DE ROKKEN RIJDERS Officieel© Berichten en Bef*iten ÏOns KINDERBOEKJE Ons Vrouwenhoekje VOOR ONZE KLEUTERS op de fortuin dat de kans binnen enkeledagen door EEN MILLEOEN kan betaalbaar maken Koop heden nog een Biljet der uw laiBiur illlllllflIlIfililiiMJIlUllllHIllitillIUIIIIIIliliüthilllilIlUHilllilUiiiilUIIIIIIHIIIIIIIItl Het is DE POPERINGENAAR van 22-2-41. 8’ BL DE VERDUISTERING MAAN Neem een Hypotheek op de kans het manneke uit door ECREVISSE een Witten check ■■■■aaBBHDaiaia&saaaaBaMsaaai EEN CONCORDAAT IN ZAKE DE CRÉDIT ANVERSOI3» LUXEMBURGSCHE FRANKS MOETEN INGELEVERD WORDEN UITSLAG AANBESTEDINGEN VOOR UW DRUKWERK HBBBBBBaBBaaBBSBnaSBBBBBBBia A ONS WEKEL1JKSCH RAADSEL IBBBBBBBBBBBBBBBKBBBBBBBBBBB ZELF AARDAPPELMEEL MAKEN ONZE AARDAPPELEN- VOORRAAD H BESLUIT BETREFFENDE DE ORDENING VAN FIET BEDRIJFSLEVEN DE MANDENMAKER GEMALEN ERWTENSOEP OM BRUINE ZEEP TE MAKEN met producten die nog voor de hand zijn. NUTTIGE WENKEN AANBESTEDINGEN DE TELLING DER VOORRADEN VAN BOUWMATERIALEN BEVOLEN HET BETALEN VAN MILITAIRE PENSIOENEN EN TOELAGEN PLUNDERAARS VAN DUITSCHE AUTO’S ZULLEN DOOR HET KRIJGSGERECHT GEVONJ'IST WORDEN BEEBflnBBBSIBBBBBSainMBaBaBII KINDJE IN KOKEND WATER GEVALLEN TE HASSELT WWWM t®« ns® CE Maartse! ie buien! J Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag onder 19.11 19.13 19.14 19.16. 19.18 19.19 19.21 an- een 't* ZON op I 8.43 8.41 8.39 8.37 8.35 8.33 8.30 IN DE HEVIGSTE PIJNEN OVERLEDEN Hst vijfjarig knaapje der echtelingen Jacobs-Palmers, dte een drankgelegen heid houden in de Koning Albertsiraat te Hasceit, kwam door een onvoorzichtig heid in een kuip kokend water terecht, waardoor het kind brandwonden opliep, die van zulken ergen aard waren dat het In het hospitaal, waar het was overge bracht, daags nadien overleed. Alderliefste Lezeressen, Vrienden Lezers, denkt er aan: Woensdag, moet ge naar de kerke Om een asschenkruisken gaan. Verheye een jpftige'stof, Diksmuide, 1.638.972,75; Van Huele L. R. Elkeen voelt in ’t harte meë Al de ellende en al het wee Dat die ouders lijden... Zoo iets, neen, vergeet men niet, En het blijft een hartsverdriet Tot in verste tijden. TIJDEN RIJMT MET GLIJDEN. De uren glijden heen en daarom is 't met recht en reden dat Knulleken zegt; Legt ge nu uw pen maar neer... Zeg maar vrank: het is gedaan. Ik ga slapen... doe het ook Vriendschap. 't Manneke uit de Maan. want hij zag den dood met rasse schre den naderen... Moeder en kinderen snel den naar het loofhuisje en mochten daar tranen storten in vrijheid, zonder te vree- zen, dat zij het einde van den stervende zouden verbitteren... Doch, in het mid den hunner smarten, vergaten zij niet, dat het eene zalige gedachte is voor den stervende te bidden, opdat zijne reis naar het verblijf der gelukzaligen des te spoe diger voltrokken worde. Helder blonken de sterren aan den wol- ksloozen hemel. Jubelend klonk de stem van den nachtegaal in het struikgewas naast de bergwoning. Zacht bruisten de Maaswateren over een keiachtigen bo dem. Geen gedruisch stoorde de majesteit van den heerlijken Meinacht toen plot seling een getam op den kerktoren van Geulle zich liet hooren. Het was de slag der middemachtklok. Monica, Herman en Martha baden te zamen den Angelus, het gebed van het woord dat mensch was geworden. Nauwelijks was deze heilige verzuch ting geëindigd, of de stem Van den pries ter werd aan de ingangsdeur gehoord. Zij rampzalig leven!... God is rechtvaardig; snelden te zamen naar het ziekbed en mochten den laatsten ademtocht ontvan gen van den stervende en zijn oogen toe sluiten... De moeder had tot dezen oogen- blik heldhaftig tegen haar bittere smar ten geworsteld; thans was de maat vol en stroomde over. Bewusteloos viel zij met het hoofd op het bed. De kinderen de mijn goede gave te bedroeven. Wat mij thans bekommert is, dat ik u, mijne zoo dierbare vrouw en kinderen, aan u zei ven moet overlaten... Doch, God zij gedankt, dat ik op mijn sterfbed den hei ligen man wedervind, welke u allen onder zijn bescherming en waakzaamheid wil nemen! Betrouwt op hem; vraagt en volgt, in elke gewichtige zaak, den raad van dezen wijzen en voorzichtigen man! Plechtig was het tafereel, toen de ster vende, na een oogenblik zijn geestes krachten te hebben verzameld, zijn han den op de hoofden der kinderen legde en tot hen sprak: Mijn welbeminde kinderen, ontvangt thans den zegen van uw stervenden va der. Herman, wees de steun en troost uwer moeder! Wees de beschermer uwer zuster! Bemin den arbeid, want de ledig gang is de bron, waaruit alle kwaad voortvloeit... Wees spaarzaam met uwe vriendschap en schenk dezelve slechts aan beproefde deugdzame menschen... Leer uit het voorbeeld van uw ongelukki ger! vader, waartoe de omgang met be dorven gezellen den deugdzaamsten en wijsten jongeling brengen kan! Onthoud u van alle spel waarin het belang ge mengd Is. Doe of onderneem nooit iets, ais gij toornig zijt. Waan u nooit te sterk om een misstap te begaan... Hebt gij raad noodig. wend u altoos tot deugdzame en bij voorkeur bejaarde lieden; de onder vinding is een kostbare school. Waak over Martha gelijk een moeder; mochten ooit hare eer en faam in gevaar zijn, snel haar EEN DUIDELIJK ANTWOORD was ’t ook, ’t antwoord dat Mieleken Pot aan z’n patroon gaf. Mieleken Pot kwam te laat op z’n werk en z’n baas vroeg hem 'hoe ’t kwam dat hij zoo laat arriveerde. ’k Heb m’n haren laten snijden, zei Mieleken. Onder de werkuren? sakkerde de baas. En waarom niet? antwoordde Mie leken... M’n haren wassen toch ook onder de werkuren. als glas en de spinnen vluchten weg, tus- schen de steenen en de gebroken tichels. Nu vreest de mandenmaker niets meer. Hij weet dat hij hier in dit huis alles kan overwinnen met zijn wapens tegen die vervloekte tooverij. Hij stoot de eer ste, de beste deur open. Vóór hem ligt een groote halfduistere zaal: de muren zijn behangen met roode lakens en gansch de vloer is bedekt met een rood tapijt. Opeens beginnen de wanden te bewegen en ook het tapijt golft op en neer. Een vervaarlijk gesis stijgt op uit den grond. Manten laat zich niet afschrikken en wil eerst zien wat dat beteekent. Hij moet niet lang wachten, want daar komen van onder het tapijt en van achter de lakens tien, twintig, honderd vreeselijke slangen koppen omhoog wringen. Weldra is de zaal gevuld met wild-dooreenkronkelende slangen, en al die glurende oogen zijn gericht op één mensch. De eerste angst die hem bij het zien van die vele gevaar lijke beesten bevangt, is vlug overwon nen en Manten weet wat hier te doen staat. Hij neemt het tooverfluitje en' be gint zachtjes te spelen. Plots vallen al de wilde slangen stil. Zij luisteren als betooverd naar die zoete tonen. Zij laten zich meeslepen, richten zich op en be ginnen zachtjes te wiegen op de maat van het lied. Manten vindt er genoegen in en laat de slangen zoo een heelen tijd dansen. Dan verlaat hij al spelende de roode zaal. t’t Vervolgt). Daar de Luxemburgsche frank op 1 Maart uit het verkeer wordt getrokken, diénen de personen, die in bezit zijn van Luxemburgsche franken, deze vóór 28 Fe bruari bij de Bank van Uitgifte uit te wisselen. De uitwisseling zal geschieden op basis van 1 Luxemburgsche frank voor 1,25 Belgische frank. BUIEN KAN ’N MENSCH ook hebben binst z’n leven. Alz >o als ge slecht ge mutst uit uw bed stf pt, dan wordt er ge zegd; hij heeft z'n kwade bui... Zijt ge goed gemutst, dan Hinkt het: hij heeft z'n goede bui... Allee, alderliefste Leze ressen en vriendelijke vsenden Lezers, ik wensch U allen voor morgen Zondag een v.-ooitjke bui! JANTJE HAD ’N KWADE BUI en hij kreeg 'n afstraffing van zijn moeder en m<>«der mi Kinderen die braaf zijn, gaan naar den hemel; kinderen die stout zijn gaan naar de hel... En welke kinderen gaan naar de ci nema? vroeg Janneken met ’n onnoozel gezicht. MET Z’N ONNOOZEL GEZICHT stelt Knulleken mij deze vraag: Manneken, daar is een hond en die ligt met een ketting van drie meters aan troffen maatregelen. Nochtans kan het Hoofd van het Ministerie van Ekonomi- sche Zaken, wanneer hij zulks billijk acht, een vergoeding toekennen. Het Hoofd van het Ministerie van Eco nomische Zaken kan den grondslag en de wijze van inning vaststellen van bijdra gen en vergoedingen welke ten laste vallen van de ondernemingen, ressorteerend» onder de organismen, hebbende het ka rakter’ van openbare instelling. Aan degene die bij nalatigheid inbreuk plegen op de bepalingen van de in uit voering van onderhavig besluit getroffen besluiten, kan door de gezagvoerders van de bedoelde organismen, de betaling, bij wijze van tuchtmaatregel, eener som van ten hoogste 10.000 fr. worden opgelegd. Tegen deze beslissing kan binnen de vijf dagen na de kennisgeving bij aangetee- kenden brief aan den betrokkene, in be roep worden gekomen bij het Hoofd van het Ministerie van Ekonomische Zaken. Vallen niet onder toepassing van de bepalingen van onderhavig besluit, de ondernemingen en beroepsvereenigingen, die verband houden met den land-, tuin of boschbouw. Zooiets moogt ge niet vergeten! Lijk de Vlaming van weleer Houdt die christlijke traditie Als een schoon gebruik in eer. EER IS T TEGENOVERGESTELDE van oneer. Die Heineman van Brussel is er ook met oneer van af gekomen. Hij is zoo rond de vijf en dertig jaar oud en ne pronte kadee, al zoo te zien. Maar schijn bedriegt en dat heeft 'n ouw savooi van vijf en zestig jaar ondervonden. Ze had met dien Heineman kennis gemaakt en was ze nu niet verliefd geworden... Ze had bijna z’n grootmoeder kunnen zijn. Die Heineman legde ’t zoo fijn aan boord dat hij van die ouw taart drie honderd duizend frank wist los te maken, zoo ge zegd om zaken te doen... Maar weet ge wat hij met dat geld uitstak? Hij kocht schoone kleeren en goudwerk voor z’n lief, die meid was in ’n cafeken in Leo- poldsburg en hij huurde voor dat lieve 26 Febr. Te 11.30 uur. ter N. M. der Waterleidingen, 75 Clovislaan, Brussel, leveren van verbindingsstukken en kra nen voor den plaatselijken dienst van ROESELARE. Stukken, prijs 10 fr., ter Maatsch. (postch. 884.88). Aanget. in- schrijv. 24 Febr. 4 Maart. Te 11 uur, ten Stadhuize te ROESELARE. bouwen van een aflei- dingsduiker van de Mandelbeek, linker- vaartoever. Bestek (Febr. 1939) 1.885.908 fr. 83. Stukken ter inzage ten Stadhuize, bureel der werken (1“ verd.). Verdere inl. ook bij Bouw- en StudiebureauSint- Niklaas. 6 Febr. Te 11 uur, ten Stadhuize te TORHOUT, bouwen van een nieuwe de kenij. Bestek 225.613,54 fr. CLAEYS J. en VAN COETSEM G.. te Kortemark en Torthout. 288.331,02Ver- scheure A., Ichtegem. 305.815,19; Cloetens O. en Claeys G., te Torhout en Aartrijke, 307.248,38; Boncquet A. en G., Nieuw- poort, 331.477,88 fr. 6 Febr. Te 11 uur, ten Stadhuize te KORTRIJK, riool- en bestratingswerken in ontworpen straten in het kwartier der Leopold III-laan. Bestek 1.546.436,50 fr. J. VANLEYNSEELE, Izegem, 1.495.079 fr. 25; Degroeve Fr., Körtrijk, 1.832.327,90. 7 Febr. Te 2 uur, voor den Heer Verschoore, 69 Langestraat. Oostende, herbouwen van de Nieuwpoortbrug over het kanaal van Nieuwpoort naar Duin kerken, te VEURNE. HENDRYCKX Pr., Veurne, 1.137.198 fr. 81A. J. De Groote en H. Catrysse, 1.428.181,56; Pickery H., Willebroek, fr. 1.443.688,73Soetaert J., Oostende, fr. 1.489.385,05; Casteleyn A„ Gistel, 1.563,998 fr. 77; Aannemingen M. en J. Braet, Nieuwpoort, 1.634.674,19; Verheye R-, TA 11 .1 1 Z'OO *7C 17 TT...1* T Tl M. en E. gebr., Oostende, 1.675.002,75; Idylle J„ id., 1.693.531,28 fr. HFebr. Te 11 uur, ten Gemeente- huize te AARSELE, bouwen der nieuwe schoollokalen .Bestek 449.425,95 fr. Geen inschrijvingen. BBBBBBBEBBBBBBEBBBBBBBBBflflBI wendt U ter Drukkerij SANSEN-VANNESTE Gasthuistraat - 15 - Poperinge UtBBaBBMBBflBBaBHBaBBBaflflBBBB gevestigd houden; uw handel en wandel gadeslaan; mij in uw geluk en In uw deugden verheugen. De man zweeg; zijn oogen bleven he melwaarts gericht. Na een poos stilzwij gende beschouwing, gaf hij te kennen, dat hij met den priester wenschte alleen te zijn. Snikkende wierpen vrouw en kinderen zich voor de voeten van den stervende; zij klampten zich vast aan den echtge noot en vader, als wilden zij met geweld het dierbare leven bij hen houden, dat op het punt stond hun ontrukt te worden. kind 'n schoon appartement... Maar, schoone liekens En duren niet lang. Thans zit die Heineman In het gJh'ang. Tijdens z’n proces is ’t uitgekome- wat voor ’n gemeene schurk hij is. 'n Jaar of tien geleden werd hij re^ds tot vijftien jaar dwangarbeid veroordeeld voor in braak en poging tot doodslag... Na zeven jaar lieten ze hem vrij. Enfin... nu mag hij weer eens gaan nadenken over z’n heldendaden! Hij zal er tijd genoeg voor hebben, want hij kreeg nu vijf jaar en moet z'n vijftien jaar weer opnieuw be ginnen... WE BEGINNEN NU MAAR SEFFENS met ons kalenderken. Zondag 23 Februari: SS. Pieter. Damiaan. Leonora. Melde! 't Is een groote schat’ Ei! daar is een Vlaamsche stad En die stad heet: Meenen. Meenen komt hier ook te pas Want de liefde loopt soms ras Vliegensvlugge henen. Herman zelf heeft opgekweekt. Het oud bruintje eet schier het genadebrood: al hoewel gebukt onder de jaren, schijnt hel trouwe dier jeugdige krachten te herne men, wanneer Herman on Martha het zelve beklimmen om door de modderige wegen, naar de eene of andere plaate zich te begeven. In den koestal staan drie bonte koeien! hare blinkende huiden, ronde ruggen, slepende uiers getuigen, dat de nog jonge Martha zich aan veeteelt verstaat. Vergeten wij niet eene eervolle melding te maken van Hector, een roodhariger dog. welken de kinderen hadden opge- voed. Dit dier paart eene vocröeeldelooze trouw mst een zeldzaam vernuft; nil eens bewaakt hij de paarden en de kceien op de weide, de vruchten op den akker, het ooft in den boomgaard; dm w.dtf bewijst hij allerlei huiselijke diensten. ct Vervolgt) Op Vrijdag had de a'gemeene verga* dering van de aandeel houders van d» Crédit Anversois plaats. Door den Raad van Beheer werd verslag uitgebracht over den toestand zooals deze zich sedert 2 De- I cember 1939 ontwikkeld heeft. Dit verslaf werd goedgekeurd. Voorts nam de vergadering alle voor* stellen van den beheerraad aan betref* fende de vervroegde ontbinding der ven nootschap, de aanvraag tot een gerech telijk akkoord en de benoeming van een college van zes vereffenaars. hof gelijken, terwijl in den herfst de jonge weelderige boomtakken onder het ooft gebogen hangen tot tegen den grond. Door ’s priesters ondervinding aange- spoord, beproeft Herman allerlei verbete ringen in de boerderij. Do voet der bergketen, alhoewel zeer kiezelachtig, is zoo ernstig met pikkel en spade aangetast, dat de berg zelf schijnt achterwaarts geweken. Het steengruis wordt van den vruchtbaren grond ge scheiden; met het eerste verbetert de jonge landbouwer zijne wegen; met den laatsten vervruchtbaart hij de landen of verdroogt hij de laatste plaatsen zijner erve. Dc druivelaars hebben zich verme nigvuldigd rondom het huis, de schuur en den stal. Hunne sappige scheuten heb ben zich langs de gevels en zijmuren uit gestrekt; het dicht loof breekt in den zomer de brandende zonnestralen en on derhoudt binnen de gebouwen eene wel dadige fristhheid voor menschen en dieren. In den stal staat, naast het oude bruintje, een allerfraaist ruinpaard, dat A MAART De korte maand is weggewaald En winterkou moet wijken. Als Mientje zijn spinazie zaait, Komt ook de zon eens kijken. Kijk, boven in een kalen tak, Daar bouwt een ekster, prachtig; En in den houtkant, bloot en blak, Een merelnest, waarachtig! De lentezoelte, week en zoet, Komt door den tuin geloopen; Komt langs de dorenhaag en doet De groene botjes open. ’t Is Maart, en moeder Brengt vandaag Sint Jozef’s beeld beneden. Een lachje zon komt vlug en graag, De keuken ingegleden. O Maart, wat doet gij op één dag, Ons gansch den Zomer smaken. Hoe eerlijk is uw open lach, Die alles doet ontwaken. OPLOSSING VORIG RAADSEL PIL AAR - PILAAR. Ge moet maar aan zijn staartje trekken Om het algauw te wekken; 't Schrikt op, zijn kop wordt rood. Maar trekt ge niet en blijft ge gapen, ’t Begint opnieuw te slapen, En ’t slaapt zich soms wel dood. Meer dan vijf jaren, zegden wij reeds, zijn over het hoofd van den man gevlo gen, sedert hij den lijkstoet van de berg woning naar de kerk van Geulle volgde met Monica, Herman en Martha. Zijn haren zijn van grijs wit geworden; maar zijn geestvermogens hebben geleden van den alles vernielenden tijd. Het is geen wonder, dat deze man den last als heilig aanzag, welken de ziel togende Frans Lemmens hem oplegde en Monica’s dood nog verzwaarde. De man gaat onder de jaren gebogen; desniette genstaande ontbreekt hij nog aan geen plicht. Herder zijnde in den vollen zin des woords, bewaakt hij tot het- laatste schaap zijner kudde met vaderlijke zorg. Als mensch geeft hij alles ten beste voor zijn evenmensch; als kristen kent hij geen ander doelwit dan den wil vol brengen van God. Wat hij twintig jaren voor Geulle geweest is, dat is hij thans nog: een raadsman in de moeilijke za ken; een scheidsrechter waar twist staat op te rijzen; een vader voor allen, zelfs dan, wanneer hij moet vermanen of be rispen. Deze afgesloofde ouderling gaat nog da gelijks, op zijn stok steunende, door de wilgenboomendreve naar de bergbewo- ning. De oude mopshond vergezelt fcm tot nabij den tuin; dan snelt het dier vooruit en gaat ’s meesters komst aan kondigen. Herman en Martha gaan hun nen vader zoo noemen zij den priester te gemoet en ontvangen zijnen zegen. Met verrukking werpt de man zijne blik ken op de verbeteringen, waarvan zich overal de sporen opdoen: want hij schept een innig behagen in al datgene, wat men de vruchten van een schranderen arbeid noemt.* Dat de bergwoning een heerlijk aan zien heeft gekregen, daartoe heeft de oude priester veel bijgedragen... Hij heeft den groenselhof doen omgeven door een witte doornenhaag. Door zijn toedoen door snijden de regelmatige rijen appel-, peer-, kersen- en pruimenboomen, de weide. Liefde’t Is een groote schat Ei! daar is een Duitsche stad En die stad heet: Düren. Duren komt hier ook te pas Want de liefde, 't bleek soms ras Liep uit op: bezuren. .uaandag 24: SS. Mathijs. Marcellina. Modest. Hooren! Zien! En zwijgen Is een gulden raad. Wilt ge rustig leven Neem dien wensch te baat. «nsdag 25: SS. Wal’ourgis. Gothard. Adelm. Adeltrudis. Doedt ’t Goed Haat ’t Kwaad. Woensdag 26: Aschdag. SS. Porphyrins. Alexander. Leonius. Nestor. Over honderd jaren Zijn ze, klein en groot, Die dit kunmn leien, Zijn ze, allen dood. Wilt ge daaraan denken 't. Doet u vast geen kwaad In den catechismus 't Dus te lezen staat. Donderdag 27: SS. Leander. Gelaas. Ho- norina. De beste koeikens worden Doorgaans op s’ïal verkocht; Die spreuk zal 'k u verklaren Zoo gij ’t niet weten mocht. Bedoeld wordt flat een meisje Dat loopt naar feest en. bal En draaft van hier naar ginder Er... overschieten zal. (Knulleken). Vrijdag 28: SS. Romaan. Basilia. Ermina. Leest ge honderd liedjes Met het woordje hart, Ziet ge honderd keeren Hart rijmt dan met smart. Zaterdag 1 Maart: SS. Albijn. Rogier, Sl- gismond. David. Maart Roert z’n staart... Dagen Met sneeuw eiregeavlagen... Ge Weet Dat heet Terwijl de wolken kruien: 1 ci n i-k L linn t De rauwe aardappelen dun schillen en raspen. Om geel of bruin worden van het geraspte te voorkomen, is het aan te -bevelen, het werkje in een kom met water te verrichten. Als het raspen is afgeloopen, giet men alles door een fijne zeefhet uitstroomende water vangt men op, laat het rustig bezinken, giet het bo venste vocht af en zeeft het bezinksel opnieuw. Op die manier gaat men door totdat het water, dat door de zeef loopt, volkomen helder is. Het bezinksel wordt ten slotte gedroogd. Wie een voorraad winteraardappelen heeft opgedaan, is zeker zoo verstandig geweest, dezen een droge, vorstvrije en liefst wat donkere bergplaats te geven. Een niet vochtige kelder is daarvoor ge schikt, ook de zolder leent er zich meestal voor. De aardappelen mogen niet te hoog op elkaar gestapeld worden; ze zouden an ders te veel op elkander gaan drukken. De bewaarplaats moet goed geventileerd worden. Om het uitloopen eenigszins te voorkomen werkt men den voorraad elke drie weken om; de scheuten die de aardappelen heb ben gemaakt, breken dan uit de oogen. Rotte exemplaren dient men zoo gauw nipgelijk te verwijderenze steken de anaere, die nog gaaf zijn, aan. De uitloopersmogen in geen geval worden gegeten, daar ze f namelijk solanine, bevatten. Het is noo- dig, ook de oogen van uitgeloopen aard appelen zorgvuldig uit te snijden. Onze stadsgenoote behoeft de bevroren aardappelen niet weg te doen. Er bestaat een eenvoudig middel om den zoeten smaak zoo niet geheel, dan toch grooten- deels weg te krijgenmen brengt een kleine hoeveelheid, bijvoorbeeld een em mer vol, eenige dagen op gewone kamer temperatuur en kookt ze daarna op de gewone manier. Ook zou men ze kunnen verwerken tot gebak of tot een pikant sIhh t j e 4BBBBBBBBBBBBBMBBBBBBBBBBBBB ter hulp, al moest gij uw leven voor uw zuster ten pande stellen. Gij, Martha, omring moeder met meer dan liefde, met meer dan eerbied. Span al uwe krachten in om haar het leven aan genaam te maken. Verzacht, zooveel het in uw macht is, den zwaren arbeid van uw broeder; wees hem in alles onderda nig, want ik stel hem voor als uw vader. Neem beide den herder aan als uw voogd, uw leidsman... Wacht u van ooit u naar het land van Valkenburg te bege ven. Dat niemand, wie ’t ook zijn moge, u kenne als de kinderen van Hendrik Ruyter of van Joos Hendriks; want gij zoudt al aanstonds de wraak der Bokken rijders op u zien nederstorten, gelijk de hagel op een oogstveld. Uw familienaam is thans Lemmers; dien naam heb ik, hier komende, aangenomen; ik heb hem met eer gedragen, gij moet hem blijven behouden... Ook uw moeder is thans Mo nica Ceusters, en zal, met dien naam, wel den weg naar den hemel vinden. Zoudt gij ooit, door het eene of andere toeval, bekend worden voor wie en wat gij zijt, verlaat dan zoo spoedig mogelijk het land en begeeft u over de Maas. Werkt met vereenigde krachten, om aan uwe goede moeder geheel de som geluks te verschaf fen dat zij zoo ruimschoots verdient. En gij, dierbare echtgenoote, zegde de stervende, terwijl hij de handen der vrouw in de zijne drukte, draag zorg voor uwe gezondheid opdat gij nog vele jaren als een beschermende engel bij onze kin deren kunt verblijvenOp dezen oogenblik vraag ik, voor het laatst, vergiffenis voor al het leed, voor al de bekommernissen, voor al het ongelijk, welke ik u heb ver oorzaakt. Vaarwel, mijne lieve en teerbe minde gadeVaarwel gij engelin van mijn hij zal u het loon schenken voor alles wat gij gedaan hebt; want alles wat de we reld bevat, kan zulke deugden als de uwe niet vergelden! Vaarwel, mijne lieve kin deren. Troost u; ginder boven ga ik op uw komst wachten! Uit het verblijf der zalige geesten, zal ik mijn blikken op u T WAS NA DE WERKUREN en m’n kozijn Dries zat op ’n zomeravond aan z’n deur te klappen met enkele geburen. ’t Was warm geweest binst den dag en nog warm nu met den avond. Kozijn Dries had z’n muts op z’n knie gelegd en zat dsar nu met zijnen blooten kop, die echte bloote kop was, want daar was met ’n 'vergrootglas, geen haarken op te ontdekken... Kwam daar Zanderken Schotels aangewandeld. Zanderken was ’n leutig ventje en niet op z’n tong geval len. Hij wist altijd iets grappigs te zeg gen. Spijtig dat hij ’n kasken op zijn rug droeg en in ’t dorp dan ook den bijnaam had van ’t Bultje Goeien avond samen! zei Zanderken toen hij voorbijstapte. En wijl kozijn Dries daar met zijn kletskop bloot zat, vond Zanderken het geestig te zeggen: De volle maan schijnt! Maar kozijn Dries had seffens ’n ant woord gereed: Ja, Zanderken... de maan schijnt... over bergen en dalen... Zanderken was rap weg. Hij had dien avond zijn meester gevonden. MINUS HAD HET OOK GEVONDEN. Hij wilde een kalf smokkelen, maar de komiezen aan de grens hielden zoo goed de wacht, dat het om zoo te zeggen on mogelijk was met dat kalf binnen te ge raken... Daar bleef Minus dus niets an ders over dan de inkomende rechten te betalen... ’t Gebeurde voor den oorlog van 1914 en vijf of tien frank inkomende rechten dat was toen voor een arm Kem- pisch boerken een heel bedrag. Geen won der dat Minus ’s nachts lag te peizen: hoe ga ik dat klaarspelen? En na lang peizen had hij ’t gevonden... Hij nam z’n hond, stak dien hond in ’n groote mancf die met een deksel gesloten was en zetté die mand op ’n kruiwagen en kwam zoo, na een omweg, de grens over... Wat zit er in die mand? vroegen de komiezen. ’n Hond! zei Minus. Ze wilden ’t niet gelooven en Minus moest de mand open doen... Roef! De hond wipte er uit en liep wat hij loopen kon, weg! weg! weg! Ziet ge ’t nu, sakkerde Minus... Nu kan ik er zelf achterloopen... In den namiddag kwam hij weerom. Opnieuw met ’n mand op z’n kruiwagen. Moet ge m’n hond nog ne keer zien? vroeg hij al van verre aan de komiezen? Nee! Nee! ’t is goed... Rijd maar door! riepen ze hem toe. Maar in de mand lag er nu geen hond, ’t Was ’t kalf en zoo smokkelde Minus z'n kalf... ’t Is echt gebeurd, al is ’t dan ook om trent dertig jaar geleden. VEEL GELEDEN wordt er nu in die huisgezinnen en families, zoo rampzalig zwaar getroffen door het verdrinken van die kinderkens, vijf en dertig, in ’t Albert- kanaal. 19. De poort van het tooverkasteel. Het is eigenlijk geen poort meer; daar staan alleen maar de grondvesten van twee ver vallen torens, gansch bedolven onder een Wildernis van ranken en bramen. Van daar uit loopt een vochtige weg, onder oude eikenboomen, naar het groote ge bouw. Zonder aarzelen gaat Manten dien weg op. Hier is hij nu op het erf van de ge duchte Kruisspin en moet hij zeker dub bel goed opletten. Daarom houdt hij zijn wondertwijgen en het tooverfluitje ge reed. Het is hier stil als in een graf. Hoe akelig, zoo te moeten gaan op een plaats waar niets meer leeft. De oude eiken spreiden doode takken boven zijn hoofd uit. Manten bespiedt vooral het kasteel, daar aan het uiteinde van de dreef. Een somber gebouw, waarvan de muren bijna gansch begroeid zijn met klimop. De groo te deur en de ramen zien er vuil en ver vallen uit. Het dak is ingezakt en rechts steken de verbrokkelde puinen van een ronden toren er boven uit. Alles is dood. Toch woont hij erinzegt Manten en ik zal hem wel vinden Opeens wordt die doodsche stilte ge broken door een vervaarlijk gekrijsch van vogels. Het zijn de zwarte vogels van den toovenaar. Zij stijgen op uit het kreupelhout van het park, bezijden de dreef. Met nijdig-open bek en wreede klauwen komen ze op dien éénen mensch aangcvlogen. Het wordt een wild gewar- rel van groote zwarte vleugels en roode vogelbekken boven het hoofd van Man- tën. Maar deze staat gereed om ze alle maal te ontvangen. Hij weet reeds hoe ze niet tegen den slag van een toovertwijg kunnen. De vogels blijven juist boven hem zweven en schijnen op een teeken te wachten om hem te lijf te gaan. Nu denkt Manten ook aan een teeken. Als hij eens het tooverfluitje bespeelde. Daar weerklinken reeds de zachte tonen van het lied, dat alle woest geweld kan stilleggen. En zie, ook de zwarte vogels van de Kruisspin kunnen niet weerstaan. Tot groote vreugde van den manden maker strijken ze neer op den grond en blijven rustig zitten luisteren. Al spelen de wandelt hij nu tusschen de vogels, die verwonderd opkijken en geen vin meer verroeren. Zoo komt Manten aan het kasteel. Hij staat voor een oude, zware deur, die ge sloten is als een rots en door niemand zal opengedaan worden. Manten tikt even met één der twijgen tegen het hout. Kijk, de geweldige deur begeeft en met een kleinen stoot kan hij ze geheel open duwen. Vóór hem is een duffe, donkere gang, waarin drie zijdeuren uitkomen. Wanneer de mandenmaker den eersten stap naar binnen zet, verschijnen plots ontelbare akelige spinnen vanuit de sple ten der wanden en van den vloer. Ze be ginnen overal draden te weven en willen hem In een dicht net gevangen zetten. De draden branden in zijn huid en met de hand kunnen ze niet gebroken worden. Maar Manten neemt een toovertwijg en slaat er mee om zich heen. Het net breekt «BBBBBBBBSBBBBBBBBBBBBBflBBaB konden slechts door het onbeperkte gezag van den priester, van het lijk huns va ders verwijderd worden. Toen den volgenden morgen de zon bo ven de kimmen steeg, zat de oude pries ter nog naast het lijk te bidden... Weldra kwamen de vrouw en de kinderen hun gebed bij dat van den heiligen man voe gen. Deze bad de litanie der overledenen en zegde: Van den eeuwigen dood de moe der zegde: Verlos, o Heer, uwen dienaar, welke in u gehoopt en op u zijn vertrouwen De priester verwijderde ten zachtjes; gesteld heeft. Twee dagen nadien, werd het lijk van Frans Lemmens of liever van Hendrik Ruyter, van de bergwoning naar de ge meente Geulle ter kerk gedragen. De pastoor van het nabijgelegen dorp Elsloo officieerde; want de oude herder van Geulle met Herman, Monica en Mar tha gingen aan het hoofd van een ontel- baren lijkstoet. Rust zacht in den schoot der aarde, murmelde de oude priester, terwijl de grond op de doodskist nsderviel; uw ziel is reeds bij haren Schepper; want, zalig is de man. welke moedvol de wegen der boosheid verlaat en vol betrouwen tot God terugkeert. HOOFDSTUK VI. Er zijn ongeveer vijf jaren en een half verloopen, na den dood van Hendrik Ruyter, of wil men liever van Frans Lem mens. Over een jaar, heeft ook de deugd zame weduwe Lemmens het tijdelijke le ven tegen het eeuwige verwisseld. Ster vend beval zij hare lievelingen, Herman en Martha, aan den ouden dorpsherder. Zoo' werd de leermeester en vriend des vaders ook de beschermer en vriend der kinderen... Leeren wij derhalve dezen eerbiedwaar- digen man van nabij kennen: hij is een dier wezens, welke aan 't menschdom tot eere strekken. Wat meer is, op het too- neel dezer geschiedenis speelt hij zek»r geen geringe nA doen haar in de lente op eenen bloem- NOT—, J. G. te Veurne. Met hartelijken dank. Een en ander kan te pas komen. ’t Manneken. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBflBBBBBBBB ZOEKT G’IETS t’huren of te Icoopen, Zoekt g’ een meid, ’n plaats of wat? Zoekt niet langer.» plaatst nog heden ’n Kleine «ZOEKER» in ons blad. aBB3H5!3lQ«»3SaBflBBBBflaBBSBBfllBBflBBBBBBBflBBBBBaBBBBaBaBBBBB kW:;:;.|.:iBi;illlll!llllllMenSclwerk van 22 Februari 1941. - Nr 9-||||||||||||illlllllllllllllllllllllllllllllillIË g s Ss fl| I s s De laatste woorden uitsprekende, stak rugkaatste. Mijn leed en mijn smarten hij de hand uit naar den ouden herd'r, waren nog grooter, omdat ik deze stil- terwijl een glimlach van zalig genot om zwijgend moest verkroppen, daar ik vrees- zijn mond kwam spelen. 'I“ De vrouw zij had den priester niet meer herkend en de kinderen, als door een gelijkwerkende kracht in beweging gebracht, als slechts door een wil bezield, wierpen zich voor ’s l*rders voeten en besproeiden deze- met tranen van dank baarheid en liefde. Op een teeken van den zieke, hernam elk zijn plaats, waarna hij op plechtigcn toon voortging: Het beslissende uur nadert; stoor, bid ik u, mijne kalmte niet... Gij, mijne kinderen, kent thans mijn misdadig leven; aanhoort het einde... Zestien jaar zijn verloopen, sedert ik de baan der euveldaden verliet; gedu rende deze zestien jaren, heb ik onop houdelijk gearbeid om mijne voorgaande zonden uit te wisschen. Nochtans, hoe bitter heb ik geleden; Heb ik aan mijn voorbeeldige gade, tot loon harer deugden, een leven vol wisselvalligheden en ram pen geschonken, ’t is onzeglijk hoe schrik kelijk ik toch daarvoor heb moeten boe ten. Want de wereld, waarvan ik weleer mijn God maakte, verliet ik in den bloei mijner jaren. om in de eenzaamheid mijn leven te slijten. Voor een weelderig en gemakkelijk leven bestemd, moest Ik weelde en gemak verlaten, om in het zweet mijns aanschijns mijn brood te winnen! Waren mijn misdaden groot en menigvuldig, het is niet min waar, dat dezer herinneringen mij wreed gefolterd hebben. Mijn geweten was als een spiegel, die mij elk oogenblik mijn verleden te- Aan het Besluit verschenen in het Staatsblad ontleenen wij wat volgt: Het Hoofd van het Ministerie van Ekonomische Zaken kan, ter bevordering van ’s Lands ekonomie, alle met het oog t>p deze ordening noodzakelijke ekono mische reglementseringen uitvaardigen en alle daartoe vereischte maatregelen tref fen, inzonderheid: 1. - Overgaan tot de oprichting, prr be roep of per gewest van ekonomische or ganismen en deze aanstellen als de uit sluitende vertegenwoordigers van hun ekonomisch bedrijfsgebied; deze ekono mische organismen zullen het karakter hebben van openbare instelling; 2. - Bestaande professioneele groepee- ringen omvormen tot organismen, heb bende het karakter van openbare instel ling, of ze in een dergelijk organisme samenvoegen, deze met een speciaal sta tuut begiftigen en in voorkomend geval voorschriften geven omtrent het beheer en de aanwending der vermogens; 3. - Alle nijverheids-, handels- of am- bachtsondernemingen, hetzij Belgische, hetzij buitenlandsche of koloniale onder nemingen die op welkdanige wijze in Bel gië gevestigd zijn, alsmede alle van open bare besturen afhangende ondernemin gen in deze publiekrechterlijke ekonomi sche organismen onderbrengen; 4. - De opdracht, de bevoegdheid en de organismen evenals deze van hun leden bepalen; 5. - De gezagvoerders en de leden van de organen van deze ekonomische orga nismen benoemen en afstellen. Wanneer het algemeen belang het drin gend vereischt, kan het Hoofd van het Ministerie van Ekonomische Zaken aan een groepeering of organisatie met pro fessioneel karakter iedere waarneming van beroepsbelangen ontzeggen. Er kan geen aanspraak worden ge maakt op schadeloosstelling voor wijzi gingen aan bestaande rechtstoestanden toegebracht uit hoofde van de toepassing van de bepalingen van onderhavig be sluit of van de in uitvoering ervan ge- I Wellicht zijn er onder onze lezeressen wel die nog wat gemalen erwten in voor raad hebben. Ziehier hoe deze kunnen worden aangewend voor het bereiden van soep. Voor 6 pollepels water moet men 250 gram gemalen erwten rekenen. Het erw- temeel wordt eerst aangelengd met een weinig koude melk. Dit mengsel moet kleverig zijn maar helder. Intusschen het water laten koken in eene kastrol. Het mengsel er dan bijvoegen. Zout en peper bijvoegen en dan zachtjes gedurende een uur laten koken. Wil men deze soep nog aangenamer maken dan snijdt men een snede brood in teerlingvormige stukjes en laat deze in eene pan met een weinig overschot van vet kruinen. De stukjes brood in de soep mengen. Met in den laatsten minuut nog een stukje boter in de soep te werpen zal deze nog enkel verbeteren. OORLOGSPEPERKOEK 500 gr. zemelen; 300 gr. suiker; 250 gr. honig; 1 koffielepel bicarbonate; 14 l'ter melk; 1 koffielepel kanneel; Gember, anijszaad, gekonfijt fruit, enz. De suiker en de honig in de heete melk laten smelten; vervolgens de dere produkten bijvoegen. Gedurende uur op zacht vuur laten koken. STAMPPOT VAN WITTE KOOL OF SAVOOIEN MET KAAS Dat is een eenpansgerecht, dat ook zonder vlëesch Smakelijk en voedzaam genoemd mag worden. Benoodigdheden zijn, voor vier personen berekend, 1 y2 kgr. aardappelen, 3/4 kgr. witte kool of savooien, 150 gr. magere kafts, 60 gr. bo ter, margarine of vet, wat zout naar smaak en een beetje peper of nootmus kaat. De geboende of geschilde, gewasschen, in parten gesneden aardappelen opzetten met zooveel kokend water, dat ze hal verwege onderstaan. De fijn geschaafde of grof geraspte kool er op leggen en alles te zamen laten gaar worden in de gesloten pan( ongeveer een half uur). De aardappelen met de kool door mekaar stampen onder toevoeging van het vet. De geraspte kaas daardoor roeren en het gerecht op smaak afmaken met wat zout en peper of nootmuskaat. WORTELENCONFITUUR Weet ge wel, dat onze doodgewone winterwortelen uitstekend materiaal le veren om er confituur van te koken, die, wat smaak betreft, sterk doet denken aan orangemarmelade? Dien bijzonderen geur krijgt de confituur omdat er ook citroenen in worden verwerkt. Wie een voorraadje wil maken, neme bij 1 pond winterwortelen: 1 pond suiker, 1 dl. wa ter, het sap van 6 citroenen en de ge raspte schil van 3 citroenen. De wortelen worden zoo zuinig moge lijk geschild of zeer zorgvuldig afge boend met een hard borsteltje, daarna in dunne plakjes gesneden. Dan voegt ge er de suiker, het water, het citroensap en de geraspte citroenschil bij en laat alles tezamen, af en toe roerend, zachtjes in koken tot jamdikte, namelijk tot een druppel confituur, dien ge in een glas water laat vallen, in zijn geheel naar den bodem zakt. Vul er dan de goed schoon gemaakte potjes mee en sluit die goed af. De eenigé moeilijkheid voor dit recept zijn de 6 citroenen, die voor 't oogenblik tamelijk duur zijn. Maar wat wilt ge, te genwoordig wordt ieder recept wat be denkelijk wanneer we het woordje melk, boter, vet, vleesch, appelsienen, enz. zien staan. -<0>- Benoodigdheden 1 kgr. bruine zeep (met zegels te verkrijgen), 1 kgr. witte zeeppoeder, 2 pakken Vigor 1 soeplepel cristaux, 1 liter ammoniak, 9 liters water. Alles in een grooten ketel doen, deze op het vuur zetten en van tijd tot tijd wat roeren om ’t overloopen te voorko men. Als de massa kookt roeren en dan 1 y2 uur laten doorkoken. In een koele plaats laten verkoelen en ’s anderendaags mag men er gebruik van maken. Zoo bekomt ge in plaats van 3 kgr. zeep 2 volle emmers opgelangde zeep die in alles dezelfde dienst kunnen doen als zuivere bruine zeep. De zeep is niet meer bruin maar wel meer vuil-geel van kleur geworden. Probeer het maar eens, ge zult er. le zers, heel goed mee varen. Dit middel werd reeds in honderden huisgezinnen gedaan en bracht overal heel wat op beuring bij de huisvrouw. Kousen of sokken strijken na het wasschen is niet aan te bevelen. Vooral fijne kousen lijden daaronder. Beter is het, ze op een plank of tafel neer te leggen, als ze uitgedrukt en zachtjes uit geklopt zijn na de wasch, en met de hand glad te strijken. Dan worden ze gedroogd met den verkeerden kant naar buiten, waarbij men voet en hiel wat loshaalt om het drogen te bespoedigen. Ze zullen dan, na het drogen, even mooi glad zijn als wanneer men ze strijkt. Uw paraplu, hoewel niet stuk, laat misschien water doorsijpelen. Een uitste kend middel om dat te verhinderen is het volgende: Mén maakt een mengsel van twee deelen water en 1 deel azijn zure aluinaarde, strijkt dit rijkeiijk en gelijkmatig uit over het dakje van de paraplu en laat ze op een warme plek vlug drogen. Zonder dat vlügge drogen geen goed resultaat. Ook opgewarmde spijzen blijven zeer smakelijk en verliezen niets van hun aroom, als men ze niet direkt op de vlam, maar «au bain marie», dus in een groo- teren pot met zacht kokend water op temperatuur brengt. Wie gerookt vleesch in huis heeft en niet over een droge voorraadskamer beschikt, doet er goed aan het vleesch met een dikke zoutpap te bestrijken; dan beschimmelt het niet. Om zeep te sparen, verzamelt men de laatste resten van de toilet- en keu- kenzeep in een klein zakje van neteldoek, dat men toenaait. Daarmee kan men nog heelwat wasschen, terwijl anders de zeep- restjes in de afvoerbuis komen en die verstoppen. Sokjes en kousjes voor kleine kin deren kan men best met een beetje han digheid uit de beste deelen van groote- menschenkousen en tricots vervaardigen. 3BBBBBBBHQBBBBBBBBBBBBBSBBBB zijn nek. Nu legt gij op vier meters af stand een been. Roef... de hond is met dat been weg. Hoe kan dat, wijl de ket ting maar drie meter lang is... De hond heeft zich omgekeerd en met een van z’n achterpooten het been korterbij getrokken, zeg ik. Neen, Manneken, de hond neemt het been met z’n tanden... Hoe kan dat? Dat weet ik niet, zeg ik. Wel, heel simpel, antwoordt Knulle ken. De hond ligt aan ’n ketting van drie meter, maar die ketting was nergens aan vastgemaakt. Knulleken, als ge niets anders te zeggen hebt, moogt ge zwijgen. ZWIJGEN ZOUDEN VEEL MEN SCHEN mogen doen die over Winterhulp allerhande dwarze praatje rondstrooien. De menschen die dat doen Dat zijn er goed verstaan Die zelf naar Winterhulp Niet moeten gaan! Luitenant-Generaal Six, Vleugeladju dant van den Koning, Lid van het Cen traal Uitvoerend Comité van Winterhulp, heeft een rondschrijven uitgestuurd en daarin zegt hij: Winterhulp is een na tionaal werk. Met de meeste beslistheid verklaar ik dat Winterhulp Belgisch is, dat haar inkomsten Belgisch zijn en uit sluitend voor België bestemd. Daarmeê zijn die afbrekers van Win terhulp nu gediend, ’t Is een duidelijk antwoord. -«o»- Elk natuurlijk of rechtspersoon, die houder is van bouwmaterialen boven de minima hoeveelheden, is er toe gehfcuden aangifte te doen. De aangifte van de voorraden dient te geschieden elk kwartaal. De aangifte dient opgemaakt overeen komstig het bij dit besluit gevoegd model en in tweevoud overgemaakt aan het Mi nisterie van Ekonomische Zaken. Cen- tralen Dienst voor de Statistiek, Konink lijke straat 68, te Brussel, bij voorkeur onder aangeteekenden omslag, uiterlijk tegen den 20“ van de eerste maand van het kwartaal en voor de eerste maal bij uitzondering tegen 28 Februari 1941. Formulieren van het model gaande bij dit besluit zullen, op aanvraag van de inlichtingplichtigen bij het Ministerie van Ekonomische Zaken, Céntralen Dienst voor de Statistiek 68. Koninklijke straat, kosteloos worden toegezonden. -«o»- De uitbetaling ven de pensioenen en toelagen, die aan de militairen en ermede gelijkgestelden, aan hun weduwen tn weezen en andere rechthebbenden ver schuldigd zijn uit hoofde, van dienstfeiten van na 9 Mei 1940, wordt verzekerd door de bij wet van 23 Januari 1025 ingestélde Nationale Kas voor oorlogcpensioenen. De bestaande wetgeving betreffende <ls modaliteiten van vereffening en recht vaardiging der uitgaven van de National» Kas voor oorlogspensioenen is van toe passing op die betalingen. Die uitgaven zullen gedekt worden door dat fonds? het welk naar behooren door de Schatkist zal worden gestijfd. -«o»- In den laatsten tijd is het herhaaldelijk voorgekomen dat uit Duitsche leger- of partikuliere auto’s gedurende het par- keeren voorwerpen ontvreemd worden. Deze diefstallen vonden meestal plaats onder begunstiging der Ilchtafscherming, waardoor de daders zonder opgemerkt te worden bij de wagens konden komen. In de toekomst zullen dergelijke dief stallen door de krijgsrechtbank gevonnist worden. De daders maken zich - aan overtreding van de bepalingen van het door de Rijkarageering uitgevaardigd» dekreet van 5 September 1939, inzak» schade toegebracht aan 't Duitsche volk en dat een straf vóórziet van 15 jaar of wel levenslange tuchthuisstraf en in bij zonder ernstige gevallen de doodstraf. KLEINE ZAKEN worden grooter door reklaam en goeie waar. Wilt ook Gij uw zaak doen groeie» adverteer in «De Poperingenaar 22 Februari: 23 Februari: 24 Februari: 25 Februari: 26 Februari: Donderdag 27 Februari: Vrijdag 28 Februari: Nieuwe maan 26“ Eerste kwartier 6“

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 8