tweede zeepwater kan ook
nog gebezigd worden bij het kuischen.
Is dat brood niet los te krijgen?
’t Heeft reeds lang genoeg geduurd
En de knaap is moe getuurd.
Is hij nu in ’t land der droomen?
Mogen al de vischjes komen?
Hap! nu hapt de groote visch.
Hap! nu weet hij wat het is.
Waarom gaat hij zoo aan ’t zwemmen;
Waarom is hij niet te remmen?
En de vischlijn schiet van kant
En de stok glijdt uit de hand.
Moet dat alles onderduiken?
Wil die visch dat nu gebruiken?
Te Brugge bood zich een persoon slagen en beroofd van zijn brieventasch
aan in liet St-Leogesticht, zeggende er
iemand te moeten spreken. De kerel ver
dween echter spoorloos maar had twee
schrijfmachines medegenomen.
Te Oudenaarde werden twee perso
nen zwaar ongesteld tengevolge gasuit
wasemingen. Bij nader onderzoek bleek
dat verder de gasleiding was gebroken
en dat het gas, na een langen weg te-
hebben afgelegd door den grond, een uit
weg had gevonden in het huis dier per
sonen. Drie inwoners van een nabijgele
gen klooster werden er eveneens onpas
selijk door. Allen zijn intusschen hersteld.
Te Grevehngen, Noord-Frankrijk,
konden de visschers hun bedrijf hervat
ten; 12 booten konden reeds uitvaren op
haringvangst, onder begeleiding van een
Duitsche patroeljeboot. De gevangen
visch moet echter verkocht worden aan
de bevolking der kust zelf, en dit aan
volgende prijzen6 fr. voor de haring
per kgr. De prijzen van de garnaal werd
van 17 tot 32 fr. vastgesteld. Slechts met
bijzondere toelating kan visch worden
gestuurd naar Rijsel en Haezebrouck.
Te Gent stortte een zwaarbeladen
voernianswagen in de Schelde. De twee
paarden van het gespan verdronken.
Te Waregem werd bij avond een
wielrijder door twee onbekenden neerge-
van de aarde wordt hetzelve weggevaagd
zonder genade.
Hoe diep ik reeds gezonken was, trof
mij deze afschuwelijke taal als een don
derslag. Mijn haren rezen ten berge. Mijn
bloed stolde in de aderen! Een koud
zweet bedekte geheel mijn lichaam!
Kortom, ik was eerder een lijk dan nog
een mensch.
De cinstaanders bemerkten mijn on
passelijkheid en om deze te verbannen,
schonken zij oogenblikkelijk de glazen
vol. Ik dronk om mij te bedwelmen; de
wijnen werden gedurig sterker en stem
den het gezelschap, hoe langer hoe meer,
tot zinlooze uitspattingen!... Spotten met
al wat eerbiedwaardig is; zingen, tieren,
zweren, vloeken, ziedaar het gewone tijd
verdrijf! Aan sommige tafels was het
PROBEEREN EN PROBEEREN IS
TWEE! Maar lukken is wat anders. Dat
heeft dien smokkelaar Joris Lauw tot z’n
schade ondervonden. Hij probeerde bo
ter, bloem, spsk en hesn naar Brussel te
brengen. Dat lukte ham verschillende
keeren, maar ’t kruikske gaat zoo lang
te water tot het breekt en 't is gebroken.
De duizenden gewonnen
Met ’t smok’len weken lang...
Zij nu helaas verzwonnen
En hij zit in ’t gevang.
Alderliefste Lezeressen, laat Knulleken
maar zuchten. Ik, ’t Manneken uit de
Maan, zeg op mijn beurt:
Kon hij maar een vrouwtje vinden,
Ach! die suklaar van een vent
■Ware als een kind tevreden
Met zijn dikke kermiscent.
VAN KERMISCENTEN GESPROKEN.
Toen ik klein was, zegt ïxntilieken, kreeg
ik ne keer van m’n nonkel Tisten ’n stuk
van vijf en twintig centiemen. Ik had de
slechte gewoonte allerhande dingen in
den mond te steken: marbels, knoppen,
kleine beentjes en dergelijke dingen meer.
Ook dat vijf en twintig centiemenstuk
van nonkel Tisten, stak ik in mijnen
mond en liep zoo naar de marktplaats
waar dat er schommels of touters en kra
men en pesrdekensmolens stonden. Maar
al hard te loopen viel ik en door dat val
len slikte ik dat geldstuksken in. ’t Zat
in m’n mage. Ik, terug naar huis en zei
tegen m’n moeder wat er gebeurd was.
M’n moeder schrok zich half dood en zei
’t tegen m’n vader en zei ook nog dat hij
seffens om den dokter moest loopen.
Dat ziet ge van hier, zei m’n vader...
’k Zal daar vijf frank gaan uitgeven om
’n stuksken van vijf en twintig centie
men terug
van
kleine aankondigingen. Groote
ondernemingen kwamen tot stand
met kleine aankondigingen. Er
zijn handelaars, waarvan geheel
de zaak bestaat, dank zij de kleine
aankondigingen. Ga het zelf
na. Probeer het zelf. Wat
velen deden, kunt gij ook doen.
kaartspel begonnen... Ik bezat geen cortje
op zak en moest staan zien op de zilver
en goudstukken die van den eenen hoop
naar den anderen rolden. Zij schenen er
zelfs vermaak in te scheppen dat ik met
ijdele beurs zat; zij beeldden zich in, dat
déze omstandigheid een middel was om
mijn gouddorst te prikkelen.
Te 4 uur ’s morgens stoven wij uiteen.
Ik keerde met mijn baas huiswaarts,
wierp mij op mijn schamele legerstede,
sliep weldra in en kwelde mijn hoofd met
aanhoudende en afgrijselijke droomen!
Ziedaar, hoe en op wat wijze ik kapitein
werd over de Bokkenrijders. Het ware
overtollig, u bekend te maken met dat
gene, wat deze benden waren. Doch, te
vergeefs ook vraag ik mij zelvcn, waar
ligt het plekje grond, in het land van
Valkenburg dat zij niet met bloed be
sproeid hebben? Waar ligt er een huis
van eenig aanzien dat niet door hen werd
geplunderd of verbrand, indien men niet
met zeer zware sommen zich vrij kocht?
Geen schatten ontsnapten aan hun heb
zucht! Zij strekten wijd en breed hunne
takken uit van Aken tot nabij Maastricht!
Zooverre was het gekomen, dat de mees
ter geen vertrouwen meer stelde in zijne
knechten; noch de vader in zijn zoon...
noch zelfs de vrouw in haar man... Al
degenen, die iets te verliezen hadden,
beefden; immers waren er nog nooit zoo ’n
gruwelijke misdaden gepleegd, als sedert
mijn hoofdmanschap. De samenleving
had mijn schandelijk gedrag met welver
diende verachting betaald; nochtans
alsof mij het grootste ongelijk ware aan
gedaan geworden wilde ik over deze
verachting mij wreken. Daarenboven
pleegde ik zelf, of deed door mijn onder-
hoorigen, euveldaad op euveldaad plegen,
omdat ik mijn geweten als in een gedu
rige bedwelming moest onderhouden.
De lessen indachtig, welke mij, bij mijn
uitroeping tot kapitein, waren voorgesteld,
begaf ik mij, reeds den ecrstvolgenden
Zondag, ter hoogmis; ik zette er een zoo
rouwmoedig gelaat, maakte er zoo ’n neer
slachtige gebaren, dat de lieden, welke mij
NOG EEN BRIEF VAN EEN HUIS
HOUDEN MET NEGEN KINDEREN
Deze brief moet gelezen worden door
degenen die tot op heden nog wat ge
wacht hebben met hun aanvraag. Na het
lezen van dit epistel zullen ze allen te
gelijk naar hun pen grijpen.
Heer Corporatieleider,
Daar ik in de dagbladen gelezen heb
dat uwe Corporatie het schoone initiatief
genomen heeft enkele bleekneusjes van
de stad over te plaatsen naar den buiten
bij brave boerenmenschen, durf ik mij
tot U richten met het verzoek of de mo
gelijkheid bestaat een mijner kinderen,
ik heb er NEGEN, aan dat geluk te doen
deelnemen.
Ik heb nooit om een aalmoes moeten
vragen, maar sinds zes maanden ben ik
zonder werk. Mijn huisgezin bestaat uit
elf personen: vader, moeder en negen
kinderen, waarvan de oudste zestien en
de jongste een jaar. Ik heb daartusschen
twee jongens, een van elf en een van
twaalf jaar, die hoog noodig goede lucht
en sterk voedsel vandoen hebben. Zouden
die goede bultenmenschen niet als enge
len willen dienen om onze jongens, de
toekomst van het land, te redden van
verzwakking. Hoe groot de ontberingen
zijn in een zoo kroostrijk gezin moet ik
u niét zeggen. Ik durf verhopen, enz.
Mogen wij hier nog aan toevoegen dat
bij navraag de vader een oudstrijder 1914-
1918 bleek te zijn, die geheel de campagne
aan het front meemaakte.
Wij vertrouwen dat deze brief veel twij
felaars kordaat maakt, dat er weer veel
pennen in de inktpotten gedoopt worden
en er binnen enkele dagen weer veel brie
ven toekomen op de Pers- en Propagan-
dadienst van de Nationale Landbouw- en
Voedingscorporatie, Koninklijke straat 230,
Brussel, zeggend: mij ook een stads-
muschje.
EBD9RBBBBBBBEBBBBBBBBB3BBBBB
DOOR HET GEBRUIK VAN
REGENWATER VOOR HET
WASSCHEN EN HET SPOELEN
De eerste maal spoelt men in regen
water, de tweede en zoo noodig een derde
maal in putwater. Putwater is hard water,
t.t.z. het bevat een min of meer groote
hoeveelheid kalk. Deze kalk verbindt zich
met een gedeelte van de zeep die men
aan het water toevoegt en er vormt zich
een onoplosbare kalkzeep. We hebben dus
hier een verlies van zeep dat we kunnen
te keer gaan door het gebruik van kalk-
arm water. We gebruiken dus alleen put
water om het linnen een tweede en een
derde maal te spoelen.
Indien we over geen regenwater be
schikken, dan maken we het water zacht
door er 10 gr. soda per emmer water aan
toe te voegen (10 gr. 1 soeplepel).
En, is het geen Lezeresse
Wel, dan kan ’t een Lezer zijn
Die nu zit met ’t kapitaaltje
Van een Rothschild in het klein.
waarin 150 fr. stak. De wielrijder werd
noga! zwaar gewond.
Te Assche-Terheide zijn bandieten
een woning binnengedrongen. Een meisje
van 19 jaar dat alleen thuiswachtte werd
op haar stoel gebonden waarna de schur
ken een zak meel buit maakten.
Te Meteren-bij-B.elle, aan de Ha-
gedoorn», werd de 28 jarige Mevr. Cam
pagne, woonachtig te Godewaersvelde. die
per fiets reed, door een auto doodgereden.
De zeep is een van de producten, die,
gezien dc tijdsomstandigheden zeer moei
lijk te verkrijgen zijn. Hierom dient er
dus nu nog zuiniger mee te werk gegaan
dan voorheen.
Bij het wasschen kunnen we zeker zeep
uitsparen.
DOOR HET LINNEN
DEN NOODIGEN TIJD TE LATEN
WEEKEN (12-24 U.)
Hierdoor gaat veel vuil over in het
weckwater dat anders in het zeepwater
zou terecht komen waardoor dit zijn rei
nigende werking grootendeels verliest.
Wij zijn dus verplicht van meer zeep te
gebruiken willen we een frisschen wasch
bekomen, wanneer het linnen niet vooraf
geweekt is.
11 Febr. Te 11 uur, ten Gemeente-
huize te AARSELE, bouwen der nieuwe
schoollokalen. Bestek 449.425,95 fr. Stuk
ken ter inzage ten gemcentesekrctariaat.
bij bouwm. V. Lievens te Tielt en bij H.
De Meyere, ingenieur. Commissaris voor
West-Vlaanderen bij ’s Lands Wederop
bouw. Aanget. inschrijv. 10 Febr. Inlicht,
ook bij «Bouw- en Studiebureau», Sint-
Niklaas.
14 Febr. Te 2 uur, voor den Heer
Ladon, ing.-arch. van Bruggen cn Wegen,
Hooistraat 27, Brugge, herstellingswerken
aan ramen, deuren en dakgoot der Rijks
wachtkazerne te ÓÓSTKAMP. Bestek
zonder Nr (Ncd.) ter inzage bij voorm.
ambtenaar en op het Aanbestedingskan-
toor, 16 Loxumstraat, Brussel.
15 Febr. Te 10.30 uur, ten Gemeen-
tehuize te ARDOOIE, verbeterings- en
rioolwerken aan de Eeckhóut- cn Lichter-
veldestraten. Bestek 249.178.96 25.345 fr.
Stukken ter inzage bij arr.-ing. Den l)on-
cker, of ten Gemeentesecretariaat. Aan
get. inschrijv. 13 Februari.
15 Febr. Te 11 uur, voor Heer M.
Dc Zeine, afdeelingshooid bij het Pro
vinciebestuur, kamer 10, Burgplaats 4, te
Brugge, leveren van de rijwielpiaten voor
het jaar 1942. Stukken toegezonden op
aanvraag.
in geen jaar ter kerke hadden gezien,
elkander in de ooren fluisterden: Hebt
ge den godloochenaar Hein ziet zitten?
De duivel, een ledige maag en holle ka
ken hebbend, hangt de monnikskap op
en begint den heilige te spelen.
Dit gevoelen heerschte een tijd lang;
doch weldra werd ik bij zieken en ge
kwetsten geroepen; ik kon mij behoorlijk
spijzen en kleiden; ik oefende al mijne
godsdienstplichten uit, oogenschijnlijk.
goddelooze die ik was, en dan begon de
openbare denkwijze min ongunstig voor
mij gestemd te zijn. Door mijn bestudeerd
leedwezen, bewoog ik vooreerst den goeden
herder. Met zijn gelukwensch, schonk hij
mij tevens zijn vertrouwen. Dan ver
murwde ik het hart mijfls vaders, door
belofte op den weg der beternis te vol
harden! Hij ontving mij na eenige maan
den proefneming, met tranen van vreug
de terug! Grietje, welke voor mij slechts
zoolang onverschillig bleef als ik op den
dwaalweg voortging, ontving den berouw-
vollen vriend met een jubelend gemoed.
Mijn praktijk nam van dag tot dag toe,
dank zij mijne afgrijselijke veinzerij en
schijnheiligheid. Nog slechts een stap
bleef mij te doen, om de oogen van het
volk geheel te verblindendezen stap
deed ik. Ik moest het brave en alcm-
geachte meisje ten huwelijk nemen...
Ik speelde mijn rol zoowel, dat Grietje
mij haar hand en hart schonk, vooraleer
twee jaren verstreken waren sedert den
gruwelijker! nacht, welke mij kapitein der
roevers worden zagZoo sleurde ik
koelbloedig het deugdzaamste meisje van
den aardbodem met mij in het verderf,
in den afgrond.
Thans kan ik met eenige kalmte over
deze schrikkelijke aaneenschakeling van
gruweldaden spreken, maar u zeggen wat
ik gedurende de negen, eerste maanden
mijns huwelijks aan inwendige wroegin
gen en martelingen geleden heb, daar
voor heeft de taal geen woorden. Ik leer
de dan eerst de grenzelooze deugden van
Grietje kennen, toen zij aan mij door de
banden van het huwelijk gebonden was... 1
Het zijn maar puinen meer en ’t is ha,
niet te denken, dat daar nog iemand i?
wonen. De mandenmaker sukkelt nog C
verder over den moerassiger: grond.
wordt hoe langer hoe lastiger. Hij soJJ
soms opeens in het glibberig slijk, J
onder het water verborgen ligt en p
maar met groote moeite zijn voet er t
rug uittrekken.
Als hij na een zwaren tocht opte.
ziet hij plots het kasteel wederom''
zijn rechterkant liggen en moet
van richting veranderen. Manten bljj
staan en droogt zijn zweet af. Zal kj
nog ooit geraken? Wordt hij dan
durig misleid en moet hij zoo ||j?
ronddwalen op deze betooverde pleê;,.’
(Wordt vervote
A
HE VISSCHER
Aan een grooten waterplas
Zit een jongen in het gras.
Waarom mag hij niet verroeren;
Waarom moet hij immer loeren?
Tusschen ’t koele ruischend lisch
Zwemt een groote grauwe visch.
Wat heeft die daar nu te maken;
Wil hij bij den knaap geraken?
Bij den knaap moet hij niet zijn,
Maar bij ’t broodje aan de lijn.
Waarom zou hij dat niet snappen;
Waarom niet eens even happen?
Zat dat koordje er niet aan,
Ja, dan was ’t al lang gedaan. J
Ten einde dc inschrijvingen in het
Handelsregister na te gaan, zijn de Kan
tonnale Secretarissen van den Sector
Handel en Distributie van de Nationale
Landbouw- en Voeilingscorporatic, over
gegaan tot een onderzoek, bij de hande
laars in voedingswaren van heel het land.
Dit onderzoek zal ons ook toelaten met
juiste gegevens de telling te doen der
handelsinrichtingen. Het belang van over
zulke inlichtingen verzameld door tech
nici te beschikken, zullen de hande
laars best begrijpenzij zullen er het
meeste voordeel uit trekken. Die inlich
tingen zijn absoluut noodzakelijk en la
ter zullen ze zeer van pas komen bij de
studie van alle problemen die den handel
cn de distributie aanbelangen.
De Nationale Landbouw- en Voedings
corporatie trekt dc aandacht van het pu
bliek op het feit dat slechts haar Kan
tonnale Secretarissen, voorzien van een
getuigschrift in regel, het recht hebben
de onmisbare elementen van hun onder
zoek in te zamelen en dat daarbij geen
vergoeding zal mogen geïnd worden.
tBBBHBBBBBBBBBBBBBBflBBBBBBBB
Hoe meer ik haar leerde hoogschatten,
des te grooter werden mijn wroegingen;
iedere llefkoozing viel op mijn verdorven
hart als een gloeiende kool 1 De dankge
beden welke zij voor mijn bekeering tot
God stuurde, waren als zoovele moord
priemen, die mijn hart doorboorden. O
wanneer de dorpsherder mij een goed
kristen, een goed huisvader noemde, dan
gevoelde ik in mijn binnenste al de pij
nen der helIn den beginne wist ik
aan deze inwendige kwellingen geen stel
lige oorzaak te wijten; doch, na verloop
van eenige maanden, begon ik te gelooven
dat berouw en gewetensknaging mij fol
terden. Ik begreejj dat, gelijk ik door den
omgang der boozen was boosaardig ge
worden, ik eveneens, door gedurig in aan
raking te zijn met deugdzame wezens,
wederom tot gevoelens van deugd werd
opgewekt. Ik was evenwel nog’ te zeer
aan de boosheid gehecht, dan dat ik zoo
eensklaps mij van haar kon losscheuren;
maar de folteringen groeiden dermate
aan, dat zij mij de rust en de gezondheid
begonnen te benemen.
Maar, sprak het geweten tot mij,
verlaat den schandelijken weg, waarop
gij zoolang gedoold hebt! De booze geest
daarentegen riep mij toe: Wat peinst gij
op terugkeeren; voor u is geen hoop op
redding meer! Wat, zoudt gij nog ooit in
staat zijn uw rechtvaardigen rechter te
ontwapenen? Durft gij wel hopen, dat gij
óóit het honderdste gedeelte der gruwel
daden zult uitwisschen, die gij begaan of
bevolen hebt? O, geef de hoop op de
sterke boeien te breken, waarop gij ge
kluisterd ligt. Spreek een enkel woord
van berouw uit, dat uw vrouw verneme,
en zij zal u overladen met verachting!
Daarenboven, weet gij aan wat wraak gij
u en de uwen blootstelt, indien gij uw
makkers ontrouw wordt?
Ik ging nog altijd voort in de boes
heid; maar ik verslapte hoe langer hoe
meer. Werd er een strooptocht besloten,
dan gaf ik nog wel de noodige bevelen
aan al de hoofden der verschillende af
delingen, maar kwam het er op aan, mij
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Volle maan: 12” Laatste kwartier: 18'
voor mijn oogen. Het kruisbeeld werd
tusschen de twee kaarsen gezet; de zwaar- u lief en dierbaar zijn! Uw vrienden, uw
den lagen met hunne lemmers kruisge- naastöestaanden, uw vrouw en kinderen,
wijze ovei- elkander. Nadat ik óp het ver- allen worden zonder genade vervolgd en
lossingsbeeld gezworen had, mij als een omgebracht, zonder dat ooit de vernie-
waardig Bokkenrijdershoofdman te ge- ling van hun huis en stal, van bosschen
dragen tot mijn laatsten adem toch':, nam en oogst onze wraak kunne verzadigen!
de gewone spreker het woord, zeggende: In een woord: het geslacht van den mein-
Kapitein, gij ziet dezen hoofdsche- eedigen kapitein der Bokkenrijders wordt
del! ik knikte ten te; ken van ja... geteekend met het merk: vogelvrij! en
Het is die van een uwer voorgangers
welke een oogenblik van den weg zijner
plichten afweek. Een waardig Bokken
rijder verbrijzelde met een slag het hoofd
des meineedigen kapiteins! Wilt gij u
overtuigen dat die slag met een bedreven
arm werd bestuurd? Onderzoek den sche
del, gij zijt een bevoegd rechter en moogt
er over oordeelen!
Ik wierp werktuigelijk mijn oog op den
schedel, en zag dat deze met een ijzeren
hamer was verbrijzeld.
Het kruisbeeld, zoo ging hij voort
en ik huiver nog, als ik op de afgrijselijke
godslastering denk het kruisbeeld her
innert u, dat Christus door de rijke joden
werd veroordeeld ter dood; omdat hij in
hun oogen plichtig was, en de rijken, op
straf van eeuwige v.erdoemnis, den plicht
Dus tot besluit:
Wilt gij de kansen loopen
Een lot te winnen dan
Moet ge eerst een lotje koopen.
KOOPEN RIJMT MET HOPEN,
meneer Paulus hoopte met de schoone
Elza te trouwen. Maar opeens was ’t uit
met de liefde. Knulleken kwam Paulus
tegen en zei hem:
Ge hadt aan uw verloofde moeten
zeggen dat uw nonkel Baziel wel vijf keer
miljoenair is.
Dat heb ik gezegd, antwoordde Pau
lus... En nu gaat zij met m’n nonkel
trouwen
TUSSCHEN VERVOLGD en gevolgd
zijn er maar 2 letterkens verschl. Rond
1 Nieuwjaar kwam ik in ’n dorpken van
de Vlaanders en maakte ik van de gele
genheid gebruik om daar ettelijke ken
nissen nen goeden dag te gaan zeggen.
Ik kwam langs het huisje van Peerken
Stok, die jaren en jaren grafmaker was
geweest.
Dag Peerken, zei ik. Hoe is ’t met
het leven?
Goed, zei Peerken.
En seffens vroeg hij:
Gaat ge nie ne keer binnen, Tavle
nen goeien dag zeggen?
Zeker, Peerken, zei Ik.
’k Ben ne keer kurieus of ze u nog
zal herkennen... want ze is ’n beetje weg
in den kop.
Ik ging binnen, terwijl Peerken voort
ging met hout te kappen.
Dag Tavie, zei ik.
Dag Manneken, zei Tavie.
Ze had me dus dadelijk erkend. Nu dat
we zoo over ’t een en ’t ander gesproken
hadden, vroeg ze:
Hebt ge Peerken gezien?
Ja, antwoordde ik.
En heeft hij u herkend?
Zeker, Tavie.
Dat verwondert mij, ging Tavie
voort, want hij is. ’n beetje weg in den
kop... hij begint te missen.
’t Gebeurde rond Nieuwjaar. Vandaag
’n rouwbrief gekregen. Tavie iseergiste
ren morgen gestorven. Peerken in den
valavond.
SCHAMPAVIE
Jefken reed voor de eerste maal met
papa in een trein. Jefken lag met het
hoofd door de venster om rond te kijken.
Opeens pakte papa Jefken zijn hoedje
af en stak het weg. ’t Manneken meende,
dat zijn hoedje weggevlogen was en grees
vandeeg.
Dat is niets, zoontje, zegde papa, ik
moet maar eens fluiten, dan komo uw
hoedje terug.
Papa floot, en zette ongemerkt het
hoedje terug op Jefken zijn hoofd. Eenige
oogenblikken later lag Jefken weer door
de venster te zien, en ditmaal wierp hij
uit spel zijn hoedje weg...
Papa, papa, riep hij toen, fluit nog
eens!
Panamaschorsch: Een aftreksel van pa-
namaschorsch kan gebruikt worden voor
het wasschen van donkergekleurde wol
len kledingsstukkendekens. In het al
gemeen voor alle donkere stoffen.
Hoeveelheid: 30 gr. per emmer.
Bereiding: Overgiet de panamaschorsch
met kokend water. Laat 8-12 u. trekken.
Giet door een zeef en leng aan zoo het
noodig is.
N. B. Panamaschorsch kan nog een
tweede en een derde maal gebruikt wor
den.
Aftreksel van klimopbladeren en zemel-
water kunnen gebruikt worden voor het
wasschen van donkergekleurde stoffen. Komt. zeer.goed te nut bij onverwachts
Zemelwater kan zeer goed gebezigd wor
den voor het afwasschen van geverfde
muren en van gevernischte meubels.
’t Is een stieltje dat ge seffens
Zijt gewend. In elk geval
’k Hoop dat ik dooi- Winterhulp
Miljoenair eens worden zal.
MIJ SPRINGT NU OPEENS ’t gedacht
te binnen aan dat oud-Vlaamsch spreek
woord Hebben is hebben en krijgen is
de kunst’k Peis nog ne keei- dat al de
alderliefste Lezeressen en al de vrienden
Lezers van mijn gedacht zijn. Maar, wie
een doel wil bereiken moet de middelen
gebruiken.
Reeks 255380 wint 100.000 frank. I
Reeks 270747 wint 100.000 frank.
Volgende reeksen winnen elk 25.000 fr.:
168439 194047 312919 337638
De hiernavolgende reeksen winnen
elk 10.000 frank
100133 102550 108956 114-O.h. 118850 120009
122960 128098 128793 131878. 143169 155168
157597 168215 180871 192908 194162 194812
196200 197950 202998 209886 221567 228978
278642 280032 319865 320763 324764 333021
IBBBBBBBBEBBBBBflflaflBBBflB&lM
Ik kan mijn deugdzame vrouw niet lan-
gex- bedriegen... mijn zoon esix naam na
laten van dief... moordenaar... neen,
neen!... Ik was dronken... door den nood
gepraamd, toen ik mijn handteeken stel
de... Ik verloochen mijn schrift... ik breek
het verbond... Ik kan geen wandaden
meer plegen... niet meer ziexx moorden en
branden... Gij zijt vergramd? Welaan,
verbrijzelt mijn hoofdschedel, gelijk dien
van mijn voorgangers!... maar dwingt
mij niet langer...
Ik wilde mijn aangezicht met mijn han
den bedekken; in het doen dezer bewe
ging ontwaakte ik eensklaps... Ik blikt®
rond de slaapkamer; ik zag dat mijn®
gade haar zoon met haar aangezicht ver
borg. Ik vroeg met verbazing:
Grietje, mij duxxkt. ik was bezig met
een akeligen droom... wat hsb ik toch
gezegd?...
Ik weet niet... ik heb niets gehoord,
antwoordde zij, maar op een zoo neer-
slachtigen toon dat ik aandrong op een
rondborstige bekentenis; ik herinnerd^
nxij zeer wel luidkeels te hebben gedreomd-
Zij sprak niet... Bij ’t schemeren van h«[
nachtlichtje zag ik, dat zij haar gelaat
verborg... Ik sprong uii rnijnd bed, wierp:
mij voor hare voeten, omvatte haaf'
knieën... O ja. het was waar, al te waar!
De tranen, welke ik over hare kaken zat'
vloeien, zegden nxij genoeg, dat zij, eilaas!’
haar ongeluk kende,.. Deze tranen roer
den mij tot in de ziel; ik riep uit:
Grietje! Grietje!.Ik ben een ellen-i
deling!... Een monster! O om Gods wil»!
staar mij zoo meedoogend, zoo weemoedig'
niet aan! Belaad mij met uw gramschap,I
met uw verachting!... Uw vloek zij mij®
loon; hij zal mijn hart min versclieureftl
dan uw meedoegendheid.
Ct Vervolgt.)
«BHKlaeBSEaKnBaaEMBiaKgfiBaas*!
ZOEKT G’IETS t’huren of te koope*
Zoekt g’ een meid, ’n plaats of wat??
Zoekt niet langer... plaatst nog hedew
'n Kleine ZOEKERin one blasr
Aan een greoten waterplas
Zit een visscher in het gras.
Zou hij zich soms niet vergissen?
Zit hij zonder lijn te visschen?
OPLOSSING VORIG RAADSEL
Een kanon.
bezoek en leent zich verder tot het ma
ken van lekkere en voedzame bereidin
gen.
Deze hoeveelheid kunnen we bepalen
volgens de hoeveelheid weekwater. We
hebben b. v. 8 emmers weekwater ge
bruikt. We gebruiken dan geen 9 of 10
emmers zeepwater, maar 8 emmers of
zelfs nog minder, gezien er in het linnen
nog ongeveer van de totale hoeveel
heid weekwater bevat is.
HIER
DERKEN v-n i.
Zondag 9 Februari: SS. Apollonia. Ans-
bert. Nicephoor. Hippias.
Als ge soms aan tandpijn lijdt
Denkt aan Sinte Apollonia.
En gaat ge de historie na:
Veel heeft ze er van die kwaal bevrijd.
Haar name zij gebenedijd.
Maandag 10: SS. Scholastica. Willem.
Paschaas.
Stout gesproken, half gewonnen.
In den huwelijken staat
Ondervindt de vrouw heel dikwijls
Dat ’t verdraaid daar ook zoo gaat.
^illIlllllllllliUIIIIWIliamilNIlffl van 8 Februari 1941. - Nr 7.i|||||||||||i!llilHIIII||||||||||||||||||||!ll^
s
s
fc
I
B
óiiiiiiiiMiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiN
Ik doopte de pen in den bloedstraal, stil- voorschreef van hun overvloed te geven
de dan den vloed en schreef aan het aan hunne arme broeders! De beide Laar
hoofd d<: lijst met een koortsachtige sen hebben uw eedaflegging beschenen!
mamnoedigheid de namen: Henricus Zoudt gij ooit vergeten, wat gij aan u en
Ruyter van Wittem. aan uwe makkers verschuldigd zijt, dan
Een der makkers opeixde eene kas en moogt gij of het zwaard dex- wet gelijk
de machtigen het noemen of den slag
ontvluchten; doch de Bokkenrijders zul
len u niet missen! Let wel op: niet alleen
zult gij door den dolk of door een derge-
lijke koord, als daar ligt, omkomen; maar
onze wraak zal al diegenen treffen, welke
De uitslagen van de trekking van dc
loterij van Winterhulp luiden als volgt
WINNEN 160 FRANK:
de biljetten eindigende met cijfer
WINNEN 253 FRANK:
al de biljetten eindigende met cijf-r
WINNEN 1090 FRANK:
al de biljetten eindigende met cijfer
WINNEN 5300 FRANK:
al de biljetten eindigende met cijfer
7984 3897.
WINNEN 10.030 FRANK:
de biljetten eindigende met cijfer
WINNEN 25.000 FRANK:
de biljetten eindigende met cijfer
WINNEN 50.003
al de biljetten eindigende met cijfer
WINNEN 100.000 FRANK:
al de biljetten eindigende met cijfer
WINNEN 1 MILJOEN:
het biljet eindigende met cijfer
204152.
lEBBBBBEBBBflBBSBfilBKBBEBSBEBB
In de afgeloopen week is de Oostend-
sche honderdjarige, Celientje Vandcn-
broele, zachtjes in den Heer ontslapen.
Het Musselwuuvekezooals zij te
Oostende bekend stond, werd geboren te
Snaaskerke op 22 November 1840.
In het Gesticht der Zusterkens der
Armen, werd zij tot haar laatsten dag
steeds liefderijk verzorgd. De teraarde
bestelling had plaats op Dinsdag 4 Fe
bruari 1941, om 10 uur, in de parochiale
kerk van Slijkens-Breedene.
Dat zij in vrede ruste!
der.
Wanneer het vleesch bijna droog is,
mag men het omringen door een doek of I kroon:
zakje. De stof moet uit breede mazen Langs de bladen vernemen wij de
bestaan, om voldoende lucht door te la- groote nood in de stad en de aanbeveling
ten. Het vleesch wordt in een zakje ge- om in nood zijnde kinderen bij de boeren
stoken om tegen stof te vrijwaren en
vooral in den zomer om bederf door de
vleeschvlieg te voorkomen. Het vleesch
wordt ook onttrokken aan den invloed
van licht. Te veel licht veroozaakt het
gerstig worden, het vleesch wordt geel
en krijgt een ranzigen smaak.
Te veel gezouten vleesch droogt niet,
het blijft druipen, men zal dan goed
doen het vleesch enkele uren in lauw
water te leggen, en met een doekje daar
na afdoppen en terug te drogen hangen.
Na het drogen worden sommige vleesch-
stukken zooals: hespen, mager spek,
carré’s, tong, filet d’Anvers gerookt. Die
bewerking heeft als- voordeel het vleesch
langer te bewarenpunt van belang,
vooral nu in tijden van nood aan voed
selvoorziening. Gerookt vleesch is. beter
bestand tegen bederf, omdat de rook een
bederfwerende stof bevat, de creosoot, en
verder het vleesch wordt meer en meer
droogverder verhoogt het rooken de
smakelijkheid en voedende waarde van
het vleesch.
Het rooken kan geschieden in de
schouw vanserre, bakoven of in een ton
met opening in den bodem. De ton plaatst
men in den grond ofwel in een daartoe
gemaakt rookhokje.
Het vleesch wordt zoo hoog mogelijk
boven den rook gehangen, om te belet
ten dat het vet zou smelten. De stukken
worden zoo gehangen dat ze elkander
niet raken, zoo niet bekomt men deden
die niet gerookt zijn en spoediger zullen
onderhevig zijn aan bederf. Voor het roo
ken gebruikt men vochtig houtschave
lingen of zaagsel van eik of beuk. Men
maakt het goed vochtig om veel rook te
bekomen en weinig warmte. Het rooken
duurt 3 a 6 dagen, de duurtijd hangt af
van de rookconcentratie.
Na het rooken wordt het vleesch in
een neteldoek of zakje gewikkeld en op
een droge en luchtige plaats gehangen.
Vleesch op een degelijke manier ge
droogd en gerookt vormt een niet te mis
prijzen voedselreserve in het huishouden.
17.
Wat verder vond hij toch een wegeltje,
dat tusschen het hooge gras kronkelde
en wel aan het kasteel zou uitkomen. Dat
volgde Manten dan ook zonder dralen.
Hij keek goed uit waar hij den voet zette.
Er was daar geen gevaar, de grond lag
hard en het wegeltje liep recht naar de
donkergroene vlek.
Het was zoo stil In deze vlakte. Hier
huisde geen enkel levend wezen, niet het
kleinste insektje. Hoe doodsch en akelig,
doch de mandenmaker liet zich niet af
schrikken. Hij wilde zoo spoedig mogelijK
aan het kasteel zijn. Daarom stapte hij
maar flink dooi- en keek af en toe eens
naai- zijn doel: de grauwe kruinen dex-
boomen. Maai’ hij naderde nochtans niet
zoo snel, gelijk hij het zich had inge
beeld. Nadat hij wederom een geheele
tijd had gegaan, zag hij plets, tot zijn
grootste verwondering', de boomen van
het kasteel niet nxeex- vlak vóór zich lig-
i rechterkant. Manten
liep dus de verkeerde richting uit en kon
zoo lang blijven gaan.
Kijk, daar is een andere weg en die
gaat toch wel pijlrecht naar het kasteel.
Met nieuwen moed stapte Manten er op
af. Ja, nu nadert hij werkelijk. Hij stapt
en stapt en blijft dan staan om naar zijn
doel te kijken. Hemel! wat beteekent dai,
nu? Het is wederom ae goede richting
niet. Daar ligt het kasteel nog meer op
den rechterkant en hoe vrder hij gaat, zou die koord soms ’‘kunnen’ stlj'gw,
hoe meei- hij- er zal van afdwalen. De -
mandenmaker krijgt wantrouwen. Is hij
hier in een doolhof terecht gekomen en
zou de toovenaar daar soms de hand in
hebben. Hij wil nu dwars door de gras
vlakte trekken. Doch daar bemerkt hij
plots een anderen weg die ook in de goe
de richting loopt. Manten volgt hem nog
eens en kijkt voortdurend naar de boo-
men, daar midden in de vlakte. Zoo ver
is hij er toch niet meer af. Reeds ziet
hij eenige stammen der boomen en daar
tusschen een stuk ouden muur.
Maar als de mandenmaker vijf minu
ten gegaan heeft langs den nieuwen weg,
wordt hij opeens gewaar dat het kasteel
wederom meer en meer op den rechter
kant geraakt. Zoo moet hij bezig zijn met
ex- stilaan rond te loopen. Wat heeft hij
nu al tijd verloren. Het wordt tegen den
middag en de zon begint te steken. Maai-
dat geeft niet. Hij is hier gekomen om
dien duiveischen toovenaar te vinden en
hij zal hem vinden.
Als de wegen niet meer te betrouwen
zijn, dan maar recht op het doel af. On
verschrokken verlaat Manten den weg
en stapt dwars door het vuile, half-ver-
rotte gras. De grond is nog week onder
zijn voet en soms moet hij uitwijken voor
geheime waterplassen, diep onder het
groen verdoken. Manten zal zich niet zoo
licht laten verleiden en zijn scherpe blik
ken zoeken vlug den bodem af naar de
droge plaatsen.
Hij nadert het somber kasteel. Tus
schen de boomen verschijnen afgebrok
kelde muren en een half-vergane toren.
92ES:iI!!S3a3BaBBE3E!a£EE3aBlB3EBE3lBaBEEgBBaBBEBDflBB3EBE33HBSII
Het Vraagstuk der Veurne-Ambachtsche
Boomgaarden
aan de Fransche grens in Veurnc-.\m<
bacht als Leopoldisten patrouilleerden
moet het laatste bloeitijdperk rond 1870-
1880 geweest zijn, ’t Waren beste appel-
jaren en er was veel vraag uit Engelani
aan ’n prijs van 5 fr. per 100 kgr. voor
den boer.
’t Laatste goed appeljaar was in 1894.
’t Was geen zeldzaa nhèid van sommigt
boeren 10.000 kgr. appels te -Aks.
voeren naar schepen in de Bergeir- 0: <1®
Loovaart.
De oppervlakte der Veurne-Ambacht-
sche boomgaarden was belangrijk. Blij
kens statistieken uit het Ministerie vat
Landbouw, Studiedienst, besloegen
weideboonxgaarden in Betgie ten jare W:
gemiddeld 2 der bebouwde oppervlakte
hetzij 45.734 ha. De cijfers verschild»
van streek tot streek. Volgens officieel!
telling van 1895 bereikten ze 21 in ht:
kanton Dalhem en slechts 0,5 in t
kanton Hoogstraeten. 't Kanton Roes-
brugge kwam voor 7.03 o in aanmerking.
Tongeren 6 84% cn St-Truiden 5.13'd
De opppervlakte boomgaarden in Veurat-
Ambacht was toen ongeveer 1500 te.
Welnu Veurne-Ambacht had toen 'n op
pervlakte van 35.000 ha. of 350 km2. Al
dus besloeg de Ixoomgaardkweek 4.2(«
der bebouwde oppervlakte. Vergeleken
met de boomgaardkweek in West-Vlaan
deren (6526 ha.) kwam Veurne-Ambacht
met 22% tusschen en voor heel Belgi®
(47.591) met 3,1 (’t Vervolgt.)
JOZ. GHYSELRN,
Land- en Tuinbouwleeraat,
Bulskamp.
BSBBBBBBBEaiSSZIBXS^^^S&BBIMl
Is het vleesch voldoende gezouten dan
wordt het gedroogd. Het drogen heeft
voor doel, het vleesch langer te kunnen
bewaren. Het droger worden maakt het
een van langs onx meer ongunstiger mid
den voor de werking van de microben.
Het vleesch wordt uit de kuip gehaald,
gedurende 1 uur in een verlakte teems
te druipen gelegd en omhoog gehangen.
Dc plaats welke men kiest om het vleesch
tc hangen is van belang. Men kieze een
droge en vooral een goed verluchte plaats.
Luchttocht bevordert de verdamping van
het water, het vleesch avordt droog. Isl
er geen verluchting dan zal het vleesch EEN HUISHOUDEN VAN ELF MAN!
vochtig blijven en beschimmelen. Vroe- WIE KAN ER BETER?
ger en nu nog op vele plaatsen gebeurt Bij het lezen van de aanvragen om een
het drogen aan de zoldering van de keu- stadskindje kwamen we stilaan maar ze
ken. Deze manier van bewaren is niet kei’ tot de overtuiging dat het spreek-
de beste, het vleesch is voortdurend bloot- woord hoe meer zielen, hoe meer
gesteld aan stof en damp van de spijzen, vreugd moet veranderd of liever aange-
wat den smaak cn dc frischheid vermin- vuld moet worden.
dert. Dat spreekwoord moet voortaan luiden:
Men kan het vleesch te drogen hangen hoe meer zielen, hoe meer vreugd en
in een kast waarvan de zijden in gaas- hoe meer naastenliefde
draad zijndit met het oog op eén ge- Al klinkt het niet heel goed, dan is het
dnrige verluchting. toch wel de zuivere waarheid.
Beschikt menniet over een speciaal Er zijn tientallen brieven van boeren
kastje, dan kan men het vleesch ook met die zeggen: „L 1 L.'1
haken aan de balken hangen op den zol-1 zeven kinderen, enz., doch zend er ons
maar eentje
Maar volgende brief spant toch de
Na de oorlogen der 15® en 16® eeuw
wordt de streek meer dan ooit bevolkt:
landbouw, veet-eelt cn ooftbouw brachten
weelde bij de Vlaanxsche boeren.
Aldus is de fruit- en boomgaardkweek
in Veurné-Ambracht heel vroeg ontstaan.
Het bloeitijdperk in vorige eeuwen
moet geweest zijn tusschen 1600 en 1700,
waar de geschiedenis vermeldtDe
boomgaarden, door knappe Vlamingen
uitstekend verzorgd, brachten een over
vloed voort van appels, peren, pruimen,
kersen en noten.
In de geschiedenis der Veurne-Am^
bachtsche Moeren lees ik dat er in 1625
(5 a 6 jaar na- ’t begin der droogmaking)
boomen werden geplant en dreven speel
hoven en boomgaarden werden aangelegd
door de rijken van Veurne en St-Winox-
bergen.
Kaarten uit de 17® en 18® eeuw ver
melden reeds voorname hoeken of wij
ken in Veurne-Ambacht: Koksijde had
toen reeds een Boomgaardhoekcn
een «Kleine Boomgaardstraatte Pol-
linkhove «De Groenen Boomgaardhoek».
Dit bewijst dat de «boogaard» als een
zekere vermaardheid bekend stond.
Sommige namen van wijken in Veurne-
Ambacht wijzen ook op een overvloed
aan houtgewas, dit hoofdzakelijk in t
Houtland van Veurne-Ambacht.
In een oud handschrift, gejaarmerkt
1713, waarin de beschrijving der prochiën
en leenen van de Cassclrie van Veurne
staat duidelijk vermeld’t Eikenhout in
Veurne-Ambachtsch Houtland is hout
voor timmerwerk en oorlogsschepen
(splintert niet lijk 't Engelsch hout) en
is drie maal zoo sterk als ’t uithecmsch.
Verder staat gesproken van olmen, iepen,
esschen, abeelen (espen), populieren, wil
gen.
Dit alles wijst me op sterken, houtgroei
in die streek in die tijden en is me een
verzekering voor de waarheid bevat in
andere gegevens (kaarten, enz.) nopens
den kweek van fruitboomen.
’t Is dan ook niet te verwonderen dat
Veurne-Ambacht mocht fier zijn op ver
schillende beste appelvaricteiten, die haar
naam dragen, n.l. Veurnsche grauwe Re
netten, Veurnsche Zoete en Belle de Fur-
nes (Ëd. Bieswal).
Volgens anderen van dagen, die in 1870
IBBBBBSaBBBBflBBBBBBBBBBBBBBB
aan het hoofd dex- bende te stellen, dan
kon ik mij met moeite losrukken aan de
liefkoozingen mijner gade. Ik durfde
schier niet voorwenden, dat ik voor het
eene of andere zware ongeval in den
nacht moest vertrekken. De goede vrouw,
bekommerd om zijn deerniswaardigen
toestand, zag met tegenzin, dat ik mij
aan te groote vermoeienissen blootstelde,
en spoorde mij aan tot een rustiger leven.
In dezen toestand van misnoegdheid cn
wanhoop, van wroeging en verzuchting,
van willen en niet kunnen, verkeerde ik,
toen gij, mijn zcon Herman, het levens
licht aanschouwdet. Ik kan u niet zeggen,
hoe wel het mij ter harte was, toen ik dit
pand onzer liefde in mijn armen ont
ving. Het ongelukkig schepseltje scheen
mij een verzoeningsoffer, dat zich tus
schen den boosaardigen vader en de ver
gramde Godheid plaatste. Toch kon ik
mij niet weerhouden, somtijds een mede-
lijdenden blik op het kind te werpen, als
ik mij de vragen stelde
Zal dit kind niet, van zijn geboorte
af, tot vloekbaar bedrijf van zijn vader
gedoemd zijn? Wat anders kan ik hem
ten erfdeel achterlaten dan een met bloed
bevlekten naam en den titel van kapitein
eener dieven- en moordenaarsbenden?
God alleen weet, hoe lang ik nog zou
gedobberd hebben, tusschen het goede,
dat ik wel zag en verkoos, en het kwade
dat ik vloekte en toch bedreef. Maai’ er
trad in het midden diet- dobberingen, een
gebeurtenis voor welke over mijn lot be
sliste en eensklaps aan alle twijfelingen
een einde stelde...
Herman was twee maanden oud, en
dikwijls stond de moeder ’s nachts op om
het te verzorgen; en dan was zij het
meest bekommerd om mij niet wakker te
maken. Zij wist, dat ik niet genoeg rust
genoot, en vreesde, een oogenblik slechts,
mij den slaap te beletten. Op zekeren
nacht hoorde zij mij een gil uitstooten.
Mijn tanden klapperden, mijn lippen be-
wagen zich; eensklaps riep ik uit:
Neen, ik ga niet met u! Ik wil geen
kapitein der Bokkenrijdersmeer zijn...