DE ROKKEN RIJDERS
Officieel© Berichten
en Bef*iten
ÏOns KINDERBOEKJE
Ons Vrouwenhoekje
VOOR ONZE KLEUTERS
op de fortuin
dat de kans
binnen enkeledagen
door
EEN MILLEOEN
kan betaalbaar maken
Koop heden nog
een Biljet der
uw laiBiur
illlllllflIlIfililiiMJIlUllllHIllitillIUIIIIIIliliüthilllilIlUHilllilUiiiilUIIIIIIHIIIIIIIItl
Het is
DE POPERINGENAAR van 22-2-41. 8’ BL
DE VERDUISTERING
MAAN
Neem
een Hypotheek op
de kans
het manneke
uit
door ECREVISSE
een Witten check
■■■■aaBBHDaiaia&saaaaBaMsaaai
EEN CONCORDAAT IN ZAKE
DE CRÉDIT ANVERSOI3»
LUXEMBURGSCHE FRANKS
MOETEN INGELEVERD
WORDEN
UITSLAG AANBESTEDINGEN
VOOR UW DRUKWERK
HBBBBBBaBBaaBBSBnaSBBBBBBBia
A
ONS WEKEL1JKSCH
RAADSEL
IBBBBBBBBBBBBBBBKBBBBBBBBBBB
ZELF AARDAPPELMEEL
MAKEN
ONZE AARDAPPELEN-
VOORRAAD
H
BESLUIT BETREFFENDE
DE ORDENING
VAN FIET BEDRIJFSLEVEN
DE MANDENMAKER
GEMALEN ERWTENSOEP
OM BRUINE ZEEP TE MAKEN
met producten die nog voor de hand zijn.
NUTTIGE WENKEN
AANBESTEDINGEN
DE TELLING DER VOORRADEN
VAN BOUWMATERIALEN
BEVOLEN
HET BETALEN VAN
MILITAIRE PENSIOENEN
EN TOELAGEN
PLUNDERAARS VAN
DUITSCHE AUTO’S ZULLEN
DOOR HET KRIJGSGERECHT
GEVONJ'IST WORDEN
BEEBflnBBBSIBBBBBSainMBaBaBII
KINDJE IN KOKEND WATER
GEVALLEN TE HASSELT
WWWM
t®«
ns®
CE
Maartse! ie buien!
J
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
onder
19.11
19.13
19.14
19.16.
19.18
19.19
19.21
an-
een
't*
ZON
op I
8.43
8.41
8.39
8.37
8.35
8.33
8.30
IN DE HEVIGSTE PIJNEN OVERLEDEN
Hst vijfjarig knaapje der echtelingen
Jacobs-Palmers, dte een drankgelegen
heid houden in de Koning Albertsiraat
te Hasceit, kwam door een onvoorzichtig
heid in een kuip kokend water terecht,
waardoor het kind brandwonden opliep,
die van zulken ergen aard waren dat het
In het hospitaal, waar het was overge
bracht, daags nadien overleed.
Alderliefste Lezeressen,
Vrienden Lezers, denkt er aan:
Woensdag, moet ge naar de kerke
Om een asschenkruisken gaan.
Verheye
een jpftige'stof, Diksmuide, 1.638.972,75; Van Huele L. R.
Elkeen voelt in ’t harte meë
Al de ellende en al het wee
Dat die ouders lijden...
Zoo iets, neen, vergeet men niet,
En het blijft een hartsverdriet
Tot in verste tijden.
TIJDEN RIJMT MET GLIJDEN. De
uren glijden heen en daarom is 't met
recht en reden dat Knulleken zegt;
Legt ge nu uw pen maar neer...
Zeg maar vrank: het is gedaan.
Ik ga slapen... doe het ook
Vriendschap.
't Manneke uit de Maan.
want hij zag den dood met rasse schre
den naderen... Moeder en kinderen snel
den naar het loofhuisje en mochten daar
tranen storten in vrijheid, zonder te vree-
zen, dat zij het einde van den stervende
zouden verbitteren... Doch, in het mid
den hunner smarten, vergaten zij niet,
dat het eene zalige gedachte is voor den
stervende te bidden, opdat zijne reis naar
het verblijf der gelukzaligen des te spoe
diger voltrokken worde.
Helder blonken de sterren aan den wol-
ksloozen hemel. Jubelend klonk de stem
van den nachtegaal in het struikgewas
naast de bergwoning. Zacht bruisten de
Maaswateren over een keiachtigen bo
dem. Geen gedruisch stoorde de majesteit
van den heerlijken Meinacht toen plot
seling een getam op den kerktoren van
Geulle zich liet hooren. Het was de slag
der middemachtklok. Monica, Herman en
Martha baden te zamen den Angelus, het
gebed van het woord dat mensch was
geworden.
Nauwelijks was deze heilige verzuch
ting geëindigd, of de stem Van den pries
ter werd aan de ingangsdeur gehoord. Zij
rampzalig leven!... God is rechtvaardig; snelden te zamen naar het ziekbed en
mochten den laatsten ademtocht ontvan
gen van den stervende en zijn oogen toe
sluiten... De moeder had tot dezen oogen-
blik heldhaftig tegen haar bittere smar
ten geworsteld; thans was de maat vol
en stroomde over. Bewusteloos viel zij
met het hoofd op het bed. De kinderen
de mijn goede gave te bedroeven. Wat
mij thans bekommert is, dat ik u, mijne
zoo dierbare vrouw en kinderen, aan u
zei ven moet overlaten... Doch, God zij
gedankt, dat ik op mijn sterfbed den hei
ligen man wedervind, welke u allen onder
zijn bescherming en waakzaamheid wil
nemen! Betrouwt op hem; vraagt en
volgt, in elke gewichtige zaak, den raad
van dezen wijzen en voorzichtigen man!
Plechtig was het tafereel, toen de ster
vende, na een oogenblik zijn geestes
krachten te hebben verzameld, zijn han
den op de hoofden der kinderen legde en
tot hen sprak:
Mijn welbeminde kinderen, ontvangt
thans den zegen van uw stervenden va
der. Herman, wees de steun en troost
uwer moeder! Wees de beschermer uwer
zuster! Bemin den arbeid, want de ledig
gang is de bron, waaruit alle kwaad
voortvloeit... Wees spaarzaam met uwe
vriendschap en schenk dezelve slechts
aan beproefde deugdzame menschen...
Leer uit het voorbeeld van uw ongelukki
ger! vader, waartoe de omgang met be
dorven gezellen den deugdzaamsten en
wijsten jongeling brengen kan! Onthoud
u van alle spel waarin het belang ge
mengd Is. Doe of onderneem nooit iets,
ais gij toornig zijt. Waan u nooit te sterk
om een misstap te begaan... Hebt gij raad
noodig. wend u altoos tot deugdzame en
bij voorkeur bejaarde lieden; de onder
vinding is een kostbare school. Waak over
Martha gelijk een moeder; mochten ooit
hare eer en faam in gevaar zijn, snel haar
EEN DUIDELIJK ANTWOORD was ’t
ook, ’t antwoord dat Mieleken Pot aan
z’n patroon gaf. Mieleken Pot kwam te
laat op z’n werk en z’n baas vroeg hem
'hoe ’t kwam dat hij zoo laat arriveerde.
’k Heb m’n haren laten snijden, zei
Mieleken.
Onder de werkuren? sakkerde de
baas.
En waarom niet? antwoordde Mie
leken... M’n haren wassen toch ook onder
de werkuren.
als glas en de spinnen vluchten weg, tus-
schen de steenen en de gebroken tichels.
Nu vreest de mandenmaker niets meer.
Hij weet dat hij hier in dit huis alles
kan overwinnen met zijn wapens tegen
die vervloekte tooverij. Hij stoot de eer
ste, de beste deur open. Vóór hem ligt
een groote halfduistere zaal: de muren
zijn behangen met roode lakens en gansch
de vloer is bedekt met een rood tapijt.
Opeens beginnen de wanden te bewegen
en ook het tapijt golft op en neer. Een
vervaarlijk gesis stijgt op uit den grond.
Manten laat zich niet afschrikken en wil
eerst zien wat dat beteekent. Hij moet
niet lang wachten, want daar komen van
onder het tapijt en van achter de lakens
tien, twintig, honderd vreeselijke slangen
koppen omhoog wringen. Weldra is de
zaal gevuld met wild-dooreenkronkelende
slangen, en al die glurende oogen zijn
gericht op één mensch. De eerste angst
die hem bij het zien van die vele gevaar
lijke beesten bevangt, is vlug overwon
nen en Manten weet wat hier te doen
staat. Hij neemt het tooverfluitje en' be
gint zachtjes te spelen. Plots vallen al
de wilde slangen stil. Zij luisteren als
betooverd naar die zoete tonen. Zij laten
zich meeslepen, richten zich op en be
ginnen zachtjes te wiegen op de maat
van het lied. Manten vindt er genoegen
in en laat de slangen zoo een heelen tijd
dansen.
Dan verlaat hij al spelende de roode
zaal. t’t Vervolgt).
Daar de Luxemburgsche frank op 1
Maart uit het verkeer wordt getrokken,
diénen de personen, die in bezit zijn van
Luxemburgsche franken, deze vóór 28 Fe
bruari bij de Bank van Uitgifte uit te
wisselen. De uitwisseling zal geschieden
op basis van 1 Luxemburgsche frank voor
1,25 Belgische frank.
BUIEN KAN ’N MENSCH ook hebben
binst z’n leven. Alz >o als ge slecht ge
mutst uit uw bed stf pt, dan wordt er ge
zegd; hij heeft z'n kwade bui... Zijt ge
goed gemutst, dan Hinkt het: hij heeft
z'n goede bui... Allee, alderliefste Leze
ressen en vriendelijke vsenden Lezers, ik
wensch U allen voor morgen Zondag een
v.-ooitjke bui!
JANTJE HAD ’N KWADE BUI en hij
kreeg 'n afstraffing van zijn moeder en
m<>«der mi
Kinderen die braaf zijn, gaan naar
den hemel; kinderen die stout zijn gaan
naar de hel...
En welke kinderen gaan naar de ci
nema? vroeg Janneken met ’n onnoozel
gezicht.
MET Z’N ONNOOZEL GEZICHT stelt
Knulleken mij deze vraag:
Manneken, daar is een hond en die
ligt met een ketting van drie meters aan
troffen maatregelen. Nochtans kan het
Hoofd van het Ministerie van Ekonomi-
sche Zaken, wanneer hij zulks billijk
acht, een vergoeding toekennen.
Het Hoofd van het Ministerie van Eco
nomische Zaken kan den grondslag en de
wijze van inning vaststellen van bijdra
gen en vergoedingen welke ten laste vallen
van de ondernemingen, ressorteerend»
onder de organismen, hebbende het ka
rakter’ van openbare instelling.
Aan degene die bij nalatigheid inbreuk
plegen op de bepalingen van de in uit
voering van onderhavig besluit getroffen
besluiten, kan door de gezagvoerders van
de bedoelde organismen, de betaling, bij
wijze van tuchtmaatregel, eener som van
ten hoogste 10.000 fr. worden opgelegd.
Tegen deze beslissing kan binnen de vijf
dagen na de kennisgeving bij aangetee-
kenden brief aan den betrokkene, in be
roep worden gekomen bij het Hoofd van
het Ministerie van Ekonomische Zaken.
Vallen niet onder toepassing van de
bepalingen van onderhavig besluit, de
ondernemingen en beroepsvereenigingen,
die verband houden met den land-, tuin
of boschbouw.
Zooiets moogt ge niet vergeten!
Lijk de Vlaming van weleer
Houdt die christlijke traditie
Als een schoon gebruik in eer.
EER IS T TEGENOVERGESTELDE
van oneer. Die Heineman van Brussel is
er ook met oneer van af gekomen. Hij is
zoo rond de vijf en dertig jaar oud en ne
pronte kadee, al zoo te zien. Maar schijn
bedriegt en dat heeft 'n ouw savooi van
vijf en zestig jaar ondervonden. Ze had
met dien Heineman kennis gemaakt en
was ze nu niet verliefd geworden... Ze
had bijna z’n grootmoeder kunnen zijn.
Die Heineman legde ’t zoo fijn aan boord
dat hij van die ouw taart drie honderd
duizend frank wist los te maken, zoo ge
zegd om zaken te doen... Maar weet ge
wat hij met dat geld uitstak? Hij kocht
schoone kleeren en goudwerk voor z’n
lief, die meid was in ’n cafeken in Leo-
poldsburg en hij huurde voor dat lieve
26 Febr. Te 11.30 uur. ter N. M. der
Waterleidingen, 75 Clovislaan, Brussel,
leveren van verbindingsstukken en kra
nen voor den plaatselijken dienst van
ROESELARE. Stukken, prijs 10 fr., ter
Maatsch. (postch. 884.88). Aanget. in-
schrijv. 24 Febr.
4 Maart. Te 11 uur, ten Stadhuize
te ROESELARE. bouwen van een aflei-
dingsduiker van de Mandelbeek, linker-
vaartoever. Bestek (Febr. 1939) 1.885.908
fr. 83. Stukken ter inzage ten Stadhuize,
bureel der werken (1“ verd.). Verdere inl.
ook bij Bouw- en StudiebureauSint-
Niklaas.
6 Febr. Te 11 uur, ten Stadhuize te
TORHOUT, bouwen van een nieuwe de
kenij. Bestek 225.613,54 fr.
CLAEYS J. en VAN COETSEM G.. te
Kortemark en Torthout. 288.331,02Ver-
scheure A., Ichtegem. 305.815,19; Cloetens
O. en Claeys G., te Torhout en Aartrijke,
307.248,38; Boncquet A. en G., Nieuw-
poort, 331.477,88 fr.
6 Febr. Te 11 uur, ten Stadhuize te
KORTRIJK, riool- en bestratingswerken
in ontworpen straten in het kwartier der
Leopold III-laan. Bestek 1.546.436,50 fr.
J. VANLEYNSEELE, Izegem, 1.495.079
fr. 25; Degroeve Fr., Körtrijk, 1.832.327,90.
7 Febr. Te 2 uur, voor den Heer
Verschoore, 69 Langestraat. Oostende,
herbouwen van de Nieuwpoortbrug over
het kanaal van Nieuwpoort naar Duin
kerken, te VEURNE.
HENDRYCKX Pr., Veurne, 1.137.198
fr. 81A. J. De Groote en H. Catrysse,
1.428.181,56; Pickery H., Willebroek, fr.
1.443.688,73Soetaert J., Oostende, fr.
1.489.385,05; Casteleyn A„ Gistel, 1.563,998
fr. 77; Aannemingen M. en J. Braet,
Nieuwpoort, 1.634.674,19; Verheye R-,
TA 11 .1 1 Z'OO *7C 17 TT...1* T Tl
M. en E. gebr., Oostende, 1.675.002,75;
Idylle J„ id., 1.693.531,28 fr.
HFebr. Te 11 uur, ten Gemeente-
huize te AARSELE, bouwen der nieuwe
schoollokalen .Bestek 449.425,95 fr.
Geen inschrijvingen.
BBBBBBBEBBBBBBEBBBBBBBBBflflBI
wendt U ter
Drukkerij SANSEN-VANNESTE
Gasthuistraat - 15 - Poperinge
UtBBaBBMBBflBBaBHBaBBBaflflBBBB
gevestigd houden; uw handel en wandel
gadeslaan; mij in uw geluk en In uw
deugden verheugen.
De man zweeg; zijn oogen bleven he
melwaarts gericht. Na een poos stilzwij
gende beschouwing, gaf hij te kennen,
dat hij met den priester wenschte alleen
te zijn.
Snikkende wierpen vrouw en kinderen
zich voor de voeten van den stervende;
zij klampten zich vast aan den echtge
noot en vader, als wilden zij met geweld
het dierbare leven bij hen houden, dat op
het punt stond hun ontrukt te worden.
kind 'n schoon appartement...
Maar, schoone liekens
En duren niet lang.
Thans zit die Heineman
In het gJh'ang.
Tijdens z’n proces is ’t uitgekome- wat
voor ’n gemeene schurk hij is. 'n Jaar of
tien geleden werd hij re^ds tot vijftien
jaar dwangarbeid veroordeeld voor in
braak en poging tot doodslag... Na zeven
jaar lieten ze hem vrij. Enfin... nu mag
hij weer eens gaan nadenken over z’n
heldendaden! Hij zal er tijd genoeg voor
hebben, want hij kreeg nu vijf jaar en
moet z'n vijftien jaar weer opnieuw be
ginnen...
WE BEGINNEN NU MAAR SEFFENS
met ons kalenderken.
Zondag 23 Februari: SS. Pieter. Damiaan.
Leonora.
Melde! 't Is een groote schat’
Ei! daar is een Vlaamsche stad
En die stad heet: Meenen.
Meenen komt hier ook te pas
Want de liefde loopt soms ras
Vliegensvlugge henen.
Herman zelf heeft opgekweekt. Het oud
bruintje eet schier het genadebrood: al
hoewel gebukt onder de jaren, schijnt hel
trouwe dier jeugdige krachten te herne
men, wanneer Herman on Martha het
zelve beklimmen om door de modderige
wegen, naar de eene of andere plaate
zich te begeven.
In den koestal staan drie bonte koeien!
hare blinkende huiden, ronde ruggen,
slepende uiers getuigen, dat de nog jonge
Martha zich aan veeteelt verstaat.
Vergeten wij niet eene eervolle melding
te maken van Hector, een roodhariger
dog. welken de kinderen hadden opge-
voed. Dit dier paart eene vocröeeldelooze
trouw mst een zeldzaam vernuft; nil
eens bewaakt hij de paarden en de kceien
op de weide, de vruchten op den akker,
het ooft in den boomgaard; dm w.dtf
bewijst hij allerlei huiselijke diensten.
ct Vervolgt)
Op Vrijdag had de a'gemeene verga*
dering van de aandeel houders van d»
Crédit Anversois plaats. Door den Raad
van Beheer werd verslag uitgebracht over
den toestand zooals deze zich sedert 2 De-
I cember 1939 ontwikkeld heeft. Dit verslaf
werd goedgekeurd.
Voorts nam de vergadering alle voor*
stellen van den beheerraad aan betref*
fende de vervroegde ontbinding der ven
nootschap, de aanvraag tot een gerech
telijk akkoord en de benoeming van een
college van zes vereffenaars.
hof gelijken, terwijl in den herfst de jonge
weelderige boomtakken onder het ooft
gebogen hangen tot tegen den grond.
Door ’s priesters ondervinding aange-
spoord, beproeft Herman allerlei verbete
ringen in de boerderij.
Do voet der bergketen, alhoewel zeer
kiezelachtig, is zoo ernstig met pikkel en
spade aangetast, dat de berg zelf schijnt
achterwaarts geweken. Het steengruis
wordt van den vruchtbaren grond ge
scheiden; met het eerste verbetert de
jonge landbouwer zijne wegen; met den
laatsten vervruchtbaart hij de landen of
verdroogt hij de laatste plaatsen zijner
erve. Dc druivelaars hebben zich verme
nigvuldigd rondom het huis, de schuur
en den stal. Hunne sappige scheuten heb
ben zich langs de gevels en zijmuren uit
gestrekt; het dicht loof breekt in den
zomer de brandende zonnestralen en on
derhoudt binnen de gebouwen eene wel
dadige fristhheid voor menschen en
dieren.
In den stal staat, naast het oude
bruintje, een allerfraaist ruinpaard, dat
A
MAART
De korte maand is weggewaald
En winterkou moet wijken.
Als Mientje zijn spinazie zaait,
Komt ook de zon eens kijken.
Kijk, boven in een kalen tak,
Daar bouwt een ekster, prachtig;
En in den houtkant, bloot en blak,
Een merelnest, waarachtig!
De lentezoelte, week en zoet,
Komt door den tuin geloopen;
Komt langs de dorenhaag en doet
De groene botjes open.
’t Is Maart, en moeder Brengt vandaag
Sint Jozef’s beeld beneden.
Een lachje zon komt vlug en graag,
De keuken ingegleden.
O Maart, wat doet gij op één dag,
Ons gansch den Zomer smaken.
Hoe eerlijk is uw open lach,
Die alles doet ontwaken.
OPLOSSING VORIG RAADSEL
PIL AAR - PILAAR.
Ge moet maar aan zijn staartje trekken
Om het algauw te wekken;
't Schrikt op, zijn kop wordt rood.
Maar trekt ge niet en blijft ge gapen,
’t Begint opnieuw te slapen,
En ’t slaapt zich soms wel dood.
Meer dan vijf jaren, zegden wij reeds,
zijn over het hoofd van den man gevlo
gen, sedert hij den lijkstoet van de berg
woning naar de kerk van Geulle volgde
met Monica, Herman en Martha. Zijn
haren zijn van grijs wit geworden; maar
zijn geestvermogens hebben geleden van
den alles vernielenden tijd.
Het is geen wonder, dat deze man den
last als heilig aanzag, welken de ziel
togende Frans Lemmens hem oplegde en
Monica’s dood nog verzwaarde. De man
gaat onder de jaren gebogen; desniette
genstaande ontbreekt hij nog aan geen
plicht. Herder zijnde in den vollen zin
des woords, bewaakt hij tot het- laatste
schaap zijner kudde met vaderlijke zorg.
Als mensch geeft hij alles ten beste
voor zijn evenmensch; als kristen kent
hij geen ander doelwit dan den wil vol
brengen van God. Wat hij twintig jaren
voor Geulle geweest is, dat is hij thans
nog: een raadsman in de moeilijke za
ken; een scheidsrechter waar twist staat
op te rijzen; een vader voor allen, zelfs
dan, wanneer hij moet vermanen of be
rispen.
Deze afgesloofde ouderling gaat nog da
gelijks, op zijn stok steunende, door de
wilgenboomendreve naar de bergbewo-
ning. De oude mopshond vergezelt fcm
tot nabij den tuin; dan snelt het dier
vooruit en gaat ’s meesters komst aan
kondigen. Herman en Martha gaan hun
nen vader zoo noemen zij den priester
te gemoet en ontvangen zijnen zegen.
Met verrukking werpt de man zijne blik
ken op de verbeteringen, waarvan zich
overal de sporen opdoen: want hij schept
een innig behagen in al datgene, wat men
de vruchten van een schranderen arbeid
noemt.*
Dat de bergwoning een heerlijk aan
zien heeft gekregen, daartoe heeft de oude
priester veel bijgedragen... Hij heeft den
groenselhof doen omgeven door een witte
doornenhaag. Door zijn toedoen door
snijden de regelmatige rijen appel-, peer-,
kersen- en pruimenboomen, de weide.
Liefde’t Is een groote schat
Ei! daar is een Duitsche stad
En die stad heet: Düren.
Duren komt hier ook te pas
Want de liefde, 't bleek soms ras
Liep uit op: bezuren.
.uaandag 24: SS. Mathijs. Marcellina.
Modest.
Hooren! Zien! En zwijgen
Is een gulden raad.
Wilt ge rustig leven
Neem dien wensch te baat.
«nsdag 25: SS. Wal’ourgis. Gothard.
Adelm. Adeltrudis.
Doedt
’t Goed
Haat
’t Kwaad.
Woensdag 26: Aschdag. SS. Porphyrins.
Alexander. Leonius. Nestor.
Over honderd jaren
Zijn ze, klein en groot,
Die dit kunmn leien,
Zijn ze, allen dood.
Wilt ge daaraan denken
't. Doet u vast geen kwaad
In den catechismus
't Dus te lezen staat.
Donderdag 27: SS. Leander. Gelaas. Ho-
norina.
De beste koeikens worden
Doorgaans op s’ïal verkocht;
Die spreuk zal 'k u verklaren
Zoo gij ’t niet weten mocht.
Bedoeld wordt flat een meisje
Dat loopt naar feest en. bal
En draaft van hier naar ginder
Er... overschieten zal.
(Knulleken).
Vrijdag 28: SS. Romaan. Basilia. Ermina.
Leest ge honderd liedjes
Met het woordje hart,
Ziet ge honderd keeren
Hart rijmt dan met smart.
Zaterdag 1 Maart: SS. Albijn. Rogier, Sl-
gismond. David.
Maart
Roert z’n staart...
Dagen
Met sneeuw eiregeavlagen...
Ge Weet
Dat heet
Terwijl de wolken kruien:
1 ci n i-k L linn t
De rauwe aardappelen dun schillen en
raspen. Om geel of bruin worden van
het geraspte te voorkomen, is het aan
te -bevelen, het werkje in een kom met
water te verrichten. Als het raspen is
afgeloopen, giet men alles door een fijne
zeefhet uitstroomende water vangt men
op, laat het rustig bezinken, giet het bo
venste vocht af en zeeft het bezinksel
opnieuw. Op die manier gaat men door
totdat het water, dat door de zeef loopt,
volkomen helder is. Het bezinksel wordt
ten slotte gedroogd.
Wie een voorraad winteraardappelen
heeft opgedaan, is zeker zoo verstandig
geweest, dezen een droge, vorstvrije en
liefst wat donkere bergplaats te geven.
Een niet vochtige kelder is daarvoor ge
schikt, ook de zolder leent er zich meestal
voor.
De aardappelen mogen niet te hoog op
elkaar gestapeld worden; ze zouden an
ders te veel op elkander gaan drukken.
De bewaarplaats moet goed geventileerd
worden.
Om het uitloopen eenigszins te voorkomen
werkt men den voorraad elke drie weken
om; de scheuten die de aardappelen heb
ben gemaakt, breken dan uit de oogen.
Rotte exemplaren dient men zoo gauw
nipgelijk te verwijderenze steken de
anaere, die nog gaaf zijn, aan.
De uitloopersmogen in geen geval
worden gegeten, daar ze f
namelijk solanine, bevatten. Het is noo-
dig, ook de oogen van uitgeloopen aard
appelen zorgvuldig uit te snijden.
Onze stadsgenoote behoeft de bevroren
aardappelen niet weg te doen. Er bestaat
een eenvoudig middel om den zoeten
smaak zoo niet geheel, dan toch grooten-
deels weg te krijgenmen brengt een
kleine hoeveelheid, bijvoorbeeld een em
mer vol, eenige dagen op gewone kamer
temperatuur en kookt ze daarna op de
gewone manier. Ook zou men ze kunnen
verwerken tot gebak of tot een pikant
sIhh t j e
4BBBBBBBBBBBBBMBBBBBBBBBBBBB
ter hulp, al moest gij uw leven voor uw
zuster ten pande stellen.
Gij, Martha, omring moeder met meer
dan liefde, met meer dan eerbied. Span al
uwe krachten in om haar het leven aan
genaam te maken. Verzacht, zooveel het
in uw macht is, den zwaren arbeid van
uw broeder; wees hem in alles onderda
nig, want ik stel hem voor als uw vader.
Neem beide den herder aan als uw
voogd, uw leidsman... Wacht u van ooit
u naar het land van Valkenburg te bege
ven. Dat niemand, wie ’t ook zijn moge,
u kenne als de kinderen van Hendrik
Ruyter of van Joos Hendriks; want gij
zoudt al aanstonds de wraak der Bokken
rijders op u zien nederstorten, gelijk de
hagel op een oogstveld. Uw familienaam
is thans Lemmers; dien naam heb ik,
hier komende, aangenomen; ik heb hem
met eer gedragen, gij moet hem blijven
behouden... Ook uw moeder is thans Mo
nica Ceusters, en zal, met dien naam, wel
den weg naar den hemel vinden. Zoudt
gij ooit, door het eene of andere toeval,
bekend worden voor wie en wat gij zijt,
verlaat dan zoo spoedig mogelijk het land
en begeeft u over de Maas. Werkt met
vereenigde krachten, om aan uwe goede
moeder geheel de som geluks te verschaf
fen dat zij zoo ruimschoots verdient.
En gij, dierbare echtgenoote, zegde de
stervende, terwijl hij de handen der
vrouw in de zijne drukte, draag zorg voor
uwe gezondheid opdat gij nog vele jaren
als een beschermende engel bij onze kin
deren kunt verblijvenOp dezen oogenblik
vraag ik, voor het laatst, vergiffenis voor
al het leed, voor al de bekommernissen,
voor al het ongelijk, welke ik u heb ver
oorzaakt. Vaarwel, mijne lieve en teerbe
minde gadeVaarwel gij engelin van mijn
hij zal u het loon schenken voor alles wat
gij gedaan hebt; want alles wat de we
reld bevat, kan zulke deugden als de uwe
niet vergelden! Vaarwel, mijne lieve kin
deren. Troost u; ginder boven ga ik op
uw komst wachten! Uit het verblijf der
zalige geesten, zal ik mijn blikken op u
T WAS NA DE WERKUREN en m’n
kozijn Dries zat op ’n zomeravond aan
z’n deur te klappen met enkele geburen.
’t Was warm geweest binst den dag en
nog warm nu met den avond. Kozijn
Dries had z’n muts op z’n knie gelegd en
zat dsar nu met zijnen blooten kop, die
echte bloote kop was, want daar was
met ’n 'vergrootglas, geen haarken op te
ontdekken... Kwam daar Zanderken
Schotels aangewandeld. Zanderken was
’n leutig ventje en niet op z’n tong geval
len. Hij wist altijd iets grappigs te zeg
gen. Spijtig dat hij ’n kasken op zijn rug
droeg en in ’t dorp dan ook den bijnaam
had van ’t Bultje
Goeien avond samen! zei Zanderken
toen hij voorbijstapte.
En wijl kozijn Dries daar met zijn
kletskop bloot zat, vond Zanderken het
geestig te zeggen:
De volle maan schijnt!
Maar kozijn Dries had seffens ’n ant
woord gereed:
Ja, Zanderken... de maan schijnt...
over bergen en dalen...
Zanderken was rap weg. Hij had dien
avond zijn meester gevonden.
MINUS HAD HET OOK GEVONDEN.
Hij wilde een kalf smokkelen, maar de
komiezen aan de grens hielden zoo goed
de wacht, dat het om zoo te zeggen on
mogelijk was met dat kalf binnen te ge
raken... Daar bleef Minus dus niets an
ders over dan de inkomende rechten te
betalen... ’t Gebeurde voor den oorlog
van 1914 en vijf of tien frank inkomende
rechten dat was toen voor een arm Kem-
pisch boerken een heel bedrag. Geen won
der dat Minus ’s nachts lag te peizen:
hoe ga ik dat klaarspelen? En na lang
peizen had hij ’t gevonden... Hij nam z’n
hond, stak dien hond in ’n groote mancf
die met een deksel gesloten was en zetté
die mand op ’n kruiwagen en kwam zoo,
na een omweg, de grens over...
Wat zit er in die mand? vroegen de
komiezen.
’n Hond! zei Minus.
Ze wilden ’t niet gelooven en Minus
moest de mand open doen... Roef! De
hond wipte er uit en liep wat hij loopen
kon, weg! weg! weg!
Ziet ge ’t nu, sakkerde Minus... Nu
kan ik er zelf achterloopen...
In den namiddag kwam hij weerom.
Opnieuw met ’n mand op z’n kruiwagen.
Moet ge m’n hond nog ne keer zien?
vroeg hij al van verre aan de komiezen?
Nee! Nee! ’t is goed... Rijd maar
door! riepen ze hem toe.
Maar in de mand lag er nu geen hond,
’t Was ’t kalf en zoo smokkelde Minus
z'n kalf...
’t Is echt gebeurd, al is ’t dan ook om
trent dertig jaar geleden.
VEEL GELEDEN wordt er nu in die
huisgezinnen en families, zoo rampzalig
zwaar getroffen door het verdrinken van
die kinderkens, vijf en dertig, in ’t Albert-
kanaal.
19.
De poort van het tooverkasteel. Het is
eigenlijk geen poort meer; daar staan
alleen maar de grondvesten van twee ver
vallen torens, gansch bedolven onder een
Wildernis van ranken en bramen. Van
daar uit loopt een vochtige weg, onder
oude eikenboomen, naar het groote ge
bouw.
Zonder aarzelen gaat Manten dien weg
op. Hier is hij nu op het erf van de ge
duchte Kruisspin en moet hij zeker dub
bel goed opletten. Daarom houdt hij zijn
wondertwijgen en het tooverfluitje ge
reed. Het is hier stil als in een graf. Hoe
akelig, zoo te moeten gaan op een plaats
waar niets meer leeft. De oude eiken
spreiden doode takken boven zijn hoofd
uit. Manten bespiedt vooral het kasteel,
daar aan het uiteinde van de dreef. Een
somber gebouw, waarvan de muren bijna
gansch begroeid zijn met klimop. De groo
te deur en de ramen zien er vuil en ver
vallen uit. Het dak is ingezakt en rechts
steken de verbrokkelde puinen van een
ronden toren er boven uit. Alles is dood.
Toch woont hij erinzegt Manten
en ik zal hem wel vinden
Opeens wordt die doodsche stilte ge
broken door een vervaarlijk gekrijsch
van vogels. Het zijn de zwarte vogels van
den toovenaar. Zij stijgen op uit het
kreupelhout van het park, bezijden de
dreef. Met nijdig-open bek en wreede
klauwen komen ze op dien éénen mensch
aangcvlogen. Het wordt een wild gewar-
rel van groote zwarte vleugels en roode
vogelbekken boven het hoofd van Man-
tën. Maar deze staat gereed om ze alle
maal te ontvangen. Hij weet reeds hoe
ze niet tegen den slag van een toovertwijg
kunnen. De vogels blijven juist boven
hem zweven en schijnen op een teeken
te wachten om hem te lijf te gaan.
Nu denkt Manten ook aan een teeken.
Als hij eens het tooverfluitje bespeelde.
Daar weerklinken reeds de zachte tonen
van het lied, dat alle woest geweld kan
stilleggen. En zie, ook de zwarte vogels
van de Kruisspin kunnen niet weerstaan.
Tot groote vreugde van den manden
maker strijken ze neer op den grond en
blijven rustig zitten luisteren. Al spelen
de wandelt hij nu tusschen de vogels,
die verwonderd opkijken en geen vin
meer verroeren.
Zoo komt Manten aan het kasteel. Hij
staat voor een oude, zware deur, die ge
sloten is als een rots en door niemand
zal opengedaan worden. Manten tikt
even met één der twijgen tegen het hout.
Kijk, de geweldige deur begeeft en met
een kleinen stoot kan hij ze geheel open
duwen. Vóór hem is een duffe, donkere
gang, waarin drie zijdeuren uitkomen.
Wanneer de mandenmaker den eersten
stap naar binnen zet, verschijnen plots
ontelbare akelige spinnen vanuit de sple
ten der wanden en van den vloer. Ze be
ginnen overal draden te weven en willen
hem In een dicht net gevangen zetten.
De draden branden in zijn huid en met
de hand kunnen ze niet gebroken worden.
Maar Manten neemt een toovertwijg en
slaat er mee om zich heen. Het net breekt
«BBBBBBBBSBBBBBBBBBBBBBflBBaB
konden slechts door het onbeperkte gezag
van den priester, van het lijk huns va
ders verwijderd worden.
Toen den volgenden morgen de zon bo
ven de kimmen steeg, zat de oude pries
ter nog naast het lijk te bidden... Weldra
kwamen de vrouw en de kinderen hun
gebed bij dat van den heiligen man voe
gen. Deze bad de litanie der overledenen
en zegde:
Van den eeuwigen dood de moe
der zegde:
Verlos, o Heer, uwen dienaar, welke
in u gehoopt en op u zijn vertrouwen
De priester verwijderde ten zachtjes; gesteld heeft.
Twee dagen nadien, werd het lijk van
Frans Lemmens of liever van Hendrik
Ruyter, van de bergwoning naar de ge
meente Geulle ter kerk gedragen.
De pastoor van het nabijgelegen dorp
Elsloo officieerde; want de oude herder
van Geulle met Herman, Monica en Mar
tha gingen aan het hoofd van een ontel-
baren lijkstoet.
Rust zacht in den schoot der aarde,
murmelde de oude priester, terwijl de
grond op de doodskist nsderviel; uw ziel
is reeds bij haren Schepper; want, zalig
is de man. welke moedvol de wegen der
boosheid verlaat en vol betrouwen tot
God terugkeert.
HOOFDSTUK VI.
Er zijn ongeveer vijf jaren en een half
verloopen, na den dood van Hendrik
Ruyter, of wil men liever van Frans Lem
mens. Over een jaar, heeft ook de deugd
zame weduwe Lemmens het tijdelijke le
ven tegen het eeuwige verwisseld. Ster
vend beval zij hare lievelingen, Herman
en Martha, aan den ouden dorpsherder.
Zoo' werd de leermeester en vriend des
vaders ook de beschermer en vriend der
kinderen...
Leeren wij derhalve dezen eerbiedwaar-
digen man van nabij kennen: hij is een
dier wezens, welke aan 't menschdom tot
eere strekken. Wat meer is, op het too-
neel dezer geschiedenis speelt hij zek»r
geen geringe nA doen haar in de lente op eenen bloem-
NOT—,
J. G. te Veurne. Met hartelijken dank.
Een en ander kan te pas komen.
’t Manneken.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBflBBBBBBBB
ZOEKT G’IETS t’huren of te Icoopen,
Zoekt g’ een meid, ’n plaats of wat?
Zoekt niet langer.» plaatst nog heden
’n Kleine «ZOEKER» in ons blad.
aBB3H5!3lQ«»3SaBflBBBBflaBBSBBfllBBflBBBBBBBflBBBBBaBBBBaBaBBBBB
kW:;:;.|.:iBi;illlll!llllllMenSclwerk van 22 Februari 1941. - Nr 9-||||||||||||illlllllllllllllllllllllllllllllillIË
g s
Ss
fl|
I
s
s
De laatste woorden uitsprekende, stak rugkaatste. Mijn leed en mijn smarten
hij de hand uit naar den ouden herd'r, waren nog grooter, omdat ik deze stil-
terwijl een glimlach van zalig genot om zwijgend moest verkroppen, daar ik vrees-
zijn mond kwam spelen. 'I“
De vrouw zij had den priester niet
meer herkend en de kinderen, als door
een gelijkwerkende kracht in beweging
gebracht, als slechts door een wil bezield,
wierpen zich voor ’s l*rders voeten en
besproeiden deze- met tranen van dank
baarheid en liefde.
Op een teeken van den zieke, hernam
elk zijn plaats, waarna hij op plechtigcn
toon voortging:
Het beslissende uur nadert; stoor,
bid ik u, mijne kalmte niet...
Gij, mijne kinderen, kent thans mijn
misdadig leven; aanhoort het einde...
Zestien jaar zijn verloopen, sedert ik
de baan der euveldaden verliet; gedu
rende deze zestien jaren, heb ik onop
houdelijk gearbeid om mijne voorgaande
zonden uit te wisschen. Nochtans, hoe
bitter heb ik geleden; Heb ik aan mijn
voorbeeldige gade, tot loon harer deugden,
een leven vol wisselvalligheden en ram
pen geschonken, ’t is onzeglijk hoe schrik
kelijk ik toch daarvoor heb moeten boe
ten. Want de wereld, waarvan ik weleer
mijn God maakte, verliet ik in den bloei
mijner jaren. om in de eenzaamheid mijn
leven te slijten. Voor een weelderig en
gemakkelijk leven bestemd, moest Ik
weelde en gemak verlaten, om in het
zweet mijns aanschijns mijn brood te
winnen! Waren mijn misdaden groot en
menigvuldig, het is niet min waar, dat
dezer herinneringen mij wreed gefolterd
hebben. Mijn geweten was als een spiegel,
die mij elk oogenblik mijn verleden te-
Aan het Besluit verschenen in het
Staatsblad ontleenen wij wat volgt:
Het Hoofd van het Ministerie van
Ekonomische Zaken kan, ter bevordering
van ’s Lands ekonomie, alle met het oog
t>p deze ordening noodzakelijke ekono
mische reglementseringen uitvaardigen en
alle daartoe vereischte maatregelen tref
fen, inzonderheid:
1. - Overgaan tot de oprichting, prr be
roep of per gewest van ekonomische or
ganismen en deze aanstellen als de uit
sluitende vertegenwoordigers van hun
ekonomisch bedrijfsgebied; deze ekono
mische organismen zullen het karakter
hebben van openbare instelling;
2. - Bestaande professioneele groepee-
ringen omvormen tot organismen, heb
bende het karakter van openbare instel
ling, of ze in een dergelijk organisme
samenvoegen, deze met een speciaal sta
tuut begiftigen en in voorkomend geval
voorschriften geven omtrent het beheer
en de aanwending der vermogens;
3. - Alle nijverheids-, handels- of am-
bachtsondernemingen, hetzij Belgische,
hetzij buitenlandsche of koloniale onder
nemingen die op welkdanige wijze in Bel
gië gevestigd zijn, alsmede alle van open
bare besturen afhangende ondernemin
gen in deze publiekrechterlijke ekonomi
sche organismen onderbrengen;
4. - De opdracht, de bevoegdheid en de
organismen evenals deze van hun leden
bepalen;
5. - De gezagvoerders en de leden van
de organen van deze ekonomische orga
nismen benoemen en afstellen.
Wanneer het algemeen belang het drin
gend vereischt, kan het Hoofd van het
Ministerie van Ekonomische Zaken aan
een groepeering of organisatie met pro
fessioneel karakter iedere waarneming
van beroepsbelangen ontzeggen.
Er kan geen aanspraak worden ge
maakt op schadeloosstelling voor wijzi
gingen aan bestaande rechtstoestanden
toegebracht uit hoofde van de toepassing
van de bepalingen van onderhavig be
sluit of van de in uitvoering ervan ge-
I
Wellicht zijn er onder onze lezeressen
wel die nog wat gemalen erwten in voor
raad hebben. Ziehier hoe deze kunnen
worden aangewend voor het bereiden van
soep.
Voor 6 pollepels water moet men 250
gram gemalen erwten rekenen. Het erw-
temeel wordt eerst aangelengd met een
weinig koude melk. Dit mengsel moet
kleverig zijn maar helder. Intusschen het
water laten koken in eene kastrol. Het
mengsel er dan bijvoegen. Zout en peper
bijvoegen en dan zachtjes gedurende een
uur laten koken.
Wil men deze soep nog aangenamer
maken dan snijdt men een snede brood
in teerlingvormige stukjes en laat deze
in eene pan met een weinig overschot
van vet kruinen.
De stukjes brood in de soep mengen.
Met in den laatsten minuut nog een
stukje boter in de soep te werpen zal
deze nog enkel verbeteren.
OORLOGSPEPERKOEK
500 gr. zemelen; 300 gr. suiker; 250 gr.
honig; 1 koffielepel bicarbonate; 14 l'ter
melk; 1 koffielepel kanneel; Gember,
anijszaad, gekonfijt fruit, enz.
De suiker en de honig in de heete
melk laten smelten; vervolgens de
dere produkten bijvoegen. Gedurende
uur op zacht vuur laten koken.
STAMPPOT VAN WITTE KOOL
OF SAVOOIEN MET KAAS
Dat is een eenpansgerecht, dat ook
zonder vlëesch Smakelijk en voedzaam
genoemd mag worden. Benoodigdheden
zijn, voor vier personen berekend, 1 y2
kgr. aardappelen, 3/4 kgr. witte kool of
savooien, 150 gr. magere kafts, 60 gr. bo
ter, margarine of vet, wat zout naar
smaak en een beetje peper of nootmus
kaat.
De geboende of geschilde, gewasschen,
in parten gesneden aardappelen opzetten
met zooveel kokend water, dat ze hal
verwege onderstaan. De fijn geschaafde
of grof geraspte kool er op leggen en
alles te zamen laten gaar worden in de
gesloten pan( ongeveer een half uur). De
aardappelen met de kool door mekaar
stampen onder toevoeging van het vet.
De geraspte kaas daardoor roeren en het
gerecht op smaak afmaken met wat zout
en peper of nootmuskaat.
WORTELENCONFITUUR
Weet ge wel, dat onze doodgewone
winterwortelen uitstekend materiaal le
veren om er confituur van te koken, die,
wat smaak betreft, sterk doet denken
aan orangemarmelade? Dien bijzonderen
geur krijgt de confituur omdat er ook
citroenen in worden verwerkt. Wie een
voorraadje wil maken, neme bij 1 pond
winterwortelen: 1 pond suiker, 1 dl. wa
ter, het sap van 6 citroenen en de ge
raspte schil van 3 citroenen.
De wortelen worden zoo zuinig moge
lijk geschild of zeer zorgvuldig afge
boend met een hard borsteltje, daarna in
dunne plakjes gesneden. Dan voegt ge er
de suiker, het water, het citroensap en
de geraspte citroenschil bij en laat alles
tezamen, af en toe roerend, zachtjes in
koken tot jamdikte, namelijk tot een
druppel confituur, dien ge in een glas
water laat vallen, in zijn geheel naar den
bodem zakt. Vul er dan de goed schoon
gemaakte potjes mee en sluit die goed af.
De eenigé moeilijkheid voor dit recept
zijn de 6 citroenen, die voor 't oogenblik
tamelijk duur zijn. Maar wat wilt ge, te
genwoordig wordt ieder recept wat be
denkelijk wanneer we het woordje melk,
boter, vet, vleesch, appelsienen, enz. zien
staan.
-<0>-
Benoodigdheden
1 kgr. bruine zeep (met zegels te
verkrijgen),
1 kgr. witte zeeppoeder,
2 pakken Vigor
1 soeplepel cristaux,
1 liter ammoniak,
9 liters water.
Alles in een grooten ketel doen, deze
op het vuur zetten en van tijd tot tijd
wat roeren om ’t overloopen te voorko
men.
Als de massa kookt roeren en dan
1 y2 uur laten doorkoken.
In een koele plaats laten verkoelen en
’s anderendaags mag men er gebruik van
maken.
Zoo bekomt ge in plaats van 3 kgr.
zeep 2 volle emmers opgelangde zeep die
in alles dezelfde dienst kunnen doen als
zuivere bruine zeep. De zeep is niet meer
bruin maar wel meer vuil-geel van kleur
geworden.
Probeer het maar eens, ge zult er. le
zers, heel goed mee varen. Dit middel
werd reeds in honderden huisgezinnen
gedaan en bracht overal heel wat op
beuring bij de huisvrouw.
Kousen of sokken strijken na het
wasschen is niet aan te bevelen. Vooral
fijne kousen lijden daaronder. Beter is
het, ze op een plank of tafel neer te
leggen, als ze uitgedrukt en zachtjes uit
geklopt zijn na de wasch, en met de hand
glad te strijken. Dan worden ze gedroogd
met den verkeerden kant naar buiten,
waarbij men voet en hiel wat loshaalt om
het drogen te bespoedigen. Ze zullen dan,
na het drogen, even mooi glad zijn als
wanneer men ze strijkt.
Uw paraplu, hoewel niet stuk, laat
misschien water doorsijpelen. Een uitste
kend middel om dat te verhinderen is
het volgende: Mén maakt een mengsel
van twee deelen water en 1 deel azijn
zure aluinaarde, strijkt dit rijkeiijk en
gelijkmatig uit over het dakje van de
paraplu en laat ze op een warme plek
vlug drogen. Zonder dat vlügge drogen
geen goed resultaat.
Ook opgewarmde spijzen blijven zeer
smakelijk en verliezen niets van hun
aroom, als men ze niet direkt op de vlam,
maar «au bain marie», dus in een groo-
teren pot met zacht kokend water op
temperatuur brengt.
Wie gerookt vleesch in huis heeft
en niet over een droge voorraadskamer
beschikt, doet er goed aan het vleesch
met een dikke zoutpap te bestrijken; dan
beschimmelt het niet.
Om zeep te sparen, verzamelt men
de laatste resten van de toilet- en keu-
kenzeep in een klein zakje van neteldoek,
dat men toenaait. Daarmee kan men nog
heelwat wasschen, terwijl anders de zeep-
restjes in de afvoerbuis komen en die
verstoppen.
Sokjes en kousjes voor kleine kin
deren kan men best met een beetje han
digheid uit de beste deelen van groote-
menschenkousen en tricots vervaardigen.
3BBBBBBBHQBBBBBBBBBBBBBSBBBB
zijn nek. Nu legt gij op vier meters af
stand een been. Roef... de hond is met
dat been weg. Hoe kan dat, wijl de ket
ting maar drie meter lang is...
De hond heeft zich omgekeerd en
met een van z’n achterpooten het been
korterbij getrokken, zeg ik.
Neen, Manneken, de hond neemt het
been met z’n tanden... Hoe kan dat?
Dat weet ik niet, zeg ik.
Wel, heel simpel, antwoordt Knulle
ken. De hond ligt aan ’n ketting van drie
meter, maar die ketting was nergens aan
vastgemaakt.
Knulleken, als ge niets anders te
zeggen hebt, moogt ge zwijgen.
ZWIJGEN ZOUDEN VEEL MEN
SCHEN mogen doen die over Winterhulp
allerhande dwarze praatje rondstrooien.
De menschen die dat doen
Dat zijn er goed verstaan
Die zelf naar Winterhulp
Niet moeten gaan!
Luitenant-Generaal Six, Vleugeladju
dant van den Koning, Lid van het Cen
traal Uitvoerend Comité van Winterhulp,
heeft een rondschrijven uitgestuurd en
daarin zegt hij: Winterhulp is een na
tionaal werk. Met de meeste beslistheid
verklaar ik dat Winterhulp Belgisch is,
dat haar inkomsten Belgisch zijn en uit
sluitend voor België bestemd.
Daarmeê zijn die afbrekers van Win
terhulp nu gediend, ’t Is een duidelijk
antwoord.
-«o»-
Elk natuurlijk of rechtspersoon, die
houder is van bouwmaterialen boven de
minima hoeveelheden, is er toe gehfcuden
aangifte te doen.
De aangifte van de voorraden dient te
geschieden elk kwartaal.
De aangifte dient opgemaakt overeen
komstig het bij dit besluit gevoegd model
en in tweevoud overgemaakt aan het Mi
nisterie van Ekonomische Zaken. Cen-
tralen Dienst voor de Statistiek, Konink
lijke straat 68, te Brussel, bij voorkeur
onder aangeteekenden omslag, uiterlijk
tegen den 20“ van de eerste maand van
het kwartaal en voor de eerste maal bij
uitzondering tegen 28 Februari 1941.
Formulieren van het model gaande bij
dit besluit zullen, op aanvraag van de
inlichtingplichtigen bij het Ministerie
van Ekonomische Zaken, Céntralen
Dienst voor de Statistiek 68. Koninklijke
straat, kosteloos worden toegezonden.
-«o»-
De uitbetaling ven de pensioenen en
toelagen, die aan de militairen en ermede
gelijkgestelden, aan hun weduwen tn
weezen en andere rechthebbenden ver
schuldigd zijn uit hoofde, van dienstfeiten
van na 9 Mei 1940, wordt verzekerd door
de bij wet van 23 Januari 1025 ingestélde
Nationale Kas voor oorlogcpensioenen.
De bestaande wetgeving betreffende <ls
modaliteiten van vereffening en recht
vaardiging der uitgaven van de National»
Kas voor oorlogspensioenen is van toe
passing op die betalingen. Die uitgaven
zullen gedekt worden door dat fonds? het
welk naar behooren door de Schatkist
zal worden gestijfd.
-«o»-
In den laatsten tijd is het herhaaldelijk
voorgekomen dat uit Duitsche leger- of
partikuliere auto’s gedurende het par-
keeren voorwerpen ontvreemd worden.
Deze diefstallen vonden meestal plaats
onder begunstiging der Ilchtafscherming,
waardoor de daders zonder opgemerkt te
worden bij de wagens konden komen.
In de toekomst zullen dergelijke dief
stallen door de krijgsrechtbank gevonnist
worden. De daders maken zich -
aan overtreding van de bepalingen van
het door de Rijkarageering uitgevaardigd»
dekreet van 5 September 1939, inzak»
schade toegebracht aan 't Duitsche volk
en dat een straf vóórziet van 15 jaar of
wel levenslange tuchthuisstraf en in bij
zonder ernstige gevallen de doodstraf.
KLEINE ZAKEN worden grooter
door reklaam en goeie waar.
Wilt ook Gij uw zaak doen groeie»
adverteer in «De Poperingenaar
22 Februari:
23 Februari:
24 Februari:
25 Februari:
26 Februari:
Donderdag 27 Februari:
Vrijdag 28 Februari:
Nieuwe maan 26“ Eerste kwartier 6“